Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 Inspanningen, resultaten en effecten in beeld Paul Duijvestijn
Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 Inspanningen, resultaten en effecten in beeld Paul Duijvestijn
Amsterdam, 20 januari 2015
Paul Duijvestijn senior onderzoeker / projectleider
[email protected] M 06 45882511
2
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Inhoud
3
1
Inleiding
4
1.1
Onderzoeksvragen
4
1.2
Context en achtergronden van het Haagse topsportbeleid
5
1.3
Methodische opzet
7
1.4
Leeswijzer
8
2
Talentvol Den Haag: ontwikkeling van een cultuur van presteren en excelleren
9
2.1
Beleidsfocus Talentvol Den Haag
9
2.2
Wat is op deze terreinen bereikt?
10
2.3
Talentvol Den Haag: conclusie en uitdagingen
12
3
Sportief Den Haag: samenhang tussen top- en breedtesport
13
3.1
Beleidsfocus Sportief Den Haag
13
3.2
Wat is op dit terrein bereikt?
13
3.3
Sportief Den Haag: conclusie en uitdagingen
15
4
Bouwen aan sportief Den Haag: verbeteren van topsportvoorzieningen
16
4.1
Beleidsfocus Bouwen aan sportief Den Haag
16
4.2
Wat is op deze terreinen bereikt?
16
4.3
Bouwen aan sportief Den Haag: conclusie en uitdagingen
18
5
Den Haag in beeld: stadspromotie en economische spin-off door sport
19
5.1
Beleidsfocus Den Haag in beeld
19
5.2
Wat is op deze terreinen bereikt?
19
5.3
Den Haag in beeld: conclusie en uitdagingen
22
6
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
23
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
1 Inleiding In 2010 ontwikkelde de gemeente Den Haag – met ondersteuning van DSP-groep en in nauwe samenspraak met sleutelorganisaties en -personen in het Haagse veld – de sportnota ‘Den Haag naar Olympisch niveau 2011-2014’. De titel van deze algemene sportnota, dat zowel het breedte- als topsportbeleid van gemeente Den Haag voor de periode 2011-2014 uiteenzet, maakt metaforisch duidelijk dat Den Haag een zo hoog mogelijk niveau van de Haagse sport nastreeft, in de breedste zin van het woord. Nu de uitvoeringsperiode van deze nota ten einde loopt is het moment aangebroken om na te gaan in hoeverre dat gelukt is. In deze rapportage beperken we ons daarbij tot de evaluatie van het topsportbeleid, dat zich heeft gericht op de volgende ambities uit de nota:
Talentvol Den Haag: ontwikkeling van een cultuur van willen presteren en kunnen excelleren.
Sportief Den Haag: versterking van de samenhang tussen top- en breedtesport.
Bouwen aan sportief Den Haag: zorgen voor een aantal goede topsportvoorzieningen.
Den Haag in beeld: stadspromotie en genereren van economische spin-off door middel van topsportevenementen.
In voorliggend evaluatierapport wordt teruggeblikt op het topsportbeleid van de gemeente Den Haag in de afgelopen vier jaar. Het rapport geeft inzicht in de inspanningen en bijdragen die zijn geleverd, hoe dit is verlopen, wat het heeft opgeleverd en wat hiervan valt te leren met het oog op de toekomst. In dit eerste hoofdstuk gaan we achtereenvolgens in op de onderzoeksvragen, de context en achtergronden van het Haagse topsportbeleid, de methodische opzet en tenslotte de opbouw van het rapport.
1.1
Onderzoeksvragen De centrale onderzoeksvraag is als volgt geformuleerd: Hoe is de uitvoering van het topsportbeleid 2011-2014 verlopen, welke inspanningen en bijdragen zijn geleverd, wat is er feitelijk gerealiseerd van de ambities en doelstellingen en wat valt hieruit te leren met het oog op de volgende beleidsperiode? Bijpassende deelvragen zijn: 1.
In hoeverre zijn de destijds geformuleerde actiepunten gerealiseerd c.q. de beoogde beleidsdoelen bereikt? Wat zijn de concrete resultaten?
2.
Welke middelen zijn hiervoor ingezet?
3.
In hoeverre zijn er aanwijzingen dat het topsportbeleid daadwerkelijk heeft geleid tot (beoogde) veranderingen en ambities op het gebied van sport, economie en city-marketing?
4.
Welke conclusies en aanbevelingen vallen hier uit af te leiden met het oog op het topsportbeleid in de toekomst (2015-2020)?
4
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
1.2
Context en achtergronden van het Haagse topsportbeleid Topsport is primair het domein van de sporter, de (inter)nationale sportorganisaties (bonden, verenigingen), koepelorganisatie NOC*NSF, de nationale overheid en het bedrijfsleven. Een (faciliterende en ondersteunende) rol van de lokale overheid in topsport is dus geen verplichting, maar veel grotere gemeenten kiezen expliciet voor het voeren van een actief topsportbeleid vanwege de unieke mogelijkheden die topsport, topsporters en topsportevenementen de stad bieden. Topsport heeft een enthousiasmerende en positieve uitwerking op jong en oud. Topsportprestaties versterken de identiteit en het imago van burgers en stad. De organisaties van topsport zorgt voor maatschappelijke betrokkenheid en sociale binding. En topsporters promoten stad en sport. Om die reden heeft Den Haag zich in 2006 uitgesproken om, vanuit haar positie als grote internationaal en nationaal toonaangevende stad, ondersteuning te bieden aan het uitbreiden en verbeteren van het topsportklimaat in Nederland in het algemeen en Den Haag in het bijzonder. Dat heeft geleid tot een Topsportvisie, die in 2008 door het gemeentebestuur is voorzien van een plan van aanpak waarin duidelijk wordt welke bijdrage het stadsbestuur levert aan het realiseren van de gezamenlijk geformuleerde visie. Topsportvisie en –beleid Den Haag De Topsportvisie is destijds opgesteld samen met alle actoren uit de topsport - waaronder bonden, sportverenigingen, NOC*NSF, topsporters, bedrijfsleven, onderwijs, politiek en bestuur. Met elkaar toonden de verschillende betrokken partijen zich bereid en enthousiast om kansen voor de topsport te verzilveren. De Topsportvisie pleit voor gerichte keuzes. Dat willen zeggen: inzetten op de sterke troeven, zowel van de stad als van de sport. Het is geen streven om over de volle breedte tot de wereldtop te behoren. Den Haag kiest voor een “niche strategie” met specifieke aandacht voor:
groeiende topsporten (nieuwe sporttakken met groeipotentie);
krachtige infrastructuur (sterke bonden en verenigingen);
geografische ligging van Den Haag - stad achter én vóór de duinen (strand- en zeesporten);
historische binding en draagvlak;
het bestaande type organisaties ;
mogelijkheden voor city marketing en economische spin-off.
Deze strategie leidt tot de keuze voor zeven speerpuntsporten, die bovenop de basisinfrastructuur voor topsport extra aandacht en ondersteuning krijgen. Er wordt onderscheid gemaakt in drie statussen: A-status
zeezeilen (inclusief surfsporten), Beachvolleybal/Beachsporten Gericht op ontwikkelen en handhaven op het niveau van internationale top voor senioren en talenten
B-status
hockey, voetbal, en schaatsen (kunstrijden, marathon, shorttrack) Gericht op ontwikkelen en handhaven op het niveau van internationale top voor talenten via de ondersteuning van de lokale sportorganisaties en (jeugd) evenementen
C-status
Tennis, lange afstandslopen Gericht op het ontwikkelen en handhaven van bestaande evenementen die een positief economisch effect hebben op de stad en die een bijdrage leveren aan het internationale karakter van de stad.
5
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Het topsportbeleid van Den Haag richt zich op vier pijlers: Pijler
Doel
Topsporters
Het vraaggericht ondersteunen van de individuele (aankomende) topsporters
Topsportorganisaties
Het vraaggericht ondersteunen van erkende topsportverenigingen en Nationale en Regionale trainingscentra
Topsportevenementen
Het verwerven en organiseren van (inter-)nationale topsportevenementen
Topsportaccommodaties
Het plannen, aanleggen, inrichten en exploiteren van voor topsport geschikte trainings- en wedstrijdaccommodaties
Organisatie Om deze doelen te realiseren werkt de beleidsorganisatie van de gemeente Den Haag nauw samen met tal van partijen: topsporters, topsportorganisaties (nationaal, regionaal en lokaal), onderwijsinstellingen, bedrijfsleven evenementorganisatoren en in G-5 verband met andere grote gemeenten, NOC*NSF en het ministerie van VWS. Den Haag Topsport (DHT), ondergebracht bij de Stichting Den Haag Marketing (DHM), is verantwoordelijk voor de uitvoering van het topsportbeleid en heeft daarmee een spilfunctie in de Haagse topsport. Door het onderbrengen van DHT bij de stichting DHM is de topsportontwikkeling zichtbaar buiten de gemeente geplaatst. Daarmee wordt duidelijk gemarkeerd dat topsport geen solitaire verantwoordelijkheid van de overheid is, maar een gezamenlijk doel en inspanning van topsporter, topsportorganisatie, bedrijfsleven, lokale en nationale overheid. Middels deze constructie is het bovendien eenvoudiger flexibel maatwerk te leveren en om publieke en private middelen te verwerven en gezamenlijk in te zetten ter ondersteuning van topsport in de stad. Vanuit de gemeente (OCW Sport) zijn de verantwoordelijkheden van DHT geformuleerd en vastgelegd in de opdrachtverlening aan DHM. De belangrijkste verantwoordelijkheden van DHT zijn gericht op het creëren van een ambitieus Haags topsportklimaat langs de vier genoemde pijlers. De gezamenlijke inspanningen van gemeente Den Haag en Den Haag Topsport zijn in zijn algemeenheid gericht op een combinatie van de volgende drie rollen en functies:
Faciliteren en ondersteunen: bijvoorbeeld in de totstandkoming van accommodaties en in de versterking en begeleiding van topsportverenigingen en individuele topsporters.
Agenderen en stimuleren: bijvoorbeeld door middel van subsidievoorwaarden evenementenorganisatoren expliciet laten nadenken over mogelijkheden om maatschappelijke spin-off te genereren; samenwerking stimuleren door partijen met elkaar in contact te brengen.
Initiëren en regisseren: bijvoorbeeld de acquisitie van evenementen, het verkennen van mogelijkheden tot samenwerking met sportbonden, het initiëren van de verbinding tussen topen breedtesport en het uitzetten van haalbaarheids- en evaluatieonderzoek.
6
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Financiën Met het plan van aanpak topsport heeft de gemeente jarenlang extra incidentele middelen (€ 1,1 mln.) beschikbaar gesteld om te werken aan de doelstelling: “Den Haag: topsportstad aan zee”. Naast de jaarlijks structurele 0,6 mln. Euro is er 1,1 mln. Euro per jaar beschikbaar (geweest) dat als volgt is ingezet:
0.85 mln. Euro voor topsporters, topsportverenigingen en sportbonden;
0,85 mln. Euro voor terugkerende topsportevenementen.
Aanvullend is in 2008 een Olympisch Fonds ingericht voor het kunnen verwerven en organiseren van eenmalige grootschalige sportevenementen.
1.3
Methodische opzet De opzet van het evaluatieonderzoek laat zich het best omschrijven als een vorm van gestructureerde reflectie. Directe beleidsbetrokkenen van de gemeente Den Haag en Den Haag Topsport zijn systematisch bevraagd over het gevoerde topsportbeleid en de verschillende acties en projecten. Bij het beantwoorden baseerden zij zich waar nodig en relevant op beschikbare documentatie (evaluatierapporten van projecten en evenementen, verantwoordingsdocumenten enz.). Deze informatie van de directe beleidsbetrokkenen vormde de ruwe input voor de evaluatie. Het was vervolgens aan DSP-groep om deze ruwe input te bundelen, te stroomlijnen, te verbinden en te interpreteren. De opzet sluit aan bij de wijze waarop de sportnota ‘Den Haag naar Olympisch niveau 2011-2014’ is opgebouwd. Ook deze nota kent namelijk een zeer systematische opzet. De nota bevat een aantal helder omschreven ambities op outcome-niveau. Elke ambitie is vervolgens in de nota uitgewerkt in verschillende concrete actiepunten, die zijn op te vatten als beleidsdoelstellingen op output-niveau. Deze actiepunten of doelstellingen dienen bij te dragen aan de bredere maatschappelijke effecten c.q. ambities. Bijvoorbeeld:
Verwerven en faciliteren van aansprekende topsportevenementen Stadspromotie d.m.v. sport
Organisatie van activiteiten om evenementen meer uitstraling te geven Creëren van media-aandacht voor Den Haag als sportieve stad aan zee
Per actiepunt c.q. beleidsdoel is in kaart gebracht welke middelen zijn ingezet (input), welke inspanningen - diensten en producten - hiervoor zijn geleverd (throughput) en wat voor concrete resultaten deze inspanningen hebben opgeleverd (output). Daarnaast is nagegaan of maatschappelijke effecten zijn opgetreden (outcome), of beter: in hoeverre dergelijke effecten aannemelijk zijn te maken.
7
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
In het verlengde hiervan zijn de directe beleidsbetrokkenen van de gemeente Den Haag en Den Haag Topsport per ambitie en per actiepunt/beleidsdoel bevraagd op de volgende aspecten: Per ambitie
Hoe staat het ervoor met deze ambitie?
Welke indicatoren zijn hiervoor? (onderbouwing, bewijskracht)
Wat heeft vooral bijgedragen aan deze ambitie?(sterke punten, succesfactoren)
Wat had, achteraf, beter gekund? (verbeterpunten)
Hoe nu verder? Leerpunten en/of advies voor vervolg
Per actiepunt/beleidsdoel
1.4
In hoeverre is dit actiepunt/doel gerealiseerd? Wat zijn de concrete resultaten?
Waar blijkt dat uit? (onderbouwing, bewijskracht)
Was de inzet van middelen (geld en menskracht) zoals beoogd? Zo nee: waarom niet?
Wat had, achteraf, beter gekund? (verbeterpunten)
Hoe nu verder? (leerpunten en/of advies voor vervolg)
Leeswijzer Hoofdstuk 2 tot en met 5 bieden een terugblik op de vier ambities uit de sportnota. Hoofdstuk 2 gaat in op Talentvol Den Haag, oftewel de versterking van een cultuur van willen presteren en kunnen excelleren. In hoofdstuk 3 staan we stil bij de vraag of en zo ja hoe er meer samenhang is gekomen tussen top- en breedtesport (Sportief Den Haag). Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de ontwikkelingen op het gebied van topsportvoorzieningen en –accommodaties (Bouwen aan sportief Den Haag). Hoofdstuk 5, getiteld Den Haag in beeld, maakt tenslotte duidelijk in hoeverre het gelukt is om Den Haag door middel van topsport meer op de kaart te zetten en economische spinoff te genereren. Per ambitie/hoofdstuk wordt op hoofdlijnen beschreven welke inspanningen zijn geleverd, hoe dit is verlopen, wat het heeft opgeleverd en wat dit betekent met het oog op de nieuwe beleidsperiode. Ten behoeve van de leesbaarheid en het overzicht beperken we ons tot de belangrijkste resultaten, inzichten en leerpunten. Ook zijn verschillende elementen, die in de oorspronkelijke sportnota nog los van elkaar aan bod kwamen, in deze evaluatie geclusterd. Het rapport sluit af met een hoofdstuk ‘Samenvatting, conclusies en aanbevelingen’, waarin we antwoord geven op de in 1.1 geformuleerde onderzoeksvragen. Dit hoofdstuk schetst tevens het totaalbeeld en is daarmee op te vatten als samenvatting.
8
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
2 Talentvol Den Haag: ontwikkeling van een cultuur van presteren en excelleren Een stad die wil toegroeien naar Olympisch niveau moet sport ‘ademen’. Aandacht voor talentherkenning, talentontwikkeling en het faciliteren van topsporters is dan noodzakelijk. Talenten en topsporters moeten in de gelegenheid worden gesteld hun talenten maximaal te ontplooien. Zij moeten omringd worden door de beste coaches en de beste begeleidingsteams. Zij moeten gebruik kunnen maken van voortreffelijke accommodaties en de nieuwste wetenschappelijke innovaties op het gebied van hun sport. Voor jonge (aankomende en gearriveerde) topsporters is het tot slot belangrijk dat zij hun opleiding kunnen combineren met de trainingstijden van topsport. Uit: Den Haag naar Olympisch Niveau. Sportnota gemeente Den Haag 2011-2014 (p.11).
Talentvol Den Haag is vertaald in de volgende ambitie: Den Haag heeft in 2014 een cultuur van willen presteren en kunnen excelleren.
2.1
Beleidsfocus Talentvol Den Haag Vanuit genoemde ambitie is de afgelopen vier jaar ingezet op twaalf actiepunten, die zich laten verdelen over vier hoofdonderdelen: 1
Toewerken naar een CTO-waardige topsportstructuur in de regio Haaglanden, met drie Nationale Trainingscentra (NTC’s) en acht sterke, financieel zelfstandig Regionale Trainingscentra (RTC’s).
2
Ontwikkelen van een doorlopende leerlijn van sportopleidingen, stimuleren van sportinnovatie en verbeteren van de combinatie topsport en studie.
3
Vraaggericht ondersteunen van topsportverenigingen.
4
Individueel ondersteunen en begeleiden van Haagse topsporters en talenten in samenwerking met regio Haaglanden en Rotterdam.
Door ruimte te bieden aan prestaties, talent en innovatie wil Den Haag zich profileren als ‘Sportstad aan zee’. Dat past bij de stad en bij haar statuur. Stip aan de horizon vormt een CTO in Den Haag in 2016. CTO staat voor Centrum voor Topsport en Onderwijs. Dit betreft een nationaal voorgestane topsportstructuur waar topsporters en talenten op het gebied van sporten, wonen, werken en onderwijs volledig gefaciliteerd worden. Den Haag wil met haar NTC’s en RTC’s aan de criteria voldoen als NOC*NSF zich eind 2016 weer buigt over de CTO-nominaties. Ook topsporters en topsportverenigingen vormen een belangrijk uithangbord voor de stad. Om die reden wil Den Haag topsportverenigingen en individuele topsporters en talenten faciliteren om optimaal te presteren door op maat te kijken waar gerichte ondersteuning het verschil kan maken. Voor talenten gaat het om ondersteuning op sportmedisch, -organisatorisch, maatschappelijk en financieel gebied. De ondersteuning van de topsportverenigingen richt zich op onderdelen als organisatie, exposure en financiën, met een sterke focus op de versterking van het technisch kader en de jeugdopleiding.
9
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
2.2
Wat is op deze terreinen bereikt? Den Haag heeft de afgelopen vier jaar fors aan de weg getimmerd om de Haagse cultuur van willen presteren en kunnen excelleren te verbeteren, zoals blijkt uit onderstaande opsomming van resultaten en prestaties. Ook komen enkele knelpunten aan bod.
Ad 1 Toewerken naar een CTO-waardige topsportstructuur met sterke NTC’s en RTC’s Met de NTC’s Beachvolleybal en Zeilen heeft Den Haag twee kwalitatief goede trainingscentra stevig in huis. Hieraan liggen positief geëvalueerde samenwerkingsovereenkomsten met de Nederlandse Volleybal Bond (2012-2016) resp. het Watersportverbond (2013-2016) ten grondslag. Beide NTC’s zorgen ervoor dat circa 60 sporters/trainers wonen, sporten, werken en studeren in Den Haag. Met elkaar zijn zij de afgelopen jaren goed voor tal van aansprekende internationale successen, waaronder 3 WK-titels, 1 EK-titel en een Olympische medaille. Den Haag faciliteert tevens de structurele huisvesting van NTC-topsporters in twee ‘Huizen van de topsport’. Inmiddels worden de kosten hiervan gedragen door de NTC-bonden. Om verder toe te groeien naar een CTO-status zijn – in samenwerking met de desbetreffende sportbonden – negen RTC’s ondersteund en verder geprofessionaliseerd. Het gaat hier om badminton, beachvolleybal, golfsurfen, handbal, honkbal, rugby, schaatsen, voetbal en wielrennen. Daarnaast zijn nog eens vier RTC’s in oprichting, te weten: korfbal, taekwondo, turnen en zwemmen. Alle RTC’s zijn of worden naar verwachting op korte termijn geaccrediteerd door NOC*NSF. Punt van aandacht is en blijft de financiële kwetsbaarheid van de RTC’s. Op termijn kan dat ten koste gaan van de professionaliteit en duurzaamheid van de RTC’s. Streep door de rekening was de keuze van de KNVB (voetbalbond) in 2013 om te stoppen met beachsoccer. Dit was het gevolg van beleidskeuzes die noodzakelijk waren gezien de financiële problemen binnen de KNVB. Hierdoor mist Nederland de aansluiting met de internationale beachsoccer ontwikkeling en is de kans op een NTC beachsoccer in Den Haag op een laag pitje komen te staan. Ad 2 Ontwikkelen van een doorlopende leerlijn van sportopleidingen, stimuleren van sportinnovatie en verbeteren van de combinatie topsport en studie Den Haag wil topsport bij onderwijsinstellingen mogelijk maken. Dat is en wordt gefaciliteerd door op onderwijsinstellingen in vrijwel de gehele onderwijskolom een topsportcoördinator aan te stellen en zes keer per jaar gezamenlijk uit te wisselen en af te stemmen. Tevens liggen er afspraken met de onderwijsinstellingen om (top)sport in Den Haag te promoten. De afspraken zijn vastgelegd in een topsportconvenant. De convenanten met het Segbroek College, ROC Mondriaan en de Haagse Hogeschool zijn gecontinueerd en sinds kort is ook de TU Delft aangesloten. In samenwerking met de Haagse Hogeschool, TU Delft, VU Amsterdam, het Watersportverbond, NOC*NSF en Innosport is het Innosportlab Zeilen gerealiseerd, dat het topzeilen ondersteunt door innovaties op gebieden als zeilkleding, zeilsimulator en team performance monitor. Daarmee heeft Den Haag zich nadrukkelijk op de kaart gezet als topsport(zeil)stad aan zee. Het huisvesten van een innosportlab is primair een aangelegenheid van de sportbond, waarbij de sport zich er voor moet lenen om ook daadwerkelijk een sportlab in te richten.
10
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Ad 3 Vraaggericht ondersteunen van topsportverenigingen Om versnippering tegen te gaan en de kwaliteit te verhogen is in 2012 de keuze gemaakt om meer focus aan te brengen en twaalf in plaats van de oorspronkelijk beoogde twintig topsportverenigingen meer en gerichtere ondersteuning te bieden. Dit betreffen: ADO Den Haag vrouwen (voetbal), ADO Lakers (honkbal), Beach Team The Hague (beachvolleybal), DKC (badminton), Haag Atletiek (atletiek), HDM (hockey), Hellas (handbal), HGC (hockey), HRC (rugby), Koryo (taekwondo), Lu Gia Yen (judo) en Racing Club (zwemmen). Met elk van deze 12 verenigingen zijn overeenkomsten getekend, waarin ondersteuning van faciliteiten (versterking/professionalisering van jeugdopleidingen, medische begeleiding, trainingsmethoden) is vastgelegd. Als tegenprestatie gebruiken de topsportverenigingen DHT-communicatieuitingen om op die manier de zichtbaarheid van topsport in de stad te vergroten. Punt van aandacht is het herijken van het instrument (quick-scan) voor een dynamische selectie van topsportverenigingen. Ook op nationaal niveau wordt gezocht naar duidelijke en hardere criteria waar topsportorganisaties aan moeten voldoen. Dit kan eraan bijdragen dat reeds geselecteerde verenigingen scherp worden gehouden en andere verenigingen worden gestimuleerd om extra stappen te maken. Ad 4 Individueel ondersteunen en begeleiden topsporters en talenten in regio Haaglanden Naast het continueren van de algemene individuele ondersteuning en begeleiding van Haagse (talentvolle) sporters in de regio Haaglanden in samenwerking met NOC*NSF bevatte de sportnota 2011-2014 nog een tweede, meer specifiek actiepunt gericht op ondersteuning van topsporters en talenten. Het plan was destijds om de zogeheten Haags Goud Selectie, die zich richtte op de koppeling van jonge aankomende topsporters aan ervaren mentoren (ex-topsporters), te continueren en uit te breiden. In 2012 is echter besloten hiermee te stoppen: zowel talenten als mentoren ervoeren onvoldoende meerwaarde, doordat kennisuitputting optrad. In plaats van de Haags Goud Selectie is de afgelopen jaren een heel nieuw regionaal faciliteitennetwerk ontwikkeld met paramedische, maatschappelijke en onderwijspartners en suppliers, die allen voldoen aan de door NOC*NSF gestelde criteria en waar de Haagse topsporters gebruik van kunnen maken. Om hen wegwijs te maken binnen dit faciliteitennetwerk is met alle 269 officieel erkende topsporters (A, B, HP, IT en NT) contact geweest in de vorm van intakegesprekken en sportersbijeenkomsten. Positief is dat topsporters volop gebruik maken van het netwerk en specialisten in de rij staan om lid van het netwerk te worden. Punt van aandacht is het benutten van de A- en B-statussporters als uithangbord; doordat alle aandacht uitging naar de opbouw van het netwerk kwam dit nog onvoldoende uit de verf. Voorts is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen Regionale Topsport Organisatie Metropool (Rotterdam Topsport en Den Haag Topsport) en NOC*NSF met als doel intensieve samenwerking op het gebied van talentontwikkeling. Het doel was verder om ook binnen de regio Haaglanden te komen tot duurzame samenwerking en ondersteuning op het gebied van topsport, maar uiteindelijk kochten alleen de regiogemeenten Delft, Westland en Zoetermeer topsportondersteuning in bij Den Haag Topsport. Binnen kleinere Haaglanden gemeenten blijkt het draagvlak voor topsportondersteuning beperkt.
11
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
2.3
Talentvol Den Haag: conclusie en uitdagingen De afgelopen beleidsperiode is het topsportklimaat in Den Haag – met een cultuur van willen presteren en kunnen excelleren – sterk verbeterd. Begin 2015 beschikt Den Haag over twee aansprekende Nationale Trainingscentra (beachvolleybal en zeilen), dertien Regionale Trainingscentra en twaalf sterke topsportverenigingen. Nu gaat het erom die cultuur nog verder te versterken. In de kern vraagt dat om voortzetting en uitbouw van de ingezette koers; een koers, die zich met name richt op verdergaande professionalisering van de NTC’s, RTC’s, topsportverenigingen en individuele topsporters; als onderdeel van de Regionale Topsport Organisatie Metropool en met een prominente plek voor het Zuiderpark, de sportcampus die naar verwachting najaar 2016 in gebruik wordt genomen. We sluiten af met een aantal specifieke uitdagingen voor het verder versterken van de cultuur van willen presteren en kunnen excelleren:
Verder verankeren en uitrollen van beachvolleybal en zeilen in Den Haag, met specifieke aandacht voor verbinding met en stimulering van breedtesport.
Het wegvallen van beachsoccer als topsport werpt de vraag op welke andere beachsporten naast beachvolleybal het concept rond het beachstadion verder kunnen versterken.
Indien er sprake is van uitbreiding van het aantal RTC’s zal er meer behoefte zijn aan meer structurele huisvesting van topsporters. Mogelijkheden hiervoor moeten worden gezocht door meer coöperaties en leegstandsbeheerbedrijven te interesseren.
Continueren van de aandacht voor sportinnovatie in aanloop naar de ingebruikname van Sportcampus Zuiderpark en in samenwerking met de Haagse Hogeschool, Universiteit van Amsterdam en TU Delft.
Aansluiten op landelijke ontwikkelingen en nader concretiseren van doelen en taken van de onderwijsinstellingen waarmee een topsportconvenant is afgesloten. Tevens InHolland Den Haag en mogelijk een basisschool als topsportpartner toevoegen.
Behoud en uitbreiding van het ontwikkelde faciliteitennetwerk ter ondersteuning van individuele topsporters en topsporttalenten.
Gerichte, kortdurende inzet van ex topsporters om – in aansluiting op mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften – hun kennis en ervaring over te brengen op topsporttalenten.
Aanstelling van een kwartiermaker, die de kansen voor een CTO Metropool Den HaagRotterdam in kaart brengt en de samenwerking van Regionale Topsport Organisatie Metropool met Rotterdam, Alphen, Leiden en Dordrecht op gebied van talentontwikkeling en topsportondersteuning entameert. Analoog aan de CTO-werkwijze zijn er kansen om met de omliggende gemeenten separate ondersteuningsafspraken te maken.
12
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
3 Sportief Den Haag: samenhang tussen top- en breedtesport Door sport voelen mensen zich mentaal en fysiek gezonder. Daarnaast levert sport sociale contacten op. Maar het belangrijkste is dat sport leuk is om te doen. Plezier is dé voorwaarde voor structurele en duurzame sportdeelname. De gemeente Den Haag wil er dan ook voor zorgen dat zoveel mogelijk Hagenaars plezier in de sport vinden en houden, zodat ze mee gaan en blijven doen aan sport. Met voldoende regelmaat en een leven lang, als het even kan. Uit: Den Haag naar Olympisch Niveau. Sportnota gemeente Den Haag 2011-2014 (p.17).
Sportief Den Haag is vertaald in de volgende ambitie: Versterken van de samenhang tussen top- en breedtesport; met topsport een bijdrage leveren aan het vergroten van sportdeelname en sportverenigingslidmaatschap onder Hagenaars.
3.1
Beleidsfocus Sportief Den Haag Uiteindelijk doel van de ambitie Sportief Den Haag is dat zoveel mogelijk Hagenaars worden gestimuleerd om te gaan en blijven sporten en bewegen. Daartoe hanteerde de gemeente Den Haag een levensloopbenadering: door rekening te houden met specifieke wensen, behoeften, mogelijkheden en drempels van verschillende leeftijdsgroepen en hier nauw op aan te sluiten wordt de kans op structurele sportdeelname en langdurig verenigingslidmaatschap aanzienlijk vergroot. Het zal duidelijk zijn dat deze ambitie in de eerste plaats ligt op het terrein van de breedtesport en sportstimulering. Maar ook het topsportbeleid kan haar steentje bijdragen aan deze ambitie. In dat kader is de afgelopen jaren gezocht naar mogelijkheden om de breedtesport meer te laten profiteren van en mee te laten liften op de inspiratie die uitgaat van topsporters, topsportevenementen en topsportverenigingen in Den Haag. Dit dus met als uiteindelijk doel dat ook ‘gewone’ Hagenaars meer gaan en blijven sporten.
3.2
Wat is op dit terrein bereikt? Vanaf 2013 wordt in Den Haag expliciet ingezet op het versterken van de samenhang tussen top- en breedtesport door in bestaande sportstimuleringsprogramma’s heel gericht aan te sluiten op de topsportevenementen in de stad. Binnen de gemeentelijke organisatie is hier tijdelijk 1 fte voor vrijgemaakt. Er zijn twee specifieke bijeenkomsten voor evenementenorganisatoren georganiseerd over het belang en de mogelijkheden van side-events rond topsportevenementen. Tevens wordt sinds die tijd de verbinding met breedtesport expliciet aan de orde gesteld in gesprekken met evenementenorganisatoren. Een belangrijke actie in dit verband was het in kaart brengen van alle side-events en breedtesportactiviteiten, die worden georganiseerd rond bestaande topsportevenementen. Er bleek sprake van een groot aanbod aan side-events en –activiteiten: elk topsportevenement kent
13
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
minimaal twee side-events. Op basis van deze informatie is ervoor gekozen om in 2013 en 2014 specifiek in te zetten op het verbinden van de breedtesport met het WK hockey, de Grandslam beachvolleybal en de Challenge Cup Kunstrijden. Vooral in aanloop naar en tijdens het WK hockey zijn er in de stadsdelen en wijken talloze side events georganiseerd voor jeugdigen (via scholen), maar ook voor volwassenen, senioren en gehandicapten. Doordat een nulmeting ontbreekt en niet structureel is gemonitord is niet goed te bepalen wat de specifieke bijdrage is geweest van de topsport op het gebied van verenigingslidmaatschap en andere sportstimuleringsdoelen, maar wel duidelijk is dat een groot 1
aantal Hagenaars hierdoor in aanraking is gekomen met hockey en ook andere sporten. Het streethockey-toernooi was zo succesvol dat de hockeybond (KNHB) heeft laten weten hiervan een landelijke activiteit te maken. De KNHB heeft hiervoor een intentieverklaring getekend met de Richard Krajicek Foundation en de Cruyff Foundation. Ook de 22 betrokken scholen waren zeer positief en hebben aangegeven in een vervolg competitie te willen blijven deelnemen. Een greep uit de andere activiteiten, die vanuit topsport zijn geïnitieerd ten behoeve van de breedtesport:
De samenwerking tussen de Nevobo, beachstadion-exploitant en Stichting Haagse Beachvolleybal School heeft ervoor gezorgd dat er op doordeweekse dagen permanent kan worden gebeachvolleybald op het sportstrand door de aanleg van 12 beachvolleybal velden, waarvan er 6 permanent aanwezig zijn. Dat heeft ertoe geleid dat het aantal geregistreerde leden bij de Stichting Haagse Beachvolleybal School is toegenomen van 75 in 2012 naar 280 in 2014.
Door de inzet van de Johan Cruyff Foundation, Richard Kraijeck Foundation, Ties Kruize etc. zijn er in Den Haag in totaal 31 streetsportlocaties (15 playgrounds, 12 Krajicek playgrounds en 4 Cruijff courts) en 20 scholen met een ingericht ‘schoolplein 14’.
In 2014 vonden op de playgrounds negen grootschalige evenementen plaats, zoals de Danone Nations Cup, Cruyff Courts Kampioenen, ABN Amro Young Talents Trophy en natuurlijk het streethockey toernooi tijdens het WK Hockey.
Naast de laagdrempelige streetsportactiviteiten rond het WK Hockey worden wekelijks circa 300 uur streetsportactiviteiten georganiseerd in de sporten basketbal, tennis, hockey en skaten. Voetbal is verreweg de meest aangeboden sport op de pleintjes.
Om haar verbondenheid met de stad tot uiting te brengen heeft BVO ADO Den Haag de stichting ADO in de Maatschappij opgericht. Hiermee ondersteunt ADO maatschappelijke organisaties bij het realiseren van doelen op het gebied van gezondheidsbevordering, participatie en educatie in de regio Haaglanden. Zo is ADO betrokken bij clinics, playgroundactiviteiten en ziekenhuisbezoeken. Ook het project De Held, waarbij ADO-spelers op scholen gastlessen verzorgen over onderwerpen als pesten, racisme en zinloos geweld, is een succes.
Noot 1 Enkele voorbeelden van de side events rondom het WK Hockey: voor de jeugd richtten de activiteiten zich vooral op scholen, die konden kiezen uit een breed activiteitenpakket, zoals: WK Hockey lessenreeks (bereik: 1.000 leerlingen), Schoolhockeytoernooien (1.100), Rolstoelhockey (1.300), Stockey’s World Tour (1.200), Streethockey (van 5 naar 16 playgrounds, eindtoernooi met 150 deelnemers). Voor volwassenen waren er onder meer het Ambassadetoernooi (750 deelnemers), het World Beach Hockey Festival (200) en 5 a side bedrijfshockey (150). Senioren (55+) deden massaal mee aan World Grand Masters (60 internationale teams, 1.000 deelnemers) en het Fithockeytoernooi (100 deelnemers). Voor gehandicapten (VG, LVG en LG) was er de Landelijke Dirk Kuyt Foundation hockeydag (>600 deelnemers). Tenslotte hebben sportstudenten van ROC Mondriaan gastcolleges gegeven in Greenfields (1200 studenten) en hockeyclinics georganiseerd in wijken (500 studenten).
14
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
De samenhang tussen top- en breedtesport concentreert zich rond de zeven speerpuntensporten (zie 1.2). Er wordt gezocht naar een achtste speerpuntsport, die past bij de demografisch veranderende bevolking in Den Haag. Door studenten (Vrijetijdsmanagement van Hogeschool Rotterdam) is onderzoek gedaan naar een nieuwe speerpuntsport, die vooral allochtone kinderen kan stimuleren tot sportdeelname. Op basis van gesprekken met sportbonden, verenigingen, combinatiefunctionarissen en verenigingsondersteuners werd geconcludeerd dat verdedigingssporten, basketbal en zwemmen een goede toevoeging kunnen zijn. Een financiële en topsport gerelateerde haalbaarheidsanalyse ontbreekt echter vooralsnog.
3.3
Sportief Den Haag: conclusie en uitdagingen De afgelopen jaren is een goede start gemaakt met het benutten van topsport voor sportstimuleringsdoelen: in bestaande sportstimuleringsprogramma’s wordt nu heel gericht aangesloten op de topsportevenementen in de stad. Dat heeft vooral gezorgd voor bewustwording: op brede schaal is er inmiddels overtuiging dat dit de positie van Den Haag als sportstad kan versterken en dat topsport mensen kan inspireren en stimuleren. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Niet alleen kunnen side-events mensen aanzetten om – geïnspireerd door de topsport – zelf ook te gaan sporten in hun eigen omgeving. Maar ook zorgen dergelijke side-events voor meer zichtbaarheid van en betrokkenheid van inwoners bij topsportevenementen. De komende jaren dient deze ambitie derhalve te worden gecontinueerd en uitgebouwd. Daarbij gaat het er vooral om de opgedane ervaringen te gebruiken om een plan op te stellen, dat duidelijk maakt op welke manier de verbinding topsport met breedtesport in de toekomst meer structureel vorm kan krijgen: een beweging dus van incidentele ondersteuning naar een zelfstandige plek voor dit thema in de organisatie. Het is de uitdaging om ook topsportverenigingen, topsporters en NTC’s hier een duidelijke rol in te geven en daar heldere afspraken over te maken.
15
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
4 Bouwen aan sportief Den Haag: verbeteren van topsportvoorzieningen Een stad van Olympisch niveau vraagt om voldoende en goede sportaccommodaties en voorzieningen. Iedereen moet er terecht kunnen: van topsporter tot recreatieve sporter. Zowel op het gebied van topsport als op het gebied van breedtesport wil Den Haag planmatig verder bouwen aan een bij de derde stad van Nederland passende sportinfrastructuur. Uit: Den Haag naar Olympisch Niveau. Sportnota gemeente Den Haag 2011-2014 (p.31).
Bouwen aan sportief Den Haag is vertaald in de volgende ambitie: Den Haag heeft in 2014 voldoende, goede, bereikbare en toegankelijke topsportvoorzieningen, die voor elk wat wils bieden. Op termijn wordt gestreefd naar een aansprekende wedstrijdaccommodatie én trainingslocatie als icoon voor elk van de Haagse speerpuntensporten.
4.1
Beleidsfocus Bouwen aan sportief Den Haag In lijn met genoemde ambitie wilde Den Haag de afgelopen vier jaar gestaag verder bouwen aan een bij de derde stad van Nederland passende topsportinfrastructuur. Daartoe moesten nieuwe (multifunctionele) topsportvoorzieningen worden ontwikkeld en bestaande worden geoptimaliseerd, al dan niet in regionale samenwerking. In aansluiting op acute knelpunten en op de (beoogde) status van Den Haag als sportstad aan zee en tophockeystad lagen de belangrijkste streefdoelen op de volgende vlakken: 1
Ontwikkeling van Sportcampus Zuiderpark met een hoogwaardige trainingslocatie voor beachsporten, turnen, zaalsporten en ADO Den Haag en een evenementenlocatie voor zaalsporten.
2
Onderzoek naar de haalbaarheid van een permanent hockeystadion, een internationaal zeilwedstrijdwaardige haven en een permanent beachstadion.
4.2
Wat is op deze terreinen bereikt? In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat Den Haag de afgelopen vier jaar – ondanks een periode van economische recessie – planmatig heeft doorgewerkt aan verbetering van de topsportvoorzieningen en vrijwel alle streefdoelen (en meer!) heeft behaald. De topsportaccommodaties voor de speerpuntsporten beachvolleybal, zeilen, voetbal, hockey, schaatsen, hardlopen en tennis zijn gereed of in ontwikkeling. Twee van de drie geplande haalbaarheidsonderzoeken zijn uitgevoerd; één onderzoek is nog gaande. Mede naar aanleiding van het haalbaarheidsonderzoek naar een internationaal zeilwedstrijdwaardige haven investeert een particuliere projectontwikkelaar nu in de realisatie van een topzeilcentrum te Scheveningen, dat volgens planning in 2016 wordt opgeleverd. De meer specifieke resultaten en prestaties met betrekking tot de ambitie Bouwen aan sportief Den Haag volgen hierna.
16
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Ad 1 Ontwikkeling van Sportcampus Zuiderpark Dankzij de inspanningen van de Haagse Hogeschool en de extra investeringen van de gemeente kon het ambitieuze project rond de ontwikkeling van Sportcampus Zuiderpark, ondanks het wegvallen van Vestia als investeerder, met enige vertraging toch doorgang vinden. De fasen van Programma van Eisen, Voorlopig Ontwerp, Definitief Ontwerp, Bestek, Aanbestedingsverzoek en (concept) Gunning zijn inmiddels succesvol doorlopen. Naar verwachting komt de Sportcampus – met onder meer onderwijsruimten, een dubbele breedtesporthal, een topsporthal, een turnhal, een beachhal, een danszaal en vier moderne gymzalen – najaar 2016 beschikbaar. Onderdeel van de Sportcampus zijn de trainingsvelden voor ADO Den Haag. Deze komen in 2015 gereed. Ad 2 Haalbaarheidsonderzoeken beach- en hockeystadion en zeilwedstrijdwaardige haven Het haalbaarheidsonderzoek naar een internationale zeilwedstrijdwaardige haven is volgens planning uitgevoerd. Juni 2010 heeft Waterrecreatie Advies het adviesrapport opgeleverd. Het rapport geeft inzicht in behoeften en knelpunten en heeft input geleverd voor de discussie om in de Haven bedrijvigheid (vis), wonen en recreatie (watersport) als functies te combineren en de 3
e
haven te behouden voor watersport (grote zeilboten). In het verlengde hiervan wordt nu door een particuliere projectontwikkelaar een investering (ca. 4 mln. Euro) gedaan in een topzeilcentrum met kantoren, opslagruimte en loods. Het Watersportverbond zal een van de vaste gebruikers van het centrum worden. Verwachte oplevering: 2016. Bij de circa 30 (potentiële) gebruikers en de exploitant van het tijdelijke beachstadion is een inventariserend onderzoek gedaan naar de behoefte aan een permanent beachstadion. Hieruit blijkt dat er kansen liggen voor een nieuw stadion dat kleiner/intiemer is en een meer open karakter heeft dan het huidige stadion. Ook liggen er kansen in het gebied direct rondom het beachstadion, oftewel het sportstrand/beachcity. Indien in een nieuw concept van het beachstadion de faciliteiten toegespitst worden op alleen sport, dan is een permanent beachstadion overbodig. Wel kan er voor gekozen worden om bepaalde faciliteiten (zoals kleedruimte, ontvangstruimte) jaarrond aan te bieden. Zo ontstaat er een zomer- en wintervariant van beachcity. Een concrete uitwerking van de mogelijkheden in de toekomst en een financiële haalbaarheidsanalyse moet nog worden uitgevoerd. De planstudie naar een geschikte locatie voor een permanent hockeystadion is nog gaande. Het initiatief ligt bij de Haagse hockeyverenigingen HGC en HCKZ, die een conceptplan verder uitwerken op ruimtelijke en financiële haalbaarheid. Overige resultaten binnen de ambitie Bouwen aan sportief Den Haag Naast de vooraf geprioriteerde actiepunten, waar de afgelopen beleidsperiode op is ingezet (en die hierboven onder ad 1 en ad 2 zijn behandeld), heeft gemeente Den Haag tevens geïnvesteerd/gefaciliteerd in de realisatie van enkele andere (top)sportaccommodaties:
17
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Beachvolleybal: een tijdelijke indoor beachvolleyballocatie (Lindobeach), drie beachcourts voor 2
trainingen (bij een vereniging en bij twee scholen ) en vaste beachvolleybalvelden op het strand (trainingsaccommodatie in de zomer).
Turnen: een tijdelijke turnhal (sinds 2010).
Hockey: alle Haagse hockeyclubs hebben in de periode 2013-2014 minimaal één WK-waardig (water)veld gekregen. Tevens is in 2014 de indoor sporthal vernieuwd bij tophockeyvereniging HDM.
Zeilen: een zeilcentrum met kantoor-, studie- en bespreekruimten, douches en toiletten. Tevens is een verbrede slipway gerealiseerd om boten te water te laten.
4.3
Tennis: renovatie van de tennisvelden bij HLTC Leimonias.
Zwemmen: met het Hofbad beschikt Den Haag sinds 2012 over een 50-meter wedstrijdbad.
Bouwen aan sportief Den Haag: conclusie en uitdagingen De afgelopen beleidsperiode heeft Den Haag, ondanks dat het economische tij niet meezat, gestaag doorgewerkt aan de ambitie om te bouwen aan een stad met een aantal hoogwaardige topsportvoorzieningen. Voor elk van de speerpuntsporten beschikt Den Haag zonder meer over 3
goede accommodaties, die trainingen en wedstrijden op (inter)nationaal niveau toestaan. Met de komst van het toonaangevende Zuiderpark en het topzeilcentrum beschikt Den Haag vanaf 2016 bovendien over faciliteiten van internationale allure voor haar A-statussporten. Daarmee positioneert Den Haag zich nog sterker als sportstad aan zee en stelt zij zich nadrukkelijk kandidaat als thuishaven van de aan beach- en watersporten gelieerde nationale topsportorganisaties, talenten, topsporters, en nationale- en internationale topsportevenementen. De belangrijkste uitdaging voor de komende jaren is dan ook om het Zuiderpark, het topzeilcentrum en de andere topsportaccommodaties zo optimaal mogelijk te programmeren en te benutten. Daarnaast ligt er nog een aantal wensen, met name ten aanzien van de ontwikkeling van het sportstrand/Beachcity met faciliteiten voor surfen, fitness en beachsporten.
Noot 2 Waarvan één in voorbereiding: oplevering mei 2015. Noot 3 De belangrijkste nog niet genoemde accommodaties van speerpuntsporten zijn: De Uithof (schaatsen; particuliere eigenaar), Stadion ADO Den Haag (voetbal), Leimonias en HLTC Metselaars (tennis), Sparta en Haag Atletiek (lange afstandslopen).
18
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
5 Den Haag in beeld: stadspromotie en economische spin-off door sport Sportevenementen in de stad bieden een excellente mogelijkheid om stad en sport in beeld te brengen. Bij de inwoners van Den Haag, maar ook nationaal en zelfs internationaal. Sportevenementen dragen niet alleen bij aan de promotie van stad en sport, maar genereren ook grote economische spin-off. Topsportprestaties vormen bovendien een geliefd gespreksonderwerp en een belangrijke bron voor nationale en lokale trots. Topsport heeft kortom een enthousiasmerende en positieve uitwerking op jong en oud. Het spreekt tot de verbeelding en vormt een inspiratiebron voor velen. Uit: Den Haag naar Olympisch Niveau. Sportnota gemeente Den Haag 2011-2014 (p.37).
Den Haag in beeld is vertaald in de volgende ambities:
5.1
Topsport draagt bij aan de promotie van de stad Den Haag.
Topsport genereert grote economische spin-off.
Topsport vormt een belangrijke (inspiratie)bron voor nationale en lokale trots.
Beleidsfocus Den Haag in beeld Den Haag onderscheidt zich van andere steden door haar unieke ligging aan zee en strand en door haar status als internationale stad van Vrede en Recht. Den Haag wil deze unique selling points zoveel mogelijk benutten om genoemde drie ambities waar te maken. Dat betekent onder meer dat zij focust op sporten die bij de ligging passen: zeilen en beachsporten en dan met name het beachvolleybal. Maar ook de andere speerpuntsporten kunnen bijdragen aan de ambities. De afgelopen vier jaar is hier werk van gemaakt middels verschillende actiepunten, die zich laten verdelen over drie hoofdaspecten:
5.2
1
Positionering van Den Haag: verwerven van aansprekende (inter)nationale topsportevenementen.
2
Versterken van de marketing en communicatie rondom sportevenementen.
3
Stimuleren, onderzoeken en aantonen van maatschappelijke effecten.
Wat is op deze terreinen bereikt? Met een aantal aansprekende sportevenementen – met het WK Hockey als hoogtepunt – heeft Den Haag zich de afgelopen jaren nadrukkelijk op de kaart gezet, zowel nationaal als internationaal. Dat e
blijkt onder meer uit de 19 plek voor The Hague op de Sportscall Future Global Index: een wereldwijde ranglijst voor steden op het gebied van internationale evenementen in de periode 20092015. Ook in de nationale verkiezing van topsportgemeente van het jaar (www.topsportgemeente.nl) scoorde Den Haag steeds goed met een top 5 notering (met uitzondering van 2012, waarin Den e
Haag als 12 werd ingeschaald). Voor 2015 heeft Den Haag met het WK Beachvolleybal en de Volvo Ocean Race wederom twee aansprekende evenementen weten binnen te halen.
19
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Dat de sportevenementen in Den Haag tevens economische spin-off genereren is nu ook aangetoond: de 240.000 bezoekers aan het WK Hockey hebben Den Haag naar schatting 12,8 miljoen euro opgeleverd, zo blijkt uit onderzoek. Het gaat daarbij om directe bestedingen die zonder het evenement niet gedaan zouden zijn. Voorts maakt onderzoek van Blauw (2014), getiteld Trots op topsport in Den Haag, duidelijk dat topsportevenementen en -prestaties in de stad voor vier op de tien Hagenaars belangrijk zijn. Het is voor hen een geliefd gespreksonderwerp en ze ontlenen er een gevoel van trots aan. Hierna gaan we nader in op de specifieke resultaten en prestaties met betrekking tot de ambitie Den Haag in beeld. Ad 1 Positionering van Den Haag: verwerven van aansprekende topsportevenementen In de periode 2011-2014 is Den Haag gaststad geweest van een groot aantal aansprekende eenmalige en jaarlijks terugkerende topsportevenementen, te weten:
Beachsoccer:
Eredivisie, FIFA EK 2012, Euro Leage (EBSL), NK.
Beachvolleybal:
World Tour (jaarlijks), Grand Slam (2013), EK 2012, NK.
Hockey:
Interlands (2011), WK 2014.
Lange afstandslopen:
NK Halve Marathon (CPC; jaarlijks), Marathon (sinds 2013), Royal Ten the Hague, Laan van Meerdervoortloop.
Schaatsen:
EK Kunstrijden 2011, Challenge Cup Kunstrijden (jaarlijks).
Tennis:
Sport-I Open (jaarlijks).
Triathlon:
EK Cross 2012, WK Cross 2013.
Zeilen:
WK 470 (2010), European Kitesurf Tour (2012), WK Nacra (2013), North Sea Regatta (jaarlijks).
Ook alle traditionele jaarlijkse Haagse sportdagen – een goed middel om sport onder bewoners te promoten – hebben doorgang gehad: Haagse Rugbydagen, Haagse Beachsoccercup, Haagse Korfbaldagen en Haagse Handbaldagen. Voor 2015 is het gelukt het WK Beachvolleybal en de Volvo Ocean Race (zeilen) naar Den Haag te halen. De bids voor het EK Vrouwenvoetbal 2013, het WK Zeilen 2014 en WK Zeilen 2018 gingen verloren en werden toegewezen aan respectievelijke Zweden, Santander (Spanje) en Aarhus (Denemarken). De ISAF liet weten dat het bij WK Zeilen 2018 een ‘close call’ was: Aarhus kreeg uiteindelijk de voorkeur op basis van het voorgestelde organisatiemodel (privaat/publiek), de locatie (Scheveningen: sterke stroming voor kleine bootjes) en bestuurlijke betrokkenheid in de internationale bond (lobby, bestuurstaken). De afgelopen periode heeft Den Haag geparticipeerd in Holland Moves: een initiatief van VWS, NOC*NSF, NBTC en de G5 om Nederland internationaal als sportland te positioneren. Onder deze noemer neemt Nederland jaarlijks deel aan Sportaccord: een gerenommeerd internationaal sportcongres waar alle wereld sportbonden en -federaties vertegenwoordigd zijn. Dit biedt ook voor Den Haag goede netwerk- en lobbymogelijkheden. Hier worden bestaande contacten onderhouden en nieuwe contacten gelegd die kunnen leiden tot het verwerven van nieuwe evenementen. Een voorbeeld hiervan is het WK Cross Triathlon. Behalve als sportstad aan zee profileert Den Haag zich ook als internationale stad van Vrede en Recht. In dat kader is in 2010 een sportjuridische leerstoel ingesteld (i.s.m. Erasmus Universiteit en het Asserinstituut) en biedt Den Haag huisvesting aan Right to Play: een internationale organisatie
20
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
die de kracht van sport inzet als middel voor ontwikkeling en realisatie van maatschappelijke doelen in ontwikkelingslanden. Er zijn (nog) geen sportjuridische congressen georganiseerd, maar wel seminars voor juristen werkzaam in de sport bij het Asserinstituut. Tijdens het WK hockey zijn er bovendien verschillende andere congressen in de stad georganiseerd, waaronder een sportmedisch, een arbitrage- en een wethouders-/bestuurderscongres. Ad 2 Versterken van de marketing en communicatie rondom sportevenementen Sportevenementen bieden goede mogelijkheden voor promotie van de stad middels communicatie/PR en de organisatie van side-events. Zoals gezegd kenden vooral het WK Hockey en WK Beachvolleybal een uitgebreid side-events-programma voor verenigingen, scholen, bedrijven, stadsdelen, ambassades en politiek. Gemeente Den Haag, Den Haag Topsport, Den Haag Marketing, evenementenorganisatoren en sportbonden werkten nauw samen aan marketing en communicatie rond topsportevenementen om zowel sport als stad te versterken. Om in alle marketing en communicatie de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de Haagse topsport te vergroten ontwikkelde Den Haag Topsport een samenhangende communicatiestrategie: een eigen identiteit met bijbehorend logo en eigen communicatiemiddelen, zowel online (social media acties, mobile advertising enz.) als offline (posters en flyers, media-advertenties, trotters enz.). Onderzoek van Blauw (2014) maakt duidelijk dat het bereik van deze communicatie-uitingen groot is, dat de zichtbaarheid van de Haagse (top)sport is vergroot en dat veel Hagenaars zijn geënthousiasmeerd. Onder de noemer Gateway to the Games hebben hockey- en beachvolleybalteams uit meerdere landen (o.a. Oostenrijk, Spanje, Brazilië en China) voorafgaand aan de Olympische Spelen Londen 2012 in Den Haag getraind: een goede manier om Den Haag als sportstad aan zee met uitstekende topsportfaciliteiten te profileren. Ad 3 Stimuleren, onderzoeken en aantonen van maatschappelijke effecten Door de verbinding tussen sport en stad expliciet op te nemen als subsidievoorwaarde voor topsportevenementen is bijgedragen aan het vergroten van de betrokkenheid van burgers, sportverenigingen, scholen en bedrijfsleven. Tevens zijn evenementenorganisatoren ondersteund op dit thema, onder meer middels bijeenkomsten, de ontwikkelde Wegwijzer side events, individuele gesprekken en door hen in contact te brengen met relevante partners. De maatschappelijke doelen, die met de topsportevenementen worden beoogd, zijn over het algemeen echter niet concreet en daarmee vrijblijvend geformuleerd. Omdat ook van systematische monitoring doorgaans geen sprake is, is de bewijskracht voor maatschappelijke effecten veelal dun. Hierin staat Den Haag overigens niet alleen: ook op nationaal niveau staat het monitoren van maatschappelijke spin-off nog in de kinderschoenen. In dat licht bezien is het positief dat in Den Haag afgelopen jaar een start is gemaakt met het aantonen van maatschappelijke effecten. Zo heeft Den Haag onderzoek laten uitvoeren naar de maatschappelijke, sportieve en economische impact van het WK Hockey: de economische impact werd gecalculeerd op 12,8 miljoen euro netto. Ook trok het evenement en daarmee de stad Den Haag veel media-aandacht en was er sprake van een hoog bereik.
21
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
Onderzoek van Blauw (2014), getiteld Trots op topsportsport in Den Haag, maakt duidelijk dat de communicatie-uitingen rond topsport veel Hagenaars bereiken en dat 40 procent van de Hagenaars een gevoel van stadstrots ontleent aan topsportevenementen en –prestaties.
5.3
Den Haag in beeld: conclusie en uitdagingen Den Haag was afgelopen beleidsperiode gaststad van een aantal mooie sportevenementen, met het WK Hockey als absoluut hoogtepunt. Aansprekende topsportevenementen dragen bij aan het sportieve imago van Den Haag, zorgen voor binding en inspiratie en zijn door hun spin-off ook van grote economische waarde. In combinatie met een goed doordachte marketingstrategie kunnen dergelijke evenementen Den Haag zowel nationaal als internationaal op de kaart zetten, zo is de afgelopen jaren steeds duidelijker geworden. Het ligt derhalve voor de hand om topsport ook de komende jaren te blijven benutten als belangrijk vehikel voor bredere maatschappelijke doelen. Dit vraagt om een samenhangend programma van topsportevenementen, om een heldere communicatiestrategie waarin nauw en goed wordt samengewerkt met de verschillende betrokken partijen en om een explicietere inzet op en monitoring van maatschappelijke effecten. Vooral op dat laatste vlak liggen kansen: want uit 4
landelijk onderzoek blijkt dat de maatschappelijke waarde van sportevenementen vooral afhangt van de wijze waarop hierop wordt aangestuurd: hoe concreter hoe beter! We sluiten af met enkele specifieke uitdagingen, gericht op het beter benutten van de promotionele, economische en communicatieve waarde van topsport voor de stad Den Haag:
WK Beachvolleybal en Volvo Ocean Race in 2015 gebruiken om de positionering van The Hague als sportstad aan zee te verstevigen.
Voorsorteren op mogelijkheden om aansprekende en passende topsportevenementen (en eventueel ook sportjuridische congressen) naar Den Haag te halen.
In het kader van De kracht van sportevenementen – een samenwerkingsverband met 5 grote steden met NOC*NSF en VWS – liggen er kansen om draagvlak te creëren en meer aandacht te genereren voor de effecten van grote sportevenementen.
Noot 4 Zie onder meer: DSP-groep (2012). Meer halen uit sportevenementen. En: DSP-groep (2013). Checklist en handboek Maatschappelijke spin-off sportevenementen.
22
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
6 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen De centrale onderzoeksvraag werd in 1.1 als volgt geformuleerd: Hoe is de uitvoering van het topsportbeleid 2011-2014 verlopen, welke inspanningen en bijdragen zijn geleverd, wat is er feitelijk gerealiseerd van de ambities en doelstellingen en wat valt hieruit te leren met het oog op de volgende beleidsperiode? Hierna wordt deze centrale vraag beantwoord door in te gaan op de onderliggende deelvragen. Daarbij beperken we ons tot het totaalbeeld en de hoofdlijnen. Voor meer specifieke informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 2 tot en met 5, waarin de vier ambities afzonderlijk zijn behandeld.
1.
In hoeverre zijn de destijds geformuleerde actiepunten gerealiseerd c.q. de beoogde beleidsdoelen bereikt? Wat zijn de concrete resultaten? In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het topsportbeleid de afgelopen jaren voortvarend is opgepakt. In een periode waarin het economisch tij niet mee zat is het toch gelukt om goede stappen te zetten: veruit de meeste actiepunten zijn gerealiseerd. Met twee aansprekende Nationale Trainingscentra (NTC beachvolleybal en zeilen, waar circa 60 sporters wonen, trainen en studeren combineren), negen sterke Regionale Trainingscentra (RTC), de aanstelling van een sportcoördinator op scholen in de gehele onderwijskolom, professionele ondersteuning van twaalf topsportverenigingen, de realisatie van het Innosportlab Zeilen en de ontwikkeling van een nieuw faciliteitennetwerk, kan gesproken worden van een stimulerende cultuur voor topsporters en talenten actief in de Haagse speerpuntsporten. De verbinding van top- en breedtesport heeft vorm gekregen door in bestaande sportstimuleringsprogramma’s heel gericht aan te sluiten op de topsportevenementen in de stad. Met name rondom het WK hockey en nu in aanloop naar het WK beachvolleybal is een scala aan side events georganiseerd, waardoor een groot aantal Hagenaars met verschillende achtergronden in aanraking is gekomen met sport en bewegen. Ook op het gebied van topsportvoorzieningen is letterlijk en figuurlijk aan de weg getimmerd. Anno 2015 beschikt Den Haag voor alle zeven speerpuntsporten (zeilen, beachvolleybal, hockey, voetbal, schaatsen, tennis en lange afstandlopen) over volwaardige faciliteiten. Meest in het oog in de afgelopen periode springt de realisatie van het Hofbad in 2012. Daarnaast zijn er voorbereidingen getroffen voor de ontwikkeling van Sportcampus Zuiderpark en het topzeilcentrum in Scheveningen; de oplevering van beide toonaangevende accommodaties is gepland in 2016. Tenslotte heeft Den Haag zich de afgelopen jaren met een reeks van aansprekende topsportevenementen, de instelling van een sportjuridische leerstoel en de huisvesting van de internationale organisatie Right to Play nadrukkelijk op de kaart gezet, zowel lokaal, nationaal als
23
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
internationaal. Absoluut hoogtepunt was het WK Hockey in 2014. Niet alleen profiteerde Den Haag hier aantoonbaar in economisch opzicht van, ook zorgde het – mede dankzij een goed doordachte marketing- en communicatiestrategie – voor veel betrokkenheid en trots bij de Haagse bevolking. De bids voor het EK Vrouwenvoetbal (2013) en het WK Zeilen (2014 en 2018) gingen helaas verloren, maar daar staat tegenover dat Den Haag met het WK Beachvolleybal en de Volvo Ocean Race – beiden in 2015 – weer twee grote evenementen heeft weten binnen te halen.
2.
Welke middelen zijn hiervoor ingezet? Voor veruit de meeste actiepunten was de inzet van middelen (geld en menskracht) zoals beoogd. Tegenvaller was het wegvallen van Vestia als medefinancier van het megaproject Zuiderpark. Het belangrijkste was echter dat het project toch doorgang kon vinden dankzij inspanningen van de Haagse Hogeschool en hogere investeringen van de gemeente. Voorts bleek halverwege de periode extra geld en mankracht nodig te zijn voor de ontwikkeling van een aansprekende communicatiestrategie. Ook dit bleek een goede investering, want de nieuwe strategie was een belangrijke succesfactor voor het grote en positieve bereik van de communicatie-uitingen. Tenslotte is extra mankracht ingezet voor het versterken van de verbinding tussen top- en breedtesport. Hier is bewust 1 fte voor vrijgemaakt, wat heeft geleid tot een extra impuls op het vlak van side events en communicatie. Streep door de rekening was de keuze van de KNVB om te stoppen met beachsoccer. Hierdoor is de kans op een NTC beachsoccer in Den Haag op een laag pitje komen te staan en leverden de investeringen niet de gewenste return of investment op. Voorts kon niet de beoogde multiplier worden gecreëerd door in de ondersteuning van topsporters en talenten samen op te trekken met de regiogemeenten Haaglanden. Het draagvlak voor topsportondersteuning in deze gemeenten bleek onvoldoende aanwezig. Daar staat tegenover dat er, op gebied van talentontwikkeling en topsportondersteuning, nadrukkelijk samenwerking tot stand is gebracht tussen Regionale Topsport Organisatie Metropool met Rotterdam, Alphen, Leiden en Dordrecht.
3.
In hoeverre zijn er aanwijzingen dat het topsportbeleid daadwerkelijk heeft geleid tot (beoogde) veranderingen en ambities op het gebied van sport, economie en city-marketing? De bijdrage van (top)sport aan maatschappelijke effecten valt doorgaans moeilijk hard te maken, aangezien behalve de beleidsinspanningen altijd diverse andere variabelen en aspecten hierop inwerken. De afgelopen jaren is er op nationaal niveau geleidelijk meer oog gekomen voor het belang van het vooraf benoemen van heldere en concrete maatschappelijke prestatie-indicatoren en voor het systematisch monitoren daarvan. Alleen zo is het mogelijk om de maatschappelijke spin-off van inspanningen en investeringen op het gebied van topsport aannemelijk te maken. Den Haag geldt hierbij als een van de voorlopers. Zo heeft Den Haag afgelopen jaar een tweetal evaluatiestudies laten uitvoeren om maatschappelijke effecten in beeld te brengen: daarmee is aangetoond dat het WK Hockey een grote economische impact heeft gehad en dat veel Hagenaars een gevoel van trots en verbondenheid ontlenen aan topsportevenementen en –prestaties in hun
24
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep
stad. Door de verbinding tussen sport en stad expliciet op te nemen als subsidievoorwaarde voor topsportevenementen is bovendien bijgedragen aan het vergroten van de betrokkenheid van burgers, sportverenigingen, scholen en bedrijfsleven. Tevens zijn evenementenorganisatoren ondersteund op dit thema.
4.
Welke conclusies en aanbevelingen vallen hier uit af te leiden met het oog op het topsportbeleid in de toekomst (2015-2020)? Over het geheel genomen staat de topsport in Den Haag er goed voor. In die zin ligt het in de lijn om de ingezette koers de komende jaren vooral voort te zetten en verder uit te bouwen, met een aantal accenten:
Verdergaande professionalisering van NTC’s, RTC’s en topsportverenigingen als onderdeel van de metropoolregio en met een CTO als hoger doel om naartoe te werken.
Kritische analyse van de speerpuntsporten: welke passen (nog steeds) bij het profiel van Den Haag en bij de sportinteresses van de bevolking?
In samenspraak met partijen in de stad komen tot een optimale programmering van Sportcampus Zuiderpark: hoe kan dit icoon van de Haagse (top)sport bijdragen aan de CTO-ontwikkeling?
Voorsorteren op mogelijkheden om aansprekende en passende topsportevenementen (en eventueel ook sportjuridische congressen) naar Den Haag te halen.
Verbinden van top- en breedtesport door breedtesportactiviteiten en –programma’s te verbinden aan grote topsportevenementen, maar ook door een heldere communicatiestrategie.
In samenspraak met partijen in de stad concrete maatschappelijke prestatieindicatoren benoemen en hier nadrukkelijk op sturen en monitoren.
25
RAPPORT | Evaluatie van het Haagse topsportbeleid 2011-2014 | DSP-groep