EVALUATIE SPORTNOTA 2010 – 2013 Sport beweegt Fryslân
Evaluatie Sportnota 2010-2013 Sport beweegt Fryslân Provincie Fryslân September 2013
Provincie Fryslân, auteurs:
drs. S.T. Terpstra dr. T. Willemsen
BGI BGI
Met medewerking van:
K. Jepma dr. ir. S. Mulder
K&M Sport Fryslân
Provincie Fryslân Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden Tweebaksmarkt 52 T: 058 2925925
[email protected]
2
Inhoud 1. Samenvatting ....................................................................................................................................... 5 2. Inleiding ............................................................................................................................................... 7 3. Opzet van de evaluatie ........................................................................................................................ 7 4. Breedtesport ........................................................................................................................................ 9 4.1 Dekking .......................................................................................................................................... 9 4.2 Prestaties ..................................................................................................................................... 10 4.2.1 Verbinden, kennis delen en aanjagen op het terrein van BOS, NASB en combinatiefunctionarissen .............................................................................................................. 10 4.2.2 Bevorderen van integraal sportbeleid, met name bij gemeenten ......................................... 11 4.2.3 Bevordering deskundigheid binnen diverse sportkaders en met aandacht voor de inzet en deskundigheid van vrijwilligers ....................................................................................................... 11 4.2.4 Organiseren van een aanbod van sport en bewegen voor diverse doelgroepen ................. 11 4.2.5 Versterken provinciale, noordelijke en landelijke samenwerking .......................................... 12 4.2.6 Monitoring en evaluatie sportinfrastructuur en sportbeleid ................................................... 12 4.3 De laatste onderzoeksvraag ........................................................................................................ 12 4.4 Conclusie ..................................................................................................................................... 14 5. Fryske sporten ................................................................................................................................... 15 5.1 Dekking ........................................................................................................................................ 15 5.2 Prestaties ..................................................................................................................................... 16 5.2.1 kaatsen .................................................................................................................................. 16 5.2.2 fierljeppen .............................................................................................................................. 16 5.2.3 skûtsjesilen ............................................................................................................................ 17 5.2.4 Frysk damjen ......................................................................................................................... 18 5.2.5 De inzet van Sport Fryslân .................................................................................................... 18 5.3 Fryske Fiersichten en Fryske Olympiade .................................................................................... 19 5.4 De laatste onderzoeksvraag ........................................................................................................ 19 5.5 Conclusie ..................................................................................................................................... 20 6. Talentontwikkeling ............................................................................................................................. 20 6.1 Dekking ........................................................................................................................................ 20 6.2 Prestaties ..................................................................................................................................... 21 6.3 De laatste onderzoeksvraag ........................................................................................................ 24 6.4 Conclusie ..................................................................................................................................... 24 7. Sportevenementen ............................................................................................................................ 24 7.1 Dekking ........................................................................................................................................ 25
3
7.2 Prestaties ..................................................................................................................................... 25 7.3 De laatste onderzoeksvraag ........................................................................................................ 28 7.4 Conclusie ..................................................................................................................................... 29 8. Sportprijzenbeleid 2012 t/m 2015 ...................................................................................................... 29 9. Olympisch Plan .................................................................................................................................. 30 10. De vier beleidspijlers financieel 2010 tot en met 2013 .................................................................... 30 11. Conclusies & Aanbevelingen ........................................................................................................... 32 Bijlage .................................................................................................................................................... 34
4
1. Samenvatting De Sportnota 2010 – 2013 bestaat uit vier beleidsthema’s : breedtesport, Fryske sporten, talentontwikkeling en sportevenementen. Voor elk beleidsthema zijn er een of meer beleidsdoelen geformuleerd (outcome) en is voor de provincie en Sport Fryslân aangegeven welke prestaties zij qua inzet willen leveren (output). Overigens is de rol van de provincie het opstellen van kaders en het verstrekken van subsidies. Het beleidsthema breedtesport is veel omvangrijker dan de overige drie thema’s. Dat was voor ons reden om het grote aantal te leveren prestaties binnen breedtesport te clusteren in zes prestatievelden. In deze evaluatie komen steeds de onderstaande drie onderzoeksvragen aan de orde: 1. Is er in elk beleidsthema sprake van congruentie tussen de te leveren prestaties en de te realiseren beleidsdoelen? Met andere woorden: wordt er door de prestaties een bijdrage geleverd aan het realiseren van de betreffende beleidsdoelen? 2. Zijn de te leveren prestaties gerealiseerd, met andere woorden heeft de provincie de gewenste output ook geleverd? 3. In hoeverre kunnen we op basis van de beschikbare gegevens met betrekking tot de ambities de onderstaande vragen beantwoorden? a. Zijn er onderzoeksgegevens die aantonen dat de betreffende beleidsdoelstellingen geheel of gedeeltelijk zijn gerealiseerd? b. Is het aannemelijk dat de gerealiseerde prestaties een bijdrage hebben geleverd aan het bereiken van de betreffendebeleidsdoelstelling? Breedtesport. Binnen dit beleidsthema zijn de te leveren prestaties congruent aan de beleidsdoelen. In de onderstaande tabel hebben we voor de breedtesport de zes prestatievelden weergegeven, met daarnaast de mate waarin dit prestatieveld d.m.v. projecten in de uitvoering aandacht heeft gekregen. Num
Omschrijving van het prestatieveld
A
Advisering en ondersteuning op het terrein van BOS, NASB en combinatiefunctionarissen. Het bevorderen van integraal sportbeleid bij gemeenten en sportverenigingen, met aandacht voor vrijwilligers. Bevorderen van deskundigheid binnen sportkaders Het organiseren van een aanbod van sport en bewegen voor diverse doelgroepen Het versterken van de provinciale, noordelijke en landelijke samenwerking. Monitoring en evaluatie van de sportinfrastructuur en het sportbeleid.
B C D E F
Mate v aandacht. Veel Redelijk Redelijk Veel Veel Matig
De geleverde prestaties hebben een rol gespeeld bij het geheel of gedeeltelijk realiseren van de beleidsdoelen. Hieronder gaan we kort in op de mate waarin de zeven beleidsdoelen zijn gerealiseerd. (1) Een breed sportaanbod in gemeenten is gedeeltelijk gerealiseerd. (2) De inzet van vakleerkrachten in het basisonderwijs stijgt tot 19 in het schooljaar 2013 – 2014, Hiermee lis het doel om meer vakleerkrachten aan te stellen volledig gerealiseerd. (3) Het stimuleren van de breedtesport door BOS en/of NASB activiteiten is gedeeltelijk gerealiseerd. (4) De sportdeelname door jongvolwassenen en volwassenen is grotendeels gerealiseerd. Of dit met 10% of meer is, kan niet met zekerheid worden gesteld. (5) Er zijn inderdaad meer senioren gaan sporten, maar er kan niet worden geconcludeerd of dit wel of niet in verenigingsverband plaats vindt. De doelstelling is grotendeels gerealiseerd. (6) Het aantal inactieven is vrijwel zeker nog niet teruggebracht tot maximaal 5%. Het percentage inactieven in de leeftijdsgroep 19 t/m 65 jaar komt heel dicht bij de norm van 5%. (7) Het aantal jeugdige Friezen dat voldoet aan de beweegnorm is helaas licht gedaald. Voor de leeftijdscategorieën boven de 18 jaar wordt de voor deze categorieën beoogde 70% grotendeels (19 t/m 64 jaar)of helemaal (65 jaar en ouder)gehaald. De mate van doelrealisatie binnen dit beleidsveld is van een behoorlijk niveau. Op basis van het bovenstaande komen wij onder andere tot het volgende advies: Er dient meer aandacht te worden besteed aan een duidelijke formulering van de beleidsdoelstellingen en hun directe relatie met de prestaties. Het is daarbij aan te bevelen om het aantal prestatievelden beperkt te houden. 5
Fryske sporten: De provincie verstrekt jaarlijks een subsidie aan de bonden die zich met de verenigingen inzetten om de Fryske sporten een goede plaats te geven binnen de provinciale sport infrastructuur. Het gaat om keatsen, fierljeppen, skûtsjesilen en Frysk damjen. De bonden zetten zich in om: de sporten te promoten, de Friese jeugd kennis met de sporten te laten maken en de Fryske sporten een plaats te geven in het curriculum van het Friese basis- en voortgezet onderwijs. De doelstelling van dit beleidsthema is meer Friezen deel te laten nemen aan Friese sporten en een toename van 20% van het aantal actieve leden van kaatsverenigingen te realiseren. Het eerste deel van deze doelstelling is gerealiseerd. Wat het tweede deel van de doelstelling betreft lijkt er zelfs een kentering te zijn bewerkstelligd in het aantal leden van het kaatsen, fierljeppen en Frysk damjen. De KNKB schreef in 2012 maar liefst 410 leden bij, een stijging van 3,1%. Een belangrijke reden voor deze kentering is gelegen in de toenemende verankering van de Friese sporten in het onderwijs. Het ledenaantal blijft bij het skûtsjesilen vanwege het exclusieve karakter vrij stabiel. Stichting Foar de Neiteam (voor het nageslacht) stelt zich veeleer de cultuur historische waarden ten doel met betrekking tot het skûtsjesilen. Zo wordt de website van deze stichting sinds kort officieel gearchiveerd bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het is aannemelijk, dat de inspanningen van de provincie een rechtstreekse relatie hebben met de toegenomen deelname aan de Friese sporten. Het is aan te bevelen, dat de betreffende bonden tot een grotere mate van samenwerking komen om zich bijvoorbeeld beter te kunnen presenteren naar het onderwijs. Door samenwerking tussen de bonden voor Friese sporten kan tot een betere afstemming van de evenementen en dus tot meer synergie worden gekomen. De Fryske Olympiade is een uitstekend voorbeeld van samenwerking tussen deze bonden. Talentontwikkeling: Binnen de beleidspijler talentontwikkeling streeft de provincie naar een grotere doorstroom van Friese sporters naar een topsportstatus. Op basis van een jaarlijkse subsidie van de provincie hebben de instellingen Topsport Steunpunt Noord (TSN) en Centrum voor Topsportonderwijs (CTO) zich ingezet voor de realisatie van een professionele combinatie van onderwijs en de begeleiding van toptalent. Per 1 januari 2013 zijn deze instellingen gefuseerd tot Stichting Topsport Noord. Er is een optimale combinatie tussen topsport en onderwijs gerealiseerd. We hebben kunnen constateren, dat het beleid tot de gewenste resultaten leidt. Relatief veel Friese sporters stromen door naar oranje of jong oranje selecties. Fryslân heeft tijdens de Olympische Spelen 2012 in Londen de meeste Olympische deelnemers ooit geleverd en die hebben de meeste finales ooit gehaald. Sportevenementen: Met dit beleidsthema stelt de provincie zich ten doel om een jaarlijkse groei van klein- en grootschalige sport- en beweegevenementen ter promotie van Fryslân te realiseren. Hiervoor zijn budgetten van respectievelijk €50.000,- en €100.000,- per jaar beschikbaar gesteld. De kleinschalige evenementen worden per 1 januari 2011 niet meer gesubsidieerd. De grootschalige evenementen vertonen in geld uitgedrukt aanvankelijk een daling, maar in 2013 wordt er weer meer aan besteed. Het vermelde maximumbedrag aan beschikbare subsidiegelden is in de periode van 2010 tot en met 2013 echter gehandhaafd. Het aantal grootschalige evenementen is in de reeds genoemde periode in bescheiden mate toegenomen. Het verdient aanbeveling om in de toekomst aandacht te besteden aan het vergroten van de promotionele waarde van sportevenementen. De bekendheid van sport- en beweegevenementen dient te worden vergroot. Promotieactiviteiten en toegankelijkheid van de evenementen voor het grote publiek zouden niet alleen vooraf, maar ook achteraf moeten worden beoordeeld. Uit de inhoudsanalyse van alle beschikbare informatie blijkt dat het thema breedtesport qua doelstellingen en te leveren prestaties het meest omvangrijke thema is, op afstand gevolgd door de overige drie beleidsthema’s. In een nadere analyse is nagegaan of deze rangorde ook in de beschikbaar gestelde gelden terug te vinden is. Uit de analyse blijkt duidelijk, dat de breedtesport niet alleen in aantal doelstellingen en prestatievelden, maar ook in financieel opzicht veruit de belangrijkste positie inneemt in de sportnota 2010-2013. Sportevenementen, Fryske sporten en talentontwikkeling volgen op aanzienlijke afstand. Deze volgorde komt overeen met de volgorde die op basis van het aantal prestatievelden mag worden verwacht.
6
2. Inleiding De vorige provinciale Sportnota 2006 – 2009 had als hoofddoelstelling: In samenwerking met alle sportaanbieders en de gemeenten een zodanig netwerk van sportfaciliteiten opbouwen dat met continuering en extra inzet op (de resultaten van) de breedtesportimpuls, de kwaliteiten en mogelijkheden tot sport en de bewegingscultuur in onze provincie versterkt en verbeterd worden. In de evaluatie van deze nota komen de auteurs tot de conclusie dat er successen zijn geboekt, die moeten worden vastgehouden, maar er zijn ook minder positieve ontwikkelingen geconstateerd, die meer aandacht verdienen. Op basis van deze constateringen is de Sportnota 2010 – 2013 “Sport beweegt Fryslân” opgesteld. Dit rapport heeft als doel om deze laatstgenoemde Sportnota te evalueren en vervolgens een rol te spelen bij het formuleren van de nieuwe Sportnota. De Sportnota 2010 - 2013 is gestoeld op vier beleidspijlers; breedtesport, Fryske sporten, talentontwikkeling en sportevenementen. Voor alle duidelijkheid merken we hier nog op dat de provincie Fryslân geen organisatie is, die vanuit eigen initiatief sportactiviteiten organiseert, uitvoert of rechtstreeks ondersteunt. Daar is de provinciale steunfunctie Sport Fryslân voor opgericht. Door de financiële ondersteuning van de provincie is Sport Fryslân in staat professionele diensten te verlenen aan gemeenten, sportbonden, sportverenigingen, het welzijnswerk, het onderwijs en alle inwoners van Fryslân. De provincie ondersteunt gemeenten indirect bij de realisatie en uitvoering van hun sportbeleid via Sport Fryslân. Sport Fryslân ontvangt niet alleen opdrachten van de provincie, maar ook van het Rijk en de gemeenten. Dat betekent ook dat het Rijk en de gemeenten eveneens financiële middelen aan Sport Fryslân ter beschikking stellen. De Provincie is weliswaar een belangrijke subsidiënt, maar is niet de enige. In het volgende hoofdstuk beschrijven wij de opzet van het uitgevoerde evaluatieonderzoek. Hoofdstuk 4 behandelt de breedtesport, hoofdstuk 5 de Fryske sporten, hoofdstuk 6 talentontwikkeling en het zevende hoofdstuk besteedt aandacht aan de beleidspijler sportevenementen. Binnen elk hoofdstuk komen de nog te bespreken onderzoeksvragen aan de orde. Vervolgens zullen er per beleidspijler conclusies worden getrokken. Buiten deze structuur om is er bij de beleidspijler Fryske sporten nog aandacht voor de zogeheten Fryske fiersichten. De Fryske Olympiade is het enig overgebleven Fryske fiersicht en behoort naar zijn aard bij de Fryske sporten en de beleidspijler sportevenementen. Hoofdstuk 10 zal worden gewijd aan een financieel overzicht van de beleidspijlers over de jaren 2010 tot en met 2013. In het volgende hoofdstuk zullen we uiteenzetten welke opzet we als leidraad hebben gekozen om tot een deugdelijke evaluatie te komen. We gaan na welke beleidsresultaten zijn bereikt, in aansluiting op de beleidsdoelen die met betrekking tot deze nota zijn gesteld. Het gaat om beleidsresultaten met betrekking tot vier beleidsthema’s ofwel beleidspijlers. Concluderende bevindingen en aanbevelingen zullen aan de orde worden gesteld in afsluitende paragrafen. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan conclusies en aanbevelingen. Deze conclusies en aanbevelingen kunnen een rol spelen bij het opstellen van de volgende Sportnota en dan met name bij de formulering van een monitoringskader.
3. Opzet van de evaluatie In de onderstaande tabel geven we per beleidspijler een overzicht van de te leveren prestaties en de te realiseren strategische beleidsdoelen, ofwel de ambities in de Sportnota 2010 – 2013. Deze tabel dient samen met de nog te formuleren onderzoeksvragen als opzet voor het evalueren van de Sportnota. We kiezen voor de te leveren prestaties als eenheid om de resultaten te vermelden. In het beleid van de provincie zijn de te leveren prestaties (output) een belangrijke factor, omdat die rechtstreeks door de provincie te beïnvloeden is.
7
Basispijlers sportbeleid provincie Fryslân 20102013
Ambities / Strategische doelstellingen
Te leveren prestaties (prestatievelden)
Breedtesport
1. breed sportaanbod gemeenten;
investeren in advisering en ondersteuning van gemeenten, sportverenigingen, sportorganisaties en sportbonden die bijdragen aan: A. verbinden, kennis delen en aanjagen op het terrein van BOS, NASB en combinatiefunctionarissen; B. bevorderen van integraal sportbeleid, met name bij gemeenten; C. bevordering deskundigheid binnen diverse sportkaders en met aandacht voor de inzet en deskundigheid van vrijwilligers; D. organiseren van een aanbod van sport en bewegen voor diverse doelgroepen; E. versterken provinciale, noordelijke en landelijke samenwerking; F. monitoring en evaluatie sportinfrastructuur en sportbeleid. G. ondersteunen van vier Friese sportbonden voor kaatsen, fierljeppen, skûtsjesilen en Frysk damjen H. verankering van Friese sporten in sportopleiding en regulier onderwijs I. subsidie Topsport Steunpunt Noord J. budget kleinschalige sportevenementen K. budget grootschalige sportevenementen L. vergroten promotionele waarde van sportevenementen, breed toegankelijk maken voor publiek en het vergroten van bekendheid sporten en evenementen
2. inzet vakleerkrachten basisscholen; 3. breedtesport gestimuleerd door activiteiten BOS en/of NASB; 4. sportdeelname jongvolwassenen en volwassenen met 10% verhoogd; 5. meer senioren sporten, bij voorkeur in verenigingsverband; 6. aantal inactieven teruggebracht tot maximaal 5%; 7. aantal Friezen dat voldoet aan beweegnorm minimaal 70% voor volwassenen en 50% voor jeugd;
Fryske sporten
8. meer Friezen nemen deel aan Fryske sporten, toename actieve leden kaatsverenigingen met 20%;
Talentontwikkeling
9. grotere doorstroom Friese sporters naar topsportstatus; 10. jaarlijkse groei klein- en grootschalige sport- en beweegevenementen ter promotie Fryslân.
Sportevenementen
Uit de tabel blijkt dat er - m.b.t. het aantal beleidsdoelen en te leveren prestaties - een duidelijk verschil is tussen het beleidsthema “breedtesport” en de overige drie beleidsthema’s. Het thema breedtesport kent oorspronkelijk maar liefst 14 te leveren prestaties (prestatievelden) en 7 strategische doelstellingen. 8
Wij hebben op basis van inhoudelijke overeenkomst bij de beleidspijler breedtesport het aantal te leveren prestaties gecomprimeerd tot 6 prestatievelden. In de bijlage laten wij de samenvoegingen zien. Een nadere toelichting hierop komt in het volgende hoofdstuk aan de orde. De inzet van de provincie is vooral gericht op het leveren van de afgesproken prestaties. Met deze inspanning is erop gericht om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de betreffende ambities/beleidsdoelen. In dit hoofdstuk en de volgende drie hoofdstukken wordt per beleidspijler een antwoord gegeven op de volgende evaluatievragen: 1) In hoeverre is er sprake van een goede dekking tussen de te leveren prestaties en de daarbij behorende strategische doelstellingen? Het is van belang deze relatie duidelijk vast te stellen. Als die dekking er niet is, dan kan er ook geen uitspraak worden gedaan over een bijdrage van de geleverde prestatie aan de realisatie van de betreffende ambitie. 2) Zijn de te leveren prestaties gerealiseerd, met andere woorden heeft de provincie de gewenste output ook geleverd? 3) In hoeverre kunnen we op basis van de beschikbare gegevens met betrekking tot de ambities de onderstaande sub-vragen beantwoorden? a. Zijn er onderzoeksgegevens die aantonen dat de betreffende strategische doelstellingen geheel of gedeeltelijk zijn gerealiseerd? b. Is het aannemelijk dat de gerealiseerde prestaties een bijdrage hebben geleverd aan het bereiken van de betreffende strategische doelstelling? Binnen de beleidspijlers zal er aandacht zijn voor het beantwoorden van bovenstaande vragen. De opzet van deze evaluatie van de sportnota 2010-2013 zal hierop zijn gebaseerd. In de volgende paragrafen gaan we nader in op de resultaten binnen het beleidsthema breedtesport.
4. Breedtesport In de navolgende paragraaf zal de eerste onderzoeksvraag worden behandeld voor de beleidspijler breedtesport. Vervolgens zal er in korte paragrafen per prestatieveld worden gekeken naar de geleverde prestaties. Hiermee wordt de tweede onderzoeksvraag beantwoord. De derde onderzoeksvraag – in welke mate zijn de strategische doelen gerealiseerd - zal in paragraaf 4.3 aan bod komen. Ten slotte verbinden wij conclusies aan onze bevindingen.
4.1 Dekking In het vorige hoofdstuk hebben we al aangegeven, dat we bij deze beleidspijler het aantal te leveren prestaties hebben geclusterd. We hebben op basis van inhoudelijke overeenkomst de veertien te leveren prestaties in zes prestatievelden geclusterd. Op basis van deze zes prestatievelden brengen we nu de relatie tussen deze prestatievelden en de 7 ambities/strategische doelen van het thema breedtesport in beeld. In de onderstaande tabel wordt per prestatieveld aangegeven welke ambities daarbij aan de orde komen. Met andere woorden: welke ambities/strategische doelstellingen worden er in de diverse prestatievelden nagestreefd? Voor alle duidelijkheid noemen wij deze velden hier nogmaals. De strategische doelstellingen worden in verkorte vorm vermeld in de tabel. A. Verbinden, kennis delen en aanjagen op het terrein van BOS, NASB en combinatiefunctionarissen; B. bevorderen van integraal sportbeleid, met name bij gemeenten en met aandacht voor de inzet en deskundigheid van vrijwilligers; C. bevordering deskundigheid binnen diverse sportkaders; D. organiseren van een aanbod van sport en bewegen voor diverse doelgroepen; 9
E. versterken provinciale, noordelijke en landelijke samenwerking; F. monitoring en evaluatie sportinfrastructuur en sportbeleid.
Prestatieveld
Ambities / Strategische doelstellingen
A
3, 4, 5, 6, 7 BOS en NASB; sportdeelname; sporten senioren; maximum inactieven; beweegnorm 1, 4, 5, 6, 7 breed sportaanbod; sportdeelname; sporten senioren; maximum inactieven; beweegnorm 1 breed sportaanbod 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 breed sportaanbod; vakleerkrachten; BOS en NASB; sportdeelname; sporten senioren; maximum inactieven; beweegnorm 1 breed sportaanbod 1 breed sportaanbod
B
C D
E F
Het valt op dat de helft van de prestatievelden op een veelvoud aan strategische doelstellingen betrekking heeft. De overige drie prestatievelden zijn gericht op de eerste strategische doelstelling. Veld D heeft duidelijk invloed op alle strategische doelstellingen. Over het geheel genomen, is er sprake van een goede dekking tussen de strategische doelstellingen en de prestatievelden.
4.2 Prestaties In het hierna volgende gaan we per prestatieveld na of de in dit veld te leveren prestaties ook daadwerkelijk zijn geleverd. We zullen pogen om op basis van de prestaties uit de drie jaarverslagen van Sport Fryslân duidelijk te krijgen hoeveel aandacht is besteed aan de afzonderlijke velden van de te leveren prestaties. We hebben deze beoordeling ingeschat op basis van het aantal projecten, dat we konden vinden in de jaarverslagen met betrekking tot elk prestatieveld. Tevens hebben wij een inschatting trachten te maken van de omvang en intensiteit van de projecten binnen een prestatieveld. De jaarverslagen van Sport Fryslân zijn van goede kwaliteit, maar de indeling van de informatie vergt voor de evaluatie een nadere inhoudsanalyse en een herordening van de beschikbare informatie. Helaas is het mede om deze reden voor ons niet mogelijk om een volledig sluitende beoordeling te geven van de aandacht die is besteed aan de afzonderlijke prestatievelden. In feite is een volledig sluitende beoordeling nooit te geven. Wij hanteren derhalve drie globale beoordelingscategorieën: matige aandacht, redelijke aandacht en veel aandacht. We noemen beschrijven in algemene zin prestaties, zodat de lezer zich een beeld kan vormen van de concrete prestaties, die zoal zijn geleverd. Wij achten het van uitdrukkelijk belang om de lezer hiervan een goede indruk te geven. Er worden veel activiteiten genoemd die bij gemeenten uitgevoerd worden (bijvoorbeeld buurtsportcoaches etc.). De indruk kan ontstaan, dat de provincie daarvoor betaalt. Dit is echter niet het geval: de gemeenten betalen het zelf al dan niet met een aanvulling van de Rijksoverheid. Dit geldt overigens voor heel veel projecten.
4.2.1 Verbinden, kennis delen en aanjagen op het terrein van BOS, NASB en combinatiefunctionarissen Op basis van de jaarverslagen van Sport Fryslân van 2010, 2011 en 2012 komen wij tot de constatering dat aan prestatieveld A veel aandacht is besteed. Ter verduidelijking lichten wij de termen BOS en NASB hier toe. De BOS-impuls is al weer afgelopen. In de periode van 2006 tot en met 2011 hebben de projecten gedraaid. Hierbij wordt de samenwerking bevorderd tussen buurt, onderwijs en sport bij de aanpak van achterstanden op het gebied van sport en bewegen van jongeren van 4 tot 18 jaar. Doel van de BOS-projecten was, naast het verbeteren van de gezondheid, het in contact komen met andere groepen jongeren en hun sociale 10
vorming. Het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen kwam vrij snel hierna en geeft een grote impuls aan sport en beweging in Nederland en richt zich op te-weinig-actieven. Het doel van het NASB is om deze mensen meer en structureel in beweging te brengen. Het is een tijdelijke regeling die niet beschikbaar is voor alle gemeenten, alleen voor gemeenten waar beweegachterstanden zijn. Daarna kwam de regeling voor combinatiefunctionarissen (is structurele regeling) en nu is er de “sportimpuls”. Het zijn Rijksstimuleringsregelingen voor gemeenten (en bij de sportimpuls ook voor verenigingen, meestal tijdelijk, waarbij voor bepaalde projecten subsidie wordt verleend en waarbij cofinanciering wordt vereist. Sport Fryslân ondersteunt hierbij door het geven van informatie over de regelingen, en het helpen bij het voorbereiden van aanvragen. Ook kan Sport Fryslân helpen bij de uitvoering door bijvoorbeeld het werkgeverschap op zich te nemen. Uit de reeds genoemde jaarverslagen blijkt de ruime aandacht voor dit prestatieveld. Er zijn door Sport Fryslân verscheidene BOS-bijeenkomsten georganiseerd, waar projectcoördinatoren en uitvoerders van verschillende BOS-gemeenten aanwezig waren. Sport Fryslân heeft gemeenten ondersteund met betrekking tot breedtesportprojecten. In 2011 heeft Sport Fryslân het intergemeentelijke programma NASB uitgevoerd. Tevens faciliteert Sport Fryslân gemeenten door het werkgeverschap van bij gemeenten werkzaam zijnde combinatiefunctionarissen op zich te nemen. Uit het jaarverslag van 2012 blijkt, dat er erg veel buurtsportcoaches, vakleerkrachten en combifunctionarissen in Fryslân zijn aangesteld. Overigens is dit met heel weinig geld van de provincie geschied. 4.2.2 Bevorderen van integraal sportbeleid, met name bij gemeenten We constateren dat er aan dit prestatieveld een redelijke mate van aandacht is besteed. Het valt op dat het aantal ontplooide activiteiten in vergelijking met het A-veld geringer is. Sport Fryslân ondersteunt gemeenten bij een meer integrale aanpak van overgewicht. Tevens is door Sport Fryslân informatie geleverd over sportbeleid, projecten, onderzoek, instrumenten en activiteiten. Ook organiseert Sport Fryslân bijeenkomsten met buurtsportcoaches om deskundigheidsbevordering te bewerkstelligen. 4.2.3 Bevordering deskundigheid binnen diverse sportkaders en met aandacht voor de inzet en deskundigheid van vrijwilligers We constateren, dat aan het prestatieveld C in redelijke mate aandacht is besteed. Bijscholing is georganiseerd voor het lesgeefkader. Tevens heeft Sport Fryslân gehandicaptenverenigingen en organisaties geadviseerd en ondersteund, betreffende sportaanbod, kader en materiaal. Door Sport Fryslân is eveneens informatie geleverd over sportbeleid, projecten, onderzoek, instrumenten en activiteiten. Deze informatie is beschikbaar voor gemeenten en andere beleidsmakers. Het is vermeldenswaardig, dat Sport Fryslân het sportkader dat in Fryslân actief is, goed in beeld heeft. Dat geldt voor zowel de fysieke als de sociale infrastructuur. Er zijn provinciale bijeenkomsten met betrekking tot aangepast sporten en bewegen georganiseerd. De nadruk lag hierbij op het thema vrijwilligersbeleid en maatschappelijke stages. 4.2.4 Organiseren van een aanbod van sport en bewegen voor diverse doelgroepen Op basis van de geanalyseerde informatie komen wij tot de constatering dat er veel aandacht is besteed aan dit prestatieveld (D). Onderzoeken zijn gedaan naar het sport- en beweeggedrag en de behoefte onder mensen met een visuele handicap en leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs. Sport en bewegen wordt gestimuleerd voor inactieve leerlingen binnen het praktijkonderwijs. Er zijn steeds meer vakleerkrachten in het basisonderwijs aangesteld. Het doel van 31 is in 2012 bereikt. Dit grote succes is zonder veel geld van de provincie gerealiseerd. Sport Fryslân ondersteunt scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs op het terrein van bewegen in het vmbo. Verder heeft Sport Fryslân veel contacten opgebouwd met instellingen die de nodige activiteiten voor senioren organiseren. Sport Fryslân heeft op een gegeven moment de administratie in Fryslân overgenomen van het landelijk geïnitieerde Jeugdsportfonds (JSF). Hierdoor wordt er beter gebruik van gemaakt. Tevens voert Sport Fryslân de front- en de backoffice, inclusief het werven van gemeenten. Het fonds creëert sportkansen voor kinderen tot achttien jaar uit gezinnen waar de financiële middelen ontbreken om lid te worden van een sportvereniging.
11
4.2.5 Versterken provinciale, noordelijke en landelijke samenwerking Na de analyse van de beschikbare gegevens kunnen we stellen dat er veel aandacht aan dit prestatieveld (E) is besteed. Sportkracht Noord, Sportkracht 12 en Sportplatform Friesland vormen de overkoepelende organisaties voor de genoemde niveaus van samenwerking. Er worden per thema allerlei zaken op efficiënte wijze afgestemd. Bijscholing is georganiseerd in samenwerking met de sportraden van Groningen en Drenthe. Ook is er deelgenomen door Sport Fryslân aan landelijke bijeenkomsten Jeugd Sport Consulenten Overleg (JSCO), waarbij de twaalf sportraden bij elkaar zijn gekomen om informatie uit te wisselen over verschillende projecten binnen jeugd, sport en onderwijs. Sport Fryslân heeft het initiatief genomen voor JSCO in noordelijk verband (Groningen, Drenthe en Fryslân). 4.2.6 Monitoring en evaluatie sportinfrastructuur en sportbeleid We constateren dat dit veld wat minder aandacht heeft gekregen dan de vijf voorafgaande prestatievelden, vandaar dat we hier de tot de beoordeling `matige aandacht` komen. Het dienstenaanbod van Sport Fryslân is in 2010 geëvalueerd. Een versie die continu wordt geactualiseerd, is opgenomen in de nieuwe website van Sport Fryslân. De beleidsindicatoren voor sport en bewegen zijn in 2011 in kaart gebracht met actuele informatie betreffende de sportdeelname en bewegen in Fryslân. Eveneens worden alle bijeenkomsten, zoals bijvoorbeeld themabijeenkomsten geëvalueerd. Het is vermeldenswaardig, dat Sport Fryslân het sportkader dat in Fryslân actief is, goed in beeld heeft. Dat geldt voor zowel de fysieke als de sociale infrastructuur.
4.3 De laatste onderzoeksvraag In deze paragraaf komt de derde onderzoeksvraag voor het hele beleidsdomein breedtesport aan de orde. Deze onderzoeksvraag valt in twee onderdelen uiteen. (1) Is het aannemelijk, dat de gerealiseerde prestaties een bijdrage hebben geleverd aan het bereiken van de betreffende strategische doelstellingen? Volgens ons zijn de beschreven prestaties zonder meer gericht op het realiseren van de strategische doelstellingen. De geleverde prestaties passen goed binnen het kader, zoals dat door de provincie Fryslân is aangegeven. Wel moeten we hierbij de kanttekening plaatsen, dat het voor sommige prestaties makkelijker is om ze binnen de grenzen van een strategische doelstelling te plaatsen, dan voor andere. We kunnen op basis van de constateringen in dit hoofdstuk concluderen dat het zeer waarschijnlijk is dat de geleverde prestaties hebben bijgedragen aan de realisatie van de strategische doelstellingen. Externe factoren – factoren die buiten de scope van deze evaluatie vallen - mogen echter niet worden uitgesloten. (2) De volgende vraag is of de strategische doelstellingen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. De reeds eerder gestelde onderzoeksvraag luidt: Zijn er onderzoeksgegevens die aantonen, dat de betreffende ambities geheel of gedeeltelijk zijn gerealiseerd? Hierbij moet worden opgemerkt dat niet alle doelstellingen zodanig zijn geformuleerd dat ze ook goed meetbaar zijn. Voor de meeste doelstellingen is er informatie beschikbaar over de realisatie ervan. We geven hieronder onze bevindingen per beleidsdoelstelling weer. 1. breed sportaanbod gemeenten; De eerste strategische doelstelling zou wat specifieker geformuleerd kunnen worden. We Kunnen op basis van de geleverde prestaties concluderen, dat deze doelstelling tenminste gedeeltelijk is gerealiseerd. 2. inzet vakleerkrachten basisscholen; Over de inzet van vakleerkrachten op basisscholen is zeer relevante informatie beschikbaar. In 2010 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar het aantal vakleerkrachten in het basisonderwijs. Hieruit bleek dat slechts 7 % van de leerlingen op de basisschool gymles kreeg van een vakleerkracht. Medio juni 2013 zijn in dertien Friese gemeenten vakleerkrachten bewegingsonderwijs aangesteld voor het basisonderwijs vanuit het project Sport op Basisscholen in samenwerking met De Friesland 12
Zorgverzekeraar. In de loop van het nieuwe schooljaar (2013-2014) komen daar zes nieuwe gemeenten en dus zes vakleerkrachten bij. De tweede strategische doelstelling is dus gerealiseerd. De formulering van de doelstelling kan iets specifieker. 3. breedtesport gestimuleerd door activiteiten BOS en/of NASB; Op basis van de geleverde prestaties kunnen we stellen dat deze doelstelling tenminste gedeeltelijk is gerealiseerd. De formulering zou echter iets specifieker kunnen. Over het al dan niet verwezenlijken van de resterende doelstellingen kan op basis van de gezondheidsenquête GGD 2012 meer inzicht worden gegeven. Een deel van de resultaten van deze enquête is bekend, het complete rapport wordt op korte termijn verwacht. Om het een en ander te verhelderen wordt in onderstaande tabel de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) uitgelegd: Doelgroep Jongeren (tot 18jr.) Volwassenen (18-55jr) Ouderen (55+)
Frequentie Dagelijks 5 x per week 5 x per week
Duur 60 minuten 30 minuten 30 minuten
Intensiteit Matig intensief Matig intensief Matig intensief
Bron: http://www.kennislink.nl/publicaties/nederlandse-norm-gezond-bewegen
Op basis van de bovenstaande gegevens en gegevens van Sport Fryslân kan er een goede indruk worden verkregen met betrekking tot het al dan niet behalen van deze norm in Fryslân. In de onderstaande tabel is aangegeven of er wordt voldaan aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Doelgroep 12-18 jaar 19-64 jaar 65 +
2008 13% n.v.t. n.v.t.
2010 n.v.t. 48% 46%
2012 12% 67% 70%
Deze tabel heeft met name betrekking op de zevende strategische doelstelling, maar we kunnen met deze gegevens ook op het terrein van de resterende doelstellingen tot conclusies komen. 4. sportdeelname jongvolwassenen en volwassenen met 10% verhoogd; Het verschil in bovenstaande tabel tussen 2010 en 2012 is opvallend. Volgens ons dusdanig opvallend, dat kan worden gesteld dat de sportdeelname door jongvolwassenen en volwassenen is verhoogd. In hoeverre de sportdeelname is toegenomen, kan niet worden geconstateerd. 5. meer senioren sporten, bij voorkeur in verenigingsverband Op basis van het opvallende verschil tussen 2010 en 2012 kan worden geconcludeerd dat meer senioren zijn gaan sporten. Of de senioren meer zijn gaan sporten in verenigingsverband kan hieruit niet worden geconcludeerd. 6. aantal inactieven teruggebracht tot maximaal 5%; We hebben op dit terrein specifieke gegevens van Sport Fryslân waaruit blijkt, dat het percentage inactieven in de leeftijd van 12 tot 18 jaar in 2008 21% bedraagt en in 2012 20%. Van de oudere leeftijdscategorieën hebben wij data van het jaar 2010 en kunnen geen ontwikkeling tot 2012 schetsen. De leeftijdscategorie 19 tot 64 jaar kent 6% inactieven en de groep mensen in de leeftijd van 65 jaar en ouder bestaat uit 14% inactieven. Het percentage inactieven ligt in de categorie 19 t/m 65 jaar in 2010 al dicht bij de norm van de doelstelling. Bij de overige categorieën ligt het percentage inactieven in respectievelijk 2012 en 2010 nog duidelijk boven de gestelde norm. 7. aantal Friezen dat voldoet aan beweegnorm minimaal 70% voor volwassenen en 50% voor jeugd. Het aantal jeugdige Friezen dat voldoet aan de beweegnorm is volgens de tabel procentueel gedaald. Voor de leeftijdscategorieën boven de 18 is een wezenlijke stijging op te merken. De beoogde 70% die voldoet aan de beweegnorm wordt bijna of helemaal gehaald in 2012.
13
4.4 Conclusie Ter afsluiting van het hoofdstuk over de breedtesport tonen wij hier ten behoeve van de concluderende overzichtelijkheid nog eenmaal de tabel uit paragraaf 4.1, maar ditmaal deels met andere kleuren. Donkergroen staat voor het veel aandacht besteden aan een prestatieveld, lichtgroen voor redelijke aandacht en geel voor matige aandacht. In tabelvorm: Veel aandacht Redelijke aandacht Matige aandacht Wellicht ten overvloede vermelden wij hieraan voorafgaand nogmaals de prestatievelden van beleidspijler breedtesport. A. Verbinden, kennis delen en aanjagen op het terrein van BOS, NASB en combinatiefunctionarissen; B. bevorderen van integraal sportbeleid, met name bij gemeenten en met aandacht voor de inzet en deskundigheid van vrijwilligers; C. bevordering deskundigheid binnen diverse sportkaders; D. organiseren van een aanbod van sport en bewegen voor diverse doelgroepen; E. versterken provinciale, noordelijke en landelijke samenwerking; F. monitoring en evaluatie sportinfrastructuur en sportbeleid.
Prestatieveld A
B
C D
E F
Ambities / Strategische doelstellingen 3, 4, 5, 6, 7 BOS en NASB; sportdeelname; sporten senioren; maximum inactieven; beweegnorm 1, 4, 5, 6, 7 breed sportaanbod; sportdeelname; sporten senioren; maximum inactieven; beweegnorm 1 breed sportaanbod 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 breed sportaanbod; vakleerkrachten; BOS en NASB; sportdeelname; sporten senioren; maximum inactieven; beweegnorm 1 breed sportaanbod 1 breed sportaanbod
Deze tabel geeft weer hoeveel aandacht er is besteed aan welke prestatievelden en daarmee aan welke strategische doelstellingen. We hebben geconstateerd, dat de prestaties goed gericht zijn op het bereiken van de doelstellingen. Hoewel de uitgevoerde activiteiten tussen de prestatievelden enige verschillen vertonen, merken we op dat er in totaliteit veel activiteiten in gan zijn gezet om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de beleidsdoelen. Ten aanzien van de beleidsdoelen hebben we al opgemerkt dat een deel van die doelen wat meer SMART geformuleerd kunnen worden, zodat de meetbaarheid ervan kan toenemen.
14
In de onderstaande tabel hebben we de mate van doelrealisatie binnen het domein breedtesport overzichtelijk weergegeven.
De inhoud van het beleidsdoel voor breedtesport 1. breed sportaanbod gemeenten 2. inzet vakleerkrachten basisscholen 3. breedtesport gestimuleerd door activiteiten BOS en/of NASB 4. sportdeelname jongvolwassenen en volwassenen met 10% verhoogd; 5. meer senioren sporten, bij voorkeur in verenigingsverband 6. aantal inactieven teruggebracht tot maximaal 5% 7. aantal Friezen dat voldoet aan beweegnorm minimaal 70% voor volwassenen en 50% voor jeugd.
Mate van realisatie Gedeeltelijk Volledig Gedeeltelijk Grotendeels Grotendeels Bij 19 t/m 65 jarigen grotendeels gerealiseerd. Bij overige leeftijdsgroepen niiet gerealiseerd. Bij de jeugd niiet gerealiseerd. Bij de volwassenen grotendeels gerealiseerd.
Uit de tabel wordt duidelijk dat de mate van realisatie van de doelstellingen binnen het beleidsveld breedtesport van een behoorlijk niveau is. Bij vier doelen is er tenminste sprake van een gedeeltelijke realisatie. Bij drie doelen is de realisatie grotendeels of volledig.
5. Fryske sporten In dit hoofdstuk stellen wij de stimulering van de Fryske sporten aan de orde. In paragraaf 5.2 presenteren we de prestaties op dit beleidsterrein. Het betreft een relatief nieuw beleidsveld en daarom is deze presentatie wat uitgebreider dan die in het vorige hoofdstuk. Tevens was het voor ons mogelijk om door de aangeleverde informatie gedetailleerder te berichten. Uiteraard worden ook in dit hoofdstuk de onderzoeksvragen van een antwoord voorzien.
5.1 Dekking In het onderstaande schema geven wij voor de Fryske sporten de beleidsdoelstellingen en gewenste prestaties weer.
Fryske sporten
8. meer Friezen nemen deel aan Fryske sporten, toename actieve leden kaatsverenigingen met 20%;
G. ondersteunen van vier Friese sportbonden voor kaatsen, fierljeppen, skûtsjesilen en Frysk damjen H. verankering van Friese sporten in sportopleiding en regulier onderwijs
We kunnen meteen vaststellen dat er bij deze pijler sprake is van een beperkt aantal strategische doelstellingen en te leveren prestaties. Dat betekent dat er geen enkele reden is om hier enige clustering van prestaties toe te passen. Naar onze inzichten sluiten de te leveren prestaties goed aan bij de strategische doelstelling. Met andere woorden, er is een goede dekking tussen de te leveren prestaties en de daarbij behorende strategische doelstellingen. Hiermee is de eerste onderzoeksvraag met betrekking tot deze beleidspijler beantwoord.
15
5.2 Prestaties In de volgende alinea’s zullen we de geleverde prestaties weergeven. We rapporteeren eerst de informatie die wijvan de betreffende Friese sportbonden hebben ontvangen. Daarna komen de activiteiten van Sport Fryslân aan bod. Bij het beschijven van de activiteiten verwijzen we tussen haakjes steeds naar de betreffende te leveren prestaties. Het CIOS zijn verankert het kaatsen, het fierljeppen en het skûtsjesilen/zeilen in het onderwijs. Deze activiteiten zijn o.i. van belang voor het versterken van de positie van deze sporten in de nabije toekomst. Binnen dit doel is het zeer passend te noemen dat er met ingang van 1 april 2012 een subsidieregeling is getroffen van € 50.000,- per jaar ter bevordering van evenementen op het gebied van de Fryske sporten.
5.2.1 kaatsen De KNKB blijft zich ontwikkelen vanuit haar missie, dat zij met de kaatssport een belangrijke bijdrage levert aan de persoonlijke ontwikkeling van de kaatser, aan de sociale binding en betrokkenheid in alle Friese stedelijke en plattelandskernen en aan het behoud en bevorderen van de Friese cultuur, tradities en waarden. De kaatssport levert met haar 14.000 leden, verdeeld over 124 verenigingen als derde sport van Fryslân een belangrijke bijdrage aan het sport en beweegbeleid van de provincie Fryslân, zoals verwoord in de sportnota “Sport beweegt Fryslân”! Het motto van de KNKB in haar meerjarenbeleidsplan is: “Kaatsen is Fryslân, Fryslân is kaatsen”. Dat Fryslân kaatsen is, komt ook tot uiting in de jaarlijkse subsidie, die de provincie Fryslân aan de KNKB heeft verleend. In 2010 en 2011 was dit een bedrag van € 44.996,- ; in 2012 € 42.746,- en in 2013 € 43.494,-. Substantiële bedragen waarmee de KNKB in genoemde jaren veel extra activiteiten heeft kunnen realiseren, die aantoonbaar hebben bijgedragen aan positieve veranderingen binnen de Friese kaatssport. Een belangrijk onderdeel van de versterking van de positie van de kaatssport is het opleiden van goede trainers door het CIOS. In 2012 zijn er 22 trainers opgeleid, waardoor het totaal aantal opgeleide trainers tot ruim 50 is gestegen. De opleiding omvat onder andere de volgende competenties: - het volgen en geven van kaatslessen binnen het CIOS; - de organisatie van schoolkaatsprojecten; - het geven van kaatstrainingen aan leerlingen van het primair onderwijs en; - het geven van kaatstrainingen bij verenigingen. De schoolkaatsprojecten zijn verzorgd in de hele provincie Fryslân en zelfs daarbuiten. In totaal betrof het honderden schoolkaatsprojecten die aan duizenden basisschoolleerlingen zijn aangeboden (8H). De coördinator van dit project is verantwoordelijk geweest voor de uitvoering van het project en het behalen van de resultaten. Belangrijke taken waren coördineren, ontwikkelen en uitvoeren van het project. Deze coördinator heeft in de afgelopen projectperiode het onderwijs aan cursisten verzorgd, tijd en energie gestoken in de begeleiding van de schoolkaatsprojecten en verenigingsstages, tijd en energie gestoken in de begeleiding van leercoaches en de communicatie en samenwerking met de verschillende partijen, waaronder de KNKB, versterkt. Door thematrainingen, extra (steunpunt)trainingen, schoolkaatsprojecten, kaatskampen en kaatsdagen en de doorontwikkeling van het muurkaatsen (One Wall) en het kaatsen met de zachte bal zijn er meer mensen in Fryslân gaan kaatsen. Een aantal daarvan heeft zich via de vereniging ook aangesloten bij de kaatsbond. In 2012 heeft dit voor het eerst sinds 2003 weer geleid tot een aanwas van leden. Niet gering, want de KNKB schreef in dit jaar maar liefst 410 leden bij, zowel bij de volwassenen als bij de jeugd. Een stijging van 3,1%. Het lijkt een positieve trend, omdat we nu al kunnen zien dat deze zich in 2013 zal doorzetten (8G). 5.2.2 fierljeppen De Fryske Ljeppers Boun (FLB) wil de kleine sport bij een zo breed mogelijk publiek promoten. Daarnaast vindt men het van groot belang om de jeugd in de bovenbouw van het basisonderwijs en de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs d.m.v. kennismakingslessen en een lespakket in contact te brengen met de sport. 16
In dit kader is het kenmerkend dat de FLB de provinciale subsidie in het jaar 2010 heeft ingezet om in samenwerking met studenten van ROC Friese Poort te Sneek een mobiele jeugdschans te ontwikkelen. Op het terrein van de promotie van de sport zijn de volgende activiteiten te noemen. Er zijn fierljepwenskaarten gedrukt om het fierljeppen nog breder te kunnen promoten. Met deze uitgave wilde de Frysk Ljeppers Boun de bekendheid van het fierljeppen vooral onder de toeristen versterken, met als subdoel het verhogen van de bezoekersaantallen bij de wedstrijden. Het vlaggen tijdens fierljepwedstrijden is belangrijk om een gezellige en feestelijke sfeer te creëren, maar ook ter promotie. In samenwerking met de vlaggencentrale in Dokkum wordt er gewerkt aan een nieuwe vlag, want de oude is niet meer van deze tijd. Het wordt door de aangesloten verenigingen ondersteund (8G). Uitgeverij PENN heeft in 2010 in samenwerking met onder meer fotograaf Martin de Jong en de Fryske Ljeppers Boun gewerkt aan de uitgave van een (foto/tekst)boek over de Friese cultuursporten, waarin ruim aandacht aan het fierljeppen wordt besteed. Het FLB is zeer ingenomen met deze uitgave. De FLB wil tevens een aansprekende zomer cd ontwikkelen in samenwerking met troubadour Piter Wilkens. De cd zal tijdens de (jeugd)wedstrijden worden gedraaid en als promotiemiddel worden ingezet (8G). De bekendheid van het fierljeppen is onder delen van de bevolking nog niet groot. Er is duidelijk behoefte om het te kunnen volgen via Internet TV. Omrop Fryslân verklaarde zich bereid hieraan medewerking te verlenen, maar dit betekent dat de FLB zelf de opnamen moet verzorgen en deze bij Omrop Fryslân Internet TV moeten aanleveren. Dit biedt een mooie promotionele kans (8G).
De promotie van de sport naar de jeugd heeft in 2011 geleid tot de aanschaf van een mascotte, “Ljeppie de Ljip”. Het betreft een grote kievit die symbool staat voor de oorsprong van de fierljepsport. De presentatie heeft aandacht getrokken en publiciteit opgeleverd (8G). Het is in 2011 gelukt om jeugdpolsen, gemaakt van carbon, voor de jeugd t/m 12 jaar te ontwikkelen en aan te schaffen. Aan alle verenigingen kon, met een beperkte eigen bijdrage, een nieuwe pols beschikbaar worden gesteld. Inmiddels worden de nieuwe jeugdpolsen al volop door de verenigingen gebruikt (8G). In juni 2011 is de door studenten van ROC Friese Poort gebouwde mobiele jeugdschans gereedgekomen (8G). De schans is voornamelijk bedoeld voor de jeugd van 10 tot en met 14 jaar en kan dus ingezet worden door basisscholen (groep 7 en 8) en door de brugklas van het voortgezet onderwijs (8G). Er wordt nog hard gewerkt aan een les en introductieprogramma in samenwerking met het CIOS/Friesland College in Heerenveen. Met de introductie van deze zogenaamde Fierljep Academie is de verwachting dat het aanbod van activiteiten op het gebied van fierljeppen, in het kader van deskundigheidsbevordering, in belangrijke mate bepalend is voor de kwaliteit van de sport. Dit biedt mogelijkheden om de sport onder de jeugd nog meer te promoten en te verbreden (8H). De FLB heeft de indruk dat – als gevolg van de algemene en de specifieke promotie van de sport – de belangstelling onder de jeugdigen t/m 12 jaar langzaam maar zeker toeneemt. 5.2.3 skûtsjesilen De stichting Foar de Neiteam (voor het nageslacht) zet zich in voor het behoud van alle informatie en cultureel erfgoed rond de Friese zeilende vrachtschepen . Onder deze stichting vallen de twee skûtsjesilbonden SKS (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen) en IFKS (Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen). Bij de SKS blijft de deelname beperkt tot de huidige 14 skûtsjes. Er zijn ook strikte regels verbonden aan de schippers die deze 14 skûtsjes mogen besturen. De IFKS is een open vereniging, wat inhoudt dat iedereen die een door de IFKS goedgekeurd schip heeft, onder de voorwaarden van de IFKS lid mag worden en mee kan doen met de wedstrijden, die door de vereniging worden georganiseerd. Inmiddels wordt het IFKS-kampioenschap elk jaar in de bouwvak verzeild met 60 tot 65 skûtsjes in vier klassen. De doelstelling van stichting Foar de Neiteam luidt als volgt: het vastleggen, documenteren, verzamelen en overdragen van alles wat er te vinden is op het gebied van zeilende vrachtschepen, hun schippers, bouwers en tradities. De stichting is opgericht in 2003. In eerste instantie lag het accent van de stichting zeer sterk op het op toegankelijke wijze voor een breed publiek digitaal presenteren van alle relevante kennis en informatie over de zeilende vrachtschepen. Vanaf 2010 komt de jeugd als doelgroep nadrukkelijk in beeld.
17
De stichting Foar de Neiteam slaagt erin een website te bouwen die opvalt door de inhoudelijke kwaliteit. De Koninklijke Bibliotheek (KB) heeft onlangs aangegeven dat zij het archiveren en beheren van de website van de stichting op zich wil nemen. De KB ziet het als haar taak om bepaalde websites duurzaam te bewaren en raadpleegbaar te houden voor toekomstige generaties en ze te behoeden voor verlies door bijvoorbeeld technische veroudering. Het archiveren is per eind juli van dit jaar van start gegaan (8G). In 2010 komt de stichting met een specifiek jeugdbeleid. Dit is er op gericht om vooral jongeren en jeugd te bereiken om hen de culturele historie van de skûtsjes door te geven. In dat jaar is het nog niet gelukt om de organisatie van een zeilweekend voor jongeren rond te krijgen. Wel is er een subsidie verstrekt aan het standaardboekwerk “Troch de wyn” (8G). Er is geïnvesteerd in een website, in jeugdactiviteiten en het skûtsjestamboek heeft aandacht gekregen (8G). Dientengevolge is de totale subsidie voor dat jaar vastgesteld op € 4.811,25. In 2011 is in samenwerking met het Skûtsjemuseum begonnen om lesprogramma’s voor leerlingen van het basisonderwijs samen te stellen (8H). Het project digitaliseren meetgegevens door stagiaires is afgerond (8G). De jaarlijkse winteractiviteit waarbij wedstrijdinformatie (via track en tracé) en historische techniek wordt uitgelegd trok weer ruim 200 bezoekers (8G). Op het CIOS in Heerenveen wordt zeilinstructie in theorie en e e praktijk gegeven, 30 studenten volgen deze opleiding in het 2 en 3 jaar (8H). Nieuw lesmateriaal is ontwikkeld (8H), een weekend voor jongeren, waarin de theorie en praktijk van het zeilen centraal stonden, is georganiseerd (8H). ’s Winters zijn er activiteiten met betrekking tot het vertonen van wedstrijdbeelden en geven van toelichting ontplooid (8H). Er is in 2011 in totaliteit een bedrag van €5.760,- aan activiteiten gesubsidieerd. 5.2.4 Frysk damjen
De doelstelling van de Dambûn Frysk Spul is om zoveel mogelijk jongeren kennis te laten maken met de Fryske damsport en al haar facetten ervan. Men gaat uit van het veelal voor de damsport geldende principe: “jong geleerd, oud gedaan”. Het komt betrekkelijk vaak voor dat mensen op jonge leeftijd de damsport leren, op wat oudere leeftijd ermee stoppen en vervolgens de sport rond hun dertigste levensjaar weer oppakken. De Dambûn Frysk Spul geeft een overzicht van de activiteiten die de laatste jaren in het kader van het budget Subsidie Fryske Sporten zijn ontplooid. De Dambûn is druk bezig met het vernieuwen van de website Frysk Spul. Deze vernieuwing en het toegankelijker maken voor de jeugd vindt een vervolg in 2013 (8G). Het reeds genoemde boek Fryske sporten is eveneens een stuk promotie voor het Fryske dammen (8G). In overeenstemming met de doelstelling van de Dambûn zijn de activiteiten vooral gericht op leerlingen in het basisonderwijs. In 2010 is er een cd rom ontwikkeld met een damspelletje “kapitein damhoutsje”. Deze cd rom is uitgedeeld aan 25.000 kinderen in Fryslân welke in de groepen 5, 6, 7 en 8 zaten (8H). In 2011 zijn demonstratieborden benut ten behoeve van het lesdammen op scholen of tijdens damclinics (8H). In 2012 is een damcursus Frysk damjen in het boekje S-Cool verspreid onder 25.000 kinderen in Fryslân in de groepen 5, 6, 7, 8 van de basisschool. Deze damcursus is opnieuw bijgedrukt, omdat er vanuit het basisonderwijs een ruime mate van belangstelling voor is (8H).
5.2.5 De inzet van Sport Fryslân
In deze paragraaf geven wij een kort overzicht van de activiteiten van Sport Fryslân op het terrein van de tweede beleidspijler, de Fryske sporten. Daartoe hebben wij de jaarverslagen van Sport Fryslân weer geraadpleegd. In 2010 heeft Sport Fryslân vier bijeenkomsten georganiseerd voor de voorzitters van de bonden voor de Fryske sporten; het Platform Fryske Kultuer Sporten. Onder andere zijn de samenwerkingsmogelijkheden aan de orde gesteld. (8G). De knelpunten bij sportverenigingen die aangesloten zijn bij de Fryske sportbonden zijn geïnventariseerd. Sport Fryslân heeft het initiatief genomen om te onderzoeken of het mogelijk is de World Sport for all Games (wereldspelen voor culturele sporten en breedtesport) naar Fryslân te halen. Uit het onderzoek naar de WSfaG, bleek dat het haalbaar is om deze spelen in 2016 in Fryslân te organiseren, maar in november 2011 is besloten om de spelen niet toe te wijzen aan Fryslân.
18
Drie verenigingen van de Fryske sportbonden zijn ondersteund op het gebied van sponsoring en ledenwerving. In 2011 zijn drie overleggen georganiseerd met het Platform Fryske Kultuersporten. Onderwerpen: nieuwe ontwikkelingen, belangenbehartiging Fryske sporten en een boek over Fryske sporten. (8G). Sport Fryslân heeft een bijdrage geleverd aan het nieuwe meerjarenbeleidsplan van de Fryske Ljeppers Boun via trajectondersteuning op maat (8G). De gezamenlijke sportkalender voor de Fryske sporten is in 2012 op de site van Sport Fryslân gepresenteerd (8G). Met de ondersteuning van Sport Fryslân en in samenwerking met de vier Fryske sportbonden is een boek over de Fryske sporten voorbereid: publicatie begin 2012 (8G). Uit het voorgaande volgt, dat er een aanzienlijke hoeveelheid prestaties binnen deze beleidspijler zijn geleverd. Er is gebleken, dat er in beide prestatievelden goed is gepresteerd. De nadruk ligt op het ondersteunen van de vier bonden voor Friese sporten, maar de inspanningen om de betreffende Friese sporten in het onderwijs te verankeren, mogen niet worden onderschat als het gaat om het voortbestaan van deze sporten in Fryslân. .
5.3 Fryske Fiersichten en Fryske Olympiade In 2010 wordt er nog melding gemaakt van de Fryske Fiersichten. Van de 3 Fryske fiersichten op het gebied van sport is alleen de Fryske Olympiade verder gekomen. De eerste keer heeft inmiddels plaatsgevonden. De andere twee fiersichten, 11 km natuurkunstschaatsbaan en sport experience, zijn niet haalbaar gebleken. Met ingang van 2011 zijn die onderwerpen dan ook komen te vervallen. Onder andere Sport Fryslân zit in het bestuur van de Fryske Olympiade, een evenement, dat in 2013 voor het eerst is georganiseerd in Burgum. Het gaat om een tweedaags (14 en 15 juni) evenement met drie Friese sporten, namelijk kaatsen, fierljeppen en skûtsjesilen. De Fryske Olympiade. Valt derhalve eigenlijk onder twee pijlers: sportevenementen en Fryske sporten. In 2010 en 2011 hebben we hier vanuit budget van de Fryske fiersichten subsidie voor verleend, wat geldt voor organisatiekosten ( 2 x 10.000) en € 138.000 voor de inrichting van het terrein. Het is een nieuw evenement waarbij op 1 locatie topwedstrijden worden gehouden op het gebied van 3 Friese buitensporten: kaatsten, skûtsjesilen en fierljeppen. Dit evenement zal plaatsvinden bij de Wijde Ee bij Burgum. De vrijdag is bedoeld voor de jeugd en de zaterdag voor de topwedstrijden. In 2012 en 2013 is hiervoor een bijdrage beschikbaar gesteld voor de prijzen (2 x €5.000,-) Verder is er dit jaar een bijdrage van €20.000,- (eenmalig) verstrekt (8G).
5.4 De laatste onderzoeksvraag Ter afsluiting van het hoofdstuk over de Fryske sporten gaan we na of er resultaten zijn behaald m.b.t. het beleidsdoel: een toename van het aantal leden van de Fryske sportverenigingen. Hieronder volgt een overzicht van de ledenaantallen van deze vier sporten, voor zover deze aantallen ons bekend zijn. Aantal leden
1 jan 2009
1 jan 2010
1 jan 2011
1 jan 2012
1 jan 2013
Kaatsen
13.947
13.483
13.255
13.665
14.064
Fierljeppen
296
309
324
Damjen frysk spul
262
(293)?
271
297
SKS: maximaal 14 deelnemers/skûtsjes en naast de schipper circa 10 à 11 leden per skûtsje. IFKS: 60/65 deelnemers/skûtsjes en 865 leden.
19
Het aantal leden blijft bij het skûtsjesilen, vanwege het exclusieve karakter, door de jaren heen vrijwel gelijk. Uit de tabel blijkt echter dat er voor de resterende drie Friese sporten een stijging in ledenaantallen valt te onderkennen. Hoewel voor het fierljeppen geen gegevens van 2013 beschikbaar zijn. Of dit causaal gerelateerd is aan de prestaties van de provincie – waaronder de verstrekte subsidies - kan niet met 100% zekerheid worden gesteld. Het lijkt zeer waarschijnlijk dat deze ontwikkeling nadrukkelijk wordt veroorzaakt door de provinciale inzet. De gewenste stijging van 20% van het aantal actieve leden van kaatsverenigingen is waarschijnlijk niet gehaald. Het aantal leden van de KNKB is in ieder geval niet met 20% toegenomen. Wel lijkt er een kentering te zijn bewerkstelligd. Er dient te worden aangetekend, dat er een aanzienlijk aantal kaatsverenigingen bestaat zonder lidmaatschap van de KNKB. Het is derhalve niet helemaal uit te sluiten, dat de doelstelling toch is gerealiseerd. De introductie van de zachte bal heeft meer mensen, jong en oud, aan het kaatsen gekregen. Concrete cijfers hierover zijn niet paraat. De strategische doelstelling van deze beleidspijler is naar onze beoordeling tenminste gedeeltelijk gerealiseerd.
5.5 Conclusie Het doel van de beleidspijler Fryske sporten zou meer SMART kunnen worden geformuleerd. De doelstelling m.b.t. de gewenste toename van het aantal actieve leden van kaatsverenigingen is hierop een positieve uitzondering. De te leveren prestaties zijn dusdanig geformuleerd dat ze duidelijk passen binnen het kader van de strategische doelstelling van de basispijler Fryske sporten. De tendens om de Fryske sporten in het onderwijs te verankeren is duidelijk gaande. Hierbij kunnen wij na het raadplegen van internet nog opmerken, dat het CIOS Heerenveen naast het vak kaatsen, inmiddels ook het fierljeppen als lesvak heeft geïntroduceerd. We kunnen dus concluderen dat het streven naar verankering in het onderwijs heel systematisch wordt aangepakt, waardoor er duidelijke vorderingen zijn in het licht van het betreffende beleidsdoel.
6. Talentontwikkeling In dit hoofdstuk komt de derde beleidspijler aan de orde, uitgaande van de in hoofdstuk 3 gestelde onderzoeksvragen. Ook hier, net als bij de vorige beleidspijler, vermelden wij dat het een relatief nieuw beleidsterrein betreft. Dit heeft tot gevolg dat wij ook hier de vrijheid nemen om verhoudingsgewijs ten aanzien van de breedtesport vrij uitgebreid rapporteren. Net als bij Fryske sporten geeft de aangeleverde informatie hier eveneens reden toe.
6.1 Dekking Talentontwikkeling
9. grotere doorstroom Friese sporters naar topsportstatus;
I. subsidie Topsport Steunpunt Noord
Over de ontwikkeling en begeleiding van sporttalenten kan worden gesteld, dat in de periode 2010 tot en met 2013 vooral de ontwikkeling van de CTO organisatie (Centrum voor Topsport en Onderwijs) in Heerenveen is gestimuleerd om daar een sterke en stabiele structuur in te brengen, die voor langere termijn blijft bestaan en positie houdt in de Nederlandse topsportwereld. De opzet van het CTO Heerenveen is om getalenteerde topsporters optimaal te faciliteren en te begeleiden in de uitoefening van hun sport en de opbouw van hun sportieve carrière. Dit onder auspiciën van NOC*NSF en met steun van ministerie van VWS om vorm te geven aan topsportbeleid zoals dat is vastgesteld in de Sportagenda 2020 van NOC*NSF, waarin zij de Top-10 ambitie structureel willen realiseren. Topsport Steunpunt Noord (TSN) ontvangt subsidie van de provincie Fryslân. Talentontwikkeling speelt zich echter binnen een breder kader af dan Topsport Steunpunt Noord. In 2013 zijn TSN en het CTO Heerenveen gefuseerd in Stichting Topsport Noord. Wij kiezen ervoor om na te gaan waar deze drie organisaties hun gelden aan hebben besteed. De provincie heeft een hoge mate van vertrouwen in Stichting Topsport Noord om de subsidies optimaal in te zetten. Dat laat echter onverlet, dat het prestatieveld scherper (smarter) kan worden geformuleerd. In de volgende paragraaf gaan we kijken welke prestaties zijn verricht om de grotere doorstroom van Friese sporters naar een topsportstatus te bewerkstelligen. 20
6.2 Prestaties Voor de sportdisciplines turnen, judo, zwemmen en schaatsen zijn door de betrokken sportbonden KNGU, JBN, KNZB en KNSB selecties samengesteld van hun beste talenten uit het hele land en dit geeft het CTO Heerenveen als organisatie in Fryslân een unieke positie als opleidingsplek voor topsporters. CTO heeft daarbij in een periode van vier jaar de volgende activiteiten uitgevoerd: 2009 / 2012: o CTO heeft in samenwerking met OSG Sevenwolden (VO), Friesland College (MBO), Stenden College en NHL Leeuwarden, Hanze instituut (HBO en RUG (WO) de Talentenacademie Noord (TAN) georganiseerd met belangrijke steun van A-7, Provincie Fryslân, gemeente Heerenveen en ministeries VWS en OC&W. In de periode 2010 t/m 2013 is vooral de aandacht gericht geweest op het project TAN en de ontwikkeling van een goed concept om topsport en onderwijs op een verantwoorde wijze te combineren. o Bij talentontwikkeling gaat het om het realiseren van een optimale combinatie tussen topsport en onderwijs. Dit is gelukt in een uniek project wat heeft geleid tot een uniek onderwijsconcept waarbij het topsportprogramma leidend is en waar het onderwijsprogramma in een individueel leertraject op is aangepast. o Dit TAN concept heeft ertoe geleid dat er structurele financiële steun is gekregen vanuit ministerie en NOC*NSF en de onderwijsinstellingen om dit concept tot en met 2016 vorm en inhoud te geven. o Vanaf de aanzet van het project met steun uit Fryslân en Heerenveen was het van essentieel belang om het concept gedurende drie schooljaren te bewijzen. o Na een start met 20 leerlingen is TAN uitgegroeid tot een stabiele deelname van ruim 45 leerlingen in het schooljaar 2013. o Huisvesting voor jonge sporters is belangrijk voor een veilige en vertrouwde omgeving. CTO heeft hier voor elke leeftijdsgroep een woonvorm ontwikkeld en georganiseerd: Pleeg- of gastgezinnen voor de jongste talenten vanaf 12 jaar, waar ze 100% worden begeleid in de “gezinssituatie. CTO selecteert en begeleidt de gezinnen. Begeleid wonen van een grote groep van 50 talenten vanaf 16 jaar in een gecombineerde woongemeenschap met senioren in de serviceflat Oranjewoud in Heerenveen. Dit unieke project heeft twee totaal verschillende doelgroepen samengebracht wat een perfecte combinatie is gebleken. CTO heeft hier kamers ingericht en zorgt voor begeleiding en toezicht van de sporters door de inzet van topsport life-style coaches. Bedoeling is dat de sporters geholpen worden en opgeleid tot zelfstandige persoonlijkheden die zelfsturend zijn en initiatief nemen in hun eigen carrière vanuit hun eigen talent en ambitie. CTO heeft 2 Lifestyle coaches parttime in dienst op 95 sporters. Wat zijn de behaalde resultaten van het TAN-concept? Er is een grotere doorstroom van leerlingen en getalenteerde sporters die Voortgezet Onderwijs of MBO volgen via de TAN t.o.v. vroeger toen deze leerlingen het reguliere VO onderwijs moesten combineren. Uitwisseling met scholen uit de provincie zorgt voor goede voorbereiding op de TAN (o.a. BO scholen uit Sneek, Stiens, Gorredijk, Heerenveen, Bakkeveen en Oosterwolde) 90% van de TAN leerlingen slaagt voor hun diploma in vrijwel dezelfde studietijd als hun leeftijdsgenoten in het reguliere onderwijs Die TAN leerlingen slagen op hun ingeschaalde leerniveau voor hun diploma, waar ze voorheen zonder TAN concept vaak kozen voor een lager studie niveau om de combinatie met topsport mogelijk te maken. Ministerie van VWS en NOC*NSF hebben landelijk de afspraken gemaakt met de CTO’s dat er tot 2016 structureel financiële steun is om het concept verder uit te bouwen en sterker te maken. Wat moet er nog gebeuren? Het e-learning project moet veel meer steun krijgen om leerstof en methode te digitaliseren zodat onderwijs minder tijd- en plaatsgebonden is. Meer specifieke doelgroepen (kunst, cultuur, gehandicapten, hoogbegaafden, etc.) zouden in het TAN concept moeten deelnemen. Concept zou passen binnen meerdere onderwijsinstellingen verdeeld over de provincie, zodat meer doelgroepen bediend kunnen worden. 21
Alle genoemde activiteiten hebben er gedurende de periode 2008 / 2012 toe geleid dat CTO Heerenveen een vaste plek heeft gekregen in de Nederlandse topsportwereld en dat die positie ook tenminste tot 2017 is gegarandeerd. Een opsomming van effecten, resultaten en kengetallen: -
CTO Heerenveen faciliteert en begeleidt voor 5 sportbonden hun 8 sportdisciplines (turnen, judo, zwemmen, shorttrack, skeeleren, langebaan schaatsen en bobslee) met 13 topsportprogramma’s, (oranje en jong oranje selecties). Hier zijn 14 bondscoaches in dienst die werk hebben via CTO Heerenveen en die voor een groot deel in Fryslân wonen en verblijven. In totaal zijn ruim 30 expert begeleiders (sportartsen, fysio’s, krachttrainers, diëtisten, etc.) in meer of minder mate aan het werk voor de topsport Er zijn 3 fulltime studiecoaches / coördinatoren en 14 parttime vakdocenten betrokken bij het onderwijsproject van de talentenacademie Gemiddeld 150 topsporters en talenten vanuit heel Nederland zijn gehuisvest in Heerenveen en leven hier dagelijks hun topsportleven op de campus. Ruim 1/3 van die 150 CTO sporters komt uit Fryslân en zit in Oranje of Jong Oranje selecties. CTO huurt in totaal voor 120 tot 135 uur per week specifieke trainingsaccommodaties Onderzoek wijst uit dat al deze activiteiten ruim € 4 miljoen per jaar omvatten en Fryslân in “beweging” brengt. Fryslân heeft 4 kernsporten (schaatsen, judo, zwemmen en turnen) benoemd om speerpunt te zijn in de te ontwikkelen sporten. De ontwikkelingen hier zijn: o Dat de unieke topsportcultuur die in 40 jaar in Heerenveen is opgebouwd een ideale basis vormt om getalenteerde sporters naar het CTO te trekken om hier fulltime te gaan werken aan hun topsportcarrière; o Schaatsen laat een doorontwikkeling zien met plannen voor een Nieuw Thialf stadion, met optimale topsportfaciliteiten, die de gehele topsportfaciliteiten voor Fryslân en zelfs Nederland op een uniek hoog niveau brengen, wat Heerenveen en Fryslân een internationale status zal geven. Deze plannen zijn nog niet van tafel, maar vooralsnog heeft de KNSB besloten om prioriteit te geven aan de ontwikkeling van het ice dome in Almere; o Turnen is gegroeid van clubniveau naar internationaal prestatieniveau met als kroon een het Olympische succes van Epke Zonderland en Céline van Gerner die beide hun totale opleiding in Heerenveen hebben genoten; o Zwemmen is gegroeid van clubniveau naar nationaal niveau en de KNZB heeft Drachten aangewezen als aspirant Nationaal Trainingscentrum van het CTO naast het centrum in Eindhoven en Amsterdam; o Judo en Shorttrack hebben alle nationale selecties naar Heerenveen weten te trekken en vormen de basis voor de selecties die internationaal presteren; o Alle CTO disciplines hebben een wereld- of olympisch kampioen opgeleverd in de laatste 4 jaar.
o
-
Fryslân heeft tijdens de Olympische Spelen 2012 in Londen de meeste Olympische deelnemers ooit opgeleverd en die hebben de meeste finales ooit gehaald. CTO Heerenveen genereert als organisatie in totaal een werkbudget van € 980.000,- per jaar, wat betekent dat de steun vanuit provincie en gemeenten in Fryslân verveelvoudigd is en structureel tot en met 2016 beschikbaar is.
In de periode 2010 - 2013 zijn er naast de ontwikkelingen op het CTO meer activiteiten georganiseerd in Fryslân om op meerdere plekken jonge getalenteerde sporters goed te faciliteren. De meeste aandacht is in 2010 uitgegaan om de betrokken organisaties Topsport Steunpunt Noord en CTO Heerenveen samen te brengen en te laten fuseren tot 1 organisatie. De opzet hierbij was om de totale piramidale opbouw, die kenmerkend is voor de sport (breed beginnen en werken naar een top) in 1 structuur te passen. Dit met het volgende doel: Een logische leerlijn te realiseren in de opbouw van talent naar topsporter; Eén deskundig loket realiseren waar alle talenten en topsporters en hun ouders, maar ook overheden en sportverenigingen en coaches terecht kunnen met vragen of informatie; Meer samenwerking en afstemming tussen de drie noordelijk provincies en hun “sportgemeenten” om op die manier een sterkere (concurrentie) positie te krijgen in vergelijk met de rest van Nederland. Onderzoek wijst uit dat op gebied van topsport en talenten, aantallen een belangrijke 22
rol spelen en dan is elke provincie apart in het noorden een minder dichtbevolkt gebied t.a.v. de rest van het land. Dus moet je de “talentenvijver” vergroten door samen te gaan werken met drie provincies om zo in aantallen weer iets in de buurt van de anderen te komen. Met minder overheadkosten meer begeleiding van talenten realiseren. Tevens dient de fusieorganisatie een partner voor de lokale overheden (provincies en gemeenten) te zijn die ter zake deskundig is om te beoordelen wie talentstatus heeft en wie niet en die de schakel kan vormen tussen overheid en werkveld en die investeringen in topsport en talentontwikkeling kan verantwoorden Resultaten: Per 1 januari 2013 is de fusie gerealiseerd tussen Topsport Steunpunt Noord (TSN) en Centrum voor Topsportonderwijs (CTO) Heerenveen tot Stichting Topsport Noord met één bestuur en een Raad van Toezicht. TSN kreeg een vaste budgetsubsidie van ongeveer €24.000,per jaar voor de ontwikkeling en begeleiding van sporttalenten. CTO Heerenveen heeft een incidentele meerjarige startsubsidie gekregen voor de oprichting van de talentenacademie en daarnaast kregen zij sinds vorig jaar incidentele subsidie voor de versterking van kernsporten en talentontwikkeling. Topsport Noord heeft CTO Heerenveen als Topsport Campus Topsport Noord ontwikkelt in de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe een samenwerkingsverband om talenten op locatie, “dichtbij huis” gelegenheid te geven om hun sportieve talent en ambitie optimaal te ontplooien. Gemeenten, scholen, bedrijven of stichtingen die een sterke binding hebben met topsport en talentontwikkeling zijn de partners van Topsport Noord om een Regionaal Talent Centrum (RTC) op te zetten. Dit onder regie van de sportbond die in de regio haar talenten wil begeleiden in een programma onder leiding van een gekwalificeerde trainer. In de lijn van de CTO structuur verzorgt Topsport Noord zoveel mogelijk de faciliteiten en expertbegeleiding van de RTC programma’s Per 2013 zijn hier de volgende RTC’s actief: RTC turnen in Heerenveen voor jongens en meisjes tot en met 12 jaar (ca. 30 deelnemers uit Fryslân en nog eens 40 uit Groningen en Drenthe) RTC zwemmen Drachten voor junioren en senioren, die grotendeels uit heel Nederland komen. De verbinding met de regio is dat er met clubs uit o.a. Leeuwarden, Heerenveen, Dokkum 15x per jaar workshops, trainingen, clinics en testen worden georganiseerd om het kader en de sporters beter te maken. Dit heeft tot een doorstroom geleid van enkele Friese talenten tot het nationale junioren niveau. RTC Judo in Heerenveen vormt de basis voor ongeveer 80 tot 100 judoka’s die elke maandagavond met elkaar sparren en trainen onder leiding van de bondscoach. Het is een neutrale organisatie waar elke geselecteerde clubsporter en trainer welkom is. Enkele Friese sporters zijn inmiddels doorgedrongen tot nationale top en de eerste internationale overwinningen en selecties voor EK en WK zijn een feit. In Heerenveen heeft zich een RTC badminton gevormd waar 15 toppers uit het noorden 4 dagen per week kunnen trainen. De bond heeft dit RTC benoemd tot Badmintonacademie voor het Noorden, waar nu gemiddeld 50 beste spelers trainen. Via de stichting WONN en de KNZB is een gezonde RTC organisatie voor Waterpolo opgezet i.s.m. Groningen, Emmen en Zwolle, met Heerenveen als wekelijkse centrale trainingslocatie In Sneek wordt een RTC zeilen opgezet i.s.m. Watersportverbond en de clubs uit Sneek en Paterswolde Topsport Noord is met de volgende projecten bezig i.s.m. de sportbond om een RTC te realiseren: o NEVOBO om in samenwerking met Sneek en Heerenveen een RTC zaal en beachvolleybal op te zetten o KNSB om kunstschaatsen in Thialf te organiseren in samenwerking met ijsclubs Groningen en Assen o Korfbal om een RTC op te zetten in Heerenveen Het mag duidelijk zijn, dat er veel en belangrijke prestaties zijn verricht om de strategische doelstelling te verwezenlijken. Aangezien er slechts sprake is van één prestatieveld binnen deze beleidspijler, behoeven wij hier geen afweging te maken, betreffende het al dan niet benadrukken van één of meerdere prestatievelden.
23
6.3 De laatste onderzoeksvraag Uit het voorgaande is duidelijk geworden welke prestaties de provincie levert ten behoeve van de talentontwikkeling betreffende topsport. In feite zijn alle prestaties erop gericht om een grotere doorstroom van sporters naar een topsportstatus te bewerkstelligen, dus ook de doorstroom van de Friese sporters. Vanwege deze gerichtheid is het aannemelijk, dat de prestaties een bijdrage hebben geleverd aan het bereiken van de betreffende strategische doelstelling. De prestaties komen voort uit het subsidiëren van Topsport Steunpunt Noord, het Centrum voor Topsport Onderwijs Heerenveen en uiteindelijk Stichting Topsport Noord. Onze analyse is niet blijven steken bij het louter constateren, dat er subsidies zijn verstrekt. Uit de verstrekte informatie blijkt duidelijk, dat er resultaten zijn geboekt. Veel CTO Heerenveen sporters komen uit Fryslân en zitten in de selecties van Oranje of Jong Oranje. De Olympische prestaties van Epke Zonderland en Celine van Gerner zijn genoemd. In het verlengde hiervan ligt de constatering dat Fryslân de meeste sporters ooit heeft geleverd tijdens de Olympische Spelen 2012 in Londen, die ook nog eens de meeste finales ooit haalden. Met betrekking tot het zwemmen zijn enkele Friese talenten doorgestroomd naar het nationale junioren niveau. Ook bij het judo zijn Friese sporters inmiddels doorgedrongen tot de nationale top en zijn er zelfs reeds aansprekende internationale resultaten behaald. Op basis van al deze successen komen wij tot de constatering dat de doelstelling van dit beleidsthema grotendeels is gerealiseerd. Gezien de ontwikkelingen kunnen we in het kader van deze doelstelling in de nabije toekomst nog meer successen verwachten.
6.4 Conclusie De in paragraaf 7 genoemde geleverde prestaties zijn van een dusdanig professioneel niveau, dat het zonder meer duidelijk is dat deze prestaties de doorstroom van (Friese) sporters naar een topsportstatus in aanzienlijke mate hebben bevorderd. Natuurlijk is het doorstromen van talent naar de topsportstatus afhankelijk van vele factoren. Niet alleen de geleverde activiteiten binnen het prestatieveld hebben hierop invloed. Ook persoonlijke factoren en omgevingsfactoren van de sporters spelen een rol. Zeker op een dergelijk topsportniveau kunnen kleine details de weg naar succes bepalen. De kracht van de aanpak van TN is nu juist dat de talenten op deze factoren professioneel worden begeleid. De geleverde prestaties van de provincie komen binnen dit beleidsthema neer op het verstrekken van subsidies op basis van aanvragen vanuit TN. Het is van belang om in de komende jaren met de professionals van TN na te gaan wat precies de succesfactoren in de professionele aanpak van talenten zijn. Dit schept de mogelijkheid om de begeleiding van de talenten nog verder te verbeteren.
7. Sportevenementen Binnen de beleidspijler sportevenementen was er in eerste instantie een onderscheid tussen klein- en grootschalige evenementen. Hieronder staan de strategische doelstelling en de prestatievelden geformuleerd.
Sportevenementen
10. jaarlijkse groei klein- en grootschalige sport- en beweegevenementen ter promotie Fryslân.
24
J. budget kleinschalige sportevenementen K. budget grootschalige sportevenementen L. vergroten promotionele waarde van sportevenementen, breed toegankelijk maken voor publiek en het vergroten van bekendheid sporten en evenementen
7.1 Dekking De doelstelling van dit beleidsthema is in algemene bewoordingen geformuleerd. De dekking tussen de te leveren prestaties en de beleidsdoelstelling is vanuit dit algemene perspectief sluitend te noemen. De concrete uitwerking van deze dekking is natuurlijk afhankelijk van de projectvoorstellen die worden ingediend. In het aanvraagformulier t.b.v. van de sportevenementen komen de in het schema genoemde te leveren prestaties aan de orde. De aanvrager moet aangeven hoe binnen het evenement de promotie van de betreffende sport, de promotie van Fryslân en de brede toegankelijkheid voor het publiek concreet worden gerealiseerd. Het is te overwegen om voor de jaarlijkse groei van het aantal sportevenementen een specifiek resultaat te formuleren.
7.2 Prestaties Sportevenementen worden door de provincie Fryslân onderverdeeld in kleinschalige en grootschalige evenementen. Wij zullen hier geen inhoudelijke weergave van de evenementen geven. Het is over het algemeen gemakkelijk om een beeld te vormen bij de evenementen die hieronder worden opgesomd. Er zijn geen overzichtstabellen van kleinschalige sportevenementen in de jaren 2011 tot en met 2013. De subsidiemogelijkheid voor deze evenementen bestond maar tot 2011. Van de grootschalige sportevenementen kunnen we de gegevens wel aanschouwelijk maken voor de jaren 2010 tot en met 2013. Deze eerste tabel betreft kleinschalige sportevenementen in 2010. Het beschikbare budget bedroeg €50.000,-. Op basis van deze tabel kan derhalve worden geconcludeerd dat er sprake van onderbesteding is geweest. Toegekend Aanvrager Bedrag 2500,00 Aris play offs- Basketball wedstrijden op landelijk (topsport)niveau 2500,00 Schuttevaerrace 3 4 en 5 juni : zeilen, hardlopen en fietsen 2500,00 St TSH, Gymnastics Tournament: turnen 648,00 NHL Playing4Dreams, zaalvoetbaltoernooi 20 jan 2010: zaalvoetbal 2500,00 FK Judokamp, Lw 10 april: judo 1500,00 Cruiff foundation, Ijsfeest 26 maart 2010 Thialf: schaatsen 750,00 Stichting Score, kaatsochtend 22 mei St Annaparochie: kaatsen 1000,00 Jacob Klaver, Jong Famme party 4 july : kaatsen 1500,00 Internat. Paspiepertoernooi De Graspiepers, 2,3 en 4 april: hockey 1500,00 20 van Drachten, 3 oktober : loopevenement 750,00 Spelend sporten, bokaal Friesland voetbal 15 mei: voetbal 250,00 Kyokushin, NK karate 21 mrt: karate 750,00 Kennedymars, Wouterswoude: wandelen
25
1000,00 ZV Orca, waterpolo september: waterpolo 2500,00 St. Bartlehiem Skeelertocht, 21 augustus: skeeleren 1500,00 vv AVC Sexbierum, 30 en 31 juli dames voetbaltoernooi: voetbal 350,00 KV de Waterpoort: korfbal 400,00 Keatsferiening Easterein, doarpekompetysje: kaatsen 2500,00 Sportstad Heerenveen, NK turnen 19 en 20 juni: turnen 2100,00 Friese Handbal Combinatie, 28 en 29 augustus: handbal 1000,00 Swaddekuier Buitenpost 6 en 7 augustus: wandeltocht 1500,00 Ald-Meiers Partij Hitzum, 7 augustus: kaatsen 1500,00 Concours Hippique Sneek, 9 tot 13 juni: paardensport 32.998,00
In 2010 was er €100.000,- beschikbaar voor grootschalige sportevenementen. Met een bedrag aan verstrekte subsidies van €99.000,- is het budget bijna volledig besteed.
Hieronder vermelden wij de subsidies die in het kader van de grootschalige sportevenementen over een periode van drie jaar zijn verstrekt. 5.750,00 St Wielercom.Surhuisterveen: veldrit 11.500,00 Batavus Pro Race 12 mei 2010: wielrennen 11.500,00 Remco Heite Schaaktoernooi: schaken 11.500,00 Windmill cup: tennis 20.000,00 Gezamenlijke Concoursen, promotieactiviteiten: paardensport 5.750,00 St.Wielercom.Sur’veen, 29e Profronde van Sur'veen: wielrennen 11.500,00 Marathon van Leeuwarden: hardlopen 11.500,00 St.Stand Upp Paddle, 11 steden september: stand-up-paddle 10.000,00 European Champ 2010 Korfball: korfball 99.000,00
26
De uitgaven in 2011 ten bate van grootschalige sportevenementen bedroegen €87.500,terwijl er weer €100.000,- aan subsidiegelden beschikbaar was. 11500,00 Gezonde stad Leeuwarden: hardlopen 5000,00 Gymnastics tour, Heerenveen: turnen. 2500,00 Rensportnoordwolde, EK grasbaan voor zijspannen: motorsport ? 5750,00 St.Wielercomite S’veen, Profronde van Surhuisterveen: wielrennen 5750,00 St.Wielercomite S’veen, centrumcross Surhuisterveen: veldrit 1000,00 Team Solid, dutch open armwrestling tournament 2011: armwrestling 4000,00 Philidor 1847, schaaktoernooi 18, 19 en 20 november 2011: schaken 5000,00 Stand Up Paddle 11 steden, 7-11 september 2011: stand-up-paddle 11500,00 Gezamenlijke Concoursen Fryslân, 2011: paardensport 1000,00 St. Bartlehiem Skeelertocht Ferwerderadiel te Hallum: skeeleren 3000,00 Sportstad Heerenveen, NK 18 en 19 juni turnen: turnen 20000,00 St. WK kaatsen 2012, 26 aug - 1 sept 2012: kaatsen 11500,00 Internationaal Concours Noord Nederland te Drachten: paardensport 87500,00
De volgende tabel betreft een overzicht van de subsidies ten behoeve van de grootschalige sportevenementen in 2012. Het beschikbare budget à €100.000,- is niet volledig besteed. 5000,00 Sportstad Heerenveen, gymanstic tournament: turnen 5250,00 St. Remco Heite Schaaktoernooi: schaken 11500,00 St. Gezonde Stad Leeuwarden: hardlopen 3000,00 Org.cie Fryslân Trophy, Drachten: waterpolo 1000,00 Sportver. Team Solid: dutch open armwrestling tournament: armwrestling e
2000,00 St. Sport Promotie Ameland, 11 Tri-Ambla, cross triathlon : zwemmen, crossfietsen, hardlopen 2000,00 Free Time Promotion BV, beachvolleybal Lemmer: beachvolleybal 5000,00 Nederlandse Ijshockey bond: WK ijshockey onder de 18 jaar: ijshockey 5000,00 St.Stand upp paddle, 11 stedentocht: stand-up-paddle 2200,00 Stichting Triathlon Heerenveen: 25
ste
27
Tritathlon: zwemmen, fietsen, hardlopen
1000,00 Stichting Bartlehiem Skeelertocht: skeeleren 1362,50 Commissie Streetball Masters (Dyna75): basketball 2000,00 Minigolfclub Appelscha: midgetgolf 20000,00 Stichting Internationaal Concours Noord Nederland: paardensport Tot.66.312,50
Ten slotte volgt hier de tabel met de subsidies ten behoeve van grootschalige sportevenementen in Fryslân in 2013. Het beschikbare budget is wederom €100.000,-. Ook hier kan worden geconcludeerd, dat het beschikbare budget nog niet ten volle is benut. Wij hebben echter vernomen, dat de verwachting is, dat besteding van het gehele budget waarschijnlijk zal worden gehaald. € 563,00 D.O.V. Leeuwarden, NK tafeltennis voor sporters met een beperking € 2.500,00 KNSB/Friese Schaakbond/Schaakclub Sneek: NK jeugdschaken € 3.750,00 Korfbalvereniging Mid Fryslan: wereldbeker korfbal landenteams < 19 jaar € 6.100,00 Stichting Wielerpromotie Olympia: ronde van ZO Friesland, wielrennen e
€ 6.360,00 Go Marketing: city beach tour: beachvolleybal, 1 en eredivisie € 7.588,00 Stichting Topsport Noord & CTO H’veen, Sidijk turntoernooi 2013: Turnen € 4.363,00 Koninklijke Schaakclub Philidor1847: schaken € 11.500 Stichting stand-up-paddle: SUP 11 stedentocht, Stand-up-paddle € 3.624 R. vd Staay, hooked Workum, div. (water)sporten: surfen, kite-surfen, suppen € 5.570 Stichting Wielercomité Surhuisterveen, centrumcross, veldrijden € 1.540,00 Dyna '75: Streetball Masters Heerenveen, basketbal € 5.750 Stichting Wielercomité Surhuisterveen: 32
ste
profronde S’veen: wielrennen
€ 1.000 Sportvereniging Team Solid, dutch open armwrestling, Tot.€60.208
Uit de gegevens, waarover we beschikken, kan worden afgeleid dat de nadruk van het provinciale beleid ligt op het stimuleren van het organiseren van grootschalige sportevenementen.
7.3 De laatste onderzoeksvraag Er kan helaas wegens gebrek aan gegevens niet worden vastgesteld, dat er sprake is van een jaarlijkse groei van kleinschalige sport- en beweegevenementen over de periode 2010 - 2013. De bovenstaande tabellen betreffende de grootschalige sportevenementen laten een stabiel bedrag zien, dat voor deze evenementen per jaar beschikbaar is. De uitgegeven bedragen duiden echter geenszins op een groei. Integendeel, er is een dalende trend waarneembaar van 2010 tot en met 2012. In 2013 wordt wel weer een groei verwacht, maar niet meer dan €100.000,-. In het aantal 28
projecten waar subsidie aan is verstrekt, is wel een stijgende lijn te herkennen. We gaan er daarbij vanuit, dat het aantal van 13 sportevenementen tot nu toe in 2013 gaat worden overschreden. Dat de strategische doelstelling van deze beleidspijler tenminste deels wordt bereikt door te leveren prestaties J en K, is wel aannemelijk. We hebben kunnen zien dat er subsidies worden verstrekt ten behoeve van de betreffende sport- en beweegevenementen. De provincie investeert erin. Prestatieveld L zou kunnen bijdragen aan de tiende strategische doelstelling, ware het niet dat er nauwelijks aandacht is besteed aan dit prestatieveld. Op het aanvraagformulier voor het verkrijgen van eventuele subsidie worden overigens wel vragen gesteld over de promotieactiviteiten en de toegankelijkheid van het evenement voor het grote publiek.
7.4 Conclusie In deze paragraaf concentreren wij ons op de grootschalige sportevenementen, omdat die gedurende de hele looptijd van de sportnota zijn gesubsidieerd. De jaarlijkse groei van grootschalige sportevenementen kan op twee manieren worden geconcretiseerd: (a) de groei van het aantal evenementen en (b) de groei van het totale bedrag dat aan subsidies is verstrekt t.b.v. deze evenementen. Op het terrein van het aantal grootschalige sportevenementen is er over de jaren een bescheiden jaarlijkse groei te constateren. Kijken we naar het totale bedrag dat jaarlijks aan subsidies aan de evenementen wordt besteed, dan zien we in twee jaren een zekere mate van onderbesteding en in de twee overige jaren wordt vrijwel het gehele budget aan subsidies uitgekeerd. Uiteraard worden deze resultaten beïnvloed door het aantal aanvragen dat jaarlijks wordt ingediend en de kwaliteit van deze aanvragen. Daarnaast kan de bekendheid van het budget grootschalige sportevenementen ook nog een rol spelen. De promotionele waarde van de sportevenementen en de toegankelijkheid ervan voor het brede publiek komen in het aanvraagformulier voor subsidie nadrukkelijk aan de orde. Er wordt echter door de aanvrager geen rapportage op dit thema gevraagd. Het zou van belang kunnen zijn, dat de organisatoren van de evenementen achteraf verslag doen van de resultaten op het gebied van promotieactiviteiten en de toegankelijkheid voor het grote publiek. We kunnen afsluitend concluderen dat de provincie duidelijk aandacht besteed aan de te leveren prestaties, maar op dit vlak gedeeltelijk afhankelijk is van de subsidieaanvragers. Op dit terrein zou een rapportage achteraf van de sportevenementen meer relevante informatie kunnen opleveren. Het beleidsdoel van jaarlijkse groei is gedeeltelijk gerealiseerd, er is een bescheiden toename van het aantal evenementen geconstateerd.
8. Sportprijzenbeleid 2012 t/m 2015 In 2010 is voor de eerste keer het sportgala Fryslân georganiseerd. De rol van de provincie is in 2011 verminderd ten opzichte van 2010. Vanwege minder personele capaciteit is er geen deelname meer in stuurgroep en werkgroepen en worden er nagenoeg geen uitvoerende werkzaamheden meer gedaan. De provincie wordt wel op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen tijdens de organisatie en op het gebied van de financiën. Verder wordt de provincie gekend in belangrijke beslissingen zoals wel/geen uitzending door Omrop Fryslân. Nieuw in 2011 was de netwerkbijeenkomst in de vorm van een diner. Het sportgala in zijn huidige vorm is zeer succesvol gebleken: een goede promotie van de sport en de sporter, aandacht voor Friese sporten en de breedtesport, goede opkomst, laagdrempelig (geen entreekosten), veel aandacht in de media, betrokkenheid van het publiek/burgers door te laten stemmen, meerdere partijen in de organisatie en daarmee een breed draagvlak en een groeiend sponsornetwerk. Sport Fryslân heeft aangetoond het sportgala - met de mede organiserende partijen goed en professioneel te kunnen organiseren. De mede organiserende partijen zijn, de gemeente Heerenveen en Topsport (Steunpunt) Noord. De kosten worden gedragen door de organiserende partijen en sponsors. De netwerk-bijeenkomst in 2011, voorafgaand aan het sportgala bleek eveneens zeer zinvol en succesvol. De oeuvreprijs is nu de enige officiële prijs van de provincie. Alle partijen zijn er het er over eens dat deze prijs vanwege zijn traditie in stand moet blijven. Wat deze prijs betreft heeft de provincie het laatste woord en is instemming van GS vereist. Voordracht van de kandidaat gebeurt door de adviescommissie. De adviescommissie bestaat uit vertegenwoordigers van: Sport 29
Fryslân, Topsport Steunpunt Noord, twee regionale kranten (FD en LC), Omrop Fryslân en de Fryske sporten. Er wordt gewerkt met een onafhankelijk punten systeem, ontwikkeld door Topsport Steunpunt Noord. Eveneens wordt ieder jaar de Friese paardensportprijs “de Guds” uitgereikt. Deze prijs is bestemd voor een persoon, organisatie of vereniging die zich langdurig heeft ingezet op het gebied van de Friese paardensport. Een “guds” was vroeger een ouder paard die beschikbaar was voor allerhande onbelangrijke klusjes die toch noodzakelijk waren. Het criterium voor de Gudsprijs is de altijd en overal inzetbare vrijwilliger (of instantie of vereniging) die zich belangeloos inzet voor de paardensport. Dan is er ook nog de provincie Fryslân prijs. Een zestal bekende concoursen in Fryslân is gaan samenwerken en heeft de “vereniging gezamenlijke concoursen Fryslân” opgericht. Het doel is om elkaar te versterken en vooral de promotie gezamenlijk te regelen. Bij deze zes concoursen neemt het Friese paard een belangrijke plek in. Ieder jaar wordt er een provinciale prijs verreden tijdens deze concoursen Fryslân. Het gaat om de concoursen in Dokkum, Garyp, Buitenpost, Rijs, Drogeham en Workum. De vereniging regelt zelf de dagprijzen en de finale prijs. Het sportgala wordt gesubsidieerd met een bedrag ad €15.000,- per jaar (incl. netwerkdiner kosten).
9. Olympisch Plan Het organiseren van de Olympische Spelen in 2028 in Nederland was tot voor kort een beleidsdoel van de regering. Dit doel was als het ware de kers op de taart. Het ging in essentie namelijk om een plan voor een vitale samenleving, waarin inwoners worden gestimuleerd om zoveel als mogelijk aan sport en bewegen deel te nemen. Een plan waar heel Nederland en dus eveneens Fryslân van zouden moeten profiteren. Het Olympisch Plan Fryslân sloot hierop aan en kende een looptijd van 2012 tot 2016. Inmiddels is besloten om in verband met de economische crisis niet langer te streven naar het binnenhalen van de Olympische Spelen in 2028. Het doel van een vitale samenleving is echter als zodanig niet van de baan. Elementen uit het Olympisch Plan zijn terug te vinden in het huidige sportbeleid van de provincie, zoals het stimuleren van de Friese cultuursporten en het subsidiëren van Topsport Noord.
10. De vier beleidspijlers financieel 2010 tot en met 2013 Het hierna volgende schema biedt een overzicht van de financiële bestedingen van de beleidspijlers voor de jaren 2010 tot en met 2013, alsmede enige aanvullende gegevens met betrekking tot financiën en sport. Wij presenteren dit schema om inzicht te krijgen in de kosten van het provinciale sportbeleid. Met betrekking tot de Fryske sporten kan worden gesteld, dat er met ingang van 1 april 2012 een subsidieregeling voor evenementen op het gebied van deze sporten is bijgekomen ten bedrage van €50.000,- per jaar.
30
Beschikbare middelen sport 2010 – 2013
2010
2011
2012
2013
Breedtesport Subsidie steunfunctie Sport Fryslân Koersaccenten breedtesport
597.609 42.000
597.609
567.728
577.664
Subtotaal
639.609
597.609
567.728
577.664
70.186 20.000
70.186 4.600
66.654 50.000 50.000 5.000 9.700
67.820 50.000 50.000 5.000 11.707
90.186
74.786
181.354
184.527
24.895*
24.895
30.000
27.000 50.000
11.000 50.000
56.205
56.205
101.895
85.895
4.450
12.000
15.300
15.568
Fryske sporten Subsidie Fryske sport bonden + sneekweek (Koersaccent) verankering Fryske sport in het onderwijs Evenementen/clincs Friese sporten Prijzen Fryske Olympiade Overig Fryske sporten Subtotaal Talentontwikkeling Subsidie aan Topsport Noord voor begeleiding talenten Koersaccent talentontwikkeling TSN (Koersaccent) talenten academie Heerenveen Versterking kernsporten en talentontwikkeling
26.205 15.000 15.000
Subtotaal Sportprijzen Provinciale sportprijzen (paardensportprijs, sportgala, provinsje Fryslân priis) Provinciale sportprijzen (tijdelijke ophoging budget) Fries sportgala
26.205
6.000
Subtotaal
10.450
12.000
15.300
15.568
Sportevenementen Budget kleinschalige sportevenementen Budget grootschalige sportevenementen (tender) (Koersaccent) grootschalige sportevenementen (tijdelijke ophoging tender/ opdrachten / bijzondere projecten)
54.507 102.724 20.000
102.724 15.400
102.724 50.000
104.522 50.000
Subtotaal
177.231
118.124
152.724
154.522
Fryske Fiersichten (sportexperience center, Fryske olympiade, 11 km natuurkunstschaatsbaan)
134.500
Subtotaal
134.500
Olympisch Plan 2028 Opstellen Olympisch plan Fryslân Uitvoering Olympisch plan Fryslân
PM 37.500 30.015
Subtotaal
37.500
30.015
Overig Kosten formatie sport Overig tijdelijk budget sportnota
50.000 7.526
50.000 31.011
Subtotaal
57.526
81.011
1.089.132
1.129.202
Totaal
31
1.108.181
858.724
Uit de tabel blijkt duidelijk, dat de breedtesport niet alleen in aantal strategische doelstellingen en prestatievelden, maar ook in financieel opzicht veruit de belangrijkste positie inneemt in de sportnota 2010-2013. Sportevenementen, Fryske sporten en talentontwikkeling volgen op aanzienlijke afstand. Deze volgorde komt overeen met de volgorde die op basis van het aantal prestatievelden mag worden verwacht. De strategische doelstellingen kunnen hierbij buiten beschouwing worden gelaten, aangezien deze laatste drie beleidspijlers (per pijler) slechts één strategische doelstelling hebben. Het totale budget is over vier jaar, na een aanvankelijke daling, licht toegenomen. We hebben al eerder aangegeven dat de provincie niet de enige investeerder is binnen het sportdomein, gemeenten, het Rijk en andere instellingen investeren eveneens. Het is interessant na te gaan wat het multipliereffect is van de subsidies van de provincie. Op basis van het jaarverslag van 2011 van Sport Fryslân hebben we aan de hand van de begrote uren per project berekend wat de multiplier dat jaar was. Als men alle projecten meeneemt – ook de projecten waarin de provincie geen investeringen doet – dan komen we voor het gehele sportdomein uit op een multiplier van 1.9. Concentreren we ons op de projecten die van de provincie een subsidie ontvangen, dan komen we uit op een multiplier van 1.5. Voor elke euro die de provincie in sportprojecten investeert investeren derden € 1,50.
11. Conclusies & Aanbevelingen In dit hoofdstuk formuleren wij per beleidspijler een aantal conclusies en aanbevelingen. Breedtesport:
In de nota is er over het algemeen sprake van een goede dekking tussen de te leveren prestaties en de daaraan gerelateerde beleidsdoelen (strategische doelstellingen). Bij de beleidspijler breedtesport is er echter sprake van een groot aantal te leveren prestaties. Bovendien is de match tussen de prestaties en het betreffende beleidsdoel niet altijd optimaal. Wij adviseren om bij het formuleren van de nieuwe sportnota ruim aandacht te besteden aan een goede dekking tussen de beleidsdoelen en de daaronder vallende prestaties. Houd daarbij het aantal prestaties beperkt door bij een groot aantal na te gaan of ze op basis van inhoudelijke verwantschap niet kunnen worden geclusterd.
In elk prestatieveld zijn prestaties geleverd om de desbetreffende beleidsdoelen te realiseren. Wel zijn er duidelijk verschillen waarneembaar in de mate waarin prestatievelden bijdragen aan de realisatie van de beleidsdoelen. We adviseren om bij de keuze van de te leveren prestaties goed na te gaan welke prestaties de beste bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelen.
De mate van realisatie van de doelstellingen binnen het beleidsveld breedtesport is van een behoorlijk niveau. Bij vier doelen is er tenminste sprake van een gedeeltelijke realisatie. Bij drie doelen is de realisatie grotendeels of volledig. Het is van belang het beleid op dit terrein voort te zetten.
Het verdient aanbeveling om de prestaties in de jaarverslagen van Sport Fryslân per prestatieveld in te delen.
Sport Fryslân geeft aan gegevens over resultaten en dergelijke vaak elders vandaan te halen. Het lijkt dan of de data van deze organisatie zijn. Men stuit hierdoor op het probleem van onvergelijkbare informatie. Een aanbeveling die door Sport Fryslân zelf wordt aangedragen is in het verwerven van informatie zelf een sterkere rol te willen gaan spelen.
32
Fryske sporten:
Er is sprake van een goede dekking tussen de twee prestatievelden en het beleidsdoel. Het beleidsdoel zou echter meer SMART kunnen worden geformuleerd. Wij adviseren om voor de nieuwe nota de doelstellingen en prestaties in samenwerking met de afdeling BGI te formuleren.
Op het terrein van de Fryske sporten heeft de provincie de gewenste prestaties (output) geleverd.
Er zijn meer Friezen gaan deelnemen aan Friese sporten. De toename van het aantal actieve leden van kaatsverenigingen komt in de buurt van 20%. De strategische doelstelling van deze beleidspijler is gedeeltelijk gehaald. Het is zonder meer duidelijk, dat de inspanningen van de provincie een bijdrage hebben geleverd aan de toegenomen deelname aan de Friese sporten. In dit kader komen wij tot het advies om bij de formulering van de nieuwe sportnota de relaties tussen de prestaties en de beleidsdoelen in termen van beleid-theoretische noties te formuleren.
De Fryske sporten hebben met elkaar gemeen dat ze vooral moeten werken aan: de brede promotie van de sport, de specifieke promotie naar de jeugd en het streven naar een plek in het programma van het primair en/of voortgezet onderwijs. Bovendien is het belangrijk dat deze bonden hun grote evenementen gezamenlijk programmeren. Wij adviseren de beleidsafdeling om op basis van deze constatering de nauwere samenwerking tussen de bonden als een effectief middel in de nieuwe nota op te nemen.
Talentontwikkeling:
Het beleidsdoel wordt op basis van een subsidie van de provincie grotendeels gerealiseerd. Dat betekent dat Topsport Noord effectieve interventies realiseert om het beleidsdoel te behalen. Er zijn duidelijk onderzoeksgegevens, die aantonen dat er een grotere doorstroom van Friese sporters naar een topsportstatus heeft plaatsgevonden. De uitgevoerde prestaties zijn erop gericht geweest om dit te bewerkstelligen. Derhalve is het aannemelijk, dat de gerealiseerde prestaties er wezenlijk toe hebben bijgedragen dat de strategische doelstelling is bereikt.
Sportevenementen:
De prestatievelden sluiten vrij goed aan bij de strategische doelstelling, maar ze zouden. Meer SMART kunnen worden geformuleerd. Verder verdient het aanbeveling om in de toekomst aandacht te besteden aan prestatieveld L: de promotie van de provincie Fryslân. Bij de uitvoering van de evenementen is er weinig aandacht voor het verzamelen van relevante informatie. Promotieactiviteiten en toegankelijkheid van de evenementen voor het grote publiek zouden niet alleen vooraf moeten worden beoordeeld, maar ook achteraf.
Op het terrein van de sportevenementen moeten we concluderen dat de provincie over de gehele looptijd van de nota de grootschalige evenementen heeft gesubsidieerd, maar het subsidiebudget voor kleine evenementen voortijdig heeft beëindigd. Het beleidsdoel – een toename van de grootschalige evenementen – is slechts gedeeltelijk gerealiseerd. Het aantal evenementen is wel toegenomen, maar het totaal verstrekte subsidiebedrag laat nog geen duidelijke stijging zien.
33
Bijlage Samenvoegingen prestatievelden beleidspijler Breedtesport. Onder elk prestatieveld staan de oorspronkelijke samengevoegde prestatievelden vermeld. Prestatieveld A: Verbinden, kennis delen en aanjagen op het terrein van BOS, NASB en combinatiefunctionarissen.
Coördinatie BOS-projecten; Kennisdeling en deskundigheid BOS-medewerkers; Realisatie aandachtsgebieden NASB; Aanstellen en deskundigheidsbevordering combinatiefunctionarissen.
Prestatieveld B: Bevorderen van integraal sportbeleid, met name bij gemeenten.
Advisering en ontwikkeling van gemeentelijk sportbeleid; Bevordering van integrale beleidsontwikkeling.
Prestatieveld C: Bevordering deskundigheid binnen diverse sportkaders en met aandacht voor de inzet en deskundigheid van vrijwilligers.
Bevordering deskundigheid bij complexe vraagstukken, wet- en regelgeving; Versterken vrijwilligersbeleid in de sport, inclusief het bevorderen van deskundigheid.
Prestatieveld D: Organiseren van een aanbod van sport en bewegen voor diverse doelgroepen.
Sport- en beweegaanbod jeugd, ouderen en mensen met een beperking; Realiseren en in stand houden schoolgymnastiek.
Prestatieveld E: Versterken provinciale, noordelijke en landelijke samenwerking.
Versterken noordelijke en landelijke samenwerking; Versterking samenwerking provinciale steunfuncties en maatschappelijke organisaties ten behoeve van Sociale Agenda 2008 – 2011
Prestatieveld F: Monitoring en evaluatie sportinfrastructuur en sportbeleid.
Monitoring Friese sportinfrastructuur; Evaluatie effecten sportbeleid.
34