Sportnota Verleiden tot bewegen Vastgesteld door de raad op 20 december 2012 (RV 12.0118)
Deel 1 - Kadernota Sport en bewegen 2013-2018 Deel 2 - Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025 Bijlagen bij deel 1 en 2
Foto: Koos Davidse
Sportnota Verleiden tot bewegen
Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018 Vastgesteld door de raad op 20 december 2012 (RV 12.0118)
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
1
INHOUDSOPGAVE Inleiding 4 Samenvatting 6 1. Visie en Ambities 1.1 Sportvisie 1.2 Drie ambities 1.3 Uitwerking ambities
9 10 11 11
2. A mbitie 1 - Leiden zorgt voor voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen 2.1 Breed aanbod 2.2 Goede spreiding 2.3 Ruimte en sport 2.4 Voorzieningen topsport
12 12 13 14 15
3. A mbitie 2 - Leiden ondersteunt haar verenigingen zodat ze sterk zijn en naast hun sportfunctie ook een maatschappelijke rol vervullen 3.1 Sportvoorzieningen 3.2 Hulp bij vragen 3.3 Steun kader 3.4 Maatschappelijke betrokkenheid vergroten
17 17 17 17 18
4. Ambitie 3 - Leiden stimuleert dat alle inwoners meer sporten en bewegen 4.4 Kennismaking 4.2 Specifieke doelgroepen 4.3 Voorbeeldfunctie 4.4 Ondersteunen topsport
19 19 19 21 22
5. Beleid Sportaccommodaties 24 5.1 Inleiding 24 5.2 Groene en rode sportparken 24 5.3 Sporthallen en sportzalen 25 5.4 De IJshal 25 5.5 Zwembaden 26 5.5.1 De problematiek op hoofdlijnen 26 5.5.2 Onze prioriteitstelling 27 5.5.3 De kosten van zwembad De Vliet 28 5.5.4 Combinatie zwembad De Vliet en Vijfmeibad. 29 5.5.5 Aanpak 30
2
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
6. Financiële uitwerking en monitoring 6.1 Financiële uitgangspunten 6.2 Financiën ambitie 1 6.3 Financiën ambitie 2 en 3 6.4 Monitoring
31 31 32 35 36
Bijlagen 1. Achtergronden voor een nieuw sportbeleid 2. Beschrijving Sportaccommodaties 3. Cijfers bezetting Sportaccommodatie 4. Definities groot en klein onderhoud 5. Brief Kraan 6. Samenvatting Beheerplan Klein Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025 7. Samenvatting Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025 8. Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025 9. Gewenste investeringen 10. Aangenomen amendementen en moties tijdens raadsbehandeling
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
3
Inleiding Aanleiding Deze Sportnota ‘Verleiden tot bewegen’ is de opvolger van de huidige Sportnota ‘Startschot’. In de afgelopen periode zijn veel resultaten behaald zoals de renovatie van de sportparken Boshuizerkade en Montgomerystraat, de bouw van een tafeltennishal en de aanstelling van combinatiefunctionarissen. Een nieuwe sportnota is noodzakelijk, omdat er een aantal nieuwe ontwikkelingen is zoals de nadruk op voldoende bewegen, de aandacht voor de maatschappelijke functie die sportverenigingen vervullen, het belang van gezonde leefstijlen en de opkomst van ongeorganiseerd sporten. Bijzondere aandacht is besteed aan de knelpunten rond de sportaccommodaties in het Sport accommodatieplan (hierna SAP genoemd) dat een onderdeel vormt van de Sportnota. De gemeentelijke sportaccommodaties verkeren over het algemeen in redelijke staat van onderhoud, maar zijn veelal oud en verouderd. Dit speelt vooral bij de sporthallen en de zwem baden. Dit vraagt een gedegen meerjarenraming voor het plegen van onderhoud en investeringen, inclusief een gedegen financieringssystematiek. De omvang van de middelen voor sport hebben wij in deze collegeperiode vergroot. In het SAP wordt voor de eerste keer een meerjarenraming voor het klein en groot onderhoud gepresenteerd en een meerjarenplanning voor renovatie, vervanging en uitbreiding van onze sport accommodaties. Tot slot is de veranderende rolopvatting van de overheid van belang. Hierbij wordt meer uitgegaan van de eigen kracht van de burgers. Met de nieuwe sportnota is er een basis waarop sporters, sportverenigingen, gemeente en andere
4
relevante partners gezamenlijke op kunnen trekken in het belang van de Leidse sport.
Reikwijdte In de ontwikkelingsvisie ‘Leiden Stad van Ontdekkingen’ staat wat voor een stad Leiden wil zijn: “Een kennisstad met onderwijs en onderzoek op alle niveaus en een stad met een hoge kwaliteit van woningen, voorzieningen en leefomgeving”. Hierbij past een gezonde ambitie op het gebied van sport en bewegen. Sport is voor de gemeente vooral een autonoom beleidsveld. Dat betekent dat de gemeente veel vrijheid heeft en niet of nauwelijks aan wettelijke regelingen of beleidskaders is gebonden. Leiden onderscheidt sport als doel op zich en sport die ook bijdraagt aan doelen op andere beleidsterreinen. Zo is Leiden recent JOGG-gemeente (JOGG = Jongeren Op Gezond Gewicht) geworden om in de komende jaren effectief overgewicht te bestrijden onder jongeren. Sport zal hierbij een belangrijk bijdrage leveren. Leiden kiest daarom om deze sportnota te verbreden tot een nota voor sporten en bewegen!
Opbouw Sportnota: Kadernota en SAP De Sportnota “Verleiden tot bewegen” is opgebouwd uit twee delen. Het nieuwe beleid is terug te vinden in deel 1, de Kadernota Sport en bewegen 2013-2018. Hierin treft u de sport visie en een drietal ambities. Iedere ambitie is in vier doelstellingen opgesplitst. Vervolgens geven we aan wat we gaan doen om die te realiseren. Deel 2 is het SAP. Dit plan biedt enerzijds informatie over de staat waarin de accommo daties verkeren, het gebruik en de bezetting,
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
en de ruimtelijke aspecten. Anderzijds geeft het SAP aan hoe we de komende jaren klein en groot onderhoud zullen uitvoeren en welke middelen benodigd en beschikbaar zijn. Ook voor de investeringen zijn de benodigde en de beschikbare middelen geraamd.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
5
Samenvatting Leiden staat voor een breed gedragen sportbeleid. Plezier, gezondheid en sociale samenhang staan hoog in het vaandel. Voldoende, goede en toegankelijke sportvoorzieningen, die aansluiten bij de behoefte, zijn een belangrijke voorwaarde. Ondertussen verandert de samenleving én de rol van de gemeente. Veel Leidse inwoners, onder nemers en organisaties zijn sterk betrokken bij de stad en willen ook een bijdrage leveren. Wij willen en moeten gebruik maken van deze kracht. De verantwoordelijkheid zal niet meer alleen bij de gemeente liggen, maar ook, of vooral, bij de sportsector en de stad zelf. Onze sportvisie luidt als volgt: In 2016 zijn meer Leidenaren gaan sporten en bewegen en voldoet 75% van de Leidenaren aan de beweegnorm uit het Olympisch Plan. Dit is van belang omdat sport het bewegen, gezond zijn, ontmoeten, plezier hebben en participeren stimuleert. Leiden maakt het voor iedereen mogelijk te bewegen en te sporten. In georganiseerd en ongeorganiseerd verband.
6
Ook kunnen we een aantal investeringen in sportvoorzieningen doen voor uitbreiding, vervanging en renovatie van sportvoorzieningen, die voorzien in een aantoonbare behoefte (zie SAP 2013-2025 en bijlage 8). De belangrijkste keuzes zijn hieronder onder het kopje Accommodatiebeleid samengevat. De tweede ambitie II luidt: Leiden ondersteunt haar verenigingen zodat ze sterk zijn en naast hun sportieve functie ook een maatschappelijke functie vervullen Sportverenigingen zijn het kloppend hart van de sport. Zij spelen een belangrijke rol in het sport aanbod van onze stad en vervullen ook maatschappelijke functies. Leiden wil voorwaarden scheppen voor sterke sportverenigingen zodat zij naast hun sportfunctie ook hun maatschappelijke functie goed kunnen vervullen.
Wij hebben drie ambities geformuleerd om deze visie te realiseren.
Leiden wil de eigen kracht van de sport versterken. Het gaat niet alleen om voorwaarden als voldoende en kwalitatief goede accommodaties, maar ook om ondersteuning van de verenigingen met advies, training en scholing. Het Sportbedrijf Leiden is het servicepunt voor de sportverenigingen.
Onze eerste ambitie is dat Leiden voor voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen zorgt. De gemeente draagt zorg voor exploitatie, beheer en onderhoud (dat op een redelijk tot voldoende niveau is) en streeft naar tijdige, vervangende nieuwbouw. Daarbij willen we de huidige goede spreiding in stand houden en voldoende m2 voor de sport beschikbaar houden. We beschikken over voldoende middelen om het onderhoud uit te voeren volgens de Beheerplannen Groot en Klein Onderhoud (zie SAP en bijlagen 6 en 7 voor een samenvatting van deze Beheerplannen).
Ambitie III luidt: Leiden stimuleert dat inwoners meer sporten en bewegen Leiden stimuleert beweging door alle Leidenaren, via breedtesport en topsport. Een extra inspanning verrichten we voor speciale doelgroepen, zoals jeugd, ouderen en mensen met een beperking. We stimuleren topsport omdat het belangrijk is voor de breedtesport in de stad. We bevorderen respectvol en sportief gedrag tijdens sportwedstrijden. En samen met de sportverenigingen, sportbonden en overige betrok kenen creëren we een veilige en verdraagzame omgeving om te sporten en bewegen voor personen van iedere seksuele geaardheid.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
Accommodatiebeleid Aparte aandacht is er in onze nieuwe sportnota voor het accommodatiebeleid. In hoofdstuk 5 hebben we een aantal beleidsmatige keuzes opgenomen voor diverse accommodaties. Nadere uitwerking is te vinden in deel 2, het Accommodatieplan. De belangrijkste beleidsmatige keuzes zijn de nieuwbouw van de Vijfmeihal, het Vijfmeibad en sportzalen in Dieperhout en de Kikkerpolder. De beschikbare capaciteit zwemwater in Leiden ligt boven het landelijk gemiddelde. Het gemiddeld aantal zwembadbezoeken is in Leiden daarentegen een stuk lager dan in Nederland. Behalve de vervanging van het Vijfmeibad dient ook De Vliet op termijn te worden gerenoveerd. Het Vijfmeibad is belangrijk, omdat het een grote rol vervult voor de sport en het hele jaar open is. Er zijn echter veel inspraakreacties ingediend om het zwembad De Vliet open te houden. Ook zijn er suggesties gedaan om zwembad De Vliet en het Vijfmeibad te combineren. In de raad is besloten om het 50-meter openluchtbad en een ligweide van De Vliet te behouden. Daarnaast zal onderzocht worden of het terrein aan de Voorschotenweg een combinatie met een nieuw te bouwen Vijfmei-binnenbad mogelijk is. Voor renovatie van de IJshal stelt de gemeente Leiden maximaal € 4 miljoen beschikbaar. Het eigendom, beheer en exploitatie neemt de gemeente niet over. Het initiatief voor renovatie ligt bij de Stichting IJshal.
Wij zien daarom af van de uitbreiding van het totale sportareaal om de aanleg van extra hockeyvelden te realiseren, omdat dit ruimtelijk en praktisch niet mogelijk is of in strijd met andere bestemmingen en belangen. Wij zullen in overleg met de betrokken verenigingen uitbreiding van de hockeyvelden realiseren op bestaande sportaccommodaties die met onder bespeling te maken hebben. Door de concentratie van korfbal op een beperkt aantal (kunstgras) velden is het mogelijk capaciteit vrij te spelen voor andere sporten. Dezelfde oplossing geldt voor de ruimte problemen bij tennis. Een besluit over de uitbreiding van de Turnhal stellen we uit tot na 2025. In relatie tot uitbreidingen en vervangingen van andere sportaccommodaties, heeft de Turnhal naar ons oordeel minder prioriteit. Het SAP (deel 2) bevat naast een beschrijving van de stand van zaken, ook de financiële onderbouwing en de meerjarenramingen. Er is onderscheid gemaakt in drie categorieën: klein onderhoud (jaarlijkse werkzaamheden), groot onderhoud (planmatige, incidentele werkzaam heden) en investeringen (kapitaalgoederen met een lange levensduur). Alle drie categorieën worden nu onderbouwd met een achterliggend meerjarenplan waarvoor de middelen beschikbaar zijn.
Financiële uitwerking Een specifiek aandachtspunt is het ruimtetekort bij de hockeyvereniging Roomburg. De afgelopen jaren zijn verschillende mogelijkheden onderzocht om extra hockeyvelden te realiseren op nieuwe sportlocaties (Roomburg, Matilopark, Oostvlietpolder), maar dat heeft uiteindelijk niets opgeleverd.
Voor de uitvoering van de Beheerplannen Groot en Klein Onderhoud is er in de begroting van het Sportbedrijf een bedrag opgenomen van € 2.111.000. Dit is voldoende om deze beheerplannen uit te voeren. Voor het groot onderhoud wordt een onderhoudsvoorziening ingesteld
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
7
om de fluctuaties in de uitgaven over de jaren op te kunnen vangen. Hiermee is het noodzakelijke groot en klein onderhoud adequaat geregeld. Voor de noodzakelijke investeringen in de sport accommodaties in de periode 2013-2025 is een investeringsruimte beschikbaar van € 34.800.000. De beschikbare middelen voor investeringen vallen uiteen in twee onderdelen. Enerzijds de investeringsbedragen die zijn opgenomen in het huidige investeringsplan 2012-2015. Zij zijn reeds opgenomen in de begroting. Anderzijds de incidentele middelen die de afgelopen jaren aanvullend beschikbaar zijn gesteld. De vertaling van de incidentele, beschikbare middelen in de vorm van beschikbare ruimte voor investeringen doen we door vanuit deze incidentele middelen een reserve in te stellen waaruit de benodigde kapitaallasten worden gehaald.
Wijzigingen Ten opzichte van de conceptnota die in juni in de inspraak is gebracht, is een aantal grotere en kleinere wijzingen aangebracht. In de Nota van Beantwoording hebben we de wijzigingen naar aanleiding van de inspraakreacties opgenomen in de derde kolom. Ook onze reactie op het advies van de Leidse Sportfederatie is daarin terug te vinden. Tot slot hebben we op het eind aangegeven welke belangrijkste ambtshalve wijzigingen (aanvullingen en actualisaties) we hebben doorgevoerd.
Raadsbesluit Deze Sportnota is op 20 december 2012 door de raad vastgesteld. Daarbij zijn 2 amendementen en 3 moties aangenomen. Deze zijn als bijlage 10 bijgevoegd.
Er is nu een Meerjarenraming voor de investeringen in Sportaccommodaties dat financieel gedekt is.
Uitvoeringsplannen Na vaststelling van de Sportnota door de gemeenteraad zal een uitvoeringsprogramma worden opgesteld, waarin een meerjarenplanning is opgenomen van de acties ter uitvoering van deze nota.
8
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
Deel 1 Sportvisie en ambities Per ambitie geven we aan waarom we dit doel hebben, hoe we dit doel gaan bereiken en met welke activiteiten.
Foto: Ruud Wormgoor
In dit deel 1 formuleren we ons sportbeleid voor de komende jaren. We geven eerst onze sportvisie en drie ambities. Daarna werken we de ambities uit in steeds vier doelen.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
9
1. Visie en ambities 1.1 Sportvisie Leiden staat voor een breed gedragen sportbeleid. Plezier, gezondheid en sociale samenhang staan hoog in het vaandel. Voldoende, goede en toegankelijke sportvoorzieningen, die aansluiten bij de behoefte, zijn een belangrijke voorwaarde. Ondertussen verandert de samenleving én de rol
van de gemeente. Veel Leidse inwoners, onder nemers en organisaties zijn sterk betrokken bij de stad en willen ook een bijdrage leveren. Wij willen en moeten gebruik maken van deze kracht. De verantwoordelijkheid zal niet meer primair bij de gemeente liggen, maar ook, of vooral, bij de sportsector en de stad zelf.
Sportvisie In 2016 zijn meer Leidenaren gaan sporten en bewegen en voldoet 75% van de Leidenaren aan de beweegnorm uit het Olympisch Plan. Dit is van belang omdat sport het bewegen, gezond zijn, ontmoeten, plezier hebben en participeren stimuleert. Leiden maakt het voor iedereen mogelijk te bewegen en te sporten. In georganiseerd en ongeorganiseerd verband.
Ambitie I - Leiden zorgt voor voldoende
Ambitie II - Leiden ondersteunt haar
Ambitie III - Leiden stimuleert dat alle
en kwalitatieve goede sportvoor
verenigingen zodat ze sterk zijn en
inwoners meer sporten en bewegen
zieningen
naast hun sportfunctie ook een maatschappelijke functie vervullen
Doel 1- Leiden heeft een breed aanbod
Doel 5 - Leiden verhuurt voldoende
Doel 9 - Leiden geeft alle inwoners
sportvoorzieningen, dat voorziet in een
kwalitatieve en kwantitatieve sport-
de gelegenheid om met sport kennis
aantoonbare behoefte
voorzieningen tegen betaalbare prijzen
te maken
Doel 2 - Leiden heeft een effectief
Doel 6 - Leiden helpt sportverenigingen snel
Doel 10 - Leiden schenkt bijzondere
en efficiënt gebruik van haar sport
en deskundig bij vragen
aandacht aan specifieke doelgroepen
Doel 3 - Ruimte en sportbeleid
Doel 7 - Leiden ondersteunt sportver-
Doel 11 - Sport vervult een voor
versterken elkaar
enigingen bij het werven en opleiden
beeldfunctie voor het gedrag in
van kader
de samenleving
accommodaties
Doel 4 - Voor het beoefenen van top-
Doel 8 - Leiden ondersteunt het ver
Doel 12 - Leiden ondersteunt
sport creëert Leiden een beperkt aantal
vullen van de maatschappelijke functie
en faciliteert topsport
topsportvoorzieningen
van verenigingen
10
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
1.2 Drie ambities Wij hebben de volgende drie ambities om onze sportvisie te realiseren. Ambitie I. Leiden zorgt voor voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen De gemeente draagt zorg voor exploitatie, beheer en onderhoud (dat op een redelijk tot voldoende niveau is) en streeft naar tijdige, vervangende nieuwbouw. Daarbij willen we de huidige goede spreiding in stand houden en voldoende vierkante meters voor de sport beschikbaar houden. We beschikken over voldoende middelen om het onderhoud uit te voeren volgens de vastgestelde Beheerplannen Groot en Klein Onderhoud zoals vastgesteld door het college van B en W op 13 -11-2012 (zie ook SAP en bijlagen 6 en 7). Ook kunnen we een aantal investeringen in sport voorzieningen doen voor vernieuwing, vervanging en renovatie van sportvoorzieningen, die voorzien in een aantoonbare behoefte (zie SAP 2013-2025 en bijlage 8). Ambitie II. Leiden ondersteunt haar verenigingen zodat ze sterk zijn en naast hun sportfunctie ook een maatschappelijke rol vervullen Zonder sportverenigingen geen sport, de sportverenigingen zijn het kloppend hart van de sport. Zij vervullen al decennia lang een belangrijke maatschappelijke rol en zijn nog steeds het domein van vrijwilligers. Het wordt de vrijwillige verenigingsbestuurders echter niet gemakkelijk gemaakt. Zij worden geconfronteerd met kader tekorten, toenemende wet- en regelgeving en nieuwe concurrenten. Het runnen van een vereniging vraagt in deze tijd meer en meer om een professionele aanpak. Sportverenigingen spelen een belangrijke rol bij het aanbieden van een breed en kwalitatief goed sportpakket aan de bevolking. Dat betekent dat de gemeente gebaat is bij het hebben van sterke sport verenigingen. Verenigingen die een visie hebben
op de toekomst en hun rol binnen de samenleving en die hun activiteitenpakket daarop afstemmen, maar ook verenigingen die over voldoende vrijwilligers beschikken. De gemeente heeft daarbij een voorwaardenscheppende rol. Het gaat niet alleen om de beschikbaarheid van voldoende accommodaties, maar ook om de ondersteuning van sport verenigingen op allerlei terreinen zoals werven en behouden van vrijwilligers, de financiën enz. Ambitie III. Leiden stimuleert dat alle inwoners meer sporten en bewegen Om in 2016 de beweegnorm uit het Olympisch Plan te halen, moeten de Leidenaren meer gaan sporten en bewegen. Het stimuleren van breedtesport voor alle Leidenaren, met een extra inspanning voor speciale doelgroepen zoals jeugd, ouderen en mensen met een beperking, is al langere tijd gemeentelijk beleid. Maar we moeten hier nog meer op inzetten. Iedereen moet de mogelijkheid hebben om te kunnen sporten en om kennis te maken met sport. Verder willen we de voorbeeldfunctie die de sport voor het gedrag in de samenleving kan hebben, meer benutten.
1.3 Uitwerking ambities In de volgende drie hoofdstukken gaan we deze ambities uitwerken. Per ambities hebben we steeds vier doelen genoemd. Steeds geven we aan waarom we dit doel gesteld hebben, hoe we het doel gaan bereiken en met welke activiteiten we dit gaan doen. In hoofdstuk 5 gaan we nog apart in op ons accommodatiebeleid.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
11
2. Ambitie I - Leiden zorgt voor voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen Om deze ambitie te bereiken formuleren we de volgende vier doelen: Leiden heeft een breed aanbod van sportvoorzieningen dat voorziet in een aantoonbare behoefte; Leiden heeft een effectief en efficiënt gebruik van de sportaccommodaties; ruimte en sportbeleid versterken elkaar; voor het beoefenen van topsport creëert Leiden een beperkt aantal topsportvoorzieningen.
2.1 Leiden heeft een breed aanbod sportvoorzieningen, dat voorziet in een aantoon bare behoefte (doel 1) Waarom dit doel? Sport is een basisvoorziening. De belangrijkste opgave voor Leiden is om het huidige aantal voorzieningen dat voorziet in een aantoonbare behoefte in stand te houden, op het onderhoudsniveau “redelijk tot voldoende“ te brengen en/of te houden en tijdig over te gaan tot vervangende nieuwbouw. Vervolgens kan op realistische schaal gekeken worden naar mogelijkheden tot uitbreiding en vernieuwing. Hoe doen we dat? a. Door het onderhoud goed te regelen In 2010 heeft het externe bureau Kraan een meerjarenraming gemaakt voor het onderhoud van de sportaccommodaties (het zogenaamde rapport Kraan). Om aan de gemeentelijke begrotingssystematiek te voldoen hebben wij het rapport Kraan vervolgens gesplitst in een plan voor klein en voor groot onderhoud. Zie hiervoor verder SAP en bijlagen 6 en 7. Uitgaande van het onderhoudsniveau “redelijk tot voldoende’ hebben wij al het uit het rapport Kraan voortkomende benodigde klein onderhoud van de bestaande accommodaties in het
12
Beheerplan Klein Onderhoud opgenomen. Tevens hebben wij aangegeven met welke budgetten we dit onderhoud gaan dekken. Zie verder SAP, hoofdstuk 4. Ook voor groot onderhoud hebben we, op basis van het rapport Kraan, een beheerplan gemaakt. Uitgaande van eenzelfde onderhoudsniveau hebben we een raming gemaakt van benodigd onderhoud en daarbij aangegeven met welke beschikbare middelen we dit gaan dekken. Zie verder SAP, hoofdstuk 4. Verder is uit het SAP (met name de hoofdstukken 2 en 3) gebleken, dat er rond een aantal accommodaties nadere beleidsafwegingen nodig zijn. Hierop gaat hoofdstuk 5 (Beleid sportaccommodaties) van deze Kadernota nader in. b. Door vervanging, renovatie en uitbreiding goed te regelen Het klein en groot onderhoud voorkomt niet dat de levensduur van (delen van) accommodaties en terreinen op een gegeven moment beëindigd is. Om het huidige sportvoorzieningenniveau te kunnen behouden, moet een aantal accommodaties worden gerenoveerd, uitgebreid of vervangen. Naast de hierboven genoemde budgetten voor onderhoud, investeren we ook in aanleg en vervanging van kunstgras op accommodaties voor diverse buitensportverenigingen, in nieuwbouw van de Vijfmeihal, in upgrading van gymzalen van het Leonardo College, en vervanging en uitbreiding van het Vijfmeibad. De keuze voor deze investeringen lichten wij nader toe in hoofdstuk 5. De financiële dekking is terug te vinden in hoofdstuk 6. c. Optimale uitvoering beheer en exploitatie Het Sportbedrijf zorgt voor exploitatie en beheer
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
van de gemeentelijke sportvoorzieningen. De laatste jaren heeft het Sportbedrijf een inhaalslag gemaakt met achterstallig onderhoud. We gaan de komende periode de opgave van het Sportbedrijf aanscherpen. Een efficiënte organisatie van sportbeheer vinden wij van groot belang. Daarbij zullen we onder meer de volgende zaken bekijken: • Behalve de commerciële sportvoorzieningen en de onder het onderwijs vallende gymnastieklokalen beheert en onderhoudt het Sportbedrijf nu het volledige sportareaal van de gemeente. Het is de vraag of dat zo moet blijven. In overleg met verenigingen en andere partners gaan we bezien of sport complexen beter of doelmatiger door hen of anderen geëxploiteerd kunnen worden; • Niet alle sporten en de bijbehorende accommodaties doen een even groot beroep op gemeenschapsgeld. Sommige sporten zijn bijna zelfvoorzienend. Het is de vraag of deze sporten, en het beheer en onderhoud van de accommodaties, onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid moeten vallen (bijvoorbeeld tennis). d. Door vraag en aanbod goed af te stemmen Om met ons brede aanbod van sportaccom modaties in een aantoonbare behoefte te kunnen voorzien, willen wij een beter inzicht krijgen in een aantal nationale en Leidse ontwikkelingen. Ook willen we meer (cijfermatig) inzicht in gebruik van de sportvoorzieningen en de behoefte van gebruikers (zie ook hoofdstuk 6.4). Met welke activiteiten? • Onderhoud sportvoorzieningen volgens Beheerplan Klein en Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties • Vierjaarlijkse schouw en actualisatie Beheerplannen Sportaccommodaties • Uitvoeren Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties • Doorontwikkeling Sportbedrijf
• Monitoren uitvoering Beheerplannen Klein en Groot Onderhoud en Investeringsplan Sport • Monitoren onderhoud, behoefte, kwaliteit en kwantiteit sportaccommodaties (burgers en verenigingen).
2.2 Leiden heeft een effectief en efficiënt gebruik van haar sportaccommodaties (doel 2) Waarom? Leiden heeft niet voldoende ruimte en te weinig middelen om alle gewenste accommodaties te onderhouden, uit te breiden en te vernieuwen. Daarom stimuleren wij een intensiever gebruik van de sportaccommodaties, om zo meer mensen gebruik te kunnen laten maken van de accommodaties en om tot een betere exploitatie te komen. Hoe doen we dat? a. Door dubbelgebruik Dit principe wordt al toegepast op veel sport accommodaties bij gebruik door het onderwijs. Wij willen meer gebruik mogelijk maken door bijvoorbeeld de buitenschoolse opvang, ouderen, en andere doelgroepen als senioren en ongeorganiseerde sporters. b. Door multifunctioneel gebruik De sportaccommodaties worden ook gebruikt voor andere activiteiten dan sport, zoals kinder opvang, buitenschoolse activiteiten en buurtwerk. Dit gebeurt al op beperkte schaal, maar er zijn nog mogelijkheden voor uitbreiding. Een complicatie is echter dat multifunctioneel gebruik meestal plaatsvindt in de clubgebouwen van de sportverenigingen; daarover heeft de gemeente geen zeggenschap. c. Door meervoudig gebruik Meervoudig gebruik betekent intensiever gebruik van de bestaande accommodaties. De komst van kunstgras speelt hierbij een essentiële rol. Hierdoor kunnen we velden vaker gebruiken dan vroeger, zonder dat dit tot schade leidt en/of
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
13
14
onbespeelbare velden op wedstrijddagen. Ook kan een vereniging soms toe met minder velden waardoor ruimte ontstaat voor anderen. Meervoudig gebruik is soms het gebruik van een sportaccommodatie door meerdere sporten/ verenigingen. Een voorbeeld is de Montgomery straat. Meervoudig gebruik kan ook recreatief medegebruik zijn door de buurt of de onge organiseerde sport, zoals bij de Boshuizerkade. Wij nodigen verenigingen uit om met plannen hiervoor te komen.
spelen en meer op zondag (uiteraard binnen de regels van de KNVB). De piekbelasting ligt namelijk bijna overal op zaterdag. • Meer kunstgrasvelden en (betere) verlichting. We verhogen de speelintensiteit van velden met meer kunstgrastoepassingen. Verlichting langs de velden maakt in de winter langer spelen mogelijk. • Fusies. Fusies kunnen in beperkte mate bijdragen aan efficiënter gebruik. Er kan door schaalvergroting efficiënter gebruik gemaakt worden van de accommodaties.
d. Door het concept wijksportparken Wij willen multifunctioneel, en dus efficiënter, gebruik van sportaccommodaties. Dit vereist ook een andere betrokkenheid en rol van de verenigingen. Behalve een functie voor de sport, krijgen ze ook een bredere maatschappelijke functie voor de wijk. De volgende bestaande sportparken zijn eventueel geschikt als wijksportpark: • Tuin van Noord (voor Leiden-Noord) • Morskwartier (gedeeltelijk) (voor Leiden-West) • Boshuizerkade & Montgomerystraat (voor Leiden-Zuid) • Roomburg (voor Leiden-Oost). Nader onderzoek naar de ontwikkeling en haalbaarheid van wijksportparken achten wij wenselijk. Het omzetten van bestaande sport complexen naar wijksportparken vereist ook fysieke investeringen, zoals het (meer) openbaar maken van de sportparken, het toevoegen van routes en/of faciliteiten voor breed gebruik, het vergroten van de zichtbaarheid.
Met welke activiteiten? • Onderzoek naar herinrichting parken (optimalisatie binnen bestaande sportparken of optimalisatie sportparken door fusies en verplaatsingen) • Onderzoek naar kostenbesparing omzetten bestaande verlichting naar LED-verlichting • Haalbaarheidsonderzoek wijksportparken met o.a. toevoegen van fiets- en wandelroutes door sportparken heen, verbeteren entrees, verbeteren zichtbaarheid • Samenvoegen deelcomplexen (= verenigingen maken gebruik van ‘elkaars’ velden) • Een betere verdeling tussen spelen op zaterdag en op zondag • Vervangen gras door kunstgras • Gebruik van velden en accommodatie door de wijk buiten sporttijden • Toevoegen van faciliteiten voor ongeorganiseerde sport
e. Door andere maatregelen • Geen ‘eigen’ velden. Het Sportbedrijf moet erop toezien dat binnen een complex de beschikbare velden zo efficiënt mogelijk worden benut. Net zoals dat ook bij sporthallen en zwembaden gebeurt. • We stimuleren clubs om minder op zaterdag te
Waarom dit doel? Leiden heeft een hoge dichtheid en ruimte is een schaars goed. Er is dus weinig ruimte voor functieveranderingen of uitbreidingen van sportaccommodaties. We moeten zo efficiënt en effectief mogelijk met ruimteclaims omgaan.
2.3 Ruimte en sportbeleid versterken elkaar (doel 3)
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
Hoe doen we dat? a. Door de goede spreiding accommodaties in stand te houden Leiden kent van oudsher een goede spreiding van de sportvoorzieningen over de stad. Een goede spreiding stimuleert de sport beoefening. Daarom willen we deze spreiding zoveel mogelijk in stand houden. b. Door meer aandacht voor de sportieve openbare ruimte De gemeente wil de individuele en ongeorganiseerde sporter meer faciliteren door aandacht te besteden aan de rol van sport in de openbare ruimte: een sportieve openbare ruimte. c. Door meer afstemming met de regio Zeker aan de randen van Leiden is het bij de planontwikkeling gewenst de mogelijkheden van (gedeeltelijk) gebruikmaken van de voorzieningen van buurgemeenten te onderzoeken. Voor een aantal voorzieningen kan samenwerking tussen gemeenten aantrekkelijk zijn. Het gaat met name om zwembaden, een ijsbaan of heel specifieke voorzieningen. Wij hebben onlangs een motie aanvaard om een onderzoek te doen naar de afstemming van sportvoorzieningen met de omliggende gemeenten.
2.4 Voor het beoefenen van topsport creëert Leiden een beperkt aantal topsport voorzieningen (doel 4) Waarom dit doel? Topsport is voor de breedtesport van belang en breedtesport is de basis voor topsport. Zij zijn dus nauw verbonden. Topsporters en topsportwedstrijden zijn niet alleen een belevenis om te zien, ze werken ook inspirerend. Vooral voor de jeugd. Het zien van topsport motiveert en stimuleert om zelf te gaan sporten (zie ook doel 12). Hoe doen we dat? Leiden is bereid om een beperkt aantal topsportvoorzieningen te faciliteren, voor zover dat past binnen de financiële mogelijkheden en ruimtelijk mogelijk is. We willen daarbij vooral inzetten op de sporten waarin we van oudsher goed zijn, zoals basketbal, tafeltennis en waterpolo. Met welke activiteiten? • Infrastructuur en accommodaties geschikt maken voor topsport, voor zover dit finan cieel en ruimtelijk mogelijk is.
Foto: Ruud Wormgoor
Met welke activiteiten? • De bestaande goede spreiding zoveel mogelijk in stand houden • Meer sportmogelijkheden creëren in de openbare ruimte • Onderzoek en afstemming met omliggende gemeenten over gebruik, planning en realisering van sportaccommodaties.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
15
16
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
3. Ambitie II - Leiden ondersteunt haar verenigingen zodat ze sterk zijn en naast hun sportfunctie ook een maatschappelijk functie vervullen Om deze ambitie te bereiken formuleren wij vier doelen: Leiden verhuurt voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen; Leiden helpt sportverenigingen snel en deskundig bij vragen; Leiden ondersteunt sportverenigingen bij het werven en opleiden van kader; Leiden ondersteunt het vervullen van de maatschappelijke functie van verenigingen.
3.1 Leiden verhuurt voldoende en kwalitatief goede sport voorzieningen (doel 5) Waarom dit doel? Zonder sportverenigingen geen sport. Maar zonder sportvoorzieningen geen sportverenigingen. Met andere woorden, voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen zijn een basisvoor waarde voor sterke sportverenigingen met een maatschappelijke functie. Hoe doen we dat? Onder ambitie 1 hebben we ons accommodatiebeleid beschreven. De huidige beheerstaken (beheer, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties) van het Sportbedrijf zetten we voort en ontwikkelen we verder. Het gaat om zwembaden, sporthallen, sportvelden, tennisbanen en overige accommodaties. Met welke activiteiten? • Het Sportbedrijf beheert, onderhoudt en exploiteert de sportvoorzieningen op basis van de goedgekeurde Beheerplannen voor Klein en Groot Onderhoud (bijlagen 6 en 7 voor een samenvatting van deze Beheerplannen).
3.2 L eiden helpt sportverenigingen snel en deskundig bij vragen (doel 6) Waarom dit doel? Verenigingsbesturen worden geconfronteerd met toenemende wet- en regelgeving. Ze hebben de wens uitgesproken dat er een centraal aanspreekpunt komt voor ondersteuning: een breedtesportcoördinator. Dit is bij voorkeur een persoon of een op vaste tijden bemenst telefoonnummer/afsprakenloket. Hoe doen we dat? Het Sportbedrijf is een centraal punt voor kennis van en informatie over sport en sportgerelateerde zaken. We zullen onderzoeken of we de service kunnen verbeteren met een breedtesportcoördinator die de centrale loketfunctie invult. Met welke activiteiten? • Het Sportbedrijf is het servicepunt voor de sportverenigingen • Onderzoek naar het instellen van een breedtesportcoördinator.
3.3 L eiden ondersteunt sport verenigingen bij het werven en opleiden van kader (doel 7) Waarom dit doel? Het runnen van een vereniging vraagt in deze tijd meer en meer om een professionele aanpak. Het door verenigingen meest genoemde knelpunt is het tekort aan en behoud van geschikt kader. Leiden is gebaat bij verenigingen die over voldoende vrijwilligers beschikken. Want pas dan is sprake van sterke sportverenigingen.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
17
Hoe doen we dat? De huidige ondersteunende activiteiten door het Sportbedrijf zetten we voort (trainingen, cursussen, ondersteuningstrajecten op maat). De vraag van de sportverenigingen om meer gemeentelijke aandacht voor werving en behoud van vrijwilligers leeft niet alleen in de sportsector, maar heeft een veel bredere maatschappelijke insteek. Daarom komt deze wens in een breder verband aan de orde in het Uitvoeringsplan Vrijwilligerswerk. Verder willen we dat verenigingen, meer dan eerst, van iDoe gebruik maken. IDoe treedt op als bemiddelaar en bevordert de deskundigheid binnen organisaties met advies, informatie, cursussen en workshops. Daarnaast biedt zij individuele begeleidings trajecten aan voor mensen die graag onder steuning willen bij het vinden van een vrijwilligersplek. Met welke activiteiten? • Voortzetten van trainingen door het Sportbedrijf • Voortzetten van vraaggerichte cursussen aan sportverenigingen, zodat er meer en beter geschoold kader is • In overleg met Sportservice Zuid-Holland de mogelijkheden onderzoeken voor meer kader dat bekend is met beperkingen • Ondersteunen van sportverenigingen bij werving vrijwilligers, door samenwerking met Sportbedrijf en iDoe • Het vrijwilligersbeleid en de financiering daarvan komt in een breder verband aan de orde in het Uitvoeringsplan Vrijwilligerswerk
3.4 Leiden ondersteunt het vervullen van de maatschappelijke functie van verenigingen (doel 8) Waarom dit doel? Op alle terreinen spelen Leidse verenigingen een belangrijke rol in het sociaal-maatschappelijke leven. Bijna iedere Leidenaar is op een of andere manier betrokken bij een vereniging, op het
18
gebied van bijvoorbeeld cultuur, recreatie, hobby, sport en wetenschap. Dat netwerk van verenigingen is een onmisbaar deel van de Leidse samenleving; het ‘maakt’ voor een groot deel de leefbaarheid in Leiden. Dat schept verantwoordelijkheid voor de besturen en de leden van die verenigingen. Zij moeten zich bewust zijn van het belang dat ze hebben, maar vooral ook van de kracht die ze in gezamenlijkheid bezitten. Hoe doen we dat? Wij willen zo goed mogelijk gebruikmaken van de eigen kracht van de (gezamenlijke) verenigingen. De verantwoordelijkheid voor de sport zal in de toekomst echter niet meer primair bij de gemeente liggen, maar ook, of vooral, bij de sportsector en de stad zelf. Dat betekent ook een andere manier van met elkaar omgaan. De gemeente zal steeds kijken hoe partijen vanuit hun eigen deskundigheid en mogelijkheden kunnen bijdragen. Afhankelijk van de situatie kiezen wij onze rol. Die zal vaker regisserend zijn, meer op afstand én meer ruimte bieden aan partners in de stad. Van de sportsector zal dit meer ondernemerschap vragen, meer bundeling van krachten en meer samenwerking met andere sectoren in de maatschappij. Van ons mag de sportsector verwachten dat wij (Sportbedrijf en gemeentelijke afdelingen) flexibel en snel inspelen op verzoeken, vragen of wensen. Wij staan open voor plannen en initiatieven. Zie ook doel 3 (wijksportparken) en 10 (aandacht voor bijzondere doelgroepen). Met welke activiteiten? • De eigen kracht van de sport aanspreken • Het Sportbedrijf faciliteert (zo mogelijk) verenigingen die de sportaccommodatie voor een maatschappelijke functie willen (laten) gebruiken • Vergroten van het multifunctioneel gebruik van sportvoorzieningen.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
4. Ambitie III - Leiden stimuleert dat alle inwoners meer sporten en bewegen Om deze ambitie te bereiken formuleren wij vier doelen: Leiden geeft alle inwoners de gelegenheid om met sport kennis te maken; Leiden schenkt bijzondere aandacht aan specifieke doelgroepen; Sport vervult een voorbeeldfunctie voor het gedrag in de samenleving; Leiden ondersteunt en faciliteert topsport.
4.1 Leiden geeft alle inwoners de gelegenheid om met sport kennis te maken (doel 9) Waarom dit doel? Kennismaking met sportactiviteiten is voor velen een eerste stap op weg naar een sportieve loopbaan. Zien spelen doet spelen. Een paar keer meedoen bij een vereniging maakt enthousiast om lid te worden. Hoe doen we dat? Onder het motto Jong geleerd, oud gedaan, is het programma Schoolsporten al jaren een belangrijk instrument om kinderen kennis te laten maken met sporten. Ook voor volwassenen is een kennis makingscursus een goed middel. Het bevorderen van sportstimulering onder doelgroepen resulteerde in recordaantallen deelnemers aan deze kennismakingscursussen voor scholieren en ouderen. Tot slot zijn de sportevenementen voor top sporters een goede gelegenheid om als toeschouwer kennis te maken met een sport. Met welke activiteiten? • Voortzetten van stimuleringsactiviteiten door Sportbedrijf (coördinatie en ontwikkeling) • Organiseren van kennismakingscursussen voor volwassenen • Stimuleren van sportevenementen (Leiden Marathon, Singelloop, Joop Zoetemelk Classic en uitbreiding met andere evenementen)
4.2 L eiden schenkt bijzondere aandacht aan specifieke doelgroepen (doel 10) Waarom dit doel? Jongeren zijn een aparte doelgroep voor sport stimulering omdat het aantal jongeren in Leiden dat aan de beweegnorm voldoet in de afgelopen jaren is achtergebleven bij de landelijke ontwik keling. Verder zijn er jongeren met een ongezonde leefstijl en overgewicht. Tot slot is sport een zinvolle vrijetijdsbesteding waardoor er minder overlast ontstaat en de participatie en betrokkenheid van jongeren aan de samenleving groter kan worden. Ouderen zijn een specifieke doelgroep voor sportstimulering, omdat sporten de gezondheid bevordert, de maatschappelijke participatie vergroot en sociaal isolement vermindert. Het draagt er aan bij dat ouderen langer zelfstandig kunnen functioneren. Voor mensen met een beperking is sport en bewegen om gezondheidsredenen belangrijk, maar ook om sociaal isolement te voorkomen. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat er voor deze doelgroep tal van belemmeringen zijn om te sporten en te bewegen. Denk aan een gebrek aan aanbod, de onbekendheid met het aanbod en problemen met de bereikbaarheid. Hoe doen we dat? a. Door bijzondere aandacht voor sporten door jongeren Om de sportdeelname van jongeren te vergroten organiseren we schoolsportcursussen en -toernooien, verstrekken we jeugdsubsidies aan de sportverenigingen, zijn er combinatie functionarissen ingevoerd en kunnen jongeren een beroep doen op het Jeugdsportfonds.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
19
20
Daarnaast is Leiden recent JOGG-gemeente (JOGG = Jongeren Op Gezond Gewicht) geworden om in de komende jaren effectief overgewicht te bestrijden onder jongeren. Sport zal hierbij een belangrijk middel zijn.
• Het stimuleren en ondersteunen van sportclubs en verenigingen bij het begeleiden van mensen met een beperking. Wij hebben de subsidie voor deze sportconsulent verlengd t/m 2014.
b. Door bijzondere aandacht voor sporten door ouderen Het aantal ouderen dat lid is van een sport vereniging is beperkt en neemt in de toekomst vermoedelijk af. Het is echter wel een groeiende groep sporters die de sportvoorzieningen ook buiten de weekenden en avonden kan gebruiken. Met het bereiken van deze doelgroep kunnen we niet alleen het gebruik van de sportvoorzieningen verbeteren, maar mogelijk ook het verenigings kader versterken (zie ook doel 7). Voor deze doelgroep moet een specifiek en meer recreatief aanbod worden ontwikkeld. In het land zijn hier al voorbeelden van, bij voetbal en hockey. In Leiden organiseert Radius een specifiek aanbod voor ouderen. In overleg met de sportbonden onderzoeken we op welke manier we sport verenigingen kunnen stimuleren een specifiek aanbod voor ouderen te ontwikkelen, dat aansluit bij hun behoeften en mogelijkheden. Tot slot is er ook is er een aparte subsidiemogelijkheid voor sportstimuleringsactiviteiten voor ouderen.
d. Toegankelijkheid sport in brede zin. Niet alleen de toegankelijkheid voor jongeren, ouderen, van mensen met een beperking willen we stimuleren en waarborgen. Alle doelgroepen die willen sporten moeten kunnen sporten, ook mensen van alle religieuze gezindten en mensen met een kleine beurs. Het jeugdsportfonds maakt het mogelijk dat ook jongeren van ouders met heel weinig financiële armslag kunnen sporten. Sport verbindt en vormt een belangrijke spil in de samenleving. Sport is gericht op samenspel en ontmoeting en moet voor iedereen toegankelijk zijn. Zo stimuleren we voor zover mogelijk sportverenigingen tot kinderopvang indien daardoor meer vaders en moeders kunnen sporten. Ook kunnen sportverenigingen flexibel omgaan met eisen aan het sporttenue. Zo is het in veel gevallen absoluut geen probleem als in lange broek of met hoofddoek wordt gesport. Dat jongeren vanuit geloofsovertuiging hun short aanhouden bij het douchen, moet ook niet onoverkomelijk zijn om te kunnen sporten.
c. Door bijzondere aandacht voor sporten door mensen met een beperking Om deze belemmeringen voor mensen met een beperking zoveel mogelijk weg te nemen, hebben wij voor twee jaar een sportconsulent aangesteld bij het Stichting Vrije Tijd en Vorming. De sportconsulent heeft de volgende taken: • Informeren en begeleiden van mensen met een beperking naar sportvoorzieningen in de Leidse regio en het bieden van nazorg aan cliënten die zijn gaan sporten. • Het adviseren en ondersteunen van organisaties bij het ontwikkelen of aanpassen van het aanbod voor mensen met een beperking.
Met welke activiteiten? • Kennismakingscursussen schoolsport en schoolsporttoernooien • Financieel ondersteunen verenigingen door subsidies jeugdleden • Financieel ondersteunen jeugdsporter via Jeugdsportfonds • Verder invoeren en onderhouden van combinatiefuncties • Project JOGG • Financieel ondersteunen stimuleren sport voor ouderen • In overleg met de sportbonden stimuleren dat sportverenigingen voor ouderen een specifiek sportaanbod ontwikkelen
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
• Sportconsulent voor mensen met een beperking • In overleg met sportbonden, sportverenigingen en activiteitencentra sportstimulerings programma’s doen ontwikkelen voor mensen met een beperking.
4.3 S port vervult een voorbeeld functie voor het gedrag in de samenleving (doel 11) Waarom dit doel? Sport vervult een voorbeeldfunctie voor het gedrag in de samenleving. Kinderen en jongeren leren spelenderwijs hoe ze moeten samenwerken en omgaan met winst en verlies. Sport heeft een grote invloed op de samenleving. Helaas kleven er ook negatieve kanten aan sport, zoals intimidatie, onsportief gedrag, vernieling, discriminatie, verbaal geweld en soms ook lichamelijk geweld. Hoe doen we dat? a. Door aandacht te vragen voor het begrip Fair Play Hiermee proberen we de negatieve beeldvorming rond bepaalde sporten om te buigen naar een positief imago, door positief gedrag te stimuleren en te benadrukken. Fair Play vraagt aandacht voor: • Omgang met regels: niet alleen de vastgelegde spelregels maar ook de ongeschreven gedragsregels; • Omgang met anderen: de manier waarop de mensen op en rond het veld met elkaar om gaan. • Wederzijds respect voor elkaar is het vertrekpunt; • Gelijkheid van kansen: sporters in staat te stellen onder gelijke omstandigheden hun wedstrijden kunnen spelen. Wij richten ons vooral op de eerste twee punten, de omgang met regels en de omgang met anderen. We organiseren in overleg met de sportbonden en de Nederlandse Sport Alliantie informatieavonden/trainingen en ontwikkelen een convenant Fair Play. Ook de combinatie
functionarissen, die immers veel met jongeren werken, betrekken we bij dit proces. b. Door LHTB-beleid te voeren Daarnaast creëert de gemeente samen met de sportverenigingen, sportbonden en overige betrokkenen een veilige en verdraagzame omgeving om te sporten en bewegen voor personen van iedere seksuele geaardheid. Samen met die partners organiseren wij themabijeenkomsten en trainingen voor sport verenigingen om onverdraagzaamheid tegen te gaan en de sociale acceptatie te vergroten. De gemeente heeft een voorwaardenscheppende rol die moet leiden tot beleid, scholing en actie bij verenigingen zelf. Ook de combinatiefunctionarissen, die immers veel contact hebben met de jongeren, betrekken we hierbij. We stimuleren de sportverenigingen om de algemene antidiscriminatiecode van NOC*NSF op te nemen in hun sportreglementen, met duidelijke aandacht voor discriminatie op basis van sexuele geaardheid. In dit kader ondersteunen wij ook de uitvoering van het project ‘Via zichtbaarheid naar sociale acceptatie’ van het COC. Dat beoogt door een zichtbare deelname van LHTB de acceptatie en bespreekbaarheid van sexuele diversiteit te verbeteren. Met welke activiteiten? • Meer aandacht vragen voor Fair Play, met de nadruk op omgang met regels en omgang met anderen • Organiseren van Informatieavonden/trainingen over Fair Play • Ontwikkelen en afsluiten van een convenant Fair Play met sportverenigingen • Meer aandacht vragen voor LHTB door het organiseren van voorlichting en trainingen • Stimuleren dat sportverenigingen de algemene antidiscriminatiecode van NOC*NSF opnemen in hun sportreglementen met duidelijke aandacht voor LHBT-discriminatie.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
21
4.4 Leiden ondersteunt en faciliteert topsport (doel 12) Waarom dit doel? Topsport is voor de breedtesport in de stad van belang. Topsport en breedtesport kunnen niet los van elkaar gezien worden. Topsporters en topsportwedstrijden zijn niet alleen een belevenis om naar te kijken, ze werken ook inspirerend. Vooral voor de jeugd. Het zien van topsport motiveert en stimuleert om zelf te gaan sporten. De topsport vervult daarmee een belangrijke voorbeeldfunctie voor de breedtesport. Méér sporters is niet alleen een doelstelling van de breedtesport, het is ook een voorwaarde voor de ontwikkeling van topsport. Want hoe meer mensen sporten, hoe meer mogelijke talenten boven kunnen komen drijven. De basis voor topsport is daarom altijd een goed functionerende breedtesport.
b. D oor een Topsportfonds en een topsportcoördinator De gemeenteraad heeft besloten de Stichting Topsport Leiden voor een periode van twee jaar een subsidie van € 181.000 te verstrekken voor onder meer het aanstellen van een topsport coördinator. De topsportcoördinator is op 1 september 2010 gestart. Eind 2012 volgt een evaluatie. De topsportcoördinator ondersteunt de topsportverenigingen, beheert het Topsportfonds, verbetert de infrastructuur van de topsport en onderzoekt de mogelijkheden van een structurele aanpak van de sponsoring van topsport. Het streven is dat de topsportcoördinator jaarlijks € 200.000 aan sportgelden verwerft.
Foto: Saskia van Hoore
Hoe doen we dat? a. Door faciliteren topsportverenigingen Volgens de Stichting Topsport Leiden heeft Leiden tien sportverenigingen die op sportieve en organisatorische gronden tot de topsportverenigingen mogen worden gerekend. Het gaat om BS Leiden, De Zijl, Scylla, Diok, Leiden Atletiek, IJVL, LZ1886, Njord, Die Leythe en Asopos de Vliet. Het is geen taak van de gemeente om topsport te financieren.
Topsport is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de sportverenigingen zelf. De gemeente is wel bereid om de topsport te faciliteren, door topsportverenigingen te ondersteunen, talenten te begeleiden, een topsportfonds beschikbaar te stellen en de sport accommodaties geschikt te maken voor topsport voor zover dat financieel en ruimtelijk mogelijk is (zie ook doel 4). Leiden wil vooral inzetten op de sporten waar we van oudsher goed in zijn, zoals basketbal, tafeltennis, waterpolo en roeien.
22
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
c. Door ondersteuning van sporttalenten Het NOC*NSF heeft als doelstelling om in iedere provincie een goed klimaat te ontwikkelen voor talenten en topsporters. Dit heeft geleid tot zogenoemde Olympische Netwerken. Dit zijn netwerken van personen en organisaties die de sporter op verschillende vlakken kunnen ondersteunen bij de weg naar de top. De gemeente heeft een overeenkomst met Sportservice Zuid-Holland en vormt twee jaar lang (2011 en 2012) het frontoffice voor het Olympisch Netwerk in de regio Leiden. Dit past binnen het gemeentelijk beleid om de topsport en vooral de talenten te faciliteren: zij kunnen met hun vragen in de buurt terecht. Na afloop van de periode bekijken we of en op welke manier we deze front-office continueren. De benoeming van het Leonardo College tot Topsport Talent School is voor de topsport een belangrijke ontwikkeling. Talenten kunnen het beoefenen van hun sport nu namelijk combineren met een aangepast lesrooster. Ze kunnen daardoor kunnen ook beter behouden blijven voor de Leidse sport. Met welke activiteiten? • Ondersteunen van topsportverenigingen • Subsidiëren van de Stichting Topsport Leiden (voortzetten afhankelijk van uitkomsten evaluatie 2012) • Ondersteunen van talenten met status NOC*NSF (frontoffice Olympisch Netwerk) • Aandacht voor Leonardo College als Topsport Talent School • Ondersteunen van topsportevenementen (behoud Gouden Spike, Chess Tournament, uitbreiding met andere evenementen).
Combinatiefuncties Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever, maar werkzaam is voor twee of meer sectoren, in dit geval onderwijs, sport en/of cultuur. Via de rijks regeling Brede School ontvangt Leiden een bijdrage voor de financiering van 14 functionarissen. De belangrijkste doelstellingen van de rijksregeling zijn de uitbreiding van het aantal brede scholen, de versterking van sportverenigingen, het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen en het bevorderen dat de jeugd vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen. De gemeenteraad heeft op 28 januari 2010 besloten om voor een periode van vier jaar een budget beschikbaar te stellen voor (de cofinanciering van) de combinatie functies en hiervoor een aparte invoeringsregeling te maken (RV09.0120). Afgesproken is dat in 2014 wordt geëvalueerd om de wenselijkheid van voortzetting te bepalen. Bij de begroting 2011 is besloten het project na afloop van de looptijd te beëindigen en de gemeentelijke middelen voor cofinanciering in te zetten voor de bezuinigingen. Dit betekent dat bij een gewenste voortzetting van de combinatiefuncties de middelen voor de noodzakelijke gemeentelijke cofinanciering opnieuw gevonden zullen moeten worden. Het gaat om een bedrag van € 500.000 per jaar.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
23
5.Beleid sportaccommodaties 5.1 Inleiding
5.2 Groene en rode sportparken
De uitvoering van de motie-Van Sandick (M08.0058/11) in maart 2010 heeft geleid tot een rapportage met daarin een overzicht van het benodigde onderhoud, de noodzakelijke vervangingen en gewenste uitbreidingen op het gebied van de sportaccommodaties. Deze rapportage is als input gebruikt bij het opstellen van het SAP dat integraal onderdeel uitmaakt van deze Sportnota.
De behoefte aan groene sportvelden loopt uiteen. In een aantal gevallen overtreft de vraag het aanbod (hockey en sommige voetbalverenigingen), soms is sprake van overschotten (korfbal en sommige voetbalverenigingen).
Het SAP bevat feitelijke informatie over: • De aanwezige sportaccommodaties • Het huidige en toekomstige gebruik • De relatie tussen ruimte en sport • Meerjarenplanning klein en groot onderhoud, inclusief dekking • Meerjarenplanning investeringen voor vervanging, renovatie en uitbreiding; inclusief dekking. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud en de instandhouding van de gemeentelijke sportaccommodaties. Dit zijn bijna alle sport accommodaties in de stad behalve de ijsbaan en enkele tennisbanen. De gemeentelijke sport accommodaties verkeren over het algemeen in redelijke staat van onderhoud, maar zijn veelal oud en verouderd. Dit speelt vooral bij de sporthallen en de zwembaden. In dit hoofdstuk gaan we in op een aantal beleidsmatige keuzes rond de groene- en rode sport parken, zwembaden, sporthallen en sportzalen, en overige sportaccommodaties. Belangrijke overwegingen hierbij zijn: • Afstemming tussen vraag en aanbod • Efficiënt gebruik van de accommodaties • Rekening houden met toekomstige ontwikkelingen • Combinaties met andere geldstromen • Afstemming met de regio.
24
Om de problemen bij de voetbalverenigingen op te lossen gaan we het volgende doen: • Het meervoudig gebruik van sportvelden door meerdere verenigingen sterker stimuleren • Het aantal kunstgrasvelden uitbreiden om problemen rond trainingscapaciteit op te lossen • Extra verlichting aanbrengen rond (kunstgras) velden om de gebruiksmogelijkheden te vergroten. Een specifiek aandachtspunt is het ruimtetekort bij de hockeyvereniging Roomburg. De afgelopen jaren zijn verschillende mogelijkheden onderzocht om extra hockeyvelden te realiseren op nieuwe sportlocaties (Roomburg, Matilopark, Oostvlietpolder), maar dat heeft uiteindelijk niets opgeleverd. Wij zien daarom af van de uitbreiding van het totale sportareaal om de aanleg van extra hockeyvelden te realiseren, omdat dit ruimtelijk en praktisch niet mogelijk is of in strijd met andere bestemmingen en belangen. De hockeyvereniging heeft zelf geregeld dat een deel van de wedstrijden van de senioren op zondag in Voorschoten kan worden gespeeld. Tegelijk realiseren wij ons dat het knelpunt hiermee nog onvoldoende is opgelost. Wij zullen in overleg met de betrokken verenigingen uitbreiding van de hockeyvelden realiseren op bestaande sportaccommodaties die met onderbespeling te maken hebben. Hiervoor hebben wij een bedrag van 0,5 miljoen gereserveerd in de investering Diverse sportparken vervanging natuurgras in kunstgras.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
Wij gaan het volgende doen: • Extra (trainings)capaciteit voor hockey realiseren door gebruik te maken van de onderbespeling van andere sportvelden zoals bij korfbal en voetbal • De gemeente zal hierin een initiërende rol vervullen en in overleg met de hockey vereniging actief alternatieven onderzoeken. Ook een uitbreiding van het tennispark Roomburg is ruimtelijk en praktisch gezien niet mogelijk. Het gereserveerde budget zullen wij inzetten voor andere knelpunten op het gebied van sportaccommodaties. Daarnaast gaan wij het volgende doen: • Stimuleren dat sportvelden die onderbespeeld zijn, ook gebruikt gaan worden voor tennis. De korfbalvelden kennen de grootste onder bespeling. Daarom gaan we: • Het medegebruik door andere sporten zoals hockey en tennis vergroten • Korfbal concentreren op een beperkt aantal (kunstgras)velden waardoor capaciteit kan worden vrijgespeeld voor andere sporten.
5.3 Sporthallen en sportzalen De beschikbare capaciteit van de grote sporthallen is gemiddeld voldoende. Wel zijn er knelpunten op ’prime-time’. De Vijfmeihal is gebouwd als tijdelijke voorziening en is verouderd. Van de Drie Octoberhal is de gebruikswaarde beperkt waardoor de bezetting laag is. Wij gaan het volgende doen om de capaciteit beperkt uit te breiden en de kwaliteit en de gebruiksmogelijkheden te vergroten. • Een onderzoek naar de mogelijkheid van de bouw van drie sportzalen in combinatie met (de benodigde gymzalen van) het onderwijs in het Dieperhout. Hierbij is een gecombineerde inzet van geldstromen uit onderwijs en sport mogelijk. De sportzalen worden overdag gebruikt door de scholen en in de avonduren en het weekend door de sportverenigingen.
Twee sportzalen zijn geschikt om basketbalwedstrijden in te spelen zodat BS Leiden meer centraal kan worden gehuisvest. Er wordt nu een kaderbesluit voorbereid waarin nadere voorstellen zullen worden gedaan over de programma’s van eisen van deze sportzalen en de geraamde kosten en de dekking. In de sportnota wordt rekening gehouden met een bijdrage in de kosten vanuit de sport van € 1.350.000. • Vervangende nieuwbouw van de Vijfmeihal in Leiden Zuid-West in combinatie met de nieuwbouw van (de benodigde gymzalen van) het Leonardo College. Hierbij is een gecombineerde inzet van geldstromen uit onderwijs en sport mogelijk. Deze sportaccommodatie is dan geschikt voor onderwijs, breedtesport en topsport. • Op termijn sluiten van de Drie Oktoberhal, omdat de geplande sporthal in Leiden ZuidWest voldoende vervangende ruimte biedt. Een besluit over de uitbreiding van de Turnhal stellen we uit tot na 2025. In relatie tot uit breidingen en vervangingen van andere sportaccommodaties, heeft de Turnhal minder prioriteit.
5.4 De IJshal De IJshal aan de Vondellaan is verouderd en heeft door de lengte van de baan en de ligging van de bochten beperkte gebruiksmogelijkheden. De hal is geen gemeentelijk bezit en wordt niet geëxploiteerd en beheerd door het Sportbedrijf. De Stichting IJshal Leiden huurt de ijsbaan van een particuliere eigenaar en is verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De ijsbaan vervult een belangrijke rol voor de sport in Leiden en trekt ongeveer 100.000 bezoekers uit Leiden en de regio. De ijsbaan is ongeveer zes maanden per jaar open. Wij verstrekken de Stichting IJshal jaarlijks een bijdrage in de exploitatiekosten van € 100.000 voor een periode van vier jaar. Deze periode loopt af op 1-1-2014. Bij motie M120118/1
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
25
heeft de raad het college verzocht bij het opstellen van de PPN 2014-2017 de middelen te vinden om voor het jaar 2014 en zonodig 2015 bedoelde bijdrage te kunnen blijven geven. De kosten van de aanleg van een nieuwe overdekte 400 meter-ijsbaan worden, afhankelijk van de plek waar die wordt gerealiseerd, geraamd op ongeveer € 18.000.000. Een overdekte 400 meter-ijsbaan is een regionale voorziening en kan niet zonder de financiële inbreng van andere gemeenten worden gerealiseerd. De kosten van de renovatie van de bestaande IJshal worden geraamd op € 4.000.000. Er is de afgelopen jaren een aantal initiatieven genomen om samen met de gemeenten Katwijk en Alphen aan den Rijn een plan voor een regionale 400 meter-ijsbaan te ontwikkelen. Dit is niet gelukt door uiteenlopende belangen en gebrek aan middelen. Door de economische crises en de terugloop in gemeentelijke middelen achten wij het niet waarschijnlijk dat er de komende jaren in de regio draagvlak is voor een overdekte 400 meter-ijsbaan. Marktpartijen zijn alleen geïnteresseerd in de aanleg en exploitatie van een ijsbaan als er andere voorzieningen bij gerealiseerd kunnen worden die als kostendrager kunnen dienen zoals supermarkten, recreatieve voor zieningen enz. Van concrete plannen in de regio van marktpartijen op dit gebied is ons op dit moment niets bekend. Het is onzeker hoelang een renovatie van de bestaande IJshal nog vooruit kan worden geschoven in verband met de technische staat van de ijsbaan. Met name de vloer en de ijsmachines zijn kwetsbare punten. Wij gaan het volgende doen: • Een bedrag van maximaal € 4 miljoen reserveren als bijdrage in de kosten van de renovatie van de bestaande IJshal.
26
• Dit bedrag beschikbaar te stellen aan de Stichting IJshal Leiden onder de volgende voorwaarden: • Er wordt vóór 1-1-2015 een deugdelijk renovatievoorstel ingediend dat is voorzien van een sluitende meerjaren begroting • De renovatie wordt zo duurzaam mogelijk uitgevoerd • Er wordt voor 1-1-2015 een sluitende meerjaren exploitatiebegroting ingediend voor de periode na het voltooien van de renovatie waarvan de tijdelijke gemeentelijke bijdrage van € 100.000 in de exploitatie geen deel mag uitmaken • Een langdurig huurcontract tussen de Stichting IJshal en de eigenaar van de ijshal, waarin de verplichtingen tussen huurder en verhuurder eenduidig zijn geregeld en waarbij rekening is gehouden met de gemeentelijke investeringsbijdrage in de renovatie van de ijshal • De renovatie dient uiterlijk 1 mei 2015 aan te vangen en binnen 1 jaar na aanvang volledig te zijn afgerond • De gemeente neemt niet het eigendom van de IJshal over, omdat dit niet past in het gemeentelijk beleid om het beheer over het aantal sportaccommodaties terug te brengen • De gemeente neemt niet de exploitatie en het beheer van de IJshal over • Onderzoeken in hoeverre het mogelijk is de exploitatiesubsidie na 2013 te continueren in het kader van de Perspectiefnota 2014-2017. (Bij motie M120118/1 heeft de raad het College verzocht bij het opstellen van de PPN 2014-2017 de middelen te vinden om voor het jaar 2014 en zo nodig 2015 deze bijdrage te continueren).
5.5 Zwembaden 5.5.1 De problematiek op hoofdlijnen Feitelijke situatie In Leiden zijn drie zwembaden: het Vijfmeibad, De
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
Zijl en De Vliet. Het Vijfmeibad is gebouwd in 1979 en is verouderd. Het heeft beperkte gebruiksmogelijkheden voor de georganiseerde sport. Zwembad De Zijl stamt uit 1976, is in 2003 grondig gerenoveerd en uitgebreid en voldoet aan de huidige eisen. De Vliet is een openluchtbad dat is gebouwd in 1964 en niet meer voldoet aan de eisen die tegenwoordig aan een buitenzwembad kunnen worden gesteld. Het zwembad is vier maanden per jaar open. De beschikbare capaciteit De drie zwembaden hebben gezamenlijk een totale capaciteit van 1.710 m2 binnenzwemwater en 3.159 m2 buitenzwemwater. De totale capaciteit bedraagt 4.869 m2 zwemwater. Per 1000 inwoners komt dat neer op 41,6 m2, waarvan 14,6 m2 binnenzwemwater en 27 m2 buitenzwemwater. Het landelijk gemiddelde bedraagt 14 m2 per 1000 inwoners. Leiden zit dus bijna drie maal boven het landelijk gemiddelde als het binnen en buitenwater bij elkaar wordt geteld. Maar alleen het binnenwater is al boven de landelijke norm. De bezoekersaantallen Het totaal aantal bezoekers van de zwembaden in Leiden neemt de laatste jaren af, maar dat is een landelijke trend. Zie tabel 1 voor de bezoekersaantallen.
Noodzakelijke investeringen voor vervanging en renovatie Door de leeftijd van de zwembaden De Vliet en Vijfmeibad is het noodzakelijk om voor beide baden rekening te houden met investeringen voor modernisering, renovatie en vervanging. Bij zwembad De Vliet kan worden volstaan met een renovatie, maar bij het Vijfmeibad is dat nauwelijks zinvol. Renovatie van het bestaande bad lost de beperkte gebruiksmogelijkheden niet op en bovendien staat het bad toekomstige herontwikkeling van het gebied in de weg. Op basis van kengetallen worden de kosten van vervangende nieuwbouw van het Vijfmeibad (in combinatie met Vijfmeihal en Leonardo College) geraamd op € 9 miljoen. De kosten van een renovatie van zwembad De Vliet worden op basis van kengetallen geraamd op een bedrag van € 3 miljoen.
Conclusie • De beschikbare capaciteit zwemwater in Leiden ligt ver boven het landelijk gemiddelde. • Ook zonder het buitenzwembad ligt de capaciteit boven het landelijk gemiddelde. • Het gemiddeld aantal zwembadbezoeken is in Leiden een stuk lager dan in Nederland. • Het Vijfmeibad dient op termijn te worden vervangen en De Vliet dient op termijn te worden gerenoveerd.
Tabel 1 Bezoekersaantallen Leidse zwembaden Zwembad
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Zijl
261.429
256.334
253.185
244.784
236.238
233.676
225.416
222.846
Onbekend
Vijfmei
147.157
133.959
124.109
120.315
123.235
119.437
113.970
112.685
Onbekend
De Vliet
69.134
63.481
85.696
53.382
72.676
85.684
76.003
57.445
69.430
477.720
453.774
462.990
418.481
432.149
438.888
415.389
392.976
Onbekend
Totaal
Het aantal bezoekers van De Vliet wisselt over de jaren, maar dat wordt vooral beïnvloed door het weer in de zomer. Gemiddeld bezoekt elke inwoner van Nederland in 2010 4.8 maal een zwembad. In Leiden komt dit lager uit met 3,6 bezoeken aan de Leidse zwembaden per inwoner. In 2011 is dit verder gedaald naar (392.976 : 118.000) = 3,3 bezoeken per inwoner.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
27
5.5.2 Onze prioriteitstelling De nieuwbouw van het Vijfmeibad is belangrijk omdat: • Het zwembad een belangrijke rol op het gebied van de georganiseerde zwemsport vervult • De beperkte gebruiksmogelijkheden voor de zwemsport alleen zijn op te lossen door nieuwbouw • Het zwembad het hele jaar open is • De gecombineerde nieuwbouw met Vijfmeihal en Leonardo College tot kostenbesparing kan leiden • De realisering van de combinatie sporthal, zwembad en Leonardo College een belangrijke impuls is voor Leiden Zuid West. Ook zwembad De Vliet heeft een belangrijk functie. In eerste instantie was het sluiten van De Vliet in het de concept Sportnota en het SportAccommodatiePlan een potentiële mogelijkheid. De raad heeft evenwel, na vele inspraakreacties hierover, een amendement (A120118/2) aangenomen en daarmee de Sportnota als volgt gewijzigd: a. het 50-meter openluchtbad en een ligweide van zwembad De Vliet blijven behouden; b. er komt een onderzoek naar een combibad bij zwembad De Vliet; c. € 100.000 uit ‘heroriëntatie op de organisatie van de sportondersteuning’ vanaf 2015 hiervoor te reserveren. 5.5.3 De kosten van zwembad De Vliet De kosten De totale uitgaven van De Vliet bedragen € 436.000 per jaar, exclusief overhead. De totale inkomsten worden voor 2012 geraamd op € 150.000 per jaar, inclusief de opbrengst van de pacht horeca. Uiteraard is de opbrengst afhankelijk van het weer in de zomer. De gemeentelijke bijdrage in de kosten bedraagt € 286.000.
28
De inkomsten Het is de afgelopen jaren nauwelijks mogelijk gebleken de kosten nog verder te verlagen en de inkomsten te verhogen. Wat dat betreft is het “laaghangend fruit” wel geplukt. De enige reële mogelijkheid is het verhogen van de tarieven van het zwembad. De gemiddelde entreeprijs per bezoek bedraagt nu ongeveer € 2,00. Indien van een volledig kostendekkend tarief wordt uitgegaan, komt de toegangsprijs op ongeveer € 6,25 (€ 436.000 : 70.000 bezoeken) gemiddeld per bezoek. Dit is exclusief de kapitaallasten van een eventuele renovatie van € 3 miljoen. Het onderhoud Er is een second opinion gevraagd van een extern bureau over de hoogte van de onderhoudskosten om het zwembad voor de komende jaren open te houden. Uit deze second opinion blijkt dat er in de komende jaren geen grote investeringen noodzakelijk zijn. Alternatieve beheersvormen Voor het beheer en onderhoud van De Vliet zijn naast beheer door het Sportbedrijf ook nog andere scenario’s denkbaar, namelijk: a. Beheer door een particuliere stichting. Het beheer en onderhoud komt onder volledige verantwoordelijkheid van een stichting die met vrijwilligers werkt en voor specialistische kennis een beroep doet op externe deskundigen. Naar verwachting kan dit een besparing opleveren voor de gemeente. Het nadeel van dit model is de kwetsbaarheid van de continuïteit door het werken met vrijwilligers. Ook zijn er verschillen van inzicht over welke taken wel en niet aan vrijwilligers kunnen worden over gelaten in verband met de veiligheid bij een complexe en potentieel gevaarlijke voorziening als een zwembad. b. Beheer door een externe partij. Het zwembad blijft in eigendom van de gemeente en wordt beheerd en geëxploiteerd door een externe partij. Veel gemeenten
Sportnota Verleiden tot bewegen 2013-2018 | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
passen dit model toe door B.V. Sportfonden hiervoor in te huren. Het Bureau Omnisport heeft ons in een oriënterend gesprek gezegd gemiddeld tot een kostenbesparing van 10% tot 30% te kunnen komen bij de exploitatie van zwembaden. In de meeste gevallen blijven in een dergelijke constructie de risico’s van de exploitatie bij de gemeente liggen. c. Marktpartij. Wij gaan er vanuit dat er geen enkele markt partij geïnteresseerd is om zwembad De Vliet geheel op eigen risico te exploiteren. Daarvoor zijn de mogelijkheden om tot gunstige exploitatie van een zwembad te komen zonder gemeentelijke bijdrage veel te klein. 5.5.4 Combinatie zwembad De Vliet en Vijfmeibad. Zoals al in 5.5.2 is aangegeven, zijn er veel inspraakreacties ingediend waarin bezwaren worden gemaakt tegen een eventuele sluiting van zwembad De Vliet. Ook zijn er suggesties gedaan om zwembad De Vliet en het Vijfmeibad te combineren. Door de raad is bij behandeling van de Sportnota besloten om het 50-meter openluchtbad en een ligweide te behouden. Verder zal worden onderzocht of op het terrein aan de Voorschoterweg ook een combinatie met het nieuw te bouwen Vijfmei-binnenbad mogelijk is. Door de kleedruimten – en mogelijk ook andere ruimten – van De Vliet in het nieuwe binnenbad onder te brengen, is een renovatie daarvan niet nodig en ontstaan mogelijk ook besparingen in het onderhoud. De bouwkosten voor het Vijfmeibad worden geraamd op circa € 8 tot 10 miljoen (BTW, incl. sloopkosten en een deel plankosten). Daarnaast moet rekening gehouden worden met renovatiekosten van het bestaande buitenzwembad, omdat er anders een verouderd bad naast een geheel nieuw bad staat. De geraamde kosten zullen lager zijn dan de oorspronkelijk geraamde € 3 miljoen.
5.5.5 Aanpak Wij zullen een extern onderzoek laten verrichten in hoeverre het mogelijk is de bouw van een nieuwe binnenzwembad aan de Vliet te combineren met handhaving van het bestaande 50 meterbuitenbad en een ligweide. In dit onderzoek zullen in ieder geval de volgende vragen beantwoord dienen te worden: • • • •
De stichtingskosten. De exploitatiemogelijkheden De ruimtelijk inpassing in het gebied Mogelijke toekomstige planologische ontwikkelingen. • Het standpunt van de omliggende gemeenten, omdat die ook problemen kennen bij de instandhouding c.q. vervanging van de zwembaden • Het 2521 concept voor zwembaden. Wij streven er naar de resultaten van dit onderzoek na de zomer 2013 gereed te hebben. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zullen we een keuze maken tussen: • de bouw van een nieuw binnenzwembad aan de Vliet in combinatie met handhaving van het bestaande 50 meter-buitenbad en een ligweide • de bouw van het nieuwe Vijfmeibad op een andere plaats te realiseren met gelijktijdige handhaving van het bestaande zwembad De Vliet.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
29
Foto: Ruud Wormgoor
30
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
6. Financiële uitwerking en monitoring sportbeleid Voor de uitvoering van de ambities in de sportnota is geld nodig. In dit hoofdstuk gaan we op hoofdlijnen in op de middelen die hiervoor benodigd en beschikbaar zijn. We sluiten het hoofdstuk af met een beschrijving hoe we de voortgang van onze ambities gaan monitoren.
6.
6.1 Financiële uitgangspunten We hanteren de volgende uitgangspunten: 1. De Sportnota kan worden uitgevoerd binnen de beschikbare middelen. 2. De beschikbare middelen zijn gecorrigeerd voor de vastgestelde bezuinigingen in 2013 op het beheerplan sport met € 250.000 (Programmabegroting 2013) en de verlaging van de dotatie aan de voorziening sport met € 300.000 (Programmabegroting 2013). 3. De door de raad opgelegde taakstelling op heroriëntatie organisatie van de sportondersteuning met € 350.000, waarvan € 100.000 m.i.v. 2015 en € 250.000 m.i.v. 2016, is nog niet ingevuld. We zullen extern onderzoek laten verrichten om deze taakstelling nader in te vullen. 4. De planninghorizon van de nota voor sport accommodaties is 2013 - 2025. Voor de gehele periode hebben we de financiële consequenties in beeld gebracht. 5. De bedragen in het SAP worden weergegeven tegen prijspeil 2013, zijn exclusief BTW en de kapitaallasten van investeringen zijn bepaald tegen een rente van 4,5%. Het is reëel te veronderstellen dat alle geplande investeringen btw-verrekenbaar zijn. Bij een beperkte gemeentelijke betrokkenheid (geen toezicht, geen onderhoudsactiviteiten door/vanwege gemeente) en een multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties, incl. gymzalen (scholen, kinderopvang, zaalverhuur e.d.) is
7.
8.
9.
BTW-aftrek op investeringen sportaccommo daties niet zondermeer mogelijk. Als bij de planvorming/uitwerking van een investering blijkt dat BTW-verrekening niet mogelijk is, komen we in de kredietaanvraag hierop terug. Vertrekpunt voor het SAP is rapport Kraan. Hierin zijn alle werkzaamheden geïnventariseerd voor de instandhouding van bestaande sportaccommodaties. Het rapport Kraan is opgesteld in 2010 en geactualiseerd naar de huidige situatie. In het SAP maken we, overeenkomstig regelgeving, onderscheid tussen klein onderhoud (jaarlijkse werkzaamheden), groot onderhoud (planmatige, incidentele werkzaamheden) en investeringen (kapitaalgoederen met een lange levensduur). Alle drie categorieën worden onderbouwd met een achterliggend plan. De financiële regelgeving (BBV) en het finan cieel beleid van gemeente Leiden zijn gevolgd. Dit betekent dat de kosten groot onderhoud ten laste van een voorziening komen, investeringen met economisch nut worden geactiveerd en afschrijvingstermijnen in overeenstemming zijn met de afschrijvingstabel uit het beleidskader ‘activeren en afschrijven’. Er wordt een voorziening “groot onderhoud Sportaccommodaties” ingesteld om schommelingen in de uitgaven groot onderhoud over de jaren op de vangen.
10. De investeringsbedragen zijn inclusief 5% onvoorzien. In de bedragen klein en groot onderhoud is geen post onvoorzien opgenomen. 11. Kostenraming vervanging Vijfmeihal en –bad is gebaseerd op aantal m2 x bouwkostennorm per m2 op sober kwaliteitsniveau, vermeerderd met 30% stichtingskosten en 15% plankosten. 12. Er wordt een reserve Kapitaallasten sport accommodaties ingesteld waarmee een deel
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
31
van de kapitaallasten van de investeringen wordt gedekt. 13. In de sportnota is geen rekening gehouden met opbrengsten van eventuele vrijkomende sportgronden. De wijze waarop wordt omgegaan met de opbrengsten en kosten van functieverandering van sportgronden wordt betrokken bij de discussie over een integrale afweging maatschappelijke vastgoed. 14. Er zijn geen middelen in de sportbegroting beschikbaar voor wijksportparken.
Tabel 2 – Begroting Sportbedrijf (structurele middelen) Bedragen x 1000
6.2 Financiën ambitie 1
6.2.2 Beschikbare middelen voor investeringen sportaccommodaties De beschikbare middelen voor investeringen vallen uiteen in twee onderdelen. Enerzijds de investeringsbedragen die zijn opgenomen in het huidige investeringsplan 2012-2015. Anderzijds de incidentele middelen die de afgelopen jaren aanvullend beschikbaar zijn gesteld.
De activiteiten op het gebied van sportvoor zieningen zijn gericht op een kwalitatieve goede instandhouding en vervanging van de sport accommodaties en sportparken. Deze activiteiten zijn onder te verdelen in werkzaamheden op gebied van klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging/uitbreiding van bestaande accommodaties. Op hoofdlijnen geven we in deze paragraaf de financiële weergave van de beschikbare en benodigde middelen. Het SAP geeft een uitvoerige beschouwing van de herkomst en totstandkoming van de bedragen. In de aanloop naar de Sportnota hebben we een flink bedrag aan structurele en incidentele middelen beschikbaar gesteld. Hiermee is het mogelijk het klein- en grootonderhoud voor de sport accommodaties volgens de opgestelde beheerplannen structureel te dekken. Tevens is er investeringsruimte gecreëerd van ruim € 34.8 miljoen om een groot aantal vervangings investeringen te realiseren waaronder nieuwbouw van het Vijfmeibad, nieuwbouw Vijfmeihal, de vervanging van toplagen van kunstgras en de uitbreiding van het aantal kunstgrasvelden. 6.2.1 Beschikbare middelen klein- en groot onderhoud Wij hebben de volgende structurele middelen beschikbaar voor klein- en groot onderhoud.
32
2013
2014
2015
2016
Structureel in de begroting opgenomen
1.360
1.361
1.361
1.361
Toegevoegd extra middelen PPN 2012 Beheerplan Sport (Motie 1/2 % Sport)
750
750
750
750
Bezuiniging begroting 2013
-250
1.860
2.111
2.111
2.111
Totaal
In het investeringsplan 2012-2015 zijn de volgende investeringsbedragen opgenomen. Tabel 3. Investeringsplan 2012-2015 Bedragen x 1000 Bedrag
Toelichting
Programma 8
6.468
Het gaat hier om investeringen in sportaccommodaties, sportvelden en vervanging riolering
Programma 7
5.551
De realisering van sportvoorziening voor LeonardoCollege
Programma Algemene dekkingsmiddelen
1.823
Ongeveer € 450.000 per jaar opgenomen voor VVI Sport (vervanging bedrijfsmiddelen)
Totaal
13.842
De volgende incidentele middelen zijn de afgelopen jaren beschikbaar gesteld:
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
Tabel 4 - Incidentele middelen. Bedragen x € 1.000. Herkomst
Bedrag
Toelichting
Nuongelden Sport
2.801
Beschikbaar gesteld bij de Perspectiefnota 2012 (pag. 12 en 35). Bij de jaarrekening 2011 (pag. 266) is dit gestort in de reserve Sportaccommodaties
Vrijval voorziening precariobelasting
3.400
Bij de bestemming van het jaarrekeningsresultaat 2011 is besloten om de vrijval van de voorziening precariobelasting beschikbaar te stellen voor investeringen in de sport. Dit bedrag is gestort in de reserve Sportinvesteringen
Grote sportinvesteringen
200
Bij de Perspectiefnota 2012 is het amendement A110047/13 aangenomen dat € 200.000 beschikbaar stelt voor grote sportinvesteringen. Dit is toegevoegd aan de reserve Sportinvesteringen
Niet besteed deel plankosten Huis van de Sport
463
Met besluitvorming over raadsvoorstel RV 11.0046 en de Motie M100113/41 is besloten deze middelen te reserveren voor de sport. In de jaarrekening 2011 (pag. 266) is zichtbaar dat dit bedrag is gestort in de reserve Herontwikkeling sportvelden
Voorziening Sport
2.500
Bezuiniging in voorziening sport
-300
Eenmalige bijdrage sportvoorzieningen Totaal
500
9.564
In de PN 2013-2016 (pag. 12) is een voorziening Sport gevormd Verlaging dotatie voorziening Sport (Voorstel in de programmabegroting 2013) In de Perspectiefnota 2012, pag. 11 wordt eenmalig een bedrag voor sportvoorzieningen toebedeeld. Dit bedrag is beschikbaar binnen programma Algemene Dekkingsmiddelen II
Incidentele middelen structureel inzetten: Investeringen worden geactiveerd in plaats van in één keer volledig in de begroting te nemen. Het opnemen in de begroting gebeurt in de vorm van (structurele) kapitaallasten (= de rente en afschrijving). De kapitaallasten van investeringen uit het investeringsplan 2012-2015 maken uiteraard al onderdeel van de begroting. De vertaling van de incidentele, beschikbare middelen in de vorm van beschikbare ruimte voor kapitaallasten doen we door vanuit deze incidentele middelen een reserve in te stellen waaruit de kapitaallasten worden gehaald. Met andere woorden, met de incidentele middelen ad € 9.564.000 creëren we een reserve “kapitaallasten sportaccommodaties” die gebruikt wordt om de kapitaallasten van de investeringen te dekken.
6.2.3 De benodigde middelen voor het sportaccommodaties De benodigde middelen voor klein en groot onderhoud zijn gebaseerd op het rapport Kraan waarin alle benodigde werkzaamheden om de sportaccommodaties in stand te houden zijn opgenomen. Het rapport is geactualiseerd naar de huidige situatie. Dit heeft geleid tot een beheerplan klein onderhoud en een beheerplan groot onderhoud. De benodigde middelen staan in het overzicht 6.2.4 De benodigde middelen voor investeringen zijn gebaseerd op het Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025 (bijlage 8). Het gaat om investeringen met een totale omvang van ongeveer € 34.8 miljoen:
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
33
Tabel 5 - Totale investeringsen Sportnota 2013-2025. Bedragen x € 1.000 Actuele investeringen uit huidige IP Sport 2012-2015
1.099
Vervangingsinvesteringen uit rapport Kraan
5.363
Vervangingen machines/wagenpark Sportbedrijf
603
Omvangrijke investeringen: Nieuwbouw Vijfmeihal (incl. € 5.551 uit IP Onderwijs)
11.000
Nieuwbouw Vijfmeibad
9.000
Bijdrage ijsbaan
4.000
Bijdrage zwembad de Vliet/Vijfmeibad
1.000
Sportzalen Dieperhout
1.350
Diverse sportparken vervanging natuurgras in kunstgras
1.367
Totale omvang vervangingsinvesteringen Sport
34.782
6.2.4 Integraal overzicht benodigde en beschikbare middelen Tabel 6 - Integraal overzicht benodigde en beschikbare middelen. Bedragen x €1.000
2013
2014
2015
2016
654
605
593
611
Benodigd Groot onderhoud
1.517
1.517
1.517
Totaal benodigd
2.171
2.122
2.110
Benodigd Klein onderhoud
Beschikbaar voor onderhoud Saldo onderhoud
1.861 -310
2.111
2.111
-11
1
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
575
471
471
471
471
471
471
471
471
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
2.128
2.091
1.988
1.988
1.988
1.988
1.988
1.988
1.988
1.988
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
-17
20
123
123
123
123
123
123
123
123
Benodigd kapitaallasten
52
107
126
854
918
128
275
444
646
695
760
810
861
911
961
976
967
957
Beschikbare onttrekking uit reserve
0
0
0
0
0
669
659
648
637
626
616
605
594
Heroriëntatie sportbedrijf
100
350
350
350
350
350
350
350
350
350
350
128
275
544
996
1.045
1.779
1.819
1.858
1.898
1.938
1.942
1.922
1.901
Saldo kapitaallasten
76
168
418
142
127
-168
-104
-104
-39
42
14
-53
-81
Amendement Buiten zwemmen in zwembad De Vliet
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
157
319
25
46
-145
-81
-82
-16
65
37
-30
-58
Beschikbare kapitaallasten IP
Totaal beschikbaar
Financiële uitkomst Kadernota
34
2017
-234
1.947
1.923
1.963
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
1.937
1.895
1.928
1.975
1.982
Toelichting cijfers onderhoud in tabel 6: • In de regels ‘Benodigd klein onderhoud’ en ‘Benodigd groot onderhoud’ staan de middelen die benodigd zijn voor de uitvoering van klein en groot onderhoud. • Op de regel ‘Beschikbare middelen onderhoud’ staan de middelen die in de huidige begroting zijn opgenomen. • Op de regel ‘Saldo onderhoud’ staat het verschil tussen benodigde en beschikbare middelen voor onderhoud. Toelichting cijfers investeringen in tabel 6: • In de regel ‘Benodigde kapitaallasten’ staan de benodigde kapitaallasten die voortvloeien uit de investeringen uit de Meerjarenraming Investeringen Sport 2013-2025. Dit is inclusief de kapitaallasten voor de investeringsbijdrage aan de IJshal (amendement A120118/1) • In de regel ‘Beschikbare kapitaallasten I.P.’ (=Investeringsplan 2012-2015) staan de structurele middelen die in de huidige begroting zijn opgenomen.
Financiële uitkomst Kadernota: Deze regel geeft het verschil tussen benodigd en beschikbare middelen voor onderhoud en investeringen getotaliseerd weer. Hiermee is deze regel de financiële totaaltelling van de nota. Met uitzondering van het eerste jaar (2013) laat tabel 6 zien dat onze plannen ten aanzien van het onderhoud en de vervangingen van sportaccommodaties en sportvelden nagenoeg volledig binnen de beschikbare financiële middelen kunnen worden uitgevoerd. Het tekort in 2013 is in grote lijnen het gevolg van eenmalige bijdrage sport aan de algemene begrotings problematiek en het benodigd aanvullend klein onderhoud voor voorzieningen die op korte termijn worden vervangen. Sommige jaarschijven vertonen een negatief saldo. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in dergelijke jaren de toename van kapitaallasten van gereedgekomen investeringen groter is dan de vrijval die optreedt als gevolg van afschrijvingen. Dit speelt zich met name af door het gereed komen van de Vijfmeihal en het Vijfmeibad in
Foto: Marja van Tilburg
• In de regel ‘Beschikbare onttrekking uit reserve’ staat de inzet van de uit incidentele middelen gevormde reserve. Deze middelen worden ingezet om kapitaallasten te dekken. • Het ‘Saldo kapitaallasten’ geeft het verschil tussen beschikbare en benodigde kapitaal lasten en investeringen. Hierin is ook
€ 100.000 opgenomen als gevolg van amendement A120118/2 (Buitenzwemmen in zwembad De Vliet).
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
35
2017. De jaarlasten (kapitaallasten van € 1,0 mln) worden het jaar erop, in 2018 zichtbaar. In dat jaar past deze forse piek nog niet volledig binnen de beschikbare middelen. Dit is slechts van korte duur. Alle jaren tesamen is de uitkomst positief. Het voorstel is om de financiële uitkomst te verrekenen met de algemene middelen (concernreserve).
6.3 Financiën ambitie 2 en 3 De ambities 2 (Verenigingsondersteuning) en 3 (Sportstimulering) zijn hier samengenomen, omdat de beschikbare budgetten zowel ingezet worden voor sportstimulering als sportondersteuning.
Tabel 7 – Beschikbare middelen Verenigingsondersteuning en Sportstimulering
Kostenplaats
Onderwerp
2013
2014
2015
2016
Sportstimulering
6100647
Overige
19.808
13.188
13.188
13.188
6100648
Galm (Ouderen)
22.317
22.317
22.317
22.317
6100653
Topsport
48.834
42.835
42.835
42.835
6100641
Sportopbouwwerk
18.803
18.803
18.803
18.803
6100643
Sportbedrijf
11.124
11.124
11.124
11.124
Sportsubsidies
6100644
Sportsubsidies*
168.248
66.898
66.898
66.898
6100645
Jeugdsport
53.559
53.559
53.559
53.559
6100646
Sportevenementen
26.779
26.779
26.779
26.779
Totaal
350.669
236.700
236.700
236.700
781.570
644.410
341.266
0
50.000
50.000
50.000
50.000
Niet in begroting sport Sportstimulering
6100445
Combinatiefuncties
Jeugdsportfonds
6100848
Minimabeleid
* In 2014 neemt het bedrag voor sportsubsidies met € 100.000 af. Dit hangt samen met de
Bovenstaande middelen zetten we in om subsidies aan sportverenigingen te verstrekken voor jeugdleden, evenementen, kennismakingscursussen sport en ondersteuning topsport verenigingen. Daarnaast werken in de stad
36
subsidie aan de IJsbaan die loopt tot en met 2013. Zie verder 5.4
22 combinatiefunctionarissen in onder meer combinaties met school en sport & buurt en sport. De middelen voor de combinatiefumcties staan op de begroting onderwijs ( ca. € 850.00 per jaar).
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
6.4 Monitoring De kadernota bevat stevige ambities en een groot pakket aan maatregelen. Het is belangrijk om tussentijds de vinger aan de pols te houden waardoor tijdig kan worden ingespeeld op gewijzigde omstandigheden.
voldoet. Verder zal de dataverzameling en -registratie bij het Sportbedrijf in 2013 een verbeterslag ondergaan. Via de Stadsenquête en de Verenigingsmonitor zal uitvoering van deze Sportnota worden uitgewerkt en gemeten.
In het kader van de doorontwikkeling van de programmabegroting wordt in ieder geval de beweegnorm die centraal staat in deze nota, als indicator toegevoegd. De doelstelling is dat in 2016 driekwart (75%) van de Leidse bevolking conform het Olympisch plan aan de beweegnorm
Aparte monitoring is nodig voor de uitvoering van de Beheerplannen Klein en Groot Onderhoud en de Meerjarenraming Investeringen Sport accommodaties. Het Sportbedrijf zal hierover jaarlijks rapporteren.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 1 – Kadernota Sport en Bewegen 2013-2018
37
Sportnota Verleiden tot bewegen
Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025 Vastgesteld door de raad op 20 december 2012 (RV 12.0118)
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
1
INHOUDSOPGAVE
2
Inleiding en leeswijzer
5
1 Belangrijkste uitgangspunten 1.1 Kwantiteit accommodaties 1.2 Kwaliteit accommodaties 1.3 Gerealiseerde voorzieningen 1.4 Regionale voorzieningen
7 7 7 7 8
2 Analyse huidige sportaccommodaties 2.1 Groene sportparken 2.2 Rode sportparken 2.3 Zwembaden 2.4 Sporthallen en -zalen 2.5 Overige Sportaccommodaties
9 9 9 10 12 13
3 Verkenning ruimtelijke inpassing sport in de stad 3.1 Sportaccommodaties 3.2 Sport in de openbare ruimte 3.3 Commerciële sportaccommodaties 3.4 Wijksportparken
15 15 16 16 16
4 Meerjarenraming klein en groot onderhoudaccommodaties 4.1 Basis 4.2 Benodigde middelen klein onderhoud 4.3 Benodigde middelen groot onderhoud 4.4 Beschikbare budgetten klein en groot onderhoud 4.5 Resumé Klein en Groot onderhoud
17 17 17 18 19 19
5 Meerjarenraming investeringen sportaccommodaties 5.1 Basis 5.2 Benodigde vervangingsinvesteringen 5.3 Beschikbare middelen investeringen 5.4 Resumé investeringen 5.5 Samenvatting/conclusies Hoofdstuk 4 en 5
21 21 21 22 24 25
6 Conclusies 6.1 Kwaliteit 6.2 Kwantiteit 6.3 Bezetting en gebruik 6.4 Ruimteljk 6.5 Financiën 6.6 Onderhoud en investeringen
27 27 27 27 27 28 28
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Bijlagen 1. Achtergronden voor een nieuw sportbeleid 2. Beschrijving Sportaccommodaties 3. Cijfers bezetting Sportaccommodatie 4. Definities groot en klein onderhoud 5. Brief Kraan 6. Samenvatting Beheerplan Klein Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025 7. Samenvatting Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025 8. Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025 9. Gewenste investeringen 10. Aangenomen amendementen en moties tijdens raadsbehandeling
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
3
4
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Inleiding en leeswijzer De gemeente heeft een grote rol in sport accommodatiebeleid. Er is een apart Sportaccommodatieplan (kortweg SAP) opgesteld, dat als deel 2 integraal onderdeel van de Sportnota is. Hoofdstuk 1 gaat in op een aantal belangrijke uitgangspunten van het accommodatiebeleid: kwantiteit, kwaliteit, realisatie, regio en financiën. Hoofdstuk 2 bevat een analyse van de huidige sportaccommodaties. Hierbij hanteren wij de clusters groene sportparken, rode sportparken, zwembaden, sporthallen en sportzalen, en overige sportaccommodaties. Er is aandacht voor de kwantiteit en de kwaliteit van accommodaties, het gebruik en de ruimtelijke aspecten. Bijlage 2 gaat nader in op de afzonderlijke accommodaties. Belangrijke conclusie is dat de Leidse sportaccommodaties in algemene zin voldoende kwaliteit hebben, maar veelal oud en verouderd zijn. Modernisering van voorzieningen en voor zieningen weer laten voldoen aan de huidige eisen vergen forse investeringen voor renovatie en vervangende nieuwbouw.
beschikbare budgetten. Zie hiervoor ook de beleidskeuzes die in hoofdstuk 5 van de Kadernota zijn gemaakt. Het SAP geeft in hoofdstuk 4 een raming van de kosten voor klein en groot onderhoud. Basis voor het onderhoud van de sportaccommodaties is het rapport Kraan. Om aan de gemeentelijke begrotingssystematiek te voldoen is dit rapport in het SAP gesplitst in een plan voor klein onderhoud en voor groot onderhoud. Het SAP raamt de onderhoudskosten en geeft aan met welke beschikbare budgetten het onderhoud uitgevoerd zal worden. Voor alle accommodaties waarvoor we in hoofdstuk 5 van de Kadernota hebben besloten ze in stand te houden, is het budget beschikbaar. Hoofdstuk 5 gaat over de investeringen die nodig zijn voor vervanging, uitbreiding en vernieuwing van een accommodatie. Aangegeven wordt (op basis van de in hoofdstuk 5 van de Kadernota gemaakte keuzes) welke van de gewenste investeringen met de beschikbare middelen gedaan zullen worden. Hoofdstuk 6 geeft een samenvatting van de belangrijkste conclusies.
Hoofdstuk 3 verkent de mogelijkheden om sport ruimtelijk in de stad in te passen. Ruimte is schaars in Leiden en er moet zorgvuldig mee worden omgegaan. Aan bod komen de spreiding, inrichting en het gebruik van sportaccommodaties en parken, de ‘wijksportparken’, en de inrichting van de openbare ruimte voor sport en commer ciële sportaccommodaties. Belangrijke onderdelen van ons sportaccom modatiebeleid zijn het onderhoud en de investeringen. In de hoofdstukken 4 en 5 gaat het SAP in op de hiervoor benodigde en
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
5
den
10
6
rg (vb)
est (o)
25
28
(r)
d (w)
9 26
13
3
4
27 13
oflaan (vs)
)
14 15
(o) (??)
V), Tennis (18 x V)
12
14
12
10
11
yl (o)
x V), Korfbal (1 x V), Tennis (3 x B) 29
ckerlaan(o)
oordestraat (o)
17
5
11
3 6
1
V)
w)
1
31
2
)
air Sportcentrum (l)
5 km.
3
) GV)
4
an Swift
18 9
16
1
aan Vondellaan
4
2
5
rhal (l) (l)
30
6 5
l)
7
in (l)
7
8
2
sportlocaties groot leiden 19
21
groot leiden
merd (ld)
gemeenten
22
(ld)
orst (vs)
yl (o) (w)
air Sportcentrum (l)
23
8
s Revalidatie Centrum (l)
leiden (l)
valkenburg (vb)
leiderdorp (ld)
oegstgeest (o)
zoeterwoude (z)
rijnsburg (r)
voorschoten (vs)
warmond (w)
sportcomplexen
l (o)
7
1
out (l) e sporthal)
2
bu) = buitenbad
d (l) (bi)
l) (bu) (bi + bu)
(ld) (bi)
de (vs) (bi)
r (o) (bi)
ek (z) (bu)
20
De Mors I (l)
23
J .van Hooflaan (vs)
De Mors II (l)
24
De Krogt (o) (??)
Voetbal: v.v. Leiden - 2 x GV, 1 x KV, 1/2 KV Voetbal: FC Rijnland - 1 x GV Rugby: Diok - 1 x GV, 1 x tGV
25
De Voscuyl (o)
26
Hofbrouckerlaan(o)
27
Duivenvoordestraat (o)
28
Dekker (w)
29
Universitair Sportcentrum (l)
Voetbal: DoCoS - 2 x GV, 1 x KV, 1/2 KV
V = veld B = baan GV = grasveld tGV = trainingsgrasveld KV = kunstgrasveld sKV = semi-kunstgrasveld VV = verhard veld KB = kunstgrasbaan GB = gravelbaan BiB = binnenbaan BuB = buitenbaan HV = honkbalveld SV = softbalveld MB = minibaan AB = atletiekbaan
3
Boshuizerkade (l) Voetbal: G.O.L. sport - 1 x GV, 1 x KV Voetbal: FC Boshuizen - 1 x GV, 1 x tGV
5
Montgomerystraat (l) American football: Lightning Leiden - 1 x tGV Handbal: Saturnus - 1 x VV Korfbal: KZ Danaiden - 1 x GV, 2 x KV
6
sportlocaties groot leiden leiden (l)
valkenburg (vb)
leiderdorp (ld)
oegstgeest (o)
zoeterwoude (z)
rijnsburg (r)
voorschoten (vs)
warmond (w)
10
De Merenwijk (l)
11
Noorderpark (l)
sportcomplexen J .van Hooflaan (vs)
24
De Krogt (o) (??)
Voetbal: DoCoS - 2 x GV, 1 x KV, 1/2 KV 2
De Mors II (l) Voetbal: v.v. Leiden - 2 x GV, 1 x KV, 1/2 KV Voetbal: FC Rijnland - 1 x GV Rugby: Diok - 1 x GV, 1 x tGV
3
Korfbal: Crescendo - 3 x GV 4
Boshuizerkade (l) Voetbal: G.O.L. sport - 1 x GV, 1 x KV Voetbal: FC Boshuizen - 1 x GV, 1 x tGV
5
Montgomerystraat (l) American football: Lightning Leiden - 1 x tGV Handbal: Saturnus - 1 x VV Korfbal: KZ Danaiden - 1 x GV, 2 x KV
6
De Vliet (l) Voetbal: G.H.C. - 2 x GV, 1 x KV Voetbal: Leidsche Boys - 1 x GV, 1 x KV
8
Roomburg (l) Hockey: Roomburg - 1 x KV, 2 x sKV Tennis: T.C. Roomburg - 9 x GB
9
Zoeterwoudse singel (l) Korfbal: Trigon - 2 x KV Tennis: ?
10
De Merenwijk (l)
25
11
Noorderpark (l)
De Voscuyl (o)
15
Voetbal (13 x V), Korfbal (1 x V), Tennis (3 x B) 26 27
Hofbrouckerlaan(o)
28
Dekker (w) Tennis (9 x B)
29
Universitair Sportcentrum (l) Tennis (9 x B) Voetbal (4 x GV)
30
Wielerbaan Swift
31
Schaatsbaan Vondellaan
3 Oktoberhal (l)
2
5 Mei hal (l)
3
Turnhal (l)
4
Broekplein (l)
5
De Zijl (l)
7
De Does (ld)
Wielerbaan Swift
31
Schaatsbaan Vondellaan
sporthallen
10
1
3 Oktoberhal (l)
2
5 Mei hal (l)
3
Turnhal (l)
4
Broekplein (l)
6
De Zijl (l) De Bloemerd (ld)
7
De Does (ld)
Haarlemmerweg (l)
8
De Vliethorst (vs)
9
SC De Cuyl (o)
Kikkerpolder I (l)
25 9 26
13
10
De Geest (w)
11
Universitair Sportcentrum (l)
14 15
Voetbal: Lugdunum/LSVV70 - 2 x GV, 1 x KV Honk- softbal: Biento - 1 x HV, 1 SV
12
Rijnlands Revalidatie Centrum 12(l)
Leidse Hout (l)
13
Apollohal (o)
Atletiek: ... - 1 x AB Tennis: L.T.C. Leidse Hout - 4 x GB, 1 MB
14
Dieperhout (l) 29 11 (geplande sporthal)
De Bloemerd (ld)
Tennis: T.C. Stevenshof - 6 x KB
Voetbal (6 x V), Hockey (4 x V) , Korbal (1 x V)
1 (bi) = binnenbad; (bu) = buitenbad 1 2 1 5 mei bad (l) (bi)
De Munnik (ld) Tennis (12 x BiB, 3 BuB)
2
De Vliet (l) (bu)
19
Meerburg (z)
3
De Zijl (l) (bi + bu)
4
De Does (ld) (bi)16
5
Het Wedde (vs) (bi)
Haasbroek (z)
21
Adegeest (vs) Voetbal (6 x V), Hockey (4 x V), Softbal (1 x V), Atletiek (1 x AB)
6
Poelmeer (o) (bi)
22
Burg. van der Hoevenstraat (vs) (?)
7
Haasbroek (z) (bu)
Tennis (14 x B)
12
14
1 zwembaden
18
Voetbal (3 x V), Tennis (4 x B)
4
27
Kikkerpolder II (l)
17
20
28
13
Voetbal: U.V.S. - 3 x GV, 1,5 x KV
6| Deel De Bloemerd (ld) Voetbal: Roodenburg - 1 x GV, 1 x KV, 1 wetra bewegen (?) Sportnota Verleiden tot 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025 Korfbal: Pernix - 3 x KV Tennis: ?
30
6
Stevenshof (l)
sporthallen 1
Tennis (9 x B) Voetbal (4 x GV)
5
16
Duivenvoordestraat (o) Voetbal (1 x V)
Tennis: Merenwijk, 8 x GB
6
14
Hockey (5 x V), Tennis (18 x V)
Zuidwest (l) Tennis: T.C. Zuidwest, 6 x KB
7
13
Rugby (1 x V)
Saffierstraat (l)
Tennis (9 x B)
Voetbal: Roodenburg - 1 x GV, 1 x KV, 1 wetra (?) Korfbal: Pernix - 3 x KV Tennis: ?
Tennis: T.C. Unicum - 10 x GB 23
Voetbal (1 x V)
Tennis: Merenwijk, 8 x GB
12
De Mors I (l)
Zoeterwoudse singel (l) Korfbal: Trigon - 2 x KV Tennis: ?
gemeenten
1
Roomburg (l) Hockey: Roomburg - 1 x KV, 2 x sKV Tennis: T.C. Roomburg - 9 x GB
9
groot leiden
De Vliet (l) Voetbal: G.H.C. - 2 x GV, 1 x KV Voetbal: Leidsche Boys - 1 x GV, 1 x KV
8
Voetbal (13 x V), Korfbal (1 x V), Tennis (3 x B)
Zuidwest (l) Tennis: T.C. Zuidwest, 6 x KB
7
Hockey (5 x V), Tennis (18 x V)
Saffierstraat (l) Korfbal: Crescendo - 3 x GV
4
Rugby (1 x V)
31
3
V = veld B = baan GV = grasveld tGV = trainingsgrasveld KV = kunstgrasveld sKV = semi-kunstgrasveld 4VV = verhard veld KB = kunstgrasbaan GB = gravelbaan BiB1= binnenbaan BuB = buitenbaan 2 HV = honkbalveld SV = softbalveld MB = minibaan AB =5atletiekbaan
6 5 7 21
22
2
9
Hoofdstuk 1 – Belangrijkste uitgangspunten Wij gaan eerst in op een aantal belangrijke uitgangspunten: kwantiteit en kwaliteit accommodaties, gerealiseerde sportvoor zieningen sinds nota Startschot, regionale voorzieningen en financiën.
1.1 Kwantiteit accommodaties In het sportaccommodatieplan hebben we het in eerste instantie over de gemeentelijke sport accommodaties die worden beheerd door het sportbedrijf Leiden. Het gaat dan om de volgende voorzieningen: • 3 zwembaden (2 overdekte baden, waarvan 1 met buitenbad, en 1 buitenbad); • 12 sportparken met 27,5 voetbalvelden, 10 korfbalvelden, 3 hockeyvelden, 6 velden voor andere takken van sport en een atletiekbaan; • 6 tennisparken met in totaal 43 banen; • 3 sporthallen, 1 sportzaal en 1 turnhal; • vele overige sportaccommodaties, uit eenlopend van tafeltennishal tot botenloods. Op de bijgaande kaart staan de verschillende voorzieningen aangegeven. Naast de gemeentelijke sportaccommodaties zijn er nog vele sportaccommodaties die niet worden beheerd door het Sportbedrijf Leiden. Denk hierbij aan de gymnastiekzalen van de schoolbesturen, de IJshal, het Denksportcentrum, de fitnesscentra, sportgezondheidscentra (o.a. bij fysiothera peuten), de sportvoorzieningen van het Regionaal Opleidings Centrum (ROC), Rijnlands Revalidatie Centrum (RRC), Leidse Hogeschool en de Universiteit. Sommige van deze voorzieningen zijn algemeen toegankelijk en worden ook door het Sportbedrijf verhuurd zoals gymnastiekzalen en de sporthal van het revalidatiecentrum. De sportvoorzieningen van het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs zijn in het algemeen volledig door dit onderwijs in gebruik. Gebruik
door derden kan hooguit op incidentele basis plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor het Universitaire Sportcentrum. Een sterk punt van de sportvoorzieningen in Leiden is de spreiding. Dit is vooral voor de deelname van jongere kinderen van belang. Voor voetbal, kortbal en tennis zijn er meerdere sportparken gespreid over Leiden en kan de deelname dus per stadsdeel plaatsvinden.
1.2 Kwaliteit accommodaties In 2010 heeft het Sportbedrijf Leiden door de bureau Kraan meerjaren onderhoudsplannen laten maken voor alle onder haar regie vallende voor zieningen (verenigingsaccommodaties vallen hier buiten). Uitgangspunt hierbij is dat het beoogd onderhoudsniveau van de voorzieningen “redelijk tot voldoende” is (er is ook een hoger niveau “excellent”en een lager niveau “onvoldoende”). Het algemene beeld dat hieruit naar voren komt is dat de voorzieningen in een redelijke staat van onderhoud verkeren, maar wel verouderd/ gedateerd zijn. De ouderdom van de voorzieningen is veelal aanzienlijk waardoor bij een aantal velden en gebouwen grotere vervangingsinvesteringen (bijvoorbeeld nieuwe toplagen, nieuwe installaties) nodig zijn. Zie ook conclusie bureau Kraan in bijlage 5. Voor klein onderhoud is er structureel een bedrag nodig van € 471.000 (en een beperkte aanvuling van 2013-2017). Voor groot onderhoud is er een bedrag van € 1.517.000 nodig voor jaarlijkse storting in de voorziening Groot Onderhoud. Zie verder de hoofdstukken 4 en 5.
1.3 G erealiseerde sportvoor zieningen sinds sportnota Startschot De afgelopen jaren zijn er al veel zaken in gang gezet, voortgezet en ook gerealiseerd. Zo werden
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
7
de sportcomplexen in Noord (voor voetbal en korfbal) en Montgomerystraat verbeterd (voor korfbal, handbal en american footbal) en is in 2011 de nieuwe indeling van de voetbalvelden aan de Boshuizerkade gerealiseerd. Op het gebied van de binnensport kan worden genoemd de realisatie van de uitbreiding van de tribune capaciteit van de Vijfmeihal. De tafeltennishal van Scylla op het sportpark de Vliet is inmiddels gereed. In de planning zitten verder vervangingen van zand ingestrooide toplagen van voetbalvelden door rubber ingestrooide toplagen en de aanleg van twee extra banen bij de atletiekbaan. Ook de ideeënontwikkeling gaat verder. Het ontwikkelen van het Huis van de Sport via een gebiedconcessie van private partijen mag dan onder de gegeven kaders onmogelijk zijn gebleken; het betekent niet dat er daarom geen plannen meer gemaakt worden. Zo wordt onderzocht of vernieuwingen van sportaccommodaties in Zuidwest met daarin o.a. de vervanging van de Vijfmeihal succesvol te realiseren is in combinatie met onderwijs. Ook gaat de planontwikkeling uit van de bouw van een nieuwe sportaccommodatie in combinatie met het Driestarcollege.
1.4 Regionale voorzieningen Bij de voorbereiding van dit plan is zo veel mogelijk getracht om gezamenlijk met de naburige gemeenten na te gaan in hoeverre binnen het stedelijke gebied van Leiden met samen circa 200.000 inwoners tekorten en overschotten aan voorzieningen mogelijk kunnen worden verminderd door uitwisseling over de gemeentegrenzen heen. Dit overleg en contact bleek
8
alleen mogelijk met de afzonderlijke gemeenten. Op pagina 6 is een kaartje opgenomen van de relevante voorzieningen. Samenvattend kan worden gezegd dat er overwegend lokaal wordt gekeken door de diverse gemeentebesturen en sportverenigingen. Drie van de vijf buur gemeenten hebben de uitvoering van het sportbeleid belegd bij een externe partij. Binnen de contractperiode veranderingen doorvoeren, is daardoor moeilijk, dan wel kost extra geld. Er is – met uitzondering van zwembaden – slechts een beperkte overcapaciteit (bijvoorbeeld bij handbal in Warmond en bij de benutting van enkele sporthallen) en enkele – minder beoefende – sporten worden in regionaal verband aan geboden (rugby, cricket). Zowel in Oegstgeest, Leiden als in Leiderdorp is er een tekort aan hockeyvelden. O.a. veroorzaakt door de ledengroei die de verenigingen dankzij de goede ondersteuning van nationale bond hebben weten te realiseren. In Voorschoten maakt wel een aantal Leidse scholen voor voortgezet onderwijs gebruik van de veldaccommodaties. Zeker aan de randen van Leiden is het bij de planontwikkeling gewenst de mogelijkheden van (gedeeltelijk) gebruikmaken van de voorzieningen van buurgemeenten te onderzoeken. Voor een aantal voorzieningen kan samenwerking tussen gemeenten aantrekkelijk zijn. Het gaat met name om zwembaden, een ijsbaan of een heel specifieke voorziening. Onlangs is een motie in de raad aanvaard om een onderzoek te doen naar de afstemming van sportvoorzieningen in de omliggende gemeenten.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Hoofdstuk 2 – Analyse huidige sportaccommodaties Dit hoofdstuk geeft een analyse van gebruik, bezetting en ruimtelijke aspecten voor groepen van accommodaties: groene sportparken, rode sportparken, zwembaden, sporthallen en sportzalen, en overige sportaccommodaties. Per groep van sportaccommodaties worden de belangrijkste conclusies getrokken. Voor een gedetailleerdere analyse per afzonderlijke accommodatie verwijzen wij naar bijlage 2. Rond een aantal accommodaties zijn beleidsmatige afwegingen nodig. Deze zijn te vinden in hoofdstuk 5 van de Kadernota.
2.1 Groene Sportparken De negen aanwezige groene sportparken zijn: Kikkerpolder I en II, de Mors I en II, de Vliet I en II, de Tuin van Noord, sportpark Montgomerystraat, sportpark Boshuizerkade, sportpark Zoeter woudsesingel, sportpark Roomburg en sport velden Saffierstraat. Gebruik en bezetting In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de bespeling van de velden voor voetbal, korfbal en de overige buitensporten in het afgelopen seizoen 2010/2011. Deze worden gebruikt door tien voetbalverenigingen, vier korfbalverenigingen en vijf overige sportverenigingen (rugby, hockey, american footbal, handbal en honk- en softbal). De verdeling van de speeldagen is onevenwichtig: op zaterdag wordt veel meer gesport dan op zondag. Zo is bij Docos op zaterdag een tekort op de ‘eigen’ velden en kan ook UVS niet op de eigen velden het complete programma van zaterdag afwerken. Op zondag is voldoende capaciteit over om intensiever gebruik mogelijk te maken.
Voor elk van de vier korfbalverenigingen geldt dat zij op dit moment ruimte over hebben, per vereniging is het overschot in elk geval één veld. Of dit ook in de toekomst zo is moet nader worden geanalyseerd. De overige veldsporten hebben met – uitzondering van hockey, waar de vraag naar velden groter is dan het aanbod– voldoende ruimte. Het veld van honk- en softbalvereniging Biënto wordt buiten de wedstrijden ook als trainingcapaciteit voor Lugdunum gebruikt. Juist het niet volledig nodig hebben van de aanwezige capaciteit leidt tot het voorstel geen ‘eigen‘ velden met uitzondering van een hoofdveld meer bij de sportverenigingen toe te staan. Dit opent de mogelijkheid naar meer uitwisseling – en daarmee efficiencyverbetering – van de sportparken. Ruimtelijk De sportparken zijn goed over de stad verspreid, maar zijn vaak nog ingericht als autonome en weinig naar hun omgeving gekeerde ruimtes. Het is wenselijk de openbaarheid en zichtbaarheid van sportparken als integraal onderdeel van de wijk te verbeteren. Dit geldt met name voor sportpark Morskwartier en sportpark Roomburg. De meer recent gerealiseerde sportparken (Noord, Boshuizerkade en Montgomerystraat) zijn goede voorbeelden van een betere inpassing. Sportpark Kikkerpolder zou nog meer geïntegreerd onderdeel van het park de Leidse Hout kunnen uitmaken, waarbij sport een onderdeel van de parkbeleving wordt.
2.2 Rode Sportparken (Tennisparken) Er zijn in Leiden zes tennisparken (Zuidwest, Merenwijk, Roomburg, Unicum, Leidse Hout en Stevenshof). Bijlage 3 geeft de situatie voor
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
9
tennis weer op basis van de recent bekende ledenaantallen van de verenigingen.
10
parkachtige groenzone is voorzien (Stadspark De Korte Vliet). Er zijn echter geen concrete plannen voor verplaatsing. Tennispark Merenwijk ligt ingeklemd op de vrije ruimte tussen de bestaande woningbouw. Een andere locatie met een meer ontspannen – d.w.z. ruimere - inrichting is wenselijk. Er zijn echter momenteel geen realisatie mogelijkheden hiervoor in de wijk. Uitbreiding van tennisvelden kan alleen via medegebruik van velden van andere verengingen, die onderbezetting kennen. Bij planvorming in Zuidwest en Merenwijk moet de inpassing van tennisvelden worden meegenomen. Dit geldt met name voor de plannen van stadspark de Korte Vliet.
Gebruik en bezetting Drie tennisparken hebben meer leden dan op grond van het aantal banen en de verlichting daarvan normatief kunnen spelen. Het aantal leden bij tennisclub Roomburg is zo hoog dat in het verleden al budget is gereserveerd voor uitbreiding met twee banen. Door ruimtegebrek zijn deze nog niet gerealiseerd. Het tennispark Merenwijk kent de minste verschillen met de normatieve capaciteit. Daarnaast zijn er twee tennisparken, in Zuidwest en in de Stevenshof, die geprivatiseerd zijn in die zin dat de verenigingen grondhuur betalen en zelf voor het onderhoud van de tennisparken zorgen.
2.3 Zwembaden
Ruimtelijk Tennisparken Stevenshof, Unicum en Leidse Hout zijn redelijk tot goed ingepast in de omgeving. Tennispark Zuidwest ligt in de Korte Vlietzone. De huidige constellatie past niet goed in de stedenbouwkundige visie, waar een brede
In Leiden zijn drie zwembaden, twee overdekte baden, waarvan één met een buitenbassin en een openluchtbad. Het bad van de Zijl is onderdeel van het sportcomplex de Zijl. De overige baden zijn niet direct gekoppeld aan binnensportvoorzieningen. Wel zitten het Vijfmeibad en de particuliere sauna
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Thermen Vijf Mei in een gebouw en ligt direct daarnaast de Vijfmeihal. Aan binnenwater is er een totale oppervlakte van 1710 m2 en aan buitenwater 3159 m2. Bijlage 3 geeft de specificatie en vergelijkt de oppervlakte en het aantal bezoeken per jaar met de norm gemiddelde Nederlandse situatie. Voor de omvang van de stad en de stedelijke omgeving heeft Leiden bijna driemaal zo veel zwemwater als in Nederland gemiddeld. Het aantal bezoeken per jaar ligt met 3,63 bezoek per inwoner bijna een kwart lager dan gemiddeld in Nederland. Recreatief Zwemmen in Leiden en omgeving Leiden heeft de beschikking over 3 zwembaden. Daarnaast bevindt zich net buiten de gemeentegrenzen een buitenzwembad in Zoeterwoude dorp. Het gaat om het 25 meter bad “Haasbroek”. Qua spreiding is dit redelijk gunstig in die zin dat voor het noordelijk deel van de stad De Zijl redelijk snel bereikbaar is en voor het Zuidelijke deel van de stad geldt dit voor Haasbroek. Zwemmen en recreëren in de open lucht is daarnaast mogelijk in het nabij Leiden gelegen buitenwater van de Vlietlanden, de Kagerplassen en het Valkenburgse Meer. Bovendien zijn vanuit Leiden ondermeer de stranden en de zee bij de Wassenaarse Slag, Katwijk en Noordwijk goed te bereiken. Gebruik en bezetting Het zwembad De Zijl bestaat uit een 25 meter wedstrijdbinnenbad en een buitenbad, beide uit 1976. In 2003 is er een recreatiebad en een tweede 25 meter wedstrijdbad bijgebouwd. Dit laatste bad wordt o.a. voor leszwemmen gebruikt. Alle baden voldoen voor het doel waarvoor ze gebouwd zijn. Het zwembad is vrijwel het gehele jaar – met uitzondering van zes weken in de zomer – elke dag open. Het buitenbad is vier maanden in de zomer voor recreatief gebruik geopend. Met uitzondering van het leszwemmen (+3%) en
het schoolzwemmen (bijna driemaal zo veel) kent in 2010 het zwemmen in De Zijl een lichte achteruitgang van enkele procenten. Dit is de voor zetting van een eerder ingezette trend. Vooral het buitenbad trekt erg weinig bezoekers. De Vliet is een openluchtbad met een wedstrijdbassin van 50 meter, een recreatiebad en een baby/peuterbad, alle bijna 50 jaar (gebouwd in 1964) oud. Door de ruimte om het bad is het een plek waar ’s zomers bij goed weer veel mensen heen gaan. Het bezoek in 2010 lag bijna 10% lager dan in het voorafgaande jaar, maar wel boven het streefaantal van 65 000 bezoekers. Het bad wordt ook gebruikt door scholen en verenigingen. Het bezoek is erg weerafhankelijk. Van de buitenbaden is de Vliet meer in trek dan de Zijl. Het Vijfmeibad bestaat uit een zwembad van 25 meter lengte met beweegbare bodem en een klein instructiebad van 5 bij 15 meter. Voor internationale waterpolowedstrijden voldoet het bad niet aan de maatvoering. Direct aansluitend is de sauna Thermen Vijf Mei gevestigd, een particuliere sauna, die gebruik maakt van een deel van de installaties van het zwembad. Het bad is ruim 30 jaar oud en kent in het meerjaren onderhoudprogramma nogal wat onderhoud komende jaren tot 2020. Met meer leszwemmen, doelgroepzwemmen en recreatief zwemmen heeft het bad in 2010 ongeveer hetzelfde aantal bezoekers dan het jaar daarvoor kunnen behouden. Het Vijfmeibad voorziet in het zuidelijke deel van de stad in de behoefte en is goed bezet met activiteiten, zowel overdag als ook ’s avonds door verenigingen. Het gebruik door deze laatste groep is stabiel te noemen. Ruimtelijk Zwembad de Zijl zou beter aangesloten moeten worden op de omgeving, met name betere relatie met de Sumatratraat. Hierdoor kunnen zwembad en sporthal een betere uitstraling krijgen in de wijk. Daarnaast verdient de kwaliteit van de openbare ruimte aandacht, met name de relatie van het zwembad met het smalle pad langs de
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
11
Zijloever, dat op de huidige wijze een weinig uitnodigende en sociaal onveilige route vormt. Het zwembad de Vliet ligt in een gebied met een rommelig karakter. Deze zone is in de structuur visie aangegeven als toekomstig ontwikkelings gebied. Hierbij heeft de gemeenteraad aangegeven dat de sportfaciliteiten in de Vlietzone behouden moeten blijven. Naast het zwembad is op dit moment de nieuwe hal van tafeltennisvereniging Scylla gebouwd, die bij ruimtelijke ontwikkelingen moet worden ingepast. Het Vijfmeibad ligt op zich op een goede locatie, nabij voorzieningencentrum van Zuidwest. Inpassing in de huidige situatie is erg matig. Het gebouw heeft geen uitnodigende ingang en veel blinde muren naar de omgeving. Herbouw van het zwembad in een goed stedenbouwkundig plan is wenselijk.
2.4 Sporthallen en –zalen De gemeente Leiden beschikt over drie sport hallen, één sportzaal en één turnhal. Daarnaast is de sporthal van het Rijnland Revalidatie Centrum (RRC) in de avonden en weekenden beschikbaar. Gebruik en bezetting De gehanteerde norm voor het goed/voldoende gebruiken is een bezettingsgraad van 65% uitgaande van een beschikbaarheid van 4100 uren per jaar. Voor sporthallen met meer delen geldt een beschikbaarheid van 4100 uur per deel. Een overzicht van de bezetting in 2004, 2009 en 2010 is opgenomen in bijlage 8. De Vijfmeihal met een oefenvloer van 28 bij 42 meter uit 1968 vervult als thuishaven voor Leidse professionele basketbalvereniging ZZ Leiden een belangrijke rol. De zaal is splitsbaar in twee delen. Onlangs is de tribunecapaciteit uitgebreid tot 2000 plaatsen. Met een bezetting van 73,6% in 2010 kan gesteld worden dat de hal een goede bezetting heeft. Naast sportverenigingen maken diverse scholen overdag gebruik van de hal. De sporthal de Zijl is in 1999 direct naast het zwembad gebouwd met een oefenvloeropper-
12
vlakte van 1232 m2 (28 bij 44 meter). Er is een gezamenlijke ingang met het zwembad. De zaal is splitsbaar in twee delen. Overdag sport er een aantal scholen. De uitrusting van de hal is geschikt voor vele binnensporten. De bezetting is afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven met een bezettingsgraad van circa 60%. Dit ondanks een intensief gebruik door scholen overdag. Misschien dat door goed om te gaan met de deelbaarheid het aantal uren gebruik nog omhoog kan. De Drie Oktoberhal stamt uit 1986 en heeft een sporthal van 36 bij 44 meter met daarnaast vier squashbanen, kantine en kleedruimten. Tevens zijn er de kantoren van het sportbedrijf met in totaal 900 m2 oppervlakte. In de hal worden met name de sporten tennis, badminton en zaalvoetbal beoefend. De hal is niet voor alle zaalsporten even goed geschikt en heeft een lage bezetting met 47 %. Het gebruik is de laatste jaren lager dan in 2004. Vooral overdag is het gebruik beperkt. Het gebruik van de squashbanen is niet bekend. Voor de in deze hal beoefende sporten komt in het onderzoek van de gemeentelijke afdeling strategie en onderzoek naar voren dat squash sterk in belangstelling is afgenomen, badminton en tennis licht zijn gedaald en zaalvoetbal gelijk is gebleven. Voor deze takken van sport is het niet de verwachting dat de bezettingsgraad voor de 3 oktoberhal in de toekomst zal toenemen. Ook het gebruik overdag door bv. onderwijs zal beperkt blijven doordat weinig scholen in de buurt zijn gelegen. Het voorgaande rechtvaardigt om nader te onderzoeken of deze hal op termijn zou kunnen worden afgestoten in combinatie met compensatie elders. De turnhal in de Merenwijk dateert uit 2000 en heeft 720 m2 vloeroppervlakte. Zoals de naam al zegt, is deze hal alleen voor turnen geschikt. Met een bezetting van circa 55% behoort de turnhal tot de ruimten met een lage bezettingsgraad. Direct aangrenzend is de sportzaal Broekplein van 28 bij 22 meter, gebouwd in 1976. Door een tussenwand is de zaal in twee delen te
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
splitsen. De sportzaal is overdag in gebruik bij drie basisscholen en een enkel uur bij het voortgezet onderwijs. ’s Avonds hebben meerdere clubs er trainingen. De bezettingsgraad is 74%. Ondanks de oppervlakte is men niet onverdeeld gelukkig met de turnhal. De oefenruimte is net enkele meters te klein om als volwaardige wedstrijd ruimte te kunnen dienen. De sporthal van 28 bij 44 meter bij het RRC uit 2004 is niet in het bezit van het Sportbedrijf. Wel is bij de bouw – omdat de gemeente heeft bijdragen in de kosten - van de hal afgesproken dat het sportbedrijf tot en met 2013 1350 uur per jaar afneemt van de eigenaar. De hal voldoet goed en kan buiten de schooltijden in de avond en het weekend nog meer worden verhuurd/ gehuurd. Omdat de gemeente heeft bijgedragen en de school de Thermiek er sport, heeft de gemeente er ook na 2013 belang bij dat huur van deze sporthal mogelijk blijft. Daarbij streeft de gemeente naar meer gebruik van deze hal door de Leidse sport. Ruimtelijk De Vijfmeihal staat in Zuidwest. Onderzocht wordt hoe vervanging kan worden gerealiseerd. Een nieuwe hal is – bij voorkeur voor 2022 vanwege inverdieneffecten bij vervanging – noodzakelijk. Ruimtelijk gezien ligt de sporthal de Zijl op een goede plek. De bereikbaarheid voor scholen is een aandachtspunt aangezien tussen de scholen en de hal de drukke Sumatrastraat ligt. De relatie met de wijk zou kunnen verbeteren als ook fysiek meer verbinding wordt gelegd met de Sumatrastraat (net als bij zwembad de Zijl). De ligging van de Drie Octoberhal op het sportcomplex de Mors betekent dat voor de ruimtelijke ontwikkeling deze hal mogelijk een sta in de weg vormt. Het complex maakt onderdeel uit van het sportpark in het Morskwartier. Vooralsnog is er geen aanleiding om voor deze locatie in te gaan op ruimtelijke wijzigingen.
In voorbereiding is de vervanging van gymnastiekzalen van scholen voor voortgezet onderwijs in het Houtkwartier door de bouw van een sport accommodatie Dieperhout. Deze kan overdag gebruikt worden door het onderwijs (in de vorm van vier gymnastiekzalen) en in de avonden en weekenden als sportzaal voor sportverenigingen. De overige twee benodigde gymnastieklokalen worden waarschijnlijk in de Kikkerpolder gebouwd en zullen zo mogelijk worden gecombineerd tot een sportzaal.
2.5 Overige sportaccommodaties De overige accommodaties beslaan (een) handvol accommodaties die veelal specifiek zijn en geschikt voor slechts een enkele sport(en). Het zijn onder andere de atletiekbaan, de ijshal, de wielerbaan en de tafeltennishallen. Daarnaast zijn er de gymnastieklokalen, die gebouwd zijn voor het onderwijs, maar ook ’s avonds onderdak bieden aan sporten die genoeg hebben aan de kleine oppervlakte en geen vaste (niet verplaatsbare) inrichting nodig hebben. Gebruik en bezetting De atletiekbaan ligt tegen de Leidse Hout aan en bestaat na de uitbreiding in 2012 uit een 400 meterbaan met acht stroken en de overige voor atletiek normale uitrusting voor andere disciplines binnen de atletiek (zoals kogelstoten, hoog springen). De baan voldoet goed. Zowel Docos als Scylla hebben eigen tafeltennisruimtes die voldoen. Waar Docos in de Mors aan de zuidzijde van de steenopslag een voormalig postkantoor gebruikt, heeft Scylla de beschikking over een splinternieuwe hal nabij zwembad De Vliet. Op de Bult aan de rand van de wijk Roomburg heeft Swift een wielerparcours met daarbij o.a. een eigen kantine. Er wordt geen verandering qua gebruik voorzien. Verlenging van het parcours, een al langere wens van Swift, wordt in 2012 gerealiseerd. Hierbij is van belang dat het asfalt voldoet aan de kwaliteitseisen van een wielerbaan.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
13
Gymnastieklokalen zijn gebouwd en bedoeld voor de lessen in lichamelijke oefening van de leerlingen van de scholen voor primair en voort gezet onderwijs in Leiden. Buiten de schooltijden bieden ze mogelijkheden voor de sporten die genoeg hebben aan kleinere oppervlakten (judo, badminton om er maar een paar te noemen). Enkele sportverenigingen hebben zelf een eigen voormalig gymnastieklokaal als locatie. De overdekte ijsbaan wordt beheerd door een stichting en bedient de hele regio. De gemeente verstrekt een exploitatiesubsidie aan de stichting. Omdat de ijsbaan in een duidelijke behoefte voorziet en technisch dringend vernieuwing behoeft, is er al jaren sprake van zoeken naar mogelijkheden voor vervanging. Vanwege de sterk regionale functie overlegt de gemeente met de andere regiogemeenten over de mogelijkheden.
een plek moeten krijgen/behouden. Ook voor de enkele roeiloods die het Sportbedrijf bezit, geldt hetzelfde. Met name het gebied bij jeugddorp Zuidwest leent zich mogelijk in combinatie met de Vliet voor een andere invulling. Van deze sportvoorzieningen zal aan de hand van het Beleidskader Vastgoed moeten worden vastgesteld in hoeverre sprake is van beleids ondersteunend vastgoed. De verscheidenheid aan sporten leidt ook tot verscheidenheid in het functioneren. Zo wordt de ijsbaan door een stichting geëxploiteerd en kent een regionale functie. Aan de andere kant van het spectrum staat het denksportcentrum dat gevestigd is in een voormalige bibliotheek. Met inzet van velen is het een prima centrum geworden voor de vele denksporters die Leiden kent. Verder kent Leiden commerciële sportvoor zieningen waarmee de gemeente geen subsidie relatie onderhoudt.
De atletiekbaan ligt prima als een mooie buffer tussen de woningen en de Leidse Hout. Beide tafeltennishallen staan op plekken waar mogelijk sprake kan zijn van herontwikkeling. Indien de locatie steenopslag in de toekomst ontwikkeld zou worden dan moet in dit project met herhuisvesting van Docos rekening worden gehouden. De nieuwe accommodatie van Scylla zal – als het nodig is – moeten worden ingepast bij de herontwikkeling. Voor de wielerbaan is geen verandering van locatie nodig. Door het gespreid zijn van het aanbod van gymnastieklokalen en door de koppeling aan onderwijsgebouwen zijn de voorzieningen en kleinschalig en goed gespreid door de stad. Naast de traditionele sportvoorzieningen beheert het Sportbedrijf Leiden ook enkele andere voorzieningen die wel tot de sport behoren, zoals Jeugddorp en de manege, maar door hun gebruik en uitstraling niet actief worden aangestuurd door het Sportbedrijf Leiden. Van zowel de manege, de jachthaven en de voorzieningen op het Jeugddorp kan worden afgevraagd in hoeverre het hier activiteiten betreft die binnen het Sportbedrijf
14
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Hoofdstuk 3 – Verkenning ruimtelijk inpassing sport in de stad In dit hoofdstuk gaan we in op de ruimtelijke inpassing van sport in de stad. Daarbij onderscheiden we Sportaccommo daties, Sport in de openbare ruimte, Commerciële sportaccommodaties.
3.1 Sportaccommodaties a. De spreiding van de sportaccommodaties Leiden kent van oudsher een goede spreiding van de sportvoorzieningen over de stad. Het kenmerkende daarvan is dat alle sportvoorzieningen in de stad liggen. Dit is belangrijk, want een goede nabijheid, bereikbaarheid en zichtbaarheid van sportvoorzieningen stimuleert de sportbeoefening. Het uitgangspunt is daarom om een goede spreiding van sportvoorzieningen in stand te houden. Bij de sportparken gaat het om centraal in de wijken gelegen, goed toegankelijke parken voor de veldsporten. Het uitgangspunt is dat sportparken niet alleen een functie vervullen voor de georganiseerde sport, maar een brede functie vervullen voor de buurt door onder meer multifunctioneel gebruik en recreatief medegebruik mogelijk te maken. De sportparken accommo deren dus ook een deel van de groei in de ongeorganiseerde sport. We zien ook dat andere functies meer en meer worden toegevoegd, dat kunnen sportmogelijkheden zijn (zoals een basketbalveldje, trimparcours, verspringbaan), maar ook bijvoorbeeld kinderopvang of buurthuis. Op deze manier krijgen de sportparken een bredere maatschappelijke functie. Het behoud van de spreiding levert geen oplossing voor bestaande capaciteitstekorten die al jaren bestaan ten aanzien van hockeyvereniging Roomburg. Voor deze velden kan binnen de bestaande stedelijke bebouwing geen ruimte gevonden worden.
b. Intensief gebruik van accommodaties Uit de analyse van het gebruik komt naar voren dat de meeste velden behoorlijk intensief gebruikt worden, vooral op piekmomenten. Ruimte is een schaars goed, in een stad met verschillende ruimteclaims moet er zo efficiënt en effectief mogelijk mee om worden gegaan. Onderscheiden worden: dubbelgebruik, multifunctioneel gebruik en meervoudig gebruik. • Bij dubbelgebruik gaat het bv. om overdag gebruik door scholen en in de avonduren en weekeinden door sportverenigingen. Dit principe wordt op veel sportaccommodaties al toegepast als het om dubbelgebruik voor onderwijs gaat. Aparte sportzalen/-hallen die overdag ook gebruikt kunnen worden als aparte gymnastiekzalen geven extra mogelijkheden voor de sport zonder dat de onderwijsfunctie wordt veronachtzaamd. De sporthal van het Rijnlands Revalidatie Centrum en de in ontwikkeling zijnde sportaccommodatie in Dieperhout zijn hiervan voorbeelden. • Bij multifunctioneel gebruik worden de sport accommodaties ook gebruikt voor andere activiteiten dan sport zoals kinderopvang, buitenschoolse activiteiten en buurtwerk. Dit gebeurt op beperkte schaal Een compli catie hierbij is dat multifunctioneel gebruik in de meeste gevallen plaatsvindt in de clubgebouwen van de sportverenigingen waarover de gemeente geen zeggenschap heeft. • Meervoudig gebruik heeft betrekking op intensiever gebruik van de bestaande accommodaties. De komst van kunstgras speelt hierbij een essentiële rol. Hierdoor is het mogelijk velden vaker te gebruiken dan vroeger zonder dat dit tot schade leidt en/of onbespeelbare velden op wedstrijddagen. Bij meervoudig gebruik kan het gaan om het
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
15
gebruik van een sportaccommodatie door meerdere sporten/verenigingen zoals bijvoorbeeld bij de Montgomerystraat of om recreatief mede gebruik door de buurt of de ongeorganiseerde sport zoals bij de Boshuizerkade. Optimalisering en efficiënter ruimtegebruik is onder meer mogelijk wanneer clubs bereid zijn ‘in te dikken’, bijvoorbeeld door de velden met elkaar te delen. De gemeente zal hierover met verenigingen in gesprek gaan en op die manier verenigingen stimuleren kansen hiertoe te benutten.
3.2 Sport in de openbare ruimte De toename van individuele en ongeorganiseerde sport vindt behalve op sportaccommodaties voor een groot deel plaats in de openbare ruimte. De gemeente kan de sporter hierin meer facili teren door aandacht te besteden aan de rol van sport in de openbare ruimte: een sportieve openbare ruimte. Belangrijke punten Creëren van recreatieve fiets- en (hard)looproutes in de stad. Hierbij is met name continuïteit, comfort en de ‘buitenbeleving’ van belang. Hier zal in het programma Omgevingskwaliteit aandacht aan moeten worden besteed. Het zou wenselijk zijn om een programma Groen en water op te stellen, waarin concrete maatregelen worden voorgesteld zoals trapveldjes, skatebanen, trimbanen etc. De sportplekken in de openbare ruimte zijn vaak kaal, kil en hard ingericht. Niet zelden zijn het restplekken tegen een spoortalud of in stroken met een onduidelijke ruimtelijke functie. Vaak zijn het ook plekken die maar op één manier te gebruiken zijn: een voetbalkooi dus, of alleen een skatebaan. Vooral bij de grotere ruimtes wekt de inrichting in veel gevallen een onverschillige indruk, met grote plakken asfalt binnen een weinig geborgen omgeving. Het zijn geen plekken met een prettig verblijfsklimaat waar je vanwege de gezellige omgeving naar toe gaat. Bij openbare ruimtes hoort een integrale inrichting. Door hekwerken, banken en andere
16
noodzakelijke inrichtingselementen aan te passen aan de rest van de omgeving, ontstaat eenheid en helderheid in de openbare ruimte. Bovendien wordt een voetbalveldje dan niet een eiland in de rest van de openbare ruimte, maar gaat wezenlijk onderdeel uitmaken van een openbare ruimte, zoals een plein of een park. Plekken die met aandacht ingericht zijn zullen ook minder snel worden vernield.
3.3 Commerciële sportaccommodaties Commerciële sportbeoefening wint steeds meer terrein. De rol van de gemeente is beperkt tot faciliteren door dergelijke functies in bestemmingsplannen mogelijk te maken.
3.4 Wijksportparken Wij willen multifunctioneel, en dus efficiënter, gebruik van sportaccommodaties. Dit vereist ook een andere betrokkenheid en rol van de verenigingen. Behalve een functie voor de sport, krijgen ze ook een bredere maatschappelijke functie voor de wijk. De volgende bestaande sportparken zijn eventueel geschikt als wijksportpark: Tuin van Noord (voor Leiden-Noord); Morskwartier (gedeeltelijk) (voor Leiden-West); Boshuizerkade & Montgomerystraat (voor Leiden-Zuid); Roomburg (voor Leiden-Oost). Nader onderzoek naar de ontwikkeling en haalbaarheid van wijksportparken achten wij wenselijk. Het omzetten van bestaande sportcomplexen naar wijksportparken vereist ook fysieke investeringen, zoals het (meer) openbaar maken van de sportparken, het toevoegen van routes en/of faciliteiten voor breed gebruik, het vergroten van de zichtbaarheid. Vanuit de sport begroting zijn geen middelen beschikbaar voor de ontwikkeling van wijksportparken. Er zal gekeken moeten worden of er uit andere budgetten bij dragen mogelijk zijn. Daarnaast kunnen zich kansen voordoen bij bepaalde ontwikkelingen in de stad waardoor wellicht gelijktijdg kan worden geïnvesteerd in de wijksportparken. In het haalbaarheidsonderzoek wijkportparken zal hier verder op worden ingegaan.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Hoofdstuk 4 – Meerjarenraming klein en groot onderhoud accommodaties 4.1 Basis De sportaccommodaties die de gemeente in beheer heeft, behoeven klein onderhoud (jaarlijks of eens in de twee jaar) en groot onderhoud (omvangrijkere werkzaamheden, niet jaarlijks terugkerend). Zie voor de definities bijlage 4. Het aanbrengen van dit onderscheid is nodig om te voldoen aan de financiële regelgeving (BBV) en onze beheersystematiek van kapitaalgoederen. Rapport Kraan ging nog niet van deze tweedeling uit, de concept Sportnota evenmin. In deze definitieve nota is de tweedeling nu doorgevoerd. Verder is het rapport Kraan ten behoeve van de definitieve Sportnota geactualiseerd. Het gaat om de volgende punten: • aanpassen prijspeil 2013; • opschonen van het opgenomen onderhoud voor afgestoten accommodaties; • bijstellen van het opgenomen onderhoud voor accommodaties die in de komende jaren worden vervangen; • inbrengen van uitgesteld onderhoud 2010-2012; • toevoegen van het onderhoud voor machines (was geen onderdeel van rapport Kraan maar valt wel onder de noemer klein onderhoud). Dit hoofdstuk gaat – op een geaggregeerd niveau – in op de beschikbare en benodigde middelen voor klein en groot onderhoud. Nadere uit werking op accommodatieniveau is in deze
nota te vinden in bijlagen 6 en 7, die de samenvattingen Beheerplannen Klein en Groot Onderhoud Sportaccommodaties bevatten. Op basis van deze beheerplannen kan vanaf 2013 structureel het onderhoud van de accommodaties volgens planning worden uitgevoerd.
4.2 B enodigde middelen klein onderhoud Uitgaande van een onderhoudsniveau ‘redelijk tot voldoende’ (er is ook een hoger niveau ‘excellent’ en een lager niveau ‘onvoldoende’), hebben wij het benodigde klein onderhoud van al onze accommodaties, waarvan we besloten hebben ze in stand te houden tot en met 2025 opgenomen in het Beheerplan Klein Onderhoud Sportaccommodaties (zie bijlage 6 voor samen vatting). De onderstaande tabel geeft de voor klein onderhoud benodigde middelen weer. Gebaseerd op de gemiddelde cijfers van Kraan over de periode 2013-2025 is structureel € 418.000 per jaar nodig voor het klein onderhoud. Tot 2017 is aanvullend klein onderhoud nodig voor de instandhouding van de huidige Vijfmeihal en het Vijfmeibad. Dit is in de tweede regel van de tabel weergegeven. Apart zichtbaar maken we de kosten voor de instandhouding van schoonmaak- en grasmaai machines(deze zijn niet in Kraan opgenomen). Vervolgens zijn de bedragen aangepast naar prijspeil 2013. Uit tabel 1 blijkt dat de totale structurele kosten (2018 en verder) € 471.000 per jaar zijn.
Tabel 1 – Benodigd budget klein onderhoud. Bedragen x €1.000
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Structureel klein onderhoud
418
418
418
418
418
418
418
418
418
418
418
418
418
Aanvullend klein onderhoud t/m 2017
177
130
118
136
100
0
0
0
0
0
0
0
0
Jaarlijkse kosten machines
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
Indexatie naar prijspeil 2013
19
18
17
18
17
13
13
13
13
13
13
13
13
654
605
593
611
575
471
471
471
471
471
471
471
471
Totaal benodigd
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
17
4.3 B enodigde middelen groot onderhoud
houd op te vangen, stellen we voor de voor ziening Groot Onderhoud Sportaccommodaties in te stellen (er is nu met deze Sportnota immers een actueel beheerplan dat zo’n voorziening rechtvaardigt). Het groot onderhoud van enig jaar wordt dan ten laste gebracht van deze voorziening Groot Onderhoud Sportaccommodaties. Met een jaarlijkse storting (= de voeding) aan de voorziening Groot Onderhoud Sportaccommodaties, die gelijk is aan het gemiddelde van de groot onderhoudskosten in de periode 2013-2025, kan het Beheerplan Groot Onderhoud in financiële zin goed worden uitgevoerd. Het gemiddelde bedrag over de periode 2013-2025 is € 1.517.000 per jaar. Zetten we hiertegenover het gepland groot onderhoud, dan wordt het geplande verloop van de voorziening zichtbaar. Tabel 3 laat dit zien. Daaruit valt te lezen dat de omvang van de voorziening € 1.269.000 zal zijn (in 2014) in 2025 op nul eindigt, wat laat zien dat het een gesloten financieel geheel is.
Uitgaande van een onderhoudsniveau “redelijk tot voldoende”, hebben wij het benodigd groot onderhoud van al onze accommodaties tot en met 2025 opgenomen in het Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties (zie bijlage 7 voor samenvatting Beheerplan). Conform dit plan wordt het groot onderhoud planmatig uitgevoerd, te beginnen vanaf 1 januari 2013. Dit beheerplan zal om de vier jaar geactualiseerd worden. Hiervoor vindt tevens om de vier jaar een schouw van de sport accommodaties plaats. Tabel 2 geeft de geplande kosten en benodigd budget voor groot onderhoud tot en met 2025 weer. Tevens laat de tabel zien dat het groot onderhoud per jaar sterk wisselt. In 2019 zijn de kosten het laagst met een bedrag van € 824.000, in 2022 de kosten het hoogst (€ 2.417.000). Om deze jaarlijkse fluctuaties in het groot onder-
Tabel 2 – Geplande kosten en benodigd budget groot onderhoud. Bedragen x €1.000
2013 2014
Groot onderhoud Indexatie naar 2013 Groot onderhoud prijspeil 2013 Benodigd budget groot onderhoud
846
865
27
28
873
893
2015
2016
2.334 2.012 75
64
2017
2018
1.191 1.203 38
38
2.408 2.076 1.229 1.242
2019
2020
2021
799 2.221 26
71
824 2.292
2022
2023
865 2.342 1.962 28
75
63
893 2.417 2.025
2024
2025
817 1.652 26
53
843 1.705
gemiddeld: € 1.517 per jaar
Tabel 3 - Ontwikkeling voorziening Groot onderhoud. Bedragen x €1.000
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Jaarlijkse storting
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
Groot onderhoud vlgs beheerplan
873
893
824 2.292
893
Saldo (= mutatie voorziening)
644
624
-892
-559
288
275
692
-775
624
-900
-508
674
-188
644 1.269
377
-182
106
381 1.074
299
922
22
-486
188
0
Verloop voorziening
18
2.408 2.076 1.229 1.242
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
2.417 2.025
843 1.705
Tabel 4 - Beschikbare middelen onderhoud. Bedragen x €1.000
2013
2018
2019
2020
2021
2022
Budget onderhoud sport
1.361 1.361 1.361 1.361 1.361 1.361
1.361
1.361
1.361
1.361 1.361 1.361 1.361
PN 2013: Beheerplan onderhoud
2015
2016
2017
2023
2024
2025
750
750
750
750
750
750
750
750
750
750
750
750
750
-250
1.861
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
PB 2013: Bezuiniging sport Regulier onderhoudsbudget
2014
4.4 Beschikbare budgetten klein en groot onderhoud
dat jaarlijks beschikbaar wordt gesteld voor investeringen en niet als structurele middelen. De structurele middelen zijn namelijk de kapitaallasten die uit investeringen voortvloeien. In het volgende hoofdstuk, “Meerjarenraming investeringen sportaccommodaties”, komen de beschikbare middelen voor de VVI’s terug.
In de paragrafen 4.2 en 4.3 zijn de benodigde kosten voor klein en groot onderhoud in beeld gebracht. Tegenover deze kosten zetten we in deze paragraaf de beschikbare middelen. Dit zijn budgetten waar klein en groot onderhoud gezamenlijk in zitten. In de begroting is dit onderscheid namelijk nooit gemaakt. Aanvullend is hier recent, in de Perspectiefnota 2013, een structureel bedrag aan toegevoegd voor Beheerplan Sport. In tabel 4 worden de beschikbare middelen weergegeven.
4.5 Resumé Klein en Groot Onderhoud Voor de volledigheid geven we hieronder de vergelijking tussen de benodigde en beschikbare middelen voor Klein en Groot Onderhoud. We trekken in deze paragraaf nog geen conclusies, want naast het onderhoud zijn ook de financiële consequenties van de derde categorie, de Investeringen, van belang. Hier gaan we in het volgende hoofdstuk 5 op in. Tezamen met de conclusies over de investeringen komen we in hoofdstuk 5.5 met een integrale financiële weergave.
Het structureel budget voor onderhoud bedraagt € 1.361.000. Dit wijkt af van het bedrag van € 1.900.000 uit de concept Sportnota van juni 2012. In het bedrag van € 1.900.000 is namelijk € 450.000 voor de VVI’s (vervangings investeringen in bedrijfsmiddelen) opgenomen en deze horen niet thuis bij een budget onderhoud. Op de keper beschouwd is dit bedrag een bedrag
Tabel 5 - Benodigde en beschikbare middelen Klein en Groot onderhoud. Bedragen x €1.000
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
654
605
593
611
575
471
471
471
471
471
471
471
471
Benodigd Groot onderhoud
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
1.517
Totaal benodigd
2.171
2.122
2.110
2.128 2.091 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988
1.861
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
2.111
-310
-11
1
-17
20
123
123
123
123
123
123
123
123
Benodigd Klein onderhoud
Beschikbare middelen Onderhoud Saldo
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
19
20
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Hoofdstuk 5 – Meerjarenraming investeringen sportaccommodaties 5.1 Basis Het klein en groot onderhoud voorkomt niet dat de levensduur van bestaande (delen van) accommodaties op een gegeven moment beëindigd is. Om het huidige voorzieningenniveau voor de sport te kunnen behouden, moet een aantal accommodaties worden vervangen. We vertrekken hierbij niet vanuit een blanco situatie. In het InvesteringsPlan (IP) 2012-2015 en daarmee ook in het Investeringsplan 2013-2016, dat onderdeel is van de Programma begroting 2013-2016, is reeds een aantal noodzakelijke vervangingen opgenomen en daarmee financieel afgedekt. Het gaat om: • Vervanging riolering sportaccommodaties 2013 t/m 2015; • Vervangen toplaag kunstgras Sportveld Zoeterwoudse singel; • Vervangen toplaag kunstgras Sportpark Noord; • Renovatie kleedkamers VV Leiden; • Vervangen toplaag kunstgras 3 korfbalvelden Sportpark Noord. Gelijktijdig bevat het investeringsplan een aantal investeringen dat niet meer nodig of mogelijk is. Deze investeringen vervallen. We gaan verderop in deze paragraaf hier op in. Daarnaast hebben we een integraal overzicht gemaakt van alle investeringen die wij tot 2025 gepland hebben (zie bijlage 8, Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025). Na vaststelling van de Sportnota maakt dit onderdeel uit van het gemeentelijke investeringsplan. In fysieke zin komt het terug in het Investeringsplan 2014-2017, dat bij de volgende programmabegroting (2014-2017) wordt gepresenteerd.
De Meerjarenraming Investeringen Sport accommodaties 2013-2025 bevat nu ook de volgende investeringen: • Vervanging sporthal Vijfmeihal (€ 11.000.000, waarvan € 5.551.000 t.l.v. onderwijshuisvesting) • Vervanging zwembad Vijfmeibad (€ 9.000.000) • Bijdrage IJsbaan (€ 4.000.000) • Bijdrage zwembad De Vliet/Vijfmeibad (€ 1.000.000) • Sportzalen Dieperhout (bijdrage uit de sportbudgetten: € 1.350.000) • Uitbreiding capaciteit hockeyvelden op onderbezette velden bij andere verenigingen (€ 500.000) 1. • Vervanging machines Sportbedrijf (€ 603.000)
5.2 Benodigde vervangingsinvesteringen Zoals de gemeentelijke systematiek voorschrijft, worden investeringen geactiveerd in plaats van ze rechtstreeks ten laste te brengen van de exploitatie. Immers, het nut van dergelijke investeringen werpt zich over meerdere jaren af waardoor de lasten van een investering (rente en afschrijving/ waardevermindering) over meerdere jaren verdeeld moet worden. Deze rente- en afschrijvingslasten (kapitaallasten) drukken structureel op de exploitatiebegroting. Indien de kapitaallasten structureel beschikbaar worden gesteld, zorgt deze (verplichte) werkwijze er tevens voor dat de middelen voor vervanging beschikbaar zijn na volledige afschrijving van een object. Bij de kwantificering van de structurele lasten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • De investeringen in sportaccommodaties zijn investeringen met economisch nut en worden daarom geactiveerd; • De afschrijvingstermijnen volgen de termijnen uit het afschrijvingsbeleid gemeente Leiden; 1
N.B. wordt niet apart genoemd in bijlage 8 maar maakt onderdeel uit van de investering Diverse sportparken vervanging natuur in kunstgras.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
21
Tabel 6 - Benodigde kapitaallasten van investeringen sport. Bedragen x €1.000 kapitaallasten investeringen uit het IP 2012-215
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
2025
52
90
92
101
98
95
93
90
88
85
83
80
77
kapitaallasten investeringen Kraan
0
0
0
48
97
122
127
177
181
177
232
342
378
kapitaallasten machines
0
17
34
33
59 63
61
78
75
65
69
34
33
kapitaallasten omvangrijke investeringen
0
0
0
672
664 1.667 1.642 1.617 1.593 1.568 1.543 1.519
1.494
52
107
126
854
918 1.947 1.923 1.963 1.937 1.895 1.928 1.975
1.982
Totale benodigde kapitaallasten
• Bedragen zijn tegen prijspeil 2013 becijferd (ten opzichte van het prijspeil 2010 van rapport Kraan betekent dit een stijging van 3%); • Binnen de ramingen is rekening gehouden met 5% onvoorzien; • Gehanteerd rentepercentage in de kapitaallastenberekening is 4,5%; • De bedragen zijn excl. btw (btw wordt verrekend bij de belastingaangifte); • Kostenraming vervanging Vijfmeihal en -bad is als volgt tot standgekomen: aantal m2 x bouwkostennorm (sober kwaliteitsniveau) per m2 van het gebouwsoort, vermeerderd met 30% stichtingskosten en 15% plankosten. In 5.1 hebben we beschreven hoe we tot het Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025 (bijlage 8) zijn gekomen. Van deze investeringen zijn de structurele lasten (kapitaallasten) berekend. Deze kwantificering levert de kapitaal lasten op zoals te zien is op tabel 6. De kapitaallasten van investeringen uit het IP 2013-2016 zijn al opgenomen in de begroting. De vervangingsinvesteringen van Kraan zijn een
aanvulling op dit IP en betreffen vervangingen in de periode 2015 t/m 2025. Dit betekent dat de kapitaallasten die uit deze investeringen voort vloeien, optreden vanaf 2016. De kapitaallasten van grote investeringen (zoals Vijfmeihal, Vijfmeibad, Dieperhout, bijdrage IJsbaan, bijdrage zwembad de Vliet/Vijfmeibad) worden zichtbaar vanaf 2016. In 2017 is de inschatting dat de Vijfmeihal en Vijfmeibad gereed komen. Dit verklaart de forse toename in kapitaallasten vanaf 2018.
5.3 B eschikbare middelen investeringen De beschikbare middelen voor investeringen zijn: a. kapitaallasten van het huidig investeringsplan b. incidentele beschikbare middelen ad a. Kapitaallasten van het huidige investeringsplan: Het IP 2012-2015 is vastgesteld beleid en waarna de kapitaallasten in de begroting zijn opgenomen. Onderdeel hiervan zijn ook de kapitaallasten van investeringen Sport die niet meer nodig zijn. Het gaat hier om vier investeringen, die we in tabel 7 afzonderlijk zichtbaar maken.
Tabel 7 - Beschikbare kapitaallasten uit het IP. Bedragen x €1.000
52
90
92
101
98
95
93
90
88
85
83
80
77
- incl 2. tennisvelden roomburg
0
0
9
8
8
8
8
7
7
7
7
7
6
11
56
152
149
145
142
139
136
132
129
126
123
120
0
0
0
137
133
129
126
122
118
115
111
107
104
- incl. renovatie Vijfmeihal - incl. 2 hockeyvelden roomburg - incl. VVI’s bedrijfsmiddelen 2012-25 Financiële ruimte kapitaallasten
22
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Kapitaallasten investeringen IP
65
129
192
252
310
385
445
505
565
625
650
650
650
128
275
444
646
695
760
810
861
911
961
976
967
957
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Tabel 8 - Herkomst van incidentele middelen. Bedragen x €1.000. Oorsprong
Balans-/begrotingspost
- Nuon Sport
Reserve Sportaccommodaties
Bedrag 2.801
- Vrijval voorziening precario
Reserve Sportinvesteringen
3.400
- Eenmalige grote sportinvesteringen
Reserve Sportinvesteringen
200
- Vrijval voorziening krediet Huis van de Sport
Reserve Herontwikkeling Sportvelden
463
- Sport (voorziening)
Voorziening Sport
2.500
- vermindering dotatie in sportvoorziening (PB 2013)
Voorziening Sport
-300
- Eenmalige bijdrage sportvoorzieningen
Programma Algemene dekkingsmiddelen II
500
Totaal
9.564
ad b. Incidentele beschikbare middelen In de afgelopen jaren zijn incidentele middelen toegewezen voor investeringen in sportvoor zieningen. De omvang van de incidentele middelen is € 9.564 miljoen. Tabel 8 laat de herkomst van de incidentele middelen zien.
bare middelen kiezen we voor de kapitaallasten van de bouw van de Vijfmeibad en een klein van de Vijmeihal. De planning voor deze investeringen is dat deze in 2017 zijn afgerond, de kapitaallasten treden dus op vanaf 2018. Dit houdt in dat vanaf 2018 de incidentele middelen worden ingezet om de toename van kapitaallasten op te vangen. Dit gebeurt door middel van onttrekkingen uit de gevormde reserve. Zie tabel 9.
Deze incidentele middelen gebruiken we om sportaccommodaties te bouwen. Dit zijn zoge heten investeringen met economisch nut, wat inhoudt dat we verplicht zijn deze investeringen te activeren (= als bezit te waarderen). Dit houdt in dat we het incidentele bedrag niet direct in één keer mogen inzetten maar verspreid in de tijd, gelijk aan de jaarlijkse waardevermindering (afschrijving). Zoals gebruikelijk is, vormen we daarom een rentedragende reserve “kapitaallasten Sportaccommodaties” waaruit jaarlijks het bedrag gelijk aan de waardevermindering (en de rente) wordt onttrokken. Het gevolg is dat we met het incidentele bedrag van € 9.564 miljoen de kapitaallasten van een deel van de vervangingsinvesteringen kunnen dekken. In overeenstemming met het bestedingsdoel van deze incidenteel beschik-
De rentedragende reserve “kapitaallasten sport accommodaties” vormen we door de afzonderlijke incidenteel beschikbare middelen (nu gerubriceerd onder verschillende reserves en een voorziening) samen te voegen. Zoals hierboven beschreven is, vangt de reserve gedurende de gehele levensduur van het actief (= de investering) de kapitaallasten op. Na verstrijken van de levensduur zijn de kapitaallasten € 0 en de reserve leeg. De ontwikkeling van de reserve in de periode 2013-2025 wordt in tabel 10 getoond. Na 40 jaar (gelijk aan de ingeschatte levensduur van nieuwe sportvoorzieningen), in 2058, is de reserve opgesoupeerd.
Tabel 9 - Inzet eenmalige middelen a € 9,5 mln. Bedragen x €1.000 Onttrekking uit reserve
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
669
659
2020
2021
2022
2023
2024
2025
648
637
626
616
605
594
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
23
Tabel 10 - Ontwikkeling reserve “kapitaallasten sportaccommodaties”. Bedragen x €1.000
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
9.564
9.564
9.564
9.564
9.564
9.564
9.325
9.086
8.847
8.608
8.369
8.129
7.890
Rentetoerekening
430
420
409
398
387
377
366
355
Onttrekking kapitaallasten
-669
-659
-648
-637
-626
-616
-605
-594
9.564
9.564
9.564
9.564
9.564
9.325
9.086
8.847
8.608
8.369
8.129
7.890
7.651
Omvang reserve per 1 jan
Omvang reserve per 31 dec
5.4 Resumé investeringen
van de vervangingsinvesteringen. Ook hier trekken we nog geen conclusies. Dit volgt in paragraaf 5.5 waar een integrale financiële weergave is opgenomen.
Net zoals in hoofdstuk 4 geven we voor de volledigheid de vergelijking tussen de beschikbare en benodigde middelen voor kapitaallasten
Tabel 11 - Benodigde en beschikbare kapitaallasten van vervangingsinvesteringen. Bedragen x €1.000 Benodigd kapitaallasten Beschikbare kapitaallasten IP
2019
2020
2021
107
126
854
918 1.947 1.923 1.963 1.937
128
275
444
646
695
760
0
0
0
Herorientatie Sportbedrijf
128
275
76
168
Saldo (beschikbaar - benodigd)
2018
52
Beschikbare onttrekking uit reserve Totaal beschikbaar
24
2013 2014 2015 2016 2017
810
861
911
2022
2023
2024
2025
1.895 1.928 1.975 1.982 961
976
967
957
0
0
669
659
648
637
626
616
605
594
250
250
250
250
250
250
250
250
250
250
444
896
945 1.679
318
42
27
-268
1.719 1.758 1.798 -204
-204
-139
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
1.838 1.842 1.822 1.801 -58
-86
-153
-181
5.5 Samenvatting/conclusies hoofdstuk 4 en 5
een totaaloverzicht van de benodigde en beschikbare middelen voor het SAP 2013-2025. Deze cijfers zijn uit hoofdstuk 4 en 5 overgenomen.
De financiële consequenties voor het klein onderhoud, groot onderhoud en de kapitaallasten brengen we in deze paragraaf samen. Het geeft
Tabel 12 - Integraal overzicht benodigde en beschikbare middelen. Bedragen x €1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Benodigd Klein onderhoud
654
605
593
611
575
471
471
471
471
471
471
471
471
Benodigd Groot onderhoud
1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517 1.517
Totaal benodigd
2.171 2.122 2.110 2.128 2.091 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988 1.988
Beschikbaar voor onderhoud
1.861 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111 2.111
Saldo onderhoud
Benodigd kapitaallasten
Beschikbare kapitaallasten IP
-11
1
-17
52
107
126
854
918 1.947 1.923 1.963 1.937 1.895 1.928 1.975 1.982
128
275
444
646
695
760
810
861
911
961
976
967
957
0
0
0
0
0
669
659
648
637
626
616
605
594
350
350
350
350
350
350
350
350
350
Beschikbare onttrekking uit reserve Heroriërntatie Spotbedrijf
20
123
123
123
123
123
123
123
123
-310
100
350
128
275
544
996 1.045 1.779 1.819 1.858 1.898 1.938 1.942 1.922 1.901
Saldo kapitaallasten
76
168
418
142
127
-168
-104
-104
-39
42
14
-53
-81
Amendement Buiten zwem men in zwembad De Vliet
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
-100
157
319
25
46
-145
-81
-82
-16
65
37
-30
-58
Totaal beschikbaar
Financiële uitkomst Kadernota
-234
Met uitzondering van het eerste jaar (2013) laat bovenstaande tabel zien dat onze plannen ten aanzien van het onderhoud en de vervangingen van sportaccommodaties en sportvelden nagenoeg volledig binnen de beschikbare financiële middelen kunnen worden uitgevoerd. Het tekort in 2013 is in grote lijnen het gevolg van een eenmalige bijdrage sport aan de algemene begrotingsproblematiek en benodigd aanvullend klein onderhoud voor voorzieningen die op korte termijn worden vervangen. Sommige jaarschijven vertonen een negatief
saldo. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in dergelijke jaren de toename van kapitaallasten van gereedgekomen investeringen groter is dan de vrijval die optreedt als gevolg van afschrijvingen. Dit speelt zich met name af door het gereed komen van de Vijfmeihal en het Vijfmeibad in 2017. De jaarlasten (kapitaallasten van € 1 miljoen) worden het jaar erop, in 2018, zichtbaar. In dat jaar past deze forse piek nog niet volledig binnen de beschikbare middelen. Tellen we de saldi van de jaarschijven bij elkaar op, dan is er een positief saldo te constateren.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
25
26
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Hoofdstuk 6 – Conclusies In de voorgaande hoofdstukken van dit sportaccommodatieplan is een analyse gegeven van de huidige Leidse sportacco mmodaties en de inpassing daarvan in de stad. In dit hoofdstuk komen de belangrijkste conclusies bij elkaar. De conclusies worden onderverdeeld in de volgende punten: • kwaliteit sportaccommodaties • kwantiteit sportaccommodaties • bezetting en gebruik • ruimtelijke inpassing • financiën
6.1 Kwaliteit Het algemene beeld is dat de sportaccommodaties voldoende kwaliteit hebben, maar oud en verouderd zijn. Deze veroudering speelt vooral bij de sporthallen en zwembaden en minder bij de sportparken. Ook de IJshal aan de Vondellaan (géén gemeentelijk bezit) kan worden aangemerkt als een verouderde sportaccommodatie. Enkele specifieke kwalitatieve tekortkomingen die in het SAP worden genoemd zijn het ontbreken van een topsporthal en een binnenzwembad geschikt voor internationale waterpolowedstrijden. Modernisering van voorzieningen en voor zieningen weer laten voldoen aan de huidige eisen vergen forse investeringen voor renovatie en vervangende nieuwbouw
6.2 Kwantiteit Het beeld bij de kwantiteit van de sportvoor zieningen is divers. Bij de groene sportparken/ veldsporten is op sommige plekken sprake van vraag die groter is dan het aanbod (hockey en sommige voetbalverenigingen) en op andere plekken van overschotten (korfbal en sommige voetbalverenigingen). Door dubbelgebruik van verenigingen en aanleg van kunstgrasvelden zijn tekorten oplosbaar.
Ten aanzien van zwembaden kan geconcludeerd worden dat Leiden over veel oppervlakte zwemwater beschikt in vergelijking met wat elders in Nederland gebruikelijk is. Voor de sporthallen kan in het algemeen worden gesteld dat er voldoende grote sporthallen zijn uitgaande van een beschikbaarheid per hal van maximaal 4100 uur en een normbezetting van 65%. Door de geplande bouw medio 2014 van een sportaccommodatie bij het Dieperhout neemt de capaciteit verder toe. Ten aanzien van de zgn. overige sportaccommodaties zijn er geen kwantitatieve knelpunten bij de atletiekbaan, wielerbaan, tafeltennis en gymlokalen. Over een aantal andere voor zieningen zoals de jachthaven, manege, jeugddorp e.d. zal bepaald moeten worden of deze voorzieningen beleidsmatig ondersteund moeten worden. Hierin voorziet de uitwerking van het Beleidskader Vastgoed.
6.3 Bezetting en gebruik Kijkend naar de huidige bezetting en het gebruik zijn de meeste overschotten en tekorten voldoende in beeld gebracht en hiervoor onder kwantiteit benoemd. De meest opvallende punten nog even op een rij: • Animocijfer voor zwemmen ligt onder het landelijke gemiddelde; • Er is een overschot aan capaciteit bij korfbal; • Sommige voetbalverenigingen hebben tekorten, andere hebben overschotten; • Er is een tekort bij hockey en tennis Roomburg; • De bezetting van de Drie Octoberhal is laag.
6.4 Ruimtelijk Een pluspunt van Leiden is de spreiding en daardoor goede bereikbaarheid van de sportvoorzieningen. Uit de analyse van het gebruik komt naar voren dat de meeste velden behoorlijk intensief gebruikt
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
27
worden, echter vooral op piekmomenten. De toename van individuele en ongeorganiseerde sport vindt behalve op sportaccommodaties voor een groot deel plaats in de openbare ruimte. Optimalisering en efficiënter ruimtegebruik is onder meer mogelijk wanneer clubs bereid zijn ‘in te dikken’, bijvoorbeeld door de velden met elkaar te delen. De gemeente zal hierover met verenigingen in gesprek gaan en op die manier verenigingen stimuleren kansen hiertoe te benutten.
6.5 Financiën De gemeente heeft in het verleden de bouw van sportaccommodaties doorgaans gedekt met incidentele middelen. Dit heeft tot gevolg dat bij het verstrijken van de levensduur van een accommodatie niet direct middelen beschikbaar zijn voor de vervanging. Met deze sportnota doorbreken we deze systematiek. Alle naar ons oordeel benodigde (vervangings)investeringen zijn nu opgenomen in de Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025. De structurele gevolgen (kapitaallasten: rente en afschrijving) zijn doorgerekend en structureel afgedekt. Op het moment dat de levensduur (bij normaal gebruik) van een bestaande accommodatie afgelopen is, en dus aan vervanging toe is, is er financiële dekking om dit te realiseren. Hiermee hebben we een toekomstbestendige sportaccommodatieplan gerealiseerd. Eén voorbehoud moeten we maken. Een deel van de vervanging van het Vijfmeibad en de Vijfmeihal, hebben we nog niet structureel afgedekt maar opgelost met incidentele middelen van € 9.6 mln. Over 40 jaar, na afloop van de levensduur, komt dit naar voren.
28
6.6 Onderhoud en investeringen In het SAP zijn nu meerjarenramingen opgenomen voor klein onderhoud, groot onderhoud en investeringen (o.g.v. Beheerplan Klein Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025, Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025, en Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025). Hierin zijn alle activiteiten die te maken hebben met een goed en kwalitatief beheer van sportaccommodaties in kaart gebracht. De benodigde middelen om deze ramingen uit te voeren zijn beschikbaar. We voldoen hiermee aan de beleidsmatige eisen die de provincie stelt aan het beheer van kapitaalgoederen. Met dit SAP voeren we vanaf 2013 op een systematische en planmatige wijze het onderhoud uit. De sportaccommodaties zullen van voldoende kwaliteit zijn en uitzonderlijke omstandigheden daargelaten, van enig achterstallig onderhoud zal er geen sprake zijn. Daarnaast investeren we in het voorzieningenniveau, bijvoorbeeld met het realiseren van een nieuwe Vijfmeihal en Vijfmeibad, en sportzalen in Dieperhout en de Kikkerpolder.
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
Sportnota Verleiden tot bewegen | Deel 2 – Sportaccommodatieplan (SAP) 2013-2025
29
Sportnota Verleiden tot bewegen
Bijlagen bij deel 1 en 2 Vastgesteld door de raad op 20 december 2012 (RV 12.0118)
Bijlage 1 – Achtergronden voor een nieuw sportbeleid
Bijlage 1 – Achtergronden voor een nieuw sportbeleid Deze bijlage bevat achtergrondinformatie die mede de basis heeft gevormd voor het formuleren van het nieuwe sportbeleid 2 . In hoofdstuk 1 kijken we terug op het sportbeleid van de afgelopen jaren aan de hand van de Evaluatie Sportnota 2009 en het Rekenkameronderzoek 2012. In hoofdstuk 2 komt de sportsector aan het woord (Verenigingsmonitor, Stadsenquête, Leidse Sport Federatie). In het derde en vierde hoofdstuk kijken we in welke context komt de nieuwe sportnota tot stand. We gaan in op de landelijke en regionale context, en op relevante trends en ontwikkelingen.
Samenvatting In de afgelopen 3 jaar verbeterden we de sport complexen in Noord (voor voetbal en korfbal) en Montgomerystraat (voor korfbal, handbal en american footbal) en maakten een nieuwe indeling van de voetbalvelden aan de Boshuizerkade. De tribunecapaciteit van de Vijfmeihal werd uitgebreid en er kwam een nieuwe tafeltennishal van Scylla op het sportpark de Vliet. De sportsector heeft het oplossen van knelpunten in de accommodaties hoog op haar verlanglijst staan. Verder scoren ook hoog meer onder steuning, een breedtesportcoördinator/1-loket en meer aandacht voor topsport.
voor jongeren. In lijn met het landelijke beeld scoren Leidse jongeren van 12 tot en met 17 jaar beduidend minder goed. Een belangrijke ontwikkeling binnen de sport is het Olympisch Plan. Doel is het realiseren van een Olympisch sportklimaat in 2016, waarbij 75% van de bevolking aan de beweegnorm voldoet. Leiden zal deze norm in haar nieuwe beleid een plek geven. De sportnota komt tot stand in een context waarbij andere beleidsterreinen steeds vaker een bijdrage van de sport(verenigingen) vragen. Voorbeelden zijn: aandacht voor normen en waarden (Fair Play), gezondheid (Jongeren Op Gezond Gewicht) en sociale acceptatie (Lesbische vrouwen, Homoseksuelen, Transgenders en Biseksuelen in de sport). Ook de veranderende rol van de overheid, waarbij steeds meer de eigen kracht van de burgers wordt aangesproken, doet een beroep op de verenigingen. Van belang is dat zij zowel hun sportieve als hun maatschappelijke functies goed kunnen vervullen. Kortom, er is in de afgelopen planperiode veel gebeurd in Leiden en de komende jaren zullen belangrijk zijn voor het sportaanbod in de stad. In het tweede deel van deze nota geven we aan waar onze ambities liggen en hoe we die gaan bereiken.
We hebben gekeken naar het beweeggedrag van de Leidenaren en dat afgezet tegen de landelijke cijfers. Er is een landelijke beweegnorm en Leiden scoort vanaf 18 jaar 66%. Dat is niet slecht, maar kan beter. Speciale aandacht is nodig 2
Deze bijlage was eerder deel 2 (hoofdstukken 7 t/m 10) van de concept Sportnota juni 2012
Bijlage 1 – Achtergronden voor een nieuw sportbeleid
1
1 – Huidig Sportbeleid 1.1 Sportnota Startschot Het huidige sportbeleid is beschreven in de nota ‘Startschot. Kadernota Leids Sportbeleid 2006- 2010’. Volgens Startschot is sport in eerste instantie een doel. Voor veel mensen is sport immers een belang rijke tijdsbesteding, als actieve sporter of als toe schouwer. In tweede instantie is sport een middel. Sport draagt bijvoorbeeld bij aan de gezondheid, de sociale samenhang, de sociale vorming van de jeugd en activering van mensen als vrijwilliger. De centrale doelstelling van het sportbeleid luidde: ‘Het stimu leren van én adequate voorwaarden bieden voor een zo groot mogelijke sportdeelname in Leiden.’ Dat gebeurde langs vier beleidslijnen: kwalitatief en kwantitatief voldoende en betaalbare sportvoor zieningen; ondersteunen en faciliteren van sportver enigingen; bevorderen sportstimulering; stimuleren van samenwerking tussen sport en andere sectoren. Per beleidslijn zijn concrete actiepunten uitgewerkt en opgenomen in een uitvoeringsprogramma. De nota noemt als de belangrijkste spelers de sportverenigingen, de sporters, de vele vrij willigers, de gemeente Leiden en het Sportbedrijf.
1.2 Evaluatie 2009 Sportnota Startschot In 2009 is de Sportnota geëvalueerd en is een bijeenkomst met de sportverenigingen georgani seerd. Hieronder volgen eerst de belangrijkste resultaten op het gebied van accommodatie beleid, verenigingsondersteuning en sportstimu lering. Daarna volgt een aantal onderwerpen dat nog nadere aandacht verdient, omdat deze nog niet (geheel) uitgevoerd zijn. De belangrijkste Accommodatiebeleid • Extra geld beschikbaar (incidenteel en structureel) voor groot onderhoud;
2
Bijlage 1 – Achtergronden voor een nieuw sportbeleid
• Er is een inhaalslag gemaakt met de uit voering van achterstallig onderhoud; • Er zijn diverse herinrichtingsplannen voor sportterreinen ontwikkeld die in verschillende vormen van uitvoering verkeren; • De gemeente voerde een haalbaarheids onderzoek uit naar het handhaven van kunstijs in Leiden. Verenigingsondersteuning • Het Sportbedrijf organiseerde cursussen en trainingen voor sportverenigingen; • Sportverenigingen kunnen meerjarige huurcontracten afsluiten voor de ondergrond van het clubgebouw; • Sportverenigingen kunnen een gemeente garantie voor een geldlening aanvragen, mits ze voldoen aan de gemeentelijke voor waarden en het Waarborgfonds garant staat; • In samenwerking met de sportbonden en Sportservice Zuid-Holland gingen verschillende ondersteuningstrajecten voor sportverenigingen van start. Sportstimulering • Het Sportbedrijf bood de kennismakings cursussen schoolsport aan; • De BOS-projecten 2 zijn uitgevoerd; • Er is een topsportcoördinator3 aangesteld bij Stichting Topsport Leiden; • De combinatiefunctionarissen 4 zijn voor een periode van vier jaar ingevoerd. 2
De BOS-impuls was een tijdelijke stimuleringsmaatregel van VWS,om een gezonde en actieve leefstijl te bevorderen én onderwijs- en opvoedingsachter standen terug te dringen. Buurt-, onderwijs- en sportorganisaties werkten samen onder regie van de gemeente. Sportactiviteiten maakten in ieder geval onderdeel uit van de BOS-arrangementen. Zie ook www.bosimpuls.nl. Een voorbeeld in Leiden is het BOS-project Leiden Zuid-West.
3
De topsportcoördinator ondersteunt de topsportverenigingen, beheert het topsportfonds, verbetert de infrastructuur van de topsport en onderzoekt de mogelijkheden van structurele sponsoring van de topsport. Hiervoor susidieert Leiden de Stichting Topsport Leiden. De topsportcoördinator is op 1 septem ber 2010 gestart; in september 2012 volgt een evaluatie.
4
Een combinatiefunctionaris is in dienst bij één werkgever, maar werkzaam voor twee of meer sectoren, zoals onderwijs, sport en/of cultuur. Via de rijksregeling Brede School ontvangt Leiden een bijdrage voor 14,2 fte. De belangrijkste doelstellingen zijn: uitbreiding van het aantal brede scholen, versterking van sportverenigingen, stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen en de jeugd meer vertrouwd maken met één of meer kunst- en cultuurvormen.
De belangrijkste aandachtspunten Uit de evaluatie bleek ook dat we niet alle punten uit het uitvoeringsprogramma konden uitvoeren. De belangrijkste onderwerpen zijn: Sport en ruimte Leiden is een dichtbevolkte stad en heeft weinig ruimte. Dat heeft gevolgen voor de sport. Zo bleek het in de afgelopen periode niet mogelijk de gewenste uitbreiding van hockeyvelden en tennisbanen te realiseren. We moeten zo creatief en efficiënt mogelijk met de schaarse beschikbare ruimte omgaan. Monitoring Voor de evaluatie van het sportbeleid gebruiken we meerdere indicatoren en kengetallen. Deze zijn echter niet allemaal goed af te leiden uit de onderzoeksgegevens die de gemeente tot haar beschikking heeft. Ook sluiten ze niet in alle gevallen goed aan op het gevoerde beleid. Sport en financiën: Onderhoud en vervanging Op accommodatiegebied kwam veel tot stand de afgelopen jaren. Deze sportnota bevat aanvul lende voorstellen onderhoud en vervanging. Topsport De sportverenigingen vinden dat topsport en topsportevenementen een bijdrage leveren aan de breedtesport. Topsport moet beter zichtbaar zijn in de stad. Ondersteuning sportverenigingen De sportverenigingen willen een 1-loket-systeem waar ze alle zaken voor de sport in één keer kunnen regelen. Aandacht voor ouderen Ouderen in Leiden bewegen en sporten minder dan hun leeftijdsgenoten in Nederland. De sportvereni gingen willen graag betrokken worden wanneer we sportstimuleringsbeleid voor ouderen opzetten.
1.3 Rekenkameronderzoek sportbeleid Op 19 januari 2012 werd het rapport van de Rekenkamercommissie ‘Meer ruimte voor sport in Leiden’ gepresenteerd in de raadscommissie Onderwijs en Samenleving. Wij hebben de volgende reactie op dit rapport aan de raad en aan de Rekenkamer gezonden: 1.3.1 Analyse Behoefteontwikkeling Onderstaande conclusies van de rekenkamer commissie delen wij: • Macro blijft de behoefte aan sportaccommo daties ongeveer gelijk; • Efficiëntere benutting van accommodaties is mogelijk door omzetting van natuurgras velden in kunstgrasvelden en het aanbrengen van verlichting; • Er is meer vraag dan aanbod bij hockey en tennis en er is een overschot aan voetbal- en korfbalvoorzieningen; • Er is behoefte aan 1 extra sporthal; • De constateringen over de kostendekkend heid en investeringen; • Er is extra geld nodig voor onderhoud. Bij de volgende conclusies plaatsen wij kanttekeningen: • De rekenkamercommissie gaat uit van een zodanige groei van hockey in de komende 20 jaar dat in 2031 5 extra velden nodig zijn. Wij achten een dergelijke groei onwaar schijnlijk. Wij gaan uit van 2 extra velden; • Wij verwachten dat de vraag naar tennis banen het aanbod beperkt blijft overtreffen; • Het totaal aantal voetbalvelden is 4 minder dan het totaal waarmee de commissie rekent; • Wij onderschrijven de norm dat een kunst grasveld gelijk is aan 2 natuurgrasvelden niet. Wij menen dat een kunstgrasveld de capaciteit heeft van 1,6 natuurgrasveld; • Uit een vergelijkingen met gemiddelden voor Nederland maken wij op dat er in Leiden een overschot aan zwemwater is.
Bijlage 1 – Achtergronden voor een nieuw sportbeleid
3
1.3.2 Analyse sportnota Startschot Op dit onderdeel delen wij vrijwel alle conclusies van de rekenkamercommissie in meer of mindere mate. De belangrijkste opmerkingen zijn: • De expliciete discussie over subdoelstellingen komt niet terug in de Sportnota omdat dit een kadernota is. We nemen dit als actiepunt op in het uitvoeringsprogramma van de sportnota. De kerndoelstelling, namelijk dat meer Leidenaren gaan sporten en bewegen, staat duidelijk in de visie. De drie daaruit afgeleide hoofddoelstellingen (sportstimu lering, verenigingsondersteuning en accommodatiebeleid) vormen de rode draad van de kadernota; • In de Sportnota en het Sportaccommodatie plan hebben we nu meerjarige onderhoudsen investeringsramingen opgenomen. Op basis daarvan doen we realistische voorstellen; • Slechts een beperkt aantal jaren was er geen managementcontract met het Sportbedrijf, door de interne gemeentelijke reorganisatie en het proces van verzelfstandiging van het Sportbedrijf (dat onlangs is stopgezet); • Inmiddels hebben we wel een management contract gesloten met het Sportbedrijf; • Verbetering van de (financiële)informatie voorziening nemen we als actiepunt op in het uitvoeringsprogramma. 1.3.3 Aanbevelingen beleidsvoor bereiding, kostendekkendheid en uitvoering van het sportbeleid Ook op dit onderdeel delen we in meer of mindere mate alle aanbevelingen van de rekenkamer commissie. De belangrijkste opmerkingen zijn: • In het uitvoeringsplan bij de sportnota nemen we actiepunten op voor onderzoek naar herschikking, concentratie, intensiever en efficiënter gebruik van de sportaccommoda ties. In de sportnota doen we hiervoor al suggesties;
4
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
• De geplande bouw van een sporthal in het Houtkwartier en de voorgestelde grotere vervanging van de Vijfmeihal (Sportvoorzieningen in Zuidwest) voorzien in de behoefte aan 1 extra sporthal; • Punten als het opstellen van een meerjarig onderhoudsplan en een managementcontract realiseerden we al.
2 - De sportsector aan het woord 2.1 De partners De Leidse Sportfederatie Op het gebied van sport is de Leidse Sport Federatie (LSF) de belangrijkste gesprekspartner van de gemeente. De LSF vertegenwoordigt de georganiseerde sport en is het formele advies orgaan van de gemeente. De LSF leverde belang rijke input voor deze kadernota. Paragraaf 2.3 gaat kort in op haar meest recente advies.
Aantal leden De verenigingen zijn gemiddeld genomen positief over het verwachte aantal leden voor de toe komst. Bijna de helft denkt dat het ledental de komende tien jaar zal stijgen. Drie van de deelne mende sportverenigingen kennen een ledenstop en acht een wachtlijst. Bij 41% van de verenigin gen sporten mensen met een handicap; twee ver enigingen richten zich speciaal op gehandicapten. Een derde van de verenigingen heeft topsporters.
De Sportverenigingen Daarnaast verzamelden wij de afgelopen tijd op verschillende manieren informatie bij de Leidse sportverenigingen. Eind 2010 namen we de Verenigingsmonitor af onder de Leidse sportverenigingen. Begin 2011 organiseerden we een bijeenkomst in voorbereiding op de nieuwe sportnota. Daarnaast vond in januari 2012 een bijeenkomst plaats met bestuurders van de sportverenigingen, over de toekomst van de sport in Leiden. Ook voerden we individuele gesprekken met verenigingen. In paragraaf 2.1 geven we de belangrijkste uitkomsten van de Verenigingsmonitor weer, aangevuld met de belangrijkste punten uit de bijeenkomst begin 2011.
Vrijwilligers Alle verenigingen hebben vrijwilligers om de ver eniging draaiende te houden: gemiddeld 18% van het aantal leden per vereniging. Het aandeel vrij willigers is vergelijkbaar met dat in heel Nederland. Een derde van de Leidse verenigingen beschikt over betaalde krachten, gemiddeld drie per vereniging (gemeten over alle verenigingen). Uit landelijk onderzoek blijkt dat de recessie haar sporen nalaat in de verenigingen, maar dat ze toch optimistisch zijn over de toekomst. Dat geldt ook voor de Leidse verenigingen. Zij verwachten meer dan landelijk dat de inkomsten uit horeca en contributie per saldo zullen stijgen.
De Leidse inwoners Tot slot hebben we de burgers in Leiden naar hun sportgedrag en hun waardering van de sport accommodaties gevraagd in de Stadsenquête 2011. Ook de belangrijkste resultaten daarvan treft u aan in paragraaf 2.2.
Knelpunten 94% van de Leidse sportverenigingen geeft aan één of meer knelpunten te ervaren. Het meest genoemde knelpunt is het tekort aan en behoud van geschikt kader. Vlak daarna komen knelpunten op het gebied van financiën en leden. Voor een kwart van de verenigingen is de accommodatie het belangrijkste knelpunt.
2.2 De sportverenigingen Verenigingsmonitor We benaderden 116 verenigingen per e-mail om de vragenlijst van de Verenigingsmonitor in te vullen. 38 verenigingen vulden de vragenlijst geheel of gedeeltelijk in, een respons van 33%.
Voorzieningen Verenigingen zien graag uitbreiding van de huidige sportruimte, maar beseffen dat dit lastig is. Een oplossing is de huidige voorzieningen meer multifunctioneel te maken, zodat meervoudig
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
5
gebruik tot de mogelijkheden gaat behoren. De verenigingen willen ‘redelijke voorzieningen tegen een redelijke prijs’. De afgelopen jaren is het onderhoud verbeterd, maar de voorzieningen vinden de verenigingen nog niet allemaal op orde. Verenigingen vinden dat sport meer prioriteit moet krijgen op de gemeentelijke agenda.
programma’s, antidiscriminatie- en fairplay projecten; • Het verstrekken van informatie. Ook vroegen de verenigingen meer aandacht v oor het werven van vrijwilligers en de kwaliteit van de accommodaties.
2.3 De Stadsenquête Recreatief Om ouderen meer aan te spreken, willen ver enigingen meer recreatieve sportbeoefening aanbieden. De verenigingen ervaren echter dat zij binnen de gemeente te vaak met verschillende afdelingen te maken hebben en dat zij te weinig hulp krijgen om ‘het woud van regelgeving’ het hoofd te bieden. Verenigingen hopen op een breedtesportcoördinator, vergelijkbaar met de topsportcoördinator die er al is. Ook moet de combinatiefunctionaris volgens de verenigingen een duidelijke rol krijgen in de sport. Lange termijn Verenigingen raden de gemeente sterk aan een langetermijnvisie voor de sport op te stellen of kenbaar te maken. Ze adviseren de gemeenten een koppeling te maken met het Olympisch Plan 2028. Daarnaast vragen verenigingen zich af of er een alternatief is voor het Huis van de Sport als dit definitief niet doorgaat.
De Stadsenquête 2011 geeft inzicht in de sport deelname en de waardering van de sportvoor zieningen onder de Leidenaren. Een aantal belangrijke cijfers over de sportdeelname en de waardering van de accommodaties zijn: Frequentie sport Ruim vier op de tien Leidenaren geven aan mini maal wekelijks te sporten. Het landelijke stan daardmodel (RSO) definieert het percentage sporters als iedereen die jaarlijks 12x of vaker sport: dit is in Leiden 66% van alle Leidenaren. De mensen die niet sporten geven hiervoor met name als reden dat ze hiervoor geen tijd hebben (jongeren van 18 tot 25 jaar) of dit vanwege hun gezondheid of leeftijd (ouderen) niet meer te kunnen. Hoger opgeleiden en 25 tot 35-jarigen doen relatief meer aan sport. Tabel 1. Percentage Leidenaren dat meer dan 12 keer per jaar aan sport doet Totaal
Bijeenkomst sportverenigingen 2011 De verenigingen spraken de wens uit dat er een centraal aanspreekpunt voor ondersteuning komt: een breedtesportcoördinator. Daarmee beoogt men het volgende: • Eén centraal punt voor alle complexe vragen op het gebied van sport, zoals het tekort aan en behoud van geschikt kader, knelpunten op het gebied van financiën, leden en de accommodatie; • De opbouw van een kenniscentrum van sport en sportgerelateerde zaken, hulp bij de interpretatie en toepassing van wet- en regelgeving, bijzondere sportstimulerings
6
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
66%
Leeftijd: 18-24 jaar
Geslacht: Man
70%
Vrouw
62%
68%
25-34 jaar
73%
Opleiding:
35-49 jaar
71%
Lager
38%
50-64 jaar
68%
Middelbaar
67%
65+ jaar
38%
Hoger
76%
Meest beoefende sporten De meest beoefende sporten zijn fitness/cardio en kracht, op enige afstand gevolgd door hardlopen, wielrennen/fietsen, zwemmen, wandelen en tennis. Op hoofdlijnen is het beeld vergelijkbaar met voorgaande jaren. Een derde van de beoefende
sporten vindt plaats in verenigingsverband, bijna de helft ongeorganiseerd (alleen of met vrienden) en een kwart op een andere wijze (o.a. commercieel). Tabel 2. Meest beoefende sporten (in procenten van alle Leidenaren)
Verenigingsmonitor De Verenigingsmonitor is ontwikkeld door het Mulier Instituut, in opdracht van NOC*NSF en met steun van het ministerie van VWS. Leiden doet sinds 2010 mee. De
Fitness/ cardio/ kracht
28%
Hardlopen/ joggen/ trimmen
19%
Wielrennen/ MTB/ toerfietsen
13%
vragenlijst over zaken als ledenbestand,
Zwemsport
12%
beleid, kader, vrijwilligers, samenwerking,
Wandelsport
9%
externe contacten, adviezen en onder
Tennis
8%
steuning, contributies, financiële positie
Schaatsen
5%
en gezondheid. Alle sportverenigingen in
Veldvoetbal
5%
Aerobics/ steps
5%
Nederland wordt gevraagd de lijst in te
Skiën/ langlaufen/ snowboarden
4%
Squash
4%
Danssport
4%
Waardering sportmogelijkheden Leidenaren beoordelen de sportmogelijkheden in Leiden voor henzelf gemiddeld met een 7,4. Verbetertips zijn met name het verbeteren van de kwaliteit en het onderhoud van de sportvoor zieningen, het betaalbaar houden van sporten, meer bekendheid over sportmogelijkheden en meer sportmogelijkheden in het algemeen. Circa de helft van de Leidenaren of iemand in hun huishouden maakt gebruik van een sport voorziening in Leiden. Zij beoordelen de bereik baarheid van deze voorziening met een 7,5 het beste. De cijfers voor netheid (7,0) en sfeer (6,8) liggen iets lager. Het totaalcijfer voor de bezochte accommodaties bedraagt 7,1 en ligt iets lager dan in 2009 (7,2). Als gekeken wordt naar de afzonderlijke accom modaties dan scoort de wielerbaan Swift met een 7,5 het hoogst, gevolgd door de atletiekbaan Leidse Hout (7,4) en de turnhal/sportzaal Broekplein (7,4). Het zwembad Vijfmeibad krijgt met een 6,7 het laagste cijfer. Dit hangt volgens de Leidenaren vooral samen met de sfeer en uitstraling van dit zwembad (5,8).
Verenigingsmonitor is een uitgebreide
vullen; dat zijn er bijna 29.000.
Beweegnorm In hoofdstuk 4.1 wordt de landelijke beweegnorm met een streefcijfer van 75% nader toegelicht. In Leiden voldoet 64% van de inwoners vanaf 18 jaar aan de beweegnorm. In lijn met het landelijke beeld scoren Leidse jongeren van 12 tot en met 17 jaar beduidend minder goed. Dit blijkt uit de Jeugdpeiling (2009), die de GGD eens per 5 jaar houdt. Landelijk steeg de score van 23% in 2003 naar 26% in 2008. In Leiden steeg de score ook behoorlijk, van 14% naar 21%; we blijven echter nog 5% onder het landelijke percentage. Hiervoor noemen de onderzoekers van de GGD een aantal redenen. Bijvoorbeeld de naar verhouding grotere aantallen Turkse en Marokkaanse meisjes of andere groepen waarvan bekend is dat ze minder vaak sporten.
2.4 Advies Leidse Sportfederatie mei 2012 Belangrijke input voor ons is het LSF-advies van 7 mei 2012. Het advies bevat 23 aanbevelingen over sportstimulering, ondersteuning van de sport en het sportaccommodatieplan. Twintig van deze aanbevelingen zijn verwerkt in deze Sportnota.
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
7
In enkele aanbevelingen kunnen wij ons minder vinden. Het gaat met name over het instellen van Shared Services, de verdeling van de verant woordelijkheden voor de accommodaties en het ruimtegebrek bij hockey en tennis.
8
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
3 - Landelijke en regionale kaders 3.1 Landelijk kaders Het Olympisch Plan De Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) beschrijft helder het belang van het Olympisch Plan voor het gemeentelijk beleid. Het uitgangs punt is niet de organisatie van de spelen zelf (2028), maar de ontwikkeling van Nederland tot Sportland (2016). In Nederland Sportland doet het grootste deel van de Nederlanders aan sport, volgt sport via de media, bezoekt sportwedstrijden en -evenementen en draagt zelf bij aan de organisatie van sportactiviteiten. Deze ambitie vraagt om vol doende goede sportaccommodaties, goeddraai ende sportorganisaties, levensvatbare competities en een volle sportevenementenkalender. Het streven is dat alle gemeenten de sport beoefening bevorderen en waar mogelijk sport inzetten voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van gezondheid, welzijn en economie. Het jaar 2016 is een eerste belangrijk tussen station. Het Olympisch Plan formuleert hiervoor als SMART-doelstelling dat 75% van de bevolking aan de beweegnorm voldoet. Beleidsbrief Sport (ministerie van VWS, mei 2011) Hierin onderschrijft het kabinet het belang van sport en bewegen voor de gezondheid en de sociale cohesie. De beleidsbrief benoemt drie prioriteiten: • Sport en bewegen in de eigen buurt; • Werken aan een veiliger sportklimaat; • Uitblinken in sport. Het kabinet kiest voor prioriteit 1: sport en bewegen in de eigen buurt. Om een nieuwe impuls te geven streeft het kabinet meer en slimme verbindingen na tussen lokale partners als sportverenigingen, scholen, zorginstellingen en naschoolse opvang. Gezondheidsnota ‘Gezondheid dichtbij’ (ministerie van VWS, mei 2011) Volgens deze nota is gezondheid in de eerste
plaats een eigen verantwoordelijkheid. Aangezien gezonde mensen minder beroep doen op zorg en langer en beter meedoen in de maatschappij levert gezondheidsstimulering de overheid veel op. Het kabinet legt in de gezondheidsnota het accent op bewegen. Jongeren Op Gezond Gewicht(JOGG) JOGG is een landelijk programma dat gemeenten ondersteunt bij een multidisciplinaire aanpak gericht op een gezond gewicht en een gezonde leefstijl voor jongeren. Preventie van overgewicht is van maatschappelijk, sociaal en economisch belang. JOGG is de beweging waarbij iedereen zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren (0-19), hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. Het is een lokale aanpak waarbij niet alleen ouders en gezondheidsprofes sionals zich bezighouden met de leefstijl van de kinderen maar bijvoorbeeld ook winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente. Het spreekt vanzelf dat sport en bewegen hierbij een heel belangrijke rol speelt. LHTB-beleid LHTB staat voor lesbische vrouwen, homoseksuelen, transgenders en biseksuelen. De Hoofdlijnenbrief Emancipatie van het ministerie van O, C en W (8 april 2011) vermeldt hierover: ‘Dit kabinet wil de sociale acceptatie van homo seksuele, lesbische, biseksuele en transgender personen verder vergroten en verdiepen. Daarbij ligt de focus op de domeinen school, werk, sport en ouderenzorg, en op de kringen waar de sociale acceptatie nu nog relatief laag is. Dat zijn vooral etnische minderheden, orthodoxreligieuze groepen en jongeren. Homoseksuelen moeten op straat, in de wijk en in de sport veilig voor hun homoseksualiteit kunnen uitkomen.’
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
9
3.2 Regionale kaders In de regio is een breed aanbod van voor zieningen aanwezig. In de Sportnota Startschot is meer overleg en afstemming met de regio bepleit. We hebben geprobeerd samen met de naburige gemeenten te kijken of we door uitwisseling binnen het stedelijke gebied van Leiden (met samen circa 200.000 inwoners) verschillen tussen vraag en aanbod aan voorzieningen kunnen verminderen. Dit bleek alleen mogelijk met de afzonderlijke gemeenten, de diverse gemeentebesturen en sportverenigingen kijken overwegend lokaal. Drie van de vijf buur gemeenten hebben de uitvoering van het sport beleid belegd bij een externe partij. Dat maakt het doorvoeren van veranderingen binnen de contractperiode moeilijk of het kost extra geld. Met uitzondering van zwembaden is er slechts een beperkte overcapaciteit (bijvoorbeeld handbal in Warmond en de benutting van enkele sport
hallen). Enkele - minder beoefende- sporten worden in regionaal verband aangeboden (rugby, cricket). Zowel in Oegstgeest, Leiden als in Leiderdorp is er meer vraag naar hockeyvelden dan aanbod. In Voorschoten maakt wel een aan tal Leidse scholen voor voortgezet onderwijs gebruik van de veldaccommodaties. Van de IJshal in Leiden maken heel veel schaats verenigingen uit de regio gebruik. Een ijsbaan is bij uitstek een regionale voorziening. Veel schaatsers verlangen naar een nieuwe overdekte 400 meter baan voor de regio. De gemeente Leiden kan de stichtingskosten hiervan niet voor eigen rekening nemen (€ 18.000.000). Een overdekte 400 meter baan is alleen te realiseren als de andere gemeenten in de regio bijdragen aan de stichtingskosten. Dat ligt ook voor de hand, omdat een dergelijke baan ook veel door inwoners van buurgemeenten zal worden gebruikt.
Beweegnorm Bewegen levert gezondheidswinst op voor
De beweegnorm en de fitnorm zijn onder
jong en oud en kan helpen overgewicht te
deel van het Nationaal Actieplan Sport en
voorkomen of beperken. Met de Monitor
Bewegen (NASB). Dit plan moet meer
Bewegen en Gezondheid meet TNO sinds
mensen aanzetten tot een actieve leefstijl.
2000 jaarlijks hoeveel Nederlanders voldoen
Zodat dagelijks bewegen de norm wordt.
aan de normen voor gezond bewegen.
Het NASB is een initiatief van het ministerie
De zogenoemde combinorm is uitgangspunt
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
voor het Nederlandse overheidsbeleid.
(VWS). De drie belangrijkste doelstellingen
Iemand voldoet aan die norm als hij of zij voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) en/of aan de Fitnorm.
Bewegen zijn: • het terugdringen van langdurig gebrek
De NNGB vereist voor volwassenen (18+)
aan lichaamsbeweging (bewegings
minimaal 30 minuten matig intensief
armoede), vooral bij mensen die te
bewegen op minstens vijf dagen in de week.
weinig actief zijn;
Voor de jeugd tot 18 jaar is dat 60 minuten op zeven dagen per week, op een iets hoger niveau. De Fitnorm vereist minimaal
10
van het Nationaal Actieplan Sport en
• het bevorderen van een gezond gewicht onder de Nederlandse bevolking; • het terugdringen van andere gezond
20 minuten intensief bewegen (sport of
heidsproblemen als diabetes, hart
fitness) op minstens drie dagen per week.
ziekten en vaatziekten en depressie.
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
4 - Trends en ontwikkelingen 4.1 Landelijke trends Rol van de overheid De overheid zet sport in om de gezondheid en sociaal-maatschappelijke functies te verbeteren. De rol van de gemeentelijke overheid verandert daarbij wel: minder vaak initiatiefnemer, regelaar en facilitator. In toenemende mate gaat de overheid uit van de kracht van inwoners, ondernemers, verenigingen en instellingen. Ze stimuleert eigen initiatieven van bewoners, bedrijven en verenigin gen die de stad beter, mooier en interessanter wil len maken, en dus ook sportiever, gezonder en socialer. Individualisering Individualisering is een trend die al langer gaande is, maar wel belangrijk is voor de sport. Mensen willen steeds meer zelf bepalen hoe ze hun leven inrichten. Individuen nemen deel aan meer ver schillende netwerken en door de opkomst van internet zijn dit andere verbanden dan vroeger. De sociale cohesie neemt af. De daling van de organisatiegraad in de vrije tijd weerspiegelt dit: mensen worden minder vaak (actief) lid van verenigingen. Vergrijzing De bevolking bestaat voor een steeds groter deel uit ouderen en (niet-westerse) allochtonen. Als de toekomstige 65-plussers even weinig sporten als de huidige neemt het aantal leden van sportverenigingen op de langere termijn naar ver wachting af. Dit geldt vooral voor de sporten die ouderen ook nu al relatief weinig beoefenen. Daar tegenover staat dat sporten die tot op hoge leef tijd kunnen worden beoefend (wandelen, fietsen, jeu de boules, bridge) aan populariteit winnen. Verkleuring De sportdeelname onder allochtonen ligt nu nog lager dan gemiddeld in Nederland, maar neemt
jaarlijks toe. Dit effect, samen met de groei van het aantal allochtonen de komende jaren, zorgt er voor dat dit een belangrijke doelgroep is binnen de sport. Gezondheid en bewegen Gezondheid en er goed uitzien zijn steeds belang rijker thema’s. De toegenomen aandacht voor gezondheid (en bewegen) heeft nog niet geleid tot een hoger percentage Nederlanders dat vol doende beweegt. Dat is de laatste jaren gelijk gebleven. Ruim tweederde van de Nederlandse volwassenen beweegt voldoende, maar jeugdigen blijven sterk achter: minder dan de helft van de Nederlandse jeugd haalt de beweegnorm.
4.2 Trends in de sport Sport en commerciële aanbieders De deelname aan individueel te beoefenen sporten neemt toe. Veel van deze sporten zijn modegevoelig, vooral commerciële aanbieders pakken ze op. Dit zal ten koste gaan van het aantal verenigingsleden. Toename ongeorganiseerd sporten Er wordt steeds meer buiten georganiseerde verbanden (zoals de verenigingen) gesport. Voor de gezelligheid in een groepje. Of individueel op een eigen geschikt moment. Vaak gebeurt dit op een stukje in de openbare ruimte, maar de vraag naar recreatief medegebruik van sport accommodaties neemt toe. Ruimere gebruiksmogelijkheden door technische ontwikkelingen De ontwikkeling in kunstgras gaat steeds verder. Het benadert steeds meer het natuurgras. Kunstgras is duurder in aanleg, maar goedkoper in onderhoud. Ook kent het ruimere bespelings mogelijkheden. De exploitatie valt dus gunstiger uit. Ook de ontwikkeling van traditionele
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
11
Oprichting Jeugdsportfonds Bewegen is gezond. Voor kinderen is het belangrijk om voldoende te sporten. Helaas zijn er veel jongeren voor wie dit niet mogelijk is. Deze jongeren krijgen niet de kans om te kunnen sporten. Bijvoorbeeld doordat hun ouders dit niet kunnen betalen. Het Jeugdsportfonds geeft hen de mogelijk heid wel te sporten door hen te financieren.
houden met multi-bespeelbaarheid is het wel mogelijk het efficiënt veldgebruik te verhogen. Er is echter ook een tegengestelde trend: door de technologische ontwikkelingen wordt steeds meer geadviseerd, mede door de sportbonden, om voor elke veldsport een specifieke en ideale ondergrond aan te leggen. Naast de maten van de velden versterkt dit de trend dat er minder mogelijkheden zijn voor dubbelgebruik door verschillende sporten.
Het fonds stelt ieder jaar een vast bedrag ter beschikking. Hiermee kan lidmaatschapsgeld, sportkleding en andere benodigdheden betaald worden. Het Jeugdsportfonds Leiden is mede op initiatief van de gemeente Leiden ontstaan. De formele verantwoordelijkheid van het fonds ligt bij het Jeugdsportfonds Zuid-
4.3 Leidse ontwikkelingen
verlichting naar dynamische LED-verlichting zorgt in de toekomst voor betere bespeelbaarheid zonder hogere kosten.
Leidse bevolking De Leidse bevolking groeit de komende jaren licht. Op korte termijn is hierdoor evenwel geen grote stijging te verwachten van het totaal aantal leden van sportverenigingen in Leiden. Wel vindt er wellicht een verschuiving plaats tussen de verschil lende takken van sport. Verder zal Leiden zich de komende jaren demo grafisch kenmerken door een langzame ver schuiving in een gemiddeld oudere bevolking. Tegelijkertijd nemen de jongste bevolkings groepen langzaam in aantal af. Komende 15 jaar ligt de afname tot 25 jaar op circa 12%. Omdat de jongste leeftijdsgroepen het meeste sporten, zal de afname ook leiden tot minder gebruik van de accommodaties.
Multi-bespeelbaarheid Een andere, voor de toekomst interessante trend is het geschikt zijn of maken van velden voor meerdere takken van sport (zoals dat in sport hallen ook gebruikelijk is). De soorten ondergrond en de verschillen in afmetingen en uitrusting maken onderlinge uitwisseling echter moeilijker dan binnen. Door van meet af aan rekening te
Eigen kracht De samenleving verandert en de rol van de gemeente verandert mee. Het grootste deel van de Leidse inwoners, ondernemers en organisaties is sterk betrokken bij de stad en wil ook een bij drage leveren. De eigen kracht is van oudsher al erg groot in de sportsector. De verantwoordelijk heid zal in de toekomst steeds meer bij de sport
Holland. Sportservice Zuid-Holland voert de werkzaamheden uit zoals toetsing van aanvragen, ondersteuning bestuur, werving intermediairs, contacten met sportverenigingen, etcetera. Het Jeugdsportfonds ondersteunt alle door het NOC*NSF erkende sporten. In overleg met Jeugdsportfonds Nederland kunnen eveneens andere sporten worden erkend.
12
Multifunctioneel gebruik Niet alleen sportverenigingen maken gebruik van sportaccommodaties, ook andere groepen ontdekken de sportvelden en -zalen. Een bekend voorbeeld is de buitenschoolse opvang en het hierboven genoemde ongeorganiseerd sporten.
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
sector en de stad zelf komen te liggen. De gemeente kan en wil niet primair verantwoordelijk zijn. Dat geldt niet alleen in de sport, maar ook voor veel andere beleidsterreinen in Leiden (zie bijvoorbeeld ook de Cultuurnota en de Sociaal-Maatschappelijke Structuurvisie). Jeugdsportfonds Sinds maart 2011 heeft Leiden ook een jeugd sportfonds. Het Jeugdsportfonds maakt ‘sporten’ mogelijk voor kinderen van 4 tot 18 jaar die afkomstig zijn uit financieel minder draag krachtige gezinnen
Bijlagen bij Sportnota | Sportaccommodatieplan
13
5. Samenvatting achtergronden nieuw sportbeleid Tot slot vatten we de voorgaande hoofdstukken samen in een overzicht van de kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes van sport in Leiden
14
Sterktes
Zwaktes
• goede spreiding huidige sportaccommodaties over Leiden • de eigen kracht van de stad, van de inwoners, van de sportverenigingen • er is een Sportbedrijf Leiden ter ondersteuning van de Leidse sport(verenigingen) • met het Sportbedrijf is er een professionele organisatie voor het beheer en onderhoud van de sportaccommodaties • Leidse kennismakingsprogramma’s sport (voor jeugd en voor volwassenen) • kwantiteit voorzieningen voor een aantal sporten goed • er is nu een meerjarenonderhoudsplan voor de accommodaties (zgn. rapport Kraan)
• sportaccommodaties i.h.a. voldoende kwaliteit, wel (ver) oud(erd), niet altijd cfm. de huidige eisen • kwantiteit voorzieningen voor een aantal sporten onvoldoende: te gering of te ruim • geen geld gereserveerd voor vervanging en vernieuwing • stad niet altijd tevreden over de accommodaties • ledenstop bij 3 verenigingen, wachtlijst bij 6 verenigingen • hoge dichtheid Leiden: weinig ruimte voor functieverandering of uitbreidingen t.b.v. sport
Kansen
Bedreigingen
• meer ongeorganiseerde sporters • sporten die tot op hoge leeftijd beoefend kunnen worden populairder • groeidoelstelling van enkele sportbonden • bij nieuwe of herschikking sportruimtes rekening houden met evt. gebruik voor andere doeleinden • efficiënter gebruik en betere bezetting mogelijk (kunstgras, LED-verlichting, fusie/samenwerking verenigingen) • bijdrage van sport steeds meer aan gezondheids- (meer aandacht voor overgewicht) en sociaal-maatschappelijke doelen (participatie, sociale cohesie) • wijksportparken • regionale samenwerking • toename commerciële sportbeoefening • topsport meer zichtbaar in de stad • toename aantal allochtonen in de sport
• basisinfrastructuur (exploitatie en voorzieningen) onder druk door huidige economische tijden bij overheid en marktpartijen • bezuinigingen overheid, middelen gemeente beperkter • concurrentie vrijetijdssector • bevolkingsafname tot 25 jaar met ca. 12% • voor elke sport ideale en specifieke ondergrond gewenst • organisatiegraad (verenigingsverband) neemt af
Bijlage 1 – Achtergronden voor een nieuw sportbeleid
• herinrichting sportruimte voor andere (geld generende) doeleinden vaak lastig • inrichting openbare ruimte nog onvoldoende aangepast voor ongeorganiseerde sporten • ontbreken 1-loket-systeem • aandacht gemeente voor werven en behoud vrijwilligers
BRONNEN Leidse documenten en bijeenkomsten • Kadernota Leids Sportbeleid 2006-2010 ‘Startschot’ (vastgesteld in de raad van 28 februari 2006) • Evaluatie Kadernota Sportbeleid 2006-2010 ‘Startschot’ (op 15 december 2009 vast gesteld in het college en ter kennis gebracht aan de raad) • Evaluatie Topsportbeleid 2006-2008 en aanstellen topsportcoördinator (op 2 februari 2010 vastgesteld door het college en ter kennis gebracht aan de raad) • Rapportage motie Van Sandick bij raads voorstel 08.0058 waarin het college gevraagd wordt een afwegingskader te presenteren over wensen en noodzakelijke investeringen in sportaccommodaties in Leiden • Verenigingsmonitor 2009 en Sportersmonitor 2009 • Bijeenkomst met de Leidse sportverenigingen over de toekomst van het Leidse sportbeleid op woensdag 12 januari 2011 in de kantine van zwembad de Zijl • Bijeenkomst over de toekomst van het Leidse sportbeleid met de commissie Onderwijs en Samenleving op vrijdag 14 januari 2011 in het Huis van de Raad • Bijeenkomst met het bestuur van de Leidse Sport Federatie op donderdag 24 maart 2010 over (onder meer) de concept uitgangspunten van het Leidse Sportbeleid voor de komende jaren • Bijeenkomst met Leidse Sport Federatie, 2 april 2012 • Bijeenkomsten met de commissie Onderwijs en Samenleving over financiële aspecten Sportaccommodaties, 2 en 16 april 2012 • Advies Leidse Sport Federatie, 7 mei 2012 • ‘Meer ruimte voor sport in Leiden’, rapport rekenkamercommissie, 19 januari 2012
• ‘Samen Leiden’ bestuursovereenkomst 2010-2014 • Structuurvisie 2025 gemeente Leiden (con ceptversie voor de inspraak) • Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie gemeente Leiden • Wmo-beleidsplan • Besluit gemeenteraad JOGG-deelname (RV 11.0010)
Overige documenten • Economische betekenis van Rotterdamse sportorganisaties (eindrapportage) • Nota ‘Gezondheid Dichtbij’, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport • Beleidsbrief Sport, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport • Visiedocument van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) • Visiedocument Nederland Sportland (VSG 2011)
Bijlage 1 – Achtergronden voor een nieuw sportbeleid
15
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties 1 Beschrijving sportaccommodaties 1.1 Groene sportparken In bijlage5 is een overzicht opgenomen van de bespeling van de velden voor voetbal (bijlage 5a), korfbal (bijlage 5b) en de overige buitensporten – exclusief tennis - (bijlage 5c) in het afgelopen seizoen 2010/2011. 1. Sportpark Kikkerpolder I en II a. Korte beschrijving Dit sportpark aan de Oegstgeesterweg maakt onderdeel uit van de Leidse Hout en bestaat uit 7 ½ voetbalvelden waarvan 2 ½ kunstgras. De gebruikers zijn voetbalverenigingen UVS op Kikkerpolder I en Lugdunum, LSVV en honkbalver eniging Biënto op Kikkerpolder II. De grootste onderhoudsposten uit het rapport Kraan zijn: bestrating, tribune en vervangen van het kunstgras. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Er is sprake van dubbelgebruik van het kunstgras veld door Lugdunum en Soft- en Honkbalvereniging Biënto. Overdag is er buiten de wintermaanden volledig schoolgebruik. De verwachting is dat het huidige en toekomstige gebruik door voetbal en honkbal minimaal stabiel 2 blijft. UVS heeft een hoge bespelingdichtheid en –bij de huidige verdeling van wedstrijden over het week end - een tekort op zaterdag en een overschot op zondag. Als prestatiegerichte vereniging met ook meisjes- en damesteams is er de een wens voor meer trainingscapaciteit en extra kleedkamers. Voor Lugdunum en LSVV geldt dat er voldoende capaciteit op zaterdag is en een overschot op zondag. Bij goed dubbelgebruik van het kunstgras heeft Biënto voldoende mogelijkheden voor training en 2
16
Stabiel wil in dit verband zeggen geen zodanig grote wijziging optreedt dat daardoor een extra veld nodig is.
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
wedstrijden. Ruimte De Kikkerpolder maakt deel uit van Leidse Hout en ligt in enkele molenbiotopen. Kikkerpolder is onder deel van de stedelijke groenstructuur, zodat inten sieve bebouwing op deze plek niet wenselijk is. Het is wenselijk het sportpark meer onderdeel te laten uitmaken van de Leidse Hout (openbaarheid en toegankelijkheid vergroten). Het parkeerterrein van Lugdunum zou een groenere uitstraling kun nen krijgen. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen) Sport Er is sprake van een beperkt capaciteitstekort voor de zaterdag en de trainingen van UVS. De aanleg van extra kunstgras en medegebruik van de vel den in gebruik bij Lugdunum kan uitkomst bie den. De norm van 2 kleedkamers per veld levert in de praktijk voor UVS een knelpunt op. Hiervoor is nog geen investering opgenomen. Ruimte Onderzoeken of en hoe het sportpark meer een verbindende schakel kan zijn in de relatie tussen Leidse Hout en Heempark (bijvoorbeeld fietsver binding Houtlaan – Trekvaartbrug). Onderzoeken hoe het complex meer ingebed kan worden in het park Leidse Hout. Groenere invulling van het parkeerterrein van Lugdunum is gewenst. 2 Sportpark Morskwartier I en II a. Korte beschrijving Dit park aan de Smaragdlaan bestaat uit 8 voet balvelden en 2 rugbyvelden. Morskwartier I met 1 ½ kunstgras en 2 natuurgras voetbalvelden wordt bespeeld door voetbalvereniging Docos. Morskwartier II met 1 ½ kunstgras en 3 natuur gras velden voor voetbal bespeeld door vv Leiden en Rijnland en 2 natuurgrasvelden voor rugby van
DIOK. Dit grootste sportpark van Leiden ligt in een gebied met ontwikkelingsmogelijkheden. De grootste onderhoudspost uit het rapport Kraan betreft het vervangen van c.q. groot onder houd van kunstgrasvelden. In het kader van Huis van de Sport is voor dit complex ook een onder houdsrapport opgesteld. Dit rapport classificeert de onderhoudstoestand als goed (rapport Grondmij, september 2010). b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport De verwachting is dat het huidige en toekomstige gebruik van voetbal stabiel blijft. Docos heeft op zaterdag te maken met een tekort van bijna een veld . Op zondag heeft Docos maar twee velden nodig zodat er dan een overschot aan velden is. Verder zou het wenselijk zijn om meer trainingsca paciteit voor Docos te kunnen bieden. V.v. Leiden en v.v. Rijnland hebben op zaterdag voldoende aan drie velden zodat er 1,5 velden beschikbaar blijven. Op zondag speelt alleen v.v. Rijnland. De vereniging heeft genoeg aan een veld zodat er dan vier velden beschikbaar blijven. De twee velden van DIOK bieden voldoende ruim te voor de rugbysport. Overdag is er zeer beperkt schoolgebruik. Ruimte Sportpark Morskwartier beslaat een groot gebied in de bestaande stad (15 hectare), een gebied dat ook nog eens in een dynamische zone ligt, waar verschillende toekomstige ontwikkelingen ver wacht worden (zone Plesmanlaan en Haagse Schouwweg). De verstedelijkingsdruk op het sportpark is daardoor groot. Als er ruimte vrijkomt voor verstedelijking ligt het voor de hand die te zoeken langs de Haagse Schouwweg en de Hoge Morsweg. Hierdoor komt het sportpark meer in de wijk te liggen, in plaats van aan de rand. De inrichting van het complex is weinig efficiënt; daar kan nog op gewonnen worden. Door het complex loopt een recreatieve fietsroute die het sportpark verbindt met de Bockhorst. Ook is er een openbare fietsroute tussen Rhijnhof en
Koppelstein. Het park leent zich voor recreatief medegebruik, waardoor het een grotere betekenis voor de buurt kan krijgen. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Op de zaterdag is het sportpark goed bezet. Het capaciteitsprobleem van Docos kan opgelost wor den op Morskwartier II. Mogelijkheden voor meer gebruik op de zondag en maandag t/m vrijdag. Stabiele toekomstverwachting voor sportdeel name van het voetbal. Vervanging van kunstgras velden is in 2015, 2022, 2023 en 2027 gepland. In 2012 is renovatie van kleedkamers ingepland. Ruimte Een efficiëntere inrichting van het sportpark is wenselijk. De ontwikkelingsmogelijkheden voor de Steenopslag worden beter als een deel van het sportpark hierbij betrokken kan worden. Het is wenselijk om het park voor een groter deel openbaar te maken en daarmee een grotere bete kenis voor de buurt te geven, bijvoorbeeld door een ‘ommetje’ vanuit de buurt door het sportpark mogelijk te maken. 3 Sportpark Noord a. Korte beschrijving Dit sportpark maakt onderdeel uit van de Tuin van Noord en is recent aangelegd. Voetbalvereniging Roodenburg beschikt hier over 3 velden (1 natuur gras, 1 wetra en 1 kunstgras) en korfbalvereniging Pernix heeft 3 kunstgrasvelden. Roodenburg speelt op zaterdag en zondag. Pernix alleen op zaterdag. Clubgebouw Roodenburg is vernieuwd in 2004. In het onderhoudsrapport van Kraan is voor dit com plex alleen regulier onderhoud te vinden. Er zijn geen grote onderhoudsposten te verwachten. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Op dit moment hebben zowel Roodenburg als Pernix een beperkte overcapaciteit. Op zondag
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
17
worden de velden van Pernix niet gebruikt. Bij Roodenburg is sprake van recreatief medegebruik. De verwachting is dat korfbal qua ledenaantal stabiel blijft. Roodenburg heeft na een dieptepunt weer wat meer jeugdleden zodat een zekere groei verwacht mag worden. Deze groei is op te vangen binnen het sportpark. Overdag wordt het park intensief gebruikt door het onderwijs. Verwacht wordt dat dit ook in de toekomst het geval zal zijn. Ruimte Het sportpark is enkele jaren geleden ingepast in de plannen van de Tuin van Noord. Nadruk lag daarbij op een open karakter en recreatief medegebruik. Er is geen aanleiding om hier iets te veranderen. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport De overcapaciteit van Pernix kan ruimte bieden voor andere verenigingen. Voor zowel Pernix als Roodenburg staat vervanging van de toplaag van het kunstgras op de planning voor respectievelijk 2013 en 2012. Hiervoor is dekking beschikbaar. Ruimte Huidig concept voortzetten 4 Sportpark Vliet I en II a. Korte beschrijving Voetbalvereniging GHC heeft er 3 velden in gebruik, waarvan 1 kunstgras. Leidse Boys heeft 2 natuurgrasvelden. GHC grenst aan het buitenzwembad De Vliet en de velden in gebruik bij Leidse Boys grenzen aan Jeugddorp Zuidwest. Op dit sportpark bevinden zich ook nog een jeu de boulesbaan en clubgebouwen van de Hengelaarsbond, LCKV, honderverenigingen en de Leiden Road Runners. In het onderhoudsrapport van de firma Kraan zijn enkele grotere posten genoemd voor de periode na 2020. De vervanging van de toplaag kunstgras bij GHC is in 2015 nodig.
18
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport GHC heeft voldoende capaciteit op zaterdag voor de competitie. Op zondag zijn er twee velden over. GHC gebruikt voor de trainingen doordeweeks ook een wedstrijdveld. Leidse Boys is een recreatieve vereniging en heeft voldoende aan 1 veld op zowel zaterdag als zondag. De verwachting is dat het aan tal leden van voetbalclubs stabiel blijft en daarmee ook het gebruik van dit complex. Op het sportpark is overdag intensief gebruik door scholen. Ruimte De Vlietzone is in de structuurvisie aangewezen als een mogelijke transformatielocatie in verband met de Rijnlandroute. Het sportpark ligt in een gebied met een rommelig karakter. Deze zone is in de structuurvisie aangegeven als toekomstig ontwik kelingsgebied. Hierbij heeft de gemeenteraad aan gegeven dat de sportfaciliteiten in de Vlietzone behouden moeten blijven. In het kader van het Sportaccommodatieplan zou dit laatste besluit ter discussie gesteld kunnen worden. Als bovenstaande voorwaarde wordt los gelaten, biedt de locatie kansen voor woningbouw. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Nadere discussie over de toekomst van dit sportpark is nodig, ook vanuit de sport zelf (overcapaciteit bij Leidse Boys en toekomst naastgelegen zwembad De Vliet). In het investeringsprogramma zou de ver vanging van de toplaag van het kunstgrasveld in gebruik bij GHC moeten worden opgenomen voor 2015, tenzij door ruimtelijke ontwikkelingen het duidelijk is dat GHC verplaatst moet worden.. Ruimte Vanuit de ruimtelijke ontwikkeling is transformatie van de Vlietrandzone in de toekomst gewenst. Zolang de rioolwaterzuivering nog blijft, is een deel van het gebied niet geschikt voor woning bouw of andere geurgevoelige functies en kunnen sportvelden hier goed als buffer dienen. De Jeugddorp-locatie wordt dan opgeheven.
De invulling van dit gebied hangt erg af van de tracékeuze van de Rijnlandroute. Als een verleng de Churchilllaan of Churchill Avenue door het gebied loopt is verplaatsing van de sportvelden van GHC onvermijdelijk.
(handbal), Leiden Lightning (American footbal) en KZ Danaiden (korfbal). In het onderhoudsrapport van Kraan is alleen regulier onderhoud te vinden van dit sportpark. Grote onderhoudsposten staan niet in de planning.
5 Sportpark Boshuizerkade a Korte beschrijving Dit sportpark wordt momenteel nieuw aangelegd en bestaat straks uit vier voetbalvelden waarvan twee met kunstgras. Er is sprake van recreatief medegebruik. Grote onderhoudsposten komen door de nieuwe aanleg niet voor.
b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Saturnus en Leiden Lightning hebben beide de beschikking over 1 veld. Dit is voldoende voor hun wedstrijden en training. Voor beide verenigingen is de verwachting dat er ook voor toekomstig gebruik sprake is van voldoende capaciteit. KZ Danaiden heeft de beschikking over 3 velden, waarvan 2 met kunstgras. Zowel op zaterdag als zondag hebben ze 2 velden nodig. Er resteert dus 1 veld. Deze ruimte blijft ook in de toekomst aanwezig. Ruimte Nieuwe accommodatie met veel clubs. Weinig optimalisatiemogelijkheden. In de plannen is al aandacht voor goede inpassing geweest.
b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport GOL en FC Boshuizen hebben beide op zaterdag en zondag 1 veld over. Er is dus ruimte beschik baar. Door de vernieuwing van het complex wordt groei van het ledenaantal verwacht waardoor de bezetting zal verbeteren. Op het sportpark is over dag intensief gebruik door scholen. Met openbaar medegebruik wordt inmiddels rekening gehouden. Ruimte Dit park is nieuw aangelegd, met de wens om het goed in te passen in de stedelijke omgeving. Aan de architectuur van de accommodaties is veel aandacht besteed. Ook moet het terrein een openbaar karakter krijgen met mogelijkheden voor recreatief medegebruik. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Dit nieuwe complex wordt qua wedstrijdcapaciteit niet optimaal gebruikt. Ruimte Aandacht besteden aan vergroten openbare toe gankelijkheid en mogelijkheden voor medegebruik. 6 Sportpark Montgomerystraat a. Korte beschrijving Op dit pas heringerichte sportpark worden 3 verschillende sporten beoefend door Saturnus
c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Dit sportpark moet zijn functie behouden: er wor den geen ruimtelijke ontwikkelmogelijkheden gezien. Er is capaciteit beschikbaar voor korfbal bij KZ Danaiden. Geen specifieke conclusies voor de accommoda ties en noodzakelijke investeringen nodig. Ruimte Nieuwe concept voortzetten. 7 Sportpark Saffierstraat a. Korte beschrijving Dit sportpark bestaat uit een natuurgrasveld waar op 3 korfbalvelden kunnen worden uitgelegd. Crescendo is de enige gebruiker. Uit het onderhoudsrapport van Kraan blijkt alleen de noodzaak voor regulier onderhoud.
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
19
b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Crescendo heeft zowel voor de zaterdag als de zondag aan 2 velden voldoende. Men verwacht een lichte groei van het ledenaantal in de toe komst. Op zich biedt het sportpark voldoende ruimte voor Crescendo. Gezien de resterende capaciteit bij de andere sportcomplexen voor korf bal kan het toekomstig gebruik van deze locatie wijzigen. Het complex wordt overdag incidenteel door een school gebruikt. Ruimte Velden worden omsloten door hoogbouw en grondgebonden woningen. Het is een locatie die bij buiten gebruik stellen met name geschikt lijkt voor een buurtgebonden invulling of een beperkt aantal woningen. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Op dit moment zijn geen specifieke conclusies voor de accommodatie en noodzakelijke investe ringen nodig. Ruimte Bij verplaatsing van Crescendo ontstaan mogelijk heden voor een andere invulling van dit sportpark. Mogelijkheden voor woningbouw zijn beperkt. Vrijkomende ruimte zou ook benut kunnen worden voor openbaar sportveld of de aanleg van tennisvelden. 8 Sportpark Zoeterwoudsesingel a. Korte beschrijving Dit sportpark bestaat uit een 2 kunstgrasvelden die – naast korfbal – ook gebruikt kunnen worden om te tennissen. Uit het onderhouds rapport van Kraan blijkt dat vervanging van de toplaag van het kunstgras nodig is in 2012. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Trigon heeft zowel voor de zaterdag als de zondag aan 1 veld voldoende. Er is geen verwachting dat
20
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
dit wijzigt in de toekomst. Er is dus ruimte over. Gezien de resterende capaciteit bij de andere sportcomplexen voor korfbal kan het toekomstig gebruik van deze locatie wijzigen. Het complex wordt overdag intensief gebruikt door scholen. Ruimte Het complex ligt in een groene zone die de Singelrand verbindt met de kanaalzone, een belangrijke recreatieve verbinding de stad uit. Ter hoogte van het Trigon-complex heeft deze zone een betere kwaliteit nodig, door een aangename groene route van voldoende breedte door dit gebied te creëren. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport De investering voor het vervangen van de toplaag vindt in 2012 plaats (€ 120.000). Over verdere investeringen kan worden besloten nadat over een eventuele verplaatsing om de gewenste ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken is besloten. Ruimte Bij verplaatsing van Trigon ontstaan mogelijk heden voor een andere invulling van dit sportpark. Mogelijkheden voor woningbouw zijn beperkt. Vrijkomende ruimte zou ook benut kunnen worden voor openbaar sportveld of de aanleg van tennisvelden. Recent heeft de vereniging een eigen investering gedaan voor de dagopvang op het terrein. 9 Sportpark Roomburg a. Korte beschrijving Dit complex bestaat uit 3 hockeyvelden, te weten 1 waterveld en 2 zand ingestrooide kunstgras velden. Uit het onderhoudsrapport blijkt dat in 2019 grote kosten zijn te verwachten voor de ver vanging van de toplagen van de velden. Uitbreiding van het complex is nodig met 2 velden, maar de ruimte ontbreekt.
b. Analyse huidig en toekomstig gebruik. Sport LHC Roomburg heeft zowel zaterdag als zondag 5 velden nodig en dus een tekort van 2 velden. De club heeft een wachtlijst; nieuwe leden worden alleen aangenomen als anderen opzeggen. Trainingen moeten noodgedwongen op halve velden worden afgewerkt. In of nabij het sport park is geen ruimte voor 2 nieuwe velden. Ruimte Het gebied heeft nu een wat rommelige invulling: woningbouw, hockey, tennis, speelpark hebben een plek in het gebied, maar zonder enige samenhang. De ligging aan de Ring Oost biedt mogelijkheden voor diverse functies met behoud van het groene karakter van de zone, als een stepping stone tussen Binnenstad en Cronesteyn en tussen Boterhuispolder en Oostvlietpolder. Langs de Kanaalweg ligt een molenbiotoop, die de mogelijkheden voor ontwikkeling beperkt. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Er is een tekort aan hockeyvelden bij Roomburg, maar dat kan eigenlijk niet op deze plek worden opgelost. In het investeringsplan was voor uit breiding € 1,2 miljoen beschikbaar, wat niet is uit gegeven omdat er geen ruimte is gevonden voor de aanleg van nieuwe hockeyvelden. Ook de tennisvereniging wil graag uitbreiden, maar ook hiervoor is geen ruimte beschikbaar. Indien voor 2019 een vervangende accommodatie in gebruik kan worden genomen, zijn geen kosten voor ver vanging van de toplagen voor de hockeyvelden nodig. Ruimte Er zijn geen mogelijkheden voor uitbreiding van het sportpark. Een betere inrichting van het gebied tussen Van Vollenhovenkade en Kanaalweg is wenselijk. Verplaatsing van de hockeyvelden zou een kwaliteitsverbetering (incl. beperkte woningbouw) mogelijk maken.
Al enkele malen is genoemd dat meer kunstgras de bespeling van een sportpark kan verbeteren zonder dat meer ruimte nodig is. In het investe ringsoverzicht wordt daar rekening mee gehou den.
1.2 Rode Sportparken Bijlage 6d geeft de situatie voor tennis weer op basis van de recent bekende ledenaantallen van de verenigingen. a. Korte beschrijving. In Leiden bevinden zich de volgende tennisparken : 1. Tennispark Zuid-West 2. Tennispark Roomburg 3. Tennispark Merenwijk 4. Tennispark Haarlemmerweg/ Unicum 5. Tennispark Leidse Hout 6. Tennispark Stevenshof b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Drie tennisparken hebben alle meer leden dan op grond van het aantal banen en de verlichting daarvan normatief kunnen spelen. Alleen T.C. Roomburg heeft een zodanig tekort dat in het verleden al budget is gereserveerd voor uit breiding met twee banen. Door ruimtegebrek zijn deze nog niet gerealiseerd. Het tennispark Merenwijk kent de minste verschillen met de normatieve capaciteit. Daarnaast zijn er twee tennisparken, in Zuidwest en in de Stevenshof, die geprivatiseerd zijn in die zin dat de verenigingen grondhuur betalen en zelf voor het onderhoud van de tennisparken zorgen. Ruimte Tennisparken Stevenshof, Unicum en Leidse Hout zijn redelijk goed ingepast. Tennispark Zuid-west ligt in de Korte Vlietzone. De huidige constellatie past niet goed in de stedenbouwkundige visie, waar een brede parkachtige groenzone is voorzien (Stadspark De Korte Vliet). Er zijn echter geen concrete plannen voor verplaatsing.
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
21
Tennispark Merenwijk ligt ingeklemd op de vrije ruimte tussen bestaande woningbouw. Een andere locatie met een meer ontspannen inrichting zou wenselijk zijn. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport De gelden voor twee extra banen bij T.C. Roomburg kunnen niet worden uitgegeven, omdat er geen ruimte voor de realisatie is. Ruimte Onderzocht kan worden of tennis op korfbalvelden het ruimtelijke probleem van T.C. Roomburg kan opheffen. Daarnaast kan bij verplaatsing van de hockey uit Roomburg ruimte beschikbaar komen voor extra tennisbanen. Uitbreidingsmogelijkheden zijn wellicht te vinden bij tennispark Stevenshof op de plek van de natuurijsbaan. Bij planvorming in Zuidwest en Merenwijk moet de inpassing van tennisvelden worden mee genomen. Dit geldt met name voor de plannen van stadspark de Korte Vliet.
Met uitzondering van het leszwemmen (+3%) en het schoolzwemmen (bijna driemaal zo veel) kent in 2010 het zwemmen in De Zijl een lichte achteruitgang van enkele procenten. Dit is de voorzetting van een eerder ingezette trend. Vooral het buitenbad trekt erg weinig bezoekers. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport De Zijl is een moderne accommodatie, die echter – als zo veel zwembaden – steeds minder publiek trekt. Het recreatiebad binnen trekt ook ’s zomers meer bezoekers dan het recreatiebad buiten. Het onderhoudrapport van Kraan geeft voor het sportcomplex een gemiddelde onderhoudslast van ruim 3 ton euro aan. Volgens het rapport moet in 2026 voor ruim 4 ton aan de elektrische installatie worden verbeterd. Ruimte Over de locatie zelf zijn er geen opmerkingen. De kwaliteit van de openbare ruimte tussen het zwembad en de omgeving vraagt aandacht (met name inpassing pad langs de Zijl en rommelige invulling tussen zwembad en Sumatrastraat.
1.3 Zwembaden 1 De Zijl a. Korte beschrijving. Naast de sporthal waarover in deel IV van dit hoofdstuk wordt gerapporteerd bestaat het sport complex De Zijl uit een 25 meter wedstrijdbinnen bad en een buitenbad, beide uit 1976. In 2003 is er een recreatiebad en een tweede 25 meter wed strijdbad bijgebouwd. Dit laatste bad wordt o.a. voor leszwemmen gebruikt. De kantine tussen zwembad en sporthal wordt verpacht. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Het zwembad is vrijwel het gehele jaar – met uit zondering van zes weken in de zomer – elke dag open. Het recreatiebinnenbad en het tweede wedstrijdbad zijn elk jaar maar een week gesloten vanwege onderhoud. Het buitenbad is vier maan den in de zomer voor recreatief gebruik geopend.
22
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
2 De Vliet a. Korte beschrijving De Vliet is een openluchtbad met een wedstrijd bad van 50 meter, een recreatiebad en een baby/ peuterbad, alle gebouwd in 1964 en dus bijna 50 jaar oud. Door de ruimte om het bad is het een plek waar ’s zomers bij goed weer veel mensen heen gaan. De kantine is verpacht. Ook zwembad de Vliet kent het nodige onder houd in het meerjaren onderhoudsplan van Kraan. Gemiddeld wordt met ruim 138.000 euro per jaar gerekend. In 2019 staat de elektrische installatie voor ruim 100.000 euro op de lijst. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik. Sport Het bezoek in 2010 lag bijna 10% lager dan in het voorafgaande jaar. Desondanks kan bij De Vliet gesproken worden van een bezoekersaantal
boven het streefaantal van 65 000. In het wed strijdbad worden overdag tijdens schooltijden enkele banen vrijgehouden voor schoolzwemmen van groepen uit het voortgezet onderwijs. ’s Avonds gebruiken enkele verenigingen het bad. Ruimte Het sportpark ligt in een gebied met een rommelig karakter. Deze zone is in de structuurvisie aange geven als toekomstig ontwikkelingsgebied. Hierbij heeft de gemeenteraad aangegeven dat de sport faciliteiten in de Vlietzone behouden moeten blijven. Als dit laatste ter discussie zou worden gesteld, kan de locatie kansen bieden voor woningbouw, in aansluiting op het gebied rond de Vliettoren. De relatie met de Vliet zou dan versterkt kunnen worden. De strook direct langs de Voorschoterweg zou door middel van bebouwing meer een ‘voorkant’ kunnen krijgen. Naast het zwembad is de nieuwe hal van tafeltennisvereniging Scylla gebouwd. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Het bezoek is erg weerafhankelijk. Van de buitenbaden is de Vliet meer in trek dan de Zijl. Ruimte Vanuit de ruimtelijke ontwikkeling is transformatie van de Vlietrandzone in de toekomst gewenst, de locatie van het zwembad biedt goede kansen om dit te doen in aansluiting op de ontwikkeling rond de Vliettoren. De nieuwbouw van tafeltennisver eniging Scylla moet dan worden ingepast. 3 Vijfmeibad a. Korte beschrijving. Het Vijfmeibad bestaat uit een zwembad van 25 meter lengte met beweegbare bodem en een klein instructiebad van 5 bij 15 meter. Direct aansluitend is de Vijfmeisauna, een particuliere sauna, die wel gebruik maakt van een deel van de installaties van het zwembad, gevestigd. Het bad is ruim 30 jaar oud en het meerjaren onderhoud programma voor nogal wat onderhoud komende
jaren tot 2020. De ouderdom van het gebouw en de installaties leidt ertoe dat voor het Vijfmeibad in het meerjaren onderhoudsplan van Kraan reke ning wordt gehouden met voor 2020 vervangen van de beweegbare vloer welke circa 250.000 euro kost en een aantal andere grote werkzaam heden aan de schil van het gebouw voor in totaal 450.000 euro. Met meer leszwemmen, doelgroep zwemmen en recreatief zwemmen heeft het bad in 2010 ongeveer hetzelfde aantal bezoekers dan het jaar daarvoor kunnen behouden. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik. Sport Het Vijfmeibad voorziet in het zuidelijke deel van de stad in de behoefte en is goed bezet met activiteiten, zowel overdag als ook ’s avonds door verenigingen. Het gebruik door deze laatste groep is stabiel te noemen. Ruimte Het Vijfmeibad ligt op zich op een goede locatie, nabij voorzieningencentrum van zuidwest. Inpassing in de huidige situatie is erg matig. Het gebouw heeft geen uitnodigende ingang en veel blinde muren naar de omgeving. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Wanneer financieel mogelijk is het nieuwe Vijfmei bad tegelijkertijd met de ontwikkeling van het Sport- en Zorgplein te bouwen, dan is dat – na afweging van de andere alternatieven – waarschijn lijk de beste mogelijkheid. Enige grote investerin gen kunnen dan waarschijnlijk achterwege blijven. Ruimte Herbouw van het zwembad in een goed steden bouwkundig plan is wenselijk.
1.4 Sporthallen en sportzalen Voor de sporthallen en –zalen, die veelal klein schalige elementen in de wijken zijn, wordt in het algemeen geen ruimteanalyse toegevoegd. Voor de meeste accommodaties is wisseling van locatie
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
23
niet noodzakelijk of gewenst. Slechts incidenteel wordt in dit deel de ruimtelijke situatie aangeduid. De gehanteerde norm voor het goed/voldoende gebruiken is een bezettingsgraad van 65 % uit gaande van een beschikbaarheid van 4100 uren per jaar. Voor sporthallen met meer delen geldt een beschikbaarheid van 4100 uur per deel. Een overzicht van de bezetting in 2004, 2009 en 2010 is opgenomen in bijlage 5. Per hal wordt hieronder specifiek op de situatie ingegaan. 1 Vijfmeihal a. Korte beschrijving De Vijfmeihal met een oefenvloer van 28 bij 42 meter uit 1968 vervult als thuishaven voor Leidse professionele basketbalvereniging ZZ Leiden een belangrijke rol. De zaal is in 2 delen op te delen. Onlangs is de tribunecapaciteit uitgebreid. Daarbij is rekening gehouden dat dit tijdelijk zal zijn, omdat de hal oud en de inrichting verouderd is. De kantine is verpacht. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Met een bezetting van 73,6% in 2010 kan gesteld worden dat de hal een goede bezetting heeft. Naast sportverenigingen maken overdag diverse scholen gebruik van de hal. De houten vloer is zeer geschikt voor basketbal. Eind vorig seizoen is de hal uitgebreid met een tijdelijke extra tribunecapaciteit. Ruimte Ook de Vijfmeihal staat in het gebied waar hetSport- en Zorgplein wordt ontwikkeld en dat betekent dat onderzocht wordt hoe vervanging kan worden gerealiseerd. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport en Ruimte Nieuwe hal is – bij voorkeur voor 2022 vanwege inverdieneffecten bij vervanging – noodzakelijk. Het feit dat zowel het Vijfmeibad als de (sporthal) Vijfmeihal oud en verouderd zijn en er bovendien
24
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
reden is om voor het Leonardo College uit de middelen voor onderwijshuisvesting voor ver vanging te zorgen, maken alleen al een onderzoek naar een gecombineerde voorziening de moeite waard. Echter voor onderzoek naar herstarten van het project Sport- en Zorgplein komen daar extra argumenten bij. Ten eerste is het Leonardo College een zoge naamde LOOT-school waar veel aan sport en aan ontwikkeling van topsporttalent wordt gedaan. Ligging dichtbij sportvelden (in dit geval sportpark de Boshuizerkade) is gewenst. Bovendien is voor het Sport- en Zorgplein een uniek centrumgebied in de wijk Zuidwest beschikbaar aangezien ook de basisschool Telders (met een hoofdgebouw en een dislocatie achter het Vijfmeibad) vervangen zal worden via de middelen voor onderwijshuisvesting. Daarmee is herinrichting/herbouw mogelijk in een groot aan eengesloten gebied, waardoor naast de genoem de sportvoorzieningen en het Leonardo College ook er ruimte blijft voor het maken van parkeer ruimte en – vanuit de financiering gezien – het toevoegen van woningen. Door het kosten kunnen delen vanuit de win-win onderwijs-sport ontstaat er een project dat het waard is nader te onderzoeken en optimaliseren met de bedoeling zo snel mogelijk dit concreet genoeg te hebben om daarover besluitvorming te laten plaatsvinden. 2 Sporthal De Zijl a. Korte beschrijving. De sporthal is in 1999 direct naast het zwembad gebouwd met een oefenvloeroppervlakte van 1232 m2. (28 bij 44 meter). Er is een gezamenlijke ingang met het zwembad. De zaal is splitsbaar in 2 delen en overdag sporten er een aantal scholen. De kantine tussen sporthal en zwembad is ver pacht. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport De uitrusting van de hal is geschikt voor vele binnensporten. De bezetting is afgelopen jaar
ongeveer gelijk gebleven met een bezettingsgraad van circa 60%. Dit ondanks een intensief gebruik door scholen overdag. Het meerjaren onderhoud plan van Kraan neemt voor het hele complex een jaarlijks gemiddeld onderhoudsbedrag van ruim 3 ton euro. Ruimte Nog sterker dan voor het zwembad geldt dat de sporthal op een goede plek ligt. Wel is de bereik baarheid voor scholen een aandachtspunt aange zien tussen de scholen en de hal de drukke Sumatrastraat ligt.
licht zijn gedaald en zaalvoetbal gelijk is gebleven. Voor deze takken van sport is het niet de verwach ting dat de bezettingsgraad voor de 3 oktoberhal in de toekomst zal toenemen. Ook het gebruik overdag door b.v. onderwijs zal beperkt blijven doordat weinig scholen in de buurt zijn gelegen. Ruimte De ligging van de Drie Octoberhal op het sport complex de Mors betekent dat voor de ruimtelijke ontwikkeling deze hal mogelijk een sta in de weg vormt. Zie hiervoor de tekst bij het sportpark de Mors.
c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Deze sporthal sluit aan op de behoefte en kent een stabiel gebruik. Door optimaal om te gaan met de deelbaarheid van de hal kan bereikt worden dat het aantal uren bezetting toeneemt.
c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Complex maakt onderdeel uit van het sportpark in het Morskwartier. Vooralsnog is er geen aanlei ding om voor deze locatie in te gaan op ruimte lijke wijzigingen. De bezettingsgraad van de hal is laag. Nader onderzoek naar de mogelijkheden voor een hogere bezetting en de condities waaronder dit is te realiseren, is wenselijk. Indien gebruik van dit sportcomplex ook op lange termijn noodzakelijk is, dan moet omstreeks 2025 rekening worden gehouden met vervangen de nieuwbouw. In 2025 wordt het complex 40 jaar oud. Op basis van kengetallen normkosten nieuwbouw is hiervoor een bedrag nodig van € 9 miljoen.
3 Drie Octoberhal a. Korte beschrijving Dit complex stamt uit 1986 met een sporthal van 36 bij 44 meter en daarnaast vier squashbanen, kantine en kleedruimten. Tevens zijn er de kantoren van SBL en CBR met in totaal 900 m2 oppervlakte. Redelijk tot goede onderhoudsstaat. Enkele forse onderhoudsposten zijn te verwachten voor de komende 10 jaar (dak, gevels, kozijnen en installaties). In de hal worden met name de sporten tennis, badminton en zaalvoetbal beoefend. De hal is niet voor alle zaalsporten even goed geschikt. De kantine is verpacht. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport De bezetting van deze hal was in 2009 45,1 % en 2010 47,2 %. Ver onder de norm van 65% en ook lager dan het gebruik in 2004. Vooral overdag is het gebruik beperkt. Het gebruik van de squash banen is niet bekend. Voor de in deze hal beoefende sporten komt in het onderzoek van BOA naar voren dat squash sterk in belangstelling is afgenomen, badminton en tennis
4 Turnhal en sportzaal Broekplein a. Korte beschrijving De turnhal in de Merenwijk dateert uit 2000 en heeft 720 m2 vloeroppervlakte. Zoals de naam al zegt, is deze hal met name voor het turnen neer gezet. Direct aangrenzend is de sportzaal Broekplein van 28 bij 22 meter, gebouwd in 1976. Door een tussenwand is de zaal in twee delen te splitsen. De kantine is verpacht. In 2015 noemt het rapport Kraan een bedrag van bijna € 135.000 voor de elektrische installatie als groot onder houd. Voor de sportzaal wordt gelijktijdig met de
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
25
vervanging van de scholen aan het Broekplein in het IHP voor het onderwijs 2012 – 2027 (hetgeen binnenkort ook verschijnt) ook vervanging van de sportzaal geraamd (hiervoor zijn in de reserve NUON ook middelen opgenomen). b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport De sportzaal is overdag in gebruik bij drie basis scholen en een enkel uur bij het voortgezet onderwijs. ’s Avonds hebben meerdere clubs er trainingen. De turnhal is door de inrichting alleen voor turnen geschikt. Met een bezetting van circa 55% behoort de turnhal tot de ruimten met een lage bezettingsgraad. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Ondanks de oppervlakte is men niet onverdeeld gelukkig met de turnhal. De oefenruimte is net enkele meters te klein om als volwaardige wed strijdruimte te kunnen dienen. Verbetering door vergroting van de oefenvloer is gewenst en kan worden ontwikkeld samen met de nieuwbouw van de sportzaal Broekplein. 5 RCC sporthal a. Korte beschrijving De sporthal van 28 bij 44 meter bij het Rijnland Revalidatie Centrum uit 2003 is niet in het bezit van het Sportbedrijf. Wel is bij de uitwikkeling – omdat de gemeente heeft bijdragen in de kosten - van de hal afgesproken dat het sportbedrijf tot en met 2013 1350 uur per jaar afneemt van de eigenaar. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport De hal voldoet goed en kan nog meer worden verhuurd/gehuurd.
26
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Omdat de gemeente heeft bijgedragen en ook de school de Thermiek er sport houdt ook na 2013 de gemeente er belang bij dat huur van deze sporthal mogelijk blijft. Daarbij is het streven naar meer gebruik door de Leidse sport gewenst. Ruimte Geen wijzigingen wenselijk/nodig. 6. S porthal Dieperhout en sportzaal Kikkerpolder Een onderzoek naar de mogelijkheid van de bouw van drie sportzalen in combinatie met (de benodigde gymzalen van) het onderwijs in het Dieperhout. Hierbij is een gecombineerde inzet van geldstromen uit onderwijs en sport mogelijk. De sportzalen worden overdag gebruikt door de scholen en in de avonduren en het weekend door de sportverenigingen. Twee sportzalen zijn geschikt om basketbalwedstrijden in te spelen zodat BS Leiden meer centraal kan worden gehuisvest. Er wordt nu een kaderbesluit voor bereid waarin nadere voorstellen zullen worden gedaan over de programma’s van eisen van deze sportzalen en de geraamde kosten en de dekking. In de sportnota wordt rekening gehouden met een bijdrage in de kosten vanuit de sport van € 1.350.000.
4.5 Overige sportaccommodaties 1 Atletiekbaan a. Korte beschrijving De atletiekbaan ligt tegen de Leidse Hout aan en bestaat na de uitbreiding in 2012 uit een 400 meter baan met acht stroken en de overige voor atletiek normale uitrusting voor andere disciplines binnen de atletiek (zoals kogelstoten, hoogspringen). b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport De atletiekbaan voldoet goed. Het gebruik is in overeenstemming met de omvang van de
vereniging(en) die er gebruik van maken.. Ruimte Door de ligging tegen de Leidse Hout is de atletiek baan een mooie buffer tussen huizen en hout. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport De uitbreiding van de baan maakt de baan geschikt voor meer en grotere wedstrijden. 2 Tafeltennishallen a. Korte beschrijving Zowel Docos als Scylla hebben eigen tafeltennis ruimtes waar geen gebruik door andere sporten van wordt gemaakt (en ook nauwelijks op een gemakkelijke manier mogelijk is). Waar Docos in de Mors aan de zuidzijde van de steenopslag een voormalig postkantoor gebruikt, heeft Scylla de beschikking over een splinternieuwe hal nabij zwembad de Vliet. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Beide verenigingen benutten hun eigen accom modaties in voldoende mate. Ruimte Beide tafeltennishallen staan op plekken waar mogelijke wijze bij herschikking ruimte voor heront wikkeling ter beschikking komt. Voor Docos zal te zijner tijd besloten moeten worden hoe de accom modatie in dat geval moet worden vervangen. De nieuwe accommodatie van Scylla zal – als het nodig is – moeten worden ingepast bij de herontwikkeling. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport De voorzieningen voor elk van de verenigingen zijn adequaat. Ruimte De positie van beide tafeltennishallen is lastig als er ingedikt moet worden. Voor die van Scylla zal inpassing nodig zijn en voor Docos geldt dat er
een andere locatie gezocht zal moeten worden. 3 Wielerbaan a. Korte beschrijving Op de bult aan de rand van de wijk Roomburg heeft Swift een eigen wielerparkoers met daarbij o.a. een eigen kantine. b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport en ruimte Swift pleit al jaren voor verlenging van de wieler baan waardoor het parcours ook voor nationale wedstrijden kan worden gebruikt. Geen verandering van gebruik is voorzien en de verlenging van het parcours is te realiseren uit middelen van de afdeling Stedelijk Beheer. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Na verlenging van het parcours is de accommoda tie optimaal voor de wielersport. Ruimte Situatie ongewijzigd handhaven. 4 Gymnastieklokalen a. Korte beschrijving Gymnastieklokalen nemen bij de binnensport accommodaties een belangrijke plaats in. Ofschoon in eerste instantie gebouwd en bedoeld voor de lessen in lichamelijke oefening van de leerlingen van de scholen voor primair en voort gezet onderwijs in Leiden bieden ze buiten de schooltijden veelal mogelijkheden voor de sporten die genoeg ruimte hebben aan kleinere opper vlakten (judo, badminton om er maar een paar te noemen). b. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport Veel gymnastieklokalen kennen een deel van de week avondgebruik door verenigingen. De hoeveelheid gebruik is afhankelijk van de omvang van de vereniging en de soort sport.
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
27
En veelal ook van de alternatieven. Enkele sport verenigingen hebben zelf een eigen voormalig gymnastieklokaal als locatie. Andere zouden in andere zalen hun gebruik willen uitbreiden. Ruimte Door het gespreid zijn van het aanbod van gymnastieklokalen en door de koppeling aan onderwijsgebouwen zijn de voorzieningen en kleinschalig en goed gespreid door de stad. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Aanbod handhaven en waar mogelijk bij herbouw van scholen de gymnastiekvoor zieningen centraliseren, zodat grotere eenheden ontstaan die tegen een redelijke investering voor de sport een belangrijke functie vervullen. Daarbij de spreiding over de stad behouden. 5 Overige sportvoorzieningen: manege, jachthaven, ijshal, jeugddorp, denksportcentrum, e.d. a. Korte beschrijving Naast de traditionele sportvoorzieningen beheert het Sportbedrijf Leiden ook enkele andere voorzieningen die wel tot de sport behoren maar door hun gebruik en uitstraling niet actief worden aangestuurd door het Sportbedrijf Leiden. Verder kent Leiden commerciële sportvoor zieningen waarmee de gemeente geen subsidiere latie onderhoudt. Uitzondering daarop vormt de overdekte ijsbaan waar een exploitatiesubsidie wordt verstrekt. Analyse huidig en toekomstig gebruik Sport De verscheidenheid aan sporten leidt ook tot verscheidenheid in het functioneren: de ijsbaan wordt door een stichting geëxploiteerd en kent een regionale functie. De ouderdom van de instal laties en het feit dat het slechts een 200 meter baan is en geen 400 maakt dat terecht veel mensen zich zorgen maken over het voortbestaan
28
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
van de ijsbaan in Leiden. Aan de andere kant van het spectrum staat bijvoorbeeld het denksport centrum dat gevestigd is in een voormalige biblio theek. Met inzet van velen is het een prima centrum geworden voor de vele denksporters die Leiden kent. Van zowel de manege, de jachthaven en de voor zieningen op het jeugddorp kan worden afge vraagd in hoeverre het hier activiteiten betreft die binnen het Sportbedrijf een plek moeten krijgen/ behouden. Ook voor de enkele roeiloods die het Sportbedrijf bezit, geldt hetzelfde. Ruimte Met name het gebied bij jeugddorp Zuidwest leent zich mogelijk in combinatie met de Vliet voor een andere invulling. c. Conclusies (ruimtelijk, accommodaties, investeringen). Sport Voor de ijshal/ baan moet nader worden besloten, waarbij duidelijk is dat de ijshal/-baan een voor ziening met regionale uitstraling is. Ruimte Afgezien van jeugddorp is er geen reden op korte termijn de locatie van deze groep voor zieningen ter discussie te stellen. d. Aanbevelingen, acties en voorstellen Over een bijdrage van de gemeente aan (renovatie van) de IJshal is besluitvorming door de raad bij vaststelling Sportnota nodig. Van de overige sportvoorzieningen zal aan de hand van het Beleidskader Vastgoed moeten worden vastgesteld in hoeverre sprake is van beleidsondersteunend vastgoed.
Bijlage 3 - Cijfers bezetting Sportaccommodaties A. Bezettingsnormen sportparken en normbehoefte verenigingen buitensporten Normen A. Bespelingsnormen/gebruiksnormen Natuurgras
wetravelden
kunstgras
Voetbal
300 uur/jaar; 5,5 nt/dag; 9 nt/weekeinde
600 uur/jaar; 5,5 nt/dag
800 uur/jaar; 5,5 nt/dag
Korfbal
300 uur/jaar; 6 nt/dag; 9 nt/weekeinde
300 uur/jaar; 10 nt/dag; 18 nt/weekeinde
Handbal
10 nt/dag
Hockey
800 uur/jaar; 15 nt/dag
Rugby
geen norm (Asd; 8 nt/dag), 300 uur/jaar
American Football
geen norm (Asd; 8 nt/dag), 300 uur/jaar
Honk- softbal
800 uur/jaar; resp. 6 nt/dag
Tennis Sporthal
asfalt;gravel
70/90* leden 4100 uur/jaar
B. Kwaliteitssnormen Zwembaden
14 m2/1000 inwoners
Sporthal
40,6 m2/1000 inwoners
Tennis
1 baan/2000 inwoners
600 uur/jaar; 5,5 nt/dag
Legenda nt: normteams Asd: Amsterdamse norm * zonder/met verlichting
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
29
B. Capaciteit en bespeling voetbalvelden gebruiker
Nu gras
Nu kg
Nu wetra
s.w.e. s.w.e. wedstrijden wedstrijden nu concl teams (za) teams(zo) in swe za in swe zo wedst
kikkerpolder 1 3gras,1,5knstgr(rubber)
u.v.s.
3
1,5
0
24,5
8
4,45
2,29
za krap; zo ok
kikkerpolder 2 2gras,1,0knstgr(rubber)
lugdunum/ LSVV70
2
1
0
15,8
6
2,87
1,71
za krap; zo ok
40,3
14
7,33
4,00
>>
>>
>>
>>
VOETBAL
som besp
tot tot saldo (- = behoefte W behoefte Tr tekort)
Over wedtr cap
za krap; zo ok
54,3
6
3
-1 w; -,5 tr 0
Cap wedstr veld
45
Nog nodig
9,3
6
3
-1 w; 0 tr
0
2
1
0
1,8
4
2
- 0 w; 0 tr
Kikkerpolder I en II
5 gras
>>
>>
de Mors I en II
de Mors I
2gras,1knstgr(rubber), 0,5knstgr(zand)
docos
2
1,5
0
23,2
de Mors II
2gras,1knstgr(rubber), 0,5knstgr(zand)
leiden
2
1,5
0
13,7
1gras
rijnland
1
0
0
1
5 gras
>>
>>
4,22
3,14
za te krap; zo ok
2,49
0,00
za + zo ruim
5
0,29
0,91
za + zo ruim
37,9
16
6,89
4,57
za ok; zo ok
53,9
>>
>>
>>
>>
Cap wedstr veld
45
Nog nodig
8,9
11
Noord
noord
1gras,1wetra, 1knstgr(zand)
roodenburg
1
1 gr+1 wt
1
>>
1
>>
9,2
7
1,67
2,00
za ok; zo ok
9,2
7
1,67
2,00
za ok; zo ok
16,2
>>
>>
>>
>>
Cap wedstr veld
18
Over
-1,8
Vliet I en II
vliet
2gras,1knstgr(rubber)
g.h.c.
2
1
0
16,5
4
3,00
1,14
za krap; zo ok
vliet
1gras,1(gras+training)
leidsche boys 1
0
1
4,5
5
1,29
0,91
za + zo ruim
21
9
3,82
2,57
za + zo ruim
30
>>
>>
>>
>>
Cap wedstr veld
36
Over
-6
3 gr+1 wt
>>
>>
Rijnland??
Boshuizerkade
boshuizerkade
1gras,1knstgr(rubber) nieuw 2011
g.o.l.sport
1
1
0
3,4
5
0,97
0,91
za + zo ruim
boshuizerkade
1gras,1knstgr(rubber) nieuw 2011
f.c.boshuizen 1
1
0
0,9
4
0,26
0,73
za + zo ruim
4,3
9
0,78
2,57
za + zo ruim
13,3
>>
Cap wedstr veld
18
Over
-4,7
2 gras
30
>>
>>
Bijlage 2 - Beschrijving Sportaccommodaties
>>
>>
>>
2
1
+0 w; + 1 tr
4,7
C. Capaciteit en bespeling korfbalvelden KORFBAL
gebruiker
Nu gras
Nu kg
Nu s.w.e.teams wetra (za)
s.w.e. teams(za+zo)
wedstrijden wedstrijden nu concl in swe in swe za wedst za+zo
som besp
tot tot saldo (- = behoefte W behoefte Tr tekort)
Over wedtr cap
saffierstraat
grasveld110*110 (3velden)
crescendo
3
0
0
12,1
1,34
ruim voldoende
2
1 veld over
montgomerystraat
2 knstgr velden, 1grasveld
KZ Danaiden 1
2
0
21,4
1,19
1 veld over
2
1 veld over
zoeterwoudse singel 2 knstgr velden
trigon
0
2
0
14,3
0,79
1 veld over
1
1 veld over
j.v.voornpad
pernix
0
3
0
1veld over
2
1 veld over 0
3 knstgr velden
19,7
1,97
19,7
47,8
67,5
D. Capaciteit en bespeling overige veldsporten Overige buitensporten
gebruiker
Nu gras
Nu kg
Nu wetra
s.w.e.teams (za+zo)
wedstrijden in swe za+zo
nu concl wedst
montgomerystraat nieuw2010
1 gras(training)
lightning leiden american football
1
0
0
4
?
o.k.
montgomerystraat nieuw2010
1 verhard veld
saturnus handbal
0
1
0
9
0,9
asfalt o.k.
mors 2
1 gras,1gras(training)
diok rugby
2
0
0
8
1,0
100% huur DIOK
leidse hout
softbalveld 62*70
biento
0
1
0
kikkerpolder 2
1 honkbalveld,1 softbalveld
0
1
0
4
0,2
Lugdunum tr
roomburg
1knstgr(zand)2knststofsemi knstgr
0
3
0
69
1,53
tekort 2 velden
roomburg hockey
veld ook voor
E. Capaciteit en bespeling tennis Tennis
gebruiker
gravel
kunstgras
verlichting
leden
wedstrijden in swe zo
nu concl wedst
leidse hout
4 banen(gravel) verlicht+minibaan
l.t.c.leidse hout
4,5
4
530
1,5
2 banen tekort
haarlemmerweg
10 banen(gravel)verlicht
t.c.unicum
10
10
1067
1,2
2 banen tekort
roomburg
9 banen(gravel)verlicht
t.c.roomburg
9
9
1242
1,5
4 banen tekort
merenwijk
8 banen(gravel)6 verlicht
t.c.merenwijk
8
6
670
1,0
o.k.
zuid west
6 banen(knstgr(zand)5 verlicht
t.c.zuid west
6
5
?
stevenshof
6 banen(knstgr(zand)verlicht
t.c.stevenshof
6
6
?
Bijlage 3 Bezettingsnormen sportparken en normbehoefte verenigingen buitensporten
31
Bijlage 4 - Toelichting op onderscheid klein onderhoud, groot onderhoud en vervangingsinvesteringen Het beleidskader voor het verkrijgen en het beheer van kapitaalgoederen (zoals sportaccom modaties) bestaat uit de Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en een verbijzondering hiervan in lokale regelgeving. In Leiden is dat de nota Beleidskader Onderhoud Kapitaalgoederen. Dit beleidskader schrijft ons voor een onderscheid te maken in klein onderhoud, groot onderhoud en investeringen. We lichten dit onderscheid toe. a. Onderhoud Besluit Begroting en Verantwoording: • het uitvoeren van preventieve dan wel correctieve maatregelen om een object in goede staat te houden of te brengen (BBV 2007: 20). Onderhoud is er met andere woorden op gericht om een kapitaalgoed, gedurende zijn levensduur, in goede staat te houden. Omdat onderhoudskosten niet levensduurverlengend zijn, mogen zij niet worden geactiveerd. • Onderhoud is daarbij te splitsen in klein en groot onderhoud. • klein (regulier) onderhoud: onderhouds activiteiten die periodiek (jaarlijks/twee jaarlijks) nodig zijn om een object in goede staat te houden tegen een van te voren vastgesteld kwaliteitsniveau. De kosten voor klein onderhoud mogen niet worden geactiveerd maar dienen in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie te worden gebracht (gebudget teerd bedrag is ieder jaar gelijk). • groot onderhoud: onderhoudsactiviteiten die ontstaan na een langere gebruik speriode van een object, zijn veelal ingrijpend van aard en betreffen een
32
groot of belangrijk deel van het object. Zijn veelal van een omvangrijk niveau en komen niet frequent (eens in de vijf jaar) voorkomen. De kosten van de jaarlijks wisselende uitgaven komen ten laste van de onderhoudsvoorziening Sportaccommodaties. Let op: er is een expliciet onderscheid tussen onderhoud en levensduurverlengende investerin gen: Onderhoud is er op gericht een kapitaalgoed gedurende zijn levensduur in goede staat te houden, het verhindert niet dat de levensduur van bestaande (onderdelen van) accommodaties op termijn ophoudt. Levensduursverlengende investeringen zijn gericht op substantiële levensduurverlenging. b. Investeringen Besluit Begroting en Verantwoording: Nieuwe (of uitbreidings)investeringen: investeringen ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe activiteiten of uitbreiding van huidige activiteiten (de omvang en/of kwaliteit van het voorzieningenniveau neemt toe). Bijvoorbeeld: een nieuw schoolgebouw, de reconstructie van een weg, een nieuw vervoersmiddel. vervangingsinvesteringen: dit zijn investeringen ten behoeve van de vervanging van een oud (bestaand) actief als gevolg van economische veroudering of slijtage. bijvoorbeeld vervangen van blusauto, vervangen van computers, het vervangen van lift. Levensduurverlengende investeringen zijn investeringen die worden gepleegd ten behoeve van een bestaand actief en die expliciet leiden tot een substantiële levensduurverlenging van
Bijlage 3 Bezettingsnormen sportparken en normbehoefte verenigingen buitensporten
het betreffend actief. Bijvoorbeeld: het renoveren van een gebouw, het impregneren van een kademuur, etc. Het gaat hier dus niet om (groot) onderhoud. Levensduurverlengende investeringen zorgt er voor dat vervangingsinvesteringen uitgesteld kunnen. Aanvulling vanuit het Leids Beleidskader Investeringen: • Investeringen met een investeringsbedrag kleiner of gelijk aan € 25.000 en/of een gebruiksduur korter dan drie jaar worden niet geactiveerd, maar in één keer ten laste van de exploitatie gebracht. • Ook relevant is de mogelijkheid van de componentenbenadering: de componenten benadering houdt in dat verschillende samen stellende delen van een materieel vast actief afzonderlijk kunnen worden geactiveerd op basis van het individuele waardeverloop (dus: verschillende afschrijvingstermijn). Een pand is bijvoorbeeld op te delen in tenminste de volgende onderdelen: • grond • gebouw • verwarmingsinstallaties • liftinstallatie.
Bijlage 4 - Toelichting op onderscheid klein onderhoud, groot onderhoud en vervangingsinvesteringen
33
Bijlage 5 - Brief Kraan
34
Bijlage 4 - Toelichting op onderscheid klein onderhoud, groot onderhoud en vervangingsinvesteringen
Bijlage 4 - Toelichting op onderscheid klein onderhoud, groot onderhoud en vervangingsinvesteringen
35
Bijlage 6 - Samenvatting Beheerplan Klein Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025* Voor de sportvoorzieningen dient het Sportbedrijf Leiden een beheerplan voor het onderhoud te hebben. Dit geldt zowel voor het klein als voor het groot onderhoud. Naast dit beheerplan klein onderhoud is er ook een beheerplan groot onderhoud. Beide zijn op identieke wijze tot stand gekomen. Klein onderhoud omvat al het onderhoud dat periodiek nodig is en dat dient om een object op het afgesproken onderhoudskwaliteitsniveau te houden. De kosten van klein onderhoud komen ten laste van de jaarlijkse exploitatie van het sportbedrijf. Bij de bedragen in de tabel op de volgende pagina’s is uitgegaan van prijspeil 2013. Basis voor het beheerplan is het onderzoek, de rapportage en het meerjaren onderhoudsplan van Kraan in 2010 geweest. In opdracht van het Sportbedrijf Leiden hebben zij over alle bij het Sportbedrijf in beheer zijnde accommodaties informatie ingewonnen en vervolgens geschouwd. Op basis hiervan heeft Kraan per accommodatie een meerjaren onderhoudsplan opgesteld waarin de volgens hen noodzakelijke activiteiten zijn opgenomen. Op basis van dat plan is – na het eerst afzonderen van de investeringen die via het investeringsplan in de begroting van de gemeente worden opge nomen -door de gemeente een splitsing gemaakt in klein onderhoud en groot onderhoud. Daarbij is het beleidskader beheerplannen gevolgd voor wat betreft het onderscheid tussen deze beide.
* Vastgesteld door het college B en W op 13-12-2012 (B en W nr.12.1073)
36
Bijlage 5 - Brief Kraan
Ten opzichte van het meerjaren onderhoudsplan van Kraan uit 2010 zijn in het beheersplan een aantal wijzigingen opgenomen. 1. D e accommodaties die eind 2012 niet meer in gebruik zijn, zijn verwijderd. 2. V oor de nieuwe tafeltennishal in gebruik bij Scylla is een reëel bedrag voor onderhoud opgenomen afgeleid van de bouwkosten. Te zijner tijd zal bij de update van het beheerplan op basis van een schouw het bedrag voor klein en groot onderhoud nader worden bepaald. 3. D e accommodaties waarvan in de sportnota voorgesteld wordt deze te sluiten dan wel te vervangen, zijn vanaf het jaar dat dit gereali seerd zou moeten worden op nihil gezet. Daaraan voorafgaand is door het Sportbedrijf ingeschat welke activiteiten van het onderhoud niet meer noodzakelijk zijn dan wel kunnen worden vervangen door minder kostende acti viteiten. 4. Voor alle accommodaties die in 2010 in gebruik waren en waarvoor Kraan een raming heeft gemaakt in het meerjaren onderhoudsplan zijn de bedragen vastgesteld in prijspeil 2013 door – na weglaten van de 10% onvoorzien - opho ging van het gehanteerde prijspeil met 3,194%. Dit percentage komt overeen met het percen tage waarmee de gemeentelijke begroting geïndexeerd is afgelopen. In de onderstaande tabel is per accommodatie opgenomen welke activiteiten in de periode 2013 – 2025 moeten worden verricht. Daarbij heeft clustering plaatsgevonden per activiteit.
KLEIN ONDERHOUD Objectomschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Boshuizerkade II, Boshuizerkade t/o 81
21,442
21,081
21,287
21,442
21,081
21,081
21,442
21,287
21,081
21,442
21,081
21,081
21,648
Botenloods Die Leythe, Morsweg 148
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
3,727
Crescendo, Saffierstraat
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
4,526
De Vliet GHC, Voorschoterweg 8a
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
14,783
Drie Octoberhal, met kantoren SBL en CBR
30,222
25,578
24,340
30,222
25,578
24,340
30,222
25,578
24,340
30,222
25,578
24,340
30,222
Gymzaal Pieterskerkgracht 7
3,428
2,461
2,461
3,428
2,461
2,461
3,428
2,461
2,461
3,428
2,461
2,461
3,428
Handbal Saturnus, Boshuizerlaan 3
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
2,808
KZ Leiden/De Danaiden, Montgomerystraat
12,731
12,731
12,938
12,731
12,731
12,938
12,731
12,731
12,938
12,731
12,731
12,938
12,731
Leidsche Boys, Voorschoterweg 8c
16,543
12,952
13,726
16,543
12,952
13,726
16,543
12,952
13,726
16,543
12,952
13,726
16,543
Leidse Hout Atletiek, Antonie Duijklaan 12
25,968
25,886
25,886
25,968
25,886
25,886
25,968
25,886
25,886
25,968
25,886
25,886
25,968
6,362
6,020
9,609
7,677
6,205
6,020
4,986
7,452
4,915
12,160
4,915
4,915
7,524
LHC Roomburg, van Vollenhovenkade 20
12,058
12,058
15,487
12,058
12,058
15,487
12,058
12,058
15,487
12,058
12,058
15,487
12,058
LRC DIOK, Smaragdlaan 101
11,967
12,287
11,895
11,967
12,287
11,895
11,967
12,287
11,895
11,967
12,287
11,895
11,967
Morskwartier I, Haagse Schouwweg
30,001
33,252
30,804
30,001
33,252
30,804
30,001
33,252
30,804
30,001
33,252
30,804
30,001
Morskwartier II, Smaragdlaan 97/97a
29,939
28,737
30,350
29,939
28,737
30,350
29,939
28,737
30,350
29,939
28,737
30,350
29,939
SBL Personeelsverblijf/Loods, Voorschoterweg 6
1,585
1,407
1,173
1,820
1,173
1,407
1,585
1,407
1,173
1,820
1,173
1,407
1,585
Sportcentrum Groenesteeg 107
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
9,543
Sportcomplex de Zijl, Paramaribostraat
41,565
49,372
41,565
41,565
49,372
41,565
41,565
49,372
41,565
41,565
49,372
41,565
41,565
Sporthal Vijf Meihal, Boshuizerlaan 3
50,714
28,567
27,808
50,714
46,520
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
9,242
9,298
7,674
9,242
9,298
7,674
9,242
9,298
7,674
9,242
9,298
7,674
9,242
Sportpark Kikkerpolder I, Oegstgeesterweg 4
36,520
34,350
32,038
36,793
34,077
32,311
36,520
34,350
32,038
36,793
34,077
32,311
36,520
Sportpark Kikkerpolder II, Oegstgeesterweg 2
21,159
21,159
22,521
21,159
21,159
22,521
21,159
21,159
22,521
21,159
21,159
22,521
21,159
Sportpark Kikkerpolder II, Oegstgeesterweg 3
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
1,459
Sportpark Merenwijk, Merendonk 173, TC
16,117
7,656
7,656
16,117
7,656
7,656
16,117
7,656
7,656
16,117
7,656
7,656
16,117
Sportpark Noord, Joop Vervoornpad 7, Pernix
12,236
9,135
8,578
12,793
8,578
9,135
12,236
9,135
8,578
12,793
8,578
9,135
12,236
20,438
18,839
16,793
22,483
16,793
18,839
20,438
18,839
16,793
22,483
16,793
18,839
20,438
17,308
21,288
17,308
17,308
21,288
17,308
17,308
21,288
17,308
17,308
21,288
17,308
17,308
Swift Wielrenacc., Willem vd Madeweg
1,524
1,111
1,111
1,524
1,111
1,111
1,524
1,111
1,111
1,524
1,111
1,111
1,524
Tafeltennis Docos, Hoge Morsweg 201
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
5,072
TC Roomburg, Kanaalweg 60
9,023
9,316
9,023
9,023
9,316
9,023
9,023
9,316
9,023
9,023
9,316
9,023
9,023
TC Unicum, Haarlemmerweg
19,133
11,303
10,761
19,133
11,303
10,761
19,133
11,303
10,761
19,133
11,303
10,761
19,133
Zwembad de Vliet, Voorschoterweg 6
47,541
45,417
46,036
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Zwembad Vijf Meibad, Boshuizerlaan 1
67,297
62,250
62,121
67,736
61,811
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
613,981 565,425 552,864 571,303 534,597
416,213
447,052 430,830
411,998
Leidse Hout Tennis, v. Beuningenlaan 1
Sporting Trigon, Zoeterwoudsesingel 49
Sportpark Noord, Pieter Bothstraat 27, Roodenburg Sportzaal Broekplein, Broekplein 2
Eindtotaal
457,336 424,976
415,108 449,796
Bijlage 5 - Brief Kraan
37
Bijlage 7 - Samenvatting Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties 2013-2025 Voor de sportvoorzieningen dient het Sportbedrijf Leiden een beheerplan voor het onderhoud te hebben. Dit geldt zowel voor het klein als voor het groot onderhoud. Naast dit beheerplan groot onder houd is er ook een beheerplan klein onderhoud. Beide zijn op identieke wijze tot stand gekomen. Groot onderhoud omvat al het onderhoud dat minder frequent moet plaatsvinden om te zorgen dat de accommodaties en de installaties die daar toe behoren in voldoende staat blijven. De kosten van groot onderhoud moeten bestreden worden uit de voorziening die daarvoor wordt ingesteld en die jaarlijks zal worden gevoed met het gemid delde bedrag nodig voor groot onderhoud. Bij de bedragen in de tabel na de tekst is uitgegaan van prijspeil 2013. Basis voor het beheerplan is het onderzoek, de rapportage en het meerjaren onderhoudsplan van Kraan in 2010 geweest. In opdracht van het Sportbedrijf Leiden hebben zij over alle bij het Sportbedrijf in beheer zijnde accommodaties informatie ingewonnen en vervolgens geschouwd. Op basis hiervan heeft Kraan per accommodatie een meerjaren onderhoudsplan opgesteld waarin de volgens hen noodzakelijke activiteiten zijn opgenomen. Op basis van dat plan is – na het eerst afzonderen van de investeringen die via het investeringsplan in de begroting van de gemeente worden opge nomen -door de gemeente een splitsing gemaakt in klein onderhoud en groot onderhoud. Daarbij is het beleidskader beheerplannen gevolgd voor wat betreft het onderscheid tussen deze beide. Ten opzichte van het meerjaren onderhoudsplan van Kraan uit 2010 zijn in het beheersplan een aantal wijzigingen opgenomen.
1. D e accommodaties die eind 2012 niet meer in gebruik zijn, zijn verwijderd. 2. V oor de nieuwe tafeltennishal in gebruik bij Scylla is een reëel bedrag voor onderhoud opgenomen afgeleid van de bouwkosten. Te zijner tijd zal bij de update van het beheerplan op basis van een schouw het bedrag voor klein en groot onderhoud nader worden bepaald. 3. D e accommodaties waarvan in de sportnota voorgesteld wordt deze te sluiten dan wel te vervangen, zijn vanaf het jaar dat dit gereali seerd zou moeten worden op nihil gezet. Daaraan voorafgaand is door het Sportbedrijf ingeschat welke activiteiten van het onderhoud niet meer noodzakelijk zijn dan wel kunnen worden vervangen door minder kostende activiteiten. 4. Voor de nieuw te bouwen accommodaties is op basis van de ingeschatte bouwkosten een bedrag voor groot onderhoud opgenomen. Te zijner tijd zal bij de update van het beheer plan nadat de accommodatie(s) is/zijn gereali seerd op basis van een schouw het bedrag voor groot onderhoud nader worden bepaald. 5. Voor alle accommodaties die in 2010 in gebruik waren en waarvoor Kraan een raming heeft gemaakt in het meerjaren onderhoudsplan zijn de bedragen vastgesteld in prijspeil 2013 door – na weglaten van de 10% onvoorzien – ophoging van het gehanteerde prijspeil met 3,194%. Dit percentage komt overeen met het percentage waarmee de gemeentelijke begroting geïndexeerd is afgelopen. In de onderstaande tabel is per accommodatie opgenomen welke activiteiten in de periode 2013 – 2025 moeten worden verricht. Daarbij heeft clustering plaatsgevonden per activiteit.
* Vastgesteld door het college B en W op 13-12-2012 (B en W nr.12.1073)
38
Bijlage 7 - Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties
GROOT ONDERHOUD
objectomschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Boshuizerkade II, Boshuizerkade t/o 81
2,671
12,887
75,808
16,266
35,402
6,396
2,516
44,174
34,655
22,601
113,524
1,687
17,190
Botenloods Die Leythe, Morsweg 148
0,000
0,000
3,172
0,083
53,031
3,382
0,000
1,767
0,105
52,625
0,000
3,037
7,056
Crescendo, Saffierstraat
4,232
0,722
46,704
8,961
8,164
3,589
3,285
12,425
14,474
10,677
2,316
7,173
8,861
De Vliet GHC, Voorschoterweg 8a
9,146
17,116
40,066
19,774
30,030
13,567
61,038
64,461
9,313
69,734
11,047
55,410
90,129
75,768
82,788
22,753
409,815
4,745
88,798
19,690
75,978
14,391
193,777
107,235
18,226
380,150
Gymzaal Pieterskerkgracht 7
0,000
3,494
4,162
2,343
84,820
6,701
3,096
59,045
1,001
134,903
46,136
0,208
0,849
Handbal Saturnus, Boshuizerlaan 3
0,310
24,837
2,322
0,310
12,388
0,393
23,270
37,815
1,058
14,674
7,587
6,274
2,315
KZ Leiden/De Danaiden, Montgomerystraat
11,785
25,018
19,491
14,550
13,886
54,572
4,128
42,545
31,628
24,210
46,988
2,039
4,176
Leidsche Boys, Voorschoterweg 8c
12,939
21,489
101,765
50,060
16,937
58,816
7,687
132,336
3,101
161,167
38,427
37,312
58,428
Leidse Hout Atletiek, Antonie Duijklaan 12
26,406
35,981
29,281
55,404
41,128
30,649
18,481
111,814
85,057
192,112
115,357
6,173
71,031
Leidse Hout Tennis, v. Beuningenlaan 1
14,944
6,759
15,994
19,246
42,817
0,000
4,128
7,462
0,000
9,826
34,562
4,128
15,250
5,666
3,906
56,817
10,031
26,744
62,369
14,151
105,416
6,913
25,894
22,887
2,175
35,860
LRC DIOK, Smaragdlaan 101
96,796
5,243
10,384
2,477
20,822
27,161
13,456
11,113
16,475
28,071
18,162
46,898
15,766
Morskwartier I, Haagse Schouwweg
13,488
12,960
206,555
34,570
36,560
26,389
36,414
26,256
41,928
55,008
75,869
47,026
90,959
Morskwartier II, Smaragdlaan 97/97a
45,962
18,229
45,053
63,431
16,381
53,547
111,792
45,317
90,658
23,398
68,094
94,129
63,146
Reservering buitenriolering
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
51,597
51,597
51,597
51,597
51,597
SBL Personeelsverblijf/Loods, Voorschoterweg 6
0,182
0,173
19,334
6,024
1,943
4,206
5,018
26,591
4,478
31,956
0,125
4,027
5,011
Scylla
7,505
7,505
7,505
7,505
7,505
7,505
7,505
7,505
7,505
7,505
15,010
15,010
15,010
Sportcentrum Groenesteeg 107
2,502
0,000
84,293
0,370
7,017
32,714
6,090
424,173
79,243
4,885
8,208
3,890
28,183
246,075
278,881
407,486
451,327
108,577
442,083
199,990
176,444
21,960
665,750
525,344
114,477
69,156
24,589
2,737
101,190
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
5,269
32,640
76,037
3,353
2,684
11,762
4,211
76,601
1,289
26,842
4,871
1,444
20,313
Sportpark Kikkerpolder I, Oegstgeesterweg 4
14,484
62,560
377,447
32,615
87,051
29,895
59,742
29,169
118,668
58,372
171,293
73,258
10,975
Sportpark Kikkerpolder II, Oegstgeesterweg 2
45,638
59,002
33,622
64,780
11,028
53,506
4,624
45,285
39,415
71,495
44,812
4,943
15,374
Sportpark Merenwijk, Merendonk 173, TC
30,664
19,319
27,391
0,683
7,766
4,349
4,602
13,541
0,516
19,659
28,893
0,683
106,006
1,039
5,367
12,689
10,481
25,086
2,896
1,039
51,802
16,251
124,119
0,619
1,146
50,554
17,419
50,664
52,547
25,843
79,868
26,418
7,403
36,824
9,301
91,269
102,165
4,838
52,631
104,596
14,320
401,940
1,334
128,295
0,000
0,207
296,990
0,417
20,080
31,617
1,541
137,603
Swift Wielrenacc., Willem vd Madeweg
0,201
0,317
28,164
3,669
0,201
8,457
0,201
0,833
1,800
0,304
0,201
0,201
9,921
Tafeltennis Docos, Hoge Morsweg 201
0,985
0,667
5,661
550,560
3,389
0,803
4,787
5,835
2,097
34,532
62,541
8,650
6,510
TC Roomburg, Kanaalweg 60
10,754
8,859
9,558
21,100
97,485
3,723
3,305
62,135
22,657
9,975
94,368
32,416
34,549
TC Unicum, Haarlemmerweg
13,492
9,088
26,720
29,745
57,435
17,553
33,125
100,828
5,614
20,247
15,789
33,516
70,925
Zwembad de Vliet, Voorschoterweg 6
20,512
46,427
27,044
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Nieuwe sportvoorzieningen*
0,000
0,000
0,000
159,482
159,482
159,482
159,482
159,482
159,482
159,482
159,482
159,482
159,482
Zwembad Vijf Meibad, Boshuizerlaan 1
6,563
22,599
29,447
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
872,580
892,551
Drie Octoberhal, met kantoren SBL en CBR
LHC Roomburg, van Vollenhovenkade 20
Sportcomplex de Zijl, Paramaribostraat Sporthal Vijf Meihal, Boshuizerlaan 3 Sporting Trigon, Zoeterwoudsesingel 49
Sportpark Noord, Joop Vervoornpad 7, Pernix Sportpark Noord, Pieter Bothstraat 27, Roodenburg Sportzaal Broekplein, Broekplein 2
Eindtotaal
2408,401 2076,191 1228,667 1241,682
824,465 2291,962
893,047 2416,744 2025,123
843,013 1704,965
Bijlage 7 - Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodaties
39
Bijlage 8 – Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025 8a. Totale Investeringsomvang Sport 2013-2025. Bedragen x € 1.000
40
Investeringen Sport
Investering (prijspeil 2013)
Gepland jaar realisatie
Vervanging riolering 2013-2015 sportaccommodaties
335
2013
Sportveld Zoeterwoudse singel toplaag kunstgras
122
2012
Sportpark Noord voetbal toplaag kunstgras
306
2012
Renovatie kleedkamers VV Leiden
152
2012
Toplaag kunstgras 3 korfbalvelden Sportpark Noord
184
2013
Subtotaal huidige IP Sport 2012-2015
1.099
Toplaag kunstgras Sportpark de Vliet (GHC Voorschoterweg)
217
2015
Toplaag kunstgras Morskwartier I
217
2015
Toplaag kunstgras Kikkerpolder II
379
2016
Vervanging Wetraveld Sportpark Noord
271
2017
Riolering sportaccommodaties
114
2016
Riolering sportaccommodaties
114
2017
Riolering sportaccommodaties
114
2018
Riolering sportaccommodaties
114
2019
Renoveren velden HC Roomburg
650
2019
Riolering sportaccommodaties
114
2020
Toplaag kunstgrasvelden Morskwartier II
217
2022
Vervanging onderlaag en drainage kunstgras Kikkerpolder I
303
2023
Vervanging onderlaag en drainage kunstgras Morskwartier I
116
2023
Vervanging onderlaag en drainage Morskwartier II
116
2023
Vervanging 12 gravelbanen TC Unicum
165
2025
Kunstgras (zand) Morskwartier I
125
2023
Kunstgras (zand) Morskwartier II
125
2023
Kunstgras (rubber) Morskwartier II
217
2022
Kunstgras (rubber) Kikkerpolder I
325
2023
Vervanging onderlaag/drainage Kunstgras Sportpark Noord
379
2024
Vervanging kunstgras (zand) Sportpark Noord
347
2025
Vervanging toplaag Sporting Trigon
108
2024
Vervanging toplaag Leidse Hout Atletiekbaan
174
2025
Vervanging gravelveld Leidse Hout tennis
63
2023
Vervanging gravelveld Sportpark Merenwijk
133
2022 2025
Vervanging gravelveld TC Roomburg
150
Subtotaal investeringen rapport Kraan
5.363
Vervangingen machines/wagenpark sportbedrijf
603
2013-2025
Subtotaal vervangingen machines
603
zie tabel 8b
Nieuwbouw Vijfmeihal (incl. deel Leonardo a € 5.551 in IP Onderwijs)
11.000
2017
Nieuwbouw Vijfmeibad
9.000
2017
Bijdrage ijsbaan
4.000
2015
Bijdrage zwembad de Vliet/Vijfmeibad
1.000
2015
Sportzalen Dieperhout
1.350
2015 2015
Diverse sportparken vervanging natuurgras in kunstgras
1.367
Subtotaal omvangrijke investeringen
27.717
Totale omvang vervangingsinvesteringen Sport
34.782
Bijlage 8 – Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025
8b. Specificatie vervangingen machines sportbedrijf 2013-2025. Bedragen x € 1.000 Investeringen machines sportbedrijf
Investering (prijspeil 2013)
Gepland jaar realisatie
Schudverluchter
25
2013
Zandstrooier
45
2013
Tractor
45
2013
Korro recyclingdresser
35
2014
Bedrijfswagen
35
2014
Kunstgrasreinigingsmachine
25
2014
Maaimachine
65
2016
Bedrijfswagen
40
2016
Bedrijfswagen
40
2016
Tractor
45
2017
Veeg/zuigmachine
25
2019
Bedrijfswagen
43
2019
Tractor
45
2019
Tractor
45
2021
Tractor
45
2022
Totale omvang vervanging machines
603
8c. Totale Investeringen IP 2013-2017. Bedragen x € 1.000 Investeringen IP 2013-2016
Investering (prijspeil 2013)
Jaar van vervanging
Aanleg 2 tennisbanen Roomburg *
77
2014
Renovatie Vijfmeihal *
1.785
2012
Vervanging riolering 2013-2015 sportaccommodaties
335
2013
Sportveld Zoeterwoudse singel toplaag kunstgras
122
2012
Sportpark Noord voetbal toplaag kunstgras
306
2012
Renovatie kleedkamers VV Leiden
152
2012
Toplaag kunstgras 3 korfbalvelden Sportpark Noord
184
2013
Aanleg 2 hockeyvelden Roomburg*
1.225
2015
VVI Sportbedrijf 2012*
446
2012
VVI Sportbedrijf 2013*
459
2013
VVI Sportbedrijf 2014*
459
2014
VVI Sportbedrijf 2015*
459
2015
VVI Sportbedrijf 2016*
459
2016
Subtotaal IP Sport
6.468
Tabel 8a geeft een volledige opsomming van alle investeringen. Het gaat om investeringen vanuit rapport Kraan en investeringen uit het investeringsplan 2013-2016, die nog actueel zijn. Uit het investeringsplan 2013-2016 is namelijk een aantal investeringen gehaald die niet meer nodig of niet mogelijk zijn. Voor het inzicht laat tabel 8c de investeringen uit het IP 2013-2016 zien. De investeringen met
een sterretje (*) zijn niet meer opgenomen in de kadernota Sport. Achterliggend reden hiervoor is dat deze investeringen als onderhoud zijn ingebracht in de kadernota sport, volledig worden vervanging of door het ontbreken van fysieke ruimte niet mogelijk zijn. Tabel 8b geeft een specificatie van de investering machines/wagenpark Sportbedrijf.
Bijlage 8 – Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025
41
Bijlage 9 – Lijst gewenste investeringen Financiële inventarisatiekaart sportaccommodatiewensen (“FIKS”) (uit concept-Sportnota juni 2012) Voorziening
Nr
42
Accommodatie
Investeringswens
Vereniging
Onderwerp
Jaar
Categorie
Beschikbaar
Bedrag
Bedrag
Bron
1
Sportpark Noord Roodenburg
Toplaag kunstgras
Vervanging
2012
300.000
200.000
I.P.
2
Zoeterwoudse Singel
Trigon
Toplaag kunstgras
Vervanging
2012
120.000
120.000
I.P.
3
Sportpark Noord Pernix
Toplaag kunstgras
Vervanging
2013
180.000
180.000
I.P.
4A
Vijfmeibad
ZVL/LZ 86
Nieuwbouw
Vervanging
2015
8.000.000
6.000.000
4B
Vijfmeibad
ZVL/LZ 86
Uitbreiding
Nieuw
2015
4.000.000
4.000.000
5A
Vijmeihal
ZZ Leiden
Nieuwbouw
Vervanging
2015
7.000.000
1.759.000
I.P.
2.551.000
Nuon Onderwijs*
2.690.000
Nuon Sport *
5B
Sporthal Leonardo
Leonardo
Upgrading gymzalen
Vervanging
2015
3.000.000
3.000.000
I.P. Onderwijs
6
Zwembad De Zijl
ZVL/LZ 86
Renovatie
Levensduur verlengend
2015
3.000.000
0
7
Sportpark De Vliet
GHC
Toplaag kunstgras
Vervanging
2015
200.000
200.000
8
Morskwartier I
DoCos
Toplaag kunstgras
Vervanging
2015
200.000
200.000
9
Div. sportparken
Diversen
Aanleg kunstgras
Nieuw
2015
800.000
800.000
10
Kikkerpolder II
Biento/ Lugdunum
Toplaag kunstgras
Vervanging
2016
350.000
350.000
11
Sportpak Noord
Roodenburg
Wetraveld
Vervanging
2017
250.000
250.000
12
Zwembad De Vliet
Diversen
Renovatie
Levensduur verlengend
2017
3.000.000
pm
13
Sportzaal Broekpl.
Diversen
Nieuwbouw
Vervanging
2018
3.800.000
0
Nuon Onderwijs *
14
Drie Octoberhal
Diversen
Nieuwbouw
Vervanging
2025
9.000.000
0
15
Rapport Kraan
Diversen
Onderhoud vanaf 100.000
Levensduur verlengend
20122025
7.600.000
5.450.000
16
HCRoomburg
HC Roomburg
Aanleg velden
Nieuw
1.200.000
0
I.P.
17
TCRoomburg
TC Roomburg
Aanleg banen
Nieuw
75.000
0
I.P.
18
IJshal Leiden
Diversen
Renovatie/ Nieuwbouw
Nieuw
2015
18.000.000
PM
19
Topsporthal
ZZ Leiden
Nieuwbouw
Nieuw
2015
0
20
Turnhal Broekpl.
Diversen
renovatie
Levensduur verlengend
2018
1.500.000
0
Bijlage 9 – Lijst gewenste investeringen
I.P Riolering
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen (2) en moties (3) Amendement: A120118/1 Onderwerp: gaan voor de schaatssport! De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 18 en 20 december 2012, BESLUIT: a) Besluitpunt 2 v te wijzigen zodat de tekst als volgt komt te luiden: “ de gemeente Leiden stelt voor de renovatie van de IJshal maximaal 4 miljoen euro beschikbaar: Eigendom; beheer en exploitatie neemt de gemeente niet over; Initiatief van deze renovatie ligt bij de Stichting IJshal”; b) Besluitpunt 6 te wijzigen zodat de tekst als volgt komt te luiden: “Instemmen met de Meerjarenraming Investeringen Sportaccommodaties 2013-2025 met een totaal investeringsvolume van € 34,8 miljoen en daarmee het gemeentelijk MeerjarenInvesteringsPlan 20122015 op de volgende punten te wijzigen” c) Besluitpunt 6b)v. te wijzigen zodat de tekst als volgt komt te luiden: “Bijdrage IJsbaan (2015, 4.000.000,-- euro)”; en de jaarlijkse kapitaallasten van €250.000,-- vanaf 2016 te dekken vanuit een heroriëntatie op de organisatie van de sportondersteuning”; d) Daar waar nodig de besluitpunten 7, 19 en 20 en de tekst van de Sportnota in overeenstemming met het bovenstaande aan te passen; e) Een besluitpunt aan het raadsvoorstel toe te voegen met de volgende tekst: “Onder het kopje “Wij gaan het volgende doen” en meer in het bijzonder aan de voorwaarden in de 2e bullit op blz. 26 van de Sportnota, deel 1, de navolgende voorwaarden toe te voegen en/of de daar al opgenomen voorwaarden te wijzigen: I. De Stichting IJshal Leiden voor 1 januari 2015 een deugdelijk renovatievoorstel, dat is voorzien van een sluitende meerjaren begroting aan ons heeft overgelegd; II. De renovatie wordt zo duurzaam mogelijk uitgevoerd; III. De Stichting IJshal Leiden voor 1 januari 2015 een sluitende meerjaren exploitatiebegroting voor de periode na het voltooien van de renovatie aan ons heeft overgelegd, waarin de stichting niet meer onze jaarlijkse bijdrage van € 100.000,-- mag opnemen, omdat wij die na de renovatie niet meer beschikbaar zullen stellen; IV. Een langdurig huurcontract tussen de Stichting IJshal en de eigenaar van de ijshal, waarin de ver plichtingen tussen huurder en verhuurder eenduidig zijn geregeld en waarbij rekening is gehouden met de gemeentelijke investeringsbijdrage in de renovatie van de ijshal; V. De renovatie uiterlijk 1 mei 2015 moet aanvangen en binnen 1 jaar na aanvang volledig moet zijn afgerond.
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen(2) en moties(3)
43
TOELICHTING: Het college trekt nu maximaal 1.5 miljoen euro uit voor de broodnodige renovatie van de IJshal aan de Vondellaan, terwijl de totale kosten van deze renovatie 4 miljoen euro bedragen (Blz. 26 van de Sportnota). Het college hoopt dat de overige benodigde 2.5 miljoen euro door de regiogemeenten bijeengebracht worden. Dit laatste nu lijkt een utopie. De regiogemeenten zijn al jaren achtereen niet bereid gebleken om samen met Leiden substantieel in een nieuwe ijshal of in de renovatiekosten van de oude ijshal bij te dragen, Gelet op de financiële situatie van een behoorlijk aantal regio gemeenten lijkt het waarschijnlijk dat het nu niet (alleen) meer een “niet willen” is maar ook een “niet (meer) kunnen”. De “Leidse schaatssport” bedient heel veel Leidse schaatsers (100.000 bezoekers per seizoen) en heeft ook vele nationale en internationale talenten voortgebracht. Leiden kiest voor de schaatssport! Het reserveren van 1.5 miljoen euro is echter zonde geld want dit geld zal aldus niet in de Leidse sport geïnvesteerd kunnen worden, maar op onze bankrekening blijven staan. De kapitaalslasten van de extra benodigde 2.5 miljoen euro worden vanaf 2015 gedekt door een heroriëntatie op de organisatie van de sportondersteuning die gericht is op een verbetering van de verhouding tussen gemeente, sportverenigingen en andere partners in de stad. Deze heroriëntatie biedt niet alleen meer ruimte aan initiatief uit de stad, maar maakt ook een andere manier van werken mogelijk aan de kant van de gemeente. (vergelijk blz. 178 van de Ontwerp- Begroting 2013 van de gemeente Leiden. Daarbij wordt een beperkte taakstelling op het Sportbedrijf en meer specifiek op de ambtelijke organisatie ( nu ongeveer 64 fte) niet uitgesloten. Die taakstelling kan waarschijnlijk gelet op de leeftijdsopbouw van het Sportbedrijf via natuurlijk verloop bewerkstelligd worden. Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel in de Commissie O&S bleek dat het wenselijk geacht wordt om de voorwaarden die verbonden worden aan het beschikbaar stellen van de renovatiebijdrage en zoals die zijn opgenomen op blz. 26 van de Sportnota deel 1, deels te wijzigen, als ook aan te vullen met enkele nieuwe voorwaarden. Henny Keereweer (PvdA) Juliette Gilissen (VVD) Eva de Bakker (SP) Moniek van Sandick (CDA) Joost van Breukelen (SLO) Stéphanie Bakker (GroenLinks) Aad van der Luit (D66) Daan Sloos (LL) Mart Keuning (CU) Dit amendement wordt zonder hoofdelijke stemming aanvaard met dien verstande dat de leden Verschoor (D66) en Kerkhof (D66) worden geacht tegen te hebben gestemd.
44
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen(2) en moties(3)
Amendement: A120118/2 Onderwerp: buiten zwemmen in zwembad De Vliet De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 18 en 20 december 2012, BESLUIT: 2.v. vierde gedachtestreepje dat nu luidt: er komt een onderzoek naar een combibad op de locatie van zwembad De Vliet; op basis van dit onder zoek (dat na de zomer 2013 gereed zal zijn), zal een definitief besluit over de toekomst van zwembad De Vliet genomen worden; te wijzigen en als volgt te lezen: d. het 50-meter openluchtbad en een ligweide van zwembad De Vliet blijven behouden; e. er komt een onderzoek naar een combibad bij zwembad De Vliet; f. 100.000,-- euro uit ‘heroriëntatie op de organisatie van de sportondersteuning’ vanaf 2015 hiervoor te reserveren. TOELICHTING: Het college stelt een sportaccommodatieplan voor waarbij het sluiten van zwembad De Vliet een potentiële mogelijkheid is. Tevens is het college voornemens een onderzoek te doen naar een combibad van zwembad De Vliet met het 5 meibad. Aangezien de Leidse burgerij massaal is opgekomen voor het openhouden van dit unieke buitenzwembad en aangezien het buiten zwemmen gezond is en het wenselijk is dat dit een integraal onderdeel van het zwemaanbod in Leiden blijft wordt met dit amendement de sportnota gewijzigd, dusdanig dat het buitenbad zwembad de Vliet met een 50 m bad en een ligweide kan blijven bestaan, zodanig dat het een uitgangspunt blijft bij verdere onderzoeken naar een combibad. Moniek van Sandick (CDA) Henny Keereweer (PvdA) Aad van der Luit (D66) Stéphanie Bakker (GL) Eva de Bakker (SP) Joost van Breukelen (SLO) Daan Sloos (LL) Dick de Vos (PvdD) Dit amendement wordt met algemene stemmen aanvaard.
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen(2) en moties(3)
45
Motie: M120118/1 Onderwerp: verlenging bijdrage in de Exploitatie-kosten IJshal Vondellaan De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 18 en 20 december 2012, overwegende dat: de gemeente Leiden al 4 jaar een bijdrage van € 100.000,- per jaar in de exploitatiekosten geeft aan de Stichting IJshal Leiden; reden daarvoor was en is dat de staat van het gebouw en de technische installaties zo slecht zijn, dat daardoor ook de exploitatiekosten stijgen (meer reparaties en onderhoud; hoger energieverbruik e.d.); deze bijdrage afloopt op 1 januari 2014; het de wens van de Raad is dat de IJshal op z’n laatst in 2015 gerenoveerd wordt; deze wens gelet op de Sportnota ook bij het college van B&W leeft, nu zij zelf een bijdrage in de renovatiekosten van 1,5 miljoen euro heeft gereserveerd; het noodzakelijk is dat de Stichting IJshal totdat genoemde renovatie volledig zal zijn uitgevoerd over voornoemde bijdrage in de exploitatiekosten blijft beschikken, omdat het onwenselijk is dat de IJshal die jaarlijks ongeveer 100.000 bezoekers trekt vanaf 1 januari 2014 haar deuren zou moeten sluiten tot na de uitvoering van die renovatie; verzoekt het college: om bij het opstellen van de perspectiefnota 2014 – 2017 de middelen te vinden om voor het jaar 2014 en zo nodig 2015 bedoelde bijdrage te kunnen blijven geven. Henny Keereweer (PvdA) Juliette Gilissen (VVD) Eva de Bakker (SP) Moniek van Sandick (CDA) Joost van Breukelen (SLO) Stephanie Bakker (GroenLinks) Aad van der Luit (D66) Daan Sloos (LL) Mart Keuning (CU) Deze motie wordt met algemene stemmen aanvaard.
46
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen(2) en moties(3)
Motie: M120118/2 Onderwerp: groene sport De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 18 en 20 december 2012, constaterende dat: de LSF en ook individuele verenigingen behoefte hebben aan verduurzaming en hebben aangegeven daarover mee te willen denken; dat de wethouder sport en duurzaamheid in de nota aangeeft onderzoek te willen doen naar de moge lijkheid de verlichting om te zetten in LED-verlichting , overwegende dat: duurzaamheid een gedeelde verantwoordelijkheid is van gemeente, sportbedrijf en verenigingen; er op meer plekken winst te behalen is, op zowel financieel als milieugebied, dan op het gebied van LED-verlichting alleen; de slagkracht door samenwerking tussen alle partners kan worden vergroot (denk aan gezamenlijke inkoop groene stroom); verzoekt het college: het onderzoek naar LED-verlichting breder te trekken tot een onderzoek naar welke mogelijkheden er zijn voor het verduurzamen van de Leidse sport door de gemeente, de verenigingen en het sportbedrijf; daarin in ieder geval mee te nemen: LED-verlichting, de gezamenlijke inkoop van groene stroom, duur zame inkoop sportbedrijf en verenigingen en de mogelijkheden voor meer natuurvriendelijke hybride kunstgras. Stéphanie Bakker (GroenLinks) Deze motie wordt met algemene stemmen aanvaard.
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen(2) en moties(3)
47
Motie: M120118/3 Onderwerp: Eigen beheer/ eigendom accommodaties door verenigingen De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 20 december 2012, constaterende dat: de Raad in de commissievergadering Onderwijs en Samenleving van 13 december 2012 de Sportnota heeft besproken; het College van B&W heeft toegezegd voor 1 april 2013 met een nader uitvoeringsprogramma te komen; overwegende dat: eigendom van accommodaties en eigen beheer door sportverenigingen tot lagere kosten in onderhoud kan leiden; tegelijkertijd aan verenigingen de mogelijkheid zo geboden wordt, naar eigen inzicht en naar eigen wensen hun accommodaties te beheren, hetgeen mogelijk tot betere resultaten leidt; dit ook voor de verenigingen in potentie een kostenbesparing kan betekenen; verzoekt het college: met de Leidse sportverenigingen in overleg te treden over hun wensen en mogelijkheden om (gedeelten van) accommodaties in eigen beheer te nemen en in dit overleg ook de eigendomssituatie te betrekken; daarbij nadrukkelijk het huidige en toekomstige kostenplaatje voor de verenigingen te betrekken; bi het uitvoeringsprogramma hierover te rapporteren en een voorstel aan de Raad voor te leggen; en gaat over tot de orde van de dag, Paul Laudy (VVD) Juliette Gilissen (VVD) Moniek van Sandick (CDA) Henny Keereweer (PvdA) Aad van der Luit (D66) Stéphanie Bakker (GL) Deze motie wordt zonder hoofdelijke stemming aanvaard met dien verstande dat de fractie van de SP wordt geacht tegen te hebben gestemd.
48
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen(2) en moties(3)
Bijlage 10 - Bij vaststelling Sportnota door de raad aanvaarde amendementen(2) en moties(3)
49