5
inhoud
7
inleiding 5 0 tot 6 maanden
7
1. borstvoeding
9
2. flesvoeding
31
3. bewegen
39
6 tot 12 maanden
43
1. leren eten
45
2. bewegen
63
1 tot 4 jaar
67
1. eten
69
2. bewegen
89
algemene vragen
95
31
39
43
63
67
89
95
0
6
TOT MAANDEN
1. borstvoeding Moedermelk bevat precies de juiste voedingsstoffen die je kind nodig heeft voor zijn groei, ontwikkeling en gezondheid. In borstvoeding zitten ook afweerstoffen die je kind beschermen tegen ziekten. Hoe langer je kind borstvoeding krijgt, hoe groter de bescherming. Ook voor de gezondheid van de moeder is het geven van borstvoeding het beste. Tijdens je zwangerschap maak je al moedermelk aan. Dit heet colostrum. Deze eerste melk is een beetje geel van kleur en bevat extra veel afweerstoffen. Ongeveer twee weken na de geboorte gaat de borst ‘gewone’ moedermelk produceren. Daarin zitten nog steeds belangrijke afweerstoffen.
Voordelen voor het kind: n
1. borstvoeding
Minder kans op maagdarminfecties, middenoorontsteking, overgewicht en hoge bloeddruk.
n
Waarschijnlijk een betere intellectuele en motorische ontwikkeling.
n
Waarschijnlijk minder kans op astma, piepende ademhaling en eczeem.
Voordelen voor de moeder:
8
n
Sneller herstel van het lichaam na de bevalling.
n
Tijdens de zwangerschap opgebouwde vetreserves verdwijnen makkelijker.
n
Minder kans op reumatoïde artritis (ontsteking in de gewrichten).
n
Mogelijk ook minder kans op borstkanker en eierstokkanker.
9
Als je te veel melk hebt
Heeft je kind extra vitamines nodig?
Sommige vrouwen hebben een overmaat aan moedermelk. De melk gutst eruit
Moedermelk bevat voldoende van alle voedingsstoffen die je kind nodig heeft.
waardoor hun kind soms te veel voeding binnenkrijgt. Boeren, spugen en ver-
Hierop zijn twee uitzonderingen:
slikken kunnen het gevolg zijn. Wat kan helpen?
n
n
Kolf eerst wat af (met de hand) om de ergste spanning weg te nemen. Af- kolven met hand doe je zo: houd een schoon bakje bij de hand en ondersteun je borst met je (schone) pink, ring- en middelvinger. Je wijsvinger komt vlak
Vitamine K. Jonge kinderen hebben de eerste drie maanden extra vitamine K nodig voor de bloedstolling.
n
Vitamine D. Kinderen in de groei hebben veel vitamine D nodig. Dat is goed voor de botten en tanden.
onder de tepelhof, je duim er vlak boven. Met je duim en wijsvinger maak je
n
n
zachte, masserende bewegingen naar de tepel toe (niet wrijven). De melk vang
Een week na de geboorte begin je met het geven van vitamine K en D aan je kind.
je op in het bakje. Zodra de borst iets zachter is, leg je je kind aan.
Vitamine K geef je alleen de eerste drie maanden, dagelijks 150 microgram. Baby’s
Voed je zittend, houd je kind dan rechtop. Voed je liggend, leg zijn buik
die borstvoeding krijgen, hebben de eerste 12 weken 150 microgram vitamine
dan op jouw buik.
K-druppels nodig. In flesvoeding zit al voldoende vitamine K. Het is wel aan te
Houd je borsten droog. Vervang de zoogkompressen regelmatig, zodat
raden om extra vitamine K te geven wanneer er minder dan 500 ml kunstmatige
de huid van de tepels droog blijft.
zuigelingen(fles)voeding wordt gegeven. Vitamine D is nodig tot je kind vier jaar is. Elke dag geef je 10 microgram vita-
Kan borstvoeding vanzelf teruglopen?
mine D. Je kunt speciale druppels met vitamine K en D kopen bij de apotheek of
Je borstvoeding raakt niet vanzelf op, maar kan door veranderingen in hormonen en
drogist. Lees de aanwijzingen op de verpakking.
omstandigheden wel wat teruglopen. De toeschietreflex - het moment dat je melk gaat stromen - werkt minder goed als je gespannen bent, pijn hebt of het koud hebt.
Wat te doen bij spugen of darmkrampjes?
Ook door medicijnen, waaronder bepaalde vormen van anticonceptie (met oestro-
Veel kinderen spugen wel eens of hebben af en toe last van darmkrampen.
geen), kan je melkproductie teruglopen. Een ander medicijn of voorbehoedsmiddel
Deze klachten komen zowel bij borstgevoede als flesgevoede kinderen voor.
is dan een betere oplossing. Vanaf de eerste weken voeden op verzoek, helpt om
Wat je eraan kunt doen, lees je op blz. 100.
de melkproductie op gang te houden. De melkproductie komt vrijwel altijd weer op gang door je kind extra aan te leggen. Rustige omgeving Voor jonge kinderen is alles nieuw. Ze kunnen nog De rol van je partner bij het geven van borstvoeding
niet zo goed omgaan met veel nieuwe indrukken
De mentale steun van je partner is onmisbaar voor het slagen van de borstvoe-
in korte tijd. De meeste kinderen voelen zich daarom
ding. Denk aan waardering en aan geruststelling als je twijfelt of je kind wel
prettig in een rustige omgeving, waarin activiteiten
voldoende voeding krijgt. Wat kan je partner doen? Aanwezig zijn, aandacht
(zoals verschonen, spelen of slapen) zo veel
geven en praktische hulp bieden. Vertel dit ook aan je partner. Het is een fabel
mogelijk in dezelfde volgorde plaatsvinden.
dat partners een minder hechte band met hun kind opbouwen omdat ze hun kind niet voeden. Er zijn nog voldoende andere intense momenten om samen te beleven. En als je melk afkolft, kan je partner een flesje geven.
18
19
Hoe maak je flesvoeding klaar?
Het is beter om klaargemaakte voeding niet mee te geven naar het kinderdagverblijf
Je moet flesvoeding heel precies en schoon klaarmaken. Als je dat niet doet, kan je
of de oppasmoeder. Tijdens het vervoer, ook in een koeltas, kan de voeding niet vol-
kind ziek worden.
doende koud worden bewaard. Geef in die gevallen de melkpoeder in een doseerdoosje mee en vertel aan degene die de fles klaarmaakt hoeveel water erbij moet.
Bereiden stap voor stap: n
Was je handen.
Hoe verwarm je flesvoeding?
n
Zorg dat de plek waar je de fles klaarmaakt schoon is.
Je kunt de fles op verschillende manieren verwarmen: au bain marie (de fles in
n
Lees op de verpakking van de flesvoeding hoe je deze moet klaarmaken
een pannetje met warm water), in een flessenwarmer of in de magnetron. De fles-
(zie ook hierna).
voeding mag niet warmer worden dan 30-35°C (drinktemperatuur). Als je de fles
Gebruik voor het klaarmaken water uit de kraan. Het water in Nederland is
in een magnetron verwarmt, kan de buitenkant van de fles koud aanvoelen. Maar
n
zo veilig dat je het water niet eerst hoeft te koken.
de inhoud kan al heet zijn. Daarom moet je de fles altijd even schudden om de
n
Voeg de aangegeven hoeveelheid poeder toe.
warmte van de melk goed te verdelen.
n
Verwarm de fles.
Het verwarmen van een fles in de magnetron (600 Watt) duurt ongeveer:
n
Probeer altijd op de binnenkant van je pols of de klaargemaakte melk niet te
n
30 seconden voor 100 ml voeding
warm is.
n
45 seconden voor 150 ml voeding
n
Geef de fles meteen aan je kind als de temperatuur goed is.
n
60 seconden voor 200 ml voeding
n
Laat je kind niet langer dan een halfuur drinken. Gooi de melk weg die over is.
Hoe geef je de fles? De informatie op blikken flesvoeding bevat soms andere adviezen dan het
Het is belangrijk om je kind veel aandacht te geven wanneer je hem de fles geeft.
Voedingscentrum geeft. Zo staat er vaak dat water eerst gekookt moet worden.
Voor je kind is lichamelijk contact erg belangrijk. Neem hem daarom lekker op
Het Voedingscentrum adviseert dat je in Nederland ongekookt water uit de kraan
schoot. Voed afwisselend op de linker en de rechterarm. Dat is beter voor de
kunt gebruiken voor het klaarmaken van de flesvoeding. Dat is veilig en praktisch.
motorische ontwikkeling van je kind en ook voor jouw armen en schouders. Laat
Het is namelijk nog nooit gebleken dat gezonde kinderen in Nederland ziek ge-
in het begin niet te veel verschillende mensen de fles geven. Je kind leert dan eerst
worden zijn van een voeding die zorgvuldig is klaargemaakt met ongekookt water.
zijn ouders en vaste verzorgers goed kennen en raakt zo aan jullie gewend.
Mag je flesvoeding van tevoren klaarmaken? Het beste is om de voeding per fles klaar te maken. Voor een nachtvoeding of voor de oppas, kun je de hoeveelheid poeder in een doseerdoosje doen en de fles al met de juiste hoeveelheid water vullen. Als het echt nodig is, kun je een of twee flessen van tevoren klaarmaken. Je moet ze dan meteen na het klaarmaken in de koelkast zetten. De temperatuur in de koelkast moet lager zijn dan 4°C. De klaargemaakte flesvoeding kun je maximaal acht uur in de koelkast bewaren.
34
35
Beginnen voor 6 maanden? Denk jij dat je kind voor 6 maanden al toe is aan hapjes? Maakt hij bijvoorbeeld steeds smakkende geluidjes? Dan is het misschien eerder tijd voor vaste voeding. Misschien, het hoeft niet. Vraag daarom advies aan je consultatiebureau voordat je je kind een hapje gaat geven.
Eerste hapjes zijn oefenhapjes: kleine hapjes voor beginners. Ze zijn echt extra en komen niet in de plaats van borstvoeding of flesvoeding. Je kind leert happen en went aan nieuwe smaken. De melkvoedingen blijven het belangrijkste tot je kind ongeveer 8 maanden oud is.
Wanneer geef je wat?
Als je voor 6 maanden begint met vaste voeding en je geeft borstvoeding, dan
Het consultatiebureau begeleidt je bij het opbouwen van vaste voeding,
drinkt je kind misschien minder aan de borst. Daardoor kan je melkproductie ook
dat ongeveer in de volgende stappen verloopt:
eerder gaan teruglopen. Je kind profiteert dan niet optimaal van de borstvoeding.
n
Vanaf zes maanden: volledige melkvoeding en oefenhapjes Het eerste hapje is vaak een geprakt groente- of fruithapje, of pap met een
Begin je op advies van het consultatiebureau met vaste voeding voordat je
lepel. Wat kleine stukjes brood zonder korst, een beetje geprakte aardappel,
kind 6 maanden oud is? Let dan op met gluten. De darmen van je kind moeten wennen aan gluten. Gluten zitten onder andere in brood, koekjes, pasta, pap
rijst of bijvoorbeeld een hapje gemalen vlees of vis kan ook. n
Vanaf zeven maanden: volledige melkvoeding, oefenhapjes en
en tarwemeel. Bouw de hoeveelheid gluten in de voeding van je kind langzaam
een broodkorst
op. Hiermee kun je beginnen voordat je kind 6 maanden is, maar in ieder geval
Je kunt er nu een broodkorst bij geven. Zo leert je kind kauwen, ook als hij
niet voor de leeftijd van 4 maanden. Je hoeft dit niet uit te stellen tot na de
nog geen tanden en kiezen heeft. Hij bijt en sabbelt met z’n kaken. Dat is goed
leeftijd van 6 maanden. Belangrijk is vooral om niet te beginnen met te veel
voor zijn mondspieren. Verder ga je gewoon door met de kleine oefenhapjes.
gluten in 1 keer. Als je tegelijk met het opbouwen van de hoeveelheid gluten in de voeding van je kind borstvoeding geeft, verkleint dit de kans dat je kind
Prak ze iets minder fijn. n
Vanaf acht tot tien maanden: minder melkvoeding, meer vaste voeding
glutenintolerantie krijgt. Glutenintolerantie is een aandoening van de dunne
Je kind gaat nu echt maaltijden eten. Dus je gaat melkvoedingen vervangen.
darm die het gevolg is van intolerantie voor gluten. Een andere naam voor
Een voorbeeld van een maaltijd is een groentehapje met aardappel, rijst en een
glutenintolerantie is coeliakie.
beetje vlees of vis. Prak het hapje met een vork. Misschien lust je kind ook een toetje, bijvoorbeeld een beetje magere yoghurt. Je kunt ook borstvoeding geven
Geef nog geen nitraatrijke groenten. Kijk op blz. 55 voor voorbeelden van
als toetje of als besluit van de dag.
nitraatrijke groenten. Tijdens het opwarmen en bewaren van groente kan nitraat veranderen in nitriet. Jonge kinderen kunnen van nitriet moeilijkheden krijgen met hun ademhaling.
Met welk soort hapje moet je beginnen? Het maakt niet zoveel uit waarmee je begint: wat groente, fruit, brood, aardappel, vlees of vis; het mag allemaal. Begin liever niet met zure of bittere smaken. Anders wordt het verschil met de zoete smaak van borstvoeding of flesvoeding erg groot. Aan een zachte smaak went je kind makkelijker. Denk bijvoorbeeld aan worteltjes, bloemkool, banaan of aardappel.
46
47
Wat is het beste tijdstip om een oefenhapje te geven?
Hoe fijn moet het eten zijn?
Je kunt oefenhapjes het beste geven direct na een borst- of flesvoeding of tussen twee
Je hoeft een hapje van groente of fruit niet fijn te malen in een keukenmachine
voedingen door. Geef je het oefenhapje voor de voeding, dan heeft je kind honger
of met een staafmixer. Prakken met een vork is vanaf het eerste hapje voldoende.
en weinig geduld. Na de voeding of tussendoor is je kind ontspannen en heeft hij
In het begin prak je het hapje heel fijn. Dat lukt goed met zacht fruit en zachte
geen enorme honger. Dat is een goed moment om iets nieuws te proeven. Probeer
gekookte groente, bijvoorbeeld banaan, peer, perzik, bloemkool of worteltjes.
verschillende smaken uit. Wil je kind maar één lepeltje? Wil hij niet of spuugt hij het
Als je kind het fijngeprakte hapje goed eet, kun je het wat minder fijn gaan
hapje uit? Dat hoort bij het wennen. Probeer het een volgende keer gewoon weer.
prakken. Dan laat je er dus zachte stukjes in zitten. Nog wat later is snijden in kleine stukjes voldoende. Voor brood geldt eigenlijk dezelfde volgorde: geeft eerst
Hoe snel went je kind aan hapjes?
kleine stukjes bruinbrood zonder korst. Gaat dat goed, dan kun je ook de korstjes
Dat doet hij in z’n eigen tempo. Het is geen wedstrijd ‘wie eet als eerste de
geven en overstappen op volkorenbrood. Zo leert je kind steeds beter kauwen.
meeste hapjes’. Vergelijk je kind dus niet met andere kinderen. Vertrouw op jezelf
Vlees kun je in het begin beter wel fijnmalen, daarna mag het in kleine stukjes.
en op je kind en maak je niet bezorgd of je het wel goed doet. Je hebt de eerste maanden van z’n leven al goed voor hem gezorgd en daar ga je gewoon mee door.
Hoe leert je kind kauwen?
Je kind laat zelf zien wat hij wil. Kijk daarom goed hoe hij reageert als je hem een
Je kind leert kauwen doordat hij z’n mondspieren anders moet gebruiken dan
hapje geeft. Hapt hij gretig? (‘Ja lekker!’) Of draait hij z’n gezicht weg? (‘Nee, nu
wanneer hij drinkt aan de borst of uit een fles. Dat begint al bij het eerste fijn-
nog even niet!’). Het is een kwestie van uitproberen, voor hem en voor jou.
geprakte hapje of het eerste stukje brood: daar doet hij vanzelf iets anders mee dan alleen maar doorslikken. Als jij het eten geleidelijk wat minder fijnprakt, moet
Welk voedingsschema kun je aanhouden?
hij meer gaan ‘kauwen’: hij bijt en sabbelt met z’n kaken. Ook als hij nog geen
Er bestaat niet één bepaald voedingsschema dat voor alle kinderen geldt.
tanden heeft. Op deze manier oefent hij z’n mondspieren. Dat is goed om straks
Waarom niet? Omdat kinderen niet allemaal evenveel nodig hebben. Ze ver-
echt goed te kunnen kauwen en - wat later - goed te leren praten.
schillen van elkaar als je bijvoorbeeld kijkt naar lichaamsbouw, groei en beweeglijkheid. Hierdoor heeft het ene kind meer voeding nodig dan het
Is drinken uit een beker beter?
andere. Op het consultatiebureau krijg je advies over jouw kind.
Ja, vanaf tien maanden is een gewone beker beter. Laat je kind er rustig mee oefenen. Een beetje geklieder hoort erbij. Geef je borstvoeding, dan kun je eventueel een beetje afgekolfde melk uit een bekertje geven
Genoeg is genoeg
of wat water. Krijgt je kind flesvoeding, wissel dan de fles
Hoeveel je kind eet, hangt af van hoeveel hij zelf wil eten. Jonge kinderen
af met een beker. Laat je kind oefenen met een beker van
voelen namelijk zelf heel goed aan wanneer ze genoeg hebben gegeten. Ze
doorzichtig, flexibel plastic. Eventueel kun je je kind een antilek-
hebben een natuurlijk gevoel voor honger en verzadiging. Dring je kind daarom
of tuitbeker geven als tussenstap tijdens de overgang naar
geen eten op. Een kind dat voortdurend meer moet eten dan hij nodig heeft,
drinken uit een beker. Gebruik je een tuitbeker? Zorg dan dat
heeft meer kans op overgewicht. Wat zijn lichaam te veel krijgt, wordt namelijk
je kind hem in één keer leegdrinkt. De hele dag door steeds
opgeslagen in de vorm van lichaamsvet. En dat groeit er niet vanzelf uit.
een slokje uit de tuitbeker is slecht voor zijn gebit.
Daarom is het advies: jij bepaalt wat je kind eet, je kind bepaalt hoevéél hij eet.
48
49
Welke beweegspelletjes kun je samen doen? Kiekeboe
Hoe kan je kind makkelijk kruipen, klauteren en rollen?
Ga tegenover je kind op de grond zitten. Gebruik een grote stoffen zakdoek.
Op de grond kan je kind leren rollen en kruipen. Met veel ruimte
Houd de doek voor je gezicht, trek de doek weg en zeg ‘kiekeboe’. Wat een
om zich heen kan hij lekker rondscharrelen. Het is prettig voor
verrassing als je opeens weer te voorschijn komt. Hierna kun je dit ook bij
hem als hij soepele kleding aan heeft waarin hij makkelijk kan
je kind doen.
bewegen. Dus bijvoorbeeld geen grote knopen en ritssluitingen en geen harde pantoffels. Speelgoed dat hij zelf op kan pakken en
Verstopspelletje
weer los kan laten (zoals een zachte bal) en speelgoed dat hij kan bewegen
Laat je kind zijn favoriete speeltje zien en stop dat daarna langzaam achter je
(zoals een auto of een ander rollend speeltje) gaat hij nu leuk vinden. Hier kan hij
rug. Hij zal gaan zoeken waar het speeltje is. Laat na een poosje het speeltje
met veel plezier achteraan kruipen. Na een tijdje zal hij ook willen klimmen en
weer verschijnen.
klauteren. Je kunt je kind dan laten spelen op een matras, luchtbed of wat kussens. Je kind kan erop kruipen en eraf rollen. Zo oefent hij zijn evenwicht.
Bal met bel rollen
Natuurlijk moeten er geen gevaarlijke materialen of situaties zijn. Denk daarbij
Gebruik een zachte bal met een belletje erin. Rol de bal naar je kind toe zodat
ook aan de traphekjes.
hij de bal kan pakken en weer los laten. Rol de bal ook eens van je kind vandaan Optrekken en lopen
zodat hij er kruipend achteraan moet gaan.
De eerste keren optrekken gebeurt vaak aan de spijlen van de box. Daarna gaat je kind zich ook optrekken aan andere meubels, zoals de bank of een stoel.
TIP!
Dit is goed, want daardoor oefent hij zijn beenspieren. Variatie is belangrijk. Veel zwembaden hebben speciale zwemuren voor ouders met
Door je kind de gelegenheid te geven zich langs een tafel, kast en andere
baby’s. Het water is extra warm gemaakt. Onder deskundige
meubels te verplaatsen, leert hij lopen.
begeleiding doe je spelletjes en oefeningen met je baby.
TIP!
Loopt je kind veel achter een loopautootje, haal dit dan eens een poosje weg. Je kind zal dan leren ‘los’ op zijn voeten te staan. Dat is nodig om zelf te kunnen lopen. Kijk voor meer informatie en beweegtips op www.beweegkriebels.nl.
64
65
Wat geef je je kind bijvoorbeeld per dag?
Heeft je kind extra vitamines nodig?
Een dagmenu kan er zo uit zien:
Kinderen in de groei hebben veel vitamine D nodig. Dat is goed voor de botten en tanden. Tot je kind vier jaar is, heeft hij elke dag tien microgram extra vitamine
Ontbijt:
n
1 sneetje volkorenbrood met margarine uit een kuipje
D nodig. Je kunt speciale tabletjes of druppels met vitamine D voor je kind kopen
en appelstroop
bij de drogist of apotheek.
n
1 bekertje (100 ml) halfvolle melk
n
1 mandarijntje
Tussendoor:
n
1 schaaltje (100 gram) fruit in stukjes gesneden
nodig. Een deel van dat drinken bestaat uit de melkproducten melk, vla en yog-
n
1 bekertje (100 ml) vruchtensap verdund met water
hurt. Kies hiervan de halfvolle of magere soorten. Hiervan heeft je kind twee à
Lunch:
n
1 sneetje volkorenbrood met margarine uit een kuipje en
je veel meer melkproducten geeft, bederft dat de eetlust van je kind. Dan heeft
op de ene helft een half plakje kaas en schijfjes tomaat en
hij minder trek in het andere eten dat hij ook nodig heeft.
Wat is gezond drinken? Je kind heeft op een dag ongeveer zes à zeven bekertjes (totaal 750 ml) drinken
drie bekertjes (300 ml) op een dag nodig. Niet veel meer en niet veel minder. Als
de andere helft een half plakje ham
n
1 bekertje (100 ml) karnemelk
Tussendoor:
n
1 biscuitje
peutergroeimelk of -opvolgmelk is niet nodig. Het bevat
n
1 kopje lauwe (vruchten)thee
toegevoegde vitamines en mineralen, maar sommige soorten
Warme maaltijd:
n
1-2 aardappels
en magere melk. Peuters die gezond eten hebben die extra
n
1-2 eetlepels gekookte groente
vitamines en mineralen niet nodig.
n
1 schepje jus
n
50 gram vlees, kip, vis of vleesvervanger
n
1 schaaltje (100 ml) yoghurt
TIP!
Geef je peuter bij voorkeur halfvolle of magere melk. Speciale
bevatten ook meer calorieën in vergelijking met halfvolle
Dit zijn vijf eetmomenten. Laat je kind maximaal zeven keer per dag iets eten en/of drinken. Dan blijft zijn gewicht gezond en het is ook beter voor zijn tanden en kiezen.
72
73
Hoe breng je regelmaat aan?
Nee-fase
Leer je kind dat er vaste momenten op de dag zijn waarop het tijd is om
Je peuter komt vroeg of laat in een fase dat hij ‘nee’ gaat zeggen. Hij zegt ‘nee’
te eten en drinken. Dit doe je door je kind naast de drie hoofdmaaltijden (ontbijt,
als hij een jas aan moet ‘nee’ als hij moet slapen en ook ‘nee’ tegen het bordje
lunch en avondeten) op vaste momenten iets tussendoor te geven. Hij raakt dan
met eten. Misschien wil je op zo’n moment wat anders te eten geven. Doe dit
gewend aan deze vaste tijdstippen. Daardoor zal hij minder snel trek hebben
niet. Je geeft daarmee je kind zijn zin als hij ‘nee’ roept. En grote kans dat hij dat
op de momenten daartussen. Geef je kind maximaal zeven keer per dag iets te
dan de volgende keer weer doet. Als je kind niet zo’n trek heeft of iets niet lekker
eten en te drinken.
vindt, schep dan een kleine portie op. Dan ligt er gewoon wat minder eten op zijn bordje. Als het dan toch goed smaakt, kun je nog een keer opscheppen.
Onverzadigbare kinderen Sommige kinderen lijken heel de dag door te willen eten. Ze hebben net het
Kliederen met eten
ontbijt op en een halfuur later willen ze al weer iets eten. Of ze zien een ander
Kliederen met eten is iets anders dan slecht eten. Het is namelijk normaal dat
kind op straat eten en willen dan ook wat. Geef hier niet aan toe. Zeg gewoon
kinderen eten willen ontdekken. Dat betekent voor een peuter heerlijk met z’n
‘nee’ en houd dit vol. Kinderen die aangeleerd hebben de hele dag door te eten,
handen eten. Hoe voelt het? Hoe proeft het? Hoe ruikt het? Je kind gooit het
luisteren niet meer naar hun gevoel (‘ik heb geen honger’). Ze eten zodra daar
eten op de grond en ontdekt zo hoe zwaartekracht werkt. Hij smeert het eten
gelegenheid voor is. Hierdoor eten ze makkelijk te veel.
over de tafel, waarna hij er druk met z’n handen op wordt geslagen. Haren, kleding en kinderstoel zitten onder het eten. Als ouder moet je zelf beslissen in
Wat doe je als je kind slecht eet?
hoeverre je kind dit mag. Het vergt aandacht, geduld en tijd om de boel weer
Veel ouders schrikken ervan. Ze waren gewend aan het vele eten en drinken van
aan kant te krijgen. Kliederen hoeft niet, maar het is wel een manier om een
hun kind. Maar bezorgdheid is niet nodig. Na twaalf tot achttien maanden neemt
kind zelf te laten ontdekken hoe hij kan eten. Zo ontwikkelt hij vaardigheden
de snelle groei van je kind af. Daardoor kan hij minder eetlust hebben dan in het
om straks met bestek te gaan eten. Als hij wat ouder is, moet hij natuurlijk wel
eerste jaar het geval was. Todat je kind (bijna) volwassen is, wisselen periodes van
netjes leren eten en zul je zien dat dit ook makkelijker gaat.
veel en minder eten elkaar geregeld af, afhankelijk van de ontwikkeling die je kind doormaakt.
TIP!
Kleine kinderen willen het liefst alles zelf doen. Ook zelf
Vertrouw op de eetlust van je kind
leren eten. Geef ze in het begin een extra lepel. Zo kunnen
Misschien denk je dat hij zijn eigen wil uitprobeert, maar ‘genoeg is genoeg’ bij
ze samen met jou het eten naar binnen lepelen.
een peuter (zie ook Natuurlijk gevoel voor honger en verzadiging op blz. 70). Als je kind goed groeit en actief is, zit het wel goed. Maak je je toch zorgen, ga dan een keer extra naar het consultatiebureau om je kind te laten meten en wegen.
78
79