BIJLAGE ARBEIDSREGLEMENT BEEINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST Art. 23 : Opzegging De opzegging gebeurt op straf van nietigheid op één van de hiernavolgende wijzen : Indien de opzegging uitgaat van de werkgever : 1. Door een aangetekende brief 2. Bij deurwaardersexploot 3. Begin en duur van de opzegging dienen uitdrukkelijk vermeld te worden. Indien de opzegging uitgaat van de werknemer : 1. Door een aangetekende brief 2. Bij deurwaardersexploot 3. Door overhandiging van een geschrift dat voor ontvangst getekend wordt. 4. Begin en duur van de opzegging dienen uitdrukkelijk vermeld te worden. Art. 24 : De Wet van 12 april 2011 (B.S. 28 april 2011) betekent een eerste toenadering tussen de opzeggingstermijnen van arbeiders en bedienden. Deze wet voorziet niet alleen in een verlenging van de opzeggingstermijnen van de arbeiders, maar ook in een beperking van de opzeggingstermijnen van de bedienden, voor zover die arbeiders en bedienden in dienst zijn gekomen vanaf 1 januari 2012. A. Bedienden 1 -
Vanaf 2012 gelden andere opzeggingstermijnen voor bedienden die in dienst zijn gekomen vóór 1 januari 2012 als voor diegenen die vanaf deze datum in dienst zijn gekomen.
-
Tijdens de proeftijd kunnen beide partijen, na afloop van de eerste maand, de overeenkomst beëindigen mits in acht name van een opzeggingstermijn van 7 dagen. Na verloop van de proeftijd gelden volgende termijnen.
-
1. Bedienden in dienst vóór 1 januari 2012 1.1. Jaarloon niet hoger dan 31.467 EUR
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 5 jaar van 5 jaar tot 9 jaar van 10 jaar tot 14 jaar van 15 jaar tot 19 jaar van 20 jaar tot 24 jaar van 25 jaar tot 29 jaar van 30 jaar tot 34 jaar van 35 jaar tot 39 jaar van 40 jaar tot 44 jaar
1
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden
Werknemer 1,5 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden
De genoemde bedragen zijn geldig op 01.01.2012. Ze moeten jaarlijks worden aangepast. Dit gebeurt volgens art. 131 van de wet van 3 juli 1978 en/of eventuele andere wettelijke bepalingen.
1.2. Jaarloon hoger dan 31.467 EUR doch niet hoger dan 62.934 EUR De opzeggingstermijn moet worden overeengekomen tussen de partijen op het ogenblik waarop de opzegging gegeven wordt, hetzij door de rechter. De werkgever moet minimum de onder 1 hierboven vermelde opzeggingstermijn naleven en de opzeggingstermijn door de bediende na te leven mag in dit geval niet meer dan 4,5 maanden bedragen. 1.3. Jaarloon hoger dan 62.934 EUR De opzeggingstermijn moet worden overeengekomen tussen de partijen op het ogenblik waarop de opzegging gegeven wordt, hetzij door de rechter. De werkgever moet minimum de onder 1 hierboven vermelde opzeggingstermijn naleven en de opzeggingstermijn door de bediende na te leven mag in dit geval niet meer dan 6 maanden bedragen. Wanneer het jaarloon hoger is dan 62.934 EUR op het ogenblik van de indiensttreding, mogen de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijnen ook vastgesteld worden bij overeenkomst, gesloten ten laatste op dat ogenblik. Als minima gelden de onder 1 hierboven vermelde opzeggingstermijnen. 2. Bedienden in dienst vanaf 1 januari 2012 2.1. Jaarloon niet hoger dan 31.467 EUR
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 5 jaar van 5 jaar tot 9 jaar van 10 jaar tot 14 jaar van 15 jaar tot 19 jaar van 20 jaar tot 24 jaar van 25 jaar tot 29 jaar van 30 jaar tot 34 jaar van 35 jaar tot 39 jaar van 40 jaar tot 44 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden
Werknemer 1,5 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden
2.2. Jaarloon hoger dan 31.467 EUR doch niet hoger dan 62.934 EUR Opzegging vanaf 1 januari 2012:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer Meer dan 10 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 91 dagen 120 dagen 150 dagen 182 dagen 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit
Werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen
Opzegging vanaf 1 januari 2014:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer Meer dan 10 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 91 dagen 116 dagen 145 dagen 182 dagen 29 dagen per begonnen jaar anciënniteit
Werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen
2.3. Jaarloon hoger dan 62.934 EUR Opzegging vanaf 1 januari 2012
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer van 10 jaar tot 15 jaar meer dan 15 jaar
Duur van de opzeggingstermijn Werkgever 91 dagen 120 dagen 150 dagen 182 dagen 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit
werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen 180 dagen
Opzegging vanaf 1 januari 2014
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer van 10 jaar tot 15 jaar meer dan 15 jaar
Duur van de opzeggingstermijn Werkgever 91 dagen 116 dagen 145 dagen 182 dagen 29 dagen per begonnen jaar anciënniteit
werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen 180 dagen
Wanneer het jaarloon hoger is dan 62.934 EUR op het ogenblik van de indiensttreding, mogen de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijnen ook vastgesteld worden bij overeenkomst, gesloten ten laatste op dat ogenblik. Als minima gelden de onder 2.1 hierboven vermelde opzeggingstermijnen. 3. Tegenopzegging Indien de bediende opgezegd werd door de werkgever kan de bediende, indien deze een nieuwe dienstbetrekking gevonden heeft, een einde stellen aan de overeenkomst mits een verkorte opzeggingstermijn (tegenopzegging).
Deze opzeggingstermijn bedraagt : − 1 maand voor de bediende met een jaarwedde niet hoger dan 31.467 EUR; − 2 maanden voor de bedienden met een jaarwedde hoger dan 31.467 EUR doch niet hoger dan 62.934 EUR; − 4 maanden maximaal, doch te bepalen bij overeenkomst op het ogenblik van de beëindiging van de overeenkomst voor de bedienden met een jaarwedde hoger dan 62.934 EUR. 4. Opzegging bij het bereiken van de pensioenleeftijd. Om de arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde duur te beëindigen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de bediende de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt, dan wordt de opzegtermijn vastgesteld op zes maanden wanneer het ontslag van de werkgever uitgaat. De leeftijd wordt tot zestig jaar teruggebracht en drie maanden wanneer de opzeg van de bediende uitgaat. De opzegtermijn die de werkgever of de bediende moet eerbiedigen, wordt tot de helft teruggebracht wanneer de bediende minder dan vijf jaar dienst heeft in de onderneming. DE OPZEGGINGSTERMIJN GAAT IN NA AFLOOP VAN DE KALENDERMAAND WAARIN ZE BETEKEND WERD. B. Arbeiders 1. Arbeiders in dienst vóór 1 januari 2012 −
Tijdens de eerste 7 dagen van de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig beëindigd worden zonder dringende reden. Na afloop van de 7de tot en met de laatste dag van de proefperiode mag de arbeidsovereenkomst op het einde van elke werkdag zonder opzegging noch vergoeding beëindigd worden.
−
Na afloop van de proeftijd gelden volgende termijnen: 1.
Indien een K.B. of C.A.O. in afwijkende opzeggingstermijnen voorziet voor (een deel van) de arbeiders van de onderneming: − gelden afwijkende opzeggingstermijnen voor de arbeiders die onder de afwijking vallen (zie bijlage V) − gelden voor de andere arbeiders volgende opzeggingstermijnen:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden minder dan 20 jaar ten minste 20 jaar 2.
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 dagen 28 dagen 56 dagen
Werknemer 3 dagen 14 dagen 28 dagen
Indien in de (sub)sector waaronder de onderneming voor haar arbeiders ressorteert een collectief akkoord voorziet in een eigen stelsel van verruimde stabiliteit van werkgelegenheid of inkomen via aanvullende bestaanszekerheidsregelingen of equivalente regelingen, gelden volgende opzeggingstermijnen:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden minder dan 20 jaar ten minste 20 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 dagen 28 dagen 56 dagen
Indien 1. en 2. niet van toepassing zijn, gelden volgende opzeggingstermijnen:
Werknemer 3 dagen 14 dagen 28 dagen
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden van 6 maanden tot minder dan 5 jaar van 5 jaar tot minder dan 10 jaar van 10 jaar tot minder dan 15 jaar van 15 jaar tot minder dan 20 jaar 20 jaar en meer
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 dagen 35 dagen 42 dagen 56 dagen 84 dagen 112 dagen
Werknemer 3 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 28 dagen
De opzeggingstermijn gaat onmiddellijk in voor de arbeiders met minder dan 6 maanden anciënniteit in de onderneming. DE OPZEGGINGSTERMIJN GAAT IN DE MAANDAG VOLGEND OP DE WEEK WAARIN ZE BETEKEND WERD VOOR DE ARBEIDERS MET MEER DAN 6 MAANDEN DIENST IN DE ONDERNEMING. 2. Arbeiders in dienst vanaf 1 januari 2012 −
Tijdens de eerste 7 dagen van de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig beëindigd worden zonder dringende reden. Na afloop van de 7de tot en met de laatste dag van de proefperiode mag de arbeidsovereenkomst op het einde van elke werkdag zonder opzegging noch vergoeding beëindigd worden.
−
Na afloop van de proeftijd gelden volgende termijnen:
2.1. Wettelijke regeling De wettelijke regeling geldt voor alle sectoren die geen afwijkende opzeggingstermijnen of een stelsel van verruimde stabiliteit hebben. De opzeggingstermijnen uit CAO nr. 75 worden verlengd met coëfficiënt 1,15. De nieuwe termijnen zien er bijgevolg als volgt uit:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden 6 maand tot 5 jaar 5 jaar tot 10 jaar 10 jaar tot 15 jaar 15 jaar tot 20 jaar Meer dan 20 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 kalenderdagen 40 kalenderdagen 48 kalenderdagen 64 kalenderdagen 97 kalenderdagen 129 kalenderdagen
Werknemer 3 kalenderdagen 14 kalenderdagen 14 kalenderdagen 14 kalenderdagen 14 kalenderdagen 28 kalenderdagen
3. Afwijkingen per Paritair Comité Sectorale afwijkingen blijven bestaan en zijn van toepassing op zowel de arbeiders die vóór als de arbeiders die vanaf 2012 in dienst zijn gekomen. De wettelijke termijnen uit art. 65/2 (zie punt 1) zijn hier dus niet van toepassing.
Er zijn twee situaties van sectorale afwijkingen mogelijk: -
het paritair comité heeft een eigen K.B. met afwijkende opzeggingstermijnen;
-
het paritair comité kent een stelsel van verruimde stabiliteit, d.w.z. het heeft een stelsel van grotere werkzekerheid, bv. via een aanvullende bestaanszekerheidsuitkering in geval van ontslag.
In deze hypotheses wordt aan de sectoren gevraagd om vóór 1 januari 2013 te onderzoeken of deze opzeggingstermijnen niet moeten worden aangepast in dezelfde verhouding als bij de wettelijke termijnen (1,15).
Art. 25 : Afwezigheid Tijdens de opzeggingstermijn mag de werknemer 1 of 2 maal per week afwezig zijn om een ander werk te zoeken, zonder dat de totale duur van de afwezigheid één werkdag per week mag overschrijden. Als de opzeggingstermijn korter is dan zeven dagen, bij toepassing van artikel 60 van de wet op de arbeidsovereenkomsten, mag slechts een halve arbeidsdag verlet worden. Indien het jaarloon van een bediende meer dan 31.467 EUR(2) bedraagt, mag de bediende afwezig zijn binnen de in het eerste lid bepaalde perken gedurende de laatste 6 maanden van de opzeggingstermijn; tijdens de vorige periode mag hij slechts één halve dag per week afwezig zijn. Om de organisatie van de arbeid niet te schaden, moet de werknemer de werkgever van zijn afwezigheid in kennis stellen.
5
Dit bedrag is geldig op 01.01.2012. Het moet jaarlijks worden aangepast. Dit gebeurt volgens art. 131 van de wet van 3 juli 1978 en/of eventuele andere wettelijke bepalingen.