LOGISTIEK HELPER in de verzorgingssector OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW
DUUR: 12 maanden
COMPETENTIES CLUSTERS VAN COMPETENTIES De leerling kan de organisatie en doelgroepen van een zorginstelling verduidelijken;
centrum
werkgever
COMPETENTIES De leerling kan termen in verband met een zorginstelling uitleggen; verschillende afdelingen van een zorginstelling verduidelijken; de functie van het personeel verduidelijken; de werkorganisatie van een afdeling beschrijven; de taak en plaats van de logistiek assistent in een zorginstelling uitleggen; kenmerken van specifieke doelgroepen herkennen;
methodisch handelen;
het toegewezen takenpakket plannen; de benodigde tijd voor de eigen werkzaamheden inschatten; het nodige materiaal verzamelen; de eigen werkruimte organiseren; volgens een voorgeschreven procedure de taken uitvoeren; met de dagindeling en activiteiten van anderen rekening houden; het eigen werk controleren en bijsturen;
hygiënisch werken;
voorschriften i.v.m. algemene hygiëne toepassen; voor de persoonlijke hygiëne instaan; principes van voedingshygiëne toepassen;
beroepshoudingen bij het uitvoeren van taken aannemen;
het eigen werk controleren en bijsturen; principes van beroepsgeheim toepassen; tijdens de werkzaamheden met de instellingscultuur rekening houden; contacten leggen, onderhouden en afsluiten; luisteren;
in team werken;
opdrachten van andere zorgverstrekkers aanvaarden; waarnemingsgegevens signaleren; aan teamoverleg en overdracht deelnemen; met collega’s en zorgverstrekkers samenwerken;
bij noodsituaties helpen;
de eerstehulpdiensten en/of bevoegde personen oproepen; basisprincipes van EHBO toepassen; bij verstikking maatregelen nemen; bij verbranding maatregelen nemen; bij bloeding maatregelen nemen;
bij animatie-activiteiten ondersteunen;
bij animatie-activiteiten ondersteunen; de zorgvrager bij activiteiten begeleiden;
maaltijden op een afdeling voorbereiden, opdienen en afruimen;
het belang van gezonde voeding verwoorden; gegevens in verband met menukeuzes invullen; de maaltijdbediening verzorgen; broodmaaltijden en tussendoortjes bereiden; dieetmaaltijden herkennen; de vaat doen; de keuken op een afdeling in orde houden; tafels dekken en afruimen; de keukenvoorraad bijhouden;
onderhoudstaken verbonden aan een afdeling uitvoeren;
kamers en leefruimten opruimen en ordelijk houden; reinigings-, onderhouds- en ontsmettingsproducten gebruiken; schoonmaakmaterialen en toestellen gebruiken en onderhouden; de werkwijzen en reinigingstechnieken voor het onderhoud van verschillende ruimten toepassen; verzorgingsmateriaal reinigen en ontsmetten; het meubilair op een kamer gebruiken;
bedden volgens techniek opmaken; afval sorteren en verwijderen; klein onderhoud aan materialen uitvoeren; het interieur van kamers en leefruimten verzorgen; voor het textiel zorg dragen;
de linnenwagen aanvullen; textielgoed verzamelen, sorteren en verdelen; de linnenkamer beheren;
voor de persoonlijke bezittingen van de zorgvrager zorg dragen;
kleine herstellingen aan persoonlijke bezittingen uitvoeren; voor de persoonlijke bezittingen van de zorgvrager zorg dragen; voor of met de zorgvrager boodschappen doen;
in opdracht verzorgingsmateriaal, farmaceutische producten, stalen en apparaten transporteren;
verzorgingsmaterialen herkennen; voor steriel materiaal zorg dragen; in opdracht verzorgingsmateriaal, farmaceutische producten, stalen en apparaten transporteren; zich naar de verschillende afdelingen begeven;
administratieve taken uitvoeren;
gegevens met de computer invoeren; telefonische oproepen beantwoorden en doorverbinden; in opdracht interne en externe post rondbrengen;
de voorraad administratieve formulieren bijhouden; klasseringprincipes toepassen; samen met de andere zorgverstrekkers de zorgvrager tillen, verplaatsen en vervoeren;
de functie en werking van het bewegingsstelsel benoemen; samen met de andere zorgverstrekkers de zorgvrager tillen en verplaatsen; de zorgvrager die geen bestendig toezicht nodig heeft, met behulp van rolstoel, ziekenhuisbed, … vervoeren; de zorgvrager bij het wandelen ondersteunen;
ecologisch, economisch en ergonomisch werken;
principes omtrent ecologisch werken toepassen; principes omtrent economisch werken toepassen; principes omtrent ergonomisch werken toepassen;
veilig werken;
principes omtrent bescherming en preventie in alle handelingen toepassen; voor de veiligheid van de zorgvrager, medewerkers en zichzelf, vastgelegde procedures volgen;
observeren en rapporteren;
observeren als methode toepassen; observaties mondeling en schriftelijk rapporteren;
gepaste omgangsvormen hanteren;
assertief reageren; bij veranderende situaties zich flexibel opstellen; met anderen en de werkomgeving respectvol omgaan; met stressvolle momenten omgaan; gepaste omgangsvormen hanteren; met ongewenste intimiteiten omgaan;
eigen sociaal statuut begrijpen;
de rechten en plichten van de werknemer toepassen; de rechten en plichten van de werkgever t.o.v. de werknemer beschrijven.
ONDERSTEUNENDE BASISVORMING
FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID
De leerlingen kunnen uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen; kunnen ingewonnen informatie mondeling gebruiken; kunnen eenvoudige informatie schriftelijk formuleren; kunnen zich mondeling duidelijk uiten;
FUNCTIONELE REKENVAARDIGHEID
kunnen evenredigheden functioneel toepassen;
FUNCTIONELE INFORMATIEVERWERVING EN -VERWERKING
kunnen informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken; kunnen spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie;
ORGANISATIEBEKWAAMHEID
kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturen; kunnen bij groepsopdrachten in teamverband instructies uitvoeren;
MAATSCHAPPELIJK EN ETHISCH BEWUSTZIJN, WEERBAARHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID
kunnen solliciteren; zien het belang in van levenslang leren; zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag; zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen.