VERZORGENDE OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW
DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties “Logistieke hulp in de verzorgingssector” reeds zijn verworven
Competenties: CLUSTERS VAN COMPETENTIES De leerling kan de voorzieningen in de gezondheids- en welzijnszorg beschrijven;
centrum
werkgever
COMPETENTIES De leerling kan de plaats van de voorzieningen in de gezondheids- en welzijnszorg beschrijven; de organisatie van de voorzieningen beschrijven; de verschillende werkvelden van de zorgverstrekkers situeren; de taak en verantwoordelijkheid van de verzorgende beschrijven; omgaan met informatie in verband met de opvangvoorziening;
de zorgvrager vanuit een dynamische mensvisie benaderen;
de voortdurende ontwikkeling op fysiek, psychisch, sociorelationeel en emotioneel vlak beschrijven; de meest voorkomende problemen bij de ontwikkeling verwoorden; de zorgvrager vanuit een dynamische mensvisie beschrijven; de zorgvrager vanuit een dynamische mensvisie benaderen;
methodisch handelen;
met de verantwoordelijke, collega’s en/of de zorgvrager overleggen; de verschillende werkzaamheden op elkaar afstemmen; een zorgplan uitvoeren; observatieopdrachten uitvoeren;
uitgevoerde observaties rapporteren; zich i.v.m. de eigen werkzaamheden informeren; in overeenstemming met het beroepsgeheim handelen; met ecologische, economische, ergonomische, hygiënische principes en veiligheid rekening houden; in team werken;
onder supervisie werken; in team aan een zorgplan werken; zich aan wisselende werkomstandigheden aanpassen; het eigen functioneren bespreken; opdrachten van andere zorgverstrekkers aanvaarden; schriftelijk en mondeling rapporteren;
een zorgvisie beschrijven;
zorgvisies beschrijven; de invloed van een zorgvisie op het zorgproces verwoorden; het effect van veranderingen in de zorgvisie op het zorgproces beschrijven; het eigen handelen omschrijven; belangrijke behoeften van de zorgvrager omschrijven;
pedagogische visies beschrijven;
pedagogische visies beschrijven; de invloed van een pedagogische visie verwoorden; het effect van veranderingen in de pedagogische visie beschrijven; belangrijke behoeften van het kind omschrijven;
een beroepsrelatie met de zorgvrager en zijn sociaal netwerk aangaan, onderhouden en beëindigen;
de eigen plaats binnen het sociale netwerk bewaken; het belang van het contact met het sociaal netwerk verwoorden; met de belevingswereld van het sociale netwerk rekening houden; initiatief nemen; contacten onderhouden; afscheid nemen; werk en privé gescheiden houden; afspraken respecteren; de eigen omgangsvaardigheden op de zorgvrager en zijn sociaal netwerk afstemmen; met andere culturen en/of leefomgeving omgaan; respect tonen; zich assertief gedragen;
empatisch communiceren; met conflicten en probleemgedrag omgaan; inspraak geven; voor de eigen persoonlijkheid in zijn werkzaamheden aandacht hebben;
voor eigen waarden en normen aandacht hebben; eigen emoties en gevoelens herkennen; eigen handelen en houdingen evalueren; met ongewenste intimiteiten omgaan; zich over zijn rechten en plichten informeren;
met de zorgvrager omgaan;
het zelfredzaamheidsgevoel erkennen; voor beperkingen respect tonen; de zorgvrager empatisch benaderen; omgangsvormen toepassen; assertief reageren; elementen van een andere cultuur, leefomgeving en/of gewoonten respecteren; de zorgvragen herkennen en erkennen;
andere zorgverstrekkers bij de zorgverlening helpen;
onder toezicht van andere zorgverstrekkers bij het verzorgen, eten, de toiletgang, rusten en slaap hulp bieden; onder toezicht van andere zorgverstrekkers hulpmiddelen gebruiken; de zorgvrager bij het bewegen en verplaatsen ondersteunen; de zorgvrager een goede houding geven;
het woon- en leefklimaat verzorgen;
voor de huishoudelijke activiteiten zorg dragen; voor een huiselijke sfeer zorgen; helpen bij de administratie van de zorgvrager;
voor de verzorging en ADL bij de oudere zorgvrager instaan;
elementen van de belevingswereld van de oudere zorgvrager weergeven; het belang van aandachtspersonen beschrijven; de structuur in de dagindeling en de tijdsbeleving helpen aanhouden; het dagprogramma helpen invullen en uitvoeren; tijdsbesteding in functie van noden stimuleren; principes van omgaan met oudere zorgvragers toepassen; de functie en de werking van de verschillende stelsels beschrijven; de oudere zorgvrager bij hygiënische zorgen begeleiden; hygiënische zorgen uitvoeren;
toezien op de medicatie-inname; onder toezicht medicatie klaarleggen; maaltijden aangepast aan de noden van de oudere zorgvrager verzorgen; wisselligging toepassen; zelfredzaamheid en zelfstandigheid stimuleren; de veiligheid en het comfort van de oudere zorgvrager waarborgen; parameters controleren; hulpmiddelen gebruiken; de preventie van en de voorgeschreven zorg bij smetten toepassen; de preventie van en de voorgeschreven zorg bij drukletsels (1ste graad) toepassen; prothesen en steunkousen aanbrengen en verwijderen; een volledig genezen kunstmatige anus hygiënisch verzorgen; til- en verplaatsingstechnieken toepassen;
met langdurig en/of terminaal zieke zorgvragers omgaan;
met langdurig en/of terminaal zieke zorgvragers omgaan; met elementen van lijden en verwerkingsprocessen omgaan; het specifieke van een terminale situatie beschrijven; met een demente zorgvrager omgaan;
kinderen in een opvangsituatie pedagogisch begeleiden;
het belang en de rol van de opvoeding bij de ontwikkeling beschrijven; met factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van het kind rekening houden; het belang van gehechtheid beschrijven; spelactiviteiten en -materialen gebruiken;
voor de verzorging en ADL bij het kind instaan;
de functie en de werking van de verschillende stelsels beschrijven; het kind bij de hygiënische zorgen begeleiden; hygiënische zorgen uitvoeren; maaltijden aangepast aan de noden van het kind verzorgen; principes van veiligheid en comfort voor het kind beschrijven; parameters controleren; hulpmiddelen gebruiken; til- en verplaatsingstechnieken toepassen;
EHBO toepassen;
basisprincipes van EHBO toepassen;
eigen sociaal statuut begrijpen;
de rechten en plichten van de werknemer toepassen; de rechten en plichten van de werkgever t.o.v. de werknemer beschrijven.
ONDERSTEUNENDE BASISVORMING
FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID
De leerlingen kunnen uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen; kunnen over die informatie reflecteren en ze evalueren; kunnen ingewonnen informatie mondeling gebruiken; kunnen eenvoudige informatie schriftelijk formuleren; kunnen zich mondeling duidelijk uiten;
FUNCTIONELE INFORMATIEVERWERVING EN - VERWERKING
kunnen relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken; kunnen informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal en formulieren begrijpen en gebruiken;
ORGANISATIEBEKWAAMHEID
kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren, en indien nodig bijsturen; kunnen bij groepsopdrachten overleggen en actief deelnemen, in teamverband instructies uitvoeren;
TIJD- EN RUIMTEBEWUSTZIJN
zien in op grond van de actualiteit en eigen ervaringen dat er een verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst en dat er culturele verschillen zijn in het dagelijkse leven van mensen;
MAATSCHAPPELIJK EN ETHISCH BEWUSTZIJN, WEERBAARHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID
kunnen solliciteren; kennen in hun eigen regio de dienstverlening van de belangrijkste maatschappelijke instellingen; ontwikkelen verantwoordelijkheidszin voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen; zien het belang in van levenslang leren.