E v a l ua t i e N B S O eindrapport
Koos van Elk, Maarten Overweel, Jennifer Telussa
Zoetermeer, juli 2007
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. De opdrachtgever, het Directoraat Generaal voor Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC) van het ministerie van Buitenlandse Zaken, is de auteursrechthebbende. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van het ministerie (Postbus 20061, 2500 EB Den Haag). The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. The principal, the DirectorateGeneral for Regional Policy and Consular Affairs (DGRC) of the Netherlands Ministry of Foreign Affairs holds the copyright of this report. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of the Ministry (PO Box 20061, 2500 EB The Hague, The Nethehrlands).
Inhoudsopgave Samenvatting
5
1
Introductie
9
1.1
Aanleiding en doelstelling van de evaluatie
9
1.2
Onderwerp van evaluatie
9
1.3
De evaluatievragen
11
1.4
Gevolgde werkwijze
13
2
Algemeen beeld van aansturing en flexibiliteit van het NBSO-netwerk
15
2.1
Inleiding
15
2.2
De wijze van aansturing van de NBSO's
15
2.3
Flexibiliteit
20
2.4
Begrotingen NBSO-kantoren 2006
24
2.5
Overige onderwerpen
25
3
Internetenquête NBSO-kantoren
29
4
Internetenquête bedrijven
43
4.1
Introductie
43
4.2
NBSO in algemene zin
47
4.3
Specifieke NBSO-kantoren
57
5
Antwoord op de onderzoeksvragen
71
5.1
Ontwikkelingen sinds 2000
71
5.2
Aansluiting van de activiteiten van de NBSO's bij het Nederlandse beleid en de prioriteiten en behoeften van de doelgroepen
78
5.3
Effectiviteit van de steunpunten
79
5.4
Efficiency van de steunpunten
81
5.5
Logistiek
83
6
Lessen en aanbevelingen
85
6.1
Algemeen beeld
85
6.2
Veertien aanbevelingen
86
Bijlagen I
Terms of Reference
91
II
Evaluatieteam
95
III
Lijst geïnterviewde personen
97
IV
Overzicht NBSO-kantoren
V
Begroting 2006 NBSO-kantoren
99 101
3
Samenvatting
D o e ls te l l i ng e va lua t i e Netherlands Business Support Offices (NBSO) maken thans 10 jaar deel uit van de infrastructuur van de Nederlandse overheid die het Nederlandse bedrijfsleven in buitenlandse markten ten dienste staat. De evaluatie van het NBSO-netwerk is uitgevoerd in opdracht van het Directoraat Generaal voor Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC) van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat verantwoordelijk is voor de geïntegreerde aansturing van het postennet. De evaluatie was erop gericht na te gaan in welke mate de steunpunten effectief en efficiënt zijn geweest, met naast de verantwoordingsfunctie ook een leerfunctie. Op basis van de bevindingen worden conclusies getrokken die resulteren in aanbevelingen.
H e t NB S O -n et we rk Nadat het oorspronkelijk de bedoeling was NBSO's op te richten in opkomende en relatief moeilijk toegankelijke markten, werd al snel (Lille, december 1998) besloten ook het oprichten van NBSO's in meer nabije markten te overwegen. Uiteraard alleen indien de betreffende regionale markt niet optimaal vanuit het bestaande postennetwerk kon worden ondersteund. Momenteel zijn 17 NBSO's in negen landen actief: 1 Brazilië (NBSO-kantoren te Porto Alegre en Recife); 2 China (Jinan, Kunming, Nanjing, Tianjin, Wuhan en één kantoor in oprichting in Dalian als voortzetting van kantoor Shenyang); 3 India (Ahmedabad en Chennai); 4 Duitsland (Stuttgart); 5 Frankrijk (Lille en Lyon); 6 Mexico (Monterrey); 7 Polen (Krakow); 8 Roemenië (Cluj); 9 VS (San Mateo). Het instrument is redelijke flexibel: er zijn zeven kantoren geopend en drie kantoren gesloten in de evaluatieperiode vanaf 2000 tot en met 2006.
B e la n gr i jk st e be v in d in ge n en c onc l us i es De aansturing van het NBSO-netwerk is nogal gecompliceerd en geeft aanleiding tot enige onduidelijkheid bij de staf van de NBSO's over de afbakening van de taken van de verschillende partijen. Er zijn een aantal uitgangspunten voor het netwerk geformuleerd die beogen de flexibiliteit van het instrument te waarborgen. In de uitvoering van een en ander is echter enige rigiditeit geslopen. Er bestaat binnen het netwerk onduidelijkheid over de afbakening van het dienstverleningspakket; bijvoorbeeld ten aanzien van 'reversed matching', ondersteunen bij onderhandelingen of diensten die tot de privésfeer lijken te behoren zoals het zoeken van een huis in het NBSO-ressort.
5
De manier waarop in personeel van de NBSO's (de Chief Representatives) wordt voorzien moet kritisch worden bezien. Nu stromen vaak relatief onervaren mensen in, die na een periode van 3,5 jaar ook weer de handelsbevordering verlaten. Daarnaast is het zaak de Deputy Representatives, de lokale krachten, meer bij (de uitvoering van) het beleid te betrekken. Er is onduidelijkheid over de kwaliteitseisen waaraan de dienstverlening wordt geacht te voldoen. Voor sommige, toch belangrijke diensten zijn geen kwaliteitseisen geformuleerd zoals ten aanzien van handelsmissies. De locatie en dienstverlening van de NBSO's wordt zowel door de staf zelf als de doelgroep, het Nederlandse bedrijfsleven, hoog gewaardeerd (in concrete termen als bereikbaarheid, klantvriendelijkheid en de snelheid waarmee op verzoeken wordt gereageerd). De NBSO's leveren inderdaad frequent de diensten waarvoor ze in het leven zijn geroepen en deze diensten vergen ook het merendeel van de beschikbare uren van de NBSO-staf. Deze diensten sluiten naar het oordeel van zowel de NBSO-staf als de bedrijven goed aan bij de behoefte van de doelgroep. NBSO's zijn redelijk geïntegreerd in het instrumentarium van de Nederlandse overheid. Werkzaamheden worden overgenomen van en doorgegeven aan ambassades, consulaten, andere steunpunten zoals NABSO's, andere instrumenten en programma's gericht op het bevorderen van verdere internationalisering van het bedrijfsleven etc. Naar het oordeel van de staf van NBSO's is het Nederlandse bedrijfsleven volstrekt onvoldoende op de hoogte van het bestaan van NBSO's. Er dient een actiever PR-beleid in Nederland te worden gevoerd. De NBSO's voldoen in hoge mate aan de verwachting een ondersteuningsinstrument van het MKB te zijn: 88% van de bedrijven die als NBSOgebruiker staan geregistreerd behoort tot het MKB. Meer dan 80% van de bedrijven vindt de door de NBSO verstrekte informatie nuttig voor hun doeleinden. Het 'faciliteren van lokale contacten met overheden en bedrijven' wordt beoordeeld als veruit de belangrijkste dienst die NBSO's leveren. In eerste instantie neemt vooral de kennis binnen het bedrijf en het aantal contacten binnen het NBSO-gebied toe als effect van de NBSO-diensten. De internationale activiteit van de bedrijven die vooral toeneemt door de NBSO-diensten is de export, en in mindere mate directe buitenlandse investeringen en import. Er zijn twee aspecten aan de intake van bedrijven door de afdeling Individuele Marktbewerking (met name betreffende het uitvoeren van een marktscan) die nader bekeken dienen te worden: − Er worden behoorlijk restrictieve eisen gesteld aan bedrijven zoals het hebben van een speciale exportafdeling. Voor kleinere bedrijven, waar de ondernemer veelal de spil in het geheel is, kan dit een overdreven eis zijn (geen MKB-vriendelijke eis);
6
− Bij de intake wordt het aanbod door de afdeling Individuele Marktbewerking 'gerantsoeneerd' met het oog op de bestaande - niet flexibele - capaciteit van de NBSO's. Dit betreft het feit dat in relatief populaire markten onnodig kansen verloren kunnen gaan. Het ontbreekt de NSBO-staf aan de nodige feedback: wat zijn de vervolgacties van de bedrijven en welk effect is er op de toename van export en dergelijke. Echter, alles overziend is onze conclusie dat de 'overkoepelende evaluatievraag' met ja beantwoord dient te worden: de NBSO's zijn een effectief en efficiënt instrument en dienen beschouwd te worden als een structureel, zij het flexibel inzetbaar instrument voor het bevorderen van internationaal ondernemen.
A a n b ev e li ng en e n l e er pu nt en Het rapport formuleert veertien concrete aandachtspunten in hoofdstuk 6, die hier verkort worden weergegeven. 1
Meer eenheid en helderheid in aansturing van de NBSO's.
2
Bekijk of het mogelijk is om de functie van Chief Representative te vervullen door detacheringen van ervaren mensen uit het exportbevorderende netwerk in Nederland, en of de functie ook een carrièrestap zou kunnen zijn op weg naar de diplomatieke dienst.
3
Gegeven de snelle omloopsnelheid van de staf op de NBSO-kantoren is het zaak continuïteit bij de verantwoordelijke personen in 'Den Haag' te vergroten.
4
Meer promoten van de NBSO's bij het Nederlandse bedrijfsleven.
5
Erken dat het bemiddelen van lokale bedrijven die contact zoeken met Nederlandse bedrijven (reversed matching) evenzeer het Nederlandse economisch belang dient als de omgekeerde route. . Er zou binnen de EVD een aanspreekpunt moeten zijn dat NBSO-medewerkers met vragen over het Nederlandse bedrijfsleven efficiënt verder helpt.
6
Een scherpere afbakening van de diensten van de NBSO's: tot hoever
7
Betrek de Deputy Representatives meer bij het monitoren van en verle-
reikt de dienstverlening. nen van feedback op de dienstverlening; dat betekent onder meer rapportages in het Engels. 8
De richtlijnen die in ontwikkeling zijn moeten snel verschijnen.
9
Er is een procedure en er bestaan criteria om tot een besluit te komen tot het openen of sluiten van een NBSO-kantoor. Echter naast deze interne procedure zou er meer aandacht dienen te zijn voor het systematisch monitoren van de behoefte van het Nederlandse bedrijfsleven.
10 In de evaluatie bleek dat kwaliteitseisen ten aanzien van handelsmissies niet zijn geformuleerd. Het verdient aanbeveling om voor de verschillende vormen van dienstverlening tot een set geformuleerde kwaliteitseisen te komen, die mede als checklist kunnen dienen voor de relatief onervaren staf van de NBSO's. 11 Het verdient aanbeveling de omvang van de staf van elk individueel NBSO af te stemmen op de omvang van de (potentie van de) economische banden tussen de betreffende regio en Nederland 12 De NBSO-staf zou meer informatie en opleiding dienen te ontvangen gericht op kennis van het Nederlandse bedrijfsleven.
7
13 Onderzoek of het mogelijk is de intake voor de NBSO-dienstverlening en de marktscans decentraal te doen via bijvoorbeeld Kamers van Koophandel en brancheorganisaties1. Ook de eisen die bij de intake door de EVD worden gehanteerd moeten nog eens kritisch tegen het licht worden gehouden. 14 Er dient meer aandacht te zijn voor een juiste balans tussen het doorvoeren van verbeteringen waar wenselijk en continuïteit waar mogelijk.
1
8
Dit model lijkt bij het uitvoeren van de subsidieregeling Programma Starters op Buitenlandse markten (PSB) door een andere afdeling van de EVD goed te voldoen.
1
Introductie
1.1
Aanleiding en doelstelling van de evaluatie Economische steunpunten maken thans 10 jaar deel uit van de infrastructuur van de Nederlandse overheid die het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten ten dienste staat. Deze zgn. Netherlands Business Support Offices (NBSO) zijn decentrale handelsbevorderende afdelingen van de Nederlandse overheid die, in nauwe samenwerking met de ambassade in het betreffende land, worden aangestuurd door de EVD1 in opdracht van het ministerie van Economische Zaken (EZ/DGBEB). Deze evaluatie is uitgevoerd in opdracht van het Directoraat Generaal voor Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC) van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat verantwoordelijk is voor de geïntegreerde aansturing van het postennet. De evaluatie was erop gericht na te gaan in welke mate de steunpunten effectief en efficiënt zijn geweest. Naast de verantwoordingsfunctie heeft de evaluatie ook een leerfunctie. Op basis van de bevindingen worden conclusies getrokken die resulteren in aanbevelingen voor verbeteringen. De uitkomsten van evaluatie moeten dienen als informatiebron voor besluitvorming over toekomstige handelen.
1.2
Onderwerp van evaluatie
1.2.1
I nst i tu ti on e l e c on te xt Het ministerie van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van het Nederlandse buitenlandse beleid. In 2001 heeft een reorganisatie binnen het departement geleid tot de oprichting van het Directoraat Generaal voor Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC). Eén van de taken van DGRC is een geïntegreerde aansturing van het postennet. Na de herijking van het buitenlands beleid spelen de geïntegreerde regiodirecties van het ministerie van Buitenlandse Zaken een belangrijke rol in het ontwikkelen en uitvoeren van een samenhangend en effectief beleid door zorg te dragen voor afstemming met andere departementen. De regiodirecties vormen het eerste aanspreekpunt voor de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland. DGRC draagt zorg voor de functionele aansturing van deze regiodirecties. Dit betekent dat DGRC verantwoordelijk is voor de interne organisatie en bedrijfsvoering alsmede de cohesie tussen de directies. De regiodirecties staan ten dienste van en zijn rechtstreeks aanstuurbaar voor DGBEB voor de invulling van hun specifieke verantwoordelijkheden op het terrein van de buitenlandse economische politiek.
1
De EVD is als agentschap van het ministerie van Economische Zaken de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het faciliteren en stimuleren van internationaal ondernemen en internationale samenwerking.
9
DGRC is verantwoordelijk voor de geïnstitutionaliseerde samenwerking tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Economische Zaken, vervat in een Concordaat. Dit concordaat is tot stand gekomen vanuit de gedachte van één buitenlandse dienst die naast diplomatieke en consulaire belangen ook de economische belangen van Nederland behartigt. Het ministerie van Economische Zaken blijft daarbij verantwoordelijk voor de economische relaties, brengt ze in het totaal van het buitenlands beleid en maakt gebruik van het postennet van het ministerie van Buitenlandse Zaken, o.a. bestaande uit NBSO-kantoren1. De operationele aansturing van de NBSO's is door het ministerie van Economische Zaken (DGBEB) uitbesteed aan de EVD. Op basis van gesprekken met betrokkenen zijn deze relaties nader in kaart gebracht en weergegeven in een schema (Figuur 1 in paragraaf 2.2). 1.2.2
B e le i ds d oe l st e l li ng NB S O Netherlands Business Support Offices (NBSO's) zijn kantoren speciaal opgezet om Nederlandse bedrijven te ondersteunen bij hun activiteiten op markten die als omvangrijk en veelbelovend zijn aan te merken. De toenemende vraag naar buitenlandse producten en diensten op deze markten biedt Nederlandse exporteurs en investeerders volop kansen. De NBSO's hebben geen diplomatieke status, maar richten zich uitsluitend op de Nederlandse handels- en investeringsbevordering. Van NBSO's wordt verwacht dat zij maatwerkvoorlichting verstrekken die individuele bedrijven nodig hebben voor hun oriëntatie op deze markten. Daarvan afgeleide taken zijn: − het faciliteren van contacten met relevante zakenpartners en lokale overheden; − opstellen (regionale) economische rapportage; − exportpromotionele activiteiten (Holland promotie); − ondersteuning van delegaties, missies en bezoekers binnen het eigen ressort.
1.2.3
D o e lg r oe p NB S O NBSO's zijn zowel bedoeld voor grote bedrijven als voor het midden- en kleinbedrijf. Er worden weinig voorwaarden gesteld aan bedrijven die gebruik willen maken van de diensten van de NBSO's. Aan gebruik van de diensten van de NBSO-kantoren (en het traject Individuele Marktbewerking) zijn geen kosten verbonden. Wel wordt verwacht dat bedrijven zich al goed georiënteerd hebben op de beoogde doelmarkt, de capaciteit hebben om
1
10
Het NBSO-netwerk is ondergebracht in de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Beleidsartikel 4: Meer welvaart en minder armoede onder de Operationele doelstelling 5: Verhoogde kwaliteit en effectiviteit van de Nederlandse handels- en investeringsbevordering. De tekst in de Rijksbegroting 2007 (najaar 2006) luidt: Het postennet is in een aantal landen aangevuld met Netherlands Business Support Offices (NBSO's). Met NBSO's kan snel worden ingespeeld op ontwikkelingen in de markt en op de behoeften van het bedrijfsleven. NBSO's ondersteunen individuele bedrijven bij het betreden van moeilijk toegankelijke markten. Kernactiviteiten van de NBSO's zijn het opzetten van een netwerk van lokale overheden en bedrijfsleven, het maken van marktscans voor het bedrijfsleven, het ondersteunen van handelsmissies vanuit Nederland en Holland promotie.
opvolging aan de ontvangen informatie te geven (bijvoorbeeld een exportafdeling of exportverantwoordelijke hebben) en dat het bedrijf meewerkt aan de evaluatie van het hele traject. 1.2.4
O ut put e n ef fe ct en NB S O De NBSO's leveren een aantal typen informatie en ondersteunen bedrijven op diverse terreinen, zoals: − faciliteren van lokale contacten (met overheden, bedrijven etc.); − (regionale) economische rapportages over de betreffende markt; − exportpromotionele activiteiten; − ondersteuning bij een bezoek van Nederlandse bedrijven aan het NBSOgebied; − ondersteuning bij missies uit het NBSO-gebied naar Nederland; − specifiek onderzoek (rapportage) voor Nederlandse bedrijven; − algemene informatie over het NBSO-gebied. De doelstelling is dat de bedrijven internationale transacties realiseren (import, export, buitenlandse investering, commerciële samenwerking) die zonder steun en begeleiding van de NBSO's niet of veel later tot stand gekomen zouden zijn.
1.2.5
E va lua t i e pe r i od e In augustus 2000 heeft NEI in Rotterdam het evaluatierapport 'Effectiviteitsmeting Netherlands Business Support Offices, Instrumenten voor meting, resultaten en aanbevelingen, Eindrapport, Rotterdam' gepubliceerd in opdracht van de EVD. De nu voorliggende evaluatie betreft de periode na de vorige evaluatie, d.w.z. de periode 2001 tot en met 2006. Een van de belangrijke vragen is of de steunpunten gelet op andere instrumenten voor ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven effectief en efficiënt zijn geweest en of zij na tien jaar niet beschouwd moeten worden als een structureel, zij het flexibel inzetbaar instrument voor handelsbevordering.
1.3
De evaluatievragen Zoals al in paragraaf 1.1 is uiteengezet, was de opdracht die met deze evaluatie werd gesteld, na te gaan in welke mate de steunpunten effectief en efficiënt zijn geweest. Afhankelijk van de bevindingen dient de evaluatie lessen en suggesties voor verbeteringen te bevatten zodat de uitkomsten van de evaluatie kunnen dienen als informatiebron voor besluitvorming over toekomstig beleid en operationeel handelen. De opdracht bevatte in de Terms of Reference (zie Bijlage 1) een uitvoerige lijst onderzoeksvragen die hier worden weergegeven, omdat ze als vertrekpunt gefungeerd hebben bij het formuleren van de concrete vragen in de gesprekken en de enquêtes.
11
1 W a t i s e r s i nd s 20 00 g eb e ur d? W e lk e ont w ik k eli n ge n he b be n p l a a ts g ev on de n? a
Overzicht van NBSO's en belangrijke kenmerken van deze steunpunten.
b
Besturingsmechanisme voor de steunpunten; hoe vindt de aansturing door de EVD plaats, mede in relatie tot de aansturing door de ambassade in het desbetreffende land.
c
Beleids- en bedrijfsvoering: i
Hoe en met name hoe snel is het openen/sluiten van NBSO's verlopen?
ii
Zijn maatregelen genomen om flexibiliteit en kwaliteit van de
iii
Wat is de rechtspositie van de medewerkers? Sluit dit aan bij het
dienstverlening te bevorderen? Zo ja, met welk resultaat? uitgangspunt dat het netwerk van NBSO's flexibel dient te zijn? iv
Hoe is de loonrelatie tussen lokale NBSO-medewerkers (Deputy Representatives) en lokale medewerkers op de post?
v
Is de bedrijfsvoering binnen NBSO's gereguleerd? En is de inrichting zodanig dat aan de gestelde eisen (door de opdrachtgever) kan worden voldaan? Is de bedrijfsvoering efficiënt?
d
Type activiteiten en directe resultaten (aantal en type klantcontacten; aantal en type missies naar Nederland; aantal en type onderzoeken/rapporten voor de Nederlandse overheid).
e
Inzet van andere instrumenten voor ondersteuning van het bedrijfsleven in de betreffende landen.
f
Bekendheid van NBSO's onder het Nederlandse bedrijfsleven.
2 S lu i te n de a c t iv it e it en va n de s te un pun te n a a n b ij h et N ed e rl a n ds e b e le i d en d e p r io r i te i te n en b eh oe ft en va n do e lg r oe p e n /k la nt en? a
Was de besluitvorming over het openen/sluiten van steunpunten in overeenstemming met het beleid?
b
Hoe is bepaald wat de prioritaire sectoren en thema's zijn? Is het accent gelegd op deze sectoren en thema's?
c
Zijn nieuwe trends gesignaleerd en zijn deze verdisconteerd in de activiteiten van de NBSO? Zo ja, waaruit blijkt dat?
d
Sluiten de verschillende typen activiteiten volgens de betreffende doelgroepen/klanten aan bij prioriteiten en behoeften?
3 I n we lk e ma t e z i jn d e st eu n p unt en eff e ct i ef? a
In hoeverre is gebruik gemaakt van de verschillende typen diensten van de steunpunten (vraag naar diensten)?
b
Wat hebben de diensten opgeleverd voor de handelsbetrekkingen van Nederlandse bedrijven en de landen? Hoe kunnen deze resultaten worden getypeerd?
c
Op welke wijze en in welke mate is gebruik gemaakt van andere producten van de NBSO's, zoals onderzoeken en rapportages?
4 Z i jn d e st eun pu nt en e ffi c i ën t? a
Heeft het NBSO-netwerk voldaan aan het uitgangspunt flexibiliteit?
b
In hoeverre was matchmaking tussen bedrijven doelgericht en doeltreffend?
12
c
Waaruit bestond de intermediaire rol van de steunpunten en hoe wordt deze door de betreffende klanten gewaardeerd?
d e
Voldeed de informatieverstrekking aan de geldende kwaliteitseisen? Voldoen de missies naar Nederland aan de voor missies geldende kwaliteitseisen?
f
Welke andere organisaties/instrumenten ter ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven zijn actief in de betreffende landen? i
Met welke van deze onderhouden de steunpunten contacten?
ii
Waaruit bestaan deze contacten?
iii
Wat hebben deze opgeleverd?
iv
Hoe worden de contacten en resultaten gewaardeerd?
v
Is er sprake van takenverdeling, afstemming van taken, overlap dan wel elkaar versterkende activiteiten?
5 L o g is t iek : 1. Zijn de steunpunten goed bereikbaar? 2. Hoe wordt de locatie door klanten gewaardeerd? 3. Was de logistieke service adequaat?
6 W e lk e l e ss en of a a n be ve l i ng en k u nn en op ba s is va n de b ev i nd i ng en w o rd en g et ro k k e n da n w e l g eda a n?
1.4
Gevolgde werkwijze In de evaluatie NBSO zoals die door EIM is uitgevoerd zijn verschillende databronnen gebruikt. Allereerst is er in beperkte mate dossier- en literatuuronderzoek met als belangrijkste doel voldoende achtergrondkennis te vergaren om de semigestructureerde vragenlijsten voor de gesprekken met betrokkenen en de gestructureerde vragenlijsten voor een internetenquête onder medewerkers van alle NBSO's en onder de bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de diensten van de NBSO's op te kunnen stellen. In de voorbereidingsfase is ook een groepsgesprek gehouden met een aantal medewerkers van NBSO's die in Nederland op werkbezoek waren dat nuttige input voor de vervolgactiviteiten leverde. Allereerst worden in dit rapport gepresenteerd: − een algemeen beeld van de aansturing en de flexibiliteit van het NBSOnetwerk op basis van een serie gesprekken met stakeholders in hoofdstuk 2; − de perceptie van en het oordeel van de NBSO-staf over het functioneren van de NBSO-kantoren op basis van de internetenquête onder NBSO's in hoofdstuk 3; − het oordeel van de bedrijven over de dienstverlening en het effect daarvan op basis van de internetenquête onder bedrijven in hoofdstuk 4. In de gepresenteerde tabellen zijn afgeronde cijfers gepresenteerd om geen overdreven nauwkeurigheid te suggereren; hierdoor lijkt in sommige gevallen het totaal niet op te tellen tot 100%.
13
In de internetenquête onder NBSO-kantoren zijn alle kantoren vertegenwoordigd; hier doet zich geen enkele vraag naar representativiteit en betrouwbaarheid voor (het is geen steekproef). Bij de bedrijven blijkt de respons 20% te zijn (zie tabel 15). Hier zijn vragen van representativiteit en betrouwbaarheid wel aan de orde. Daarom worden in Tabel 16 en Tabel 17 de responderende bedrijven vergeleken met de gehele populatie, respectievelijk naar sector en naar grootteklasse. Het blijkt dat de responsgroep in redelijke mate representatief geacht mag worden voor de totale populatie bedrijven (gebruikers van NBSO's zoals bij de EVD geregistreerd. Zie ook tekstbox 1). Ten slotte bevatten de hoofdstukken 5 en 6 conclusies en aanbevelingen. In hoofdstuk 5 worden de in de opdracht geformuleerde vragen die dit onderzoek moet beantwoorden vrij precies gevolgd. In hoofdstuk 6 komen ten slotte het overall oordeel en de 'lessen en aanbevelingen' aan de orde. Tekstbox 1
Betrouwbaarheid van de resultaten verkregen uit de bedrijvenenquête
De betrouwbaarheid van de resultaten van een enquête is in het algemeen afhankelijk van het aantal waarnemingen in de steekproef. Betrouwbaarheidsintervallen kunnen we berekenen aan de hand van statistische theorie. Echter dit betreft alleen steekproeffouten ('errors due to sampling only'). Zgn. non-sampling errors zijn echter net zo belangrijk. Deze kunnen bijvoorbeeld ontstaan door suggestieve vragen of interviewers die een bepaald type respondenten afstoten of aantrekken. Van belang is of de steekproef representatief geacht mag worden voor de gehele populatie. Bij deze evaluatie zijn echter alle bedrijven die geregistreerd stonden bij de EVD als NBSO-gebruikers uitgenodigd deel te nemen aan de enquête. Een respons van 20% is in dit verband op zichzelf genomen geen probleem, er is echter wel een risico dat de steekproef niet representatief is. De responderende bedrijven zouden andere kenmerken en andere percepties kunnen hebben dan de niet-responderende bedrijven. De tabellen 16 en 17, die een vergelijking presenteren van de groep responderende bedrijven en alle bedrijven, ondersteunen de hypothese dat er geen reden is om aan te nemen dat er zich in dit geval bijzondere problemen m.b.t. selectieve respons hebben voorgedaan. A a n ta l wa a r ne m in ge n en b et r ou wba a rh e i d De statistische theorie zegt dat voor een variabele die twee waarden kan aannemen (je exporteert wel of je exporteert niet) de steekproef een omvang van zo'n 90 waarnemingen moet hebben om met een betrouwbaarheid van 95% te kunnen concluderen: 40 tot 60 procent van de bedrijven exporteert (gebaseerd op een enquêteresultaat van 50% export bij N=90) Als wij in dit rapport in tabel 22 zeggen dat 38% van de bedrijven via de EVD op de hoogte gekomen is van het bestaan van de NBSO's, dan weten we (gegeven een responsgroep van 350) dat met 95% betrouwbaarheid het feitelijke cijfer ongeveer ligt tussen de 33% en 43% (plus en min 5%). In een tabel als tabel 29 met een responsgroep van 258 bedrijven is de precisie wat minder. We weten met 95 betrouwbaarheid dat van tussen de 6 en 14% van de bedrijven de kennis is toegenomen (10% min en plus 4%).
14
2
Algemeen beeld van aansturing en flexibiliteit van het NBSO-netwerk
2.1
Inleiding Dit hoofdstuk bevat voornamelijk een compilatie van de gesprekken met stakeholders die in het kader van de Evaluatie NBSO's zijn gehouden. De groep bestond uit functionarissen van: − het ministerie van Buitenlandse Zaken (DGRC); − het ministerie van Economische Zaken (DGBEB); − de EVD; − ondernemersorganisatie VNO-NCW; − de Ambassade in China; − verschillende Chief Representatives en Deputy Representatives van NBSO-kantoren (op werkbezoek in Nederland). Behalve de gesprekken met de staf van de NBSO-kantoren zijn alle gesprekken volgens een vast stramien verlopen. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: − aansturing en beheer van de NBSO's (paragraaf 2.2); − de flexibiliteit van het instrument (paragraaf 2.3); − de begroting 2006 van de NBSO-kantoren (paragraaf 2.4); − overige onderwerpen (paragraaf 2.5). Deze resultaten worden in hoofdstuk 5 gebruikt om antwoord te geven op de onderzoeksvragen zoals die in de opdracht tot deze evaluatie zijn geformuleerd.
2.2
De wijze van aansturing van de NBSO's In de gesprekken zijn de relaties tussen de vele betrokken parijen besproken. Figuur 1 geeft een samenvattend beeld dat in de volgende paragrafen besproken en uitgelegd wordt.
15
Figuur 1
Aansturing van de NBSO's
BZ
Hoofdpost
DGRC
(HEA)
EZ DGBEB
Netw. Afd. NBSO
EVD Afd. IM.
NCH (SBU)
2.2.1
D e Dr i eh oe k Officieel is het ministerie van Buitenlandse Zaken de 'eigenaar' van het instrument. Op dit ministerie worden de gelden vrijgemaakt om het instrument te financieren. Het te voeren beleid wordt in het zogenoemde driehoeksoverleg vastgesteld. Dit overleg wordt gevoerd door vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Economische Zaken en de EVD. De aansturing is vastgelegd in de Nota Beleid en Beheer NBSO's1 uit 2002: 'Beleidsvorming voor de NBSO's en de dagelijkse uitwerking daarvan geschiedt op basis van overeenstemming tussen DGBEB en EVD en bespreking in het Driehoeksoverleg. In de jaarplancyclus wordt een integraal kader gecreëerd voor de exportinspanningen in het betreffende land voor het komende jaar. Dit kader is gebaseerd op het in Den Haag geformuleerde beleid en wordt in goed overleg tussen de posten en NBSO's, onder regie van de Economische Afdeling van de ambassade opgesteld en daarna door Den Haag goedgekeurd. Op basis van het concordaat is de EVD, vanuit de reguliere instructiebevoegdheid voor het postennetwerk voortvloeiend uit de Concordaatrelatie tussen het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Buitenlandse Zaken bevoegd tot het geven van instructies aan en het voeren van correspondentie met de NBSO's. Daar waar dit leidt tot aanpassing van de uitvoering van het overeengekomen jaarplan vindt afstemming plaats met de hoofdpost. De EVD is tevens in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken/DGRC en DGBEB vanuit Den Haag verantwoordelijk voor de exploitatie en inrichting van de NBSO's'. De concordaatpartijen hebben de volgende verantwoordelijkheden.
1
16
BZ/DGRC, EZ/DGBEB en EVD/V&P, 2002, Beleid en Beheer NBSO's.
M in i st e r ie va n B u i te n la n ds e Z a k e n Het ministerie van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het gehele netwerk van diplomatieke posten en de NBSO's die daarop een aanvulling zijn. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is tevens verantwoordelijk voor de financiering van het netwerk inclusief de NBSO's. Het Directoraat Generaal voor Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC) van het ministerie van Buitenlandse Zaken treedt op als opdrachtgever van de EVD als het gaat om de inrichting en exploitatie (administratieve, personele en organisatorische aansturing) van de NBSO's.
P os te nn etw e rk De hoofdpost in het betrokken land is verantwoordelijk voor de integrale invulling van het Nederlandse export- en investeringsbevorderingsbeleid in zijn ressort en het in afstemming met betrokken Consulaten en NBSO's vastleggen van deze invulling in aan Den Haag voor te leggen jaarplannen. Tevens houdt de hoofdpost, vanuit zijn eindverantwoordelijkheid voor het gehele netwerk in dat land, toezicht op de uitvoering van de plannen door de NBSO's in het ressort. De hoofdpost wijst een coördinator aan die als aanspreekpunt voor de NBSO('s) fungeert. De taken van de hoofdpost met betrekking tot NBSO's spitsen zich toe op: − in het kader van de coördinerende taak bij de uitvoering van het exporten investeringsbevorderingsbeleid in het betreffende land er voor zorgdragen dat werkplannen van de NBSO's vooraf worden afgestemd met de jaarplannen/werkplannen van de economische afdeling van de ambassade en evt. consulaten. Kortom coördinatie op hoofdlijnen door de hoofdpost; − het verlenen van assistentie bij de administratieve en organisatorische opzet van het NBSO-netwerk, bijvoorbeeld t.a.v. vergunningen; huisstijl van de kantoren; inrichting; etc.) en zorgdragen voor uniformiteit; − het zorgdragen voor een afdoende mate van bescherming van het kantoor en de medewerkers van NBSO's in geval van calamiteiten en het daartoe in overleg treden met de nationale en regionale autoriteiten; − het zorgdragen voor de noodzakelijke afstemming voor de voorbereiding en organisatie van werkbezoeken aan Nederland, zowel inhoudelijk als organisatorisch; hetzelfde geldt voor periodieke bijeenkomsten van het postennetwerk in het desbetreffende land met de EVD. Een consulaat generaal met een NBSO in het ressort werkt binnen het overeengekomen kader samen met het desbetreffende NBSO als het gaat om regionale samenwerkingsprojecten en exportpromotionele activiteiten in dat ressort en biedt ondersteuning t.a.v. het leggen en onderhouden van relaties met regionale autoriteiten. De relatie tussen ambassade en consulaten wordt ingevuld conform de regeling 'Werkrelatie en verantwoordelijkheidsverdeling tussen Ambassades en Consulaten Generaal'.
M in i st e r ie va n E con om is ch e Z a k en ( D GB E B e n E V D ) NBSO's zijn uitsluitend gericht op handels- en investeringsbevordering, welk onderwerp behoort tot het beleidsterrein van het ministerie van Economische Zaken. Daarom is het ministerie van Economische Zaken eerstverantwoordelijk voor het beleid aangaande de NBSO's en neemt het initiatief tot het openen en sluiten van NBSO's.
17
DGBEB verleent opdracht aan de EVD om als thuisbasis voor de betreffende landen op te treden. De EVD, als opdrachtnemer, voert deze taken uit in nauw overleg met de posten en legt hierover verantwoording af aan DGBEB (opdrachtgever). De EVD is verantwoordelijk voor de exploitatie en inrichting van de NBSO's. De EVD kan op basis van het concordaat rechtstreeks instructies geven aan en correspondentie voeren met NBSO's, voor zover het onderwerpen betreft behorend tot het werkterrein (inhoudelijk en geografisch) van de NBSO's. Daar waar dit leidt tot aanpassing van de uitvoering van het overeengekomen jaarplan dient afstemming plaats te vinden met de hoofdpost. De EVD draagt zorg voor de inrichting en exploitatie (administratieve, personele en organisatorische aansturing) van de NBSO's. De EVD, als opdrachtnemer, legt hierover verantwoording af aan DGRC (opdrachtgever).
H e t a dm i n ist ra t ie ve , per s on e le e n or ga n i sa t or is ch e b eh ee r Voor het administratieve, personele en organisatorische beheer van de NBSO's is gekozen voor een privaatrechtelijke constructie. De daaruit voortvloeiende werkzaamheden zijn door de EVD, conform het vigerende beleid, aanbesteed. Het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering, NCH1, is op dit gebied de uitvoerende organisatie2. NCH treedt op als juridische en administratieve moederorganisatie van de NBSO's door: − het verzorgen van de noodzakelijke vergunningen voor de NBSO's in het land van vestiging met de daaraan verbonden juridische en maatschappelijke verantwoordelijkheden, in nauwe samenwerking en afstemming met de hoofdpost; − het optreden als werkgever voor de personeelsleden van de NBSO's met de daaraan verbonden juridische en maatschappelijke verantwoordelijkheden; − het eindverantwoordelijk zijn voor aangegane verplichtingen m.b.t. de exploitatie van NBSO's (huurcontracten, leveranties energie, telecommunicatie, salarissen, etc.); − het verzorgen en administreren van financiële stromen naar de NBSO's; − het registreren van, en verantwoording afleggen over de operationele uitgaven van de NBSO's. De EVD blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de uitbestede werkzaamheden. 2.2.2
D e hu i sh ou de l i jk e a a nst ur i ng va n u it d e E V D Vanuit de EVD worden de NBSO's aangestuurd. Waar nodig kan sprake zijn van dagelijks contact. Dit gaat telefonisch dan wel via de e-mail. Ook de financiële aansturing van de NBSO's loopt via de EVD. Dit wil zeggen dat de EVD de financiële beslissingen neemt en vervolgens de NCH3 aanstuurt om de betalingen te verrichten. Feitelijk komt het erop neer dat de huishoude-
18
1
NCH is in 1946 opgericht door en voor het Nederlandse bedrijfsleven. Het heeft een federatieve opzet.
2
Behalve in de Verenigde Staten (San Mateo).
3
In het geval van San Mateo: SBU.
lijke aansturing vooral door EVD of anders gezegd, onder het concordaat plaatsvindt. Feitelijk is hier ook sprake van een driehoek. De tweede driehoek: EVD, NCH en NBSO. 2.2.3
I nho ud e l i jk e a a n st ur i ng d oo r de E V D De inhoudelijke aansturing vanuit de EVD wordt door twee verschillende afdelingen gedaan. De unit Netwerk en Concordaat beoordeelt de jaarplannen. Verder wordt vanuit dit deel van de EVD bezien in hoeverre 'de NBSO's inderdaad doen waartoe ze in het leven zijn geroepen'. Om op dit terrein tot meer duidelijkheid te komen is men op dit moment bezig met het ontwerpen van een soort reglement voor het functioneren van het NBSO-netwerk en de uitvoering en afbakening van de dienstverlening1. Ook geeft deze afdeling antwoord op inhoudelijke vragen van de NBSO's. De afdeling Individuele Marktbewerking (IM) van de EVD stuurt de NBSO's aan bij het uitvoeren van marktscans. Na een intake wordt beslist of een bedrijf dat een aanvraag heeft ingediend in aanmerking komt voor een marktscan. Hiervoor hanteert men een aantal criteria zoals: is het bedrijf voorbereid; overvraagt het bedrijf niet; lijkt de voorgenomen actie kansrijk gegeven de marktomstandigheden in het ressort van de betreffende post (NBSO); etc. Vervolgens wordt vanuit Den Haag bezien of de betreffende post (NBSO of een andere post, afhankelijk van het gebied waarnaar gevraagd wordt, of in een enkel geval van de betrokken branche2) op dat moment tijd heeft om de aanvraag uit te voeren. Vervolgens krijgt de post opdracht om de scan uit te voeren. Hier is dus sprake van een derde driehoek, namelijk binnen de EVD stuurt zowel de afdeling concordaat als de afdeling Individuele Marktbewerking de NBSO's aan.
2.2.4
A a n stu r in g v ia de p os ten De NBSO's, althans de Chief Representatives, hebben met enige regelmaat contact met het Hoofd Economische Afdeling van de Ambassade. Ze hebben regelmatig een telefonische vergadering en daarnaast is er op ad hoc basis contact. Vooral in landen waar veel NBSO's zijn bestaat een aanzienlijk deel van de tijdsbesteding van het Hoofd Economische Afdeling (HEA) uit het aansturen van de NBSO's. In China heeft de HEA een halve dagtaak aan de aansturing. De aansturing en het onderlinge contact in China kennen een redelijk vast stramien. Bovendien wordt het Netherlands Agri Business Support Office (NABSO) ook in het contact betrokken. De samenwerking tussen de NABSO en de NBSO is in China geregeld in die zin dat naar elkaar wordt doorverwezen en dat men ook wel activiteiten voor elkaar uitvoert. Daar-
1
Dat dit een onderwerp is dat aandacht verdient is in deze evaluatie gebleken, zie o.a. paragraaf 2.5.2 en hoofdstuk 4, blz. 47.
2
Bijvoorbeeld in Duitsland is er een verdeling over branches tussen de diverse posten en de NBSO in Stuttgart van toepassing.
19
naast heeft het Hoofd Economische Afdeling uiteraard met regelmaat contact met de EVD. Dit betreft dus de vierde driehoek1: EVD, HEA en NBSO. In andere landen is het weer net iets anders georganiseerd. De contacten in India zijn minder gestructureerd en veel minder frequent dan in China. Ook de samenwerking met de consulaten zou volgens zeggen verbeterd kunnen worden. Bij sommige Chief Representatives leeft ook het idee dat ze enigszins achtergesteld worden. Een van de belangrijkste activiteiten die de NBSO's uitvoeren is netwerken. Op de ambassade komen veel uitnodigingen binnen voor bijeenkomsten en activiteiten die zeer nuttig zijn voor het opbouwen en onderhouden van netwerkcontacten. Echter omdat de Chief Representatives geen diplomatieke status hebben komen die uitnodigingen niet automatisch bij hen terecht. Ze zijn daarom afhankelijk van de verhouding met de ambassade.
2.3
Flexibiliteit
2.3.1
O p en en en s lu i t en NB S O F or m e le o pe n in gs - en sl u i t ing sc r it e r ia (u it de N ota B eh ee r en B el e i d NB S O 's ) Bij de beslissing tot oprichting van een NBSO-kantoor in moeilijk toegankelijke markten worden de volgende criteria gehanteerd: − beschikbaar budget; − uitgangspunt is vestiging in driesterrenlanden (zie rapportage 'Economische versterking postennetwerk'); − regionale economische indicatoren; − registratie belangstelling bedrijfsleven; − beoordeling omvang/capaciteit officiële Nederlandse vertegenwoordigingen met als alternatief uitbreiding formatie; − de bestaande infrastructuur van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In voorkomende gevallen stelt de EVD in afstemming met DGBEB met inachtneming van bovenstaande criteria en in overleg met de betrokken hoofdpost een voorstel tot opening op. Het voorstel wordt besproken in het Driehoeksoverleg, waarna de opening wordt geformaliseerd in de Commissie Postennetwerk van het ministerie van Buitenlandse Zaken (waarin DGBEB en EVD zitting hebben) en het SG/DG Beraad van het ministerie van Buitenlandse Zaken (met participatie van DGBEB). Teneinde op een verantwoorde wijze te beoordelen of een NBSO al dan niet voor sluiting moet worden voorgedragen, zal de EVD, in samenwerking met en na advies van de betrokken hoofdpost: − jaarlijks een voortgangsrapportage omtrent de effectiviteit van de afzonderlijke NBSO's opstellen; − in het derde jaar een effectiviteits- en kwaliteitsevaluatie van de afzonderlijke NBSO's uitvoeren.
1
20
Figuur 1 laat nog een vijfde driehoek zien die gevormd wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken (DGRC), de hoofdpost en de EVD.
Nadat een NBSO drie jaar operationeel is geweest, kan in de jaren erna in principe elk jaar op basis van de openings- en sluitingscriteria besloten worden tot sluiting van het NBSO. Daarnaast zal in het kader van de 2-jaarlijkse bijstelling van het zgn. sterrensysteem per land bekeken worden op welke wijze de juiste 'instrumentenmix' op het gebied van de handelsbevordering, inclusief de NBSO's, zal worden ingezet. Conclusies uit rapportages en evaluaties over het sluiten van een NBSO worden getrokken door het ministerie van Economische Zaken (DGBEB en EVD) en besproken met DGRC in het Driehoeksoverleg. De sluiting wordt geformaliseerd in de Commissie Postennetwerk en het SG/DG Beraad van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Kortom, in principe voorziet het systeem erin dat NBSO-kantoren vrij snel kunnen worden geopend en gesloten. In de praktijd is dit soms een ander verhaal.
O p en en en s lu i t en NB S O in d e pra k t i jk Eén van de aandachtspunten is dat vrijwel niemand binnen het netwerk zich langer dan vier jaar op dezelfde positie (en locatie) bevindt. Daardoor kan er alleen op grond van dossiers beoordeeld worden of de resultaten in de praktijk voldoen aan de ideeën van een paar jaar daarvoor. De flexibiliteit is in de praktijd dus afhankelijk van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de dossiers en reguliere rapportages. Vooral beschikbaarheid en toegankelijkheid laten nog wel eens te wensen over. Er zijn een aantal anekdotes bekend die wijzen op ruimte voor verbetering. De anekdotes illustreren dat soms 'iemand wat roept' en er vervolgens wordt gekeken of dit ook met het oog op de geformuleerde criteria mogelijk is. Het is echter in de praktijk moeilijk om na het roepen van 'we openen hier een NBSO' niets te doen als er verwachtingen gewekt zijn bij de lokale overheid of de staf van de Nederlandse vertegenwoordigingen ter plaatse. Anders gezegd, naast de formele openingscriteria spelen ook andere sentimenten een rol. In sommige situaties wordt het als gezichtverlies t.o.v. de buitenlandse overheid of andere netwerkpartners gezien als men zou moeten besluiten een al aangekondigde NBSO niet door te laten gaan, of een bestaande NBSO te sluiten. De NBSO's waren oorspronkelijk bedoeld voor moeilijk, slecht bereikbare markten. Dit criterium is ietwat opgeschoven. Sinds een aantal jaren zijn er ook NBSO's in nabije markten zoals in Stuttgart, Lille, Lyon en Krakow. Het ligt in de bedoeling er één in Jekaterinaburg1 te openen. Dit onder andere omdat er een duidelijke behoefte was geconstateerd bij het MKB voor een steunpunt in deze regio. Overigens laat die behoefte onverlet dat ook een landenrapportage gemaakt wordt. De beoogde markt moet ook aan de criteria voldoen (driesterrenland etc.).
1
Het plan voor deze NBSO is op grond van onder andere een belangstellingsmeting onder het Nederlandse bedrijfsleven ontstaan. EIM, (2005) Enquête NBSO's, exportplannen van het Nederlandse bedrijfsleven.
21
De feitelijke procedure om tot besluitvorming over de opening van een nieuw NBSO-kantoor te komen is vastgelegd in de zogenoemde jaarplancyclus van het postennetwerk. De procedure komt op het volgende neer: 1
Jaarlijks wordt door de BEB aan het postennetwerk gevraagd of er regio's binnen hun gebied zijn waar een NBSO een welkome versterking zou zijn voor het postennetwerk. Deze aanvraag moet voor 15 januari binnen zijn.
2
Vervolgens wordt dit aan de NBSO-landenclusterleider voorgelegd. Deze bekijkt de aanvraag en oordeelt of de aanvraag nuttig is (Deze landen of regio's dienen een groei te hebben die boven het gemiddelde van de wereldeconomie ligt en alleen landen en/of regio's komen in aanmerking waarvoor het relatief moeilijk is vanuit het bestaande postennetwerk de gevraagde diensten te leveren).
3
Uiteindelijk ontstaat er een longlist van een aantal mogelijke landen
4
De EVD voert vervolgens een landen- of regio-onderzoek uit, of laat dat
en/of regio's. Deze wordt aan de EVD aangeboden. doen. 5
Op deze wijze ontstaat een shortlist die vervolgens aan de Driehoek wordt aangeboden voor verdere besluitvorming.
Volgens de gesprekspartners is het instrument wel degelijk flexibel in die zin dat er inderdaad NBSO's worden geopend, gesloten en verplaatst (zie overzicht in bijlage IV). Tot nu toe zijn er twee NBSO's gesloten en één verplaatst. Verder is er minstens één vestiging die dateert uit de periode voordat het instrument in het leven is geroepen. Deze vestiging in India ressorteerde destijds onder Buitenlandse Zaken. 2.3.2
F l ex i b i l it e it p e rso n ee l sbe z e tt in g De Chief Representatives krijgen een contract voor vier jaar. Partijen zeggen dat dit gebruikelijk is, want 'zo zit de cyclus nu eenmaal in elkaar'. De Chief Representatives zijn in dienst van het NCH of SBU en hebben geen diplomatieke status. Een benoeming van langer dan vier jaar wordt niet wenselijk geacht omdat betrokkenen dan een arbeidscontract voor onbepaalde tijd zouden moeten krijgen en dat is nadelig voor de flexibiliteit. Nieuw aangezochte Chief Representatives krijgen in Nederland een uitvoerige training. De Deputy Representatives zijn in dienst van de NBSO1 en hebben een contract volgens de plaatselijke arbeidswetgeving. In principe worden ze per NBSO benoemd, met als uitzondering China. Daar worden de Deputy Representatives voor het NBSO-netwerk in China benoemd. Het is dus in principe mogelijk ze te over te plaatsen. De Deputy Representatives zijn heel belangrijk in die zin dat ze het geheugen van het NBSO zijn omdat ze veelal langer aanblijven dan de Chief Representatives, die immers elke vier jaar vervangen worden2. De bezetting van het NBSO ligt vast: een team van één Deputy Representative en één Chief Representative. De staf van een NBSO-kantoor wordt niet
22
1
De NBSO's zijn privaatrechtelijke rechtspersonen. Het verschilt per vestigingsland hoe deze rechtspersoon op basis van nationaal recht wordt geregistreerd. Dit varieert van 'representative office' van het NCH tot 'stichting' (overeenkomstig de rechtspersoonlijkheid zoals vastgelegd in de statuten van het NCH).
2
Gemiddeld blijven de Chief Representatives 3,5 jaar in dienst.
aangepast aan de hoeveelheid werk ter plaatse. In gevallen van tijdelijke extra werkzaamheden, bijvoorbeeld i.v.m. een inkomende missie, kunnen in overleg wel tijdelijke krachten of stagiairs worden ingehuurd. De reguliere werkzaamheden worden - in den Haag al - gerantsoeneerd zodat de werkdruk niet onaanvaardbaar hoog oploopt1. 2.3.3
F l ex i b i l it e it i n d e d ie nstv e r le n in g Aangegeven is dat het aantal verschillende diensten in de loop van de jaren is gegroeid. In het begin ging het vooral om exportbevordering. Daar zijn later andere aspecten aan toegevoegd, zoals onder andere hulp bij buitenlandse investeringen of samenwerkingsprojecten. In feite behoort het hele scala van activiteiten op het gebied van internationalisering tot het werkgebied van de NBSO's. De kwaliteit van de dienstverlening is ook gegroeid. In het verleden was er geen sprake van marktscans in het kader van IM. Vervolgens was er een forse toename in het aantal scans2. Dit vormde de aanleiding om bij de intake voor de scans een soort PSB-achtige criteria3 aan te leggen. Tegenwoordig wordt nog maar één vraag per aanvrager gehonoreerd4 en wordt scherp gekeken naar de prioritaire sectoren en thema's. Aanvragen kunnen alleen maar via Den Haag worden ingediend. De afdeling IM fungeert hiermee als een soort poortwachter of trechter. Deze gang van zaken heeft volgens de medewerkers bijgedragen aan de kwaliteitsverhoging. Ze vinden unaniem dat de kwaliteit en de serieusheid van de aanvragen vergroot zijn. Zoals gezegd, de afdeling IM heeft ook oog voor de werkdruk van de NBSO's, de consulaten en de ambassades. Zij zorgen ervoor dat de werkdruk voor de verschillende posten in het buitenlandnetwerk niet te hoog oploopt. Dit leidt er echter toe dat aanvragen in de wacht worden gezet en soms helemaal niet gehonoreerd worden. Ook een sector die geen prioriteit heeft kan voor het bedrijf tot gevolg hebben dat zijn aanvraag niet of later gehonoreerd wordt. De posten - waaronder de NBSO's - krijgen ook aanvragen binnen van lokale bedrijven die contact zoeken met Nederlandse leveranciers. Dit wordt wel
1
Bij de EVD in den Haag wordt er bij de Intake van IM-opdrachten rekening gehouden met bezetting van de posten. Dit kan ertoe leiden dat marktscans voor bedrijven die wel aan de criteria voldoen toch worden afgewezen.
2
Jinan had opeens 104 aanvragen in een jaar te verwerken, dit was te veel van het goede, bovendien was er erg weinig follow-up van de bedrijven.
3
Criteria die o.a. gehanteerd worden om te beoordelen of een bedrijf in aanmerking komt voor een PSB-subsidie (Programma Staters op Buitenlandse markten) zijn: bedrijf mag geen nog lopend PSB-project hebben; bedrijf heeft niet meer dan 100 werknemers (FTE) in dienst en de omvang van de export is aan bovengrenzen gebonden (mede in relatie tot omzet van bedrijf). Zie: http://www.evd.nl/info/programmas.
4
Anekdote: Er kwam een aanvraag binnen van een exportmanager voor land X die werd gehonoreerd. Vervolgens vroeg de exportmanager of er ook een marktscan voor land Y gemaakt zou kunnen worden. Het antwoord van de EVD was: nee, we doen maar één marktscan per bedrijf zodat het bedrijf in staat is er ook serieuze aandacht aan te geven. Ook het feit dat het betreffende bedrijf een tweede exportmanager had die verantwoordelijk is voor land Y kon het EVD-team niet vermurwen.
23
omschreven als reversed matchmaking1. Probleem hierbij is dat de EVD volgens veel van de gesprekspartners onvoldoende op de hoogte is van de kennis en kunde van het Nederlandse bedrijfsleven. Het is dus erg moeilijk om deze aanvragen op de juiste plaats in het Nederlandse bedrijfsleven te laten landen. 2.3.4
R i g i de va sth ou d en a a n f l ex i b i l it e it Een fraaie paradox is dat binnen het systeem heel rigide wordt vastgehouden aan zaken die geacht worden de flexibiliteit te bevorderen. Dit geldt bijvoorbeeld voor: − de benoemingen voor 4 jaar; − de bemensing van twee mensen per NBSO-kantoor; − het vasthouden aan één aanvraag per aanvrager. Dit kan uiteraard leiden tot het missen van kansen. Door het streng vasthouden aan deze uitgangspunten kent het systeem nieuwe vormen van rigiditeit. Het komt nu niet voor dat ongeveer 40 serieuze aanvragen een NBSO bereiken, want die mogelijkheid wordt er in Den Haag al uitgehaald. Bovendien is het op deze manier moeilijk het succes van een bepaald NBSO te beoordelen en te beoordelen of de bemensing in lijn met de behoefte is. Verschillen tussen NBSO's worden er in Den Haag bij de intake al 'uitgehaald'. Verder zijn de criteria voor de honorering van een aanvraag nogal streng. Zo wordt er gesproken over het al dan niet hebben van een exportafdeling. Dit kan voor een middelgroot industrieel bedrijf een redelijke eis zijn, maar bijvoorbeeld voor een ICT-dienstverlener of een handelsfirma ligt dat heel anders. Dit soort bedrijven is doorgaans te klein om een aparte internationale (export)afdeling te hebben, maar ze kunnen net zo veel potentie hebben. Het omspringen met de openingscriteria zou inderdaad als flexibel omschreven kunnen worden. Dit leidt echter direct tot kanttekeningen bij de soms irrationele rol van verschillende sentimenten, zoals: − een ambassadeur die niet graag ziet dat zijn postennetwerk krimpt; − een buitenlandse mogendheid die het sluiten van een NBSO als een affront beschouwt.
2.4
Begrotingen NBSO-kantoren 2006 Het totaal van de begrotingen 2006 van de 17 NBSO's bedraagt 2,5 miljoen euro. In bijlage V wordt een overzicht van de begrotingen van de 17 NBSOkantoren in 2006 gegeven. Deze begrotingen wijken in het algemeen slechts weinig af van de begrotingen, c.q. realisaties van de voorgaande jaren. In de begroting worden de negen budgetlijnen onderscheiden. We hebben voor de 17 NBSO-kantoren het gemiddelde aandeel van de negen posten berekend (aandeel in totaal in procenten):
1
24
Reversed matchmaking is vooralsnog niet opgenomen in het handboek dat momenteel in voorbereiding is omdat dit onderwerp geen onderdeel van het gevoerde beleid is. Het is wel als pilot opgepakt door de EVD binnen PSOM-OS. Het is aan DGBEB om dit onderwerp als opdracht uit te zetten bij de EVD en het daardoor als opdracht aan NBSO's en posten DBZ mogelijk te maken.
1 Office expenses (7%); 2 Office rent & maintenance (16%); 3 Housing Chief Representative (8%); 4 Personnel expenses (49%); 5 Travelling expenses and subsistence (7%); 6 Communication (3%); 7 Automation (2%); 8 Activities, within budget1 (4%) Bijna de helft van het budget wordt besteed aan 'personnel expenses'. Een belangrijk onderdeel van deze budgetlijn (gemiddeld) zijn de salariskosten van de Chief Representative. Die variëren van € 22.000 tot € 88.000 per jaar, voor de meeste posten (11) is € 30.000 tot € 37.000 begroot. Het gemiddelde is net iets boven de € 37.000 per jaar. Aangezien ook de kosten voor de Deputy aanzienlijk verschillen als gevolg van opleiding, ervaring, anciënniteit maar vooral ook loonkostenniveau in het betreffende land, varieert ook het aandeel van de salariskosten van de Chief in het totaal nogal sterk. Dat varieert van ongeveer 30% in sommige West-Europese posten tot 75% tot 80% in India. Over het algemeen variëren de kosten nogal sterk met het land van vestiging, omdat dat een sterke invloed heeft op huisvestingskosten van de Chief Representative, personnel expenses, etc. Dit betekent dat de totale jaarkosten voor de 8 NBSO's in China en India gemiddeld op € 110.000 uitkomen, terwijl voor de 9 NBSO's in overige landen de kosten gemiddeld € 182.000 zijn (voor de personnel expenses is dit € 49.000 respectievelijk € 95.000). In deze tweede groep, die Polen, Mexico, Duitsland, Brazilië, Roemenië, Frankrijk en de VS omvat, varieert het totale budget per NBSO uiteraard nogal (Krakow € 131.000, San Manteo € 219.000). Daarnaast bedragen de jaarlijkse kosten per NBSO nog een kleine 15.000 euro die buiten het budget van de post worden gefinancierd: € 8.000 via het Programma Promotionele Projecten (PPP) en € 6.750 coördinatiekosten in Nederland. Dit betreft o.a. accountantskosten, administratiekosten en werving personeel. Zie bijlage V voor alle details.
2.5
Overige onderwerpen
2.5.1
F e ed ba ck Bij aansturing hoort ook feedback. Er kunnen verschillende kanalen worden onderscheiden. In de eerste plaats wordt er een klanttevredenheidsonderzoek gehouden onder bedrijven die gebruik maken van de Individuele Marktbewerking (IM). Bedrijven wordt gevraagd een evaluatieformulier in te vullen en ze worden na verloop van tijd (half jaar) nog eens telefonisch benaderd. Hiervan wordt een rapport gemaakt en de Chief Representatives
1
Dit betreft voornamenlijk PR, representatie en particpatie in seminars en beurzen.
25
krijgen met behulp van dit rapport feedback1. De Deputy Representatives krijgen dit veelal niet te zien. Het rapport is ook in het Nederlands en de meeste Deputy Representatives zijn deze taal niet machtig. Het is dus afhankelijk van de Chief Representative of de deputies ook enige feedback krijgen. Sommige Chief of Deputy Representatives gaan zelf achter feedback aan. Zij nemen contact op met de bedrijven uit het plaatselijke netwerk die ze bij scans hebben benaderd om te horen of er uiteindelijk contact met ze is opgenomen door het Nederlandse bedrijf en of er daadwerkelijk wat uitgekomen is. Een andere manier van feedback zijn de beoordelingsgesprekken die worden gevoerd met de EVD en HEA van de ambassades en de Chief Representative. Hier is een kanttekening te maken. De eerder genoemde feedback van lokale bedrijven wijst soms uit dat het betrokken Nederlandse bedrijf niets van zich heeft laten horen. Dit is zeer nadelig voor het functioneren van Individuele Marktbewerking als systeem. Het gaat uiteindelijk om het vinden van potentiële zakenpartners. Het kan als erg negatief ervaren worden wanneer bedrijven in het buitenland die zijn 'aangezocht' door de posten, vervolgens niet benaderd worden door het betreffende Nederlandse bedrijf. Het valt niet mee om dit bedrijf later te interesseren in een mogelijke andere Nederlandse zakenpartner. Ook in meer algemene zin schaadt dit de reputatie van het Nederlandse bedrijfsleven. 2.5.2
A a n stu r in g en f or mu l i ere n Vrijwel alle formulieren die het evaluatieteam onder ogen heeft gekregen zijn sterk aan verandering onderhevig. Veelal wordt op ad hoc basis een nieuw formulier ontworpen of aangepast. Uit het dossieronderzoek bleek dat sommige formulieren zelfs per maand kunnen veranderen. Ook de informatie die de formulieren bieden is niet eenvormig. Ter illustratie: van de jaarlijkse evaluatieformulieren die we onder ogen hebben gekregen over 2005 is in ongeveer een derde van de gevallen de kolom resultaat/doelgroep niet ingevuld. Er dient uiteraard aandacht te zijn voor een juiste balans tussen het doorvoeren van verbeteringen waar wenselijk en continuïteit waar mogelijk die bijdraagt aan de zekerheid voor de mensen die in en met het systeem moeten werken en de mogelijkheid om ontwikkelingen in de tijd te monitoren.
2.5.3
R e g l em ent e r in g Het instrument NBSO is meer dan tien jaar oud. Pas nu wordt een reglement opgesteld. Er bestond wel een Nota Beleid en Beheer NBSO's, maar deze was zeer globaal van karakter. Het is van belang dat de reglementering snel tot stand komt in verband met een groot afbreukrisico. De taken van de NBSO's en de werkzaamheden moeten goed afgebakend worden2.
26
1
Althans dat is de bedoeling. Er was bijvoorbeeld ook een Chief Representative die 'dacht dat hij wel eens een samenvatting van het rapport had ontvangen'. Het rapport als zodanig kende hij niet.
2
Zie ook hoofdstuk 4, blz. 52.
Ter illustratie een aantal vraagpunten met betrekking tot de taken van de NBSO's: 9 Vertaalwerkzaamheden wel of niet doen? 10 Bij contractbesprekingen aanschuiven, wel of niet doen? 11 Helpen met het zoeken naar huivesting, het kopen van een auto, het vinden van een school? 12 Reizen boeken voor Nederlanders of zelfs door het land begeleiden? 13 Taxidiensten verrichten? 2.5.4
R e v er se d ma t chma k ing De NBSO's hebben toegang tot Matchbase in die zin dat ze het kunnen vullen. Echter naar verluidt stuiten aanvragen voor Reversed Matchmaking bij IM nogal eens op de wet persoonsbescherming. Dit wil waarschijnlijk zeggen dat de namen van personen of bedrijven die in het verleden een aanvraag hebben gedaan niet zomaar doorgegeven kunnen1 worden aan anderen. Wel hebben de NBSO's net als de andere posten toegang tot HERMES 2 en daarmee tot het HIS. Hier zouden ze zelf uit kunnen putten. Het is echter wel de vraag wie dit beheert. Meer duidelijkheid lijkt ook hier op zijn plaats.
2.5.5
R e g is tr a t i es De registraties zijn fragmentarisch en niet goed toegankelijk. Ook is het vreemd dat verschillende bedrijven die EIM benaderde voor de bedrijvenenquête zeiden geen idee te hebben hoe en waarom het bedrijf in het betreffende EVD bestand terecht is gekomen (zie ook 1 e alinea paragraaf 4.2 met bijbehorende voetnoot).
2.5.6
T e rug k om da ge n De terugkomdagen worden als positief ervaren. Het is ook een goede zaak dat tijdens die dagen bedrijfsbezoeken worden afgelegd. Dit draagt ook in bescheiden mate bij aan de promotie van het NBSO-netwerk bij het Nederlandse bedrijfsleven. Waarschijnlijk is het ook een goede zaak als de Deputy Representatives in grotere groepen terugkomen. Op deze manier kunnen zij ervaringen uitwisselen en leren van best practices zonder dat steeds opnieuw het wiel uitgevonden moet worden.
2.5.7
B ek end h ei d NB S O 's Wellicht kan bij dit onderwerp ook de Dutch Trade Board3 een rol spelen. De DTB zou meer aandacht kunnen besteden aan het functioneren van en de mogelijke positieve bijdrage van het NBSO-netwerk. Al eerder is uit onder-
1
Althans volgens de beoordeling van IM, we weten niet wat voor voorwaarden er bij een aanvraag voor IM worden getekend.
2
In de Rijksbegroting 2004 wordt al aangegeven dat het in het kader van de economische functie van het postennet, een doelstelling is om tot een gemeenschappelijk kennis- en informatiebeheer tussen de ministeries van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken, de EVD en het postennetwerk te komen. In 2004 zal het geautomatiseerde systeem dat hiervoor is ontwikkeld, «Hermes», op de werkplek van betrokken ambtenaren beschikbaar moeten zijn, zowel bij de EVD als op de posten en op de departementen van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken in Den Haag.
3
In november 2004 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken het startsein gegeven voor de Dutch Trade Board, waarin alle handelsbevorderende organisaties hun kennis en activiteiten bundelen. De raad is een initiatief van onder meer het ministerie van Economische Zaken, VNO-NCW en MKB-Nederland.
27
zoek naar voren gekomen dat het NBSO erg onbekend is bij het Nederlandse bedrijfsleven. Daarnaast is het opvallend dat de NBSO's aangeven nauwelijks aan cross-over activiteiten te doen. Zo wordt in de gesprekken een enkele keer PSIOM genoemd, maar geen enkele keer de PSB. Het is toch goed voorstelbaar dat in het kader van een PSB-traject ook contact wordt gelegd met een NBSO, al was het alleen maar voor beursbezoek. 2.5.8
S ta f in ' D en Ha a g' Het aansturen van de NBSO-kantoren tezamen met de inspectie en de werkzaamheden rond de financiële zaken lijkt gezien de kwantitatieve bezetting van de staf bij de EVD in Den Haag die hiermee is belast een zware of ten minste een omvangrijke taak. Deze taak wordt zwaarder naarmate het aantal NBSO's groeit.
28
3
Internetenquête NBSO-kantoren De internetenquête voor de NBSO-staf is ingevuld door alle 17 NBSOkantoren1 in de periode 20 april tot 24 mei 2007 (zie Bijlage 1 voor een overzicht van alle NBSO met openings- en sluitingsdata). In deze samenvatting van de enquêteresultaten zien wij, gelet op het kleine aantal respondenten, af van het weergeven van de antwoorden in percentages. Echter, indien het aantal respondenten bij een bepaalde vraag kleiner is dan 16, geven wij dat aan. In lijn met de opzet werken op bijna alle kantoren twee mensen; slechts één kantoor is (op dit moment) bemand door één persoon. Medewerkers geven echter diverse keren aan dat uitbreiding van de staf wenselijk zou zijn, bijvoorbeeld met een administratieve kracht ter ondersteuning en om callcenter-achtige' werkzaamheden uit te voeren. 14 van de 17 kantoren geven aan dat prioritaire sectoren en thema's voor het werk van het NBSO-kantoor inderdaad bepaald zijn. Naast een groot aantal diverse industriële sectoren variërend van automotive, machines tot urban planning worden de volgende sectoren relatief vaak genoemd: − milieu (7); − agro business (6); − infrastructuur (5); − energie (4); en − water (3). De meeste NBSO's geven aan zelf de belangrijkste rol te spelen bij de selectie van de prioritaire sectoren (7 keer), vier keer wordt de EVD als belangrijkste speler genoemd. Maar bijna in alle gevallen is het een samenspel van EVD en postennetwerk in het betreffende land, d.w.z. inclusief ambassade en consulaat. De redenen om de genoemde sectoren te kiezen liggen nogal voor de hand: − mogelijkheden zien voor Nederlandse bedrijven; − groeiende sectoren; − Nederland heeft een interessant aanbod in deze sectoren. Een enkele keer wordt een meer specifieke link gelegd met interesse die Nederlandse bedrijven eerder hebben getoond. De geselecteerde sectoren worden opgenomen in de werkplannen en krijgen op diverse manieren meer aandacht: − het reguliere werk (marktscans) wordt relatief vaak in deze sectoren uitgevoerd;
1
De opzet was dat één medewerker de enquête namens het betreffende NBSO-kantoor invulde. De resultaten zijn gebaseerd op antwoorden van de NBSO-kantoren te Porto Alegre en Recife (Brazilië); Jinan, Kunming, Nanjing, Tianjin, Wuhan en één kantoor in oprichting Dalian (China, als voorzetting van kantoor Shenyang); Ahmedabad en Chennai (India); Stuttgart (Duitsland); Lille en Lyon (Frankrijk), Monterrey (Mexico); Krakow (Polen); Cluj (Roemenië) en San Mateo (VS). De vestigingen Shenyang in China ontbreekt, deze post wordt in mei-juni 2007 verhuisd naar Dalian .
29
− er worden artikelen over deze onderwerpen geschreven; − relevante seminars en congressen worden bezocht; − handelsmissies worden uitgevoerd gericht op deze sectoren; − ook algemene Holland Promotie wordt vooral op deze sectoren gericht. De NBSO-medewerkers geven een reeks redenen aan waarom de NBSO in de betreffende stad of regio is gevestigd. Deze zijn samen te vatten als: − Economisch belang en/of groei van regio/stad/haven in het betreffende land naast regio met ambassade of consulaat. − Witte vlek in Nederlands netwerk. − Verzoek lokale autoriteiten, veel steun van lokale autoriteiten. − Gevolg van enquête door EZ 10 jaar terug. − Interesse Nederlandse bedrijfsleven blijkend uit vragen aan infodesk in Den Haag. − Specifieke aandacht voor sector (watermanagement, tuinbouw, transport over water). − Innovatieve regio. De NBSO-medewerkers hebben een oordeel gegeven over de huisvesting van het betreffende NBSO-kantoor op een schaal van '1 sterk onvoldoende' tot '5 erg goed'. Tabel 1 laat zien dat alle vier de onderscheiden aspecten in de ogen van de medewerkers goed scoren. De locatie scoort met 4,8 het beste. Tabel 1
Kwaliteit van het fysieke NBSO-kantoor
Aspect
Gemiddelde oordeel op schaal 1…5
Bereikbaarheid NBSO-kantoor (vervoer)
4,5
Locatie NBSO-kantoor
4,8
Faciliteiten NBSO-kantoor
3,9
Algemene uitstraling NBSO-kantoor
4,2
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Van acht belangrijke NBSO-diensten is in tabel 2 aangegeven hoeveel keer per maand deze dienst gemiddeld wordt verleend.
30
Tabel 2
Acht belangrijke NBSO-diensten (gerangschikt naar frequentie per maand)
Dienstverlening
Aantal NBSO's
Gemiddelde per maand
Informatie over lokale marktcondities
15
15,3
Informatie over de bedrijfscultuur in de regio
15
12,3
Ondersteunen bij contacten met lokale bedrijven (matchmaking)
15
9,7
Ondersteunen bij contacten met de lokale overheid
15
9,7
Exportpromotie voor specifieke ondernemingen
14
8,8
Specifiek marktonderzoek en rapporteren aan een individuele cliënt
15
7,1
Informatie over wet- en regelgeving
14
6,8
Algemene Holland Promotie, specifieke acties
15
5,1
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Naast de in tabel 2 genoemde standaardactiviteiten noemen de NBSO's ook andere activiteiten zoals: − algemene netwerkactiviteiten zoals deelnemen aan seminars en internationale contactdagen van de Kamer van Koophandel en brancheorganisaties in Nederland; − ondersteunen bij bezoeken van Nederlandse bedrijven (vertalen, transport); − ondersteunen - ook bij niet-NBSO-activiteiten - van ambassade en consulaat; − beantwoorden van vragen van lokale bedrijven en lokale netwerkpartners over Nederland; − beantwoorden van algemene vragen ook van studenten e.d. uit Nederland. Dertien van de NBSO's zijn de laatste 24 maanden betrokken geweest bij het organiseren van een handelsmissie naar Nederland: − 10 NBSO's ondersteunden gemiddeld 4 missies georganiseerd door anderen; − 3 NBSO's hebben de organisatie zelf op zich genomen (gemiddeld 1,7 missie). Iets meer dan de helft van de NBSO's zegt op een voorbeeldige manier met kwaliteit van de dienstverlening om te gaan: de staf is zich bewust van de niveaus die zijn gedefinieerd en zij beoordelen ook regelmatig of de dienstverlening daaraan voldoet (tabel 3).
31
Tabel 3
Het kwaliteitsbewustzijn van de NBSO-medewerkers
Omschrijving
Aantal NBSO's
Zover wij weten is het kwaliteitsniveau niet gedefinieerd
3
Het kwaliteitsniveau is gedefinieerd, maar is nooit goed gecommuniceerd naar ons
1
We zijn ons bewust van het kwaliteitsniveau, maar dit wordt niet echt toegepast
1
We zijn ons bewust van het kwaliteitsniveau, en hierop evalueren wij onze diensten regelmatig
9
Weet niet/geen antwoord
3
Totaal
17
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Tabel 4
Mening van NBSO-staf over de feedback na dienstverlening
Aantal NBSO's We ontvangen nauwelijks feedback
3
De feedback die we ontvangen is niet erg nuttig omdat deze alleen in het Nederlands is
1
We ontvangen voldoende feedback en we hebben een redelijk idee hoe de cliënten onze diensten waarderen
11
We ontvangen redelijk veel feedback en hebben een goed idee hoe de cliënten onze diensten waarderen
1
Weet niet/geen antwoord
1
Totaal
17
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Slechts één van de NBSO's is van oordeel dat ze redelijk veel feedback ontvangen over de verleende diensten en dat ze (dus) een goed idee hebben hoe de cliënten de dienstverlening waarderen (tabel 4). Ruim de helft van de NBSO's (11) zegt echter voldoende feedback te ontvangen en een redelijk idee te hebben van de waardering van de dienstverlening door de klanten1. Voor vier van de NBSO's is de situatie duidelijk onbevredigend, echter 3 van deze doen zelf pogingen meer feedback te ontvangen door bijvoorbeeld bedrijven na verloop van tijd nog eens te benaderen per telefoon of e-mail. 13 NBSO's rapporteren feedback van de EVD te ontvangen, 12 geven aan (ook) direct feedback van de Nederlandse bedrijven te ontvangen. In vijf gevallen komt de feedback (ook) via de ambassade of het consulaat. Andere partijen die zijn genoemd: andere NBSO-staf, provincies en andere over1
32
Opgemerkt dient te worden dat uit gesprekken met Deputy Representatives blijkt dat zij vaker ontevreden zijn.
heidsdiensten in Nederland, consulenten van de Kamers van Koophandel en brancheorganisaties. Veel van de NBSO's geven aan zelf actief naar feedback te zoeken door te bellen en te e-mailen naar bedrijven etc. Aan de medewerkers van de NBSO's is ook gevraagd van welke organisatie ze de afgelopen 24 maanden de meeste instructies of begeleiding hebben ontvangen die hen in staat stelt hun taak goed uit te voeren. Veertien van de 17 NBSO's zetten de EVD op de eerste plaats (1= meest belangrijk). In tabel 5 is van zes organisaties de rangorde aangegeven. Indien de EVD voor alle NBSO's bovenaan zou staan, zou gemiddeld een '1' resulteren. De feitelijke score van 1,5 voor de EVD zoals die uit tabel 5 blijkt betekent dat de EVD voor de meeste NBSO's op de eerste of tweede plaats staat1. De belangrijkste drie actoren zijn dus: EVD, Nederlandse ambassade en andere NBSO's. Naast de ministeries van Economische en Buitenlandse Zaken en de consulaten die wat minder belangrijk in deze zijn, zijn er andere organisaties die ook relevant zijn. Dit zijn vooral: Nederlandse bedrijven, de lokale bedrijven en autoriteiten, maar incidenteel ook BEB, LNV, TWA, Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), SenterNovem, brancheorganisaties en individuele consultants. Tabel 5
Belang van organisaties die instructie en begeleiding bieden aan NBSO's
Organisaties
Gemiddelde score in rangorde*
EVD
1,5
Nederlandse ambassade
2,5
Andere NBSO's
4,4
Ministerie van Economische Zaken
4,6
Nederlands consulaat
5,4
Ministerie van Buitenlandse Zaken
6,1
Anders, namelijk
5,2
* Noot: Gevraagd is een rangorde aan te geven van organisaties die de meeste begeleiding en instructies bieden: 1 = meest belangrijk - 7 = minst belangrijk. Indien EVD bij alle NBSO's bovenaan zou staan, zou score 1 resulteren. Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007 (N=11).
In tabel 6 wordt het oordeel van de NBSO-staf over de mate waarin de verdeling van verantwoordelijkheden over de verschillende actoren helder is weergegeven.
1
De organisaties die niet genoemd zijn hebben in de berekening een 7 meegekregen (de laagst mogelijke prioriteit).
33
Tabel 6
Oordeel over duidelijkheid van afbakening verantwoordelijkheden tussen de verschillende organisaties die de NBSO's aansturen
Aantal NBSO's 1
Erg onduidelijk
2
2
Onduidelijk
3
3
Neutraal
6
4
Duidelijk
5
5
Erg duidelijk
1
Weet niet/geen antwoord
-
Totaal
17
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
De gemiddelde score op deze schaal van '1 erg onduidelijk' tot '5 erg duidelijk' is 3,0 (gemiddeld). Dit neemt niet weg dat er ook een aantal vrij expliciete opmerkingen door de NBSO-staf worden gemaakt: − meer kapiteins op één schip met als gevolg o.a. rivaliteit, tegenstrijdige aanwijzingen en regels, en vaagheid. Er is een gebrek aan coördinatie en sommige van deze partijen: economische zaken, buitenlandse zaken, EVD en anderen 'only think inside their own box'; − er lijkt een gat te bestaan tussen de verantwoordelijkheden van een NBSO en de status, de autoriteit van de organisatie. Er ontbreekt een duidelijke visie van de sturende partijen in deze; − soms tegenstrijdige informatie van EVD en ambassade, of zaken die tussen die twee partijen 'in' stilvallen; − sommige NBSO's spreken over gebrek aan duidelijke strategie, coördinatie en actieplannen van de EVD voor 'hun' land. Ook bij de suggesties gericht op verbeteren van het NBSO-netwerk komt een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden als een issue naar voren. Tabel 7
De mate waarin de dienstverlening die de NBSO's kunnen leveren aansluit bij de behoefte en prioriteiten van de doelgroep
Aantal NBSO's 1
Slecht
-
2
Onvoldoende
-
3
Neutraal
5
4
Voldoende
3
5
Zeer goed
9
Weet niet/geen antwoord
-
Totaal
17
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
De medewerkers van de NBSO's zijn van mening dat de dienstverlening die zij kunnen leveren goed aansluit bij de behoefte en prioriteiten van de Ne-
34
derlandse doelgroep. Op een schaal van '1 slecht' tot '5 erg goed' is de score 4,2 (zie ook tabel 7). Geen van de NBSO-medewerkers is van oordeel dat de aansluiting slecht is; de enige kanttekening die werd gemaakt is 'sommige bedrijven vragen meer ondersteuning en meer specifieke informatie dan wij kunnen bieden (dat is werk voor commerciële aanbieder)'. Bijna alle NBSO's (16) geven aan de laatste 24 maanden actief te zijn geweest met het 'matchen' van Nederlandse bedrijven met bedrijven in het eigen ressort. Uit Tabel 2 werd al duidelijk dat NBSO's dit gemiddeld zo'n 10 keer per maand doen. Naar de inschatting van de staf verloopt dat over het algemeen succesvol (zie tabel 8). Tabel 8
Mate van succes die medewerkers van NBSO naar eigen oordeel behalen bij het matchen van Nederlandse en lokale bedrijven
Aantal NBSO's 1
Niet zo succesvol
(0 of 1 van de 10 pogingen heeft succes)
-
2
Een beetje succesvol
(2 of 3 van de 10 pogingen hebben succes)
2
3
Succesvol
(4 tot 6 van de 10 pogingen hebben succes)
7
4
Zeer succesvol
(7 of 8 van de 10 pogingen hebben succes)
6
Extreem succesvol
(9 of 10 van de 10 pogingen hebben suc-
5
ces) Weet niet/geen antwoord
Totaal
1 16
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
De inschatting die de medewerkers van de NBSO's geven over het succes van hun 'matching'-inspanningen geven over het algemeen een positief beeld. Op een schaal van '1 niet zo succesvol' tot '5 extreem succesvol' is de score 3,3. Dit wijst erop dat gemiddeld 6 à 7 van de 10 pogingen succesvol zijn. De medewerkers is ook gevraagd of ze actief zijn op het terrein van zogenaamde 'reversed matching', d.w.z. niet een lokale partner voor een Nederlands bedrijf zoeken, maar een Nederlandse partner zoeken voor een lokaal bedrijf1. Bijna alle NBSO's geven aan ook op dit terrein actief te zijn2 (zie tabel 9).
1
Het initiatief ligt dan aan de andere kant, maar ook deze activiteit dient natuurlijk het belang van het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse economie.
2
Toch maakt, zoals in een voetnoot bij paragraaf 2.3.3 op gezag van de EVD is vermeld, dit onderwerp momenteel geen deel uit van het gevoerde beleid.
35
Tabel 9
Frequentie waarmee medewerkers van NBSO ook lokale bedrijven ondersteunen die geïnteresseerd zijn in het zaken doen met Nederlandse bedrijven ('reversed matching')
Aantal NBSO's 1
Nooit
-
2
Zelden
-
3
Soms
4
Vaak
3
5
Zeer vaak
3
Weet niet/geen antwoord
1
Totaal
10
17
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Op een schaal van '1 erg vaak' tot '5 nooit' is de gemiddelde score 3,6. Conclusie: het gebeurt redelijk vaak. Hierbij kan nog opgemerkt worden dat diverse gesprekspartners bij EVD en NBSO aangeven dat de EVD onvoldoende kennis heeft van het Nederlandse bedrijfsleven; dit is een beperkende factor voor een efficiënte en effectieve 'reversed matching'. Elf van de 17 NBSO's geven aan dat in de laatste 24 maanden nieuwe diensten zijn gelanceerd of de prioriteiten zijn aangepast om beter aan te sluiten bij marktontwikkelingen in hun ressort. Het gaat dan vooral om: − zich richten op (andere) specifieke sectoren zoals gezondheid, milieu, mode, infrastructuur; − uitbreiden van de services van de NBSO's en verschaffen van meer informatie; − meer aandacht voor 'outsourcing', of juist een overgang van vooral begeleiden van investeringen naar bedrijven die hun producten in het ressort willen afzetten; − meer Holland Promotie; − overwegen om sectorspecifieke missies naar Nederland te organiseren; − meer samenwerking zoeken. Soms is de oriëntatie op de ontwikkelingen in de markt zelfs reden om te overwegen een NBSO om te vormen tot een Netherlands Agriculture Business Support Office (NABSO). Op de vraag naar suggesties om de diensten van het NBSO-netwerk beter te richten op de behoeften en prioriteiten van Nederlandse bedrijven komen 33 antwoorden. Bij een derde van de suggesties (11) betreft het meer promoten van het NBSO-netwerk in Nederland. Dit is blijkbaar een sterk gevoelde behoefte, daar dit vaak genoemd wordt terwijl de link met de vraag niet erg sterk is. Andere suggesties die worden gedaan sluiten beter aan op de vraag: − meer netwerken met Nederlandse bedrijven via EVD-spreekdagen en anderszins (3); − meer middelen voor sectorale missies en seminars (3); − meer contacten met brancheorganisatie (2). Daarnaast word een breed scala van mogelijke aandachtspunten één keer genoemd: verbeteren van de kwaliteit van de intake bij de EVD; verhogen
36
status van NBSO's, meer nadruk op kwaliteit dan kwantiteit van dossiers etc. De vraag naar het soort informatie dat moeilijk door het NBSO geleverd kan worden, levert geen duidelijke prioriteiten op. Er wordt wederom een breed scala aan informatie genoemd zonder duidelijke gemeenschappelijke noemers, zoals: − feitelijke informatie over actuele aanbestedingen; − gedetailleerde en financiële informatie over lokale bedrijven; − identificeren van agenten; − juridische en belastingtechnische informatie; − recente statistische informatie over het bedrijfsleven; − betrouwbaarheid handelspartners. Wat wel duidelijk naar voren komt is de moeilijkheid de dienstverlening van de NBSO's af te bakenen. Welke algemene informatie en ondersteuning moet een NBSO bieden, en wanneer wordt de dienstverlening zo specifiek (1 op 1 contacten, ondersteuning gedurende het hele proces van het afsluiten van een contract; heel specifieke informatie, etc.) dat dit niet meer van een NBSO verwacht mag worden1? Kortom er is ook behoefte aan het managen van de verwachtingen. Daarnaast worden er een aantal suggesties gedaan om de situatie verder te verbeteren: − communicatie verbeteren zowel met de doelgroep als tussen betrokken partijen onderling; − meer inkoop van (commerciële) data; − in landen met meer NBSO's kunnen centrale diensten georganiseerd worden (bijv. marketing); − bedrijven zouden bereid moeten zijn voor specifieke dienstverlening te betalen; − ondersteuning op het NBSO-kantoor door een administratieve kracht ('a clerk') opdat de deputy representative en de chief representative meer tijd vrij kunnen maken voor inhoudelijk werk. De NBSO's hebben een uitgebreid netwerk in Nederland. Vaak genoemd worden: − diverse Kamers van Koophandel (14); − brancheverenigingen (12); − ministeries (12); − universiteiten (5); − SenterNovem (4); − havens Rotterdam en Amsterdam (4); − provincies (3). Gevraagd naar de organisaties in Nederland waarmee de relaties (verder) verbeterd zouden moeten worden, staan wederom de Kamers van Koophandel en de brancheorganisaties bovenaan met respectievelijk 8 en 7 vermeldingen. Daarnaast worden direct betrokken partijen af en toe genoemd, zoals de EVD en de ministeries van Economische Zaken (BEB) en Buitenlandse Zaken en MKB-Nederland.
1
Zie ook paragraaf 2.5.3.
37
De suggestie die worden gedaan om het NBSO-netwerk in algemene zin te verbeteren betreffen vooral: − het netwerk beter promoten bij het Nederlandse bedrijfsleven (7); − beter toegang tot (commerciële) databases (4); − uitbreiding staf naar 3 of 4 mensen (3); − betere coördinatie tussen NBSO's en uitwisseling van 'best practices' (2); − verminderen van bureaucratie. Daarnaast worden veel verschillende zaken genoemd, variërend van verbetering opleiding NBSO-staf1 tot toestaan dat NBSO's missie uit het land van vestiging naar Nederland organiseren2. NBSO's nemen wel eens opdrachten over van andere organisaties. Tabel 10 laat zien dat veel NBSO's aangeven dat ze opdrachten hebben overgenomen van de ambassade (11). Andere organisaties waar de NBSO's opdrachten van hebben overgenomen zijn: Kamer van Koophandel, SenterNovem, NFIA (CBIN), ministerie EZ, ministerie SZW, brancheorganisaties en de EVD (Asia Facility, PSOM). In beperkte mate nemen NBSO's ook taken over van/werken ze samen met lokale: − niet-gouvernementele organisaties (NGO's); − samenwerkingsverbanden om gezamenlijke deelname aan handelsbeurzen te organiseren; − MKB-organisaties en exportbevorderende organisaties om presentaties te verzorgen. Men rapporteert ook voor andere (via andere) Nederlandse organisaties diensten te verrichten: − Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland, NFIA of CEBIN (3*); − Kamers van Koophandel en brancheorganisaties (2*); − andere ministeries (2*); − SenterNovem (2*); − de Azië Faciliteit van de EVD. Bijna de helft van de NBSO's geeft aan ook opdrachten te hebben overgedragen aan de ambassade (8, zie tabel 10). Ook geven 7 NBSO's aan opdrachten te hebben overgedragen aan kantoren van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Daarnaast gebeurt dat aan lokale Kamers van Koophandel, CEBIN (Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland, 3*), of lokale overheidsorganisaties.
38
1
Zie ook het eind van dit hoofdstuk.
2
Behoort het ook tot de taak van de NBSO's om missies naar NL te organiseren? Desgevraagd vat de EVD de situatie samen als: (i) het helpen voorbereiden en begeleiden van inkomende missies is niet vermeld als officiële taak van de NBSO's; (ii) NBSO's verstrekken algemene relevante informatie aan de buitenlandse organisator over Nederland; (iii) in overleg met de hoofdpost, EVD en DGBEB kan verdere begeleiding door het NBSO per geval besproken worden. Toegevoegde waarde voor het Nederlandse bedrijfsleven en het niveau van inkomend bezoek is daarbij van doorslaggevend belang; (iv) indien van belang en op tijd aangemeld kan de EVD, na afstemming met DGBEB, zorgdragen voor begeleiding in Nederland van de inkomende missie; (v) het is een keer voorgekomen dat een Chief Representatieve een inkomende missie begeleidde.
Tabel 10
Overnemen en overdragen van opdrachten
Organisaties
Aantal NBSO's dat een op-
Aantal NBSO's dat een op-
dracht heeft overgenomen
dracht heeft overgedragen
van de genoemde organisatie
aan de genoemde organisatie
Ambassade
11
8
11
4
s, CKT's
8
7
Consulaat
8
6
Andere NBSO's
7
6
del etc.
3
3
Geen van de bovengenoemde
2
5
Weet niet/geen antwoord
1
2
Andere organisaties of Nederlandse beleidsondersteuningsinstrumenten Lokaal kantoor van het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bijv. NABSO -
Lokale publieke organisaties, Kamers van Koophan-
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
13 van de 17 NBSO's zijn van oordeel dat hun ressort duidelijk afgebakend is. Als een indicatie hoe goed het NBSO-netwerk opereert als een geïntegreerd onderdeel van het totale instrumentarium gericht op het verder ontwikkelen van de internationale activiteiten van het Nederlandse bedrijfsleven, is o.a. gevraagd hoe vaak NBSO-medewerkers gedurende de laatste 24 maanden Nederlandse bedrijven gewezen hebben op of geïnformeerd hebben over andere instrumenten van de Nederlandse overheid (zie tabel 11). De instrumenten waar het om gaat zijn vooral: − EVD-programma 2g@there1 (5*). − Programma Starters op Buitenlandse Markten, PSB (5 *). − Programma Samenwerking Opkomende Markten, PSOM (4 *). − Partners for Water (4 *). − Individuele MarketScans (4 *). − Asia Facility (3*). − budget voor Promotionele Projecten van Posten, PPP (2 *). − Samenwerkingsprojecten Opkomende Markten, ISOM (2 *).
1
2g@there is gericht op ondernemers die in het buitenland kansen zien waar samenwerking met collega-ondernemers essentieel voor is. Deze ondernemers kunnen aan de hand van 2g@there bij de EVD meerjarige steun krijgen. Het gaat daarbij niet alleen om samenwerkingsvormen tussen ondernemers onderling, maar ook van ondernemers met kennisinstellingen, overheid, universiteiten en andere partijen. 2g@there richt zich op gebieden waarop Nederlandse ondernemers internationaal onderscheidend kunnen zijn. Het betreft een opkomende markt óf een kansrijke sector (bron: www.bedrijvenloket.nl, 9/6/07).
39
Tabel 11
Frequentie waarmee Nederlandse bedrijven gewezen wordt op andere overheidinstrumenten ter ondersteuning van internationalisering
Aantal keren per NBSO over de laatste 24 maanden
Aantal NBSO's
Nooit
-
1-3 keer
1
4-10 keer
5
Meer dan 10 keer
10
Weet niet/geen antwoord Totaal
2 17
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Tabel 12 geeft een indicatie van de mate waarin Nederlandse bedrijven - in de perceptie van de NBSO-medewerkers - zich bewust zijn van het bestaan van het NBSO-netwerk. Het beeld is nogal somber. In overeenstemming daarmee wordt bij de suggesties ook redelijk vaak een betere promotie (marketing) van het NBSO-netwerk in Nederland aanbevolen. Tabel 12
Mate waarin Nederlandse bedrijven bewust zijn van het bestaan van het NBSO-netwerk, perceptie NBSO-medewerkers
Aantal NBSO's 1
Nauwelijks
5
2
Een beetje
10
3
Redelijk
1
4
Goed
-
5
Zeer goed
-
Weet niet/geen antwoord
1
Totaal
17
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Via welke kanalen komen de meeste Nederlandse bedrijven, de doelgroep, in contact met het betreffende NBSO? Van 6 mogelijke kanalen is expliciet gevraagd hoe vaak dat het geval is (wederom laatste 24 maanden). Voor elk van de genoemde kanalen is gevraagd een indicatie te geven op de volgende schaal: 1. Bijna nooit; 2. Zelden; 3. Vaak en 4. Zeer vaak (Weet niet/geen antwoord). De score voor elk van de kanalen wordt gepresenteerd in tabel 13. Direct via het internet en de EVD zijn duidelijk het belangrijkst. De middengroep wordt gevormd door mond-tot-mondreclame, ambassade/consulaat en de Nederlandse Kamers van Koophandel. De andere kanalen die worden genoemd zijn bijvoorbeeld: seminars of conferenties, artikelen en interviews in de media, ter plekke ontdekken van het NBSO-kantoor, via lokale contacten, het persoonlijke netwerk van de medewerkers van de NBSO, de bilaterale Kamers van Koophandel en commerciële consultants.
40
Tabel 13
Kanalen die Nederlandse bedrijven gebruiken om in contact te komen met de NBSO's (frequentie over de laatste 24 maanden, oordeel NBSO-staf)
Aantal
Gemiddelde score
NBSO's
1= bijna nooit ...4=zeer vaak
Direct via het internet
16
3,7
Via de EVD
15
3,4
Via de ambassade of het consulaat
16
2,7
Via andere cliënten van NBSO's
15
2,7
Via de Kamers van Koophandel in Nederland
15
2,3
Via sector- of brancheorganisatie in Nederland
16
2,1
Via andere kanalen
10
2,5
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Tabel 14 geeft de gemiddelde verdeling van de werktijd op het NBSOkantoor weer over 10 belangrijke activiteiten, zowel directe dienstverlening aan cliënten als werk dat administratief van aard is (wederom gemeten over de laatste 24 maanden). Tabel 14
Verdeling werktijd NBSO-medewerkers (17 NBSO's: gemiddelde over laatste 24 maanden)
Dienstverlening
Gemiddeld
Marktscans
21%
Beantwoorden verzoeken Nederlandse ondernemingen
14%
Onderhouden van contacten met lokale autoriteiten en ondernemingen
13%
Ondersteuning en ontvangen Nederlandse ondernemingen
11%
Administratie (inclusief financiële rapporten)
9%
Holland Promotie-activiteiten
7%
Sectorscans
6%
Schrijven van reguliere (administratieve) rapporten
6%
Ondersteunen en ontvangen van Nederlandse beleidsmakers
4%
Ontwikkelen van promotiemateriaal
3%
Anders, namelijk
6%
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Veruit het belangrijkste deel van de werkweek (meer dan één dag per week) wordt besteed aan het maken van marktscans. Een tweede belangrijke groep is: vragen van Nederlandse ondernemingen, onderhouden van het lokale contactennetwerk en ontvangen en ondersteunen van Nederlandse bedrijven.
41
De andere activiteiten die zo'n 6% van de werktijd vragen zijn o.a. praktische zaken die te maken hebben met het runnen van het kantoor. Ten slotte hebben de NBSO-medewerkers aangegeven welke verbeteringen aan hun opleiding en informatievoorziening naar hun mening zou kunnen bijdragen aan het beter ondersteunen van de Nederlandse doelgroep. Een kwart van de 44 suggesties betreft 'meer kennis van Nederland' via instrumenten als a) meer bezoeken aan Nederland, b) meer vakbladen, c) meer inzicht in structuur en prioriteiten van de Nederlandse handelspolitiek, d) Nederlandse taal en cultuur, e) meer contacten met brancheorganisaties en dergelijke.
42
4
Internetenquête bedrijven Dit hoofdstuk geeft een weergave van de resultaten van de bedrijvenenquête. In paragraaf 4.1 wordt de enquête geïntroduceerd en worden de algemene bedrijfskenmerken van de responderende bedrijven beschreven. In paragraaf 4.2 wordt eerst het oordeel over de dienstverlening van het NBSO-netwerk in algemene zin geanalyseerd, in paragraaf 4.3 ligt de aandacht op de laatst ontvangen informatie of dienstverlening van één specifiek NBSO-kantoor, eerst in meer algemene zin over gebruik en effect van de dienstverlening (paragraaf 4.3.1), vervolgens is er aandacht voor specifieke kenmerken van het betreffende NBSO-kantoor zoals klantvriendelijkheid personeel en bereikbaarheid (paragraaf 4.3.2).
4.1
Introductie Ook de enquête onder Nederlandse bedrijven die - volgens de registratie bij de EVD - gebruik hebben gemaakt van de dienstverlening van het NBSOnetwerk heeft plaatsgevonden via internet. Zoals tabel 15 laat zien, hebben uiteindelijk 1879 bedrijven in april 2007 per e-mail een uitnodiging ontvangen van EIM om deel te nemen aan de internetenquête. De uitnodiging was voorzien van een individueel User ID en Password zodat EIM de respons kon bijhouden en op gezette tijden een herinnering kon sturen (twee keer). De uitnodiging ging vergezeld van een brief van het ministerie van Buitenlandse Zaken waarin het doel en nut van de evaluatie werd uiteengezet. Hierbij werd gewezen op het nut voor de bedrijven zelf: bijdragen aan een verdere verbetering van de dienstverlening door de NBSO-kantoren.
43
Tabel 15
Respons Internetenquête NBSO, bedrijven
Omschrijving
Aantal
Bestand Matchbase basis
1017
Bestand Matchbase plus
1472
Som
2489
Records zonder e-mailadres? Resteert
107 2382
Dubbele e-mailadressen
291
Uitnodigingen verstuurd
2091
Onbestelbaar retour
212
Netto uitnodigingen
1879
Respons 17 april - 8 mei 2007
384
20%
compleet ingevuld
278
15%
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Uiteindelijk kon een bestand met antwoorden van maximaal 384 bedrijven gebruikt worden voor de analyse1. Een derde van de bedrijven behoort tot de industrie. De overige zakelijke dienstverlening en de detail- en groothandel zijn de andere twee sectoren die goed vertegenwoordigd zijn (tabel 16).
1
44
Het aantal bedrijven is voor de vragen die volgen steeds een fractie lager, omdat niet alle bedrijven (na een onderbreking) de enquête hebben afgemaakt/alle vragen hebben beantwoord.
Tabel 16
Bedrijven in steekproef en in populatie, naar sector
Alle responderende bedrijven Sector
Populatie (bestand Matchbase) EVD Percentage
Percentage
50
2
2
33
883
38
37
5
4
52
2
2
56
18
16
554
24
23
1
0
0
1
0
0
Transport
10
3
3
46
2
2
Zakelijke dienstverlening
89
29
25
724
31
30
310
100
-
2310
100
-
51
14
102
4
361
100
2412
100
Aantal bedrijven
Percentage
Percentage
19
6
5
119
38
Bouw en installatie
16
Detail- en groothandel
Agrarische sector Industrie
Hotels, restaurants etc.
Subtotaal Anders Totaal
Aantal bedrijven
'leeg'
1652
Totaal
4064 Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007, respectievelijk opgave EVD 29/6/2007.
De 51 respondenten die geclassificeerd staan als 'anders' vallen in twee groepen uiteen. Er zijn 28 bedrijven die een zodanige omschrijving hebben gegeven dat ze niet direct onder te brengen zijn in een van sectoren, zoals: − productie en groothandel; − fabrikant - distributeur; − levering kennis en apparatuur; − medicijnen, milieuapparatuur en andere productaanduidingen zonder dat duidelijk wordt of het fabricage of handel betreft; − etc. Er zijn ook 12 respondenten die eigenlijk niet hij het bedrijfsleven onder te brengen zijn: − 6 Kamers van Koophandel, brancheorganisatie, regionale ontwikkelingsmaatschappij, en de PUM1; − 6 onderzoeks- en onderwijsinstellingen. Daarnaast zijn er 11 bedrijven die de betreffende vraag met 'weet niet' hebben beantwoord. Tabel 16 laat zien dat - gemeten naar sector - de groep responderende bedrijven redelijk representatief is voor de hele populatie (bedrijven die gebruik maken van het NBSO-netwerk). Als we de groep anders buiten beschouwing laten is de industrie met 38% perfect vertegenwoordigd, de bouw en het transport zijn oververtegenwoordigd, terwijl de handelsbedrijven en de zakelijke dienstverlening licht ondervertegenwoordigd zijn.
1
Gepensioneerde managers en experts die zich beschikbaar stellen voor assistentie en kennisoverdracht aan ondernemingen en instellingen in ontwikkelingslanden.
45
Tabel 17 toont dat er een redelijke spreiding is wat betreft de omvang van de responderende ondernemingen in termen van het aantal werkzame personen. Het is echter ook duidelijk dat ten opzichte van de populatie van Nederlandse ondernemingen, de grotere bedrijven sterk oververtegenwoordigd zijn. In Nederland is ruwweg 81% van de ondernemingen en 64% van de exporteurs niet groter dan 10 werkzame personen (zie tabel 18). Van de responderende bedrijven is 'slechts' 38% kleiner dan 10 werkzame personen. Echter ten opzicht van de populatie (gebruikers NBSO-netwerk) zijn de kleinste bedrijven niet zo sterk ondervertegenwoordigd (38% vs. 50%). De middelgrote bedrijven zijn nagenoeg perfect vertegenwoordigd, de grotere bedrijven zijn daarentegen sterk oververtegenwoordigd (23% vs. 12%). Tabel 17
Bedrijven in steekproef en in populatie, naar aantal werkzame personen Populatie
Aantal werkzame personen
Alle responderende bedrijven
(bestand Matchbase) EVD
Aantal
Aantal
bedrijven
0-9
Percentage
bedrijven
Percentage
135
38
1417
50
10-49
98
27
834
29
50-99
39
11
272
10
100 en meer
80
23
328
12
100
2851
100
6
2
1213
-
358
100
4064
-
Subtotaal weet niet/leeg Totaal
Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007, respectievelijk opgave EVD 29/6/2007.
Tabel 18
Totaal aantal bedrijven en exporteurs in Nederland, naar aantal werkzame personen
Grootteklasse
Totaal bedrijven
(werkzame personen)
aantal
Exporteurs
Exporteurs als percentage van
2 t/m 9 wp
percent.
aantal
percent.
aantal bedrijven
253.843
81
28.777
64
11
10 t/m 19 wp
31.558
10
7.073
16
22
20 t/m 49 wp
19.958
6
5.720
13
29
50 t/m 99 wp
4.296
1
1.728
4
40
100 t/m 249 wp
2.368
1
1.155
3
49
250 wp en meer
699
0
355
1
51
312.722
100
44.808
100
14
Totaal
Bron: ERBO enquête Kamers van Koophandel 2006.
Tabel 19 laat zien dat bijna twee derde van de bedrijven al meer dan zes jaar internationaal actief is. NBSO vervult duidelijk vooral een rol voor de
46
meer internationaal ervaren onderneming. Gezien de markten waarin de meeste NBSO-kantoren zijn gevestigd ligt dat ook redelijk voor de hand. Een instrument als PSB is veel meer gericht op de beginnende exporteur. Tabel 19
Aantal jaar dat de onderneming internationaal actief is
Internationaal actief
Aantal bedrijven
Percentage
(nog) niet
19
5
minder dan 2 jaar
34
10
2-6 jaar
70
20
228
64
6
2
357
100
meer dan 6 jaar weet niet/geen antwoord totaal Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
Die internationale ervaring blijkt ook uit tabel 20. Bijna 60% van de ondernemingen doet actief zaken met meer dan 6 landen. Tabel 20
Aantal landen waarmee de onderneming direct zaken doet
Aantal landen geen (0)
Aantal bedrijven
Percentage
3
1
1-2 landen
52
16
3-6 landen
80
24
193
59
1
0
329
100
meer dan 6 landen weet niet/geen antwoord totaal Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
4.2
NBSO in algemene zin Opvallend in tabel 21 is dat 4% van de bedrijven zegt niet op de hoogte te zijn van het bestaan1 van de NBSO's en 18% aangeeft de NBSO's niet te gebruiken terwijl deze bedrijven wel in de database van de EVD geregistreerd staan als 'gebruiker'2. 60% van de responderende bedrijven is al twee jaar of langer op de hoogte van het bestaan van de NBSO en bijna de helft gebruikt NBSO's al twee jaar of langer.
1
Mogelijke verklaringen zijn bijvoorbeeld (1) de door de NBSO verleende diensten zoals marktscans hebben de bedrijven via de EVD bereikt, (2) verkeerde contactpersoon bij bedrijf geregistreerd.
2
Diverse e-mails die door EIM werden ontvangen suggereren dat dit ook geldt voor een aanzienlijk deel van de niet-responderende bedrijven.
47
Tabel 21
Aantal jaar dat men NBSO kent en gebruik maakt van de diensten
Respondent kent NBSO's
Aantal jaren
Aantal
Bedrijf gebruikt NBSO's
Aantal
bedrijven
Percentage
bedrijven
14
4
62
18
minder dan 2 jaar
102
29
120
35
2-6 jaar
155
45
116
34
meer dan 6 jaar
51
15
23
7
weet niet/geen antwoord
24
7
24
7
346
100
345
100
(nog) niet
totaal
Percentage
Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
Er zijn drie belangrijke bronnen voor bedrijven om op de hoogte te komen van het bestaan van de NBSO's: − de EVD (38%); − de Kamer van Koophandel (14%); − de ambassade of het consulaat van Nederland (13%). Tabel 22 geeft een totaaloverzicht. Tabel 22
Wijze waarop de bedrijven op de hoogte zijn gekomen van het bestaan van
NBSO's
Aantal Organisatie (via)
bedrijven
Percentage
132
38
2. Kamer van Koophandel (consulent internationale handel)
48
14
3. Ambassade of consulaat van Nederland
44
13
4. Eigen zakenreis
21
6
5. Internet (zoekmachine of verwijzing)
18
5
6. Collega-ondernemer
13
4
7. Contacten met NBSO-staf op een beurs
10
3
8
2
anders
24
7
weet niet/geen antwoord
32
9
350
100
1. EVD
8. Branche- of sectororganisatie
Totaal Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
De 8 bedrijven die aangeven via een branche- of sectororganisatie op de hoogte gekomen te zijn van het bestaan van de NBSO's, geven ook aan welke organisatie dat was: − Fenedex, particuliere ledenorganisatie van en voor het internationaal opererende bedrijfsleven;
48
− FME/CWM, ondernemersorganisatie voor de technologisch-industriële branche; − Vereniging Holland Marine Equipment (HME); − Metaalunie, ondernemersorganisatie voor het MKB in de metaal; − Modint, de landelijke ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel; − NWP, onafhankelijk coördinatie- en informatiepunt voor de Nederlandse watersector; − Plantum, brancheorganisatie voor bedrijven actief in de sector plantaardig uitgangsmateriaal; − RPPC, De Rotterdam Port Promotion Council. De 24 bedrijven die op een andere manier op de hoogte zijn gekomen van het bestaan van NBSO laten een zeer gevarieerd beeld zien: − informeel netwerk (in persoonlijke of zakelijke sfeer) (6 *); − handelsdelegatie (3 *); − provincies (2*) − ministerie Economische Zaken; − SenterNovem; − Syntens. Vier bedrijven geven aan via de enquête pas op de hoogte te zijn gebracht van het bestaan van NBSO. Tabel 23
NBSO's waarvan de onderneming informatie of ondersteuning heeft ontvangen (meerdere antwoorden mogelijk, rangorde aantal vermeldingen)
NBSO-kantoor te
Aantal bedrijven
Percentage
1
Kunming
54
19
2
Wuhan
40
14
3
Lyon
42
15
4
Nanjing
39
14
5
Krakow
39
14
6
Shenyang
36
13
7
Chengdu (gesloten)
35
13
8
Lille
33
12
9
Jinan
33
12
10 Stuttgart
32
12
11 Tianjin
30
11
12 Hangzhou (gesloten)
23
8
13 Monterrey
20
7
14 Porto Alegre
18
6
15 Ahmedabad
16
6
16 Recife
12
4
17 Chennai
12
4
18 San Mateo
11
4
5
2
23
8
19 Cluj Weet niet/geen antwoord Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007 (N= 278).
Tabel 23 laat zien van welke NBSO-kantoren de respondenten informatie of ondersteuning hebben ontvangen. De NBSO's met de meeste klanten onder de responderende bedrijven zitten zowel in verre, relatief moeilijke markten
49
zoals China (3 van de top-4), als in relatief nabije markten als Polen, Frankrijk en Duitsland. 278 bedrijven hebben deze vraag beantwoord, terwijl in totaal 530 NBSO's genoemd worden. Dit geeft aan dat bedrijven gemiddeld van 1,9 NBSO gebruik maken. Meer dan twee derde van de bedrijven geeft aan een redelijk beeld te hebben van de mogelijke dienstverlening door het NBSO-netwerk (tabel 24). Tabel 24
Beeld dat de bedrijven hebben van de mogelijke NBSO-dienstverlening (type activiteiten).
Oordeel Redelijk beeld
Aantal bedrijven
Percentage
234
69
Geen redelijk beeld
65
19
Weet niet/geen antwoord
41
12
340
100
Totaal Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
De bedrijven is ook gevraagd om van 7 belangrijke diensten van NBSO's aan te geven wat de positie van het bedrijf ten aanzien van deze dienst is. In het volgende overzicht is tussen haakjes de gemiddelde score van de in tabel 25 genoemde 7 specifieke diensten aangegeven (d.w.z. exclusief de categorie 'andere diensten): − wist niet van het bestaan (19%); − wist van het bestaan, maar nog nooit gebruikt (41%); − door het bedrijf gebruikt (33%); − weet niet/geen antwoord (8%). Uit tabel 25 blijkt dat: − 'Ondersteuning bij missie uit het NBSO-gebied naar Nederland' de onbekendste dienst is1; − 'Exportpromotionele activiteiten' de dienst is die het meest wel bekend maar niet gebruikt is; − 'Faciliteren van lokale contacten' duidelijk de meest gebruikte dienst is, met 'Algemene informatie over het NBSO-gebied' als goede tweede.
1
50
Niet geheel onverwacht omdat er ook binnen het NBSO-netwerk enige onduidelijkheid is of dit tot de taken van de NBSO's behoort. Zie ook noot 2 op blz. 35 (Hoofdstuk 3).
Tabel 25
Bekendheid met en gebruik van verschillende NBSO-diensten (percentage van het aantal bedrijven)
Wist van het be-
Dienst
Wist niet van
staan maar nog
Door bedrijf
Weet niet/
het bestaan
nooit gebruikt
gebruikt
geen antwoord
Totaal
Faciliteren van lokale contacten (met overheden, bedrijven etc.)
12
30
53
6
100
Algemene informatie over het NBSO-gebied
12
35
47
7
100
over de betreffende markt
18
38
38
7
100
Ondersteuning bij een bezoek aan het NBSO-gebied
19
38
36
7
100
Specifiek onderzoek (rapportage) voor uw bedrijf
19
43
31
7
100
Exportpromotionele activiteiten
20
56
15
9
100
NBSO-gebied naar Nederland
30
47
12
11
100
Andere diensten
24
14
12
50
100
(Regionale) economische rapportages
Ondersteuning bij missie uit het
Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
De antwoorden 'andere diensten' verwijzen naar een erg breed scala aan diensten. Sommige van deze diensten lijken duidelijk te behoren tot de kerntaken van de NBSO's zoals: − 1 op 1 marktinfo, uitzoeken specifieke info van een klant/leverancier. − De opening van mijn bedrijf is samen met lokale NBSO-kantoor gecoördineerd. − Elk jaar coördineert het NBSO-kantoor de participatie op een lokale handelsbeurs. − Als logistiek dienstverlener hebben wij in China contact gehad met een NBSO om heel specifiek informatie te vergaren teneinde onze partner in China te voorzien van commerciële informatie om de dienstverlening naar importeurs en exporteurs te verbeteren, respectievelijk aan te bieden. (Gezien ons soort onderneming faciliterend optreedt naar de bedrijven die de NBSO-kantoren van dienst proberen te zijn bij het opzetten van export naar die gebieden zal duidelijk zijn, dat onze rol dus eigenlijk hetzelfde is, echter wij doen dit op commerciële basis). − Bedrijfsinformatie over beveiligingsbedrijven in het betreffende land. − Bemiddeling plus informatie over lokale markten. − Voorbereiden van bezoek en maken van afspraken. − Directe begeleiding en face-to-face contacten leggen met overheid en bedrijven. − Ondersteuning bij bedrijfsbezoeken, matchmaking met andere Nederlandse bedrijven die ook in de regio werken. − Hulp bij het vinden van distributeurs voor onze producten. − Ondersteuning bij het opzetten van een eigen representative office van ons bedrijf. − Hulp bij vestiging van ons bedrijf ter plekke. − Marketingorganisaties in het gebied verkend. − Marktrapportage en concreet adressenbestand t.b.v. bewerking lokale markt. − Introductie diensten.
51
− Marktverkenning en bedrijfsselectie. − NBSO heeft ons geattendeerd op de mogelijkheden in dit gebied, in contact gebracht met relevante relaties, geïnteresseerd in gebied en mogelijkheden, wegwijs gemaakt in fiscaal/juridisch/administratief gebied. − Informatie gevraagd namens bedrijven in onze regio. − Netwerkbijeenkomsten. − Ondersteuning bij moeilijkheden en conflicten. − Ondersteuning bij werkbezoeken, via Nieuwjaarsborrel goede contacten opgedaan. Info gevraagd over specifieke zaken in werkgebied NBSO. − NBSO heeft geholpen bij het opzetten van ons eigen handelskantoor. − Support bij aanbevelen van bepaalde grote spelers in de markt op ons vakgebied. − Scannen van sector op lokale spelers die aan bepaald profiel voldoen; eerste 'screening' doen en verdere profielschets opmaken. Soms lijkt de dienstverlening iets verder te gaan1: − Hulp bij een conflict met een leverancier. − Hotelreserveringen, missiebegeleiding. − Hulp bij taal. − Hulp bij tolk zoeken, tips voor verblijf en transport. − Intermediair tussen ons bedrijf en de lokale tegenpartij inzake een juridische kwestie. − Onderdak en hulp verleend tijdens bezoek en langdurig onderzoek ter plaatse. Gewoonweg geweldig! Zonder hen zou e.e.a. niet zo voorspoedig zijn verlopen. − Ondersteuning van projecten, overleg met lokale partij op die momenten dat niemand van ons bedrijf in de regio aanwezig is. − Praktische zaken, logistiek taxi etc. − Regelen van tolk, transport. − Soms tolken. Soms wordt assistentie geboden aan een andere intermediair: − Informatie gevraagd namens bedrijven in onze regio. Vervolgens hebben de respondenten aangegeven in welke mate de diensten van een NBSO (het type activiteiten) aansluiten bij de behoeften en prioriteiten van het bedrijf. In tabel 26 wordt deze informatie weergegeven in een gemiddelde score per dienst. De score loopt van 1 slecht tot 5 zeer goed. Met een 3,7 (ruim voldoende) scoren 'Ondersteuning bij een bezoek aan het NBSO-gebied' en 'Algemene informatie over het NBSO-gebied' het hoogst. Ook de andere diensten scoren allemaal gemiddeld hoger dan een 3 (voldoende).
1
52
Zie ook paragraaf 2.2.3 en 2.5.3.
Tabel 26
Mate waarin de diensten van de NBSO's aansluiten bij de behoeften en prioriteiten van het eigen bedrijf (gemiddelde score, schaal van 1 = slecht tot 5 = zeer goed)
Dienstverlening (type activiteit)
Aantal bedrijven
Gemiddelde score
ondersteuning bij een bezoek van een medewerker van het bedrijf aan het NBSO-gebied
198
3,7
algemene informatie over het NBSO-gebied
212
3,7
bedrijven etc.)
244
3,6
specifiek onderzoek (rapportage) voor het bedrijf
177
3,5
210
3,5
naar Nederland
120
3,3
exportpromotionele activiteiten
151
3,2
35
4,2
faciliteren van lokale contacten (met overheden,
(regionale) economische rapportages over de betreffende markt ondersteuning bij missie uit het NBSO-gebied
andere diensten Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
De bedrijven konden een toelichting geven op de mate waarin de diensten van de NBSO aansluiten bij de behoeften en prioriteiten van het bedrijf. Van deze mogelijkheid is vaak gebruik gemaakt, en dit resulteert in een breed scala van opmerkingen van uitermate negatief ('Als jij goede services wilt van NBSO krijgen, moet je vriendje worden', anders niet' en 'In de praktijk functioneert NBSO zeer slecht. Mails worden niet beantwoord en indien er wel gereageerd wordt is het matig') tot zeer positief ('Perfect geholpen door NBSO, Mw. X, aardig, professioneel, besluitvaardig, voorkomend, behulpzaam. Kortom TOP!','Zeer goede dienstverlening. Op dit moment geen additionele wensen' en 'Bijzonder goed ontvangen en begeleid door de NBSO'). Veel van de opmerkingen betreffen het vermeende gebrek aan specialistische kennis van de NBSO-medewerkers. Bedrijven spreken daar teleurstelling over uit, maar dit zal bij algemene eerstelijns ondersteuning (door 2 mensen economiebreed) altijd het geval zijn. Er zijn echter ook opmerkingen waar wel lessen uit te trekken zijn. Zo noemen een paar respondenten de zeer jonge leeftijd van sommige NBSO-medewerkers en wijzen zij erop dat in sommige culturen het door de lokale overheid bijna als een belediging wordt ervaren dat Nederland 'studenten' stuurt (China bijvoorbeeld). Expliciet gevraagd welke van de genoemde 7 diensten men het meest waardevol vindt (de respondenten konden slechts één dienst aanvinken), komt 'faciliteren van lokale contacten (met overheden, bedrijven etc.)', duidelijk als hoogst gewaardeerd naar voren (39% van de bedrijven). Regionale economische rapportages over de betreffende markt (regionaal) komen op een tweede plaats met 15% (zie tabel 27).
53
Tabel 27
De meest waardevolle NBSO-dienst voor het bedrijf
Aantal bedrijven
Percentage
faciliteren van lokale contacten 101
39
38
15
uw collega's in het NBSO-gebied
33
13
specifiek onderzoek (rapportage) voor uw bedrijf
33
13
algemene informatie over het NBSO-gebied
15
6
exportpromotionele activiteiten
10
4
7
3
3
1
22
8
262
100
(met overheden, bedrijven etc.) (regionale) economische rapportages over de betreffende markt ondersteuning bij een bezoek van u of
andere diensten ondersteuning bij missie uit het NBSO-gebied naar Nederland weet niet/geen antwoord Totaal Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
Bij andere diensten worden o.a. genoemd: − hulp bij opzetten van representative office; − kantoorfaciliteiten; − lokaliseren van leveranciers; − ondersteunen bij conflict met leverancier; − ondersteuning bij problemen; − opening van fabriek. Aan de 240 bedrijven (262 uit tabel 27 minus 22 'weet niet') die aangegeven hebben welke dienst van de NBSO het meest waardevol was, is gevraagd voor welke activiteit van de onderneming dat was. De resultaten staan gerangschikt in tabel 28. Exporteren wordt veruit het meest genoemd (45%). Andere mogelijkheden zoals importeren, samenwerken en opzetten van eigen vestiging scoren allemaal 13-15%.
54
Tabel 28
De activiteiten van de onderneming waarvoor de NBSO-diensten het meest waardevol waren
Aantal bedrijven exporteren naar NBSO-gebied
Percentage
108
45
opzetten van eigen vestiging/investering in NBSO-gebied
35
15
importeren uit NBSO-gebied
33
14
samenwerking met bedrijf in NBSO-gebied,
32
13
anders, nl.:
25
10
7
3
240
100
weet niet/geen antwoord Totaal Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
De relatie tussen de informatie uit tabel 27 (meest waardevolle dienst) en tabel 28 (voor welke activiteit) is ook onderzocht: − Faciliteren van lokale contacten wordt door 101 bedrijven als de meest waardevolle dienst gezien; dat is in 45 gevallen (45%) voor export en op de tweede plaats (N=17, 17%) voor het opzetten van een eigen vestiging (investeren in het NBSO-gebied). − Economische rapportages over de (regionale) markt wordt door 38 bedrijven als de meest waardevolle dienst gezien; dat is in de meeste gevallen wederom voor export (N=23, 61%). − Voor de 33 bedrijven die ondersteuning bij een bezoek aan het NBSOgebied de belangrijkste dienst vinden, is dat 12 keer t.b.v. export (36%) en 9 keer t.b.v. importactiviteiten (27%). − Ten slotte, van de 33 bedrijven die specifiek onderzoek (rapportage) voor het eigen bedrijf het belangrijkste vinden, gebruiken 18 bedrijven dat voor exportactiviteiten (55%). Een ding is om te rapporteren voor welke activiteiten van het bedrijf de NBSO-diensten het meest waardevol zijn, een meer directe vraag naar het effect van de NBSO-diensten is de vraag of die internationale activiteiten van het bedrijf door de NBSO-diensten zijn toegenomen. Tabel 29 geeft het gedetailleerde beeld. Gemiddeld genomen geeft 36% van de bedrijven aan het niet te weten. Maar dit gemiddelde wordt sterk beïnvloed door 'andere aspecten' met een weet niet-percentage van 66%; als dat echter buiten beschouwing wordt gelaten resteert nog altijd een gemiddelde van 31% weet niet. Als de categorieën 'geen toename' en 'weet niet' buiten beschouwing wordt gelaten resteren die respondenten die expliciet rapporteren dat er een positief effect van de NBSO-diensten op de internationale activiteiten van het bedrijf is. Gemiddeld is dat 35%. 'Input'variabelen als 'het aantal contacten in het NBSO-gebied' en 'kennis binnen het bedrijf over marktmogelijkheden in NBSO-gebied' ondervinden het grootste positieve effect (64% en 62% van de respondenten); maar ook feitelijke internationale activiteiten (output) als samenwerking met bedrijven in het NBSO-gebied (46%) en exporteren naar het NBSO-gebied (25%) scoren heel behoorlijk. Dit is natuurlijk slechts een grove indicator aangezien het nogal wat uitmaakt of er een zeer geringe of een zeer sterke toename valt waar te nemen. Voor inputvariabelen scoren bijna 30% van de respondenten een 4 of
55
een 5 op de vijfpuntsschaal; voor de outputvariabelen is dat 10 tot bijna 20%. In tabel 30 wordt een samenvattend beeld gegeven door de gemiddelde score op elke bedrijfsactiviteit weer te geven. Tabel 29
Effect van NBSO-diensten op verschillende internationale bedrijfskenmerken/activiteiten (percentages)
Kennis over
1 geen toename
samen-
markt-
aantal
directe
werking
mogelijk-
contacten
heden in
binnen
export
investe-
met be-
ringen
NBSO-
NBSO-
drijven
naar NBSO- uit NBSO-
in NBSO-
gebied
gebied
uit NBSO-
ander
gemid-
gebied
gebied
gebied
aspect
delde
import
gebied
18
16
36
38
2 .
9
12
4
3 .
22
24
4 .
21
5 zeer sterke toename 6 weet niet/geen antwoord Totaal
41%
26
24
29
5
5
11
2
7
11
7
7
16
4
13
19
6
5
5
11
2
10
10
9
4
3
5
8
2
6
20
20
39
41
38
29
66
36
100
100
100
100
100
100
100
100
Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007 (N=258).
Het gemiddelde is berekend door aan de score ' geen toename' de waarde 1 en aan de score 'zeer sterke toename' de waarde 5 toe te kennen. Over alle activiteiten wordt een score van 2,2 gehaald. De inputvariabelen scoren daar ruim boven (2,9). Ook samenwerking met bedrijven in het NBSOgebied scoort boven het gemiddelde (2,5), 'echt' internationaal ondernemen (export, import, directe investeringen) scoort 1,8 à 2,0. De bedrijven die effecten op andere terreinen noemen denken daarbij aan zaken als: − beter inzicht in algemene marksituatie van onze sector in het betreffende land (Het in kaart brengen van de markt, de concurrentie, klandizie etc.) (3 *); − contacten en daardoor netwerkvorming (3 *); − contacten en samenwerking met andere Nederlandse bedrijven in het NBSO-gebied (2 *); − goede intermediair gevonden.
56
Tabel 30
Effect van NBSO-diensten op verschillende internationale bedrijfskenmerken/activiteiten (gemiddelde score op een schaal van 1 = geen toe name tot 5 = zeer sterke toename)
Aantal bedrijven
Gemiddelde
marktmogelijkheden in NBSO-gebied
206
2,9
Aantal contacten binnen NBSO-gebied
207
2,9
Samenwerking met bedrijven in NBSO-gebied
184
2,5
Export uit NBSO-gebied
157
2,0
Import uit NBSO-gebied
151
1,8
160
1,8
88
1,7
-
2,2
Kennis binnen ons bedrijf over
Directe investeringen in NBSO-gebied (eigen vestigingen, joint-ventures, etc.) Ander aspect Gemiddeld Bron: EIM-internetenquête 2007 (N=258).
Een kwart van de respondenten geeft aan via het NBSO-netwerk in contact gekomen te zijn of gewezen te zijn op andere organisaties en ondersteuningsinstrumenten die de onderneming kunnen ondersteunen bij het internationale zakendoen. Die 65 bedrijven noemen 91 verschillende programma's en organisaties. In een beperkt aantal gevallen betreft dat subsidieprogramma's zoals: PSOM (2), PESP (2); PSB; ORET; en 'subsidies EVD' (2). In het merendeel van de gevallen betreft het een breed scala aan exportbevorderende en meer algemene instanties zoals EVD (5); Kamers van Koophandel (5); Fenedex (3); SenterNovem (2), ambassades, beurzen, consultants, brancheorganisaties etc., etc.
4.3
Specifieke NBSO-kantoren De informatie die in het eerste deel van dit hoofdstuk is gepresenteerd betreft het netwerk van NBSO-kantoren in zijn geheel. Vervolgens is in de enquête de vraagstelling toegespitst op dat NBSO-kantoor waarvan de onderneming de laatste informatie of dienstverlening heeft ontvangen. Tabel 31 laat zien welke kantoren dit betreft. Vervolgens hebben die 224 ondernemingen meer specifieke vragen over dat kantoor beantwoord.
57
Tabel 31
NBSO-kantoor waarvan de onderneming in het laatst voltooide traject informatie of ondersteuning heeft ontvangen
Land
Kantoor
Brazilië
NBSO Porto Alegre
6
2
NBSO Recife
3
1
NBSO Chengdu
6
2
NBSO Hangzhou
5
2
NBSO Jinan
11
4
NBSO Kunming
31
12
NBSO Nanjing
11
4
NBSO Shenyang
9
4
NBSO Tianjin
7
3
NBSO Wuhan
18
7
NBSO Ahmedabad
8
3
NBSO Chennai
3
1
China
India
Aantal bedrijven
Percentage
Duitsland
NBSO Stuttgart
20
8
Frankrijk
NBSO Lille
17
7
NBSO Lyon
22
9
9
4
26
10
2
1
Mexico
NBSO Monterrey
Polen
NBSO Krakow
Roemenië
NBSO Cluj
VS
NBSO San Mateo
10
4
Weet niet/geen antwoord
28
11
252
100
Totaal Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
Om voldoende waarnemingen te hebben om verdere analyse mogelijk te maken zijn de NBSO-kantoren gegroepeerd: zie tabel 32. Tabel 32
NBSO-kantoor waar de onderneming in het laatst voltooide traject informatie of ondersteuning heeft ontvangen (gegroepeerd)
Aantal bedrijven China
98
Frankrijk en Duitsland
59
Polen en Roemenië
28
Overig (Brazilië, India, Mexico, VS)
39
Totaal
224
Bron: EIM-internetenquête bedrijven 2007.
4.3.1
G e br u ik en e ff ec t d ie nst ve r l en in g do o r NB S O -k a n to r en De informatie in dit tweede deel van dit hoofdstuk betreft vrij recente dienstverlening van de NBSO-kantoren.
58
De dienstverlening door de kantoren zoals weergegeven in de tabellen 31 en 32 is gestart in de jaren: − 1994-2002
11%
− 2003
6%
− 2004
13%
− 2005
25%
− 2006
34%
− 2007
11%
70% van de dienstverlening (voltooid traject) is dus gestart in de periode 2005-2007. Wat betreft informatieverstrekking blijkt dat rond de helft van de bedrijven gebruik maakt van informatie over: − de algemeen-economische situatie in het betreffende land of NBSOgebied; − specifieke informatie over markt/sectorcombinatie van het bedrijf; − adressen van potentiële klanten, agenten of andere zakelijke partners. Aangezien de bedrijven gebruik kunnen maken van meer dan één type informatie, tellen de kolommen in tabel 33 niet op tot 100%. Het feit dat de totaalkolom optelt tot 260% (excl. weet niet/geen antwoord) geeft aan dat de bedrijven gemiddeld van 2 à 3 typen informatie gebruik maken. Over het algemeen is de structuur voor de verschillende NBSO-regio's niet erg verschillend: − in Stuttgart, Lille en Lyon wordt relatief veel beursinformatie verstrekt; − buiten de EU is er tweemaal zoveel belangstelling voor regelgeving en vergunningen en voor de sociale en culturele aspecten van het zakendoen.
59
Tabel 33
Informatieverstrekking naar groepen NBSO-kantoren (meer antwoorden mogelijk, percentage van totaal aantal bedrijven)
China
Frankrijk en
Polen en
Brazilië, India,
Duitsland
Roemenië
Mexico, VS
Totaal
algemeen economisch situatie in land/NBSO-gebied
51
40
57
41
47
markt/sectorcombinatie van bedrijf
54
59
50
62
56
partners
46
66
61
67
57
beurzen
21
53
29
38
33
regelgeving en vergunningen
25
17
14
31
23
politieke situatie
14
9
7
13
11
sociale en culturele aspecten van het zakendoen
16
10
11
26
15
5
2
4
8
5
10
3
11
5
8
overige informatie
6
2
7
8
5
weet niet/geen antwoord
2
5
2
adressen potentiële klanten, agenten of andere zakelijke
aanbestedingen en projecten alleen assistentie (geen informatie)
(N=98)
(N=59)
(N=28)
(N=39)
(N=224)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Met overige informatie wordt op heel specifieke informatie gedoeld, zoals: − informatie i.v.m. dochterondernemingen van bedrijf in NBSO-ressort; − informatie over concertpodia; − informatie over het inhuren van een lokale medewerker; − informatie over lokale netwerken; − m.b.t. probleem met leverancier; − specifieke informatie over onze branche. Tabel 34
De mate waarin bedrijven de verstrekte informatie nuttig vinden voor hun doeleinden, naar groepen NBSO-kantoren (percentages)
China
Frankrijk en
Polen en
Brazilië, India,
Duitsland
Roemenië
Mexico en VS
Totaal
erg nuttig
33
25
17
34
29
nuttig
55
54
54
46
53
neutraal
8
9
17
9
10
beperkt nuttig
3
9
13
6
7
6
2
niet nuttig
4 100
Totaal
(N=83)
100 (N=56)
100 (N=24)
10 (N=35)
100 (n=198)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Tabel 34 toont in welke mate de klanten van de verschillende groepen NBSO-kantoren de verstrekte informatie nuttig vonden voor de doeleinden van hun bedrijf.
60
De som van nuttig en erg nuttig is voor alle NBSO's erg hoog: gemiddeld 82%. De groep NBSO's in de Volksrepubliek China scoort gemiddeld nog hoger (88%). Polen en Roemenië1 scoren wat lager (71%). De uitkomsten zijn ook in één getal weer te geven, namelijk als de gemiddelde score op een schaal van 1 = niet nuttig tot 5 = erg nuttig. Het resultaat is dan 4,0 voor alle 199 responderende bedrijven samen. Per NBSOgroep: − China 4,2; − Brazilië, India, Mexico, VS 4,0; − Frankrijk en Duitsland 3,9; − Polen en Roemenië 3,8. Tabel 35
Wijze waarop de informatie voornamelijk is verstrekt, naar groepen NBSOkantoren (percentages)
Ontvangst informatie telefonisch e-mail
China
Frankrijk en
Polen en
Brazilië, India,
Duitsland
Roemenië
Mexico en VS
Totaal
6
5
8
3
6
48
64
60
54
55
9
4
3
4
per post bezoek aan NBSOkantoor
31
7
16
29
22
anders, nl.:
13
14
8
11
13
1
-
4
-
1
weet niet/geen antwoord
100 Totaal
(N=83)
100 (N=56)
100 (N=25)
100 (N=35)
100 (N=199)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Uiteraard is - in 2007 - e-mail een belangrijke manier om de informatie te leveren: gemiddeld is dat voor 55% van de bedrijven de meest gebruikte wijze. Echter tabel 35 laat ook een paar interessante dingen zien: − Juist in de verre markten spelen de NBSO's vooral een rol bij persoonlijke bezoeken, niet alleen in China (31%) maar ook voor de groep met Brazilië, Mexico en de VS (29%). In Frankrijk en Duitsland is dat maar 7%. Bij de categorie anders (13%) doelen de bedrijven veelal op diverse contactmomenten zoals: − diverse spreekdagen in Nederland (in Den Haag en bij Kamers van Koophandel); − ontmoetingen met NBSO-medewerkers op beurzen en tijdens handelsmissies; − ontmoetingen in het NBSO-ressort.
1
Opgemerkt dient te worden dat hier - en bij sommige andere tabellen - het aantal waarnemingen voor de gebruikers van de NBSO's in Polen en Roemenië erg laag dreigt te worden.
61
Soms doelt men ook op indirect contact zoals bij ontvangen van een marktscan of rapport of via de ambassade. In tabel 36 wordt weergegeven welk type informatie voornamelijk is verstrekt. Bedrijven konden desgewenst meer antwoorden geven. Het feit dat de totaalkolom optelt tot ruim 126% (excl. weet niet/geen antwoord) geeft aan dat de bedrijven meestal maar één type ondersteuning hebben benoemd (i.t.t. informatieverstrekking in tabel 33). In lijn met tabel 35, blijkt uit tabel 36 dat vooral in China bemiddeling en ondersteuning bij bezoek aan het NBSO-gebied van belang is (41%). Voor de groep NBSO-kantoren in Brazilië, India, Mexico, VS gaat het vooral om bemiddeling en ondersteuning bij contact leggen met lokale bedrijven (56%). Tabel 36
Type ondersteuning dat NBSO-kantoor u heeft geboden, naar groep NBSOkantoren (Meer antwoorden mogelijk, percentage van aantal bedrijven) NBSO-kantoren
China
Totaal
Frankrijk en
Polen en
Brazilië, India,
Duitsland
Roemenië
Mexico, VS
geen (alleen informatie verstrekking zie vorige vraag)
25
40
32
18
29
bemiddeling/ondersteuning bij bezoek aan NBSO-gebied
41
16
14
33
30
4
3
3
3
28
3
14
10
17
35
45
32
56
41
overig, nl:
7
2
11
10
7
weet niet/geen antwoord
7
9
7
13
9
bemiddeling/ondersteuning bij verkrijgen van vergunning bemiddeling/ondersteuning bij contact leggen met lokale overheid bemiddeling/ondersteuning bij contact leggen met lokale bedrijven
100 Totaal
(N=95)
100 (N=58)
100 (N=28)
100 (N=39)
100 (N=220)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Net als de informatieverstrekking, wordt ook de ondersteuning door het NBSO-kantoor als erg nuttig voor de doeleinden van het bedrijf ervaren (nuttig plus erg nuttig is samen 83% van alle bedrijven). Als gemiddelde score op een schaal van 1 = niet nuttig tot 5 = erg nuttig, is het resultaat 4,1 voor alle 138 responderende bedrijven samen niet iets hoger dan voor informatieverstrekking (4,0). Per NBSO-groep resulteert het volgende beeld: − China 4,3; − Brazilië, India, Mexico en VS 4,2; − Frankrijk en Duitsland 3,8; − Polen en Roemenië 3,7. Het beeld lijkt erg op dat voor informatieverstrekking dat hierboven werd gepresenteerd: vergelijkbare scores en dezelfde volgorde van de NBSOgroepen.
62
Tabel 37
Type internationale activiteiten dat de bedrijven in de periode 2000-2006 in het NBSO-gebied hebben uitgevoerd (Meer antwoorden mogelijk, percentage van aantal bedrijven)
Bedrijven die nog geen ge-
Bedrijven die gebruik
bruik maken van NBSO's
maken van NBSO's
Totaal
geen
19
28
26
exporteren naar NBSO-gebied
31
29
30
importeren uit NBSO-gebied
19
10
12
9
13
12
samenwerking met bedrijf in NBSO-gebied
16
18
17
anders, nl.:
10
14
13
2
4
9
opzetten van eigen vestiging/investering in NBSO-gebied
weet niet/geen antwoord
100 Totaal
(N= 80)
100 (N=)218
100 (N=298)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Alle bedrijven hebben aangegeven welke activiteiten ze in de NBSOgebieden uitvoeren (N=298). Ruim een kwart van de bedrijven geeft aan (nog) geen enkele bedrijfsactiviteit in het NBSO-gebied uit te voeren. De meeste van de bedrijven exporteren naar het NBSO-gebied (30%). Tabel 37 laat zien dat samenwerking meer voorkomt dan importeren of het opzetten van een eigen vestiging (directe investeringen). Voor de bedrijven binnen deze groep die aangeven nog geen gebruik te maken van de diensten van de NBSO's (N=80 of 27%) ligt het beeld iets anders. In deze groep lijken minder bedrijven te zijn met nog geen enkele internationale activiteit in het NBSO-gebied (19% vs. 28%). Echter dit cijfer moet zeer omzichtig worden gehanteerd omdat in tegenstelling tot de andere groep er bijna een kwart 'weet niet/geen antwoord' is. In tabel 38 worden - uiteraard voor de subgroep die zegt al gebruik te maken van de diensten van de NBSO's - de resultaten per NBSO-groep gegeven. Dit resulteert in de volgende observaties: − voor Polen en Roemenië minder bedrijven die er nog niet actief zijn; − export ligt voor Frankrijk en Duitsland duidelijk boven het gemiddelde en voor China eronder; − import is echter voor China duidelijk belangrijker dan voor de andere NBSO-gebieden; − het opzetten van een eigen vestiging (investering in NBSO-gebied) is vooral belangrijk in Polen en Roemenië.
63
Tabel 38
Type internationale activiteiten dat de bedrijven in de periode 2000-2006 in het NBSO-gebied hebben uitgevoerd, per NBSO-gebied (Meer antwoorden mogelijk, percentage van aantal bedrijven) NBSO-kantoren
China
Totaal
Frankrijk en
Polen en
Brazilië, India,
Duitsland
Roemenië
Mexico, VS
geen
33
28
11
28
28
exporteren naar NBSO-gebied
17
47
30
31
29
importeren uit NBSO-gebied
15
3
7
10
10
investering in NBSO-gebied
15
9
26
8
13
samenwerking met bedrijf in NBSO-gebied
17
19
22
15
18
anders, nl.
19
10
11
10
14
5
7
8
4
opzetten van eigen vestiging/
weet niet/geen antwoord 100 (N=94)
100 (N=58)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
64
100 (N=27)
100 (N=39)
100 (N=)218
Tabel 39
Het effect van de informatie of bemiddeling door het NBSO-kantoor op 9 aspecten van het bedrijf, per NBSO-gebied (score is gemiddelde op een schaal van 1 = geen toename, tot 5 = sterke toename).
Opzetten Kennis bin-
Inzicht dat
Om-
van eigen
Samen-
bepaalde
nen ons be-
Aantal
Omvang
vang
vesti-
werking
activiteiten
Snelheid
Bespa-
drijf over
contacten
export
import
ging/inve
met be-
voor ons be-
waarmee
ring
marktmoge-
binnen
naar
uit
stering in
drijven in
drijf niet
we tot
kosten
lijkheden in
NBSO-
NSBO-
NSBO-
NBSO-
NBSO-
zinvol zijn in
zaken
(werk-
Gemid-
NBSO-gebied
gebied
gebied
gebied
gebied
gebied
NBSO-gebied
kwamen
tijd)
delde
China Gem. score N
3,1 78
3,0 79
1,6 59
1,8 58
1,9 54
2,4 63
2,6 61,0
2,6 60
2,7
2,4
66
Frankrijk en Duitsland Gem. score N
2,9
2,6
52,0
51,0
2,2 47
1,6 36
1,7 35
2,4 42,0
2,1 38
2,2 42,0
2,6
2,2
44
Polen en Roemenië Gem. score N
2,7 22,0
2,5 23
1,9 18
1,8 14
2,2 14
2,0 17
2,0 18
2,3 19
2,5
2,2
19
Brazilië, India, Mexico, VS Gem. score N
3,2 33
2,7 33
2,1 28
1,4 20
1,7 26
2,6 31,0
2,5 24
2,3 26
2,3
2,3
28
Gem. Totaal
score N
3 185
2,8 186
1,9 152,0
1,7 128
1,8 129
2,4 153
2,3 141,0
2,4 147
2,6
2,3
157
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Bedrijven hebben hun oordeel gegeven over het effect van de informatie of bemiddeling door het NBSO-kantoor op 9 aspecten van het bedrijf (op een schaal van 1 = geen toename tot 5 = sterke toename, voor gemiddelde score zie tabel 39). Gemiddeld genomen scoren de NBSO's in China net iets hoger. Tussen de verschillende aspecten is meer verschil: − Het laagst scoren wederom de directe resultaat(output)variabelen. Top3: omvang export naar NBSO-gebied; omvang import uit NBSO-gebied, opzetten van eigen vestiging/investering in NBSO-gebied. − Het hoogst scoren wederom de inputvariabelen. Top-3: Kennis binnen ons bedrijf over marktmogelijkheden in NBSO-gebied; aantal contacten binnen NBSO-gebied en besparing kosten (werktijd). − Gegeven de hoge waardering van de bedrijven voor de NBSO's in China en de gemiddeld wederom hoge waardering voor de NBSO's in China, valt het lage effect op de export naar China extra op (gemiddeld 1,9; voor China 1,6).
65
De bedrijven hebben aangegeven welke informatie of ondersteuning zij graag hadden willen ontvangen maar die niet door NBSO geleverd kon worden, kortom onvervulde behoeften: − Regels m.b.t. de juridische en belastingaspecten bij het opzetten van een eigen bedrijf. − Aan welke regelgeving ons product moest voldoen. Als we dit direct geweten hadden, was dit beter geweest. − Adres leveranciers, overzicht van evenementen, potentiële partners. − Bij het geleverde adresmateriaal zou ook een afspraak voor bezoek/contact moeten zitten. In ons geval, Frankrijk, is het erg lastig om zelf een afspraak rond te krijgen. Deze vraag heeft ook geleid tot een aantal specifiek klachten van de NBSOklanten, zoals: − Praktisch toepasbare informatie/contacten. De aangegeven contacten waren niet van de vereiste kwaliteit. − Marktinformatie conform onze vragen. Door de verschillende tussenschakels binnen de EVD zijn deze vragen door de uiteindelijke onderzoeker niet goed geïnterpreteerd. De info die wij terug hebben gekregen was niet bruikbaar. − Ik had wat meer over een specifiek marktsegment willen weten en over de structuur van het distributiekanaal met eventueel een lijst van potentiële kandidaten, maar het bleef steken bij beursinformatie. − Contactgegevens van sleutelfiguren in het bedrijf. Maar er werden alleen NAW-gegevens verstrekt. Dat had ik zelf achterhaald via internet. Hier heb je geen NBSO-kantoor voor nodig. − Een meer gedetailleerd en accuraat marktscanrapport (het rapport van mei/juni 2002 is zeer ondermaats). − Alles zou geregeld zijn maar alles was totaal verkeerd geregeld. Een redelijk aantal kritische opmerkingen zijn gerelateerd aan de afbakening van de dienstverlening van NBSO en de grens die gezocht moet worden tussen publieke ondersteuning en het meewerken van commerciële marktpartijen: − Meer gespecialiseerde bedrijven. Informatie is te globaal. − Het is zeer frustrerend dat de betrokken NBSO-medewerker die fantastisch werk heeft verricht, niet de toestemming kreeg om me nog net even verder te helpen. De hulp is te beperkt. Het zou zeer nuttig zijn indien men meer mogelijkheden zou krijgen om verder en langer te begeleiden Echter er is ook een groot aantal bedrijven die de geboden ruimte aangrijpen om complimenten uit te delen: − Ze hebben erg hun best gedaan binnen hun mogelijkheden en ben daar best tevreden over. − NBSO heeft me alle informatie verschaft die ik nodig had. − Inzake bemiddeling Duitsland was deze in de breedte goed. − Geen, heb nl. alle medewerking gehad van NBSO en Ambassade. − Informatie toereikend. Poolse ondernemingen waren niet in staat om aan onze voorwaarden te voldoen. Dit was niet gerelateerd aan NBSO. − Heb alle informatie verstrekt gekregen waar om gevraagd was.
66
Een bedrijf omschrijft treffend het punt dat ook als er geen internationale activiteiten ontwikkeld worden op basis van de NBSO-dienstverlening er goed en nuttig werk verricht kan zijn: 'Wij hebben het NBSO-kantoor specifiek benaderd voor het verkrijgen van adressen van fabrikanten/leveranciers van een bepaald product. Zij hebben ons hiermede uitstekend geholpen. Dit heeft echter tot de conclusie gevoerd dat Frankrijk voor ons niet het aangewezen land is om onze producten vandaan te halen. Dankzij het NBSO-kantoor hebben wij ons een hoop moeite kunnen besparen. Uitstekende hulpverlening dus'. 4.3.2
H e t fun ct i on er en va n de l ok a le k a n to re n D i e ns tv er l en i ng a l g em ee n Aan de bedrijven is gevraagd een oordeel te geven over vijf aspecten van de concrete dienstverlening van het kantoor: − Telefonische bereikbaarheid kantoor. − Contact via e-mail. − Termijn waarop bedrijf geholpen werd. − Klantvriendelijkheid van het personeel. − Deskundigheid van het personeel. In tabel 40 wordt een overzicht gegeven van de algehele score. Deze score is vrij hoog: meer dan 75% van de bedrijven kenschetst de diensten gemiddeld als goed of zeer goed. De klantvriendelijkheid scoort het hoogst (85%). Tabel 40
Oordeel van de bedrijven over 5 aspecten van de dienstverlening van de NBSO-kantoren (percentage aantal bedrijven)
Telefonische
Termijn
Klantvriende-
Deskundigheid
bereikbaarheid
Contact via
waarop u ge-
lijk-heid van
van het
kantoor
e-mail
holpen werd
het personeel
personeel
slecht
1
1
0
matig
2
2
4
voldoende
18
11
goed
44
zeer goed weet niet/geen antwoord Total
Gemiddeld
1
1
1
5
3
14
8
14
13
47
46
30
40
41
22
34
31
54
33
35
13
6
5
6
7
8
100
100
100
100
100
100
(N=186)
(N=240)
(N=205)
(N=208)
(N=205)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Om de informatie zo samen te vatten dat de scores van de diverse NBSOgroepen makkelijk vergeleken kunnen worden is ook hier de verdeling over de oordelen slecht t/m zeer goed weergegeven in een gemiddelde1 op een schaal van 1 = slecht tot 5 = zeer goed. De gemiddelde score voor de hele groep - overeenkomend met ruim 75% goed en zeer goed - is dan 4,2. Op deze manier kunnen in tabel 41 in een oogopslag de scores vergeleken worden voor de 5 aspecten en de 4 NBSO-groepen. 1
De categorie 'weet niet/geen antwoord' is buiten beschouwing gelaten.
67
Tabel 41 geeft aanleiding tot drie opmerkingen: − Er zijn geen grote verschillen tussen de NBSO-groepen. China, Frankrijk en Duitsland scoren een fractie hoger. − Ook hier is duidelijk te zien dat de klantvriendelijkheid van het personeel het hoogst scoort; dat blijkt voor alle NBSO-groepen zo te zijn. − De NBSO-groep Brazilië, India, Mexico en VS scoort vooral laag wat betreft de telefonische bereikbaarheid (onduidelijk is echter in hoeverre respondenten voldoende rekening houden met tijdsverschillen). Echter gegeven die zwakke score voor telefonische bereikbaarheid verdient de ook relatief zwakke score voor communicatie via e-mail aandacht. Tabel 41
Gemiddelde score van de dienstverlening van de NBSO-kantoren, naar type dienstverlening en NBSO-groep (score is gemiddelde op een schaal van 1 = geen toename, tot 5 = sterke toename)
Telefonische bereikbaarheid
Contact via e-mail
Termijn waarop bedrijf geholpen werd
Klantvriendelijkheid van het personeel
Deskundigheid van het personeel
Gemiddelde
4,2
China Gem. score
4,1
4,3
4,3
4,5
4,0
(N=62)
(N=80)
(N=81)
(N=86)
(N=82)
Frankrijk en Duitsland Gem. score
4,1
4,1
4,0
4,5
4,1
(N=49)
(N=55)
(N=54)
(N=54)
(N=53)
4,2
Polen en Roemenië Gem. score
3,9
4,1
4,0
4,3
4,1
(N=23)
(N=25)
(N=25)
(N=24)
(N=24)
4,1
Brazilië, India, Mexico en VS Gem. score
3,6
3,9
3,9
4,5
4,0
(N=27)
(N=32)
(N=34)
(N=31)
(N=32)
4,0
Total Gem. score
4,0
4,2
4,1
4,5
4,1
(N=161)
(N=192)
(N=194)
(N=195)
(N=191)
4,2
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
D i e ns tv er l en i ng t er p l ek k e Van de ongeveer 220 bedrijven die eerder aangaven van een specifiek NBSO-kantoor gebruikt te hebben gemaakt (zie tabel 31), geven 82 bedrijven aan zelf (de respondent in persoon of een collega) het betreffende NBSOkantoor weleens te hebben bezocht (38%). Aan deze respondenten is een aantal vragen gesteld die het fysieke kantoor betreffen, te weten gebouw, locatie, faciliteiten, en uitstraling gebouw. De aantallen zijn zo laag dat hier geen uitsplitsing naar regio wordt gegeven (zie tabel 42). De scores voor slecht en matig zijn erg laag, de scores voor goed erg hoog, kortom de kantoren voldoen aan de verwachtingen van de ondernemers. Goed en zeer goed samen scoren liefst 80% gemiddeld. Voor de locatie zelfs 86%.
68
Tabel 42
Gemiddelde score van de kwaliteit van de locatie (score is gemiddelde op een schaal van 1 = slecht, tot 5 = zeer goed)
Algemene Faciliteiten
uitstraling
Bereikbaarheid
Locatie NB-
NBSO-
NBSO-
NBSO-kantoor
SO-kantoor
kantoor
kantoor
Gemiddeld
percentages 1 slecht
1
-
-
-
1
2 matig
1
4
3
7
4
3 voldoende
18
9
18
19
16
4 goed
59
61
62
56
60
5 zeer goed
20
26
18
18
20
100
100
100
100
100
Total
(N=76)
(N=74)
(N=74)
(N=73)
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Zoals gezegd, met een totaal van ongeveer 74 bedrijven is het niet mogelijk om alle vier NBSO-regio's te onderscheiden. Door deze groep bedrijven in tabel 43 in tweeën te splitsen kunnen tenminste nog de scores voor China gepresenteerd worden. Uit deze tabel blijkt dat er nauwelijks verschil is in de waarderingen van de kantoren in China ten opzichte van de overige NBSO's. Met een gemiddelde score van 4,0 lijkt er met de locatie van de NBSO-kantoren niets mis te zij: de gebouwen voldoen goed. Tabel 43
Gemiddelde score van de kwaliteit van de locatie (score is gemiddelde op een schaal van 1 = slecht tot 5 = zeer goed) Algemene Locatie
Faciliteiten
uitstraling
Bereikbaarheid
NBSO-
NBSO-
NBSO-
NBSO-kantoor
kantoor
kantoor
kantoor
Gemiddeld
Gem. score
4,1
4,1
3,9
3,8
4,0
N
(N=39)
(N=38)
(N=38)
(N=38)
Gem. score
3,8
4,1
3,9
3,9
N
(N=37)
(N=36)
(N=36)
(N=35)
Gem. score
3,9
4,1
3,9
3,8
N
(N=161)
(N=192)
(N=194)
(N=195)
China
Overige NBSO-kantoren 3,9
Totaal 4,0
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
Ten slotte zijn aan de ondernemers vier algemene stellingen voorgelegd om te bezien in hoeverre de ondernemers het eens zijn met deze positieve uitspraken. Op de stellingen is door ruim 200 ondernemers gereageerd. De resultaten zijn weergegeven in Figuur 2.
69
Figuur 2
De mate waarin bedrijven instemmen met vier stellingen over effect NBSO-netwerk.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Het NBSO netw erk levert een w aardevolle bijdrage aan de ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten en dient voortgezet te w orden
De informatie / ondersteuning heeft ons bedrijf behoed voor veel onnodige misstappen
De informatie / ondersteuning heeft ons bedrijf veel onnodige kosten bespaard
De informatie / ondersteuning heeft ons bedrijf veel tijd bespaard
Helemaal oneens
Bron: EIM-internetenquête bedrijven mei 2007.
70
Oneens
Niet eens en niet oneens
Eens
Helemaal eens
5
Antwoord op de onderzoeksvragen
Op basis van een synthese van de resultaten van de gesprekken, bestudeerde documenten en dossiers, de internetenquête onder NBSOmedewerkers en de internetenquête onder bedrijven worden in dit hoofdstuk antwoorden op de onderzoeksvragen gegeven. De Terms of Reference specificeren vijf centrale vragen voor deze evaluatie met een groot aantal subvragen. Teneinde de opdrachtgever een duidelijke link met de in de opdracht geformuleerde vragen te bieden, worden de antwoorden gepresenteerd in de paragrafen 5.1 tot en met 5.5 die de vijf hoofdvragen precies volgen. Elke individuele subvraag (1a, 1b etc. in de opdracht) is weergegeven als een paragraaf van het derde niveau (5.1.1 etc.). In hoofdstuk 6 komen ten slotte het overall oordeel en de lessen en aanbevelingen aan de orde in de vorm van 14 aanbevelingen.
5.1
Ontwikkelingen sinds 2000
5 . 1 . 1 O ve r z ich t va n NB S O 's en b e la n g r ij k e k e nm e rk en . Op dit moment zijn er 17 NBSO's actief in negen landen. Brazilië
1 2 3
Porto Alegre Recife Shenyang/Dalian1
Sinds november 1998 Sinds april 2000 Sinds juni 1999/juni 2007
4 5 6 7
Jinan Kunming Nanjing Tianjin
Sinds Sinds Sinds Sinds
april 1997 maart 2002 april 1997 februari 1999
8 9 10 11
Wuhan Ahmedabad Chennai Stuttgart
Sinds Sinds Sinds Sinds
april 1997 oktober 1996 april 1996 maart 2005
Mexico Polen
12 13 14 15
Lille Lyon Monterrey Krakow
Sinds Sinds Sinds Sinds
december 1998 juni 2002 januari 1998 juni 2002
Roemenië VS
16 Cluj 17 San Mateo
China
India Duitsland Frankrijk
Sinds mei 2006 Sinds Jan 2004
In lijn met de opzet werken op bijna alle kantoren twee mensen; slechts één kantoor is (op dit moment) bemand door één persoon.
1
Shenyang verhuist naar Dalian, mei-juni 2007.
71
De belangrijkste vijf activiteiten - gemeten naar de gemiddelde tijdsbesteding van de Chief Representative en de Deputy Representative - zijn1: − marktscans; − beantwoorden verzoeken Nederlandse ondernemingen; − onderhouden van contacten met lokale autoriteiten en ondernemingen; − ondersteuning en ontvangen Nederlandse ondernemingen; − administratie (inclusief financiële rapporten). Tabel 23 in hoofdstuk 4 laat zien welke NBSO-kantoren door de meeste bedrijven worden gebruikt. De NBSO's met de meeste klanten zitten zowel in verre, relatief moeilijke markten zoals China (3 van de top-4), als in relatief nabije markten zoals Polen, Frankrijk en Duitsland. Gemiddeld hebben de bedrijven gebruik gemaakt van 2 NBSO-kantoren. 5.1.2
B es tu r ing sm ec ha n is m e v oo r d e st eun pu nt en ; ho e v in dt d e a a n st ur i ng d oo r d e E V D p la a t s, m ed e i n r el a t i e to t de a a n stu r in g d o or d e a m ba ss a d e i n he t d es b et re ff en d e la n d De aansturing van de NBSO is redelijk complex omdat: − de NBSO's deel uitmaken van het postennetwerk van de Nederlandse overheid; ze vallen als zodanig onder het Ministerie van Buitenlandse Zaken (DGRC) en worden in het betreffende land aangestuurd door de ambassade; − de NBSO's uitsluitend in het leven zijn geroepen om het Nederlandse bedrijfsleven te ondersteunen bij internationaal ondernemen, oorspronkelijk in (moeilijke) opkomende markten. Als zodanig vallen de NBSO's onder de competentie van het ministerie van Economische Zaken (EZ/DGBEB). Het ministerie van Economische Zaken (EZ/DGBEB) heeft de operationele zaken echter uitbesteed aan de EVD. Op deze wijze ontstaat de geïnstitutionaliseerde samenwerking tussen EZ en BZ (niet alleen m.b.t. NBSO's maar bijvoorbeeld ook t.a.v. het werk van de Economische afdelingen van ambassades), vervat in een concordaat. De NBSO's worden dus aangestuurd door de hoofdpost ter plaatse (Ambassade) en de EVD. Echter de relatie is nog iets ingewikkelder omdat: − de overheid een deel van de financiële aansturing en de arbeidscontracten laat lopen via de particuliere organisatie NCH (SBU), o.a. omdat men het personeel van NBSO's geen diplomatieke status wenst te verlenen; − er vanuit twee afdelingen van de EVD contacten worden onderhouden. Marktscans zijn de verantwoordelijkheid van de afdeling Individuele Marktbewerking (IM), terwijl de unit Netwerk en Concordaat de dagelijkse aansturing in meer algemene zin doet. Figuur 3 probeert een en ander samen te vatten. Een meer gedetailleerde beschouwing is te vinden in paragraaf 2.2 van dit rapport.
1
72
Al deze activiteiten beslaan 9% (administratie) tot 21% (Marktscans) van de werktijd, zie tabel 14.
Figuur 3
Aansturing van de NBSO's
BZ
Hoofdpost
DGRC
(HEA)
EZ DGBEB
Netw. Afd. NBSO
EVD Afd. IM.
NCH (SBU)
Gevolgen van de complexiteit: − Voor het bedrijfsleven zijn er twee loketten. Individuele marktscans, één van de belangrijke 'producten' van de NBSO's en andere posten, verlopen via een intake bij de EVD met een duidelijke filterende werking (rantsoenering). Echter wanneer bedrijven zich oriënteren op een bepaald land of een bepaalde regio komen bedrijven ook 'direct' bij de NBSO's terecht (via Kamers van Koophandel, lokale organisaties, ambassades, etc.)1. − De medewerkers van de NBSO's geven ook aan (tabel 5) dat zij instructies en begeleiding van vele kanten krijgen (in volgorde van belangrijkheid: EVD, Ambassade, andere NBSO's, EZ, Consulaat en BZ). De aantallen NBSO's die van oordeel zijn dat de verdeling van de verantwoordelijkheden over deze partijen duidelijk of onduidelijk is houden elkaar ongeveer in evenwicht (tabel 6). Men spreekt over meerdere kapiteins op een schip met soms tegenstrijdige aanwijzingen en regels en soms zelfs rivaliteit. − Verlies aan efficiency, rapportering en overleg met meerdere partijen (EVD, ambassade, NCH) leidt onvermijdelijk tot doublures en dus hogere kosten. Er zijn echter wel signalen dat er plaatselijk voldoende overleg is tussen de verschillende spelers. Face-to-face interviews met Chief Representatives van de NBSO's in Brazilië en Mexico bevestigen dat er regulier overleg plaatsvindt met zowel de diplomatieke posten in het betreffende land als met de EVD (zowel ter plaatse als via conference calls).
1
Echter de NBSO's kunnen niet tot een marktscan besluiten. Sommige Chief Representatives zien daar ook iets onrechtvaardigs in: het functioneren van de NBSO wordt mede op de output beoordeeld, en de output wordt ook gebruikt als indicator voor voldoende vraag vanuit het Nederlandse bedrijfsleven om de NBSO open te houden'. Soms is die vraag er, maar zit filter bij EVD.
73
5 . 1 . 3 B e le i ds - en be d r ij fs vo er i n g i . H et o p en en /s lu i te n va n NB S O 's Zeven NBSO's zijn in de periode 2000-2006 in het leven geroepen: Recife (2000), Kunming (2002), Lyon (2002), Krakow (2002), San Mateo (2004) Stuttgart (2005) en Cluj (2006). Drie NBSO's zijn in deze periode gesloten: Chengdu (mei 2005, heeft 7 jaar bestaan), Hangzhou (maart 2004, heeft 5 jaar bestaan) en Shenyang (mei/juni 2007 verplaatst naar Dalian, heeft 8 jaar bestaan). Zie ook paragraaf 2.3.1 over besluitvorming t.a.v. openen en sluiten. i i . M a a t r eg e l en g er i cht o p f l ex i b il i t ei t en k wa l i te i t va n d e d i ens tv e r le n in g − Een van de opvallendste kenmerken van het NBSO-netwerk is dat er rigide vastgehouden wordt aan een bezetting met twee mensen, een Chief Representative en een Deputy Representative, voor elk NBSO-kantoor. Uiteraard kan het zo zijn dat een forse groei van een NBSO-kantoor afbreuk doet aan de gewenste flexibiliteit. Een tot wasdom gekomen organisatie is moeilijker met tijdelijke krachten te runnen en minder makkelijk te sluiten. Echter de vaste omvang van elk kantoor betekent dat kwaliteit en kwantiteit van dienstverlening helemaal niet afgestemd kunnen worden op de behoefte van het Nederlandse bedrijfsleven, gegeven de ontwikkelingen in de betreffende markt. Dit systeem kan alleen bestaan doordat de vraag bij de intake van de EVD gerantsoeneerd wordt. Er wordt daarbij gekeken naar relevante criteria zoals prioritaire sectoren, lijkt het bedrijf er klaar voor te zijn om de markt in kwestie te betreden, etc. Echter een systeem van rantsoenering leidt er onvermijdelijk toe dat op locatie A bedrijven geholpen worden die minder prioriteit 'verdienen' dan bedrijven die afgewezen worden op locatie B. − Ook het vasthouden aan één marktscan per bedrijf bij de intake van de EVD is een rigide uitgangspunt dat afbreuk aan de effectiviteit kan doen. Zie ook rechtspositie medewerkers bij iii.
i i i . Wa t is d e r ec hts p os it i e va n d e me d ew e rk e rs ? S lu it di t a a n b i j h et u i tga n gs pu nt da t he t n etw e rk va n NB S O 's f l ex i b e l d ie nt t e z i j n? Een van de maatregelen gericht op flexibiliteit is het bieden van een contract voor bepaalde tijd aan NBSO-medewerkers. Dit draagt bij aan de gewenste flexibiliteit (uiteraard ten koste van de rechtszekerheid van de betrokken medewerkers en dat kan in een krappe arbeidsmarkt ook voor de organisatie nadelig zijn), maar heeft ook als gevolg dat Chief Representatives slechts kort bij de organisatie blijven en er geen groei in ervaring is. De Deputy Representatives blijven over het algemeen wat langer in dienst, maar zij hebben geen toegang tot alle relevante informatie (o.a. doordat rapportages in het Nederlands zijn).
i v . Ho e i s de lo on re la t ie tus se n l ok a le NB S O -m e de w erk e rs ( D ep ut y R ep r es en ta t iv es ) en l o k a l e m ed e we rk er s op d e p os t? Over dit onderwerp heeft de evaluatie geen informatie opgeleverd. De begeleidingscommissie heeft aangegeven dit geen ernstige omissie te vinden.
74
v . I s de be d r ij fs vo e ri ng b in ne n NB S O ' s ge r eg u le e r d? E n i s de in r i ch t in g zo da n i g da t a a n d e g es te l de e is en ( doo r d e op d ra c ht ge v e r) k a n w or d en vo l da a n? I s de b e dr i j fsv o er i ng e ff ic i ën t? Het instrument NBSO is meer dan tien jaar oud. De Nota Beleid en Beheer NBSO's stamt uit 2002 maar is zeer globaal van karakter. Pas nu wordt een reglement opgesteld dat meer het karakter van een handboek heeft. Mede gelet op de continue instroom van nieuwe Chief Representatives is dat zeer welkom. Dit handboek zal niet alleen aanwijzingen voor de bedrijfsvoering bevatten, maar ook nader definiëren wat wel en niet tot het takenpakket van NBSO behoort1. 5.1.4
T y p e a ct iv i te i t en en d i re c te r es u lta te n (a a n ta l e n ty p e k la n tc onta ct en ; a a nta l e n ty pe m iss i es na a r N ed e r la n d; a a n ta l en ty p e on de r z o ek en /ra p po rt en v oo r d e N e de r la n ds e ov e rh e id ) Vijftien van de 17 NBSO's hebben informatie verstrekt over de frequentie van de dienstverlening. Informatie over lokale marktcondities wordt gemiddeld meer dan 15 keer per maand verstrekt, informatie over de bedrijfscultuur in het ressort 12 keer. Het ondersteunen van contacten met zowel de lokale bedrijven (matchmaking) als de lokale overheid gebeurt gemiddeld zo'n 10 keer per maand. Iets minder frequent verrichten de NBSO's: − exportpromotie voor specifieke ondernemingen (9); − specifiek marktonderzoek met rapporteren aan individuele cliënt (7); − informatieverstreking over wet- en regelgeving (7); − Holland promotie (5). In totaal zijn dit zo'n 75 acties per maand. Uitgaande van 2 medewerkers, zijn dat ongeveer twee inhoudelijke acties per dag (die uiteraard zeer verschillend van omvang zijn).
5.1.5
I n z et va n a n d er e i ns tr um en t en vo or o nd e rst e un i ng van h et b e d r i jfs l ev en in d e be t re f fe nd e la nd en De NBSO's geven aan in beperkte mate diensten te verlenen voor (via) andere organisaties zoals: Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland, NFIA of CEBIN (3 NBSO's); Kamers van Koophandel en brancheorganisaties (2); andere ministeries (2); SenterNovem (2) en de Azië Faciliteit van de EVD. De laatste 24 maanden hebben de NBSO-medewerkers een aantal malen gewezen op en/of geïnformeerd over andere instrumenten van de Nederlandse overheid. 10 van de 17 NBSO's doen dat meer dan 10 keer per maand; het betreft vooral: − EVD-programma 2g@there (5 NBSO's). − Programma Starters op Buitenlandse Markten, PSB (5). − Programma Samenwerking Opkomende Markten, PSOM (4). − Partners for Water (4). − Individuele MarketScans (4). − Asia Facility (3). − budget voor Promotionele Projecten van Posten, PPP (2).
1
Zie de eerder in het rapport genoemde voorbeelden die een rol spelen bij commerciële onderhandelingen, vertaal- en taxidiensten en ondersteuning bij zaken die een meer privé karakter hebben zolas hulp bij het zoeken van scholen en huizen (zie paragraaf 2.5.3).
75
Ook in de reactie van de bedrijven vinden we dit terug. Een kwart van de respondenten geeft aan via het NBSO-netwerk in contact gekomen te zijn of gewezen te zijn op andere organisaties en ondersteuningsinstrumenten. Dit betreft soms subsidieprogramma's zoals: PSOM (2), PESP (2); PSB; ORET; en 'subsidies EVD' (2) maar in het merendeel van de gevallen een breed scala aan exportbevorderende en meer algemene instanties zoals EVD (5); Kamers van Koophandel (5); Fenedex (3); SenterNovem (2), ambassades, beurzen, consultants, brancheorganisaties etc., etc. 5 . 1 . 6 B ek end h ei d va n NB S O 's on d er h et N ed e r la n ds e b ed r i jf s le ve n Volgens de medewerkers van de NBSO's is dit een van de zwakste punten van het NBSO-netwerk. Geen van de NBSO's is van oordeel dat Nederlandse bedrijven zich bewust zijn van het bestaan van het NBSO-netwerk, slechts één geeft het oordeel redelijk en 15 geven aan 'een beetje' of 'nauwelijks'. Veel van de Chief Representatives komen in de enquête verschillende keren terug op de onbekendheid van het Nederlandse bedrijfsleven met de NBSO s, zowel bij problemen als bij suggesties voor verbetering (meer promotie NBSO in Nederland). Een illustratie van de praktijk van alledag - en dat het inderdaad mogelijk lijkt verbeteringen aan te brengen - is weergegeven in Tekstbox 2. Tekstbox 2
Promotie van de NBSO's via diverse websites
Op de site www.internationaalondernemen.nl (een initiatief van het ministerie van Economische Zaken en handelsbevorderende organisaties) wordt een groot aantal mogelijkheden genoemd om je als beginnende exporteur verder te oriënteren. Er wordt gewezen op subsidieprogramma's als PSB en op de mogelijkheden die Internationale Organisaties mogelijk bieden. De NBSO's hebben geen prominente plek. Ze komen indirect aan de orde via de marktscans van de EVD en als de bezoeker aan de slag gaat via de zoekbalk Ambassades en economische steunpunten, komt zij of hij keurig uit bij bijvoorbeeld: Mexico: Netherlands Business Support Office - Monterrey (met alle contactgegevens). Ook als de ondernemer eenmaal de weg gevonden heeft naar een site als www.hollandinchina.org komt hij wel terecht bij het overzicht van NABSO's en NBSO's. Echter op zoek naar mogelijkheden in Polen, kom je bijvoorbeeld via de zoekterm 'zakendoen in Polen' al snel uit bij de site van de Nederlandse ambassade in Polen: www.nlembassy.pl. Mooi. Echter, als je in het menu verder gaat met 'zakendoen in Polen' worden er een aantal relevante informatiebronnen en links gepresenteerd, maar niet de NBSO Krakow of Krakau. De Netherlands Business Support Office (NBSO) Krakau heeft namelijk een eigen ingang op het hoofdmenu. Deze pagina geeft een mooi algemeen overzicht van wat de NBSO voor je kan betekenen, maar deze pagina is makkelijker te vinden voor bedrijven die al van het bestaan weten dan voor nieuwkomers. Ook als je de algemene ingang 'Economie en Handel' op het menu gebruikt, volgt een waardevol overzicht met alle medewerkers van de ambassade die op dat terrein werkzaam zijn, echter geen opmerking (of link) dat er voor de zuidelijke regio's van Polen een NBSO is. Een indicatie van de bekendheid valt af te leiden uit de manier waarop de bedrijven die gebruik maken van de NBSO's in contact gekomen zijn met de
76
NBSO's. In tabel 44 wordt het beeld dat de NBSO-staf daarvan heeft, vergeleken met de opgave van de bedrijven zelf. Tabel 44
Wijze waarop het bedrijf op de hoogte is gekomen van het bestaan van NBSO's
Organisatie (via) 1. EVD
Percentage van het
Score van NBSO's
aantal bedrijven
1= bijna nooit
(N=350)
....4=zeer vaak
38
3,4
14
2,3
13
2,7
2. Kamer van Koophandel (consulent internationale handel) 3. Ambassade of consulaat van Nederland 4. Eigen zakenreis
6
-
5. Internet (zoekmachine of verwijzing)
5
3,7
6. Collega-ondernemer
4
2,7
7. Contacten met NBSO-staf op een beurs
3
-
8. Branche- of sectororganisatie
2
2,1
anders
7
2,5
weet niet/geen antwoord
9
-
Totaal
100
Bron: Tabel 22 en 13, EIM-internetenquête bedrijven en NBSO-staf 2007.
Tabel 44 toont redelijk grote verschillen tussen de opgave van de bedrijven zelf en de perceptie van de NBSO-medewerkers. Het grootste verschil wordt geconstateerd m.b.t. het internet. In de visie van de NBSO-medewerkers scoort dit erg hoog (nog hoger dan de EVD), terwijl slechts 5% van de ondernemers dit kanaal opgeeft.1 Als het om concrete individuele diensten gaat is 'Ondersteuning bij missie uit het NBSO-gebied naar Nederland' de meest onbekende dienst (niet geheel onverwacht omdat er ook binnen het NBSO-netwerk enige onduidelijkheid is of dit tot de taken van de NBSO's behoort en bovendien deze dienst wel in het belang van Nederlandse bedrijven met internationale ambities is, maar hen minder direct als aangrijpingspunt heeft2).
1
Een mogelijke verklaring is dat een deel van de ondernemers wel via een ander kanaal op de hoogte is gekomen van het bestaan van NBSO's (zoals de vraag luidde), maar dat het eerste contact tussen bedrijven en NBSO per e-mail verloopt zonder dat het de NBSOmedewerkers duidelijk is hoe het bedrijf in eerste instantie van het bestaan van de NBSO hoorde.
2
Zie ook noot 1 op blz. 35 (Hoofdstuk 3).
77
5.2
Aansluiting van de activiteiten van de NBSO's bij het Nederlandse beleid en de prioriteiten en behoeften van de doelgroepen
5.2.1
W a s d e b es lu i tvo r m ing o v er h et o pe ne n / s lu it en va n st eu n p unt en in o v er e ens t emm i ng m et h et b e l e id ? Voor het open en sluiten van NBSO's bestaan criteria die in de Nota Beheer en beleid NBSO's zijn vastgelegd. Deze criteria worden in de praktijk ook gebruikt, maar naar het zich laat aanzien vooral als toetsingsinstrument. Als de mogelijkheid van een nieuwe NBSO in een bepaalde plek aan de orde komt spelen zij een rol in het besluitvormingstraject. Echter er zijn nogal wat anekdotische aanwijzingen dat andere elementen de formele procedure beïnvloeden (zie beschrijving in paragraaf 2.3.1). Ons is niets gebleken van het systematisch monitoren1 van de behoefte bij het Nederlandse bedrijfsleven, hetgeen aanleiding zou kunnen zijn sluiting of opening van een NBSO in een bepaalde locatie te overwegen.
5.2.2
H o e i s be pa a l d wa t d e p r i o ri ta i re s ec to r en en t he ma' s z i jn? I s h et a c c ent g e l eg d op d e ze s e cto r en e n t he ma ' s? 14 van de 17 NBSO-kantoren geven aan dat de prioritaire sectoren en thema's inderdaad bepaald zijn. De keuze is een samenspel tussen EVD en de NBSO's zelf in samenspraak met ambassade en consulaat. Op verschillende manieren word het accent op deze sectoren en thema's gelegd: − Prioriteit bij intake van de EVD − Handelsmissies − Artikelen − Bezoeken relevante congressen en seminars − Richten van Holland promotie op deze sectoren en thema's.
5.2.3
Z i jn n i euw e t re nd s ge s ig na l ee r d en z i jn d e ze ve r d is co nt ee r d in de a c t iv i te i te n va n de NB S O ? Z o ja , wa a ru it b l i jk t da t ? Elf van de 17 NBSO's geven aan dat in de laatste 24 maanden nieuwe diensten zijn gelanceerd of de prioriteiten zijn aangepast om beter aan te sluiten bij marktontwikkelingen in hun ressort. Het gaat dan vooral om: andere sectoren; uitbreiden van type diensten en informatie; meer aandacht voor 'outsourcing'; sectorspecifieke missies en samenwerking met andere partijen zoeken.
5.2.4
S lu i te n de v er sc h i ll en de ty pe n a c t iv it e it e n v o lg e ns d e be t re ff en de d o e lg r oe p en /k la nt en a a n b i j p r io r it e i te n en b eh o eft en ? Volgens de medewerkers van de NBSO's sluit de dienstverlening die de NBSO's kunnen leveren in het algemeen goed aan bij de behoefte en de priori-
1
78
Voor zover ons bekend is het eerder genoemde behoefteonderzoek dat EIM in opdracht van de EVD onder het Nederlandse bedrijfsleven in 2005 heeft uitgevoerd het enige in zijn soort.
teiten van de doelgroep (5 neutraal, 12 positief; resulterend in een score van 4,2 op een schaal van 1-5)1. Zoals altijd bij dit type algemene (publieke) dienstverlening is er wel discussie of de dienstverlening en de informatie specifiek genoeg zijn voor de klant. Dit zal altijd een spanningsveld blijven en ook reden voor klachten van gebruikers ('men kent mijn product onvoldoende'). De NBSO-medewerkers vragen o.a. om meer contacten met brancheorganisaties in Nederland om beter in staat te zijn op specifieke zaken in te gaan. Meer dan twee derde van de bedrijven geeft aan een redelijk beeld te hebben van de dienstverlening die de NBSO's kunnen verlenen. De bedrijven hebben vervolgens aangegeven in welke mate de diensten van een NBSO (het type activiteiten) aansluiten bij de behoeften en prioriteiten van het bedrijf. In tabel 26 in hoofdstuk 4 wordt deze informatie weergegeven in een gemiddelde score per dienst. De score loopt van 1 slecht tot 5 zeer goed. Met een 3,7 (ruim voldoende) scoren 'Ondersteuning bij een bezoek aan het NBSO-gebied' en 'Algemene informatie over het NBSO-gebied' het hoogst. Ook de andere diensten scoren allemaal gemiddeld hoger dan een 3 (voldoende, zie tabel 26 in hoofdstuk 4). In algemene zin kan gesteld worden dat de activiteiten van de NBSO's goed aansluiten bij de directe operationele doelstelling 'Nederlandse bedrijven te ondersteunen bij hun activiteiten op geselecteerde buitenlandse markten die als omvangrijk en veelbelovend zijn aan te merken'. Zie ook paragraaf 5.3.1 gebruik van de diensten
5.3
Effectiviteit van de steunpunten
5.3.1
I n h o ev er r e i s g e b ru ik g e ma a k t va n d e v er sch il l e n de ty p en d i ens t en va n de s te un pun te n? De bedrijven hebben van de zeven belangrijkste diensten van de NBSO's aangegeven wat de positie van het bedrijf ten aanzien van deze dienst is. De gemiddelde score is: − wist niet van het bestaan (19%); − wist van het bestaan, maar nog nooit gebruikt (41%); − door het bedrijf gebruikt (33%); − weet niet/geen antwoord (8%). Tabel 25 in hoofdstuk 4 laat zien dat: − 'Exportpromotionele activiteiten' de dienst is die het meest wel bekend maar niet gebruikt is (wordt door 15% van de bedrijven gebruikt); − 'Faciliteren van lokale contacten' duidelijk de meest gebruikte dienst is (door 53% van de bedrijven), met 'Algemene informatie over het NBSOgebied' als goede tweede (47%).
1
Zoals een Chief Representative het verwoord: ja omdat '…de activiteiten van de NBSO voornamelijk bestaat uit het beantwoorden van e-mail vragen van de bedrijven. Bedrijven vragen, NBSO antwoord'.
79
5.3.2
W a t h eb b en d e d ie nst en o pg e l ev e rd vo o r de ha n d e ls be t rek k i ng en va n Ne d er la nd se b e d ri jv en e n d e la n d en? H oe k u nn en d e ze r es u lta t en w o rd en g et y p e er d? Naar eigen zeggen van de bedrijven zijn vier NBSO-diensten voor de onderneming duidelijk het meest waardevol (tussen haakjes het percentage bedrijven dat de dienst het meest waardevol van alle diensten vond): − faciliteren van lokale contacten (met overheden, bedrijven etc.) (39%); − economische rapportages over de betreffende markt/regio (15%); − ondersteuning bij een bezoek van u of uw collega's in het NBSO-gebied (13%); − specifiek onderzoek (rapportage) voor uw bedrijf (13%). De bedrijven hebben aangegeven voor welke internationale activiteit die diensten waardevol waren: − exporteren naar NBSO-gebied (45%); − opzetten van eigen vestiging/investering in NBSO-gebied (15%); − importeren uit NBSO-gebied (14%); − samenwerking met bedrijf in NBSO-gebied (13%). Vervolgens hebben de bedrijven aangegeven of die internationale activiteiten van hun bedrijf ook zijn toegenomen door de NBSO-diensten (zie tabellen 29 en 30 in hoofdstuk 4). Het gemiddelde is berekend door aan de score ' geen toename' de waarde 1 en aan de score 'zeer sterke toename' de
waarde 5 toe te kennen. Over alle activiteiten wordt een score van 2,2 gehaald. De hoogste score wordt gehaald door 'inputvariabelen' (zaken die instrumenteel zijn voor de bedrijven om ouput zoals export naar het NBSO-gebied te genereren): − Kennis binnen bedrijf over marktmogelijkheden in NBSO-gebied (2,9) − Aantal contacten binnen NBSO-gebied (2,9). Samenwerking met bedrijven in het NBSO-gebied scoort (2,5). Echte internationale activiteiten (outputvariabelen) scoren: − Export uit NBSO-gebied (2,0) − Import uit NBSO-gebied (1,8) − Directe Investeringen in NBSO-gebied (1,8). De NBSO's hebben slechts in beperkte mate een indruk van het effect van hun diensten. Vaak hebben de NBSO's geen notie of het Nederlandse bedrijf follow-up gegeven heeft aan de initiële contacten met lokale bedrijven die via de NBSO tot stand zijn gebracht. 5.3.3
O p we lk e w i j ze e n in we l k e ma te is g eb ru i k g ema a k t va n a n de r e p r od uc te n va n d e NB S O ' s, z oa ls on d er z oek e n en r a p po rta g es? De informatie die de NBSO's over de regionale economie etc. vergaren wordt door de EVD in een breed scala voorlichtingsproducten en -trajecten gebruikt. Over de marktscans waar de NBSO's aan bijdragen is het een en ander bekend uit de separate evaluatie van IM die regelmatig wordt gehouden. Uit die klanttevredenheidsenquête komt naar voren dat meer dan de helft (57%) van de bedrijven na het ontvangen van de marktscan geen contact
80
meer heeft gehad met EVD en het postennetwerk. Ongeveer een kwart (26%) van de respondenten heeft contact gehad met de EVD. Slechts 16% heeft contact gehad met de NBSO; aangezien dit maar om 19 bedrijven gaat kunnen we daar verder niet zoveel mee doen. In algemene zijn kan gesteld worden dat de activiteiten van de NBSO's in voldoende mate effectief zijn. De diensten worden gewaardeerd door de doelgroep en de bedrijven geven aan dat er een toename in de relvante activiteiten van het bedrijf is geweest.
5.4
Efficiency van de steunpunten
5 . 4 . 1 H e e ft he t NB S O -n et we rk vo l da a n a a n h et u it ga n gs pu nt f le x ib i l i te i t? Wij komen tot een gemengd oordeel. Enerzijds blijkt het instrument inderdaad redelijk flexibel te zijn. Op een totaal van 17 kantoren die op dit moment actief zijn, zijn er verschillende kantoren gesloten en andere geopend. Echter het paradoxale feit doet zich voor dat aan een aantal die met het oog op flexibiliteit werden gekozen op nogal rigide wijze wordt vastgehouden (zie paragraaf 2.3.4). 5.4.2
I n h o ev er r e wa s ma t chma k i ng t uss en b e dr i j ven d o el g er i ch t en d o e lt r eff en d? Volgens de medewerkers van de NBSO's is de matchmaking over het algemeen zeer effectief. Gemiddeld genomen wordt voor 6 à 7 van de 10 pogingen succes gerapporteerd. Bij de bedrijven komt dit terug in het vrij hoge aantal bedrijven dat zegt dat het aantal contacten binnen het NBSO-gebied is toegenomen. Slechts 16% zegt dat er geen toename is, terwijl 28% een sterke of een zeer sterke toename rapporteert (zie tabel 29 in hoofdstuk 4).
5.4.3
W a a r u it b es to nd d e i nte r m ed ia i r e ro l va n d e st eu n p unt en en ho e w o rd t de z e do o r de b e tr e ff en d e k la n t en ge wa a r d e er d? De intermediaire rol van de NBSO-kantoren bestaat voor een groot deel uit het ondersteunen en begeleiden van contacten met lokale overheden en lokale bedrijven. Dat doen NBSO's gemiddeld zo'n 20 keer per maand. Het onderhouden van het lokale netwerk dat daarvoor nodig is vergt zo'n 13% van de werktijd en het daadwerkelijk ontvangen en ondersteunen van bezoekende Nederlandse bedrijven nog eens zo'n 11%, samen dus een kwart van de werktijd. Zie ook paragraaf 5.4.2 over toename van contacten dat door bedrijven wordt gerapporteerd.
5 . 4 . 4 V o l d ee d d e in fo rma t i eve r st r ek k in g a a n d e g e lde n de kwa l i te i ts e is en? Iets meer dan de helft van de NBSO's zegt op een voorbeeldige manier met kwaliteit van de dienstverlening om te gaan: de staf is zich bewust van de niveaus die zijn gedefinieerd en zij beoordelen ook regelmatig of de dienstverlening daaraan voldoet. Er ontbreekt nog wel het een en ander aan de communicatie omdat 4 van de 17 NBSO's rapporteren dat het kwaliteitsniveau niet is vastgesteld of gecommuniceerd naar de NBSO's.
81
82% van de bedrijven1 geeft aan de verstrekte informatie nuttig of erg nuttig te vinden (tabel 34). De beste test voor de kwaliteit van de geleverde diensten is natuurlijk het effect op de toename van internationale activiteiten van de bedrijven zoals gerapporteerd in paragraaf 5.3.2. 5.4.5
V o l do en d e m is s ie s na a r Ne d er la nd a a n d e vo or m iss ies g e l de nd e k wa li t e its e is en ? Dertien van de 17 NBSO's zijn de laatste 24 maanden betrokken geweest bij het organiseren van een handelsmissie naar Nederland (meestal in samenspel met anderen). De in deze evaluatie gebruikte informatiebronnen laten niet echt een duidelijk oordeel over de kwaliteit toe. Daartoe zouden ten minste de deelnemers aan deze missies moeten worden gehoord. Dit maakte geen deel van deze evaluatie uit. Wat in deze wel een belangrijke bevinding is, ís dat de vraag wel luidde 'voldoen aan kwaliteitseisen'maar dat er feitelijk geen sprake is van geformuleerde kwaliteitseisen.
5.4.6
W e lk e a nd e r e o r ga n is a ti e s / ins t rum en te n te r ond e rs t eun i ng va n h et N e d er la nd se b e dr i j fs l eve n z i jn a c t ie f in d e b et re f fe nd e la nd en? In de Terms of Reference worden vijf subvragen genoemd: (i). Met welke van deze onderhouden de steunpunten contacten?; (ii). Waaruit bestaan deze contacten?; (iii). Wat hebben deze opgeleverd?; (iv). Hoe worden de contacten en resultaten gewaardeerd?; (v). Is er sprake van takenverdeling, afstemming van taken, overlap dan wel elkaar versterkende activiteiten? De NBSO's hebben een uitgebreid netwerk in Nederland. Vaak genoemd worden: diverse Kamers van Koophandel; brancheverenigingen; ministeries en universiteiten. In tabel 45 (tabel 10 uit hoofdstuk 3) wordt aangegeven in welk mate de NBSO-kantoren taken overnemen van en doorgeven aan andere organisaties.
1
82
Klanten van de NBSO's in China zijn nog positiever (88% nuttig of erg nuttig).
Tabel 45
Overnemen en overdragen van opdrachten
Organisaties
Aantal NBSO's dat een opdracht
Aantal NBSO's dat een opdracht
heeft overgenomen van de ge-
heeft overgedragen aan de ge-
noemde organisatie
noemde organisatie
Ambassade
11
8
11
4
NABSO's, CKT's
8
7
Consulaat
8
6
Andere NBSO's
7
6
Kamers van Koophandel etc.
3
3
Geen van de bovengenoemde
2
5
Weet niet/geen antwoord
1
2
Andere organisaties of Nederlandse beleidsondersteuningsinstrumenten Lokaal kantoor van het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bijv.
Lokale publieke organisaties,
Bron: EIM-internetenquête NBSO-staf mei 2007.
Zie ook paragraaf 5.1.5.
5.5
Logistiek Onder het kopje Logistiek vragen de Terms of Reference: − Zijn de steunpunten goed bereikbaar? − Hoe wordt de locatie door klanten gewaardeerd? − Was de logistieke service adequaat? De medewerkers van de NBSO's zijn zeer te spreken over de kwaliteit van de vestiging van hun NBSO's. Op een schaal van 1 t/m 5, geven ze gemiddeld de volgende scores: bereikbaarheid (4,5); locatie (4,8); algemene uitstraling kantoor (4,2) en faciliteiten kantoor (3,9). Ook de bedrijven zijn in overwegende mate positief. Als we de scores voor goed en zeer goed uit tabel 40 optellen resulteert het volgende beeld: − Telefonische bereikbaarheid kantoor (66%) − Contact via e-mail (81%) − Termijn waarop bedrijf geholpen werd (77%) − Klantvriendelijkheid van het personeel (84%) − Deskundigheid van het personeel (73%). De meeste andere bedrijven geven aan dat de dienstverlening voldoende is (gemiddeld 13%); slecht en matig scoren samen maar 4% gemiddeld. Ten slotte hebben de bedrijven ook dezelfde aspecten van de locatie beoordeeld als de NBSO-medewerkers. De score voor goed en zeer goed wordt hieronder weergegeven vs. de score voor slecht en matig (voldoende is buiten beschouwing gelaten): − bereikbaarheid NBSO-kantoor (79% vs. 2%); − locatie NBSO-kantoor (87% vs. 4%);
83
− faciliteiten NBSO-kantoor (80% vs. 3%); − algemene uitstraling kantoor (74% vs. 7%). Een erg positief beeld: met een gemiddelde score van 4,0 op een schaal van 1 t/m 5 lijkt er met de locatie van de NBSO-kantoren niets mis te zijn. Ondank dat de gebouwen goed voldoen, worden er sinds kort extra eisen aan de kwaliteit van de gebouwen, de inrichting en de locatie gesteld1. Hierdoor neemt de eenheid van de huisvesting verder toe: één formule.
1
84
De nieuwe richtlijnen geven o.a. aan: 100 m2 kantoorruimte, vergaderzaal, aparte kantoren voor Chief Representative and Deputy Representative.
6
Lessen en aanbevelingen
Op basis van de bevindingen die gerapporteerd zijn in de hoofdstukken 2, 3 en 4 en waarvan een synthese is gegeven in hoofdstuk 5, kunnen de volgende lessen en aanbevelingen worden geformuleerd.
6.1
Algemeen beeld Nadat het instrument meer dan 10 jaar geleden in het leven is geroepen, zijn er op dit moment 17 NBSO's actief in 9 landen. In de evaluatieperiode 2000-2006 zijn zeven NBSO's opgericht (Recife, Kunming, Lyon, Krakow, San Mateo, Stuttgart en Cluj) en drie NBSO's gesloten: Chengdu; Hangzhou en Shenyang (verplaatst naar Dalian). Een van de belangrijke vragen is of de steunpunten gelet op andere instrumenten voor ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven effectief en efficiënt zijn (geweest) en of zij na tien jaar niet beschouwd moeten worden als een structureel, zij het flexibel inzetbaar instrument voor handelsbevordering. Er kan worden geconstateerd dat de bedrijven die reeds gebruik hebben gemaakt van de diensten van de NBSO's over het algemeen redelijk tot zeer tevreden zijn over locatie, dienstverlening en ondersteuning door de NBSO's. 85% van de bedrijven is het eens of helemaal eens met de stelling: Het NBSO-netwerk levert een waardevolle bijdrage aan de ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten en dient voortgezet te worden. Wij onderschrijven die stelling. Ook de NBSO-staf is over het algemeen redelijk positief over het functioneren van het NBSO-netwerk en de locatie van de kantoren. De weinige klachten betreffen het veelkoppige monster dat aansturing heet en - met name voor de Deputy Representatives - het gebrek aan feedback over de geleverde diensten en de naar verluidt geringe kennis bij de EVD over het Nederlandse bedrijfsleven. De NBSO's worden vooral belangrijk geacht voor het faciliteren van lokale contacten (ondersteunen bij bezoek) en het verstrekken van algemene informatie over het ressort. Deze ondersteuning is vooral van belang voor de exportactiviteiten van de Nederlandse bedrijven.
T h e p ro of o f t he pud d ing is in th e ea t i ng Gevraagd naar zaken die binnen het bedrijf feitelijk toenemen door ondersteuning van de NBSO's worden vooral 'kennis over marktmogelijkheden in NBSO-gebied' en 'aantal contacten binnen NBSO-gebied' vaak genoemd (ruim 60% van de bedrijven rapporteert een toename). Dit zijn echter zaken die nog steeds instrumenteel zijn, het gaat er uiteindelijk om of feitelijke internationale bedrijfsactiviteiten zijn toegenomen. Voor export, import en directe investeringen rapporteert 20 tot 25% van de bedrijven een toename.
85
De NBSO's lijken een redelijk ontwikkeld netwerk in de lokale markt en in Nederland te hebben. Er wordt met een veelheid van organisaties samengewerkt en het komt ook herhaaldelijk voor dat taken worden ontvangen van of doorgeschoven naar anderen die meer geëigend zijn om de betreffende dienst te verlenen. Onze conclusie is dan ook dat de in het begin van paragraaf 6.1 aangehaalde vraag met ja beantwoord moet worden: de NBSO's zijn een effectief en efficiënt instrument en dienen beschouwd te worden als een structureel, zij het flexibel inzetbaar instrument voor het bevorderen van internationaal ondernemen.
6.2
Veertien aanbevelingen 1
Eenheid en helderheid in aansturing blijft een punt van zorg. Het is inherent aan de combinatie van plaats (in het buitenlandse-postennetwerk van Nederland) en functie (ondersteunen Nederlandse bedrijfsleven) dat NBSO's te maken zullen hebben met twee ministeries. Het concordaat is de geëigende weg om die relatie tussen BZ en EZ te reguleren. Desalniettemin: −
moet er voortdurend aandacht zijn voor het feit dat de aansturing van de NBSO's door EZ (EVD) en BZK (ambassade) in de praktijk af en toe onduidelijk is;
−
kan er wellicht wel gewerkt worden aan het minimaliseren van het aantal overige partijen: administratieve relatie met NCH (SBU); twee aansturende afdelingen binnen de EVD.
2
Het is vooralsnog een gegeven dat de Chief Representatives maar een beperkt aantal jaren op hun post blijven (veelal vers geworven; een contract voor bepaalde tijd krijgen en vervolgens niet - zoals in het overige-postennetwerk - doorstromen naar een volgende post, maar meestal de dienst verlaten). In de werving van NBSO-personeel wordt (uiteraard) gezocht naar mensen die al een behoorlijke dosis relevante kennis en ervaring hebben. Onderzocht zou moeten worden of het daarnaast - een begaanbare route is om de functie van Chief Representative te vervullen door detacheringen van dergelijke ervaren mensen voor wie een periode van 4 jaar buitenlandse ervaring een welkome aanvulling op hun carrière is. Te denken valt aan adviseurs internationaal ondernemen van Kamers van Koophandel of brancheorganisaties, EVD, SenterNovem, Syntens, steden (havenbedrijf) of provincies. Daarnaast zou Chief Representative wellicht een carrièrestap op weg naar Hoofd Economische Afdeling (HEA) van een ambassade kunnen zijn.
3
Gegeven de snelle omloopsnelheid van Chief Representatives op de NBSO-kantoren en de medewerkers op de hoofdposten (die veelal zullen 'verhuizen' van landen mét naar landen zonder NBSO-kantoren en v.v.) is het zaak ervoor te zorgen dat er ten minste bij de verantwoordelijke personen in 'Den Haag' sprake is van een behoorlijke continuïteit. Omdat op deze posten ook mensen geplaatst zijn die meedraaien in de 3tot 4-jarige benoemingscarrousel is dat nu niet het geval.
86
4
Blijven werken aan bekendheid NBSO's bij Nederlandse bedrijfsleven. Het is een door de staf van de NBSO's herhaald gegeven advies: meer promoten van de NBSO's bij het Nederlandse bedrijfsleven. Een illustratie van de praktijk van alle dag - en dat het inderdaad mogelijk lijkt verbeteringen aan te brengen - is weergegeven in Tekstbox 2 in paragraaf 5.1.6 waar de situatie op diverse websites wordt beschreven.
5
Het zou voluit erkend moeten worden dat het bemiddelen van lokale bedrijven die contact zoeken met Nederlandse bedrijven (reversed matching) evenzeer het Nederlandse economisch belang dient als de omgekeerde route1. Er zou binnen de EVD een aanspreekpunt moeten zijn dat NBSO-medewerkers met vragen over het Nederlandse bedrijfsleven efficiënt verder helpt (bijvoorbeeld m.b.v. Kamers van Koophandel of brancheorganisaties).
6
Een scherpere afbakening van de diensten van de NBSO's is van belang om niet te veel in het vaarwater van commerciële partijen te komen en om niet direct betrokken te raken bij/verantwoordelijk te worden voor commerciële en contractuele aangelegenheden. Dit is ook simpelweg van belang om helder de grens te kunnen aangeven bij vragen van de doelgroep: wel assisteren bij het identificeren van een internationale vervoerder of douaneagent, wellicht niet actief zoeken in de baas zijn tijd naar een school voor de kinderen.
7
Gelet op de belangrijke positie van Deputy Representatives (institutionele geheugen van de NBSO's bij snel wisselende Chief Representatives) is het zaak ook de deputies maximaal te betrekken bij het monitoren van en verlenen van feedback op de dienstverlening; dat betekent onder meer rapportages in het Engels.
8
Richtlijnen moeten snel verschijnen. Het is positief dat taken NBSO worden vastgelegd. Dit is mede belangrijk in verband met de voortdurende instroom van nieuwe Chief Representatives, de betrokkenheid van vele partijen bij de NBSO's in de aansturing en duidelijkheid richting doelgroep over de diensten die wel en niet verwacht mogen worden (zie ook punt 6).
9
Er zijn criteria voor het openen en sluiten die een rol spelen bij het toetsen van een voorgenomen besluit een NBSO te sluiten en/of te openen. Er is ook een procedure om tot een longlist van mogelijke locaties voor nieuwe NBSO's te komen. Echter behalve voor deze interne procedure (zie paragraaf 2.3.1) zou er meer aandacht dienen te zijn voor het systematisch monitoren van de behoefte van het Nederlandse bedrijfsleven.
10 Een van de vragen gesteld aan de evaluatie luidde ‘voldoen de missies naar Nederland aan de voor missies geldende kwaliteitseisen’. In de
1
Zoals in hoofdstuk 2 is vermeld, is reversed matchmaking vooralsnog niet opgenomen in het handboek dat momenteel in voorbereiding is omdat dit onderwerp geen onderdeel van het gevoerde beleid is. Het is wel als pilot opgepakt door de EVD binnen PSOM-OS. Het is aan DGBEB om dit onderwerp als opdracht uit te zetten bij de EVD en het daardoor als opdracht aan NBSO's en posten DBZ mogelijk te maken.
87
evaluatie bleek dat dergelijke kwaliteitseisen feitelijk niet geformuleerd zijn. Het verdient aanbeveling om op dit punt - en voor andere vormen van dienstverlening - wel tot een set geformuleerde kwaliteitseisen te komen, die mede als een checklist kunnen dienen voor de relatief onervaren staf van de NBSO's. 11 Het verdient aanbeveling de omvang van de staf van een NBSO af te stemmen op de omvang van de (potentie van de) economische banden tussen de betreffende regio en Nederland. Een alternatief zou natuurlijk kunnen zijn een NBSO te splitsen (bijvoorbeeld twee NBSO's van twee personen in de regio Kunming), maar dat geeft extra coördinatiewerkzaamheden tussen die twee kantoren en verhindert dat van een aantal potentiële schaalvoordelen wordt geprofiteerd (uitbreiding van één NBSO zou kunnen plaatsvinden door bijvoorbeeld een ondersteunende kracht met taken op het terrein van administratie en receptie1) zodat chief en deputy representative meer worden vrijgemaakt voor het eigenlijke werk. Een iets groter NBSO heeft als bijkomend voordeel dat er iets als institutioneel geheugen ontstaat: je hoeft niet vanaf nul te beginnen als medewerkers worden vervangen. 12 Het lijkt verstandig tegemoet te komen aan de wens van veel NBSO-staf om meer opleiding en informatie te ontvangen. Een kwart van de suggesties betreft 'meer kennis van Nederland' via instrumenten als: −
Meer werkbezoeken aan Nederland
−
Meer vakbladen
−
Meer inzicht in structuur en prioriteiten van de Nederlandse handels-
−
Nederlandse taal en cultuur
−
Meer contacten met brancheorganisaties e.d.
politiek
13 De EVD in Den Haag speelt een belangrijke rol. Niet alleen in de aansturing van de NBSO's maar ook bij de toegeleiding van individuele klanten, met name bij de marktscans. De intake vindt in Den Haag plaats. Op dit punt zijn twee aanbevelingen te formuleren: −
Bij een instrument als de subsidieregeling Programma Starters op Buitenlandse markten (PSB) wordt in de uitvoering gebruik gemaakt van een wijdvertakt netwerk in Nederland om zodoende de doelgroep 'dicht bij huis' te kunnen helpen (dicht bij huis op twee manieren: a) letterlijk door een groot geografisch netwerk o.a. bestaande uit alle lokale Kamers van Koophandel en b) qua kennis van de bedrijfsprocessen en markten door adviseurs van o.a. vele brancheorganisaties als Metaalunie, ModInt en anderen in te zetten). Dit model lijkt bij het uitvoeren van de PSB door een andere afdeling van de EVD goed te voldoen. Ook voor de NBSO/marktscan zou bekeken dienen te worden in hoeverre de intake decentraal kan plaatsvinden.
−
Het moet nader worden bezien in hoeverre de eisen die bij de intake bij de EVD worden gehanteerd (het bedrijf moet een exportafdeling
1
88
Denk bijvoorbeeld terug aan de opmerkingen die worden gemaakt dat een deel van de kostbare tijd van de NBSO-staf opgaat aan 'callcenter-achtige' werkzaamheden.
hebben; slechts één marktscan per bedrijf) geen onnodige rigiditeit aanbrengen. 14 Vrijwel alle formulieren die het evaluatieteam onder ogen heeft gekregen zijn sterk aan verandering onderhevig. Veelal wordt op ad hoc basis een nieuw formulier ontworpen of aangepast. Uit het dossieronderzoek bleek dat sommige formulieren zelfs per maand kunnen veranderen. Er dient meer aandacht te zijn voor een juiste balans tussen het doorvoeren van verbeteringen waar wenselijk en continuïteit waar mogelijk, die bijdraagt aan de zekerheid voor de mensen die in en met het systeem moeten werken en die de mogelijkheid om ontwikkelingen in de tijd te monitoren ten goede komt.
89
BIJLAGE I
Terms of Reference
Evaluatie Netherlands Business Support Offices Netwerk 1
Aanleiding en doelstelling
Economische steunpunten maken thans 10 jaar deel uit van de infrastructuur van de Nederlandse overheid die het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten ten dienste staat. Deze zgn. Netherlands Business Support Offices zijn decentrale handelsbevorderende afdelingen van de Nederlandse overheid die, in nauwe samenwerking met de ambassade in het betreffende land, worden aangestuurd door de Economische Voorlichtingsdienst (EVD). Naast ambassades en de NBSO's is er een toenemend aantal andere instrumenten dat het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten ten dienste staat. Een evaluatie is gepland om, mede gezien deze ontwikkeling, na te gaan in welke mate de steunpunten effectief en efficiënt zijn geweest. Naast de verantwoordingsfunctie heeft de evaluatie ook een leerfunctie. Afhankelijk van de bevindingen zal de evaluatie elementen opleveren voor verbeteringen. De evaluatie zal worden gebruikt als informatiebron voor besluitvorming over het toekomstige beleid. 2
Beschrijving van het NBSO en afbakening van de evaluatie
Taken: De belangrijkste taak van een NBSO is het ondersteunen van individuele bedrijven (klanten) bij het betreden van moeilijk toegankelijke markten. NBSO's verstrekken m.n. maatwerkvoorlichting bij de marktoriëntatie door individuele bedrijven. Daarvan afgeleide taken zijn: 1 het faciliteren van contacten met relevante zakenpartners en lokale overheden; 2 opstellen (regionale) economische rapportage; 3 exportpromotionele activiteiten (Holland Promotie); 4 ondersteuning van delegaties, missies en bezoekers binnen het eigen ressort. Openen en sluiten NBSO's: Een belangrijk uitgangspunt is dat het netwerk van NBSO's in grote mate flexibel is zodat de invulling van dit netwerk van steunpunten op korte termijn kan worden gewijzigd. Het sluiten van steunpunten wordt op basis van een jaarlijkse regiovergelijking in prioritaire markten gedaan. Voor het openen van steunpunten komen naast de regiovergelijking nog aanvullende criteria te pas. Zie bijlage 2 voor criteria. Institutionele context: Nederland beschikt over diverse instrumenten die worden ingezet bij het verlenen van diensten aan het internationaal actieve Nederlands bedrijfsleven en het bevorderen van de bilaterale economische relaties. De economische belangenbehartiging is globaal in drieën te delen:
91
Posten: BZ heeft een postennetwerk bestaande uit 113 ambassades en 51 consulaten. Op deze posten werken 180-200 fte economische medewerkers (ca. 2/3 lokaal en 1/3 uitgezonden). Daarnaast zijn er 340 honoraire consulaten waarop voor handelsbevordering een beroep kan worden gedaan. EZ financiert ten laste van EZ-budget en HGIS-middelen: − 15 DBIN-kantoren (Netherlands Foreign Investment Offices) waarmee beoogd wordt investeringen in Nederland uit het buitenland aan te trekken; − 20 Technisch en Wetenschappelijk Attachés (TWA's) en 12,5 TWAassistenten die met name gestationeerd zijn in steden/gebieden waar onderzoek, innovatie en ontwikkelingen plaatsvinden met relevantie voor het Nederlandse bedrijfsleven. Zij hebben tot taak ervoor te zorgen dat Nederlandse bedrijven en de overheid op de hoogte blijven van commercieel interessante nieuwe vindingen en technieken die in het buitenland zijn/worden ontwikkeld. Steunpunten: BZ en EZ financieren, ten laste van HGIS-intensiveringsmiddelen, 17 Netherlands Business Support Offices, die handelsbevorderende diensten verlenen aan het Nederlandse bedrijfsleven. De NBSO's worden aangestuurd vanuit de EVD. LNV financiert eveneens t.l.v. HGIS-intensiveringsmiddelen een aantal kantoren in het buitenland (NABSO's en CKT's) die landbouwsamenwerking en de rol van het Nederlandse bedrijfsleven bevorderen en ondersteunen. Voor het versterken van betrekkingen op het gebied van onderwijs en wetenschappen financiert OCW enkele NESO's (Netherlands Education Support Offices). Voor internationale activiteiten van Nederlandse onderwijsinstellingen vervullen zij een economische rol. Evaluatie: De evaluatie zal de periode bestrijken vanaf 2000 (de vorige evaluatie) tot en met 2006. Het evaluatieonderzoek zal in het bijzonder aandacht besteden aan de vraag of de steunpunten gelet op andere instrumenten voor ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven effectief en efficiënt zijn geweest en of zij na tien jaar niet beschouwd moeten worden als een structureel, zij het flexibel inzetbaar instrument voor handelsbevordering. Naast de verantwoordingsfunctie heeft de evaluatie ook een leerfunctie. Afhankelijk van de bevindingen zal de evaluatie elementen opleveren voor verbeteringen. De evaluatie zal worden gebruikt als informatiebron voor besluitvorming over het toekomstige beleid. 3
Onderzoeksvragen
Gehanteerde definities: Doeltreffendheid of effectiviteit betreft de mate waarin directe resultaten van de ontplooide activiteiten, de output, bijdragen aan de (duurzame) realisatie van de programmadoelstellingen, dat wil zeggen de outcome. Pro-
92
grammadoelstellingen zijn de doelstellingen die men beoogt te realiseren met de ontplooide activiteiten. Doelmatigheid of efficiency verwijst naar de mate waarin de behaalde resultaten, de output, opwegen tegen de kosten van de gekozen middelen, de input, en de manier waarop zij zijn ingezet. De centrale vragen die beantwoord dienen te worden in het evaluatieonderzoek zijn opgenomen in paragraaf 1.3 en worden hier kortheidshalve niet herhaald. 4
Onderzoeksmethode
Eisen aan de onderzoeksmethode voor het beantwoorden van de vragen zijn als volgt: 1 aan de hand van rapportages van de steunpunten aan de EVD wordt gestart met een inventarisatie van steunpunten, klanten, type activiteiten; aantallen en type contacten; missies en onderzoeken/rapportages; 2 op basis hiervan wordt een voorstel voor een plan van aanpak nader uitgewerkt. Dit voorstel omvat de elementen of indicatoren aan de hand waarvan effectiviteit en efficiency zullen worden bepaald; de gegevensverzameling; steekproef van klanten; te houden interviews, de planning van de werkzaamheden en een concept-inhoudsopgave van het evaluatierapport. Wat betreft de gegevensverzameling wordt uitgegaan van een enquête gericht op de steunpunten; een enquête gericht op een steekproef van klanten; interviews met een selectie van belanghebbenden en andere informanten. Het is niet de bedoeling interviews in het buitenland af te nemen. 5
Evaluatieteam
De evaluatie zal worden uitgevoerd door een team van evaluatoren. De evaluatoren dienen te beschikken over expertise op het gebied van evaluatieonderzoek. Daarnaast is kennis op het terrein van handelsbetrekkingen van het Nederlandse bedrijfsleven met opkomende markten van belang. Zie bijlege 2 voor het gevormde evaluatieteam. 6
Organisatie van de evaluatie
Het ministerie van Buitenlandse Zaken, als budgethouder van de HGISintensiveringsmiddelen waaruit NBSO's worden gefinancierd, is de opdrachtgever voor deze evaluatie. Voor de evaluatie zal een begeleidingscommissie worden opgezet bestaande uit vertegenwoordigers van BZ, DGBEB en EVD. Deze commissie heeft tot taak de evaluatie te faciliteren en de voortgang en kwaliteit van het onderzoek te bewaken. Hiertoe worden met de evaluatoren afspraken gemaakt voor een startgesprek, bespreking van het plan van aanpak en van het concept-eindrapport. Belangrijke belanghebbenden bij deze evaluatie zijn BZ, EZ, de EVD, de steunpunten en de ambassades in de betreffende landen. De ToR is aan hen voorgelegd voor commentaar en deze commentaren zijn verwerkt. Ook de concept-eindrapportage zal voor commentaar aan deze belanghebbenden
93
worden voorgelegd. De evaluatoren zijn verantwoordelijk voor het eindrapport. De evaluatie wordt onderhands aanbesteed. Een drietal geselecteerde inschrijvers wordt gevraagd een offerte in te dienen. De gunningscriteria voor selectie van de inschrijver zijn beschreven in paragraaf 4.2 Gunningscriteria. 7
Rapportage
Het eindrapport dient in de Nederlandse taal binnen een periode van 3 maanden vanaf het moment van ondertekening van het contract met de geselecteerde inschrijver te worden ingediend. Gedurende het onderzoek zal regelmatig terugkoppelingsoverleg met de begeleidingscommissie worden gepland. Conceptresultaten zullen aan de begeleidingscommissie als eerste worden gepresenteerd. Daarna zullen de resultaten aan het Driehoeksoverleg worden gepresenteerd. 8
Planning
Evaluatieonderzoek dient binnen een periode van 3 maanden na aangaan van verplichting door opdrachtnemer te worden afgerond. Onderzoek dient te zijn afgerond uiterlijk mei 2007.
94
BIJLAGE II
Evaluatieteam
Het evaluatieteam bestond uit de volgende personen: Koos van Elk, Maarten Overweel en Jennifer Telussa. Koos van Elk en Maarten Overweel verrichtten de interviews en de analyse van de resultaten van deze interviews. Zij hebben een uitgebreide ervaring op het gebied van het verrichten van evaluaties. Daarnaast hebben Koos en Maarten ervaring op het gebied van internationalisering van het MKB, de determinanten van export. Maarten heeft bovendien het onderzoek Enquête NBSO's, exportplannen en behoeften van Nederlandse bedrijven (oktober 2005) uitgevoerd. Jennifer Telussa heeft meegewerkt aan interviews, vragenlijsten, analyse van de beide internetenquêtes en rapportage.
K o os va n E lk , p ro j ec tma na g er Koos van Elk (1952) studeerde economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Na een periode in het buitenland gewerkt te hebben, trad hij in 1984 in dienst van EIM. In de eerste jaren bij EIM specialiseerde Koos zich vooral in exportonderzoek en werkte hij bijvoorbeeld aan de evaluatie van het Holland Trade System (opdracht EVD); het schrijven van een ExportAdvieswijzer (opdracht COB/SER) en de studie met Kracht naar het Buitenland (Stichting Exportraad MKB en ABN-AMRO Bank). Van 1992-2004 participeerde Koos in het onderzoekswerk voor en de coördinatie van 'The Observatory of European SMEs'. Dit betreft een serie studies over de structuur van het Europese MKB en het overheidsbeleid dienaangaande in opdracht van het DG Ondernemingen in Brussel. In dit kader deed hij bijvoorbeeld een studie naar internationalisering van het Europese MKB (Observatory 1993) en twee studies naar de effecten van de European Single Market (Observatory 1997 en 2000), gebaseerd op enquêtes bij meer dan 7500 ondernemingen in Europa. In 1997 maakte Koos deel uit van een projectgroep van het ministerie van Economische Zaken gericht op institutionele barrières bij het starten van een eigen bedrijf. In 2002 maakte Koos deel uit van het team dat in opdracht van BUZA het programma INTENT evalueerde. INTENT (International Entrepreneurship) is een programma voor het ontwikkelen van ondernemerschap bij migranten in Nederland. Het programma geeft trainingen en assisteert bij het verkrijgen van bankleningen in de landen van oorsprong om daar een eigen bedrijf te starten. Koos voerde de evaluatiemissie naar Ghana uit. In 2003 werkte Koos voor een periode van 8 maanden voor Ecorys-NEI in Rotterdam, waar hij onder andere verantwoordelijk was voor een serie publicaties voor exporteurs uit ontwikkelingslanden in opdracht van CBI (Agentschap ministerie van Buitenlandse Zaken). Koos heeft recent met een collega de evaluatie van het Marktinformatieprogramma van CBI (Centre for the Promotion of Imports from developing countries) uitgevoerd.
M a a rt en O v e rw e e l, on de r z oek e r Maarten Overweel (1953) studeerde Ontwikkelingsprogrammering aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is sinds 1981 in dienst bij EIM bv. Hij is
95
als onderzoeker en projectleider betrokken bij tal van onderzoeken op het gebied van ondernemerschap, internationalisering en dienstverlening. Tevens heeft hij namens EIM zitting gehad in de Exportraad Midden- en Kleinbedrijf. In het Kader van de Evaluatie Grote Steden Beleid heeft Maarten het thema zorg voor zijn rekening genomen. Tijdens deze evaluatie heeft hij tal van interviews gehouden met zorginstellingen en vertegenwoordigers van beroepsgroepen in de zorg. Bij een evaluerend onderzoek bij het Nederlands Normalisatie Instituut bestond zijn inbreng uit het houden en verwerken van interviews met medewerkers van het Normalisatie Instituut, vertegenwoordigers van brancheverenigingen in de zorg en de bouwnijverheid. Afgelopen jaar heeft Maarten o.a. gewerkt aan een beleidsevaluerend onderzoek voor het ministerie van Economische Zaken naar de organisatie van het exportvergunningen- en sanctiebeleid. Tijdens deze onderzoeken heeft hij veel diepte-interviews uitgevoerd bij departementen, ondernemingen en organisaties. In 2005 en 2006 heeft hij meegewerkt aan de beoordeling van good practices op het gebied van standaardisatie in de Europese Unie. Maarten heeft tijdens zijn carrière bij EIM veel export- en internationaliseringsonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld een onderzoek naar het internationaliseringsgedrag in al zijn aspecten: import, export, buitenlandse investeringen en internationale samenwerking van het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen en het MKB in het bijzonder. Ook heeft hij de Exportthermometer ontwikkeld. Als projectleider is hij actief geweest in onderzoeken naar het belang van importen van het MKB en bij de Enquête NBSO's (2005) in opdracht van de EVD.
J e nn if e r T e lu ssa , jun i o r on d er z oek e r Jennifer Telussa (1983) heeft economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Tijdens haar stage bij EIM heeft ze meegewerkt aan het internationale project 'Life Long Learning' in opdracht van de Europese Commissie. Haar afstudeerproject bij EIM omvat een kwantitatief onderzoek. Na haar afstuderen heeft zij voor een korte periode stage gelopen bij een bedrijf bij de incubator van het Europese Ruimtevaart Onderzoek en Technologie Centrum (ESTEC). Jennifer is werkzaam bij EIM als onderzoeker. Zij heeft aan verscheidene projecten meegewerkt, waaronder de analyse van de enquête onder lokale supermarktondernemers, de analyse van de groeipaden van startende bedrijven, evaluatie marktprogramma CBI, dynamiek en mobiliteit in sectoren, administratieve lasten jaardocument, quick scan administratieve lasten loonadministratie, scenariostudie demografische ontwikkeling en justitiële voorzieningen, economische betekenis van Life Sciences en Chemie, beslissing ondernemer om te investeren of consumeren, allochtone uitkeringsstarters, internationale projecten o.a. op het gebied van sociale zekerheid, standaardisatie, sociale ondernemingen en MKB omgeving Vietnam. Jennifer is betrokken geweest bij het opstellen van de vragenlijsten voor schriftelijke enquêtes en internetenquêtes, zij heeft interviews afgenomen, enquêteresultaten geanalyseerd en gerapporteerd.
96
BIJLAGE III
1
Lijst geïnterviewde personen
M.C. van den Berg
ministerie EZ, plv DG Buitenlandse economische Betrekkingen (DGBEB)
2
M.J. Braeken
DGBEB
3
Zhao Xiaojuan
Ambassade Beijing
4
Yu Yongli
NBSO Jinan
5
Yuan Fei
NBSO Wuhan
6
Steven Wang
NBSO Nanjing
7
Yang Yang
NBSO Kunming
8
Meena Meenakshi. P.R
NBSO Chennai
9
Jolly Joseph
NBSO Ahmedabad
10 Martine Augrandjean
NBSO Lyon
11 Philippe Schulman
NBSO Porto Allegre
12 Laura Vargas
NBSO Monterrey
13 N. Stolze, adviseur
ministerie BuZa plv. DGRC
14 J.C. Henneman
ministerie BuZa plv. DGRC),
15 P.A. Menkveld
ministerie BuZa
16 M. Kimmelaar
EVD network en concordaat
17 S.J. de de Muinck
EVD projectmanager Expo 2010 Shanghai, sterk betrokken bij eerste jaren NBSO-netwerk
18 E. Dijkman
EVD Individuele marktbewerking
19 B. Krul
EVD Individuele marktbewerking
20 E.G. Molenberg
EVD netwerk en concordaat
21 R.A.J. Poelhekke
VNO-NCW
22 H. Fortuin
EVD directieteam
23 G.Chr. Penders
EVD network en concordaat
97
BIJLAGE IV
Overzicht NBSO-kantoren
Opgenomen in Kantoor
Opening
Brazilië
Porto Alegre
nov 1998
√
√
Recife
apr 2000
-
√
Chengdu
nov 1997
√
mei 2005
-
Hangzhou
feb 1999
√
maart 2004
-
Dalian
jun 2007
Jinan
apr 1997
√
√
Kunming
mrt 2002
-
√
Nanjing
apr 1997
√
√
Shenyang*
jun 1999
√
Tianjin
feb 1999
√
√
Wuhan
apr 1997
√
√
Ahmedabad
okt 1996
√
√
Chennai
apr 1996
√
√
Duitsland
Stuttgart
mrt 2005
-
√
Frankrijk
Lille
dec 1998
-
√
Lyon
jun 2002
Mexico
Monterrey
jan 1998
Polen
Krakow
jun 2002
√
Roemenië
Cluj
mei 2006
√
VS
San Mateo
jan 2004
√
9 landen
20 kantoren
China
India
Evaluatie 2000
Functionerend
Land
Sluiting
juni 2007
√
nov 2006
-
√ √
12 kantoren
√
3 kantoren
17
* Shenyang verhuist naar Dalian, mei-juni 2007.
99
BIJLAGE V
Begroting 2006 NBSO-kantoren 1
2
3
4
5
6
7
8
9
Communication
Automation
within budget
-
Travelling Office
Office rent &
Housing Chief
Personnel
expenses and
expenses
maintainance
Representative
expenses
subsistence
Activities,
Country
NBSO
IN
Chennai
€ 5 000
€ 23 000
€
€ 36 875
€ 13 500
€ 4 250
CH
Shenyang
€ 2 500
€ 22 350
€ 8 400
€ 49 650
€ 8 000
€ 3 300
CH
Kunming
€ 5 000
€ 13 250
€ 7 700
€ 49 500
€ 11 000
CH
Tianjin
€ 6 850
€ 18 300
€ 8 600
€ 54 000
€ 5 500
IN
Ahmedabad
€ 8 321
€ 36 825
€
€ 43 852
CH
Nanjing
€ 6 000
€ 28 500
€ 10 000
CH
Wuhan
€ 9 800
€ 13 700
€ 10 000
CH
Jinan
€ 4 150
€ 16 800
Subtotaal Unforseen
1-9
Goedkoopste 8 NBSO's € 2 000
€ 6 000
€ 3 500
€ 94 125
650
€ 3 000
€ 3 500
€ 101 350
€ 2 500
€ 2 500
€ 7 000
€ 5 000
€ 103 450
€ 2 300
€ 2 650
€ 3 000
€ 5 000
€ 106 200
€ 7 781
€ 3 351
€ 4 856
€ 2 093
€ 5 000
€ 112 079
€ 44 735
€ 9 000
€ 4 000
€ 2 000
€ 5 000
€ 5 000
€ 114 235
€ 56 100
€ 9 300
€ 6 000
€ 2 900
€ 5 500
€ 10 000
€ 123 300
€ 14 000
€ 58 300
€ 13 200
€ 6 000
€ 2 420
€ 6 500
€ 5 000
€ 126 370
€
Duurste 9 NBSO's PO
Krakow
€ 7 500
€ 22 000
€ 10 000
€ 62 000
€ 8 500
€ 4 500
€ 1 000
€ 5 750
€ 9 500
€ 130 750
ME
Monterry
€ 9 000
€ 49 853
€ 20 260
€ 71 000
€ 8 926
€ 4 400
€ 1 785
€ 3 000
€ 3 500
€ 171 724
DU
Stuttgart
€ 13 000
€ 43 220
€ 12 000
€ 80 433
€ 7 960
€ 3 450
€ 2 000
€ 8 000
€ 3 500
€ 173 563
BR
Recife
€ 9 500
€ 17 500
€ 20 000
€ 87 860
€ 13 560
€ 7 000
€ 2 500
€ 6 000
€ 15 000
€ 178 920
RO
Cluj
€ 32 000
€ 25 000
€ 19 000
€ 66 300
€ 7 500
€ 6 000
€ 8 000
€ 9 000
€ 10 000
€ 182 800
FR
Lille
€ 16 500
€ 30 000
€ 8 500
€ 105 000
€ 7 200
€ 5 500
€ 4 000
€ 4 000
€ 2 500
€ 183 200
BR
Porte Allegro
€ 7 800
€ 11 000
€ 26 000
€ 103 980
€ 25 100
€ 7 000
€ 5 250
€ 6 000
€ 5 000
€ 197 130
FR
Lyon
€ 18 700
€ 19 300
€ 16 315
€ 122 450
€ 9 600
€ 5 000
€ 3 000
€ 4 900
€ 3 500
€ 202 765
VS
San Manteo
€ 11 205
€ 1 310
€
€ 155 750
€ 19 690
€ 5 690
€ 7 875
€ 14 000
€ 3 500
€ 219 020
101
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Communication
Automation
within budget
-
Travelling
Country
NBSO
Office
Office rent &
Housing Chief
Personnel
expenses and
expenses
maintainance
Representative
expenses
subsistence
Activities,
Subtotaal Unforseen
1-9
Goedkoopste 8 NBSO's min
€ 2 500
€ 13 250
€
€ 36 875
€ 5 500
€ 2 300
max
€ 9 800
€ 36 825
€ 14 000
€ 58 300
€ 13 500
€ 6 000
gemiddeld totaal verdeling (%)
650
€ 2 093
€ 3 500
€ 94 125
€ 4 856
€
€ 7 000
€ 10 000
€ 126 370
€ 5 953
€ 21 591
€ 7 338
€ 49 127
€ 9 660
€ 3 963
€ 2 497
€ 4 762
€ 5 250
€ 110 139
€ 47 621
€ 172 725
€ 58 700
€ 393 012
€ 77 281
€ 31 701
€ 19 976
€ 38 093
€ 42 000
€ 881 109
5%
20%
7%
45%
9%
4%
2%
4%
5%
100%
Duurste 9 NBSO's min
€ 7 500
€ 1 310
€
€ 62 000
€ 7 200
€ 3 450
€ 1 000
€ 3 000
€ 2 500
€ 130 750
max
€ 32 000
€ 49 853
€ 26 000
€ 155 750
€ 25 100
€ 7 000
€ 8 000
€ 14 000
€ 15 000
€ 219 020
gemiddeld
€ 13 912
€ 24 354
€ 14 675
€ 94 975
€ 12 004
€ 5 393
€ 3 934
€ 6 739
€ 6 222
€ 182 208
€ 125 205
€ 219 183
€ 132 075
€ 854 773
€ 108 036
€ 48 540
€ 35 410
€ 60 650
€ 56 000
€ 1 639 872
8%
13%
8%
52%
7%
3%
2%
4%
3%
100%
totaal verdeling (%)
Alle 17 NBSO's min max gemiddeld totaal verdeling (%)
102
€ 2 500
€ 1 310
€
€ 36 875
€ 5 500
€ 2 300
€ 32 000
€ 49 853
€ 26 000
€ 155 750
€ 25 100
€ 7 000
650
€ 2 093
€ 2 500
€ 94 125
€ 8 000
€
€ 14 000
€ 15 000
€ 219 020
€ 10 166
€ 23 053
€ 11 222
€ 73 399
€ 10 901
€ 4 720
€ 3 258
€ 5 808
€ 5 765
€ 148 293
€ 172 826
€ 391 908
€ 190 775
€ 1 247 785
€ 185 317
€ 80 241
€ 55 386
€ 98 743
€ 98 000
€ 2 520 981
7%
16%
8%
49%
7%
3%
2%
4%
4%
100%