Gemeente Breda
Eindrapport Evaluatie Doordecentralisatie Voortgezet Onderwijs
Mei 2013
In opdracht van: Building Breda en Gemeente Breda
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 2 van 14
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding
4
2. Het evaluatieproces 2.1 Doel 2.2 Betrokken partijen 2.3 Uitvoering van het onderzoek
5
3. Uitkomsten van de evaluatie 3.1 Planning en uitvoering 3.1.1 Financieringsvraagstuk 3.2 Rollen en verantwoordelijkheden 3.3 Overleg en communicatie
6
4. Verwachtingen en verbetervoorstellen
9
Bijlagen
11
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 3 van 14
1. INLEIDING In 2008 heeft de gemeente Breda de zorg voor onderwijshuisvesting (OHV) doorgedecentraliseerd naar de schoolbesturen Voortgezet Onderwijs (VO). Op dat moment hebben de gezamenlijke schoolbesturen de coöperatieve vereniging ‘Building Breda’ (BB) opgericht, die de huisvesting voor het VO (AVO-scholen) sindsdien beheert en uitvoert. De zorg voor de huisvesting van de VMBO’s is in handen gelegd van het ROC West-Brabant. Om invulling te geven aan voornoemde zorg ontvangt BB van de gemeente jaarlijks een vergoeding van € 4,1 miljoen (plus de jaarlijkse loon- en prijsindex). Een deel van deze vergoeding wordt door Building Breda doorgesluisd naar het ROC in verband met de zorg voor huisvesting VMBO’s . Aan de doordecentralisatie VO liggen twee strategische documenten ten grondslag: Masterplan ‘Ruimte voor Samen Scholen’; Strategisch Huisvestingsplan. In deze plannen zijn missie, visie en doelstellingen van de schoolbesturen maar ook die van BB vastgelegd. Met de vaststelling van het Masterplan zijn de schoolbesturen VO gekomen tot een structureel samenwerkingsverband. Deze samenwerking richt zich met name op het vermogen om gezamenlijk het onderwijs te innoveren, zodat het blijft voldoen aan de eisen die de sterk veranderende communicatiemaatschappij en de kenniseconomie eraan stellen. Ten behoeve van die innovatie hebben de schoolbesturen in het Masterplan hun ambities ten aanzien van huisvesting en onderwijs(kundige) doelen vastgelegd. In het Strategisch Huisvestingsplan is vervolgens vastgelegd hoe de schoolbesturen deze ambities en onderwijs(kundige) doelen (o.a. verdere profilering per school) willen vertalen in huisvestingsvoorzieningen en op welke termijn dat gebeurt. De formele afspraken inzake doordecentralisatie zijn vastgelegd in overeenkomsten en akten. Deze gaan onder meer over invulling van de zorgplicht voor onderwijshuisvesting, hoogte van de jaarvergoeding en overdracht van het vastgoed. Ook zijn hierin afspraken opgenomen ten aanzien van evaluatie op inhoud en proces. Deze evaluatie vindt eenmaal per vier jaar plaats. Voorafgaand aan de evaluatie is een plan van aanpak gemaakt waarin doel, opzet en werkwijze zijn beschreven. Dit plan van aanpak is in december 2012 door de opdrachtgevers (BB en gemeente Breda) bestuurlijk vastgesteld. Het evaluatie-onderzoek is, in opdracht van eerder genoemde opdrachtgevers, uitgevoerd door BBO/Onderzoek en Informatie. De nadruk van het onderzoek heeft gelegen op het analyseren van de samenwerking die ontstaan is en het proces dat gevolgd is in de afgelopen vier jaar. Op basis van voorliggend eindrapport (dat het proces van het evaluatie-onderzoek en de resultaten hiervan toelicht) worden door betrokken partijen nadere afspraken gemaakt over de volgende jaren van het doordecentralisatieproces. De uitkomsten van het onderzoek worden daarnaast ook betrokken bij het lopende traject doordecentralisatie PO/SO.
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 4 van 14
2. HET EVALUATIEPROCES
2.1 DOEL Bij het evaluatie-onderzoek stond het in beeld brengen van de wijze waarop vanaf 2008 uitvoering is gegeven aan de doordecentralisatie en de wijze waarop is samengewerkt centraal. Het uiteindelijke doel was het opsporen van knelpunten, het aandragen van verbeterpunten en het formuleren van verbetervoorstellen. Qua inhoud is geëvalueerd op de in het Strategisch Huisvestingsplan genoemde doelen: - de basis op orde: binnen 10 jaar beschikt elke VO-school over adequate huisvesting die voldoet aan wet- en regelgeving; - een kleurrijk palet: toewerken naar een kleurrijk palet aan onderwijs waarbij elke VO-school kiest voor eigen accenten. Voor uitsplitsing van bovenstaande doelen in subdoelen en hiervoor ter beschikking staande budgetten zie bijlage 1.
2.2 BETROKKEN PARTIJEN Bij de evaluatie zijn de volgende partijen betrokken: De huisvestingsbedrijven Coöperatieve Vereniging Building Breda en ROC West-Brabant; Gemeente Breda; Schoolbesturen VO (AVO- en VMBO-scholen): * Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Breda; * Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda e.o.; * Stichting Magical Education; * Stichting ROC West-Brabant. Het evaluatie-onderzoek heeft zich voornamelijk gericht op de rol van BB in de huisvesting van AVOscholen. Ook huisvesting van de VMBO-scholen, ondergebracht bij het ROC West-Brabant, maakt onderdeel van de doordecentralisatie VO uit.
2.3 UITVOERING VAN HET ONDERZOEK De evaluatie is in de periode januari tot en met april 2013 uitgevoerd door BBO/Onderzoek en Informatie. De evaluatie is gestart met een schriftelijke enquête (lijst van respondenten zie bijlage 2). De resultaten hiervan zijn met een aantal verdiepingsvragen en stellingen opnieuw aan de respondenten voorgelegd. Tenslotte is een workshop georganiseerd waarin de resultaten van de twee vragenrondes aan de respondenten is voorgelegd, op basis waarvan plenair en in kleine groepen is gediscussieerd. De workshop heeft geresulteerd in meerdere verbetervoorstellen. Uiteindelijk is voorliggend rapport het eindresultaat van het evaluatie-onderzoek.
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 5 van 14
3.
UITKOMSTEN VAN DE EVALUATIE
3.1 PLANNING EN UITVOERING Uit de evaluatie blijkt dat de schoolbesturen tevreden zijn over de resultaten die zijn behaald t.a.v. beide inhoudelijke doelstellingen (de basis op orde; een kleurrijk palet). Werkzaamheden in dit kader zijn grotendeels volgens plan verlopen. Ten aanzien van beide doelstellingen staan echter ook voor de komende jaren nog investeringen op de rails. De schoolbesturen zijn zeer positief over de ontstane intensieve samenwerking tussen de scholen. In de tijd vóór doordecentralisatie waren de schoolbesturen elkaars concurrent, terwijl er nu sprake is van integrale samenwerking en afstemming van belangen. Dit afstemmen van belangen draagt eraan bij dat Breda zich als onderwijsstad kan profileren. Daarnaast zijn de schoolbesturen bijzonder tevreden over de meerwaarde van BB en de investeringen in de schoolgebouwen. Het totale pakket van aanpassingen en nieuwbouw is door BB aanzienlijk versneld, verbeterd en er is meer mogelijk gemaakt voor minder geld. Dit alles met een grote mate van slagvaardigheid. De schoolbesturen zijn ook tevreden over de besteding van de onderhoudsgelden. Deze besteding betreft de vergoeding die de scholen van het Rijk krijgen voor onderhoud. Sinds het moment van doordecentralisatie worden ook deze middelen doorgezet naar BB om hiermee het onderhoud aan de gebouwen te verzorgen. De schoolbesturen die te maken hebben gehad met tussentijdse bijstelling van het Strategisch Huisvestingsplan geven aan dat hierbij rekening is gehouden met hun belangen. Budgetaanpassingen waren vaak nodig om het gevraagde en gewenste niveau van huisvesting te realiseren en behoren tot de beleidsvrijheid van de schoolbesturen en BB. Naar de mening van de schoolbesturen hebben de bijstellingen geen gevolgen voor de risico's op de lange termijn. De gemeentelijke respondenten staan positief tegenover de doordecentralisatie an sich en onderschrijven de impuls van BB voor de realisatie van bouwprojecten binnen het VO en de ontstane goede samenwerking tussen de VO-scholen/schoolbesturen. Het voordeel zit in de gezamenlijke ambities en het afstemmen van plannen. Voordeel voor de schoolbesturen is dat ze nu integraal beleid kunnen voeren op gebied van personeel, materieel, huisvesting en onderwijskundige visie. De gemeente geeft aan dat zij nog niet voldoende is geïnformeerd over de tussentijdse bijstellingen van het Strategisch Huisvestingsplan waardoor zij niet voldoende inzicht had in consequenties en risico's die deze bijstellingen eventueel met zich meebrachten. In de workshop is, in vervolg hierop, nader gediscussieerd over de noodzaak voor de gemeente om op de hoogte te zijn van bijstellingen van plannen en de vraag of dit binnen de rol/verantwoordelijkheid van de gemeente past.
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 6 van 14
3.1.1 Financieringsvraagstuk BB wil voor de voortgang van het investeringsprogramma opnieuw naar de kapitaalmarkt om geld te kunnen lenen. Ten aanzien van een hieraan te koppelen directe of indirecte garantiestelling stelt de gemeente zich terughoudend op. Partijen zijn intensief met elkaar in gesprek om te zoeken naar een oplossing. In afwachting daarvan heeft BB de werkzaamheden voor wat betreft nog te starten projecten geparkeerd. In dit kader blijkt ook dat de in de overeenkomsten en akten gemaakte financieringsafspraken voor meerdere interpretatie vatbaar zijn en verduidelijking behoeven. Hier ligt een verbeterpunt.
3.2 ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN Uit de evaluatie blijkt dat de schoolbesturen en BB tevreden zijn over de wijze waarop zij hun rollen hebben ingevuld en uitgevoerd. Ten aanzien hiervan zijn geen aanpassingen nodig. Ook blijkt dat zowel de gemeente als de schoolbesturen voor de gemeente vooral een rol als subsidieverstrekker, en in verband daarmee een controlerende/toezichthoudende (financiële) taak, zien weggelegd. Aan deze rol is echter tot nu toe op onduidelijke wijze en onvoldoende vorm en invulling gegeven. Met de wetenschap in het achterhoofd dat de gemeente volgens de wet eindverantwoordelijk blijft voor onderwijshuisvesting dient de rol van de gemeente concreter te worden ingevuld dan tot nu toe is gebeurd. In de workshop is hierover goed gediscussieerd en hieraan toegevoegd dat een toezichthouder alleen goed kan functioneren wanneer die voldoende, tijdig en juist geïnformeerd wordt. Ook dit aspect moet concreter ingevuld worden. In de workshop is nogmaals, door alle partijen, benadrukt dat indringender meesturen door de gemeente over de bestedingen niet wenselijk is, de meerwaarde van doordecentralisatie zou daarmee wegvallen. Ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs zijn alle partijen het erover eens dat dit primair thuishoort bij de scholen zelf.
3.3 OVERLEG EN COMMUNICATIE De meeste ambtenaren die destijds betrokken zijn geweest bij het doordecentralisatieproces zijn inmiddels van functie veranderd of niet meer werkzaam bij de gemeente. Gevolg hiervan is dat het voor de huidige bij het proces betrokken ambtenaren moeilijk te beoordelen is waar knelpunten liggen en waar verbetermogelijkheden. Wel is duidelijk dat door het evaluatieproces, het lopende financieringsvraagstuk en het traject voor doordecentralisatie PO/SO de contacten tussen de diverse gemeentelijke afdelingen zijn geïntensiveerd (met name op het gebied van financiële en juridische aspecten). Hierdoor zal het bij een volgende evaluatie beter mogelijk zijn conclusies te trekken. De schoolbesturen zijn uitermate positief over de onderlinge samenwerking, en de samenwerking met BB, die door intensief overleg en communicatie zijn ontstaan. Overleg is constructief en informatief en er is duidelijk sprake van collectief belang dat door allen gevoeld wordt. Afspraken worden steeds duidelijker en leveren steeds meer profijt op (denk bijvoorbeeld aan mantelcontracten). Ook de frequentie van formele overlegmomenten is naar tevredenheid georganiseerd.
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 7 van 14
Echter, uit de evaluatie komt ook naar voren dat overleg en communicatie tussen de gemeente en BB nog voor verbetering vatbaar is en dat de huidige overlegstructuur te vrijblijvend is. Vooralsnog hebben alleen de direct betrokken onderwijshuisvestingsdeskundigen regulier persoonlijk contact met BB. Door het financieringsvraagstuk zijn het laatste jaar ook de contacten tussen BB en de financieel/juridisch deskundigen van de gemeente intensiever geworden. Optimalisatie van communicatie is hiermee, samenhangend met het verbeterpunt ‘concreter invullen toezichthoudende rol gemeente’, een verbeterpunt. Het opstellen van een informatie- en/of communicatieprotocol is hierbij van wezenlijk belang. In de workshop is afgesproken elkaar te zullen helpen met het opstellen van dit protocol en dit door een kleine werkgroep te laten uitwerken. Sinds het moment van doordecentralisatie is er geen ambtelijk overleg meer tussen de gemeente en de VO-scholen. Wel is er een regulier overleg van schoolbesturen PO/VO met de wethouder (BOB – Bestuurlijk Overleg Breda) over de educatieve agenda.
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 8 van 14
4.
VERWACHTINGEN EN VERBETERVOORSTELLEN
De schoolbesturen geven aan dat de verwachtingen die zij hadden bij de totstandkoming van de doordecentralisatie ten aanzien van BB, de onderlinge samenwerking van scholen en de samenwerking tussen beide partijen zijn uitgekomen. Schoolbesturen en BB willen in de toekomst op dezelfde voortvarende manier met elkaar blijven samenwerken waarbij het belang van het onderwijs voor de Bredase jeugd voorop blijft staan. Zolang het financieringsvraagstuk niet is opgelost is de verwachting die de schoolbesturen hadden ten aanzien van de rol van de gemeente niet uitgekomen. Zij ervaren de onzekerheid over de voortgang ten aanzien van het financieringsvraagstuk als belangrijk knelpunt waarvoor op zo kort mogelijke termijn een oplossing dient te komen. De gemeentelijke respondenten geven aan hun verwachtingen nog niet voldoende te zien uitkomen. Ten aanzien van de eigen rol wordt aangegeven dat de doordecentralisatie meer tijd kost dan verwacht. (Dit hangt wel samen met het financieringsvraagstuk.) Ook de onduidelijkheid ten aanzien van rol/verantwoordelijkheid van de gemeente draagt bij aan de ontevredenheid op het gebied van uitgekomen verwachtingen. Zoals eerder genoemd, is het concreter benoemen/invullen van de rol van toezichthouder een verbeterpunt. Ook tijdens de workshop wordt gesproken over de informatie die de gemeente nodig heeft om het toezichthouderschap beter in te vullen. De gedachte gaat hierbij uit naar meer transparante informatie over realisatie van projecten, kaders, tussentijdse wijzigingen in de planvorming etc. Motto hierbij : ‘halen en brengen van informatie’. Door het opzetten van een systeem van monitoring zou hierin voorzien kunnen worden. Hierbij dient informatie vanuit het ROC ook nadrukkelijker betrokken te worden. Daarnaast zal gezocht moeten worden naar een goede structuur van periodiek overleg. Op basis van de in voornoemde hoofdstukken genoemde knelpunten hebben de partijen gezamenlijk de volgende verbetervoorstellen/adviezen geformuleerd:
a. Oplossen van het financieringsvraagstuk, zodat de planning verder uitgevoerd kan worden. b. Oprichten van een kleine werkgroep die de dialoog tussen gemeente, Building Breda en het onderwijsveld gaat voorbereiden. Hierbij zal aandacht gegeven worden aan zaken die uit de evaluatie volgen zoals het aanscherpen van rollen en verantwoordelijkheden, het opstellen van een protocol (financiële) verantwoording en het opzetten van een monitoringsysteem. c.
Werken aan een heldere toelichting van overeenkomsten en akten en nagaan of het nodig is om die formele afspraken op onderdelen te wijzigen c.q. aan te vullen.
d. Verdere uitwerking van de profielen. e. Ervaringen uit de evaluatie Doordecentralisatie VO meenemen in het traject Doordecentralisatie PO/SO.
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 9 van 14
BIJLAGE 1: SPECIFICATIE DOELSTELLINGEN
Doelstelling 1: ‘De basis op orde’: binnen 10 jaar beschikt elke VO-school over adequate huisvesting die voldoet aan wet- en regelgeving. Subdoelstellingen: a) b) c) d) e)
Alle gebouwen in 10 jaar op orde (32,6 miljoen); Het probleem van de noodlokalen is binnen 10 jaar weg (5,3 miljoen); Alle sportvoorzieningen zijn over 10 jaar op orde (5,3 miljoen) en uitgebreid (2,4 miljoen); Alle panden zijn toegankelijk voor gehandicapten (1 miljoen); Alle panden hebben voldoende gebouwspecifieke voorzieningen t.b.v. (sociale) veiligheid.
Het Strategisch Huisvestingsplan geeft een vertaling van voornoemde budgetten naar de verschillende schoollocaties en het geplande startjaar van de werkzaamheden. School OLV Lyceum Stedelijk Gymnasium De Nassau, De la Reijweg De Nassau, Paul Krugerln Markenhage Prisma Graaf Engelbrecht Newmancollege Mencia de Mendoza Orioncollege Nieuwe gymvoorzieningen Toegankelijkheid gehandicapten Sociale veiligheid Totale investeringsbehoefte
Totaal toegekend budget 9.102.000 4.997.250 5.295.750 3.766.000 3.652.000 5.235.400 6.032.000 5.103.000 pm 2.439.705
Indicatief startjaar 2008/2009 2008/2009 2009/2010 2011/2012 2011/2012 2013/2014 2014/2015 2015/2016 pm
1.000.000 1.000.000 € 47.623.105
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 10 van 14
Doelstelling 2: ‘Een kleurrijk palet’: toewerken naar een kleurrijk palet aan onderwijs waarbij elke VO-school kiest voor eigen accenten. Binnen deze doelstelling is gekozen voor een aantal lijnen waaraan budgetten gekoppeld zijn. 1
2
3
4
5
6
Sport en beweging - voldoende sportvoorzieningen - topsportfaciliteiten
€ 3.500.000 € 4.500.000
Design & Technology - goede techniekvoorzieningen - D&T profiel
€ 1.500.000 € 600.000
Onderwijsinnovatie - ruimte voor innovatie - profiel innovatief leren
€ 4.500.000 € 950.000
Internationalisering - ruimte voor internationalisering - videoconferencing - conferenceroom - internationale school School & omgeving - voorzieningen ingezet voor buurt - breed maatschappelijke oriëntatie
€ €
0 275.000 160.000 pm
0 € 1.000.000
Hoogbegaafden - flexibele onderwijsruimten
0
Totale investeringsbehoefte
€ 16.985.000
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 11 van 14
BIJLAGE 2: LIJST VAN RESPONDENTEN Algemene Leden Vergadering
Contactpersoon
Functie
Stichting ROC West-Brabant
De heer A. Kastelein
Voorzitter Raad van Bestuur
Stichting Magical Education Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs West-Brabant Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda e.o.
De heer T. Kloet
Lid bestuur
Mevrouw T. Fuhring-Holzhaus
Voorzitter Raad van Toezicht
De heer C. Clarijs
Voorzitter College van Bestuur
Namens Stichting ROC West-Brabant
De heer A. Kastelein
Voorzitter Raad van Bestuur
Namens Stichting ROC West-Brabant
De heer C. Rijgersberg
Bestuursmanager
Namens Stichting Magical Education
De heer T. Kloet
Lid bestuur
Namens Stichting Magical Education Namens Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs West-Brabant Namens Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs West-Brabant Namens Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda e.o. Namens Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda e.o.
De heer A. Knapen
Lid bestuur
Mevrouw T. Fuhring-Holzhaus
Voorzitter Raad van Toezicht
De heer A. Roobol
Lid Raad van Toezicht
De heer C. Clarijs
Voorzitter College van Bestuur
De heer M. Voeten
Lid Raad van Toezicht
Building Breda
De heer M. Hoefeijzers
Directeur
Building Breda
De heer M. Canjels
Directie Secretaris
Onze Lieve Vrouwe lyceum
De heer C. Clarijs
Rector
De Nassau
De heer R. Martinot
Rector
Orion Lyceum
De heer R. schipperen
Rector
ROC West-Brabant VMBO
De heer T. Flink
Directeur
Newmancollege
De heer R. van Velthoven
Rector
Stedelijk Gymnasium
De heer Stijngaard
Rector
Graaf Engelbrecht
De heer P. Gransbergen
Rector a.i.
Mencia de Mendoza
De heer G. Olthof
Rector
Markenhage College
De heer E. Boerhout
Rector
Michaël College
De heer R. van der Meijden
Rector
Onze Lieve Vrouwe lyceum
De heer F. van der Zalm
Conrector
De Nassau
De heer R. Kotylak
Conrector
Newmancollege
De heer H. van Hove
Conrector
Bestuur
Directie
Rectoren
Conrectoren huisvesting
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 12 van 14
Stedelijk Gymnasium
De heer B. Moons
Conrector
Graaf Engelbrecht
De heer J. Schoemaker
Conrector
Mencia de Mendoza
De heer T. Dams
Conrector
Markenhage College
De heer R. Joosen
Conrector
Gemeente J. Veuger
Teamleider Financiën en Subsidiebureau
R.M. Hoogzaad
Onderwijshuisvesting
C.J.D. Frankevyle
Onderwijshuisvesting
A. van der Veer
Juridisch adviseur
A.J.M. van Esch N. Gooijers
Financieel adviseur Treasury Afdelingshoofd Economische zaken, Cultuur en Onderwijs
O.A.J.M van den Berg
Vastgoedbeheer
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Pagina 13 van 14
BIJLAGE 3: DEELNEMERS WORKSHOP
Voornaam Ton Eric Mark Cor Jos van Carlo Nadine Max Rob H. van Toon Ella Rob Rob Bertie Hetty Gerard Kees R. Jan Kees Anouk Marion Marcel Frits Marion Martin
Achternaam Smulders Boerhout Canjels Clarijs Esch Frankevyle Gooijers Hoefeijzers Hoogzaad Hove Kloet Van de Klundert Martinot Van der Meijden Moons Mulder Olthof Rijgersberg Schipperen Schoemaker Van Steen Van der Veer Verleg Voeten Van der Zalm Verleg Van de Wiel
Functie Dagvoorzitter Rector Directie Secretaris Rector Medewerker Garantstelling Medew. Onderwijshuisvesting Afdelingshoofd ECO Directeur Medew. Onderwijshuisvesting Conrector Lid bestuur Medew. Onderwijshuisvesting Rector Rector Conrector Rector Rector Bestuursmanager Rector Conrector Vestigingsdirecteur Juridisch Adviseur Adviseur onderzoek Raad van Toezicht Conrector Onderzoek en Informatie Onderzoek en Informatie
Eindrapport evaluatie Doordecentralisatie Voorgezet Onderwijs, mei 2013
Organisatie Ton Smulders Productie Markenhage College Building Breda Onze Lieve Vrouwe lyceum Gemeente Breda Gemeente Breda Gemeente Breda Building Breda Gemeente Breda Newmancollege Stichting Magical Education Gemeente Breda De Nassau Michaël College Stedelijk Gymnasium Stedelijk Gymnasium Mencia de Mendoza Stichting ROC West-Brabant Orion Lyceum Graaf Engelbrecht Scala Gemeente Breda Gemeente Breda St Katholiek VO Breda e.o. Onze Lieve Vrouwe lyceum Gemeente Breda Gemeente Breda
Pagina 14 van 14