EVALUATIE SALDUZ WET Eindrapport: Bijlagen
Hildegard PENNE (sponsor) An RAES (projectleider) Saaske DE KEULENAER Ariane DELADRIERE Marie FRANSSENS Emilie DEVEUX Kris DECRAMER Salih SIVRI 15 februari 2013
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
Service de la Politique criminelle
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
BIJLAGE 1: VRAGENLIJST INTERVIEWS VERDACHTEN
Richtlijnen voor het interview: -
-
-
We zijn medewerkers van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, dit is een dienst die de minister van Justitie ondersteunt bij het uitwerken van haar beleid. We evalueren nu de Salduz-wet, die aan verdachten een aantal rechten toekent waaronder het recht op bijstand van een advocaat. We hadden u graag enkele vragen gesteld over de toepassing van deze rechten. We gaan met u dus niet in op de feiten of de omstandigheden van uw zaak. Met onze vragen willen we wel uw mening kennen over de aan u toegekende rechten. We zouden graag een opname maken van het interview enkel om het gemakkelijker te kunnen verwerken. Uw antwoorden worden vertrouwelijk en anoniem verwerkt en worden enkel in het kader van deze evaluatie gebruikt.
VERDACHTEN VAN HUN VRIJHEID BEROOFD (CAT IV) Verklaring van rechten 1. Voor de aanvang van het eerste verhoor door de politie/het parket/de onderzoeksrechter ontving u een document, de zogenaamde “verklaring van uw rechten”, met de lijst van rechten waarvan u kan genieten: - Wat heeft u hiervan onthouden (welke rechten)? - Vindt u dit document voldoende duidelijk? Leg uit. - Was dit beschikbaar in uw taal? Of heeft een tolk het document moeten vertalen?
Formulier kosteloze rechtsbijstand 2. In de verklaring van rechten wordt melding gemaakt van een formulier met de voorwaarden voor kosteloze juridische bijstand: - Heeft u aan de politie het formulier opgevraagd? - Zo ja, vindt u dit formulier voldoende duidelijk? Leg uit. Heeft u verdere toelichting gevraagd aan uw advocaat of aan de politie? - Zo neen, waarom heeft u het formulier niet opgevraagd?
Inlichten vertrouwenspersoon 3. Wanneer u van uw vrijheid bent benomen door de politie, heeft u recht een vertrouwenspersoon te laten inlichten van uw arrestatie: - Heeft u aan de politie gevraagd om een vertrouwenspersoon in te lichten? - Zo ja, vond u het nuttig, waarom wel/niet? Zou u in de toekomst opnieuw gebruik maken van dit recht, waarom wel/niet? - Zo neen, waarom heeft u geen gebruik gemaakt van dit recht?
Medische bijstand 4. Wanneer u van uw vrijheid bent benomen door de politie, heeft u, indien nodig, recht op kosteloze medische bijstand of mag u vragen dat een arts van uw keuze u onderzoekt op uw eigen kosten: - Heeft u nood gehad aan medische bijstand en aan de politie gevraagd om te zorgen voor medische bijstand? Heeft u een arts van uw keuze gevraagd? - Zo ja, hoe heeft u de medische bijstand ervaren? - Indien u een arts van uw keuze heeft gevraagd, vond u dit nuttig? Waarom wel/niet?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
Beknopte mededeling van de feiten 5. Voor de aanvang van het verhoor door de politie/het parket/de onderzoeksrechter heeft u recht beknopt informatie te krijgen over de feiten waarover u zal worden verhoord: - Heeft u voor het begin van het verhoor deze beknopte mededeling van de feiten gekregen? - Zo ja, vond u het nuttig? Waarom wel/niet? - Zo neen, waarom heeft u deze mededeling niet gekregen?
Voorafgaand vertrouwelijk overleg met een advocaat 6. Voor het eerste verhoor door de politie/het parket/de onderzoeksrechter heeft u recht op een vertrouwelijk overleg met een advocaat: - Heeft u voor het begin van het verhoor een overleg gehad met een advocaat? INDIEN JA: - Heeft u eerst overwogen om afstand te doen van het overleg? Heeft u vervolgens een telefonisch afstandscontact gehad met de permanentiedienst van de balie? Waarom opteerde u na dit telefonisch afstandscontact dan toch nog voor een overleg met een advocaat? - Op welke wijze heeft het overleg met de advocaat plaatsgevonden: telefonisch of ter plaatse? - Hoe heeft u het vertrouwelijk overleg met de advocaat ervaren? - Vond u het overleg nuttig, waarom wel/niet? Zou u in de toekomst opnieuw gebruik maken van dit recht, waarom wel/niet? INDIEN NEEN: - Heeft u een telefonisch afstandscontact gehad met de permanentiedienst van de balie? Hoe heeft u dit ervaren? Vond u het nuttig, waarom wel/niet? - Waarom heeft u beslist om afstand te doen van uw recht op een vertrouwelijk overleg met een advocaat?
Bijstand tijdens het verhoor van een advocaat 7. U hebt recht op de bijstand van een advocaat tijdens het verhoor: - Heeft u bijstand van een advocaat gehad tijdens het verhoor? INDIEN JA: - Hoe heeft u deze bijstand ervaren? - Vond u de bijstand nuttig, waarom wel/niet? Zou u in de toekomst opnieuw gebruik maken van dit recht, waarom wel/niet? INDIEN NEEN: - Waarom heeft u afstand gedaan van uw recht op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor?
Zwijgrecht 8. U bent erop gewezen dat u het recht heeft om te zwijgen: - Heeft de melding van dit recht u beïnvloed om geen verklaring af te leggen? - Indien u bijstand van een advocaat heeft gehad, heeft deze een invloed gehad op het gebruik van uw zwijgrecht?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
Bijstand van een tolk (indien persoon NL niet als moedertaal heeft) 9. Heeft u de bijstand van een tolk gekregen?: - Hoe heeft u deze bijstand ervaren? - Vond u de bijstand nuttig, waarom wel/niet?
Navolgende verhoren door de politie (na 24 uur) 10. Tijdens de navolgende verhoren is in de wet geen bijstand voorzien van een advocaat (na 24 uur): - Zou u deze bijstand nuttig vinden, waarom wel/niet?
BEDANKT VOOR UW ZEER GEWAARDEERDE MEDEWERKING!
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
4
BIJLAGE 2: VRAGENLIJST MELDPUNTEN SALDUZ In het kader van het derde tussentijds evaluatierapport van de Salduz-wet heeft reeds een uitgebreide bevraging plaatsgevonden van de verschillende betrokken actoren (door middel van een bevraging van de meldpunten, rondetafelgesprekken en interviews). Voor het eindrapport doen we opnieuw een bevraging en ditmaal enkel van de meldpunten. Deze bevraging heeft een dubbel doel. In deel 1 wensen we een zicht te krijgen op mogelijke nieuwe problemen of praktijken die zich voordoen sinds onze vorige bevraging. Het eindrapport zal daarnaast een uitgebreid juridisch luik bevatten zodat we in deel 2 van deze bevraging een zicht willen krijgen op uw mening omtrent mogelijke voorstellen tot aanpassing van de verschillende regelgeving terzake. De bevraging is een uitgebreid document omdat er is gewerkt met tekstvakken (ja/nee kan u aankruisen, de andere tekstvakken bewegen mee als u tekst intypt). In deel 2 zijn we vrij exhaustief naar de voorstellen toe geweest. We wensen namelijk zo goed mogelijk de standpunten van de beroepsgroepen op te lijsten om, indien mogelijk, tot een consensus te komen op de laatste vergadering die in het kader van het eindrapport zal worden belegd met de Stuurgroep en het Overlegforum Salduz. De vragenlijst zal ongetwijfeld ook binnen de beroepsgroepen voor discussie zorgen. Indien het niet mogelijk is om een eenduidig antwoord te geven (ja/nee), dan kan in het tekstvak worden aangegeven dat er verschillende meningen bestaan.
DEEL 1. NIEUWE PROBLEMEN/AANDACHTSPUNTEN EN GOEDE PRAKTIJKEN
Deel 1 omvat dezelfde vragen als bij de vorige bevraging. U dient niet te hernemen wat u vorige keer reeds heeft geantwoord, u dient enkel nog op de vraag te antwoorden indien u nieuwe elementen kan aanbrengen (de verwerking van de vorige antwoorden van uw beroepsgroep de vindt u in het 3 tussentijds evaluatierapport Salduz, www.dsb-spc.be).
1. De Salduz-wet is momenteel tien maanden in werking getreden: Hoe verloopt de toepassing ervan op dit moment?
Hebt u kennis van nieuwe specifieke problemen of moeilijkheden? Ja Nee Zo ja, dewelke?
Hebt u kennis van bepaalde nieuwe goede praktijken? Ja
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
5
Nee Zo ja, dewelke?
2. Net zoals de Salduz-wet zelf, is ook de permanentiedienst van de balie (webapplicatie, callcenter en noodnummer BJB) reeds tien maanden actief: Weet u of zich nog nieuwe problemen of moeilijkheden stellen bij het gebruik van de webapplicatie? Ja Nee Zo ja, dewelke?
Stellen er zich nieuwe problemen inzake de organisatie van de Salduz-permanentie en de beschikbaarheid van advocaten? Ja Nee Zo ja, dewelke?
3. Vertrouwelijk overleg en bijstand advocaat: Hebben zich bij het vertrouwelijk overleg nog nieuwe incidenten voorgedaan met de veiligheid van de advocaat? Ja Nee Zo ja, welke incidenten?
Hebben zich bij het vertrouwelijk overleg nog nieuwe incidenten voorgedaan omdat de vertrouwelijkheid van het overleg niet kon worden gegarandeerd?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
6
Ja Nee Zo ja, welke incidenten?
Zijn er nieuwe incidenten geweest met een advocaat tijdens het verhoor? Ja Nee Zo ja, welke incidenten en hoe werden ze aangepakt?
Hoe verloopt de samenwerking met de tolken? Stellen zich nieuwe problemen rond de samenwerking met de tolken? Ja Nee Zo ja, welke problemen?
4. Impact op interne werking: In welke mate heeft de Salduz-wet een impact op de dagelijkse werking? Hebt u kennis van eventuele nieuwe problemen hieromtrent? Ja Nee Zo ja, welke problemen?
Zijn er reeds belangrijke veranderingen merkbaar ten gevolge van de Salduz-wet (inzake het functioneren van justitie in het algemeen)? Ja Nee
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
7
Zo ja, welke veranderingen zijn merkbaar?
5. Samenwerking met andere actoren: Hoe verloopt de samenwerking met de andere actoren in het kader van de toepassing van de Salduz-wet? Zijn er nieuwe praktijken of problemen te melden? Ja Nee Zo ja, dewelke?
Zijn er structurele overlegmomenten of contacten met de andere actoren die niet in de vorige bevraging werden gemeld? Zo ja, hoe verlopen deze? Ja Nee Zo ja, dewelke?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
8
DEEL 2. VOORSTELLEN VOOR AANPASSING REGELGEVING OF PRAKTIJK
VOORSTELLEN TER AANPASSING VAN SALDUZ WET, RICHTLIJNEN EN PRAKTIJK 1. Begrip verhoor: Moet een definitie van het begrip verhoor worden ingeschreven in de wet? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, hoe moet deze worden gedefinieerd of welke elementen moeten zeker in de definitie worden opgenomen?
2. Mededeling rechten: Uit de praktijkbevraging is gebleken dat er een “overkill aan mededeling van rechten” is. Bent u het hiermee eens? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Indien ja, hoe kan dit volgens u worden vermeden? En op welke wijze en door welke instantie dient de mededeling van rechten dan het best te gebeuren?
3. Inlichten van een vertrouwenspersoon: De wet vermeldt niet expliciet binnen welke termijn de vertrouwenspersoon moet worden ingelicht. Er kan uit de wet wel worden afgeleid dat het om een korte termijn moet gaan. Moet deze termijn worden vastgelegd? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze dient deze termijn te worden omschreven? Dient dit te worden bepaald in de wet of in een omzendbrief?
De praktijk wijst uit dat de politie zelden aan de procureur des Konings / onderzoeksrechter meedeelt dat de verdachte vraagt om een vertrouwenspersoon in te lichten. Hierdoor is het voor de procureur des Konings / onderzoeksrechter moeilijk om een uitstel van deze inlichting te
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
9
gelasten. Vindt u dat de procureur des Konings / onderzoeksrechter systematisch op de hoogte moet worden gebracht van de vraag van de verdachte? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Indien ja, geef tevens aan op welke wijze de procureur des Konings / onderzoeksrechter op de hoogte dienen te worden gebracht?
4. Medische bijstand: Artikel 2bis § 4 Voorlopige Hechteniswet preciseert niet op welk ogenblik het medisch onderzoek van een van zijn vrijheid beroofde persoon moet gebeuren. Lijkt het u aangewezen om dit ogenblik vast te leggen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welk ogenblik dient het onderzoek van de van zijn vrijheid beroofde persoon te gebeuren? Dient dit te worden bepaald in de wet of in een omzendbrief?
Er zijn eveneens vragen gerezen over de draagwijdte van het recht op medische bijstand, met name of het een automatisme betreft dan wel of de verdachte er zelf moet om verzoeken. Is de wet voldoende duidelijk? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo nee, hoe moet de wet dan worden gewijzigd?
Het Comité ter preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing is van mening dat het medisch onderzoek in kader van het recht op medische bijstand buiten het gehoor, en bij voorkeur buiten het zicht van politieambtenaren dient plaats te vinden. Artikel 2 bis § 4 Voorlopige hechteniswet omvat hieromtrent geen concrete bepalingen. Moet worden bepaald op welke wijze deze medische bijstand dient plaats te vinden? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze dient deze medische bijstand plaats te vinden. Dient dit te worden bepaald in de wet of in een omzendbrief?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
10
5. Verplicht telefonisch afstandscontact met de permanentiedienst van de balie: Op het terrein wordt het verplicht telefonisch afstandscontact als een zware regeling gepercipieerd. Vindt u dat het verplicht telefonisch afstandscontact zoals voorzien in artikel 2bis §1 Voorlopige Hechteniswet moet worden gewijzigd of afgeschaft? Ja, wijziging Nee
Ja, afschaffing
Motiveer uw antwoord. Zo ja, in geval van wijziging, op welke wijze moet het verplicht telefonisch afstandscontact worden veranderd?
6. Voorafgaand vertrouwelijk overleg met de advocaat: Vindt u dat het voorafgaand vertrouwelijk overleg tussen de verdachte en de advocaat voornamelijk telefonisch moet worden gehouden, zodat de advocaat niet dadelijk ter plaatse moet komen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet dit in artikel 2bis §1 Voorlopige Hechteniswet worden geregeld?
7. Audiovisuele opname ter controle van het verhoor: Vindt u dat de audiovisuele opname ter controle van het verhoor wettelijk moet worden voorzien als volledig alternatief voor de bijstand van de advocaat tijdens het verhoor door politie / onderzoeksrechter? Of dient de audiovisuele opname wettelijk als bijkomende keuzemogelijkheid te worden voorzien zodat de verdachte ofwel bijstand krijgt tijdens het verhoor, ofwel een audiovisuele opname van het verhoor plaatsvindt, ofwel geen van beide. Ja, volledig alternatief Nee
Ja, bijkomende keuzemogelijkheid
Motiveer uw antwoord. Geef aan op welke wijze dit dan wettelijk dient te worden geregeld. Wie moet kunnen bepalen waar de interventie van de advocaat het meest is aangewezen: de verdachte, de advocaat of beiden in samenspraak?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
11
Indien de verdachte de bijstand van de advocaat tijdens het verhoor wil en geen advocaat wordt gevonden, dient de audiovisuele opname ter controle van het verhoor dan verplicht te worden gesteld in de wet? Ja Nee Motiveer uw antwoord.
Moet de audiovisuele opname ter controle van het verhoor sowieso verplicht worden gemaakt voor (alle of welbepaalde) verhoren? Ja, alle verhoren Nee
Ja, enkel welbepaalde verhoren
Motiveer uw antwoord. Zo ja, voor welke verhoren dient dit verplicht te gebeuren? En op welke wijze dient dit te gebeuren?
De audiovisuele of auditieve opname van het verhoor als bewijsmiddel is wettelijk geregeld in artikel 112ter Sv. Dit wordt als een zware regeling beschouwd (o.a. op het vlak van de nominatieve aanwijzing van de verhoorder, de uitschrijving van het verhoor en de wijze van bijhouden van de opname). Op welke wijze kan volgens u artikel 112ter Sv. worden aangepast opdat de audiovisuele opname gemakkelijk kan worden gebruikt ter controle van het verhoor?
8. Bijstand van de advocaat tijdens het verhoor: De tussenkomst van de advocaat is omschreven in artikel 2bis §2 Voorlopige Hechteniswet. Moet de advocaat volgens u een meer actieve rol krijgen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Waaruit moet deze actievere rol volgens u bestaan, op welke wijze moet dit worden omschreven in de wet?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
12
De geheimhoudingsplicht van de advocaat, zoals omschreven in artikel 47 §7 Sv., zou strict gezien enkel betrekking hebben op verhoren van verdachten die van hun vrijheid zijn benomen. Moet deze bepaling een meer algemene draagwijdte krijgen? Ja Nee Motiveer uw antwoord.
Met het oog op een eventuele rationalisering van de bijstand van de advocaat en gezien de mogelijke impact van de bijstand van de advocaat op de aanhoudingsbevelen en de vrijheid onder voorwaarden, vindt u dat de advocaat vooral bij het verhoor door de onderzoeksrechter bijstand moet verlenen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, dienen hiertoe bepaalde voorwaarden te zijn vervuld met het (bv. aanwezigheid van het parket, afschrift van het PV van verhoor van de politie voorzien voor de advocaat)?
9. Zwijgrecht: Mag tijdens het verhoor door de politie / onderzoeksrechter / procureur des Konings nog verder worden doorgevraagd wanneer de verdachte eerder heeft aangegeven zich te beroepen op zijn zwijgrecht? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Indien ja, is er nood aan een richtlijn hierover? Op welke wijze moet dit worden omschreven?
10. Plaats en tijdstip van de verhoren:
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
13
Moet volgens u meer worden gestreefd naar het centraliseren van de plaats van de verhoren? Ja Nee Motiveer uw antwoord, Zo ja, hoe kan dit volgens u worden gerealiseerd?
Moet volgens u meer worden gestreefd naar het zo veel mogelijk afnemen van verhoren overdag? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, hoe kan dit volgens u worden gerealiseerd?
11. Problematiek van minderjarigen: In het geval van een minderjarige verdachte is niet gepreciseerd aan wie de uitnodiging bij een verhoor van categorie III moet worden verstuurd: de ouders of de minderjarige verdachte zelf. Moet dit volgens u worden gespecificeerd in de COL 12/2011 m.b.t. minderjarigen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet dit worden omschreven?
Er is evenmin gespecificeerd of de politie effectief moet vragen of de minderjarige verdachte van categorie III die werd uitgenodigd een advocaat heeft geraadpleegd. Moet dit volgens u worden gespecificeerd in de COL 12/2011 m.b.t. minderjarigen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet dit worden omschreven?
Minderjarige verdachten kunnen geen afstand doen van de bijstand van de advocaat. Vindt u dat wettelijk moet worden voorzien dat minderjarige verdachten bij het politieverhoor toch afstand kunnen doen van de bijstand van de advocaat?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
14
Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet deze afstand worden geregeld (bv. vanaf een bepaalde leeftijd)?
Bent u van mening dat minderjarige verdachten vooral moeten worden bijgestaan door jeugdadvocaten? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze kan deze bijstand door jeugdadvocaten zo veel als mogelijk worden gegarandeerd?
Bij het audiovisueel verhoor van minderjarige slachtoffers of getuigen moet verplicht de mededeling van de feiten worden verricht, zoals voorzien in artikel 47bis §1 Sv., wat op gespannen voet staat met de richtlijn van het niet stellen van suggestieve vragen. Moet er een uitzondering worden voorzien op artikel 47bis §1 Sv. in het geval van een audiovisueel verhoor van minderjarige slachtoffers of getuigen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet dit worden geregeld?
12. Plaatsbezoek met het oog op de reconstructie van de feiten: De term “vergezellen” (door de verdachte, de burgerlijke partij en hun advocaten) bij het plaatsbezoek met het oog op een reconstructie van de feiten is algemeen geformuleerd in artikel 62 Sv. en voor interpretatie vatbaar. Moet de rol die de advocaat bij de wedersamenstelling mag spelen nader worden gespecificeerd in artikel 62 Sv.? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, hoe zou de term “vergezellen” nader moeten worden omschreven?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
15
De wetgever heeft in het geval van een reconstructie van de feiten niet voorzien in uitzonderingsmogelijkheden, zoals bij het recht op een voorafgaand vertrouwelijk overleg en het recht op de bijstand van een advocaat bij het verhoor van een aangehouden verdachte (waar telkens een afwijking mogelijk is “in het licht van de bijzondere omstandigheden van de zaak en voor zover er dwingende redenen zijn”). Nochtans kunnen confrontaties tussen de verdachte en slachtoffers bij een reconstructie aanleiding geven tot incidenten. Moeten er volgens u bij een reconstructie van de feiten uitzonderingen worden voorzien omwille van veiligheidsredenen? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, hoe moeten deze uitzonderingen in artikel 62 Sv. worden omschreven?
In artikel 62 Sv. is niet expliciet vermeld dat de verdachte of de burgerlijke partij kan afzien van het recht aanwezig te zijn op de reconstructie, dan wel van het recht daarbij te worden vergezeld van een advocaat. Moet volgens u in artikel 62 Sv. worden geëxpliciteerd dat de verdachte of de burgerlijke partij kunnen afzien van het recht aanwezig te zijn op de reconstructie en van het recht om te worden vergezeld van een advocaat? Ja Nee Motiveer uw antwoord.
In artikel 62 Sv. is niet aangegeven of de partijen vooraf inzage krijgen in het dossier en binnen welke termijn ze moeten worden opgeroepen voor de wedersamenstelling. Moet volgens u in artikel 62 Sv. worden vermeld binnen welke termijn de partijen moeten worden opgeroepen en of ze automatisch voorafgaandelijk inzage krijgen in het dossier? Ja, voor termijn oproeping Nee
Ja, voor inzage in dossier
Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet dit worden geregeld?
In artikel 62 Sv. is geen sanctie voorzien indien de onderzoeksrechter zich niet heeft laten vergezellen door de verdachte, de burgerlijke partij en hun advocaten. Moet volgens u een sanctie
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
16
worden ingeschreven in art. 62 Sv. indien de onderzoeksrechter zich niet heeft laten vergezellen door deze partijen en hun advocaten? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, welke sanctie is volgens u aangewezen?
13. Bevel tot verlenging: Het bevel tot verlenging kan niet worden uitgevaardigd in het kader van een mini-instructie en wordt beschouwd als een sui generis-rechtsfiguur. Deze opvatting is evenwel niet expliciet in de wetgeving ingeschreven. Moet volgens u de regeling aangaande de mini-instructie worden verduidelijkt door expliciet in artikel 28septies Sv. in te schrijven of een bevel tot verlenging al dan niet kan worden gevorderd bij mini-instructie? Ja Nee Motiveer uw antwoord.
Moet het bevel tot verlenging worden hervormd? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet het bevel tot verlenging worden aangepast?
14. Sanctieregeling: Is het toepassingsgebied van de sanctieregeling, zoals omschreven in artikel 47bis §6 Sv., voldoende duidelijk? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo nee, op welke wijze moet de sanctieregeling worden verduidelijkt?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
17
Moet de sanctieregeling worden aangepast? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze moet de sanctieregeling worden aangepast?
VOORSTELLEN VOOR REGELING IN RICHTLIJNEN 15. Andere praktijken: Zijn er nog andere praktijken (die hierboven of in het derde tussentijds evaluatierapport van de Salduz-wet nog niet aan bod zijn gekomen) die dienen te worden geregeld of geüniformiseerd in een richtlijn. Ja Nee Zo ja, som deze op en geef aan waarom er een regeling dient te worden uitgewerkt?
VOORSTELLEN TER AANPASSING VAN ANDERE GERELATEERDE WETGEVING 16. Tolken: De EU-richtlijn van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling moet worden omgezet in de Belgische wetgeving, meer bepaald moet het volgende worden voorzien: Een procedure of mechanisme moet worden ingesteld om te controleren of de verdachte de taal van de strafprocedure spreekt en verstaat en of hij de bijstand van een tolk nodig heeft (artikel 2 lid 4). Waaruit zou dergelijke procedure of mechanisme volgens u kunnen bestaan?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
18
De verdachte moet het recht hebben om een besluit aan te vechten waarbij wordt vastgesteld dat er geen vertolking nodig is en, wanneer vertolking is verstrekt, de mogelijkheid heeft om een klacht te formuleren omdat de kwaliteit hiervan onvoldoende is om het eerlijke verloop van de procedure te garanderen (artikel 2 lid 5). Hoe kan dit recht concreet worden geregeld?
Maatregelen moeten worden getroffen om de kwaliteit te garanderen van de verstrekte vertolking en vertaling (artikel 5 lid 1). Welke maatregelen moeten hiervoor worden voorzien?
Om adequate vertolking en vertaling en efficiënte toegang hiertoe te bevorderen, streven de lidstaten naar de instelling van een register of registers van onafhankelijke vertalers en tolken die naar behoren zijn gekwalificeerd (artikel 5 lid 2). Hoe kunnen een register of registers ter beschikking worden gesteld?
Tolken en vertalers moeten de vertrouwelijkheid van de vertolking en vertaling in acht nemen (artikel 5 lid 3). Op welke wijze kan dit worden geregeld?
Overeenkomstig de EU-richtlijn kan voor het tolken gebruik worden gemaakt van communicatietechnologie (zoals videoconferentie, telefoon of het internet) (artikel 2 lid 6). Op welke wijze kan het tolken op afstand worden geregeld?
17. Kosteloze rechtsbijstand: Vindt u dat de financiering van de kosteloze rechtsbijstand moet worden hervormd? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, welke veranderingen zou u doorvoeren in de financiering van de kosteloze rechtsbijstand (bv. staatsadvocaten, invoeren van een soort van remgeld,...)?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
19
Vindt u dat er meer moet worden toegezien op de kwaliteit van de Salduz-advocaten? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Zo ja, op welke wijze kan volgens u de kwaliteit van de Salduz-advocaten beter worden gegarandeerd?
MEER FUNDAMENTELE BIJSTURINGEN VAN ONS RECHTSSYSTEEM 18. Inquisitoir - accusatoir rechtssysteem: Moet volgens u ons inquisitoir rechtssysteem (met geheim van het onderzoek) worden bijgestuurd? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Indien ja, welke bijsturingen zijn volgens u wenselijk? (meer accusatoir tegensprekelijk rechtssysteem / tegensprekelijk inquisitoir rechtssysteem, rol onderzoeksrechter en onderzoeksgerechten,...)
19. Termijn van 24 uur: Moet volgens u worden afgestapt van de arrestatietermijn van 24 uur zoals voorzien in artikel 12 Grondwet? Ja Nee Motiveer uw antwoord. Op welke wijze moet de arrestatietermijn dan worden aangepast (verlenging van de 24 uur, schorsing van de termijn, …)? Hoelang moet de arrestatietermijn dan zijn?
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
20
NIEUWE VEREISTEN VAN EU-RICHTLIJN RECHT OP TOEGANG TOT EEN ADVOCAAT 20. Voorstel richtlijn Europese Unie betreffende het recht op toegang tot een advocaat: In de op til zijnde EU-richtlijn is er sprake om de bijstand van de advocaat uit te breiden naar alle verhoren en onderzoekshandelingen. Wat vindt u van dergelijke uitbreiding? Welke onderzoekshandelingen dienen in aanmerking te komen voor dergelijke uitbreiding?
Indien de op til zijnde EU-richtlijn de bijstand van de advocaat uitbreidt naar alle verhoren en onderzoekshandelingen hoe kan deze bijstand dan het best worden gerealiseerd? Welke van de bovenstaande voorstellen dienen hiertoe prioritair te worden gerealiseerd?
Hebt u nog andere voorstellen om deze bijstand zo optimaal mogelijk te realiseren? Zo ja, kan u deze voorstellen toelichten en motiveren.
ANDERE VOORSTELLEN 21. Nog andere suggesties: Hebt u zelf nog andere suggesties enerzijds tot aanpassing van de Salduz wet, richtlijnen, praktijk of andere gerelateerde wetgeving en anderzijds voor meer fundamentele bijsturingen van ons rechtssysteem? Kan u deze suggesties toelichten en motiveren.
BEDANKT VOOR UW ZEER GEWAARDEERDE MEDEWERKING!
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
21