E-‐learning GGZ Ecademy
Evaluatie e-‐learning modulen en dienstverlening GGZ Ecademy 2014 Januari 2015 Mary van den Wijngaart Rob Witte
www.lokaalcentraal.com
1 / 21
E-‐learning GGZ Ecademy
2 / 21
Voorwoord Voor een actueel zorgaanbod is blijven investeren in kennis en leren van GGz medewerkers van groot belang. Vernieuwingen dienen zich continu aan, het veld is in beweging. Zo krijgen GGz medewerkers te maken met de herziene visie op dwang en drangmaatregelen, de toename van het belang van eigen regie bij de cliënt, vernieuwd beleid bij huiselijk geweld, focus op de nieuwe mogelijkheden van internet en web applicaties en de recente hervormingen in onder meer de jeugd GGz en de bekostiging van het langverblijf. Belangrijke ontwikkelingen die om bij-‐ en nascholing vragen. De ervaring in het veld leerde dat het met name voor de mbo en hbo geschoolde medewerkers lastig was om bij te blijven. Redenen hiervoor zitten onder meer in de druk op de werkvloer, maar zeker ook in het scholingsaanbod en de wijze waarop het aanbod was vormgegeven. Meer dan 30 GGz instellingen hebben de handen ineen geslagen en besloten samen te werken in de coöperatie GGZ Ecademy. De richting die gekozen is past bij het nieuwe leren: e-‐learning. Samen dragen ze bij aan de ontwikkeling van nieuw online leeraanbod en kennisdeling. Het doel is een actueel aanbod waarbij oog is voor de werkdruk en eigen regie van de medewerker. De e-‐learning modulen kunnen namelijk overal en in eigen tempo gevolgd worden. In 2015 breiden de GGz instellingen die samen de coöperatieve vereniging GGZ Ecademy dragen het aanbod uit met blended leertrajecten en HBO+ leeraanbod. Om inzicht te krijgen in de ervaringen, tevredenheid en het gebruik van de producten en diensten van GGZ Ecademy is voor het tweede jaar op rij onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek laat zien dat er een toename in het aantal leden is, een verbetering in de implementatie ten opzichte van vorig jaar en we hebben indicatie van een toename in gebruik van de modulen. Ook scoren de modulen gemiddeld een ruime 7. Hieruit kunnen we concluderen dat de doelen gehaald worden: er is actueel e-‐learning aanbod dat daadwerkelijk gebruikt wordt en positief beoordeeld door GGz medewerkers. Continue monitoring van gebruik, tevredenheid en implementatiestatus van het aanbod van GGZ Ecademy blijft ook in de komende jaren van groot belang. We weten immers dat beschikbaarheid van innovatieve producten niet zondermeer leidt tot blijvende implementatie. Ook willen we nog meer en specifieker weten hoe het met het gebruik van de producten en diensten van GGZ Ecademy staat. Daarbij kan onderzoek waarbij een centrale rol is weggelegd voor de gebruikers van het aanbod van GGZ Ecademy (de lidinstellingen!) een belangrijke aanvullende bijdrage leveren aan de geplande nieuwe ontwikkelingen en het up-‐to-‐date houden van het bestaand aanbod. Kortom, voorliggende rapportage geeft belangrijke informatie over de huidige status van het baanbrekende werk van GGZ Ecademy. Wij hebben het onderzoek met genoegen begeleid en samen blijven we met onderzoek investeren in de toekomst van GGZ Ecademy. Januari 2015 Dr. Diana Roeg en Prof. dr. Inge Bongers Wetenschappelijke begeleiding van het onderzoek vanuit GGzE onderzoeksgroep Evidence Based Management van Innovatie, partner in de Academische Werkplaats Geestdrift van Tilburg University, Tranzo
E-‐learning GGZ Ecademy
3 / 21
Inhoudsopgave 1. Inleiding .............................................................................................................................................. 4 1.1 Doel en onderzoeksvragen ........................................................................................................... 4 1.2 Onderzoeksactiviteiten ................................................................................................................ 4 1.3 Leeswijzer ..................................................................................................................................... 6 2. Behoeften aan e-‐learning ................................................................................................................... 7 2.1 Behoefte leren in het algemeen ................................................................................................... 7 2.2 Online als leermethode ................................................................................................................ 7 3. Implementatie e-‐learning ................................................................................................................... 8 3.1 Organisatorische implementatie e-‐learning ................................................................................. 8 3.2 Technische implementatie ........................................................................................................... 9 3.3 Ervaringen diensten GGZ Ecademy ............................................................................................ 10 4. Gebruik en evaluatie e-‐learning modulen ........................................................................................ 12 4.1 Gebruik e-‐learning modulen ...................................................................................................... 12 4.2 Evaluatie e-‐learning modulen .................................................................................................... 12 5. Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................... 15 5.1 Conclusies ................................................................................................................................... 15 5.2 Aanbevelingen ............................................................................................................................ 16 Bijlage 1 – E-‐learning modulen GGZ Ecademy ..................................................................................... 18 Bijlage 2 – Vragenlijst organisatorische implementatie ....................................................................... 19 Bijlage 3 – Achtergrondkenmerken respondenten evaluatie modulen ............................................... 21
E-‐learning GGZ Ecademy
4 / 21
1. Inleiding GGZ Ecademy is een coöperatieve vereniging van ruim 30 instellingen1 uit de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg, beschermd wonen en forensische psychiatrie. GGZ Ecademy is opgericht om de ontwikkeling en implementatie van e-‐learning samen op te pakken en in eigen hand te nemen. Doel van GGZ Ecademy is te voorzien in een kwalitatief goed, actueel en betaalbaar opleidingsaanbod voor het bevorderen van de kennis en vaardigheden in de GGZ sector. De activiteiten van GGZ Ecademy richten zich op e-‐learning modulen, blended leertrajecten (start in 2015), toetsing, ondersteuning bij implementatie en kennisdeling. Voor wat betreft de e-‐learning modulen zorgt GGZ Ecademy voor de ontwikkeling en indien nodig voor actualisering van de modulen en voor distributie, beheer en onderhoud. Voor alsnog richten de modulen zich op de doelgroep van mbo en hbo opgeleide zorgprofessionals die werkzaam zijn bij de lidinstellingen. Ieder lidinstelling kan zelf bepalen welke modulen zij afneemt en voor welk deel van haar professionals. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de modulen van GGZ Ecademy (d.d. november 2014). 1.1 Doel en onderzoeksvragen
Er vindt een onderzoek plaats naar de ervaringen met de dienstverlening en e-‐learning modulen van GGZ Ecademy. Doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in (i) de behoefte aan e-‐learning, (ii) de implementatie van e-‐learning bij de lidinstellingen, (iii) de ondersteuning van GGZ Ecademy en (iv) het gebruik en de kwaliteit van de modulen van GGZ Ecademy. Ten aanzien van de implementatie maken we een onderscheid in de organisatorische en de technische implementatie. De organisatorische implementatie betreft de invoering van e-‐learning in het algemeen en de plek die e-‐learning heeft als opleidingsmethodiek binnen de lidinstellingen. De technische implementatie heeft betrekking op het kunnen laten ‘draaien’ van de e-‐learning modulen binnen de afzonderlijke lidinstellingen. Het onderzoek is uitgevoerd door Lokaal Centraal – Expertgroep Maatschappelijke Vraagstukken. En wordt begeleid door de onderzoeksgroep Evidence Based Management van Innovatie van GGzE. We onderscheiden de volgende onderzoeksvragen: a) Is er bekendheid met en behoefte aan e-‐learning bij medewerkers binnen de GGZ? b) Hoe verloopt de implementatie – organisatorisch en technisch -‐ van e-‐learning bij de lidinstellingen van GGZ Ecademy? c) Wat zijn de ervaringen met de activiteiten en ondersteuning van GGZ Ecademy? d) Wat is het gebruik van de e-‐learning modulen van GGZ Ecademy door de medewerkers van de lidinstellingen? e) Hoe worden de modulen van de GGZ Ecademy beoordeeld door cursisten? 1.2 Onderzoeksactiviteiten
Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden zijn de volgende onderzoeksactiviteiten verricht: 1
Het aantal instellingen kan variëren doordat lidinstellingen op ieder moment kunnen uit-‐ en instromen. Ten tijde van het onderzoek (november – december 2014) waren 35 instellingen lid van GGZ Ecademy. Vier hiervan zeer recent.
E-‐learning GGZ Ecademy
5 / 21
Behoeftenonderzoek Voor het verkrijgen van een beeld van de behoefte aan e-‐learning onder medewerkers binnen de GGZ (onderzoeksvraag a) maken we gebruik van de resultaten van de Online Trainingen Monitor 2014. Dit onderzoek is uitgevoerd door Markteffect BV in opdracht van GoodHabitz2. De monitor brengt de behoefte aan leren in het algemeen en aan online trainingen in kaart. Het onderzoek is uitgevoerd onder 1.012 respondenten in de leeftijd van 25 t/m 55 jaar met een afgeronde vmbo-‐, mbo-‐, havo-‐, vwo-‐, hbo-‐ of wo-‐opleiding. De resultaten zijn representatief voor een groot deel van de Nederlandse beroepsbevolking. Aan het onderzoek heeft ook een aantal medewerkers uit de GGZ meegedaan. Dit aantal is echter te klein om representatief te zijn voor de gehele populatie van GGZ professionals. Uit een voorlopige analyse blijkt overigens dat de resultaten specifiek van de GGZ-‐medewerkers niet afwijken van het landelijk beeld. Om deze redenen beschrijven we in deze rapportage uitsluitend de landelijke resultaten die betrekking hebben op de Nederlandse beroepsbevolking in het algemeen. Implementatie e-‐learning Zoals gezegd heeft de implementatie enerzijds betrekking op de organisatorische invoering van e-‐ learning in het algemeen bij de lidinstellingen van GGZ Ecademy. En anderzijds op de technische implementatie van de e-‐learning modulen van GGZ Ecademy binnen de lidinstellingen (onderzoeksvraag b). Om meer zicht te krijgen op de organisatorische implementatie is er een korte vragenlijst ontwikkeld over de wijze waarop e-‐learning is ingevoerd in de diverse organisaties. Het betreft enkele vragen die onder meer ingaan op implementatiefase e-‐learning, stimuleren e-‐ learning door leidinggevenden, centraal beleid voor e-‐learning en wijze waarop e-‐learning wordt ingezet. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 2. De vragenlijst is uitgezet bij een bijeenkomst van de klankbordgroep waarin de lidinstellingen zijn vertegenwoordig (d.d. 26 november 2014). De leden van de klankbordgroep hebben de vragen ter plekke beantwoord en de lijst weer meegegeven aan een medewerker van GGZ Ecademy. De vragenlijst is door 25 leden ingevuld3. De technische implementatie is gemonitord door een medewerker van GGZ Ecademy. Deze persoon heeft in de periode april – juli 2014 28 lidinstellingen4 bezocht om in een vraaggesprek na te gaan wat hun ervaringen zijn met de technische kant van het verhaal: het kunnen laten ‘ draaien’ van de e-‐learning modulen binnen hun eigen instelling. De vragen hebben onder meer betrekking op het leermanagementsysteem, infrastructuur, versiebeheer, problemen en interne helpdesk. Ook zijn vragen aan bod gekomen die meer ingaan op de organisatorische implementatie zoals draagvlak voor e-‐learning, faciliteiten vanuit de organisatie en fase implementatie. De antwoorden op de vragen zijn door de betreffende medewerker samengevat en opgenomen in een Excel-‐bestand. De onderzoekers hebben deze bevindingen verwerkt. Verder is zowel in de vragenlijst over de organisatorische implementatie als tijdens het vraaggesprek over de technische implementatie aandacht besteed aan de ervaringen van de lidinstellingen met de ondersteuning en dienstverlening van GGZ Ecademy (onderzoeksvraag c). 2
Linda en Mark leren liever online! De leerbehoeften van de Nederlandse consument onder de loep. 2014, Eindhoven: GoodHabitz. 3 In totaal bestaat de klankbordgroep uit 35 leden van de lidinstellingen. Op de bijeenkomst van 26 november waren 27 leden aanwezig. 4 Op dat moment (2e kwartaal 2014) waren er 31 instellingen lid van GGZ Ecademy. Drie instellingen wilden geen gesprek omdat zij geen tijd hadden of geen interesse hadden omdat zij – toen -‐ niet of nauwelijks gestart zijn met e-‐learning.
E-‐learning GGZ Ecademy
6 / 21
Gebruiksonderzoek Om een beeld te krijgen van het gebruik van de e-‐learning modulen van GGZ Ecademy (onderzoeksvraag d) is aan de lidinstellingen gevraagd hierover enkele data aan te leveren. Deze data heeft betrekking op het aantal medewerkers dat een of meerdere modulen heeft afgerond, het aantal modulen dat iemand heeft afgerond en van iedere module hoe vaak deze is afgerond. De peildatum voor de data is 1 januari t/m 31 oktober 2014. In november 2014 zijn 35 instellingen lid van GGZ Ecademy. Hiervan zijn vier lidinstellingen zeer recent lid. Zij hebben nog geen modulen geïmplementeerd. Aan hen is dan ook het verzoek om data aan te leveren niet neergelegd. Daarnaast heeft GGZ Ecademy zelf de data aangeleverd van 11 instellingen die in 2014 het beheer van hun leermanagementsysteem bij hen (grotendeels) belegd hebben. De lidinstellingen die het leermanagementsysteem (deels) in eigen beheer hebben, hebben een mail ontvangen (d.d. 24-‐11-‐2014) met daarin het verzoek de benodigde data ter beschikking te stellen. Bij de mail zat een toelichting op het verzoek, een instructie wat betreft het selecteren van de data in Ilias en een Excel-‐bestand waarmee de data kan worden aangeleverd. Om de respons te bevorderen zijn de instellingen in de week daarna gebeld. Vervolgens is nog een reminder (11-‐12-‐ 2104) verstuurd aan 8 instellingen. Vijf hiervan zijn nog na gebeld. Uiteindelijk hebben we van 15 lidinstellingen de data ontvangen. Hiervan heeft één instellingen helaas niet de juiste data op de juiste wijze aangeleverd. Gelet op de deadline van het onderzoek was het niet meer mogelijk om deze instelling alsnog te benaderen voor het correct aanleveren van de data. Op deze wijze kunnen we de data van 25 lidinstellingen daadwerkelijk benutten voor het in kaart brengen van het gebruik van de e-‐learning modulen van GGZ Ecademy. De data van de verschillende lidinstellingen zijn opgenomen in een Excel-‐bestand en vervolgens geanalyseerd om zo een beeld te krijgen van het aantal unieke cursisten en het aantal keer dat een module is gevolgd, in totaal en door een individuele cursist. Evaluatie modulen De e-‐learning modulen van GGZ Ecademy zijn uitgerust met een evaluatietool. Na afloop van een module krijgt iedere cursist een online vragenlijst te zien die ingaat op de module die is gevolgd. Deze gegevens zijn gebruikt om de ervaringen van de cursisten met de e-‐learning modulen in kaart te brengen en na te gaan hoe de modulen worden beoordeeld (onderzoeksvraag e). De evaluatie van de e-‐learning modulen van GGZ Ecademy is gebaseerd op 1.283 ingevulde vragenlijsten in de periode 1 januari 2014 t/m 5 november 2014. In bijlage 3, tabel A zijn de achtergrondkenmerken van de respondenten opgenomen. Zij zijn voornamelijk vrouw (76%), met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar en hebben een hbo niveau 5 (36%) of mbo niveau 4 (25%) opleiding gevolgd. De respondenten vervullen vooral een verpleegkundige functie en hebben gemiddeld 13 jaar ervaring in de GGZ. 1.3 Leeswijzer
De verschillende onderdelen zijn geanalyseerd en verwerkt in de onderhavige rapportage. Hoofdstuk 2 behandelt de behoefte aan leren in het algemeen via online leermethoden. In hoofdstuk 3 gaan we in op de implementatie van e-‐learning en de modulen van GGZ Ecademy binnen de diverse lidinstellingen. Bovendien besteden we hierin ook aandacht aan de ondersteuning die GGZ Ecademy haar lidinstellingen biedt. Hoofdstuk 4 beschrijft het gebruik en de evaluatie van de diverse e-‐ learning modulen van GGZ Ecademy. Tot slot, presenteren we in hoofdstuk 5 de belangrijkste bevindingen van het onderzoek en formuleren we enkele aandachtspunten.
E-‐learning GGZ Ecademy
7 / 21
2. Behoeften aan e-‐learning Zoals gezegd maken we voor het in beeld brengen van de behoefte aan e-‐learning onder medewerkers van de GGZ gebruik van de resultaten van Online Trainingen Monitor 2014 van GoodHabitz (2014). Deze resultaten hebben betrekking op de leerbehoeften van een groot deel van de Nederlandse beroepsbevolking. 2.1 Behoefte leren in het algemeen
Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste Nederlanders (80%) het (zeer) belangrijk vinden om te leren. Men wil graag leren om zo vaardigheden te ontwikkelen en kennis op te doen. Met name de jongere generatie (25 – 45 jaar) wil blijven werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Zij vinden leren in het algemeen vaker belangrijk dan mensen van 45 – 55 jaar. De verantwoordelijkheid voor de persoonlijke ontwikkeling en leertrajecten wordt vooral bij zichzelf gelegd. Het merendeel van de respondenten leert in eigen tijd; uitsluitend (32%) of in combinatie met leren onder werktijd (44%). Slecht een klein deel (6%) leert uitsluitend in de ‘baas zijn tijd’ en 18 procent leert helemaal niet. Wel is men van mening dat de werkgever de financiering van een leertraject deels (32%) of geheel (32%) voor rekening mag nemen. 2.2 Online als leermethode
Aan de respondenten is gevraagd hoe zij in het verleden geleerd hebben, wat ze nu de prettigste leermethode vinden en waar volgens hen de toekomst ligt. Er is sprake van een duidelijk verschuiving in leermethoden te zien. Voorheen bestond de top 3 uit klassikaal leren (87%), in de praktijk (65%) en boeken (65%). Anno 2014 is de top 3: in de praktijk, online en klassikaal. En voor de toekomst is de verwachting dat men leert via de praktijk (50%), online (50%) en blended leertrajecten (35%). Klassikaal onderwijs komt dan niet meer voor in de top 3 en maakt haast een vrije val van 87 procent (verleden) naar 25 procent (toekomst). Daar staat tegenover dat online methoden sterk aan populariteit winnen. Bovendien geeft bijna een derde van de respondenten aan interesse te hebben in een abonnement voor het onbeperkt kunnen volgen van werkgerelateerde online trainingen. Dit geldt vooral voor het wat jongere deel van de beroepsbevolking van 25 tot 35 jaar. Wanneer gevraagd wordt naar de eerste gedachte die opkomt bij het horen van online trainingen komen vooral associaties naar voren zoals: eigen tijd indelen, eigen tempo, zelfdiscipline en makkelijk. Onpersoonlijke wordt ook regelmatig genoemd. Redenen om een online training te volgen zijn met name: interessant, ontwikkeling, kennis, persoonlijke ontwikkeling en makkelijk. Kortom, Er bestaat onder de Nederlandse beroepsbevolking van 25 t/m 55 jaar met minimaal een vmbo-‐ opleiding een duidelijke behoefte aan e-‐learning en deze behoefte groeit. Vooral vanwege de flexibiliteit die e-‐learning biedt. Deze trend wordt bevestigd door de resultaten van een behoeftepeiling in 2013 onder 202 medewerkers van 5 lidinstellingen van GGZ Ecademy. Ook hierin komt een duidelijke behoefte aan bij-‐ en nascholing (89%) naar voren. Cursussen en trainingen hebben nog een sterke voorkeur als leermethode. Toch kiest al bijna de helft het liefst voor e-‐ learning. Dit komt overeen met het beeld van de Online Trainingen Monitor.
E-‐learning GGZ Ecademy
8 / 21
3. Implementatie e-‐learning 3.1 Organisatorische implementatie e-‐learning
Op basis van de vraaggesprekken over de technische implementatie bij de lidinstellingen is een inschatting gemaakt van de fase waarin zij zich – in het tweede kwartaal van 2014 -‐ bevinden als het gaat om de invoering van e-‐learning binnen de eigen organisatie (tabel 1). We zien dat een enkele organisatie nog in de startfase zit waarin men zich oriënteert op e-‐learning. Het merendeel is bezig met het aanbieden van modulen. Hetzij vanuit een pilotsituatie (39%), hetzij vanuit een groeifase (42%). Ongeveer 1 op de 6 lidinstellingen vormt een koploper en bevindt zich in een fase van consolidatie. Tabel 1 – Implementatiefase (n=28) Fase 1 -‐ startfase: oriënteren, mensen enthousiasmeren, systeem inrichten Fase 2 -‐ pilotfase: modulen worden aangeboden ter kennismaking, randvoorwaarden nog niet duidelijk Fase 3 -‐ groeifase: diverse modulen worden actief ingezet, randvoorwaarden beginnen duidelijk te worden, aantallen nemen toe Fase 4 -‐ consolidatiefase: e-‐learning wordt breed ingezet in het complexe opleidingsaanbod
% 3 39 42 16
Ook aan de leden van de klankbordgroep (n=25) is gevraagd waar hun eigen organisatie staat als het gaat om de implementatie van e-‐learning (tabel 2). Ook daarin zien we dat de meeste lidinstellingen bezig zijn met het actief aanbieden van e-‐learning modulen. Het vaakst is e-‐learning beschikbaar voor alle medewerkers (44%) en wordt het gebruikt door een groot deel van de medewerkers (36%). Tabel 2 -‐ Waar staat uw organisatie mbt implementatie van e-‐learning* (n=25) -‐ Wij doen helemaal niets met e-‐learning -‐ Wij zijn voorbereidingen aan het treffen -‐ Er draait een pilot -‐ Wij bieden modulen ter kennismaking aan -‐ E-‐learning is beschikbaar voor een selecte groep medewerkers -‐ E-‐learning is beschikbaar voor alle medewerkers -‐ E-‐learning wordt daadwerkelijk gebruikt door ‘ early adapters’ -‐ E-‐learning wordt gebruikt door een groot deel medewerkers * Meerdere antwoorden waren mogelijk. Hierdoor telt het percentage hoger op dan 100%.
% 0 16 12 16 24 44 20 36
Uit de vraaggesprekken over de technische implementatie blijkt dat er bij ongeveer de helft van de GGZ-‐instellingen voldoende draagvlak is voor e-‐learning. E-‐learning staat op de agenda, er is voldoende budget en tijd beschikbaar en/of het belang van e-‐learning is doorgesijpeld in alle lagen van de organisatie. Eveneens bij ongeveer de helft moet er echter nog wel veel gebeuren om e-‐ learning echt ingebed te krijgen in de organisatie. Op bestuurlijk niveau is er dan wel draagvlak maar stokt het bij de uitvoering, e-‐learning kent geen prioriteit, leidinggevenden hebben koudwatervrees en/of de middelen zijn ontoereikend. Bij veel instellingen is het systeem geheel ingericht en nu moeten de medewerkers er echt mee aan de slag. Dit vraagt onder meer om een PR-‐campagne waarbij specifiek aandacht is voor medewerkers met weerstand en/of beperkte computervaardigheden. Bij veel instellingen ontbreekt echter de tijd of capaciteit om dit goed op poten te zetten. Bij bijna de helft van de lidinstellingen is er, volgens de leden van de klankbordgroep, op centraal niveau specifiek beleid opgesteld met betrekking tot e-‐learning. Bij een derde is een dergelijk beleid
E-‐learning GGZ Ecademy
9 / 21
in ontwikkeling en een op de vijf heeft geen beleid opgesteld. De vraaggesprekken over de technische implementatie laten zien dat de gedachten over toetsen, accreditatiepunten en certificaten in relatie tot e-‐learning nog niet zijn uitgekristalliseerd. Op zich is er interesse maar over het hoe en wat – enkele uitzonderingen daargelaten – is nog niet nagedacht. Daar is men ook nog niet aan toe. Er is een divers beeld ten aanzien van het actief stimuleren van e-‐learning door de direct leidinggevende. Een derde van de klankbordgroep leden geeft aan dat e-‐learning in de eigen organisatie actief wordt gestimuleerd door de direct leidinggevenden, bij bijna 40 procent is dan niet het geval en 30 procent is het niet eens en niet oneens met de vraag. Een mogelijkheid om e-‐ learning te stimuleren is het vergoeden van de tijd die werknemers kwijt zijn met e-‐learning. Dan blijkt uit de vraaggesprekken over de technische implementatie dat instellingen hier eveneens heel divers mee omgaan. De meesten (37%) vergoeden de tijd niet, bij een kwart wordt het op de afdeling of met de leidinggevende geregeld, een op de vijf instellingen vergoedt de tijd van verplichte modulen en een deel (16%) moet nog bepalen welk beleid zij daar op gaan voeren. E-‐learning kan op diverse wijzen worden ingezet en benut. Uit de vragenlijst onder de klankbordgroep blijkt dat in de (overgrote) meerderheid van de lidinstellingen e-‐learning wordt aangeboden aan alle medewerkers, kunnen medewerkers thuis de modulen volgen en zijn een of meerdere modulen ingebed in blended trajecten (tabel 3). Rond de 40 procent van de lidinstellingen heeft het ingebed in het inwerkprogramma van nieuwe medewerkers en/of is een communicatieplan opgesteld. Tabel 3 -‐ Hoe wordt e-‐learning ingezet* (n=25) -‐ Iedereen kan e-‐learning volgen -‐ E-‐learning is verplicht gesteld voor bepaalde doelgroepen -‐ Een/meerdere modulen zijn ingebed in blended trajecten -‐ E-‐learning maakt onderdeel uit van het inwerkprogramma -‐ Er is een communicatieplan opgesteld -‐ Medewerkers kunnen thuis/buiten werktijd modulen volgen -‐ Het trainingsaanbod bestaat grotendeels uit e-‐learning/blended trajecten -‐ In de gesprekken met medewerkers worden afspraken gemaakt over e-‐learning -‐ Anders, nl: e-‐learning moet thuis worden gevolgd * Meerdere antwoorden waren mogelijk. Hierdoor telt het percentage hoger op dan 100%.
% 71 54 83 42 38 96 13 4 4
Verder blijkt uit de vraaggesprekken over de technische implementatie dat instellingen blij zijn dat ze inmiddels verschillende e-‐learning modulen geïmplementeerd hebben. Over bijvoorbeeld andere online leermethoden moet men nu even niet over nadenken. Er worden wel zaken genoemd zoals e-‐ colleges, webinars, social learning, en chatfunctie. Maar dit is toekomstmuziek. Voor de een is dat overigens dichterbij in de tijd dan voor de ander. 3.2 Technische implementatie
Het meest gebruikte leermanagementsysteem is Ilias, versie 4.2.3. 80 Procent van de lidinstellingen heeft dit systeem. Hiervan heeft 55 procent het systeem in eigen beheer en bij 45 procent wordt het systeem beheerd vanuit de GGZ Ecademy. Nagenoeg alle lidinstellingen zijn tevreden over de ondersteuning die zij krijgen van de leverancier van het leermanagementsysteem. Indien er kritiek is, heeft dit betrekking op de slechte service, de lange responsetijden en onvoldoende communicatie. Een kwart van de instellingen heeft plannen om over te stappen op een ander systeem. Het aantal gebruikers dat is aangesloten op het leermanagementsysteem varieert sterk tussen de instellingen en loopt uiteen van 0 – 8000. Dit heeft te maken met het feit dat medio 2014 enkele lidinstellingen
E-‐learning GGZ Ecademy
10 / 21
pas gestart zijn. Daarnaast maken veel instellingen voor al hun medewerkers een account aan waarmee zij kunnen inloggen op het leermanagementsysteem. Hoeveel medewerkers dit vervolgens daadwerkelijk doen en een actieve gebruiker zijn van het leermanagementsysteem is onbekend. Bij driekwart van de instellingen is de infrastructuur binnen de instelling niet geschikt voor e-‐learning met multimediale bestanden. Het gaat hierbij zowel om kleine als om grote instellingen. Men ervaart problemen met het geluid en het afspelen van video’s, er is sprake van een te kleine bandbreedte en het systeem is traag. Soms worden er speciale werkplekken ingericht voor e-‐ learning. In het algemeen kunnen de medewerkers van de lidinstellingen thuis leren en vanuit huis direct inloggen op het leermanagementsysteem. Bij 14 procent is dat mogelijk voor een deel van de medewerkers. In sommige e-‐learning modulen zitten links naar websites. Bij vrijwel alle instellingen is het internet onbeperkt toegankelijk. Sommigen hebben specifieke websites geblokkeerd. Bij thuiswerken hebben medewerkers hier geen last van. Nagenoeg alle instellingen hebben een helpdesk ingericht voor vragen over e-‐learning en het leermanagementsysteem. Bij een ruime meerderheid is dit belegd bij de opleidingsafdeling en bij een minderheid bij de ICT-‐afdeling. Het aantal vragen dat binnenkomt wisselt sterk maar ligt zo tussen de 20 – 60 per week. De vragen richten zich instructie (hoe moet ik het doen?), inlogproblemen en ICT problemen. 3.3 Ervaringen diensten GGZ Ecademy
Uit de vragenlijst onder de klankbordgroep blijkt dat de lidinstellingen tevreden zijn over de dienstverlening en ondersteuning van GGZ Ecademy (grafiek 4). Vooral de modulen worden goed beoordeeld: 88 procent beoordeelt de inhoudelijke kwaliteit als goed en 82 procent vindt dat de modulen goed aansluiten bij de leerbehoeften. Verder is ongeveer twee derde van de lidinstellingen tevreden over de wijze waarop GGZ Ecademy reageert op opmerkingen en terugkoppeling biedt, en over de mate waarin GGZ Ecademy kennisdeling faciliteert. Een aandachtspunt vormt de ondersteuning die GGZ Ecademy biedt bij het verder brengen van e-‐learning in de organisatie. 48 Procent vindt dit voldoende. Grafiek 4 – Ervaringen diensten GGZ Ecademy (n=25) Modulen sluiten goed aan bij leerbehoeqen Inhoudelijke kwaliteit modulen is goed Geeq voldoende informare om module te implementeren Reageert goed op opmerkingen en voldoende terugkoppeling Faciliteert voldoende kennisdeling Ondersteunt voldoende bij verder brengen e-‐learning 0% helemaal eens
eens
20%
niet eens/niet oneens
40%
60%
80%
oneens
helemaal oneens
100% weet niet/nvt
E-‐learning GGZ Ecademy
11 / 21
Uit de vraaggesprekken over de technische implementatie komt ook een positief beeld naar voren wat betreft de ondersteuning van GGZ Ecademy. Aandachtspunten die worden genoemd wat betreft het verbeteren dan wel uitbreiden van het dienstenpakket van GGZ Ecademy, zijn: • Ondersteuning bij het vergroten van het gebruik van e-‐learning; • Bevorderen kennisuitwisseling, zowel vanuit GGZ Ecademy als tussen de lidinstellingen en zowel op praktisch als op strategisch niveau; • Ondersteuning bieden bij PR-‐campagnes door (aanpasbaar) materiaal te ontwikkelen en best practices te delen; • Uitbreiden service rondom accreditatie; • Tijdsdruk verminderen: periodes voor acceptatie zijn vaak kort; • Meer functionaliteit aanbieden in leeromgeving GGZ Ecademy voor lidinstellingen die zich geen eigen leermanagementsysteem kunnen veroorloven; • Verbeteren acceptatieprocedure voor blauwdrukken en modulen: duidelijkere instructies geven en terugkoppeling; • Ondersteunen bij ontwikkelen van blended trajecten. Kortom, Veel instellingen bevinden zich in een fase waarin de implementatie van e-‐learning modulen is voltooid. Het systeem is ingericht, men kan e-‐learning modulen aanbieden en medewerkers kunnen er gebruik van maken. En dat gebeurt ook. Nu is het zaak om groei en/of consolidatie te realiseren. Het inbedden en bestendigen van e-‐learning in het algemeen binnen de organisatie is nog tamelijk beperkt. Hierdoor wordt e-‐learning ook (nog) niet ten volle benut. Daar zijn wel gedachten over en men wil daar de komende tijd aan werken. De toekomst zal uitmaken hoeveel hiervan gerealiseerd kan worden. We zien een duidelijke ontwikkeling ten opzichte van 2013. Begin 2013 zat 20 procent van de lidinstellingen in de startfase. In het tweede kwartaal van 2014 is dat nog maar 3 procent. Lidinstellingen zijn doorgegroeid naar de pilotfase en/of groeifase (81% ten opzichte van 68% in 2013). Enkelen naar de consolidatiefase. Bovendien had in 2013 63 procent geen beleid ontwikkeld gericht op e-‐learning. In 2014 is dat teruggelopen naar circa 20 procent. De technische implementatie lijkt geen onoverkomelijke problemen op te leveren. Wel is de interne infrastructuur onvoldoende toegerust voor multimediale toepassingen. De lidinstellingen zijn – net als in 2013 -‐ tevreden over de modulen, activiteiten en dienstverlening van GGZ Ecademy.
E-‐learning GGZ Ecademy
12 / 21
4. Gebruik en evaluatie e-‐learning modulen 4.1 Gebruik e-‐learning modulen
Tabel 5 laat zien dat in 2014 er 10.866 e-‐learning modulen zijn afgerond van GGZ Ecademy door medewerkers van 25 lidinstellingen in de periode 1 januari t/m 31 oktober 2014. Van het totaal aantal gevolgde modulen is de module ‘Werken met meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ met 40 procent veruit de meest gevolgde module. Deze wordt op afstand gevolgd door de modulen ‘Omgaan met geneesmiddelen’, ‘Ouder(s)ondersteuning’ en ‘Psychofarmaca’ met ieder tussen de 6 en 8 procent. De rest van de modulen nemen ieder 5 procent of minder van het totale gebruik aan e-‐learning modulen voor rekening. Dit is mede een gevolg van het feit dat enkele modulen pas in 2014 beschikbaar zijn gekomen. Tabel 5 – Gebruik modulen GGZ Ecademy -‐ BHV -‐ Dubbele diagnose -‐ Dwang en drang -‐ FACT -‐ Herstelbenadering -‐ Herstelondersteunend werken -‐ Infectieziekten in de GGZ -‐ Inleiding op cognitieve gedragstherapie -‐ Interculturele zorg in de GGZ -‐ Motiverende gespreksvoering 1 -‐ Motiverende gespreksvoering 2 -‐ Motiverende gespreksvoering 3 -‐ Motiverende gespreksvoering 4 -‐ Omgaan met geneesmiddelen -‐ Ouder(s)ondersteuning -‐ Psychofarmaca -‐ Psychopathologie -‐ Somatiek -‐ Somatiek en verslaving -‐ Suicidepreventie -‐ Verslaving, middelen en gokken -‐ Werken met meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling -‐ Woonbegeleiding en psychopathologie Totaal
aantallen 131 229 224 387 490 437 30 298 66 311 153 47 42 761 676 917 348 541 151 183 59 4.297 88 10.866
% 1 2 2 4 5 4 0,3 3 0,6 3 1 0,4 0,4 7 6 8 3 5 1 2 0,5 40 0,8 100
Bovenstaande e-‐learning modulen van GGZ Ecademy zijn gevolgd door 7.007 medewerkers. De meeste cursisten volgden één module (70%). Circa 20 procent heeft 2 modulen afgerond en 10 procent heeft 3 of meer e-‐learning modulen van GGZ Ecademy gemaakt. 4.2 Evaluatie e-‐learning modulen
Het evaluatieformulier is ingevuld door 1.283 medewerkers afkomstig van 31 lidinstellingen. Hiervan heeft 35 procent voor het eerst ooit een e-‐learning module of online cursus gevolgd. De rest is reeds bekend met de leermethode, al dan niet aangeboden via GGZ Ecademy. De modulen die respondenten het vaakst hebben gevolgd zijn: werken met meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (23%) en psychofarmaca (13%) (zie ook tabel B, bijlage 3). In het algemeen worden de e-‐learning modulen van GGZ Ecademy goed beoordeeld. De respondenten kennen een gemiddeld rapportcijfer toe van 7,3 voor de diverse gevolgde e-‐learning
E-‐learning GGZ Ecademy
13 / 21
modulen. Bovendien geeft 46 procent een (zeer) goed. Verder wordt het niveau van de module door een ruime meerderheid (79%) als precies goed ervaren. Zo’n 8 procent vindt het (veel) te moeilijk en 13 procent (veel) te makkelijk. Zo’n 6 procent is ontevreden over de gevolgde module en geeft een (zeer) onvoldoende. Uit een aanvullende analyse blijkt dat deze medewerkers niet afwijken wat betreft hun persoonskenmerken met de medewerkers die wel een voldoende of meer geven. Wel zien we dat de ‘ontevreden’ cursisten vaker het niveau van de module (veel) te moeilijk (16%) dan wel te makkelijk (29%) vinden dan de andere cursisten. Aan de respondenten zijn diverse stellingen voorgelegd over de e-‐learning module die zij hebben gevolgd. Ook deze resultaten bevestigen en onderstrepen het positieve oordeel van de cursisten over de modulen van GGZ Ecademy (grafiek 6). Steeds is twee derde of meer te spreken over de module. De module is met name interessant (86%), relevant voor het werk (83%) en interactief genoeg (80%). Het minst vaak tevreden is men over de mate waarin de cursus voldeed aan de verwachtingen (67%), gemakkelijk in gebruik is (69%) en plezierig te volgen is (72%). Grafiek 6 – Oordeel respondenten over e-‐learning modulen GGZ Ecademy (n=1283) Moduele was makkelijk in gebruik Module was plezierig om te volgen Module was interessant Module was relevant voor mijn werk Module was interacref genoeg Cursus voldeed aan de verwachrngen Module was voldoende uitgebreid Leerdoelen waren voldoende helder Ik heb voldoende geleerd van de module 0% Zeer mee eens
mee eens
20%
deels eens, deels oneens
40%
60%
mee oneens
80%
zeer mee oneens
100% nvt
Kortom, Eind oktober 2014 zijn er in 2014 bijna 11.000 e-‐learning modulen van GGZ Ecademy gevolgd door zo’n 7.000 medewerkers van 25 lidinstellingen. Graag zouden we deze gegevens over het gebruik willen vergelijken met die van 2013. Dit is lastig omdat in 2013 maar 7 instellingen data hadden aangeleverd. Ook is niet geheel duidelijk wat de peildatum was. Naar alle waarschijnlijkheid is er toen data verzameld t/m november 2013. Als we de cijfers van 2013 toch – met de nodige voorzichtigheid -‐ extrapoleren naar 25 lidinstellingen dan zouden we op een gebruik uitkomen van ongeveer 8.500 afgeronde e-‐learning modulen van GGZ Ecademy. Dit zou een toename van het aantal afgeronde modulen betekenen van 2.500 modulen. Ofwel een toename van ruim 25 procent in 2014 ten opzichte van 2013.
E-‐learning GGZ Ecademy
14 / 21
De e-‐learning modulen worden zeer positief beoordeeld. Ze scoren een voldoende, het niveau is precies goed, en ze zijn interessant en relevant voor het werk. De resultaten zijn vergelijkbaar met die van 2013. Ook toen was men te spreken over de gevolgde modulen van GGZ Ecademy.
E-‐learning GGZ Ecademy
15 / 21
5. Conclusies en aanbevelingen Op diverse manieren is geprobeerd een beeld te krijgen van de ervaringen van de lidinstellingen met de e-‐learning modulen en dienstverlening van GGZ Ecademy. Ook is inzichtelijk gemaakt hoe het staat met de implementatie van e-‐learning bij de diverse lidinstellingen van de GGZ Ecademy. Hier beschrijven we de belangrijkste conclusies van het onderzoek en formuleren we enkele aanbevelingen voor de verdere implementatie en ontwikkeling van e-‐learning en het monitoren hiervan. 5.1 Conclusies
De conclusies beschrijven we aan de hand van de onderzoeksvragen. Bekendheid met en behoefte aan e-‐learning In het algemeen kent de Nederlandse beroepsbevolking – en daarmee GGZ medewerkers – een duidelijke behoefte aan persoonlijke ontwikkeling. Men wil vaardigheden ontwikkelen en kennis opdoen. We zien dat e-‐learning een steeds meer geaccepteerd en toepaste leermethode is, en wordt. Bovendien prefereren velen online leermethoden boven andere methodieken. Vooral vanwege de flexibiliteit. Van de cursisten van GGZ Ecademy is twee derde reeds bekend met e-‐ learning. Implementatie van e-‐learning De technische implementatie levert geen onoverkomelijke problemen op. Instellingen zijn technisch in staat om de modulen aan te bieden in het leermanagementsysteem en deze kunnen worden gevolgd door medewerkers. Dit gaat niet overal even soepel omdat de interne infrastructuur van de meeste instellingen niet optimaal is. Maar het kan. De organisatorische implementatie van e-‐learning binnen instellingen heeft wel meer voeten in de aarde. We zien een duidelijke ontwikkeling in de tijd van instellingen die zich oriënteren op en kennismaken met e-‐learning naar het daadwerkelijk aanbieden en gebruiken van modulen. Deze ontwikkeling vraagt van de instellingen zelf dat zij e-‐learning actief gaan stimuleren en inbedden in hun opleidingsaanbod en beleid. En dat zij aandacht besteden aan zaken zoals toetsen en accreditatie in relatie tot e-‐learning. Dit gebeurt nog onvoldoende. Men is blij dat men de modulen kan laten draaien. Over de rest moeten ze nu nog even niet nadenken. Of men dat gaat doen, moet de toekomst uitwijzen. In ieder geval is er een duidelijk stap voorwaarts gezet wat betreft de implementatie van e-‐learning. Vele lidinstellingen die in 2013 zich nog oriënteren of voorbereiden op e-‐learning hebben zich in 2014 doorontwikkeld naar een situatie waarin daadwerkelijk modulen worden aangeboden en gevolgd. In het tweede kwartaal van 2014 zit nog 3 procent in de startfase ten opzichte van 20 procent begin 2013. Hierbij komen dan nog wel de 4 instellingen die later in 2014 lid zijn geworden van GGZ Ecademy. Zij bevinden zich op dit moment logischerwijs nog in de startfase. Dienstverlening en ondersteuning GGZ Ecademy De lidinstellingen zijn tevreden over de huidige ondersteuning en dienstverlening van GGZ Ecademy. Wel zien we dat instellingen meer behoefte hebben dan wel krijgen aan ondersteuning bij het verder brengen van e-‐learning in de organisatie. We zien ook dat de mogelijkheden van e-‐learning en online leermethoden niet ten volle worden benut. Wellicht zou GGZ Ecademy zich hier meer op kunnen richten.
E-‐learning GGZ Ecademy
16 / 21
Gebruik van de modulen Zo’n 7.000 medewerkers hebben in 2014 gemiddeld genomen 1,5 module gevolgd van GGZ Ecademy. Het totale gebruik komt neer op 10.866 afgeronde e-‐learning modulen. Van het totaal aantal gevolgde modulen is de module ‘Werken met meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ veruit de meest gevolgde module. Er valt met de nodige voorzichtigheid een toename in het gebruik te constateren in 2014 ten opzicht van 2013 van ruim 25 procent. Evaluatie e-‐learning modulen Het oordeel over de e-‐learning modulen van GGZ Ecademy is ronduit positief. De kwaliteit en inhoud van de modulen is goed en sluit aan bij de leerbehoeften en -‐mogelijkheden van de GGZ medewerkers met een mbo-‐ of hbo-‐opleiding. Dit is de primaire doelgroep van de modulen. Het gebruikersgemak zou beter kunnen zijn. Maar wellicht is dit veelal een gevolg van de beperkingen van de infrastructuur van instellingen; niet van de module zelf. Kortom, Als we kijken naar de centrale doelstelling van GGZ Ecademy dan kunnen we concluderen dat zij voorzien in een kwalitatief goed opleidingsaanbod aan e-‐learning modulen. Daar wordt ook gebruik van gemaakt door de medewerkers van de diverse lidinstellingen. Zij volgen jaarlijks doorgaans 1 of 2 e-‐learning modulen van GGZ Ecademy. Nu is het zaak om e-‐learning op te schalen binnen de lidinstellingen. 5.2 Aanbevelingen
Gelet op het oordeel van de lidinstellingen en de cursisten kunnen we zeggen: Keep up the good work. Toch zien we voor GGZ Ecademy een belangrijk aandachtspunt voor de nabije toekomst. Die heeft te maken met het omslagpunt waarin veel instellingen zich nu of op redelijk korte termijn gaan bevinden. GGZ Ecademy moet vooral de technische implementatie en inhoudelijke kwaliteit van hun modulen borgen en waarborgen. Maar zij moeten zich ook gaan oriënteren op de slag die instellingen gaan maken van groei naar consolidatie. Welke rol wil en kan GGZ Ecademy spelen bij het opschalen van e-‐learning bij lidinstellingen? En welke ondersteuning kunnen en willen zij hierbij bieden? Aanbevelingen ten aanzien van het onderzoek zijn: Ø Voor het in beeld brengen van de bekendheid met en behoefte aan e-‐learning bij GGZ medewerkers wordt op dit moment een plan van aanpak ontwikkeld. Het is interessant om te bezien in welke mate en op welke wijze aansluiting kan worden gezocht bij de Online Trainingen Monitor van GoodHabitz. Ø De implementatie van e-‐learning is een doorlopend proces binnen instellingen. Door het onderzoek hierop te laten aansluiten en een integraal onderdeel te laten zijn van het innovatieproces wordt de meerwaarde van het onderzoek voor de praktijkontwikkelingen verhoogd. Om meer zicht te krijgen op het dynamische proces en dit te ondersteunen door middel van het onderzoek, raden we aan ook de bijeenkomsten van de klankbordgroep en de geplande gebruikersgroepen te laten versterken door onderzoek om er zodoende nog meer uit te halen. En hier een analyse van te maken, die te gebruiken als input voor het beleid van GGZ Ecademy en te verwerken in de rapportage.
E-‐learning GGZ Ecademy
17 / 21
Ø Het achterhalen en verwerken van de data over het gebruik van de modulen is een tijdsintensieve activiteit, zowel voor de onderzoekers als voor de lidinstellingen. Vooral omdat de selectie van de data niet altijd conform verzoek kan worden uitgevoerd of is uitgevoerd. We raden dan ook aan tijdig te investeren in een verbeterde instructie voor het selecteren van de benodigde data uit de diverse leermanagementsystemen. Ø Wat betreft het gebruik van de modulen door de medewerkers van de lidinstellingen, ontbreekt het zicht op het aantal medewerkers dat gebruik kan maken van de modulen. Het is wenselijk om na te gaan in hoeverre de doelgroep van de modulen in kaart kan worden gebracht. Ø Het huidige onderzoek is uitgevoerd in de periode november – december 2014. Hierdoor is de peildatum van de diverse onderzoeksactiviteiten gesteld op begin november 2014. Uitzondering hierop vormen de vraaggesprekken over de technische implementatie. Deze zijn gevoerd in het tweede kwartaal van 2014. Dit houdt in dat we niet van een heel jaar een beeld hebben van de ervaringen van de lidinstellingen. We bevelen aan de peildata voor de diverse onderzoeksactiviteiten gelijk te stellen aan elkaar en – indien mogelijk -‐ voor een heel jaar de benodigde informatie te verzamelen.
E-‐learning GGZ Ecademy
Bijlage 1 – E-‐learning modulen GGZ Ecademy ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü
BHV Dubbele diagnose Dwang en drang FACT Herstelbenadering Herstelondersteunend werken Infectieziekten in de GGZ Motiverende gespreksvoering 1 Motiverende gespreksvoering 2 Motiverende gespreksvoering 3 Motiverende gespreksvoering 4 Omgaan met geneesmiddelen Ouder(s)ondersteuning Psychofarmaca Psychopathologie Somatiek Somatiek en verslaving Suicidepreventie Verslaving, middelen en gokken Werken met meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Woonbegeleiding en psychopathologie
18 / 21
E-‐learning GGZ Ecademy
19 / 21
Bijlage 2 – Vragenlijst organisatorische implementatie GGZ Ecademy verzorgt voor haar leden de ontwikkeling, inkoop, implementatie en het beheer van e-‐learning. Om het gebruik van e-‐learning te bevorderen binnen haar leden, wil GGZ Ecademy graag meer zicht hebben op de implementatie van e-‐learning. Daarom worden hieronder enkele vragen gesteld over de wijze waarop e-‐ learning is ingevoerd in uw organisatie. We zouden het zeer op prijs stellen als u deze vragen wilt beantwoorden. Invullen kost hooguit 5 minuten. 1. Waar staat uw organisatie met betrekking tot de implementatie van e-‐learning? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
Wij doen helemaal niets met e-‐learning Wij zijn voorbereidingen aan het treffen om e-‐learning in te voeren Er draait een pilot om te bekijken hoe e-‐learning kan worden ingezet Wij bieden modulen aan om medewerkers te laten kennismaken met e-‐learning E-‐learning is beschikbaar voor een selecte groep medewerkers E-‐learning is beschikbaar voor alle medewerkers E-‐learning wordt daadwerkelijk gebruik door een kleine groep ‘early adapters’ E-‐learning wordt gebruikt door een groot deel van de medewerkers in de organisatie
2.
In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stelling. In mijn organisatie wordt het gebruik van e-‐learning actief gestimuleerd door de direct leidinggevenden van de medewerkers?
helemaal mee eens
3.
niet eens / niet oneens
mee oneens
helemaal mee oneens
weet niet / nvt
Is er op centraal niveau (bijv. directie, personeelszaken, afdeling HRM) specifiek beleid opgesteld met betrekking tot e-‐learning?
ja wordt aan gewerkt nee weet ik niet
mee eens
E-‐learning GGZ Ecademy
20 / 21
4.
Hoe wordt e-‐learning ingezet? Welke mogelijkheden zijn op uw organisatie van toepassing? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
Iedereen kan e-‐learning volgen E-‐learning is verplicht gesteld voor bepaalde doelgroepen Een of meerdere e-‐learning modulen is/zijn ingebed in blended leertraject(en) E-‐learning maakt onderdeel uit van het inwerkprogramma van nieuwe medewerkers Er is een communicatieplan opgesteld om e-‐learning onder de aandacht te brengen bij medewerkers Medewerkers kunnen buiten werktijd / thuis de e-‐learning modulen volgen Het trainingsaanbod bestaat voor het grootste deel uit e-‐learning en/of blended leertrajecten In de (functionerings)gesprekken met medewerkers worden afspraken gemaakt over e-‐learning Anders, nl. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
5.
Wat zijn uw ervaringen met e-‐learning van GGZ Ecademy. Kunt u van de volgende stellingen aangeven in hoeverre u het daar mee eens of oneens bent als het gaat om: …….
helemaal mee eens
mee eens
niet eens / mee niet oneens oneens
helemaal weet niet mee oneens / nvt
a. Modulen van GGZ Ecademy sluiten goed aan bij de leerbehoeften
b. Inhoudelijke kwaliteit van de modulen van GGZ Ecademy is goed
c. GGZ Ecademy levert voldoende informatie bij een module om deze goed te kunnen implementeren
d. GGZ Ecademy reageert goed op onze opmerkingen en biedt voldoende terugkoppeling
e. GGZ Ecademy faciliteert voldoende voor het uitwisselen van kennis over e-‐learning tussen de leden
f.
Hartelijke dank voor het invullen van de vragenlijst. Zou u hieronder uw naam en de naam van uw instelling willen invullen. Naam contactpersoon: …………………………………………………………………………………………………………………….. Naam GGZ organisatie: ……………………………………………………………………………………………………………………..
E-‐learning GGZ Ecademy
21 / 21
Bijlage 3 – Achtergrondkenmerken respondenten evaluatie modulen Tabel A -‐ Persoonskenmerken (n=1283) Geslacht vrouw in % Gemiddelde leeftijd Opleidingsniveau in % -‐ MBO niveau 1 t/m 3 -‐ MBO niveau 4 -‐ HBO niveau 5 -‐ Bachelor -‐ Master -‐ Anders, (Lagere school, vmbo) Functie in % -‐ Verpleegkundige MBO -‐ Verpleegkundige HBO -‐ Psycholoog -‐ Psychiater -‐ Agoog MBO -‐ Agoog HBO -‐ Anders Gemiddelde jaren ervaring GGZ
74
40 3 25 36 16 18 1 16 21 9 1 4 9 39 13
Tabel B – Modulen van cursisten die evaluatieformulier hebben ingevuld (n=1283) -‐ BHV -‐ Dubbele diagnose -‐ Dwang en drang -‐ FACT -‐ Herstelbenadering -‐ Herstelondersteunend werken -‐ Infectieziekten in de GGZ -‐ Inleiding op cognitieve gedragstherapie -‐ Interculturele zorg in de GGZ -‐ Motiverende gespreksvoering 1 -‐ Motiverende gespreksvoering 2 -‐ Motiverende gespreksvoering 3 -‐ Motiverende gespreksvoering 4 -‐ Omgaan met geneesmiddelen -‐ Ouder(s)ondersteuning -‐ Psychofarmaca -‐ Psychopathologie -‐ Somatiek -‐ Somatiek en verslaving -‐ Suicidepreventie -‐ Verslaving, middelen en gokken -‐ Werken met meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling -‐ Woonbegeleiding en psychopathologie -‐ Anders / geen antwoord
% 1 1 2 2 4 0,5 0,5 0,5 0,5 5 2 1 0,5 6 3 13 9 7 2 6 1 23 4 3