EP: Leeuw of Lam? | Digitale Privacy | De Intellectuele Verleiding
E V EuroVisie Jaargang 7 Nummer 2 November 2011
Eurovisie is een uitgave van:
Advertentie Drukker
A
COLOFON EUROVISIE November 2011 Jaargang 6 Nummer 2 Hoofdredacteur: Elizabeth Bijl
Redactie:
Vera Duivenvoorden Michel Bjelanović Linde-Kee van Stokkum Daan Schavemaker Maxime Smit Fleur Eymann
Medewerkers:
Esther Sinnige mr. drs. Jack Jan Wirken prof. dr. Joep Leerssen
Eindredactie:
Michel Bjelanović Erlijn Netz
Redactioneel De zomermaanden zijn weer voorbij, het nieuwe collegejaar is begonnen, van introductietijden is geen sprake meer en de eerste tentamenweek stond sneller voor de deur dan verwacht. Vanmiddag fietste ik weer door een stevige herfstbui naar huis, terugverlangend naar afgelopen zomer. Mooie tijden vol nieuwe ontwikkelingen. Zo ga ik komend jaar de functie van hoofdredacteur op mij nemen en met een ijzersterke redactie gaan we hard ons best doen om weer net zulke goede Eurovisies te produceren als het afgelopen jaar. We hebben nu twee echte buitenlandcorrespondenten die je in deze editie meenemen naar hun nieuwe werelden. Deze zomer hebben ook binnen Europa de nodige ontwikkelingen plaatsgevonden, de eurocrisis kreeg nieuwe wendingen. Er vond menig spoeddebat plaats en even leek het helemaal de verkeerde kant op te gaan met het internetverkeer. Onze nieuwe redacteur Daan Schavemaker ging daarom op onderzoek uit en vond de ‘Eurovisie’ van drie economie docenten, die verbonden zijn aan Europese Studies. Ook hebben we een nieuwe vormgeefster, Fleur Eymann. Zij gaat de Eurovisie nog meer pit en uitstraling geven dan die al had. Verder is Joep Leerssen zelfs bereid om tijdens zijn sabbatical een bijdrage te leveren aan deze uitgave. En om ook de rechtenhoek van Europese Studies wat meer verdieping te geven zal Jack Jan Wirken zijn licht laten schijnen op verschillende zaken binnen Europa. Verder is er een hele nieuwe rubriek ontstaan om het leven van een student eens wat makkelijker en verrassender te maken. Genoeg te lezen dus in deze nieuwe Eurovisie. Geniet ervan!
Vormgeving: Fleur Eymann Léon Vlegels
Met dank aan:
Doede van der Linden dhr. drs. PW Zuidhof dhr. dr. Peter Rodenburg dhr. drs. Paul Teule
Redactieadres:
Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam T.n.v. SES Eurovisie
Adverteren, vragen of opmerkingen:
Vlnr: Vera Duivenvoorden, Linde-Kee van Stokkum, Michel Bjelanović, Maxime Smit & Daan Schavemaker.
04 07 08 10 12 14 16
Eurocrisis Verengelsing Column Buitenland Recensie Veiligheid Interview
18 20 22 23 24 26 27
Stage Fictie Studentenleven Joep Leerssen Lievelde Mededelingen Advertentie
[email protected]
Correspondentie: Wil je reageren, ook een artikel schrijven of gewoon een mededeling doen? Mail dan naar
[email protected]
Eurocrisis
De Eurovisie van Economen - Daan Schavemaker Op 1 januari 2002 werd in twaalf Europese landen gelijktijdig de Euro ingevoerd. Europa was in euforie, ‘feuertrunken’. De Euro was een sprong voorwaarts in de Europese eenwording. ‘Alle Menschen werden Brüder wo dein sanfter Flügel weilt’. In werkelijkheid pakte het allemaal net even anders uit. Nog geen tien jaar na de invoering van de Euro staat Griekenland aan de rand van de afgrond. Europa is in hysterie, driftig op zoek naar de ‘Feuerlöscher’. Bij Europese Studies op de UvA heerst echter kalmte. Immers, Kafka en Nietzsche lezen zichzelf niet. Hoog tijd dus om eens te peilen wat ‘onze’ economen denken. Op 6 oktober ging EV langs bij de heren Rodenburg, Zuidhof en Teule en vroeg naar hun mening over de Eurocrisis, naar hun ‘Eurovisie’. Wie heeft de Eurocrisis veroorzaakt? Het is een flauw antwoord, maar we zijn allemaal, ook jij en ik, in meer of mindere mate “schuldig”. Onze regeringen hebben de euro ingevoerd ondanks dat we geen politieke unie zijn, die elkaars schokken kunnen en willen opvangen. Ook wij stonden in meerderheid achter de toetreding van Griekenland tot de Euro in 2001, terwijl bekend was dat Griekenland boven haar stand leefde, niet productief genoeg was en een te grote overheid had om haar schulden te ontgroeien. Daarbij was ook bekend dat Griekenland geen betrouwbare cijfers kon overleggen. Het waren ook onze (West-Europese) banken en pensioenfondsen die, mede gedreven door ons (als aandeelhouder, spaarder, toekomstig pensionado op zoek naar maximaal rendement) toch Griekse schulden bleven kopen. Hoe je het ook bekijkt, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. De Grieken zijn stout geweest, maar we hebben ze ook stout laten zijn.
Drs. P. R. Teule
Hoe gaan we de crisis oplossen? Allereerst het meest voor de hand liggende antwoord: schuldsanering. Ik stel me een grote conferentie voor met alle schuldeisers en de Griekse staat, met als dagvoorzitters de Europese Commissie en het IMF. De Griekse schulden zullen tot wel 50% moeten worden afgeboekt; jammer voor de eisers, maar anders krijgen ze uiteindelijk niets. It’s all in the game... Dan: een slagvaardig EU-noodfonds dat, net als nu, alleen uitkeert als er een realistische schuldsanering op tafel ligt. Dit betekent dat er dus geen geld uitgekeerd wordt dat direct naar onze eigen banken gaat. Daarnaast moeten er realistische hervormingen worden doorgevoerd, die het land ook sociaal in tact laten. De Griekse staat moet het uiteindelijk van het productieve vermogen van de Grieken hebben. De staat is failliet, maar het land niet, dus zul je als staat het land bij je moeten houden. Ten derde: Europese begrotingscontrole en eventueel ook controle op andere macro-economische onevenwichtigheden. Als een land niet goed bezig is moet dat meteen worden aangepakt, en niet onderdeel zijn van een politieke deal tussen lidstaten. Een Eurocommissaris met meer bevoegdheden zou een optie zijn. We verliezen als Nederland dan wel een deel van onze soevereiniteit. Wij kunnen dan geen tijdelijk begrotingstekort hebben, ook al hebben we daar een goede reden voor. Verder zou onze hypotheekrente er aan kunnen gaan, maar daar zou ik persoonlijk geen moeite mee hebben.
4
En tot slot: Europese wetten invoeren om iedereen die investeert daar zelf de winsten én de verliezen van te laten plukken. Dus: banken verkleinen zodat ze kunnen omvallen, maar ook bonussen verbieden die korte termijnwinsten doen najagen, en lange termijnverliezen niet meerekenen. Zou het niet beter zijn om Griekenland uit de Eurozone te gooien? Ik denk dat niemand hier echt het antwoord op kan weten, omdat de mogelijke gevolgen te complex zijn. Griekenland moet competitiever worden. Wisselkoers, rente en geldhoeveelheid zijn daartoe waardevolle instrumenten, maar die hebben de Grieken nu niet meer. Hoewel het dan ook maar de vraag is of Griekenland competitief genoeg zou zijn met een goedkopere Drachme. De overgang naar de Drachme is een mogelijke nachtmerrie. Denk je eens in: je hebt als Griek je geld in Euro’s op een Griekse bank staan en je leest dat volgende week je geld in Drachmen wordt ingewisseld. Deze worden meteen gedevalueerd ten opzichte van de Euro. Wat doe je dan? Je geld op een buitenlandse bank zetten natuurlijk. Er zou een run op Griekse banken ontstaan, waardoor die failliet gaan. Dan houdt alles op. Het is niet een kwestie van wel of niet in de Euro, maar van hoe. The devil is in the detail... Wie heeft de Eurocrisis veroorzaakt? De Eurocrisis is voornamelijk het gevolg van de Euro zelf. Bij de oprichting van de Euro zijn er grote fouten gemaakt, zo zijn er landen toegelaten die helemaal niet geschikt waren voor een muntunie. Dit geldt met name voor Griekenland, maar eigenlijk ook voor Italië, Spanje en Portugal. De Euro heeft de onderliggende problemen verdoezeld, maar door de kredietcrisis werden de structurele problemen in de Eurozone opeens pijnlijk duidelijk. Ik denk dat er twee hele grote problemen zijn met de Euro. De eerste is natuurlijk de schuldencrisis waar we nu in zitten. Hier moet uiteraard op korte termijn een oplossing voor worden gevonden. Het tweede probleem is dat de inflatie in de Zuid-Europese landen voortdurend hoger is dan de inflatie in Noord-Europa. Dit verzwakt hun concurrentiepositie. De schuldencrisis zal op de een of andere manier wel worden opgelost, maar het is natuurlijk niet zo dat Griekenland na bijvoorbeeld een schuldsanering opeens wel kan concurreren met landen als Duitsland en Nederland. Er wordt voortdurend aangedrongen op hervormingen in Griekenland, met het idee dat het dan wel goed komt, maar ik heb daar een hard hoofd in.
Dr. P. Rodenburg
Hoe gaan we de crisis oplossen? Het is duidelijk dat Griekenland technisch gezien failliet is, dus er zal op de een of andere manier schuldsanering moeten plaatsvinden zoals dat in het verleden ook is gebeurd in Mexico en Argentinië. Overheden en banken moeten om de tafel gaan zitten en hun verliezen nemen. Dit houdt in dat er naar schatting zo’n 50% moet worden afgeboekt op Griekse obligaties, simpel gezegd dat zij dus 50% minder waard worden. Het daaropvolgende probleem is dat die banken dit wellicht niet kunnen dragen en dus bij hun overheden moeten aankloppen. Zo komt de rekening dan toch bij de burger te liggen. Dat is wat er met Griekenland zal gaan gebeuren. Maar dan zitten we nog met het andere probleem van de concurrentiepositie van Griekenland, van heel Zuid-Europa eigenlijk. Hoe kunnen zij concurreren in een muntunie?. De ervaringen met het EMS, het European Monetary System, leert dat het niet lukt om permanente, vaste wisselkoersen te hebben in Europa als er persistente inflatieverschillen tussen landen bestaan. Zou het niet beter zijn om Griekenland uit de Eurozone te gooien? Ik denk zelf dat het beter zou zijn als Griekenland uit de Euro stapt. Dit klinkt natuurlijk wel makkelijk, maar Eurovisie November 2011
5
is het niet. Er zal dan een bankenrun ontstaan. Dit kan alleen als het gepaard gaat met schuldsanering. Een van de andere grote problemen is het besmettingsgevaar: omdat de hele Eurozone als een besmet gebied wordt gezien, zie je dat de rentestand in Spanje en Portugal ook omhoog gaat. Daarom is het wel belangrijk dat er een beetje vaart achter zit. We kunnen de Grieken er eigenlijk niet uit gooien, maar we moeten de Grieken er wel van overtuigen dat het voor iedereen beter zou zijn als ze eruit stappen. De reden waarom ik denk dat Griekenland beter uit de Eurozone kan stappen is omdat het voortdurend een hogere inflatie heeft dan gemiddeld. Het land doet er beter aan om de eigen valuta te hebben die men zo nu en dan kan devalueren. Maar dit geldt ook voor Spanje, Portugal én Italië, zelfs Frankrijk is een twijfelgeval. Een mogelijke oplossing is een soort van A-Euro en een B-Euro, de eerste onder aanvoering van Duitsland en de tweede onder aanvoering van Frankrijk. Wie heeft de Eurocrisis veroorzaakt? De oorzaak van de crisis is allereerst de Euro, op de tweede plaats de Euro, vervolgens nogmaals de Euro, ten vierde de financiële crisis en tenslotte wellicht ook Griekenland. Overigens vraag ik me af of je het überhaupt wel een Eurocrisis kunt noemen; de Euro zelf is namelijk helemaal niet in de problemen, het zijn de overheden die in de problemen zitten. Dit komt deels door slecht beleid, maar meer nog door de Euro. Als je de wisselkoersen tussen verschillende economieën wegneemt en tegelijkertijd de rentestand uit handen geeft, ben je twee grote shock-absorbers kwijt. Als Griekenland nog haar eigen rentestand en wisselkoers had gehad, was het land aanzienlijk minder in de problemen gekomen. Niet alleen was het schuldenprobleem dan makkelijker op te lossen, maar het was hoogstwaarschijnlijk ook nooit zo ver gekomen. De Euro heeft er namelijk Drs. P.W. Zuidhof toe geleid dat Griekenland heel goedkoop heeft kunnen lenen en dus te lang op te grote voet heeft kunnen leven. Dit zorgde voor een bubbel, die door de financiële crisis uiteen is gespat. Daarnaast heeft het wegnemen van de wisselkoersen er toe geleid dat de fundamentele onbalans in Europa erger is geworden. Het versterkte het tekort op de Griekse betalingsbalans. Griekenland importeert immers meer dan ze exporteert en dit leidt automatisch tot een kapitaaltoestroom van investeringen, en dus leningen bij veel Noord-Europese partijen. En dat is de crux van het verhaal; Noord-Europa is in feite alweer haar private sector aan het redden, alleen ditmaal met Griekenland als omweg. Hoe gaan we de crisis oplossen? Eerlijk gezegd zie ik niet echt een eenvoudige oplossing. De enige geloofwaardige oplossing zou de herstructurering van de Griekse schulden zijn. Zonder herstructurering lossen we dit probleem niet op. Maar de vraag blijft wie de prijs zal betalen. Ik denk dat het oneerlijk is om dit allemaal op de Grieken af te wentelen. Wij hebben de afgelopen jaren namelijk flink geprofiteerd van dezelfde onbalans die nu in Griekenland voor al deze problemen heeft gezorgd. Als je het schematisch bekijkt lenen we nu dus geld uit aan de Grieken, om ze vervolgens tot de laatste cent uit te knijpen om ervoor te zorgen dat onze spaarsaldi en pensioenfondsen veilig zijn. In principe dempen we de verliezen op onze eigen private beleggingen met onze eigen publieke middelen, en verkopen dit onder het mom van solidariteit met de Grieken. Zou het niet beter zijn om Griekenland uit de Eurozone te gooien? Dat zou economisch gezien voor Griekenland een ramp zijn, maar is tegelijkertijd waarschijnlijk hun beste optie. Om op de lange termijn een gezonde economie te krijgen moet Griekenland die gifbeker drinken. Als het ons daarentegen wél lukt om Griekenland op korte termijn uit deze crisis te slepen, valt waarschijnlijk het politiek draagvlak voor een dergelijke maatregel weg. Echter, omdat het fundamentele probleem dan onopgelost blijft zou een Griekse crisis zich in de toekomst opnieuw kunnen voordoen, hetzij in een andere vorm. Alleen als we er in slagen om de Griekse economie te laten convergeren met de Noord-Europese economieën, kan Griekenland in de Eurozone blijven. Alleen vraag ik me sterk af of en hoe dit ooit zal gebeuren. 6
Verengelsing
-Michel Bjelanović ´So uhm... can somebody tell me uhm... what the author meant with it?´ ´I tried to lead you around the garden.’ Dit zijn zomaar twee voorbeelden van zinnen waarin frequent voorkomende fouten staan, die Nederlandssprekenden in het Engels maken. Voorbeelden hiervan zijn: het letterlijk vertalen van Nederlandse uitdrukkingen, het maken van grammaticale fouten met voorzetsels en dan heb ik het nog niet gehad over een algeheel gebrek aan finesse. Dit resulteert in niet-lopende betogen en onnodige onduidelijkheden. Dit is niet voorbehouden aan het alledaagse spraakgebruik, maar komt net zo veelvuldig voor in het hoger onderwijs. Of toch niet? In het door SES georganiseerde debat “De verengelsing van het Hoger Onderwijs” werd dit onder de loep genomen. Onder leiding van gespreksleider Menno Spiering werden sprekers met behulp van verscheidene stellingen aan de tand gevoeld over dit onderwerp. Over de meerwaarde van hoger onderwijs in het Engels lagen de meningen redelijk dicht bij elkaar: de sprekers zijn van mening dat het Engels een waardevolle aanvulling is op het Nederlandstalige hoger onderwijs. Meertaligheid dient gekoesterd te worden. Naar gelang de discussie vorderde begon zich steeds sterker een tegenstelling af te tekenen tussen dhr. Weerman en dhr. de Bot. Eerstgenoemde staat een meer teruggetrokken rol van het Engels voor, omdat kennis van het Engels niet voor elke opleiding nodig is. Dhr. de Bot vindt juist dat er in een zo groot mogelijke mate in het Engels zou moeten worden gedoceerd. Niet alleen omdat dit noodzakelijk is om te kunnen participeren in de internationale academische gemeenschap, maar ook omdat de negatieve gevolgen voor de studenten worden overschat. Het huidige beleid op het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs is hiervan een goed voorbeeld: er wordt meer tweetalig onderwijs gegeven, wat leidt tot een grotere taalvaardigheid bij leerlingen zonder dat het Nederlands negatief beïnvloed wordt. Later in het debat kwam de nadruk te liggen op de competentie van de professoren om te doceren in het Engels (of in het Nederlands in het geval van professoren die uit het buitenland afkomstig zijn). Mvr. Lajosi vertelde dat docenten uit het buitenland verplicht zijn om binnen twee jaar het Nederlands in voldoende mate te beheersen om op universitair niveau te kunnen doceren. Dit geldt ook als de professor in kwestie zich veel beter kan uitdrukken in het Engels dan in het pasgeleerde Nederlands. Dit leidde tot de voorspelbare vraag uit de zaal of het niet beter zou zijn de docent de mogelijkheid te bieden in het Engels te onderwijzen, zeker als dat bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. Hoewel er zeker instemmend werd gereageerde, wees Dhr. Weerman erop dat onderwijs, gegeven in het Nederlands, toch noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat studenten affiniteit met het Nederlands behouden en dat er dus genoeg docenten in het Nederlands moeten kunnen doceren. Al met al was er weinig controverse in dit debat en lagen de meningen redelijk dicht bij elkaar. Het oordeel luidt dat de verengelsing van het hoger onderwijs een positief gegeven is, mits het op een goede wijze gedoceerd wordt en er voldoende aandacht blijft voor het Nederlands. Eurovisie November 2011
7
Column
Europees Parlement Leeuw of Lam? -Jack Jan Wirken Het verhaal gaat dat in de wandelgangen van het Europees parlement, jaren terug, een keer een gesprek plaats vond tussen een oudere Oostenrijkse afgevaardigde en een collega over een wedstrijd die nogal wat parlementariërs ertoe bewoog geregeld de vergaderzaal te verlaten om in een belendende ruimte, waar een televisie stond, de verrichtingen van de teams te volgen. De Oostenrijker, laten we hem Ludwig noemen, stamde uit een oud en adellijk geslacht dat zijn wortels had in het keizerrijk. En hij zelf was een waardige en enigszins wereldvreemde telg van deze traditie. Op zijn vraag wat nu eigenlijk de commotie, het af en aanlopen van de afgevaardigden, veroorzaakte, legde een collega die net de televisiezaal verlaten had uit dat het ging om een voetbalwedstrijd. “En wie spelen er dan, om welke wedstrijd gaat het?” was de vervolgvraag, waarop de collega antwoordde: “Oostenrijk-Hongarije”. Ludwig zei hierop: “Ja, maar tegen wie?” Het beeld van het Europees parlement als obsoleet, als niet in contact met de gebeurtenissen die er in Brussel toe doen, behoort dan misschien wel tot het verleden, maar er valt niet te ontkennen dat het parlement nog steeds een imagoprobleem heeft. Misschien wel meer dan de andere Europese instellingen kleeft aan het parlement het imago onvoldoende betrokken te zijn bij de oplossing van de Eurocrisis. Niet tegenstaande het feit dat het Europees parlement natuurlijk geleidelijk een ontwikkeling heeft doorgemaakt van adviesorgaan naar medebeslisser, met het Lissabon-verdrag als belangrijke mijlpaal, is de rol van het parlement als volwaardige
8
tegenspeler van Raad en Commissie nog steeds niet uit de verf gekomen. De besluitvorming in Deauville, nu een jaar geleden, vormt een duidelijke illustratie. Er werd in die Franse badplaats gesproken over automatische sancties voor Euro-landen die zondigen tegen de begrotingsregels. Op die manier zou begrotingsdiscipline veel makkelijker kunnen worden afgedwongen en zouden consequenties voor het niet naleven van eerder gemaakte afspraken niet weg kunnen worden onderhandeld of in een waterig compromis onherkenbaar worden afgezwakt. Het klonk als een logische stap in het bestrijden van de Eurocrisis. Maar tijdens een strandwandeling is het punt door Merkel aan Sarkozy weg gegeven. Zou door veel mensen zijn opgemerkt dat het Europees parlement hierin een duidelijke positie had? De hier levende steun voor het automatisch maken van de sancties voor eurozondaars werd overruled door de macht van Merkozy, de sterkste tandem in Europa. Uiteraard zeer tegen het zere been van hen die de rol van het parlement sterker willen zien. De liberaal Guy Verhofstadt becommentarieerde de stap van het duo als de complete teloorgang van het (semi) automatische karakter van de sancties. “Het akkoord is eigenlijk een casinocompromis dat zegt dat de landen gewoon mogen blijven spelen binnen de eurozone.” En het commentaar van de socialistische fractieleider Martin Schultz was niet minder mild: “Het Frans-Duitse directorium is een aanslag op de Europese Unie. Herman van Rompuy zou er beter mee stoppen want hij wordt gebruikt als een vijgenblad.” De Eurocrisis is een goede lakmoesproef voor de betekenis van het Europees parlement. Natuurlijk, er zijn meer momenten geweest die geduid kunnen worden als cruciaal voor de parlementaire ontwikkeling, maar de druk is nu wel erg groot. En daarmee is het van bovengemiddeld belang te volgen hoe het parlement zich in het geweld van ECB en IMF, van miljarden omvattende steunoperaties
en nationalistische reflexen, van voorstellen tot nieuwe functies en instituties van nieuwe commissariaten tot een Europese economische regering, zich profileert, zich laat zien (zichtbaarheid en onzichtbaarheid zijn, zoals bekend, het nieuwe to be or not to be), zich overeind houdt. Gezien de ingrijpendheid van de stappen die de laatste anderhalf jaar gezet zijn en nog gezet gaan worden is de kwestie van de democratische legitimiteit van de besluitvorming in Europees verband alleen maar belangrijker geworden. Wat vermag het parlement hierin voor een rol te spelen? Dit is niet de plek om uitgebreid stil te staan bij de institutionele inbedding, bij bevoegdheden, bij Lissabon. En ook de andere kant van het verhaal, het clichébeeld van presentielijsten tekenende, overdeclarerende politici wier belangstellingsbiotoop getekend wordt door de bacteriële conditie van Franse kazen en de kromming van bananen is genoegzaam bekend. Een paar jaar Europese Studies is ruim voldoende voor de ervaring op verjaardagsfeesten met deze thema’s bestookt te worden. Maar ruimte voor een paar kanttekeningen over de verankering van het Europese parlement in de nationale politiek cultuur is er wel. En het gaat er daarbij niet alleen om de betekenis van het Europees parlement voor de politieke agenda in Nederland maar om de Brusselse besluitvorming in algemene zin. En wat dan geconstateerd kan worden is op zijn minst een spanning tussen de voorgegeven en de werkelijke betrokkenheid van veel politici bij Europa. Hoe, bijvoorbeeld, is de klacht dat ‘Brussel’ niet leeft onder het electoraat te rijmen met het uitblijven van enige vertaling van de geconstateerde kloof tussen politiek establishment en kiezers, zoals die bleek bij het referendum van 2005 over de Europese grondwet. Als de politieke partijen voor ongeveer 80% voor zijn en de kiezers voor 65% tegen, dan heb je wat uit te leggen. En welke gelegenheid is dan mooier dan de een jaar later te voeren politieke campagnes voor de verkiezingen in het najaar van 2006. Maar het thema Europa werd getroffen door een oorverdovende stilte. Waar het ook over ging (populair waren de polls en de reacties daarop, dus wat Bos vond van de reactie van Verhagen op de reactie van Marijnissen op de reactie van Balkenende op de laatste peilingen), het ging niet over Europa. Iets vergelijkbaars valt op te merken als het gaat om de verkiezingen voor het Europees parlement. Hoe paradoxaal het ook klinkt, in de beleving van een groot deel van de landelijke politici gaat het ook dan niet over Europa. De stembusuitslag wordt geduid als een vertrouwensvotum,
Eurovisie November 2011
danwel een motie van afkeuring voor het zittende kabinet. Of als een ultiem bewijs voor de desinteresse van het publiek, voor de niet beheersbare hang naar populisme, voor een afrekening met de politiek in het algemeen. Maar Europa? Publieke betrokkenheid bij Europa is niet op afroep beschikbaar. Maar het wegwerken van paar weeffouten in het huidige bestel zou dit wel makkelijker maken. Waar ik aan denk is op de eerste plaats de Europese dimensie van de verkiezingen scherper tot uitdrukking brengen. Door de verkiezingen op één dag te laten plaatsvinden en niet, zoals nu, verspreid over meerdere dagen. En je in dit streven niet tegen te laten werken door de veronderstelde verschillende stemgewoonten (altijd op zondag in het ene land, nooit op zondag in het andere). Gewicht toekennen aan dat argument impliceert immer wel een uiterst povere ambitie om de kiezerswil in Europees verband serieus te nemen. En tot het zo ver is stel ik een verbod voor om Ferry Mingele al op de avond dat de EP-verkiezing in Nederland heeft plaats gevonden de uitslag te laten becommentariëren. Het voor je houden van de resultaten totdat in de andere landen de laatste stembus is gesloten is toch wel het minste dat je op kunt brengen. Let wel, het negeren van deze elementaire regel is zowel een blijk van gebrek aan politiek fatsoen alsmede een onderstreping van het feit dat je toch vooral in de nationale duiding van de uitslag geïnteresseerd bent. En daarnaast, het spreekt haast van zelf, moeten de verkiezingen echt Europees worden. Een voorwaarde om het parlement echt uit te laten groeien tot een door Europese burgers als legitiem en als vanzelfsprekend ervaren vertegenwoordigend lichaam. Een voorwaarde dus ook om het parlement ooit, zoals de PvdApoliticus Anne Vondeling eens schreef, geen lam maar leeuw te laten zijn. Geen districten(landen)stelsel met afgevaardigden per land maar in plaats daarvan Europese lijsten. Weg met de nationalistische reflexen, weg met de oververtegenwoordiging van Luxemburg, weg met de noodzaak je in het stemhokje te beperken tot je landgenoten. Ik wil mijn stem uit kunnen brengen op Joshka Fischer, de federalistisch ingestelde voormalige minister van buitenlandse zaken van de Bondsrepubliek. Of op Alain Kouchner, de Franse oprichter van Artsen zonder Grenzen. Of, zijn naam is al eerder gevallen, op Guy Verhofstadt. Ieder die hem in het tv-programma Zomergasten over Europa heeft horen vertellen zal begrijpen waarom.
9
Buitenland
Barcelona Leeft
-Vera Duivenvoorden
“Met een dreun sla ik de voordeur van het modernistische huis achter mij dicht. De zon prikt in mijn slaperige ogen. Een horde mensen omgeeft mij, terwijl ik mij met mijn lange benen een weg baan naar de metro. Niemand lijkt haast te hebben, niemand laat mij voorgaan. Met het ritme van een galopperend paard ren ik de trappen af. Terwijl het gepiep van de arriverende metro steeds scheller wordt, wordt mijn lichaam steeds meer doordrongen van de klamme hitte. Mijn net gewassen haren beginnen klef aan te voelen. Net op tijd schiet ik tussen de dichtgaande deuren van de metro naar binnen. Fel neonlicht en een koele airconditioning zijn nu mijn metgezellen. Terwijl ik mijn tas goed in de gaten probeer te houden, zie ik menigeen apathisch voor zich uitstaren. Wanneer een mannenstem ‘Universitat’ omroept baan ik mij een weg naar de deur. Ik druk op de nu knipperende groene knop en treed de muffe warme gangen binnen. Ik pak de roltrap naar boven en het schelle daglicht verwelkomt mij weer. Ik heb de onderwereld achter
10
me gelaten. Ik passeer een stel thuislozen die hun roes uitslapen terwijl ik onder de poort met de letters ‘Geografia i Història’ doorloop. Ik loop voorbij een bank waarop met grote rode graffitiletters ‘Socialisme’ geschreven staat, met daarnaast de Catalaanse vlag, de gekruiste hamer en sikkel en het vrouwenteken. Ik nader een bont gekleed gezelschap, veelal versierd met piercings en tatoeages en af en toe een hanenkam. Velen roken shag. Posters over onafhankelijkheid, yogalessen en fotografielessen trekken enkele seconden lang mijn aandacht. Ik slenter twee trappen op naar lokaal 206. Als mijn jolige docent van het vak ‘Bizanci i islam’ rond kwart voor tien de deur van het lokaal achter zich dichtgooit en vol energie ‘Bienvenidos’ roept, beseffen mijn net ontwakende hersenen: een nieuwe studieweek in Barcelona is aangebroken.
“Overal tref ik Catalaanse vlaggen, het A-symbool van anarchisme en de communistische hamer en sikkel aan”
”De ‘Facultat de Geografia i Història’ van de ‘Universitat de Barcelona’ ligt in het centrum van Barcelona. Ondanks het feit dat op onze faculteit niet de beloofde zestig procent van de vakken in het Catalaans worden gegeven, maar waarschijnlijk zelfs tachtig procent, ben ik er toch in geslaagd een aardig pakket Spaanse vakken bij elkaar te sprokkelen. Aangezien de door mij gekozen variant van Europese Studies Spaans is, leek het mij verspeelde moeite om vakken in de hier veel gesproken taal, het Catalaans, te volgen. Menig Catalaan zou mij deze zin niet in dank afnemen: men is hier namelijk erg trots op het Catalaans. Sommige Catalanen hebben zelfs moeite met de Spaanse taal, omdat ze niet anders gewend zijn dan Catalaans met hun vrienden en familie te spreken. Veel van de jongeren hebben weinig van Europa gezien. Ik heb zelfs een aantal jongeren ontmoet die niet verder zijn gekomen dan Zuid-Frankrijk. Van enig eurocentrisme merk je daarom weinig. Door de enorme werkloosheid zal het euroscepticisme waarschijnlijk alleen maar toenemen. In mei jongstleden was het werkloosheidspercentage in Spanje meer dan twintig procent. Op straat vallen de grote verschillen tussen rijk en arm gelijk op. Ik heb in het ‘Ciutadella park’ zelfs een aantal jongeren ontmoet die hun nachten in de open lucht doorbrengen. Hippies, jongeren met veel piercings, extreme kapsels (denk aan lang haar, dreadlocks, hanenkammen) en veel tatoeages vallen op in het straatbeeld van Barcelona. De jongeren in Barcelona willen gezien worden en laten hun stem horen. Overal tref ik Catalaanse vlaggen, het A-symbool van anarchisme en de communistische hamer en sikkel aan. Men zit vol idealen en laat deze niet ongezien. Ik ben passant geweest van een demonstratie van studenten Geneeskunde, die met de borden met de Catalaanse tekst: ‘La nostra formació, La salut de tothom’ in hun handen liepen. Vandaag kregen wij zelfs een briefje in het Catalaans in onze hand gedrukt met de boodschap dat er vrijdagavond een demonstratie zal plaatsvinden bij onze faculteit, gericht tegen de privatisering van het onderwijs. Kortom, er heerst onrust onder de studenten. Ondanks deze duidelijke uitingen van ontevredenheid straalt Barcelona ook veel inspiratie en energie uit. Denk aan alle prachtige modernistische gebouwen, de kleine winkels waarin kunstenaars Eurovisie November 2011
hun zelf ontworpen kledingstukken verkopen, de festivals, de gemoedelijke cafés en de bruisende straten: Barcelona slaapt nooit. Dat Barcelona nooit slaapt, behalve tussen twee en vijf wanneer de dagelijkse siësta plaatsvindt en menig winkel gesloten is, heb ik vaak meegemaakt. Dag gaat hier vloeiend over in nacht. Er zijn altijd mensen op straat. Het nieuwe ritme, de hitte en de vreemde taal geven mij het gevoel dat ik in een hele andere wereld leef, ondanks dat deze stad ook onderdeel van ‘ons Europa’ uitmaakt. Het leven in Barcelona laat niets te wensen over. De tapas zijn heerlijk, de zon geeft energie en het idealisme van de jongeren hier zet aan tot nadenken over je eigen politieke betrokkenheid. Ik heb al heel veel inspirerende mensen ontmoet die afkomstig uit uiteenlopende landen zoals Duitsland, Iran, Tunesië, België, Zwitserland en natuurlijk Spanje. Één persoon blinkt daarbij uit, omdat hij gedurende de afgelopen drie weken als mijn culturele gids heeft gediend. Dit is de zestigjarige hippie afkomstig uit Iran: Farhad, hier beter bekend als Baba vanwege zijn imposante baard. Ik heb hem in het park ontmoet en hij heeft sindsdien mij en mijn vrienden heel veel culturele plekken in Barcelona laten zien: een foto-expositie over Iran, een film-avond - met pizza – in een galerie en een concert van een Nederlands bandje in een verborgen café. Barcelona heeft al zoveel indruk op mij gemaakt en dat terwijl ik mij pas een maand op Catalaanse bodem begeef. Er ligt nog zoveel in het verschiet, zoals bezoek uit Nederland, dat mij weer met andere ogen naar Barcelona zal laten kijken, en waarschijnlijk nog heel veel mooie ontmoetingen. Barcelona blijft mij verbazen, elke dag weer... 11
Recensie
De intellectuele verleiding Gevaarlijke ideeën in de politiek
- Christopher Houtkamp Wie Europese Studies doet, moet volgens Eurovisie per definitie geïnteresseerd zijn in de cultuur en de politiek van ons continent. In zijn boek De intellectuele verleiding. Gevaarlijke ideeën in de politiek (juni 2011) laat oud-minister en -eurocommissaris Frits Bolkestein zijn licht schijnen over beide sectoren van de maatschappij sinds de achttiende eeuw. Of Bolkestein er zelf ook gevaarlijke ideeën op nahoudt, moet elke lezer zelf maar beoordelen. In dit boek opent Bolkestein de aanval op de intellectuelen, dat wil zeggen op diegenen wier ideeën politiek van aard zijn. Onze tijd, waarin de intellectuele elite onder vuur ligt, lijkt een gunstig jachtseizoen. Maar wie nu precies die gevaarlijke intellectuelen zijn, wordt helaas nergens in het boek helemaal duidelijk. Zijn het ‘de handelaren in tweedehands ideeën’, over wie Bolkestein zich minachtend uitlaat? Of zijn het linkse denkers, zoals Rousseau, Marx of Foucault? Die denkers krijgen er namelijk fors en continu van langs. Zijn het politici die aan het intellectuele discours deelnemen, zoals Bolkestein zelf? Churchill en de Gaulle zijn het in elk geval niet: “Zo waren Winston Churchill en Charles de Gaulle denkers en schrijvers, maar intellectuelen waren zij niet. Intellectuelen waren de leveranciers van hun ideeën.” Wat een warrige bewering: de twee grootste westerse staatslieden uit de vorige eeuw zijn wél denkers, maar zitten blijkbaar zonder ideeën. Die laatste moesten ze halen bij …. de intellectuelen! Bij gevaarlijke lieden dus, omdat ze zich volgens Bolkestein voeden met abstracties, bij gebrek aan levenservaring. Dat gemis is in zijn ogen de grote makke van de gevaarlijke intellectueel. Het pakt desastreus uit als die abstracties zich nestelen in een ‘romantisch warhoofd’, zoals dat van een dertiger of veertiger. “De meeste
12
jonge mensen – en vrijwel alle jonge intellectuelen – hebben nog niet de kans gehad ervaring op te doen. Het is daarom waarschijnlijk dat hun politieke ideeën niet bijzonder waardevol zijn of zelfs gevaarlijk, vooral als ze van algemene strekking zijn.” Naar Bolkesteins zeggen zijn de meeste belangrijke verhandelingen over de politiek geschreven nadat de auteur de vijftig is gepasseerd. Als uitzonderingen op die regel noemt hij Hume en Tocqueville; zij mogen zich op zijn bewondering verheugen. Pour besoin de la cause vergeet hij te vermelden dat er veel meer politieke denkers zijn - Machiavelli, Karl Marx, Max Weber, Spinoza, Hugo de Groot, en vele anderen - die op jongere leeftijd een waardevolle bijdrage leverden aan de politieke wetenschap.
Qua wereldbeeld voelt hij zich naar eigen zeggen slechts thuis in het classicisme, waar de Rede alleenheerser is. Ook zijn genealogie van het concept ‘intellectueel’ is niet geheel onaanvechtbaar. Het begrip ‘intelligentsia’ duikt, zo weten we, voor het eerst op in het Rusland van de 19e eeuw. Bolkestein geeft toe dat er daarvoor ook al mensen waren met belangstelling voor ideeën (sic), zoals Plato, Aristoteles en Thomas van Aquino. De abstractie nam een hoge vlucht in de Parijse salons van de 17e eeuw. Daar werd de conversatiekunst beoefend
middels een bijna abstract woordgebruik. Vervolgens zou dit fenomeen medio 18e eeuw een hoogtepunt bereiken, volgens Bolkestein de tijd van de hommes de lettres en de honnêtes hommes. Hier laat zijn eruditie hem toch echt in de steek: de laatste categorie situeren rondom 1750 is een evident anachronisme, de honnête homme hoort immers thuis in de zeventiende eeuw. Gekenmerkt door goede manieren en een gecultiveerde geest bezit hij nog niet de kritische instelling die kenmerkend zal zijn voor de philosophes uit de achttiende eeuw. Zij zijn het – en niet de honnêtes hommes - die aan de wieg staan (als die er überhaupt is) van de moderne intellectueel, doordat zij zich laten leiden door de zuivere rede en hun kritische blik op sociale conventies en politieke instituties.
Het obsessief schieten op linkse doelen (…) doet wat onbeholpen aan Bolkestein heeft niets tegen kritische geesten, voor zover die in zijn straatje passen en zijn belangen niet schaden. Want naast ideeën zijn er belangen. Die worden in zijn visie het best behartigd door het liberalisme. Hij verdedigt deze ideologie dan ook met ongekende passie. Dat is zijn goed recht, er valt eventueel zelfs iets voor te zeggen. Maar zijn analyse van het liberalisme en van de crisis die de beweging doormaakt in de negentiende eeuw, is niet erg objectief. Voor de werken van hen die eind negentiende en begin twintigste eeuw de tekortkomingen van het klassieke liberalisme blootleggen, Freud, Marx (Bolkestein vergeet Darwin), heeft hij geen goed woord over. Hij ziet niet in, of wil niet inzien, dat het verlichtingsconcept van de rationele vrije geest, een niet onbelangrijk onderdeel van de klassiek-liberale ideologie, aan erosie bloot staat en dat Marx, Freud en Darwin tot op zekere hoogte gelijk hebben. De menselijke geest vermag niet altijd rationeel te opereren. Freud wees op de rol van het onbewuste, Marx op die van de economische omstandigheden en Darwin toonde aan dat de mens een product is van de evolutie en dat zijn gedrag daardoor sterk gedetermineerd is. Dat de mens speelbal is van zijn driften (Nietzsche) wil er bij Bolkestein niet in. Qua wereldbeeld voelt hij zich naar eigen zeggen slechts thuis in het classicisme, waar de Rede alleenheerser is. Eurovisie November 2011
Het moge duidelijk zijn dat hij de Romantiek geen warm hart toedraagt. Alles gaat fout vanaf het moment dat Gevoel & Verbeelding aan de macht komen en de Rede een toontje lager doen zingen. Door deze vooringenomenheid ten aanzien van romantiek en idealisme (voor Bolkestein een fatale mix binnen de politiek) verleidt De intellectuele verleiding iets minder. Het obsessief schieten op linkse doelen (het marxisme, de voormalige fellowtravellers, de generatie van 68, Nieuw Links etc.) doet wat onbeholpen aan, wat ook geldt voor zijn onvermogen onderscheid te maken tussen mens en werk. Is Emile ou de l’éducation een slecht boek omdat Rousseau zijn kinderen in een gesticht stopte? Gustave Flaubert moet het ontgelden, omdat hij zijn afkeer voor de burger (“Je suis bourgeoisophobe”) uitsprak, maar zich tegelijkertijd als mens comfortabel zou hebben gevoeld in zijn burgerbestaan tijdens de Julimonarchie. Nou en? Dat mag wellicht zo zijn, het doet niets af aan de allure van zijn meesterwerk Madame Bovary. Bolkestein realiseert zich overigens niet dat hij in zekere zin een bondgenoot in Flaubert heeft, omdat deze in zijn beroemde roman juist wijst op het gevaar van romantische clichés voor jonge ontvankelijke zielen. Ondanks een aantal onjuistheden, de aanhoudende ideologische toon en het feit dat hij voor de zoveelste keer de superioriteit proclameert van de huidige Westerse cultuur ten opzichte van de moslimwereld, heeft De intellectuele verleiding de lezer nog het nodige te bieden. De auteur zegt behartenswaardige dingen over bijvoorbeeld de Europese Unie (ook al is deze lezer het niet met hem eens) en over de ontwikkelingshulp in Afrikaanse landen. Wellicht onbedoeld geeft hij het jonge publiek ook een aantal nuttige leestips. Zo geeft hij een bijzonder aardige samenvatting van Le diable et le Bon Dieu van Sartre (toch niet direct een van zijn lievelingetjes). Hetzelfde geldt voor de Fable of the bees van Mandeville. Bijzonder boeiend is het hoofdstuk getiteld: De mythe van de zuiverheid, waarin hij lijnen trekt van de obsessie die men in de 19e en 20e eeuw had (en nu nog steeds heeft) met het concept ‘zuiverheid’ - de zuivere leer, de zuiveringen binnen het nazisme en het communisme naar de klassieke oudheid en het joods-christelijke erfgoed. Bolkestein spreekt van een concept ‘met een bijzonder explosief potentieel’. Hier slaat hij de spijker op de kop. Dat hij elders soms de plank misslaat, nemen we dan maar op de koop toe.
13
Veiligheid
Digitale Privacy -Elizabeth Bijl Internet, iedereen maakt er dagelijks gebruik van en inmiddels blijft het lang niet meer alleen maar bij surfen op het web. Online kopen, je bankzaken regelen, voor alles kun je terecht op het wereldwijde web. Mooi geregeld, maar de twijfels over de veiligheid op internet nemen enorm toe. En dat is niet zonder redenen. Afgelopen augustus bezocht ik FOAM, het fotografiemuseum van Amsterdam. Helemaal bovenin was een kleine zaal ingericht voor de tentoonstelling ‘Showroom Girls’. Fotograaf Willem Popelier vond op een openbare computer in een winkel 91 foto’s en twee filmpjes gemaakt door twee meiden. Op de foto’s heeft één van hen een kettinkje om met haar naam erop. Popelier heeft vervolgens alle sociale media ingezet die je maar kunt bedenken (Hyves, Twitter, Facebook) en wist uiteindelijk een boel gevoelige en persoonlijke informatie te achterhalen. Naast dat hij ontdekte waar ze woont, wist hij na wat graafwerk zelfs haar oude basisschoolrapporten terug te vinden. Deze fotograaf heeft al eerder onderzoek gedaan naar de rol van fotografie op het internet en in de sociale media. Daaruit bleek dat deze twee meiden niet de enigen te zijn die in winkels gebruik maakten van apparaten om foto’s en filmpjes te maken, die vervolgens opgeslagen bleven. In deze tijd doet iedereen wel aan een vorm van sociale media en Popelier heeft met zijn project aangetoond dat er veel meer online staat dan men zelf vaak weet of wil. Zelf schrok ik ervan hoe diep iemand in jouw verleden kan graven zonder dat je weet dat dit allemaal online staat. Ik besloot een onderzoekje te doen naar mijn eigen naam. Na een middagje Googlen kwam ik terecht op alle sites waar ik een profiel heb, vond ik mijn inzending voor een oude gedichtenwedstrijd terug, las ik twitterberichten van een jaar geleden (terwijl mijn profiel toch echt afgeschermd is) en sta ik blijkbaar geregistreerd als upcoming artist op een site waar je ‘works of art’ kunt kopen. Er worden de afgelopen maanden veel vraagtekens gezet bij de veiligheid en het privacybeleid op internet. Aanleiding hiervoor was natuurlijk de 14
OV-chipkaart die binnen de kortste keren gekraakt werd. Maar de inbraak bij internetbedrijf DigiNotar, begin september dit jaar, maakte pas echt veel los. Dit bedrijf geeft bewijzen van echtheid uit van belangrijke websites als DigiD, een website waar veel persoonlijke informatie van burgers opstaat. De taak van DigiNotar was controleren of een browser wel ‘echt’ is en je niet wordt omgeleid naar een andere website. Door deze inbraak wist je dus niet of je op de juiste overheidssite terecht kwam. Zo kon jouw gevoelige informatie terecht komen bij de krakers, en bovenal had dit grote gevolgen voor het online betalingsverkeer. Minister Donner gaf daarom het advies om DigiD voorlopig niet te gebruiken. Er werd meteen overgegaan op andere zogeheten PKI-certificaten. Het operationeel beheer van de certificaten van DigiNotar werd overgenomen en op deze manier werden alle valse certificaten eruit gefilterd. Inmiddels zouden al deze overheidssites weer ‘veilig’ zijn om te gebruiken. Uit een onderzoek van Govcert.nl uit 2009 bleek al dat de internetveiligheid verslechterd was in Nederland. Dit is vooral te wijten aan de zwakke infrastructuur van het internet zelf. Maar ook zijn
updates van software moeilijk te downloaden, waardoor programma’s snel verouderen en de beveiliging ervan afneemt. Daarnaast worden er veel meer programma’s, die voorheen nog gewoon op de computer geïnstalleerd werden, naar het internet verplaatst. Ook overheidssystemen en databases worden niet vaak genoeg voorzien van nieuwe cryptografie; de codes om programma’s te beveiligen. Je zou verwachten dat de overheid hier toen al een groot gevaar zag en de beveiliging daarom zou aanscherpen. Maar niets is minder waar: uit een rapport dat werd uitgegeven door de Staat blijkt dat er in de afgelopen anderhalf jaar tenminste zeven keer geprobeerd is overheidsprogramma’s te kraken. Op het spel stond uiterst gevoelige informatie. Deze lijst laat zien dat er tientallen meldingen zijn van getroffen organisaties. Van ministeries tot gemeenten en van waterschappen tot het KNMI en het CBS. Een gedeelte van de lijst is zwart gemaakt omdat het hier om zulke gevoelige acties en organisaties gaat dat de veiligheid van de Staat in het geding zou zijn geweest. Het lukt de overheid dus niet om haar internetbe veiliging waterdicht te krijgen. Programma’s die te laat worden vervangen, beveiliging die toch te kraken valt en hele systemen die platgelegd worden. Pijnlijk, vooral omdat er in deze gevallen vaak persoonsgegevens voor het oprapen liggen. Niet zo verbazingwekkend dus dat er kritische geluiden klinken vanuit zowel de politiek als de Nederlandse bevolking.
men met een beetje speurwerk de persoonlijke gegevens van ambtenaren achterhalen met als gevolg dat deze programma’s platgelegd moesten worden om nieuwe beveiliging aan te brengen. Toch is het tegen de tijd dat dit gebeurd eigenlijk al te laat en is de privacy van duizenden ambtenaren aangetast. Volledige elektronische beveiliging is blijkbaar niet haalbaar. Dit betekent dat de overheid, maar ook het bedrijfsleven, gebruik zal moeten maken van andere technieken. Een van de mogelijkheden is niet langer alles aansluiten op het internet. Dat lijkt misschien een stap terug in de ontwikkeling van de operationele systemen, maar hoe ingewikkelder het wordt, des te moeilijker het dus blijkbaar is om voor passende beveiliging te zorgen. Fantastisch als je een wegenverkeersnet of waterbeheersysteem hebt dat is aangesloten op het internet maar als hackers het plat kunnen gooien, zit je echt met een groot probleem. Zover is het nu gelukkig nog niet gekomen, maar het is duidelijk: er moet actie worden ondernomen en snel ook. Het kan niet zo zijn dat een falend ICT-beleid de veiligheid van de Staat en burger in gevaar brengt. Maar behalve bij de overheid liggen er ook verantwoordelijkheden bij onszelf. Zo zijn een up-todate virusscanner en een goedwerkende firewall een must om je computer te beschermen tegen hackers en virussen. En daarbij blijft het natuurlijk altijd van belang om je eigen gezond verstand te gebruiken. Zet niet teveel persoonlijke informatie op je profielsites van Facebook of Twitter. Kijk bij online betalingsverkeer in de balk of er een gesloten slotje staat en bedenk goed waar je mee bezig bent voordat je ergens je creditcardgegevens achterlaat. Je kunt niet alles voorkomen maar in dit geval telt een gewaarschuwd mens minstens voor twee.
Begin oktober dit jaar waren er weer tientallen gemeenten die gehackt waren waardoor er gevoelige informatie op internet te vinden was. Zo kon Eurovisie November 2011
15
Interview
OBC team – Internationale koerierdienst Alumnus Doede van der Linden – managing director -Linde-Kee van Stokkum
Ik ontmoet Doede van der Linden na een voor hem zeer stressvolle werkdag. Van der Linden is sinds vijf jaar managing director van het door hem zelf opgerichte On-Board Courier (OBC) Team Amsterdam. Wat is OBC team Amsterdam? Ik maakte de fout om met een fietskoeriersbedrijfje op de proppen te komen. De bedoeling van het bedrijf ligt echter ergens anders, namelijk: Er belt een klant op die een zending heeft die zo snel óf zo zeker mogelijk ergens naar het buitenland moet. Vervolgens wordt er een koerier van OBC team opgetrommeld. Deze haalt de zending op, checkt in op Schiphol, vliegt naar het land van bestemming en levert daar de zending persoonlijk af. Het gaat dan bijvoorbeeld om originele juridische poststukken, prototypes van halfgeleiders, onderdelen voor de auto-industrie of andere technische onderdelen die uit Nederland komen en in het buitenland nodig zijn om een bepaald productieproces weer op gang te helpen. De taak van Van der Linden is het op kantoor regelen van de trajecten van de koerier en de bijbehorende zen-ding, meestal in zeer korte tijd. Het betreft hier zeer verantwoordelijke koeriers; het bestand van Van der Linden is heel gevarieerd, reikend van studenten, dertigers tot een gepensioneerde. Het zijn veelal mensen die makkelijk met hun baan kunnen schuiven om per direct even naar de andere kant van de wereld te vliegen. Ook de ouders van Van der Linden vliegen regelmatig voor zijn bedrijf de wereld over. De hectiek van de afgelopen middag is veroorzaakt door twee zendingen. Een van die zendingen moest naar Karratha in Australië. Hier was een elektriciteitscentrale stuk. De vervangende onderdelen worden in Nederland gemaakt en moesten met grote spoed richting Australië. Het desbetreffende bedrijf belde om 10 uur in de ochtend. Snel werd er een koerier geregeld. Deze was om 1 uur op Schiphol. De desbetreffende vlucht zou om half 4 vertrekken. De zending arriveerde uiteindelijk pas om kwart over 2 op Schiphol. Bij het inchecken leek het visum volgens de computer niet goed te zijn, maar dat was het in werkelijkheid wel. De koerier kwam uiteindelijk wel door de douane en moest vervolgens keihard rennen naar het vliegtuig. De zending was een groot pakket van één bij twee meter, dat als handbagage mee het vliegtuig in moest. Een zodanig groot pakket mag normaliter eigenlijk niet mee, maar de koerier heeft het toch voor elkaar weten te krijgen om met pakket en al het vliegtuig in te mogen. Nu vliegt de koerier eerst naar Dubai, waar deze zal overstappen op het vliegtuig naar Perth. Hier zal de koerier overnachten en ’s ochtends vroeg zal de tocht hervat worden met een vlucht naar Karratha. De koerier is dan ongeveer 42 uur onderweg. Van der Linden heeft de hele trip, samen met een andere zending, in anderhalf uur geregeld. Doede van der Linden begon zijn studieperiode aan de Katholieke Universiteit Nijmegen in 1994, waar hij zijn propedeuse Duits behaalde. Na een jaar vertrok hij weer terug richting de Randstad, waar hij opgroeide, en aan de hand van zijn interesse in Europa startte hij zijn nieuwe studie aan de UvA: Europese Studies (ES). Europese Studies kende toen nog een andere indeling dan nu: Van der Linden volgde als hoofdtaal Duits, als steuntaal eerst Spaans, vervolgens koos hij na twee semesters voor Engels, en volgde als niet-letterenvariant Rechten. In Nijmegen kwam Van der Linden voor het eerst in aanraking met het koerierswerk, waar hij uiteindelijk de rest van zijn leven mee bezig zou zijn. Eerst werkte Van der Linden tien jaar zelf als koerier en nu heeft hij dus zijn eigen bedrijf in de koerierswereld. In 1999 ging Van der Linden er even tussen uit en werkte hij een jaartje bij het ITbedrijf Pink Elephant, waarna hij ook zijn eigen internetbedrijfje in webdesign oprichtte: www.doede.net. Dit bedrijfje runt hij overigens nog steeds parttime naast zijn bezigheden voor OBC team. In 2000 is Van der Linden toch opgehouden met zijn koerierswerk op Schiphol, waarna hij bij een internetprovider aan de slag ging. 16
Na zijn afstuderen in 2003 vertrok Van der Linden in 2004 met zijn gespaarde geld vervolgens naar Turkije, waar hij een snackbar begon. Na één zomer een snackbar gerund te hebben, verhuisde hij weer terug naar Nederland. Vanaf 2002 tot 2004 zat Van der Linden in het Ses-bestuur, waar hij eigenlijk met de haren is bijgesleept. Nadat hij was afgestudeerd, bleef Van der Linden nog steeds actief betrokken bij de SES. Er waren namelijk er geen opvolgers te vinden voor een nieuw bestuur. Uiteindelijk heeft het bestuur zich toentertijd zelf opgeheven, waarna er met behulp van een docente toch nog een nieuw bestuur gekomen is: ook de SES kent dus ups en downs. Na zijn terugkomst nam Van der Linden weer plaats in de IT-wereld. Door de jaren heen heeft hij steeds gesolliciteerd naar zogenaamde Europese Studies-banen, maar hij moest het altijd afleggen tegen mensen die Rechten of Politicologie hadden gestudeerd. Dit belooft niet veel goeds voor ons: een lekkere brede studie is blijkbaar niet altijd in je voordeel. Tijdens zijn carrière aan de VU, ook in de IT-sector, begon Van der Linden zijn eigen huidige bedrijf OBC team Amsterdam. Ondanks het feit dat Van der Linden geen typische ES-baan heeft, is hij in zijn huidige werk toch veel met Europa-gerelateerde zaken bezig. In de transportwereld lopen weinig mensen rond met een Doctorandustitel en heeft hij grote voordeel van zijn talen- en rechtenkennis. ES heeft geen rechtstreekse invloed op zijn huidige bezigheid, maar toch is Van der Linden erg blij met zijn keuze om ES te gaan studeren. Het belangrijkste dat hij geleerd heeft is op een academische wijze te leren na denken. Van der Linden heeft niet echt tips voor huidige ES-studenten. Volgens hem moet iedereen doen wat hem of haar goed lijkt. Je moet absoluut niet bang zijn om keuzes te maken. Hij ziet wel een groot belang in het afmaken van je studie, alleen al omdat je met een diploma toch meer voorstelt dan zonder. Daarnaast heeft de wereld om het studeren heen veel betekend voor de toekomst van Van der Linden. Doordat hij relatief lang over zijn studie heeft gedaan, heeft hij veel tijd gehad om andere dingen te ondernemen en hiermee een grote levenservaring op te doen. Daarnaast adviseert hij nog één ding: in een sollicitatiebrief is het volgens Van der Linden heel belangrijk te hameren op je capaciteiten. Een weinig bekende studie zoals ES zegt werkgevers vaak veel minder dan de kwaliteiten die je telt. De moeder van Van der Linden is zijn rots in de branding. Ook zij is koerier; ze heeft al 16 jaar ervaring, woont dicht bij Schiphol en als daar iets mis gaat, lost zij het probleem ter plekke op. Zij zei altijd: ‘Denk aan je studie! Door dit koerierswerk help je je studie naar de knoppen!’. Van der Linden heeft desalniettemin lekker gedaan wat hij wilde en zich nooit druk gemaakt over het financiële plaatje. De oude Doede, de Doede van nu, betaalt momenteel voor de jonge Doede van toen. Hij heeft altijd geloofd in de toekomst en doet dat nog steeds: als het niet op deze manier werkt, dan zoekt hij wel weer iets anders. Zijn optimisme en kwaliteit om altijd van het leven te genieten hebben hem nog altijd niet ten gronde gebracht en zogezegd heeft zijn moeder dus ongelijk gehad.
Eurovisie November 2011
17
Stage
Stage in Londen Over kardinalen, denken in de denktank, Europa en de roddelpers. - Maxime Smit Als onderdeel van het programma van de Master Europees Beleid loopt Eurovisies redacteur Maxime van september tot en met december stage in Londen bij de denktank Open Europe. In deze Eurovisie bericht zij over hoe het is om tijdelijk in één van Europa’s grootste steden te wonen en te werken.
En dan ben je opeens verhuisd. Na maanden te hebben geroepen dat het nog zo lang duurt tot 5 september, was het toch wel even slikken om dan opeens echt op een mistige maandagochtend in Londen voor de deur te staan van stageverlener Open Europe. Het begon met verwarring. Aan de gevel van gebouw nummer 7, want daar moest ik zijn volgens de website, hing een groot bord met de woorden ‘Faith House’ en in het raam naast de deur straalde een uitgebreid assortiment aan Bijbels, bordeauxrode kardinaalsjassen en andere priestersnuisterijen me tegemoet. Wat aarzelend opende ik de deur. Ondertussen schoten er duizend gedachten door mijn hoofd, variërend van waarom het ook al weer zo’n goed idee had geleken om naar het buitenland te gaan – in plaats van gewoon lekker om de hoek in Amsterdam stage te gaan lopen – tot of mijn nieuwe stageverlener wel, zoals beloofd, een denktank was en geen vermomde kerkelijke sekte die dealt in bisschopskostuums. Ik overwoog of het laf zou zijn om rechtsomkeert naar Nederland te maken, maar bedacht dat ik niet zojuist tachtig euro aan een ticket had uitgegeven om meteen al bij de voordeur het bijltje erbij neer te gooien. Dus daar ging ik, met mijn hazenhart door de deur. Het viel mee, zoals al het nieuwe altijd eigenlijk best mee valt. Open Europe is inderdaad gewoon een denktank en geen sekte gespecialiseerd in hosties. De kerkcouturewinkel bleek alleen de begane grond te beslaan, ons kantoor ligt daarboven.
18
Inmiddels zijn we al meer dan een maand verder en sinds die eerste dag loop ik mijn dagelijkse route naar kantoor met een stuk meer zelfvertrouwen. We krijgen immers niet allemaal de kans om drie maanden in een van de grootste steden op aarde te vertoeven en dat realiseer ik me maar al te goed als the Houses of Parliament me tijdens mijn dagelijkse wandeling naar werk toelachen, Big Ben me vertelt of ik op tijd ben of me – zoals iedereen in Londen – interessant en drukbezet-kijkend moet haasten en Margaret Thatcher gehuld in pastelblauw zowaar voorbij rijdt richting parlement in haar auto met chauffeur.
“… en Margaret Thatcher gehuld in pastelblauw zowaar voorbijrijdt richting parlement in haar auto met chauffeur.” Ondertussen ben ik nog nooit zo op de hoogte van het nieuws in Europa geweest als nu. Open Europe is een denktank die zich bezighoudt met het hervormen en moderniseren van Europees beleid en schrijft rapporten en organiseert debatten over hoe dit volgens hen zou moeten. Kerngedachte van de organisatie is dat het principe van Jean Monnets ‘ever closer union’, dat alsmaar meer integratie van de EU verwacht, een kritiek punt bereikt heeft. Sterker nog, het heeft gefaald nu blijkt dat veel mensen en landen eigenlijk helemaal niet zo op al die verregaande integratie zitten te wachten. Je hoeft de krant maar open te slaan om al het commentaar te lezen van burgers die het gevoel hebben onterecht voor de schulden van andere landen op te draaien, ik noem maar wat. Open Europe plaatst zich in het Europese spectrum als kritische pro-Europese organisatie die de stem en soevereiniteit van afzonderlijke lidstaten hoog in het vaandel heeft staan en een meer pragmatische Unie nastreeft dan de ideologische van Monnet. En dat is razend interessant, zeker na de vier jaar die ik binnen de veilige muren van de UvA doorbracht en waar het toch vaak wat wegheeft van een grote viering van het Europese project. In plaats daarvan stort ik me nu op opiniepeilingen onder Europese burgers die niet altijd lyrisch zijn over Europa. En ’s avonds kijk ik hoe mijn meerderen binnen de organisatie op BBC vertellen hoe de Unie haar legitimiteit kan behouden door middel van beleidshervormingen (bijvoorbeeld door het hernieuwd leven inblazen en opschudden van het subsidiariteitsbeginsel).
te willen ruilen voor de D-Mark, informeer ik mijn baas over waarom het eurocommissaris Günther Oettinger een goed idee lijkt om de vlag van Griekenland als straf voor het Griekse budgettaire wanbeleid op halfstok te laten wapperen in Brussel (nu weten we ook meteen waarom Oettinger op energiebeleid en niet op economische zaken is gezet, wie lost er nu zo een crisis op?) en – persoonlijk hoogtepunt tot nu toe – zie ik hoe de blog van Engelse krant the Guardian informatie, die ik heb verkregen in de Duitse media, rechtstreeks van de Open Europe website citeert.
“Ik kijk ‘s avonds hoe mijn meerderen binnen de organisatie op de BBC vertellen hoe de Unie haar legitimiteit kan behouden door middel van beleidshervormingen.” Daarnaast is het uiteraard niet alleen maar werk wat de klok slaat. Naast dat ik iedere dag een beetje meer praktijkervaring opdoe in een professionele werkomgeving, heb ik me ook volledig in het ‘Engelse’ ondergedompeld. Ik drink thee met melk uit een Kate en Williammok, bezoek ik de gratis musea, kijk ik Downton Abbey of ‘Celebrity Big Brother’, verbaas ik me over de Engelse gewoonte om nooit een jas te dragen, maar wel hele korte rokjes bij temperaturen van min twintig en lees ik de roddelpagina’s van de kranten of de beruchte en beroemde ‘tabloids’. Nog twee maanden en dan is het weer voorbij. Dan kom ik terug naar Nederland. Voorlopig zet ik echter nog even mijn bolhoedje op en zwaai ik met een Brits vlaggetje.
Na de ontdekking dat ik een van de weinigen ben die Duits spreekt en de enige die binnen het kantoor in Londen Nederlands kan, ben ik al snel op de Duitse en Nederlandse media gezet. En daar bof ik maar mee, gezien in deze tijden van de eurocrisis alles om Duitsland lijkt te draaien. Als gevolg daarvan schrijf ik op onze blog over Duitsers die claimen de euro in Eurovisie November 2011
19
Fictie
Een doodnormale dag - Michel Bjelanović Vrijwaringsclausule: Dit verhaal is fictief, alle overeenkomsten met werkelijke personen, plaatsen of gebeurtenissen zijn puur toevallig. ´Iedere middag is het weer hetzelfde verhaal´, dacht ze verbeten toen ze de flesjes en fruitresten welhaast uit de vuilnisbak zag puilen. Ze frommelde wat met haar sleutels totdat ze de juiste vond en opende de vuilnisbak. “Getverdemme”, mompelde zij in zichzelf toen de walm van de afvalresten haar tegemoet sloeg. Met tegenzin haalde zij de vuilniszak uit de bak. Ze draaide zich om om weg te lopen, toen ze uitgleed. Over een bananenschil. ´Dit meen je niet, hoe cliché wil je het hebben, Petra? Gelukkig heeft niemand me zien vallen.´ Petra keek om zich heen en zag dat de kantine praktisch uitgestorven was. Op zulke momenten vroeg ze zich weleens af of dit het allemaal wel waard was, al dat vernederende, monotone werk. En waarvoor? Maar elke keer had ze halverwege die gedachte al het antwoord gevonden: natuurlijk was dit het allemaal waard, al was het maar vanwege hem. Alleen al bij de gedachte aan hem begon ze spontaan te glimlachen, maar helaas voor haar begon er viezig water uit de vuilniszak te druppelen. ´Waar is die zwabber?´ De volgende ochtend stapte ze in alle vroegte de kantine binnen, waar slechts enkele mensen aanwezig waren. Dit gaf haar meer dan voldoende tijd om zich voor te bereiden op weer een nieuwe dag. Ze zette op haar gemak de voedselwaren en dranken klaar voor de toeloop van studenten die ongetwijfeld later op de dag zou volgen. Uit de kantine hoorde ze gemompel, afkomstig van de oude man die altijd bij het raam zat, naast de computers. Petra glimlachte, want ondanks het feit dat haar Nederlands nog niet zo goed was, kon ze een cultheld herkennen wanneer ze er een zag. De man die dag in, dag uit boeken van A tot Z hardop voorlas was er zeker een van. Haar gedachten gingen uit naar de dingen die er gedurende de afgelopen maanden in haar leven veranderd waren, en dat waren er een heleboel. Maar ja, niemand zei dat het simpel was om duizenden kilometers verderop te gaan wonen in een stad zonder familie en vrienden. Voor de liefde doe je nu eenmaal gekke dingen. Bovendien zijn er ergere plaatsen om te wonen dan Amsterdam, dat wist zij wel zeker. Desalniettemin overviel haar af en toe een gevoel van eenzaamheid, want ze had tijdens het werk niet al te veel mogelijkheid om contact te leggen met anderen, althans geen contact dat dieper reikte dan het praten over koetjes en kalfjes. Uit haar ooghoek zag ze opeens twee studenten staan bij de toonbank. “Kan ik u helpen?”, vroeg ze in haar beste Nederlands. “Ja, ik wil graag een cappuccino en voor mijn vriend een koffie alstublieft.” Terwijl de vrouw het koffieapparaat bediende keek ze vanuit haar ooghoek naar de studenten, die al gapend een beetje schaapachtig in het rond keken. Een van hen haalde zijn mobiele telefoon tevoorschijn en begon een bericht te typen. Ze bracht de twee hun koffie en deed haar mond open om iets te zeggen, maar de twee liepen al, haar vluchtig bedankend, richting de kassa. Petra bleef ietwat teleurgesteld achter. Een uur of wat later was het haar beurt om achter de kassa te zitten en met zichtbaar plezier kweet Petra zich aan haar taak, al was het maar omdat het een taak was die ze zittend kon verrichten. Een voor een rekende de jonge vrouw de etenswaren en dranken af die de klanten wilden kopen, waarbij ze er steeds voor zorgde dat ze hen vriendelijk en met een glimlach te woord stond. Op een gegeven moment werd het rustig. Ze begon weer te dagdromen, toen ze opeens werd opgeschrikt door een jongen die een flesje Ice Tea kwam afrekenen. “Geef me het flesje maar”, zei ze, maar snel realiseerde Petra dat ze die zin in haar eigen taal had gezegd. Terwijl zij naar de juiste woorden in het Nederlands zocht, antwoordde de jongeman met een verraste blik op zijn gezicht: “Hier, wat kost het?”. Nu was het de beurt aan Petra om verrast te kijken.
20
“Hoe ken je onze taal?” “Mijn ouders komen uit het thuisland, ik heb het van hen geleerd. Trouwens, hoe heet je?” “Mijn naam is Petra.” “Ik heet Igor. Aangenaam kennis te maken. Vertel eens, hoe ben je hier terecht gekomen?” “Ik ben hier een paar maanden geleden naartoe verhuisd. Ongeveer een jaar geleden heb ik een Nederlandse man ontmoet en nu woon ik hier met hem samen.” “Ah, je bent dus een golddigger”, zei Igor smalend, maar toen hij het gezicht van Petra zag vertrekken slikte hij al snel zijn woorden in. “WAT GEEFT JOU HET RECHT OM ZO OVER MIJ TE OORDELEN?! Ben jij er zo één, die op het oog zó liberaal, zó modern is, maar die, als puntje bij paaltje komt, wel vindt dat de eigen cultuur koste wat het kost behouden moet worden, die zichzelf beschrijft als op en top patriot en die vindt dat wij vrouwen het bij onze eigen mannen moeten houden, om niet als verraadsters te worden gebrandmerkt? Typisch diaspora-gedrag”, besloot ze schamper. “Ho ho, wacht eens even, hoe zou ik jouw gedrag dan moeten typeren? Jij gaat er gemakshalve van uit dat ik mij gedraag als een ´typisch lid van de diaspora´, wat dat dan ook moge betekenen, op basis van wat precies? Omdat ik waarde hecht aan waar ik vandaan kom? Omdat ik me niet mijn identiteit laat afnemen door de mensen hier? Je zegt dat je hier pas enkele maanden woont, dus dan begrijp ik dat je het nog niet door hebt, maar je hoort er hier nooit echt bij, je bent altijd een buitenstaander. Al spreek je nog zo goed Nederlands, al heb je dezelfde humor als zij en deel je dezelfde omgangsnormen, dan nog ben je nooit echt één van hen. Maar spuug jij maar gerust op je afkomst als je je er beter door gaat voelen, hoor, jouw probleem.” “Je hoort er hier nooit echt bij? Nou ben ik hier inderdaad slechts een paar maanden, maar ik voel me hier anders welkom hoor. Maar goed, zelfs al zou dat zo zijn, dan neem ik dat op de koop toe. Denk je dat het bij ons zo veel beter is? De economie staat stil, de politiek is een corrupte bende en het culturele leven is zo goed als dood. Denk je dat het beeld van het land dat je op vakantie opdoet reëel is?” “Nou, wat dan nog?” “KUNNEN JULLIE NOU EINDELIJK EENS OPHOUDEN? ER ZIJN NOG ANDEREN DIE WILLEN AFREKENEN”, riep een man van achter in de – nu al aanzienlijke - rij hen toe. Petra ging met het schaamrood op de kaken weer aan het werk. Later op de dag kwamen Petra en Igor elkaar weer tegen. “Sorry, voor wat ik eerder vandaag zei, Petra. Ik had je niet zo mogen beledigen door je een golddigger te noemen, ik weet niet wat me bezielde.” “Ook ik had mijn mening over jou al paraat, zonder dat dat ergens op gebaseerd was. Mijn excuses.” “Wel vrij komisch dat we het klassieke identiteitsdebat van de migrant hebben gevoerd, minder dan een halve minuut nadat we elkaar hebben ontmoet. Alsof het vooropgezet was.” Petra glimlachte. Ze was blij met iemand contact te hebben gelegd die dag.
Eurovisie November 2011
21
Studentenleven
Proef Amsterdam Niet alleen in Europa is er sprake van een eurocrisis, voor menig student is een bepaald gedeelte van de maand ook een crisis met een algeheel tekort aan euro’s. Daarom een nieuwe rubriek, om het leven van een student eens wat makkelijker en verrassender te maken. In deze uitgave: pizzeria’s die je echt niet mag missen.
Ristorante Pizzeria Toscana
Deze pizzeria is geschikt voor elk seizoen. Lekker (na)zomeren in de kleine, knusse binnentuin, of ‘s winters binnen zitten in de gezellige Italiaanse ambiance bij de open keuken. Het menu vult zich met een overweldigend aanbod van pizza’s, pasta’s, risotto’s en andere heerlijke Italiaanse delicatessen di mama. Ik koos voor de pizza Ligore: een pizza, rijkelijk belegd met mozzarella, pijnboompitten, pesto, verse tomaten en pecorinokaas. Dit alles voor een schappelijk prijsje. Deze pizzeria is zeker een aanrader: de vriendelijke bediening en olijfjes, water en brood met kruidenboter van het huis maakten het helemaal af. Ga eens langs, laat je verrassen door het menu en geniet van hun heerlijke gerechten.
In deze authentieke Italiaanse pizzeria geldt het (geweldige) concept ‘klaar terwijl u wacht’. Voor je neus wordt de pizza vers bereid en met een grote schep in de houtoven geschoven. Terwijl je watertandend toekijkt, kun je binnen warm worden of buiten in het zonnetje genieten van ’t straatleven. Ook kun je even neuzen in het kleine winkeltje met Italiaanse producten. Uit de oven komt de verse, dunne en knapperige échte Italiaanse pizza tevoorschijn. Je kunt deze meenemen of aan een van de tafeltjes direct opeten vanuit de doos. De prijzen horen echter wel bij de locatie en zijn dus enigszins aan de hoge kant voor het magere studentenbudget. Maar mocht je in de Rivierenbuurt zijn en zin hebben in een échte Italiaanse pizza, dan ben je hier zeker aan het goede adres. MangiAmore ademt Italiano uit!
Gastronomia & Pizzeria MangiAmore, Masstraat 12
Haarlemmerstraat 170
Rimini Pizzeria,
Lange Leidsedwarsstraat 75
22
Het uithangbord schreeuwt: “Pizza’s voor vijf euro!” Hier is alles dan ook wel mee gezegd. Het restaurant is donker en ook het terras is niet bepaald uitnodigend. De prijs als enige wel. Ik koos voor de pizza Quattro Formaggi. De bereidingstijd viel ondanks de drukte erg mee en de pizza smaakte goed. Ook het personeel was erg vriendelijk. Een culinaire sensatie hoef je er niet te verwachten, maar wel een smakelijke pizza voor een prikkie. Al met al is deze pizzeria een prima optie voor studenten.
Zahnkrem
Joep Leerssen
Sinds een week ben ik nu aan het Lichtenberg-Kolleg van de universiteit van Göttingen, waar ik het komend jaar onderzoek doe. Veel Duitse alledaagsheden zijn een schok van herkenning uit mijn Akense studententijd: de Frische Brötchen voor het ontbijt, het enorme scala aan bureauartikelen met namen als Leitz en Rotring, de combinatie van vriendelijkheid en formele aanspreekvormen. Maar niets is een grotere blast from the past dan de rode tubetjes Ajona-tandpasta. Tandpasta is het soort spul dat je ter plekke koopt, en in de supermarkt zag ik ze opeens tussen de andere merken staan: bloedrode kleine tubes met een medisch-wetenschappelijke betiteling (“stomaticum”). Sterk wit spul (“ein linsengrosser Tropfen genügt”) dat ik 35 jaar geleden in Aken al gebruikte. Het smaakt ongewoon (meer zout dan munt); even wennen, maar het heeft wel wat.
Concreet zou je je kunnen afvragen of er op het niveau van de commercie iets dergelijks waarneembaar is... Colgate en Prodent komen in tientallen ondervarianten, maar zijn allemaal Colgate of Prodent. Bij de sigaretten ook al. Marlboro en Camel beheersen de schappen, maar waar zijn de Caballero, Bastos, Old Mac, Three Castles, St. Michel, Rothändle, Woodbine, Sweet Afton en al die tientallen andere merken van de jaren ‘60? En waarom zien we dat proces niet bij wijnen of bij bier? De varianten van zogenaamd ambachtelijke bieren met namen als “Olde Brauwhuysch” of “Steenokkerzeelsche Likkebaard” rijzen de pan uit. Vermoedelijk om een onderhuids, nostalgisch gevoel van verschraling te troosten bij die consumenten voor wie de neokapitalistische “freedom of choice” bestaat uit de keus tussen McDonalds of Burger King, Windows of Apple, Colgate of Prodent, Marlboro of Camel.
Ik besef nu dat veel landen een eigen soort tandpasta hebben. In Ierland (en naar ik mag vermoeden ook in Engeland) bestaat er eentje die “Euthymol” heet, in een laat-Victoriaans vormgegeven tube, knalroze en met een geconcentreerde heftigheid van eucalyptus- en muntextract waar de tranen je van in de ogen springen. Je kunt er volgens mij ook heel goed gootstenen mee ontstoppen; als ik in Ierland ben zweer ik erbij. Het Europa van de tandpasta’s! Zouden Portugal en Finland ook zo hun eigen merken hebben? Als jongetje poetste ik mijn tanden met het oer-Nederlandse merk Medinos. Een gele tube. Wat is daarvan geworden? Waar blijf de PVV’er die kamervragen stelt over de teloorgang van onze eigen Medinos? Bij de kennismakingslunch van het LichtenbergKolleg sprak ik met een mede-researcher over wat deze het “Indo-Europäische Sprachzerfall” noemde. Oude, geïsoleerde talen zoals het Litouws of het Gotisch zijn vaak complex, met veel naamvallen en werkwoordsvormen; in de loop van de geschiedenis lijkt dan een soort nivellering op te treden: hedendaags Nederlands en Engels zijn sterk versimpelde talen. Ik vond dat boeiend omdat een soortgelijk principe ook door cultuurhistorici is vastgesteld: complexe historische momenten of figuren worden in de loop der generaties steeds meer aan één of twee beeldbepalend deelaspecten opgehangen. Cervantes = Don Quichote en Don Quichotte = de episode van de windmolens. De vraag rijst dan ook of diffusieprocessen per definitie complexiteitsreducerend zijn. (U ziet: het Duitse onderzoeksklimaat heeft me al te pakken!)
Quiz voor de oplettende lezer: check welke merknamen in bovenstaand stukje Europees zijn, welke Amerikaans. En wie denkt dat daar een patroon in zit, moet beseffen: de bedrijven die deze merknamen bezigen zijn bijna allemaal transnationaal. Morgen hoop ik van mijn lunchgenoot meer te vernemen over het “Indo- Europäische Sprachzerfall”.
Eurovisie November 2011
23
Lievelde
“The European Farmers’ Convention”
te Lievelde, Gelderland
- Esther Sinnige
Het introductieweekend van de SES stond dit jaar in het teken van boeren uit verschillende landen van de Europese Unie. Zo bleken Russiche boeren erg goed te kunnen zingen en zijn Spaanse boeren gespecialiseerd in het bouwen van torens van spaghettistokjes.
Op vrijdag 9 september was het tijdens het laatste college van de week al te zien dat een deel van de Sessers een weekendje weg ging. Iedereen kwam de collegezaal binnen met koffers en slaapzakken. Na het college snel richting het station en met zijn allen de trein in. Na een aantal uurtjes slepen met koffers en nog een stukje in het lokale boemeltreintje met de locals arriveerden we in Lievelde. We verbleven in een accommodatie op het terrein van boer Beusink, het net opgeknapte Melkhuis. De eerste avond begon met het ontmoeten van je landengroepje. Nog maar net aan elkaar voorgesteld was het tijd om je samen te bewijzen tegenover de andere groepjes. Dit in de vorm van een quiz over Europa, de studie, de SES en de commissieleden. Gelukkig waren alle groepjes in staat de 27 landen van de Europese Unie op te noemen maar bleken ze niet zo goed in het verzinnen van originele gemeenschappelijke kenmerken. Zaterdagochtend werden we gewekt door de commissieleden en begonnen we de dag met een halfuurtje ochtendgymnastiek. Coach Anna wist (bijna) iedereen te motiveren en aan het eind werden we nog getrakteerd op een aantal yogabewegingen van Karin. Na een perfect verzorgd ontbijt met een eitje en croissants waren we klaar om er weer de hele dag tegen aan te gaan. De eerste activiteit was het teambuilding spel. Probeer maar eens een toren te maken van spaghetti, plakband, touw en een spekje! ’s Middags streden de groepjes tegen elkaar in de Oudhollandse spelen. Koemelken, wielrolspelen, kruiwagen-ringsteken en houtzagen. Het was erg warm dus bij het eindspel werd iedereen nog wat enthousiaster. De bedoeling was om je hele groepje zo snel mogelijk over de hindernisbaan te krijgen om daarna te eindigen in een bad vol koud water. Na weer een fabuleuze avondmaaltijd begonnen de groepjes langzaamaan met de voorbereidingen van het avondprogramma. De een na de ander liep naar de slaapkamer om terug te komen in mooie outfits, 24
het gezicht onder de schmink en met bijpassende accesoires. Eenmaal in kostuum bleken de nieuwe SESleden te barsten van de creativiteit, en wel in de vorm van het schrijven van een liedje. Beoordeeld door een vakkundige jury gingen de groepjes een voor een het podium op om hun liedje ten gehore te brengen, sommigen zelfs inclusief choreografie. Uiteindelijk kwam Rusland als grote winnaar uit de bus met een prachtige vertolking van ‘ai ai Olga.’ Dit was het begin van een mooie avond die tot in de late uurtjes door ging.
Zondagochtend, toen iedereen met zijn brakke hoofd aan de ontbijttafel zat, was het al wel duidelijk dat het een zeer geslaagd weekend was geweest. Na een ontbijtje en een gezamenlijke schoonmaaksessie konden we vertrekken. De hele stoet ging weer richting het station, voorbereid (of niet) op weer een lange treinreis richting het westen. Lekker naar huis, flink bijslapen om er de volgende week weer tegen aan te kunnen in de colleges. Dat teruggaan naar die collegebanken werd door het weekend een stuk leuker, wetende dat je veel meer mensen kent als je binnenkomt. Het introductieweekend was een bijzondere ervaring. Je krijgt meteen de eerste week kans nieuwe vriendschappen op te bouwen en dat is een geruststellende gedachte voor de komende drie jaar Europese Studies.
Goed artikel geschreven? Leuk idee voor de EV? Slimme cartoon gemaakt? Mooie foto’s voor in de EV? Op- of aanmerkingen?
Stuur ons jouw bijdrage! En werk mee aan een nog betere EuroVisie! Alle soorten inzendingen zijn welkom. Mail naar:
[email protected] Eurovisie November 2011
25
Mededelingen
Als SES lid een exclusief studentenabonnement op:
The European Voice
Studievereniging Europese Studies heeft met de redactie van de enige wekelijkse nieuwskrant van Europa een overeenkomst gesloten voor haar leden. Als SES-lid betaal je bij een abonnement op de European Voice geen 145 euro, zoals andere studenten, maar slechts 60 euro per jaar! De European Voice is, als onderdeel van The Economist, een hoogwaardige en onafhankelijke krant en tijdschrift, vol met analyses en opiniestukken over de ontwikkelingen in de EU en Europa. Daarnaast biedt de krant wekelijks een overzicht met stages, banen en EU-studieprogramma’s. Met dit abonnement ontvang je wekelijks de European Voice op de deurmat en hebt daarnaast volledige toegang tot hun actuele artikelen op de site. Ben jij geïnteresseerd in dit abonnement? Stuur dan een mail naar
[email protected] en ontvang de link naar dit aanbod. Van 16 tot en met 27 november 2011 is het weer tijd voor de IDFA. De IDFA is het jaarlijks terugkerende International Documentary Film Festival Amsterdam. Elf dagen lang wordt een rijk en divers programma aan documentaires vertoond, onder andere op de locaties Tuschinksi en de Openbare Bibliotheek. De kaartverkoop is van 5 november tot 27 november bij het IDFA-loket op het Rembrandtplein in Amsterdam. Het programma is te vinden op www.idfa.nl.
26
En... wat is jouw bijbaan?
Of nee, laat maar. Jouw bijbaan is gegarandeerd saai, vergeleken bij vliegen voor OBC team. Jouw bijbaan brengt je niet naar Sjanghai. En ook niet naar Istanbul. Of Buenos Aires, Dubai of een of ander gat in de Midwest van de VS. Voor een dag of twee, of soms nog langer. Betaald, natuurlijk. En langer blijven mag ook. Oplichterij? Nee hoor. OBC team is een gespecialiseerd koeriersbedrijf. Wij sturen zendingen waar haast bij is over de hele wereld, sneller dan wie ook. En waardevolle zendingen, veiliger dan wie ook. Ons geheim? Elke zending geven we aan een OnBoard Courier (OBC) mee. En daar zoeken we er nog wat van. Een OBC is avontuurlijk en reislustig. Als je jezelf op standby zet, kan het zomaar gebeuren dat je gebeld wordt en drie uur later naar een verre plek vliegt. Op je schoot de zending, waarvoor jij verantwoordelijk bent. Je taak: zo snel mogelijk afleveren. Waar ook ter wereld. Best okee voor een bijbaan, toch? Het enige nadeel: iedereen die je erover vertelt maakt dezelfde grap. Nee, het zijn geen drugs.
Ook OBC worden? Vraag het bestuur van de SES om meer informatie. www.obcteam.nl
Agenda 2011 Woensdag 9 November Den Haag-dag. Het ICTY, Eurojust en het Hof van Libanon stellen zich allemaal beschikbaar voor een bezoek van SES. Dinsdag 24 November “ Present-a-Friend”-Feest. Een knallend feest bedoeld om je vrienden voor te stellen aan de rest van SES! Maandag 28 November Debat EHRM. Thierry Baudet en Jit Peters discussieren over de vraag of het Europees Hof voor de Rechten van de Mens moet worden afgeschaft. Donderdag 8 December Happy-Sinterklaasborrel. Niet alleen een happy-borrel, maar Sinterklaas en zijn Pieten komen nog pepernoten naar je kop gooien ook! Vrijdag 23 December Kerst Gala. Om de tentamens en het jaar mooi af te sluiten organiseert SES een prachtig gala feest met optioneel diner vooraf bij Ovidius.
2012 Zaterdag 28 Januari Wintersport. Op 28 januari gaat SES naar de sneeuw. We zullen tot 4 februari de pistes in St. Francois Longchamp onveilig maken. Voor maar 272 euro kan je mee!! Donderdag 9 Februari Nieuwjaarsborrel. Klaar met de winterslaap? SES luidt het nieuwe jaar in met een fantastische borrel.
Eurovisie is een uitgave van: