VEILIGHEIDSCONTOUR Bestemmingsplan
Europoort en Landtong
ONTWERPBESLUIT tot vaststelling van de Veiligheidscontour Europoort en Landtong Inleiding Dit besluit betreft de vaststelling van een veiligheidscontour op grond van artikel 14 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) rondom het industrieterrein Europoort en Landtong. Aanleiding In de nota ’Risico’s in balans heeft de provincie Zuid-Holland in 2006 aangegeven dat het Haven Industrieel Complex wordt aangewezen als concentratiegebied voor bedrijven met activiteiten met gevaarlijke stoffen. Deze aanwijzing is opnieuw vastgelegd in het provinciale Beleidsplan externe veiligheid (2010) en vervolgens in de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu 2013-2017, welke gekoppeld is aan de provinciale Structuurvisie (vastgesteld 2012). In de provinciale structuurvisie zijn de zeehavengebieden in de Rotterdamse regio aangewezen als concentratiegebied voor de hogere 1 milieucategoriebedrijven . In de strategienota ‘Sturen op veiligheid in stad en haven’ uit 2008 sluit de gemeente Rotterdam aan op het provinciaal beleid om ruimte voor risicovolle bedrijven te concentreren op de kavels in Maasvlakte (1 en 2), Europoort en Botlek-Vondelingenplaat. Voor het aspect externe veiligheid bestaat behoefte aan meer gebiedsgericht beheer. Het huidige wettelijke instrumentarium op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) maakt dit mogelijk met het instrument van de veiligheidscontour. Instrument veiligheidscontour De essentie van een veiligheidscontour is dat binnen de veiligheidscontour ruimte wordt gereserveerd voor risicovolle activiteiten. Buiten de veiligheidscontour is dan ruimte voor bestaande, geplande en nieuwe (kwetsbare) ontwikkelingen. Op deze manier wordt voorkomen dat ruimtelijke initiatieven onbedoeld doorkruist worden door bedrijfsuitbreidingen en/of vestigingen van risicovolle activiteiten en vice versa. Het instrument veiligheidscontour houdt meer concreet in dat alleen op de veiligheidscontour wordt getoetst of aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico voor inrichtingen wordt voldaan. Binnen de contour wordt niet meer getoetst. Binnen een veiligheidscontour mogen geen kwetsbare objecten aanwezig of geprojecteerd zijn, tenzij deze functioneel gebonden zijn aan het gebied waarvoor de veiligheidscontour is vastgesteld of de daarbinnen gelegen Bevi-inrichtingen. Voor aanwezige of geprojecteerde beperkt kwetsbare objecten wordt deze eis van functionele binding niet gesteld. Voordat de contour kan worden vastgesteld, zal in het bestemmingsplan Europoort en Landtong worden geborgd dat geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zonder functionele binding binnen de contour mogelijk worden gemaakt. Door de aanwezigheid van een veiligheidscontour is het mogelijk om het gebied optimaal te benutten. Het garandeert dat het plaatsgebonden risico van inrichtingen wordt begrensd door de veiligheidscontour, terwijl de vestiging en uitbreiding van risico veroorzakende bedrijven niet wordt belemmerd door kwetsbare haven- en industriegebonden functies binnen de contour. Uitgangspunt bij de voorgestelde ligging van de contouren is dat er geen onnodige beperking wordt gelegd op de ontwikkelmogelijkheden voor zowel de industrie in de haven als de stedelijke bebouwing in de omliggende deel- en regiogemeenten. De voorgestelde contour beperkt de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen van de omliggende (deel)gemeenten niet.
1
Pagina 67, Provinciale structuurvisie 2012
1
Voor de ontwikkeling van de bedrijven in het havengebied betekent dit, in vergelijking met de huidige situatie, een beperking van de uitbreidingsmogelijkheden. In de huidige situatie kunnen de plaatsgebonden risicocontouren van de bedrijven tot aan het eerste kwetsbare object in de omgeving liggen, hetgeen op de meeste locaties een grotere afstand is dan de voorgestelde ligging van de veiligheidscontour. In de huidige situatie is dus sprake van het ‘wie het eerst komt, ...’-principe. Hierdoor staat de continuïteit van het haven- en industriegebied én de ontwikkelingen in de omgeving onder druk. Functionele binding De veiligheidscontour is zodanig vastgesteld dat binnen deze veiligheidscontour naast Beviinrichtingen uitsluitend kwetsbare objecten aanwezig of geprojecteerd zijn, voor zover deze een functionele binding hebben met een risicovolle inrichting, of met het gebied waarvoor de veiligheidscontour wordt vastgesteld. Zoals hierboven gezegd geldt bij de beperkt kwetsbare objecten de voorwaarde van functionele binding uitsluitend in nieuwe situaties; dus bij vestiging na vaststelling van de veiligheidscontour. Om dit voor de toekomst te borgen is deze voorwaarde van functionele 2 binding vastgelegd in de planregels van het bestemmingsplan Europoort en Landtong . Voor het bestemmingsplangebied Europoort en Landtong is aan deze definitie de volgende uitwerking gegeven: Functioneel gebonden object: Object, passend binnen de bestemming, dat in hoofdzaak dient of gebruikt wordt voor (i) het bedrijfsmatig op- of overslaan en/of transporteren van goederen en grondstoffen en/of (ii) het bedrijfsmatig uitwisselen of leveren van goederen, grondstoffen, diensten, personeel of bedrijfsmiddelen met of aan inrichtingen, objecten of activiteiten die zijn gelegen of worden verricht in het deel van het havengebied waarvoor een veiligheidscontour is vastgesteld. Ligging veiligheidscontour De veiligheidscontour is een beleidsmatige begrenzing van de plaatsgebonden risico’s van individuele inrichtingen en wordt op kaartbeeld weergegeven als een gebiedscontour. Kwetsbare objecten Vaststelling van de veiligheidscontour dient zodanig te geschieden, dat binnen die contour geen kwetsbare objecten aanwezig of geprojecteerd zijn (dat wil zeggen: mogelijk zijn op basis van het vigerende bestemmingsplan), tenzij deze objecten een functionele binding hebben met het haven- en industriegebied waarvoor de contour wordt vastgesteld. In het voorstel voor de ligging van de veiligheidscontour is rekening gehouden met de bestaande en geprojecteerd kwetsbare objecten binnen de veiligheidscontour. In de Stadvisie 2030 en de Havenvisie 2030 zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen met betrekking tot kantoor en woningbouw in de nabije omgeving van Europoort en Landtong benoemd die conflicteren met de ligging van de veiligheidscontour Europoort en Landtong. Bij het onderzoeken van de ligging van de veiligheidscontour is ook rekening gehouden met nieuwe ruimtelijke initiatieven en geprojecteerde kwetsbare objecten in bestemmingplannen van de deel- en omliggende gemeenten.
2
Artikel 10, tweede lid, onder b, Bevi
2
Risicovolle inrichtingen Op het industrieterrein Europoort en Landtong is sprake van een sterk aan elkaar gelieerde industrie. Hier is een aantal ontwikkelingen gaande die wijzen op een intensiever gebruik van het gebied in de toekomst met een toenemende behoefte aan ruimte voor risicovolle activiteiten. Deze ontwikkelingen hebben met name betrekking op de chemische industrie en de bio-based industrie. Het intensiveren en efficiënter gebruik van al uitgegeven terrein moet op de korte termijn de groei opvangen. De dichtheid van installaties in het gebied zal hierdoor toenemen waardoor meer installaties en bedrijven in het gebied komen met een risicocontour, ook op plaatsen waar dat nu nog niet het geval is. De benodigde ontwikkelruimte vanuit de bedrijven is allereerst bepaald door de ligging van de huidige plaatsgebonden risicocontouren. De veiligheidscontouren moeten namelijk minimaal ruimte bieden aan de huidige risico’s (wettelijke verplichting). Vervolgens zijn op basis van kentallen de risicocontouren bepaald van de deelsegmenten die ruimtelijk mogelijk gemaakt worden op de verander- en ontwikkellocaties. Ten slotte is rekening gehouden met de hiervoor genoemde gewenste intensivering bij de bestaande bedrijven en met mogelijke toekomstige wijzigingen in de rekenmethodiek en/of rekenregels voor het bepalen van de risicocontouren. In het verleden is gebleken dat met name dit soort wijzigingen kunnen leiden tot veranderingen in de ligging van de risicocontouren zonder dat hier een wijziging aan activiteit van het betreffende bedrijf aan ten grondslag ligt. De veiligheidscontour die voorgesteld wordt, betreft de balans tussen de benodigde toekomstige ontwikkelruimte voor bedrijven in het haven- en industriegebied en de benodigde ontwikkelruimte voor kwetsbare objecten bij de omliggende (deel)gemeenten. Om deze reden is daar waar mogelijk de veiligheidscontour op de gemeentegrens van Rotterdam gelegd. Alleen wanneer dit de ontwikkelruimte voor het haven- en industriegebied te zeer beperkt, is een ligging over de gemeentegrens voorgesteld. Een ligging over de gemeentegrens van Rotterdam wordt voorgesteld bij de gemeenten Westvoorne. Onderbouwing lokaal: Hieronder wordt de onderbouwing gegeven van de ligging van de veiligheidscontour voor de omliggende (deel)gemeenten.
Onderbouwing voor de ligging bij Rozenburg en Maassluis Beschrijving Aan de westzijde van Rozenburg loopt de veiligheidscontour parallel aan de Noordzeeweg. Ter hoogte van het Educatief Informatie Centrum buigt de veiligheidscontour noordwaarts af om vervolgens de Nieuwe Waterweg te volgen richting Hoek van Holland. Aan de noordzijde van de Europoort ligt de veiligheidscontour binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam. Bestemmingen en ontwikkelingen Dit deel van de veiligheidscontour is gelegen binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam. De bestemmingen op de gronden gelegen binnen de veiligheidscontour laten bestaande beperkt kwetsbare objecten toe én laten (beperkt) kwetsbare objecten met functionele binding toe.
3
Motivering In de algemene onderbouwing is toegelicht hoe tot de voorgestelde ligging van de veiligheidscontour is gekomen. De ligging van de huidige plaatsgebonden risicocontouren en ontwikkelruimte voor verander- en ontwikkellocaties spelen daarbij een rol. Op onderstaande tekening worden de huidige risicoruimte (gele vlek), de huidige plaatsgebonden risicocontouren (oranje vlek), de benodigde, maximale risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties (rode lijnen) en de ligging van de veiligheidscontour (zwarte lijn) weergegeven.
Figuur 1: Ligging veiligheidscontour Europoort en Landtong ter hoogte van Rozenburg en Maassluis
In de huidige situatie liggen de bestaande plaatsgebonden risicocontouren van bedrijven op enige afstand van de woonbebouwing van de deelgemeente Rozenburg en op ruimte afstand van de woonbebouwing van de gemeente Maassluis. De maximale plaatsgebonden risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties worden begrensd door de veiligheidscontour. Zoals eerder toegelicht is het wenselijk om een beperkte reservering als ‘risicoruimte’ binnen de veiligheidscontour te hebben. In de voorgestelde ligging is dit meegenomen.
Onderbouwing voor de ligging bij Hoek van Holland Beschrijving Ter hoogte van de woonbebouwing van de deelgemeente Hoek van Holland ligt de veiligheidscontour op het midden van de Nieuwe Waterweg. Vervolgens buigt de veiligheidscontour ter hoogte van de Maasmond zuidwaarts af richting het Beerkanaal. De veiligheidscontour Europoort sluit hier qua ligging aan op de veiligheidscontour voor Maasvlakte 1 en Maasvlakte 2. Bestemmingen en ontwikkelingen Dit deel van de veiligheidscontour is gelegen binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam. De bestemmingen op de gronden gelegen binnen de veiligheidscontour laten bestaande beperkt kwetsbare objecten toe én laten (beperkt) kwetsbare objecten met functionele binding toe.
4
Motivering In de algemene onderbouwing is toegelicht hoe tot de voorgestelde ligging van de veiligheidscontour is gekomen. De ligging van de huidige plaatsgebonden risicocontouren en ontwikkelruimte voor verander- en ontwikkellocaties spelen daarbij een rol. Op onderstaande tekening worden de huidige risicoruimte (gele vlek), de huidige plaatsgebonden risicocontouren (oranje vlek), de benodigde, maximale risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties (rode lijnen) en de ligging van de veiligheidscontour (zwarte lijn) weergegeven.
Figuur 2: Ligging veiligheidscontour Europoort en Landtong ter hoogte van Hoek van Holland
In de huidige situatie liggen de bestaande plaatsgebonden risicocontouren van bedrijven op ruime afstand van de woonbebouwing van de deelgemeente Hoek van Holland. De maximale plaatsgebonden risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties worden begrensd door de veiligheidscontour. Zoals eerder toegelicht is het wenselijk om een beperkte reservering als ‘risicoruimte’ binnen de veiligheidscontour te hebben. In de voorgestelde ligging is dit meegenomen.
Onderbouwing voor de ligging nabij Westvoorne Beschrijving Aan de westzijde van de Europoort ligt de veiligheidscontour in het Beerkanaal. De veiligheidscontour snijdt in zuidwaartse richting het Krabbeterrein en via het Oostvoornsemeer en het Geuzenbos volgt de veiligheidscontour de zuidoever van het Hartelkanaal richting Brielle. Bestemmingen en ontwikkelingen De bestemmingen van de gronden van Westvoorne die aan de westzijde van het Geuzenbos zijn gelegen binnen de veiligheidscontour voorzien niet in de vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten. Bij de ontwikkeling van de veiligheidscontour is rekening gehouden met (ontwerp)bestemmingsplan Zeegebied Westvoorne 2013. Gelet op het feit dat het ontwerpbestemmingsplan reeds ter inzage gelegen heeft, wordt er procedureel van uitgegaan dat dit (ontwerp)bestemmingsplan is vastgesteld voorafgaand aan de vaststelling van de veiligheidscontour. De bestemmingen van de gronden van Westvoorne die aan de oostzijde van het Geuzenbos zijn gelegen voorzien niet in (beperkt) kwetsbare objecten. In de directe omgeving worden door Westvoorne ook geen ontwikkelingen verwacht die zouden leiden tot ligging van kwetsbare objecten binnen de veiligheidscontour.
5
Motivering In de algemene onderbouwing is toegelicht hoe tot de voorgestelde ligging van de veiligheidscontour is gekomen. De ligging van de huidige plaatsgebonden risicocontouren en ontwikkelruimte voor verander- en ontwikkellocaties spelen daarbij een rol. Op onderstaande tekening worden de huidige risicoruimte (gele vlek), de huidige plaatsgebonden risicocontouren (oranje vlek), de benodigde, maximale risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties (rode lijnen) en de ligging van de veiligheidscontour (zwarte lijn) weergegeven.
Figuur 3: Ligging veiligheidscontour Europoort en Landtong nabij Westvoorne
De plaatsgebonden risicocontouren van bedrijven in de Europoort liggen in de huidige situatie op behoorlijke afstand van de woonbebouwing van de gemeente Westvoorne. Uitzondering hierop is de plaatsgebonden risicocontour van BP Europoort. Aan de Krimweg zijn namelijk 3 woningen aanwezig, welke buiten de veiligheidscontour zijn gelegen. De maximale plaatsgebonden risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties worden begrensd door de veiligheidscontour. Zoals eerder toegelicht is het wenselijk om een beperkte reservering als ‘risicoruimte’ binnen de veiligheidscontour te hebben. In de voorgestelde ligging is dit meegenomen. Tot slot zij opgemerkt dat de veiligheidscontour Maasvlakte 1 en Maasvlakte 2 eveneens ten dele ligt binnen de gemeente Westvoorne.
Onderbouwing voor de tijdelijke binnencontour op het Krabbeterrein In het oostelijke deel van het Krabbeterrein is de Schietbaan Europoort gevestigd. Gelet op de aard van de activiteiten en de hoeveelheid aanwezige personen heeft het bevoegd gezag de Schietbaan gekwalificeerd als kwetsbaar en niet functioneel gebonden. Dit betekent dat de Schietbaan voor gebruiksbeperkingen zorgt voor gronden in de omgeving. Het gevolg hiervan is dat de continuïteit en verdere ontwikkeling van haven en industrie onder druk staat. De aanwezigheid van de Schietbaan levert ten aanzien van de feitelijke huidige activiteiten in de omgeving nog geen knelpunt op. In het nieuwe bestemmingsplan en de veiligheidscontour voor Europoort moet hier op voorgesorteerd worden. In het bestemmingsplan krijgt de Schietbaan geen positieve bestemming en in de veiligheidscontour wordt een tijdelijke binnencontour opgenomen. De huidige gebruiksbeperkingen
6
voor de omgeving blijven van kracht tot beëindiging van de activiteiten van de Schietbaan in 2020. Op dat moment zal de tijdelijke binnencontour komen te vervallen en worden de plaatsgebonden risico’s van inrichtingen in de Europoort getoetst aan de gebiedsomvattende veiligheidscontour. In onderstaande figuur wordt de tijdelijke binnencontour (grijze lijn) rondom de Schietbaan weergegeven.
Figuur 4: Tijdelijke binnencontour ter hoogte van de Schietbaan Europoort
Onderbouwing voor de ligging bij Brielle Beschrijving De veiligheidscontour Europoort en Landtong is nabij Brielle gelegen binnen de gemeente Rotterdam op de zuidoever van het Hartelkanaal en sluit qua ligging aan op de veiligheidscontour voor BotlekVondelingenplaat. Bestemmingen en ontwikkelingen Dit deel van de veiligheidscontour is gelegen binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam. De bestemmingen op de gronden gelegen binnen de veiligheidscontour laten bestaande beperkt kwetsbare objecten toe én laten (beperkt) kwetsbare objecten met functionele binding toe. In de directe omgeving worden door Brielle geen ontwikkelingen verwacht die zouden leiden tot ligging van kwetsbare objecten binnen de veiligheidscontour. Motivering In de algemene onderbouwing is toegelicht hoe tot de voorgestelde ligging van de veiligheidscontour is gekomen. De ligging van de huidige plaatsgebonden risicocontouren en ontwikkelruimte voor verander- en ontwikkellocaties spelen daarbij een rol. Op onderstaande tekeningen worden de huidige risicoruimte (gele vlek), de huidige plaatsgebonden risicocontouren (oranje vlek), de benodigde, maximale risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties (rode lijnen) en de ligging van de veiligheidscontour (zwarte lijn) weergegeven.
7
Figuur 5: Ligging veiligheidscontour Europoort en Landtong ter hoogte van Brielle.
In de huidige situatie liggen de bestaande plaatsgebonden risicocontouren van de bedrijven op enige afstand van de gemeente Brielle. De maximale plaatsgebonden risicocontouren van de verander- en ontwikkellocaties worden begrensd door de veiligheidscontour. Zoals eerder toegelicht is het wenselijk om een beperkte reservering als ‘risicoruimte’ binnen de veiligheidscontour te hebben. In de voorgestelde ligging is dit meegenomen. Beperking groepsrisico De veiligheidscontour is de begrenzing van het plaatsgebonden risico van inrichtingen en heeft geen betrekking op het groepsrisico. Zoals hierboven vermeld, kunnen functioneel gebonden kwetsbare objecten zich vestigen binnen de veiligheidscontour. Kwetsbare objecten worden ook gekenmerkt door het grotere aantal personen dat er in verblijft. Hierdoor kunnen meer personen binnen risicocontouren van de Bevi-inrichtingen werkzaam zijn en worden zij mogelijk aan grotere risico’s blootgesteld dan in een situatie zonder veiligheidscontour. Om de consequenties van deze ontwikkeling in beeld te krijgen, is een verkenning gedaan naar de mogelijkheden om het aantal personen in het gebied waarvoor de veiligheidscontour gaat gelden te beperken. De beperking van het aantal personen moet primair gericht zijn op personen die niet noodzakelijk in het gebied aanwezig hoeven te zijn. Door het toepassen van de functionele binding wordt hiertoe een eerste stap gezet. Daarnaast worden in het kader van de verantwoording groepsrisico maatregelen voorgesteld. Deze maatregelen zullen, afhankelijk van de aard, in het bestemmingsplan worden opgenomen of op een andere wijze worden geborgd. Betrokken partijen vaststelling veiligheidscontour Het bevoegd gezag tot omgevingsvergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ('Wabo') (provincie Zuid-Holland en gemeente Rotterdam) stelt de veiligheidscontour 3 vast in overeenstemming met het betreffende bevoegd gezag voor de ruimtelijke ordening . Omdat delen van de veiligheidscontour zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Westvoorne is voor het vaststellen van de veiligheidscontour instemming nodig van deze aangrenzende gemeente.
3
Artikel 14, eerste lid, Bevi
8
Bij de totstandkoming van de veiligheidscontour zijn voorts de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, DCMR Milieudienst Rijnmond en het Havenbedrijf Rotterdam betrokken. Het concept van de veiligheidscontour is, voorafgaande aan de voorbereidingsprocedure, in het vooroverleg ten behoeve van het bestemmingsplan Europoort en Landtong met alle betrokken partijen besproken. Vanwege de samenhang met dit bestemmingsplan, is het besluit parallel aan de vaststelling van het bestemmingsplan voorbereid. Voorbereidingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot vaststelling van de veiligheidscontour is de uniforme 4 voorbereidingsprocedure conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing . Het ontwerp van dit besluit heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen (van [datum] tot en met [datum]) bij de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Rotterdam, [overige locaties]. Belanghebbenden konden tot en met [datum] schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar maken. Het voornemen om dit besluit te nemen is bekend gemaakt in de plaatselijke huis-aan-huis bladen. Voor de mogelijkheid van het indienen van zienswijzen wijzen wij op de betreffende tekst in de bijgevoegde kennisgeving. Zienswijzen PM Wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit PM Instemming bevoegd gezag ruimtelijke ordening PM Gelet op het bovenstaande en artikel 14 van het Bevi, besluiten het college van gedeputeerde staten van Zuid Holland en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam als volgt: Besluit Rondom het industrieterrein Europoort en Landtong, gelegen in de gemeente Rotterdam, een veiligheidscontour vast te stellen, zoals hieronder is weergegeven.
4
Artikel 14, vijfde lid, Bevi
9
Kaart veiligheidscontour Europoort en Landtong (genummerd AM-DM-GIS 3094_eu_vc_mrr v9)
Beroep Belanghebbenden die zienswijzen hebben ingediend tegen het ontwerpbesluit en belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend tegen het ontwerpbesluit kunnen binnen zes weken na [datum publicatie] tegen het besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep moet worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Indien tegen het besluit beroep wordt ingesteld kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 van de Wet op de Raad van State en artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Dit verzoek moet worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
10
Inwerkingtreding besluit Het besluit tot vaststelling van de veiligheidscontour rondom het industrieterrein Europoort en Landtong treedt in werking met ingang van de dag waarop de termijn voor het indienen van een beroepschrift afloopt. Indien gedurende die termijn bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Aldus vastgesteld op [datum] Gedeputeerde staten van Zuid Holland, secretaris,
voorzitter,
Aldus vastgesteld op [datum] College van burgemeester en wethouders van Rotterdam, secretaris,
burgemeester,
11
Juridische toelichting Relevante wettelijke bepalingen Het Bevi heeft betrekking op externe veiligheid bij inrichtingen. Daaronder wordt verstaan de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die 5 inrichting, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het Bevi heeft alleen betrekking op inrichtingen 6 met een bijzondere kans op een dergelijk ongeval, de zogenaamde Bevi-inrichtingen . Deze zijn omschreven in artikel 2 van het Bevi. Plaatsgebonden risico Op grond van het Bevi wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten van risico’s, het plaatsgebonden en het groepsrisico. Het vaststellen van een veiligheidscontour is een besluit dat betrekking heeft op het plaatsgebonden risico. Daaronder wordt verstaan het risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar, dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval 7 binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is . 8
Voor het plaatsgebonden risico gelden normen in de vorm van grens- en richtwaarden . De grenswaarden hebben betrekking op de zogenaamde kwetsbare objecten. Kwetsbare objecten zijn onder andere woningen, grote kantoren en gebouwen zoals ziekenhuizen, scholen en 9 kinderdagverblijven . De richtwaarden hebben betrekking op de zogenaamde beperkt kwetsbare objecten. Beperkt kwetsbare objecten zijn onder meer verspreid liggende woningen en kleine 10 kantoorgebouwen . De grenswaarden voor het plaatsgebonden risico met betrekking tot kwetsbare objecten moeten in acht worden genomen in het kader van een beslissing om een omgevingsvergunning voor een Beviinrichting dan wel bij een beslissing op grond van de Wet ruimtelijke ordening omtrent de toelating van 11 kwetsbare objecten. Groepsrisico Voor het groepsrisico gelden geen wettelijk normen, maar wordt gebruik gemaakt van een oriëntatiewaarde. Het groepsrisico geeft inzicht in de kans dat een groep personen dodelijk wordt getroffen als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen. De verantwoording over het groepsrisico wordt in het bestemmingsplan Europoort en Landtong en in de vergunningen van de Bevi-inrichtingen die in dat gebied liggen gedaan. Daarbij is het Provinciaal Externe Veiligheidsbeleid en het Rotterdams Groepsrisicobeleid het uitgangspunt. In het MER ten behoeve van het bestemmingsplan Europoort en Landtong is gebleken dat er geen direct verband bestaat tussen de hoogte van het groepsrisico en de ligging van de veiligheidscontour.
5
Artikel 1, eerste lid, onder d, Bevi. Artikel 2, eerste lid, onder a tot en met h, Bevi 7 Artikel 1, eerstel lid, onder o, Bevi. 8 Artikel 6, 7 en 8, Bevi. 9 Artikel 1, eerste lid, onder l, Bevi. 10 Artikel 1, eerste lid, onder b, Bevi. 11 Artikelen 4 en 5, Bevi. 6
12
Veiligheidscontour In artikel 14 van het Bevi is voorzien in de mogelijkheid voor bepaalde categorieën van Beviinrichtingen of voor een gebied waarin dergelijke inrichtingen liggen een zogenaamde 12 veiligheidscontour vast te stellen . Het vaststellen van een veiligheidscontour leidt er toe dat op de veiligheidscontour wordt getoetst of aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico voor inrichtingen wordt voldaan. Op het tijdstip van vaststelling van de veiligheidscontour mag, op grond van de geldende 13 omgevingsvergunning voor de desbetreffende Bevi-inrichtingen, het plaatsgebonden risico op de 14 veiligheidscontour ten hoogste 10-6 per jaar bedragen . In een situatie zonder veiligheidscontour wordt de groei van plaatsgebonden risicocontouren als gevolg van een toename of intensivering van risicovolle activiteiten alleen begrensd door bestaande of mogelijk te realiseren kwetsbare objecten, zoals woningen of grote kantoren. De berekening van het plaatsgebonden risico dient te worden uitgevoerd volgens de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) en de Wijzigingsregeling externe 15 veiligheid inrichtingen . Als de veiligheidscontour eenmaal is vastgesteld dienen de plaatsgebonden risicocontouren (10-6 per jaar) van de Bevi-inrichtingen bij oprichting of uitbreiding uitsluitend getoetst te worden aan deze veiligheidscontour. Er hoeft niet getoetst te worden aan de (geprojecteerde) aanwezigheid van bestaande en nieuwe kwetsbare of nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen de veiligheidscontour, mits bij deze objecten sprake is van een functionele binding. Bij een beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden voldaan aan de 16 grenswaarde van 10-6 per jaar van het plaatsgevonden risico op de veiligheidscontour. Daarnaast is de bouw of vestiging van zogenaamde kwetsbare en beperkte kwetsbare objecten zonder functionele 17 binding binnen de veiligheidscontour (in het kader van onder meer de vaststelling van een 18 19 bestemmingsplan of een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan ) niet toegelaten . Voor de bestaande situatie geldt dat beperkt kwetsbare objecten aanwezig mogen blijven, ook wanneer zij geen functionele binding hebben met een Bevi-inrichting of het gebied waarvoor de veiligheidscontour is vastgesteld. Wanneer meerdere veiligheidscontouren elkaar overlappen, mogen de beperkt kwetsbare of kwetsbare objecten in dat overlappende deel aanwezig blijven als zij functioneel gebonden zijn aan 20 één van beide veiligheidscontouren . Besluit externe veiligheid buisleidingen De risico’s van buisleidingen die zijn gelegen binnen de veiligheidscontour worden op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) niet getoetst aan kwetsbare objecten binnen de veiligheidscontour, maar aan het eerste kwetsbare object buiten de veiligheidscontour. Het plaatsgebonden risico van een buisleiding wordt in tegenstelling tot de inrichtingen niet begrensd door 21 de veiligheidscontour . 12
Stb. 2004, 250, p. 76 Artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, Wabo 14 Artikel 14, eerste lid, Bevi 15 Artikel 14, tweede lid, Bevi 16 Artikel 10, tweede lid, onder a, jo. artikel 4, eerste en derde lid, jo. artikel 6 en 7, Bevi. 17 Artikel 14, vierde lid, Bevi 18 Artikel 5, eerstel lid, Bevi jo. artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening of artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, Wabo. 19 Artikel 10, tweede lid, onder b, Bevi. 13
20 21
Artikel 14, vierde lid, Bevi Artikel 16, Bevb
13
Directie Risico- en Crisisbeheersing Postadres Postbus 9154 3007 AD Rotterdam Bezoekadres
Wilhelminakade 947 Rotterdam
Telefoon
010-4468 900
Telefax
010-4468 699
E-Mail
[email protected]
Ons kenmerk Betreft Datum Behandeld door
Voorbereiding besluit vaststelling Veiligheidscontour Havengebied: Veiligheidsadvies 3807/322 21 februari 2013
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam namens deze: R. Voskuilen, Clusterdirecteur Stadsontwikkeling namens deze: mw. drs. M.J. Schotman, hoofd afdeling Vergunningen. Postbus 6575 3002 AN ROTTERDAM
P. van Veen
Geacht College, Op 21 december 2012 heeft mevrouw I. Dorsman namens de gemeente Rotterdam en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ten behoeve van de voorbereiding van het besluit om een drietal veiligheidscontouren vast te stellen rond de bestemmingsplangebieden Botlek/Vondelingenplaat, Europoort en Maasvlakte 1 en 2, aan de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond (VRR) ) verzocht een advies uit te brengen. Uit de vooroverleggen die door de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam in het kader van de bestemmingsplanprocedure worden gevoerd met de regio- en deelgemeenten rond het havengebied blijkt dat er vragen bestaan over de relatie tussen de ligging van de veiligheidscontour en het groepsrisico in die gemeenten. Door gemeenten wordt gevreesd dat het groepsrisico voor de omliggende gemeenten toeneemt als gevolg van een ruimere ligging van de veiligheidscontour. Door vaststelling van een veiligheidscontour zal de huidige situatie met betrekking tot externe veiligheid gelijk blijven en niet verslechteren. Voor een groot deel van de huidige inrichtingen in het havengebied zal dit niet leiden tot wijziging of schaalvergroting van activiteiten. Daardoor zullen de huidige invloedsgebieden, bepalend voor de hoogte van het groepsrisico (GR), niet wijzigen als gevolg van een veiligheidscontour. De hoogte van het groepsrisico wordt in de huidige situatie, evenals voor toekomstige ontwikkelingen voornamelijk veroorzaakt door toxische scenario’s. Het pakket aan geadviseerde maatregelen ten behoeve van zelfredzaamheid en hulpverlening zal daardoor niet veranderen. Wanneer er echter geen veiligheidscontour wordt vastgesteld blijft de mogelijkheid bestaan dat bedrijven in het havengebied met hun PR 10-6 contour over een gemeentegrens komt zolang er binnen de 10-6 contour geen kwetsbaar objecten aanwezig zijn. Het invloedsgebied en de hoogte van het GR zou hierdoor toe kunnen nemen. Door een veiligheidscontour wordt aan die mogelijkheid een beperking opgelegd. De ligging van de veiligheidscontour wordt daarmee bepalend voor wat mogelijk is qua activiteit en situering van een inrichting. Deze factoren hebben echter ook invloed op de omvang van het invloedsgebied en daarmee de hoogte van het groepsrisico. Bij nieuwe inrichtingen en/of wijziging van activiteiten dient naast de toetsing aan de veiligheidscontour altijd het groepsrisico verantwoord te worden. De afdeling Industriële Veiligheid van de VRR dient in het kader van artikel 12 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) door het bevoegd gezag om advies gevraagd te worden.
Om de effecten naar de omgeving te beperken is het daarom wenselijk om de afdeling Industriële Veiligheid in een vroeg stadium te betrekken bij voorziene activiteiten en/of inrichtingen binnen het havengebied. De afdeling Industriële Veiligheid kan dan in overleg met de DCMR Milieudienst Rijnmond en het Havenbedrijf N.V. mogelijke bron- en effectreducerende maatregelen (op basis van o.a. het BBT en ALARA-principe) in beschouwing nemen. Geconcludeerd kan worden dat zonder veiligheidscontour bedrijven in het havengebied meer ruimte krijgen om activiteiten te ontplooien die nadelige effecten kunnen hebben voor omliggende gemeenten. Door een veiligheidscontour vast te stellen wordt deze ruimte voor bedrijven beperkt. Het invloedsgebied van een inrichtingen en/of activiteit binnen een inrichting kan door een ruimere ligging van de veiligheidscontour nog wel gevolgen hebben voor de hoogte van het groepsrisico. Om de hoogte van het groepsrisico en de effecten naar de omliggende gemeenten zo veel mogelijk te beperken is een vroegtijdige betrokkenheid van de VRR wenselijk. Dit geldt voor zowel in het kader van een omgevingsvergunning (milieu) als voor ruimtelijke plannen in de omliggende gemeenten. Voor vragen of nadere toelichting over Wm / Bevi inrichtingen kunt u contact opnemen met de heer M. de Beus, Industriële veiligheid van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Voor WABO verzoeken en besluiten in het kader van de Ruimtelijk Ordening kunt u contact opnemen met de heer P. van Veen, afdeling Risicobeheersing van de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond. Met vriendelijke groet, het Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, namens deze,
Mw. drs. A.C. Trijselaar mpa, Directeur Risico- en Crisisbeheersing.
Kopie: • • • • •
Ambtenaar Rampenbestrijding, Directie Veiligheid, Bestuursdienst Rotterdam Gedeputeerde Staten, Provincie Zuid-Holland Dhr. A.P. Groeneweg, Bureauhoofd Ruimtelijke Ontwikkeling, DCMR Dhr. W. Kooijman, Bureauhoofd Bureau Veiligheid, DCMR Dhr. E.J. de Bruin, Hoofd Industriële Veiligheid Regionale Brandweer RotterdamRijnmond