Samenwerkingsovereenkomst Herinrichting Landtong Rozenburg De ondergetekenden:
1. Gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door de heer M.W. van Sluis 2. Gemeente Rozenburg, vertegenwoordigd door mevrouw M.J. de Sutter-Besters 3. De minister van Verkeer en Waterstaat, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de heer F.J.P. Heuer 4. Provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door de heer L. E. van der Sar 5. Stadsregio Rotterdam, vertegenwoordigd door mevrouw A.A. Aeyelts Averink-Winsemius 6. Recreatieschap Voorne/Putten/Rozenburg, vertegenwoordigd door mevrouw M.C. Groenewegen-Weerman Ondergetekenden 1 t/m 6 hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘overheden’ 7. Deltalinqs, vertegenwoordigd door de heer C.H. Doorakkers 8. Wereld Natuur Fonds, vertegenwoordigd door de heer L.D. de Jong 9. ROM Rijnmond, vertegenwoordigd door de heer J. Laan De gezamenlijke ondergetekenden 1 t/m 9 hierna aan te duiden als ‘partijen’.
Constaterende dat: herinrichting van de Landtong Rozenburg dringend geboden is, mede gelet op de staat en de potenties van dit gebied; deze herinrichting kansen biedt op het scheppen van een duurzame ontwikkeling, waarmee de waarde van dit gebied voor Rozenburg, de mainport en Rijnmondgebied toeneemt; het Kabinet op 21 december 2001 deel 3 van de PKB-Plus Mainportontwikkeling Rotterdam heeft vastgesteld: in dit kabinetsstandpunt een pakket maatregelen is opgenomen dat gegroepeerd is in drie deelprojecten die samen het Project Mainportontwikkeling Rotterdam vormen, waaronder Bestaand Rotterdams Gebied (BRG), een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren; herinrichting van de Landtong Rozenburg één van de BRG-projecten is die moeten bijdragen aan een verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving; herinrichting van de Landtong Rozenburg een van de projecten is van het Groenakkoord; herinrichting daarnaast onderdeel is van, c.q. een positieve bijdrage levert aan het Ecologisch Herstel Rijn- Maasmonding en de Gebiedsgerichte aanpak Voorne Putten Rozenburg.
Overwegende dat: partijen vanuit uiteenlopende posities betrokken zijn bij de herinrichting van de Landtong Rozenburg, namelijk: gemeenten Rozenburg en Rotterdam als de voor dit gebied verantwoordelijke gemeenten en derhalve in directe zin publiekrechtelijk verantwoordelijk;
gemeente Rotterdam (Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam), privaatrechtelijk gronden bezit, het nautisch beheer over het water rondom Landtong Rozenburg voert en nieuwe havengerelateerde activiteiten ontwikkelt c.q. afstemt; gemeente Rotterdam zijnde verantwoordelijk voor de uitvoering van projecten Bestaand Rotterdams Gebied en in dat kader tevens de eerstverantwoordelijke voor de ontwikkeling van de Landtong Rozenburg; Stadsregio Rotterdam zijnde verantwoordelijk voor de uitvoering van het Groenakkoord en vanuit de betrokkenheid bij ruimtelijke planvorming; Provincie Zuid-Holland vanuit de betrokkenheid bij het Groenakkoord en ruimtelijke planning, alsmede bij de gebiedsgerichte aanpak Voorne/Putten/Rozenburg; Deltalinqs vanuit de betrokkenheid bij het Educatief Informatie Centrum; Recreatieschap Voorne/Putten/Rozenburg gelet op de ligging van de Landtong Rozenburg binnen haar beheersgebied; Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-generaal Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland als de verantwoordelijke autoriteit voor Europoortkering en Maeslantkering alsmede voor de natuurontwikkeling in het kader van Ecologisch Herstel Rijn- Maasmonding; ROM-Rijnmond die in het verband van de BRG-projecten en het Groenakkoord optreedt als procesmanager ten behoeve van de coördinatie en medewerking van partijen en overheden die bij de uitvoering zijn betrokken;
Voorts overwegende dat: partijen in het proces van samenwerking in het kader van de herinrichting Landtong Rozenburg thans een eerste fase hebben afgesloten die dient te worden gemarkeerd met het vastleggen van hun inzet en uitgangspunten alsmede met de noodzakelijke vervolgstappen, op weg naar een ontwikkelingsovereenkomst; de gewenste herinrichting vorm heeft gekregen in het Masterplan Landtong Rozenburg, Ontwerp voor een groen podium in de haven, welk plan door partijen wordt onderschreven als kader voor de verdere ontwikkeling (bijlage 1; hierna aan te duiden als Masterplan);
Besluiten tot: a) het aangaan van deze Samenwerkingsovereenkomst, in het besef dat deze overeenkomst geen afdwingbare rechten vestigt of anderszins wijziging brengt in de juridische positie van partijen, doch de proces- en inspanningsafspraken vastlegt om voor 2004 te komen tot een Ontwikkelingsovereenkomst Herinrichting Landtong Rozenburg met de noodzakelijk daaraan verbonden zijnde rechtsgevolgen; b) het aanvaarden van de inspanningsverplichting om de Ontwikkelingsovereenkomst in overeenstemming te doen zijn met de in het Masterplan neergelegde kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen en resultaten; c) het aanvaarden door overheden van de gezamenlijke verantwoordelijkheid tot financiering van de in het Masterplan neergelegde herinrichting; het doen van toezeggingen met betrekking tot de inbreng van overheden, in acht nemende de eigen besluitvormingsprocedures met betrekking tot de beschikbaarstelling van deze inbreng.
2
Artikel 1: uitgangspunten 1.1 Partijen gaan bij deze een samenwerkingsovereenkomst aan, in het besef dat de realisatie van het Masterplan afhankelijk is van hun inzet, samenwerking en afstemming. 1.2 Partijen aanvaarden de inspanningsverplichting voor de bedoelde herinrichting en de daarvoor benodigde financiering. 1.3 Partijen onderschrijven daarnaast dat een integrale en gezamenlijke aanpak meerwaarde heeft in termen van kwaliteit, synergie en profijt van inspanningen en zullen die integrale en gezamenlijke aanpak vorm geven. 1.4 Partijen markeren 18 maart 2003 als startpunt van de ontwikkelingsfase van Landtong Rozenburg. Zij streven naar een doorlooptijd van het project van 5 jaar, uitgezonderd het Harbour Technology Cluster, waarvoor een ontwikkelingsperiode van maximaal 15 jaar wordt aangehouden. 1.5 De nadere fasering binnen de geprojecteerde termijn en de verdeling van de opgave in deelprojecten zal onderwerp zijn van de ontwikkelingsovereenkomst.
Artikel 2: betrokkenheid en inbreng van partijen 2.1 Partijen bekleden met betrekking tot de herinrichting van de Landtong Rozenburg uiteenlopende posities. Partijen zullen in deze handelen met respect voor elkaars positie, met de intentie om vanuit de eigen positie een optimale bijdrage te leveren en vanuit een streven naar maximale synergie.
Artikel 3: randvoorwaarden en waarborgen 3.1 Partijen onderschrijven dat bij de herinrichting van de Landtong Rozenborg een aantal vitale belangen dient te zijn gewaarborgd c.q. randvoorwaarden te zijn vervuld. Deze hebben betrekking op Vuilstort Vinkseweg, het convenant Windenergie, waterstaatkundige en havengerelateerde functies en verpachtingen en verhuringen. 3.2 Op grond van de beschikking van de provincie Zuid-Holland dient voor 2005 met de sanering van de vuilstort Vinkseweg te worden begonnen. Gemeente Rozenburg, gemeente Rotterdam (Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam) en provincie Zuid-Holland bekijken nader welke saneringsvariant het meest haalbaar is in relatie tot uitvoerbaarheid, kwetsbaarheid (faalkans saneringsvorm), gewenst gebruik en kosten van sanering. Op basis hiervan nemen zij een besluit over de kosten, de bekostigende partijen en de kostenverdeling. Zij onderschrijven het belang van onderlinge afstemming omtrent de diverse problemen cq. keuzes met betrekking tot de sanering en de recreatieve inrichtingswerkzaamheden. 3.3 Met betrekking tot het convenant Windenergie benadrukken partijen dat plaatsing van windturbines geen onderdeel is van de onderhavige planvorming en realisatie. Partijen achten vanuit de optiek van de nagestreefde herinrichting geen beletselen aanwezig voor de eerste tranche windturbines, die geprojecteerd zijn binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam, doch initiëren de ontwikkeling daarvan in dit kader niet. Ten aanzien van de tweede tranche windturbines zullen partijen hun positie nader bepalen. Partijen garanderen de bereikbaarheid van de windturbines voor regulier onderhoud via de Noordzeeweg en via de toegangswegen. 3.4 Met betrekking tot de waterstaatkundige en havengerelateerde functies garanderen partijen de bereikbaarheid van de Maeslantkering via zowel de Noordzeeweg als de onderhoudsweg van
3
Rijkswaterstaat, van de Europoortkering (inclusief invloedzone) via de onderhoudsweg van Rijkswaterstaat, van de Scheurhaven op de kop van de Landtong via de Noordzeeweg en van de leidingstroken, radarsystemen, afmeermogelijkheden en afmeervoorzieningen. 3.5 Met betrekking tot de lopende verpachtingen en verhuringen binnen het opnieuw in te richten gebied zal gemeente Rotterdam (Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam) als de ontwikkeling dat noodzakelijk maakt, welk moment wordt bepaald door het projectbureau (zie artikel 4), de volgende activiteiten ontplooien: het verplaatsen van de manege van de ruitervereniging Rozenburg, het modelvliegterrein, alsmede de cafetaria; het opzeggen van de huur van de manege ten westen van de toegangsweg naar het Educatief Informatie Centrum, alsmede van de hondenclub;
Artikel 4: organisatie 4.1 Partijen stellen ten behoeve van de herinrichting van de Landtong Rozenburg een bestuurlijke stuurgroep en een ambtelijk projectbureau in. 4.2 Planvorming, besluitvoorbereiding en planrealisatie vinden plaats onder regie van de stuurgroep. De stuurgroep bestaat tenminste uit een vertegenwoordiger van de gemeente Rozenburg, de gemeente Rotterdam, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de provincie ZuidHolland, het recreatieschap Voorne Putten Rozenburg en stadsregio Rotterdam. Voor de stuurgroep wordt een zodanige regeling getroffen dat deze kan optreden als rechtspersoon. Het voorzitterschap van de stuurgroep berust bij de gemeente Rotterdam. De stuurgroep kan partijen uitnodigen tot de stuurgroep toe te treden en derden om de beraadslagingen bij te wonen. 4.3 Planvorming, aansturing van planrealisatie, afstemming van procedures en voortgangsbewaking zijn taken van het projectbureau. Ook de leiding van deelprojecten wordt in de handen van het projectbureau gegeven. Het projectbureau wordt ingesteld door de stuurgroep. De stuurgroep is tevens het verantwoordingskader voor het functioneren van het projectbureau. 4.4 Het monitoren van de voortgang, het signaleren van knelpunten en het oplossen van geschillen die kunnen rijzen bij de uitvoering van deze Samenwerkingsovereenkomst, zijn taken van het Bestuurlijk Overleg ROM-Rijnmond. 4.5 De kosten verbonden aan het projectbureau worden in de fase tot aan het aangaan van de Ontwikkelingsovereenkomst gefinancierd uit het planvormingbudget dat door het Bestuurlijk Overleg ROM-Rijnmond op 1 oktober 2002 beschikbaar is gesteld. Over de financiering van aanvullend benodigd budget worden tussen partijen nadere afspraken gemaakt. In de ontwikkelingsovereenkomst zal worden aangegeven op welke wijze de financiering, kostenverdeling en financiële verantwoording in de fasen daarna wordt vormgegeven.
Artikel 5: beheer 5.1 Het recreatieschap Voorne/Putten/Rozenburg zal na herinrichting de openbare gebieden van de landtong ten behoeve van recreatie in beheer en onderhoud nemen. Gemeente Rotterdam (Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam) streeft hierbij een deel van het beheer op de Landtong op ecologische wijze te laten uitvoeren. 5.2 Deze en volgende ontwikkelingsovereenkomst brengen geen wijziging in bestaande verantwoordelijkheden ten aanzien van de nautische aspecten en daaraan gerelateerde
4
activiteiten alsmede de verantwoordelijkheden ten aanzien van Europoortkering en Maeslantkering (inclusief invloedzone) en havengerelateerde infrastructuur. 5.3 Het Recreatieschap Voorne/Putten/Rozenburg zal op basis van het Masterplan een integraal beheerplan opstellen, waarin alle beheertaken en beheerorganisaties worden vastgelegd. Het Masterplan zal daartoe eerst nader door het projectbureau worden gedetailleerd. Tevens maakt het Recreatieschap een gedetailleerde berekening van de te verwachten kosten van beheer en onderhoud evenals van de opbrengsten.
Artikel 6: kosten en financiering 6.1 Overheden verklaren zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de financiering van de herinrichting van de Landtong Rozenburg. 6. 2 Over de wijze waarop deze verantwoordelijkheid wordt ingevuld, zoals subsidiering, directe en indirecte financiering, de inbreng van gronden en het zelf uitvoeren van werken is in bijlage 2 een aantal uitgangspunten opgenomen. Deze uitgangspunten worden opgevat als toezeggingen, in achtnemende de besluitvormingsprocedures van partijen met betrekking tot de beschikbaarstelling hiervan. 6.3 Partijen komen overeen dat de financiële middelen zullen worden ondergebracht in een apart fonds onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep, tenzij financieringsafspraken dit uitsluiten. 6.4 In de ontwikkelingsovereenkomst zal worden vastgelegd op welke wijze het financieel beheer wordt opgezet, waaronder de verantwoording van besteding van middelen. 6.5 Beoogd is om het Harbour Technology Cluster te ontwikkelen in publiek private samenwerking (PPS). Hiertoe zal door het projectbureau een separate samenwerkingsovereenkomst PPS worden opgesteld. 6.6 In de ontwikkelingsovereenkomst zal nader worden aangegeven op welke wijze de realisatie en financiering van de publieke onderdelen versus het publiek-privaat te ontwikkelen Harbour Technology Cluster van elkaar worden gescheiden.
Artikel 7: planologische procedures en milieuwetgeving 7.1 Gelet op het advies van de PPC over het concept-herinrichtingsplan (‘pre-PPC toetsing’) zullen partijen een aantal inhoudelijke aspecten nader uitwerken alvorens de eigenlijke procedure van de PPC-toetsing in gang te zetten. Deze aspecten betreffen het verduidelijken van de geprogrammeerde activiteiten, het nader uitwerken van de milieu-aspecten en het rekening houden met de in het advies genoemde natuuraspecten. 7. 2 De provincie Zuid-Holland zal bij de herziening van het streekplan zorgen voor overeenstemming met de plannen met betrekking tot de herinrichting van Landtong Rozenburg. 7.3 De Stadsregio Rotterdam zal bij het in voorbereiding zijnde regionaal (groen)structuurplan zorgen voor overeenstemming met de plannen inzake de herinrichting van Landtong Rozenburg. 7.4 De gemeenten Rozenburg en Rotterdam zullen het bestemmingsplan aanpassen in lijn met het Masterplan. Zij zullen voorts een beeldkwaliteitsplan opstellen. Beide gemeenten zullen de kosten hiervan voor hun rekening nemen.
5
Artikel 8: rapportage voortgang 8.1 Partijen zullen de in deze samenwerkingsovereenkomst neergelegde inzet en afspraken voor 2004 uitwerken in een ontwikkelingsovereenkomst. 8.2 Het projectbureau zal elk kwartaal rapporteren aan de stuurgroep over de voortgang van de werkzaamheden. Tot aan het moment van afsluiten van de ontwikkelingsovereenkomst wordt tevens aan het Bestuurlijk Overleg ROM-Rijnmond gerapporteerd. 8.3 Meer gedetailleerde afspraken over voortgangrapportage, meerjarenplanning en financieel meerjarenoverzicht zullen in de ontwikkelingsovereenkomst worden vastgelegd.
Artikel 9: geschillenregeling 9.1 Indien tussen partijen geschillen rijzen, voortvloeiend uit deze overeenkomst, zullen deze ter bemiddeling aan het Bestuurlijk Overleg ROM-Rijnmond worden voorgelegd. Indien deze bemiddeling niet binnen zes weken tot een oplossing leidt, staat het partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde burgerlijke rechter te Den Haag. 9.2 De ontwikkelingsovereenkomst zal bepalingen bevatten met betrekking tot wijziging van de afspraken, uit- en toetreding en duur van de afspraken.
Artikel 10: looptijd 10.1 De werking van deze samenwerkingsovereenkomst eindigt bij het aangaan van de ontwikkelingsovereenkomst.
6
Ondertekening
1.
Gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door de heer M.W. van Sluis
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
2.
Gemeente Rozenburg, vertegenwoordigd door mevrouw M.J. de Sutter-Besters
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
3.
De minister van Verkeer en Waterstaat, vertegenwoordigd door de heer F.J.P. Heuer
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
4.
Provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door de heer L.E. van der Sar
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
5.
Stadsregio Rotterdam, vertegenwoordigd door mevrouw A.A. Aeyelts AverinkWinsemius
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
7
6.
Recreatieschap Voorne Putten Rozenburg, vertegenwoordigd door mevrouw M.C. Groenewegen-Weerman
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
7.
Deltalinqs, vertegenwoordigd door de heer C.H. Doorakkers
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
8.
Wereld Natuur Fonds, vertegenwoordigd door de heer L.D. de Jong
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
9.
ROM-Rijnmond, vertegenwoordigd door de heer J. Laan
Getekend te Rozenburg op 18 maart 2003
8
Bijlage 1 Masterplan Herinrichting Landtong Rozenburg
separaat bijgevoegd
9
Bijlage 2 Kosten en financiering
Kosten De totale kosten van de herinrichting Landtong Rozenburg zijn geraamd op € 19.240.200,(Grontmij d.d. 21 februari 2003). Dit bedrag is inclusief het bouwrijp maken van het Harbour Technology Cluster (grondverzet, verharding, groenvoorzieningen etc.), exclusief de bouwkosten hiervan. Tevens omvat dit bedrag een post onvoorzien van € 1.500.000,- en een post voor de verplaatsing en inrichting van het modelvliegterrein en de manege van de Ruitervereniging Rozenburg.
Financiering inrichtingskosten De kosten van herinrichting worden deels gefinancierd uit de opbrengsten van uitgifte van het Harbour Technology Cluster (37.000 m2 BVO). Deze opbrengsten zijn geraamd op € 7.400.000,-. Uit deze ‘private’ exploitatie wordt het bouwrijp maken van het Harbour Technology Cluster bekostigd (incl. groenvoorzieningen). Hieruit wordt tevens een bedrag van € 2.297.984,- ten gunste van de ‘publieke’ exploitatie gebracht. Van de totale herinrichtingskosten wordt een bedrag van € 704.118,- ten laste gebracht van de (separate) saneringsexploitatie vuilstort Vinkseweg. Dit bedrag betreft 25% van de voor dit gebied geraamde herinrichtingskosten (grondverzet, groenvoorziening). Aanvullend hierop gelden de navolgende toezeggingen met betrekking tot de financiering van de inrichting. •
In het kader van Bestaand Rotterdams Gebied levert gemeente Rotterdam (Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam) een bijdrage van € 3.000.000,-.
•
In het kader van het Groenakkoord levert de provincie Zuid-Holland een bijdrage van € 31.000,- per hectare. Uitgaande van 55 hectaren betekent dit een bijdrage van € 1.705.000,-.
•
In het kader van het Groenakkoord levert het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een bijdrage van € 25.800,- per hectare. Uitgaande van 55 hectaren betekent dit een bijdrage van € 1.419.000,-.
•
De provincie Zuid-Holland verleent een bijdrage van 100% in een nieuw aan te leggen fietspad uit de middelen voor het Fietsplan 2001. De kosten van het fietspad zijn geraamd op maximaal € 840.900,-. Realisatie van het fietspad geschiedt conform de randvoorwaarden van het Fietsplan.
•
In het kader van het vastleggen van CO2 door boomaanplant levert de gemeente Rotterdam (Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam) uit de Aubert-gelden een bijdrage € 283.000,-.
•
Het recreatieschap Voorne/Putten/Rozenburg levert een bijdrage aan de inrichting van € 45.380,-.
•
Gemeente Rozenburg levert een bijdrage van € 50.000,-.
•
In het kader van de herplantplicht levert Rijkswaterstaat een bijdrage van € 990.000,-.
10
•
Deltalinqs levert een bijdrage van € 10.000,- aan de inrichting. Tevens zet Deltalinqs zich in op versterking van het Educatief Informatie Centrum op Landtong Rozenburg (programma, financiële grondslag).
•
In het kader van het Ecologisch Herstel Rijn- Maasmonding realiseert Rijkswaterstaat ZuidHolland netto circa 5 hectare buitendijkse natuur. Dit vindt plaats door middel van werk met werk maken.
•
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-generaal Rijkswaterstaat, Directie ZuidHolland, brengt al haar gronden gelegen binnen het plangebied in. Uitgezonderd hiervan zijn de gronden ter plaatse van de Europoortkering en de Maeslantkering, inclusief invloedzone. Het in te brengen grondareaal bedraagt 22 hectare. Gronden worden om niet ter beschikking gesteld aan beheerder. Ter beschikking stelling vindt plaats door middel van erfpacht.
•
Gemeente Rotterdam (Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam) brengt al haar gronden gelegen binnen het plangebied in. Uitgezonderd hiervan zijn de gronden ter plaatse van de leidingenstroken, de Noordzeeweg, de radarposten en de kades. Nadere afspraken worden gemaakt over de inbreng van gronden ter plaatse van de Tijdelijke en Definitieve Opslagplaatsen aan de Noordzeeweg, alsmede ter plaatse van de vuilstort Vinkseweg. Gronden worden om niet ter beschikking gesteld aan beheerder. Ter beschikking stelling vindt plaats door middel van erfpacht.
Het huidige projecttekort van € 2.802.802,- zal vooralsnog worden gedekt door geen gebruik te maken van de opgevoerde post onvoorzien (€ 1.500.000,-) en/of door beperking van de VATkosten (Voorbereiding, Administratie, Toezicht), thans voorzien op € 2.963.551,-.
2b. Financiering beheerkosten De kosten van het huidige beheer binnen het plangebied worden reeds gefinancierd. Deze kosten worden aangemerkt als reguliere financiering. Aanvullend hierop gelden de navolgende toezeggingen met betrekking tot de financiering van het beheer. •
In het kader van het Groenakkoord levert Stadsregio Rotterdam een eenmalige bijdrage aan het beheer van € 695.000,-. Dit bedrag is gebaseerd op 55 hectaren Groenakkoord.
•
In het kader van de herplantplicht levert Rijkswaterstaat een eenmalige beheersbijdrage van € 80.000,-.
•
Nader te onderzoeken baten zijn commerciële opbrengsten uit het evenemententerrein en een eventuele bijdrage uit het Harbour Technology Cluster.
•
Voor het opstellen van het integrale beheersplan en het nader detailleren van de beheerskosten stelt het recreatieschap Voorne/Putten/Rozenburg € 50.000,- beschikbaar. Op basis van deze detaillering bepaalt het recreatieschap in welke mate zij financieel participeert.
11