België - Belgique VERSCHIJNT WEKELIJKS ERKENNINGSNR. P910484 AFGIFTEKANTOOR 2099 ANTWERPEN X
P.B. 8/1723 2099 Antwerpen X
EUROPA TEGEN ARMOEDE mei 2010
EN G E T PA EURO ARM
OED
Armoede, een zaak van iedereen De Europese Unie (EU) is een van de rijkste gebieden in de wereld. Toch leven er in Europa 80 miljoen arme mensen. Dat is 17 % van alle Europeanen. Armoede gaat niet enkel om weinig geld hebben. Arme mensen krijgen vaak niet dezelfde kansen als anderen. Arme mensen leven minder lang, zijn vaker ziek en hebben vaker schulden. Jaar tegen armoede Armoede is niet het probleem van één land. De EU wil dat alle landen samen strijden tegen armoede. Deze strijd krijgt extra veel aandacht in 2010 met het ‘Europees Jaar tegen Armoede’. De EU wil mensen in armoede een stem
Foto Filip Claus
E
Wablieft, duidelijke informatie voor iedereen geven, en met alle landen beslissingen nemen om armoede aan te pakken. België tegen armoede Deze krant is een initiatief van de staatssecretaris voor armoedebestrijding. Met deze krant wil hij in België en Europa aandacht vragen voor armoede. Want België is van juli tot december voorzitter van de EU. België wil het goede voorbeeld geven aan andere landen. Ons land zet armoede hoog op de agenda. In België leven 1,5 miljoen mensen in armoede. Wat gebeurt er in België tegen armoede? Hoe helpt de overheid arme mensen? Wat is de mening van mensen in armoede? En wat doet de EU? Je leest het in deze krant.
Wablieft schreef deze krant. Wablieft vindt dat iedereen recht heeft op informatie in duidelijke taal. Informatie in moeilijke woorden sluit mensen uit, want niet iedereen begrijpt het. Daarom vindt Wablieft duidelijke taal belangrijk. Wablieft brengt elke week een krant uit in duidelijk Nederlands: Wablieft, de duidelijkste krant. Wablieft herschrijft ook teksten van overheid, van bedrijven en organisaties, tot ze duidelijk zijn voor iedereen. Wablieft geeft ook de training ‘Duidelijk schrijven’. Onder het motto ‘Klare taal, goed verhaal!’ startte Wablieft vorig jaar met boeken in duidelijke taal voor volwassenen.
Meer info? Surf naar www.wablieft.be of bel naar 015 446 512. Kranten aanvragen? Deze krant is gratis. Iedereen kan de krant bestellen bij de POD Maatschappelijke Integratie, Koning Albert II-Laan 30 in 1000 Brussel. Bel naar 02 508 85 85, of stuur een e-mail naar
[email protected]. Er is ook een krant in het Frans en in het Engels.
Lees meer!
Foto Brandpunt 23
Blz. 2: Meten is weten. Wie heeft meer kans om arm te worden? Blz. 3: Hoe wil de staatssecretaris armoede aanpakken? Blz. 4: Professor Hendrik Vos vertelt wat de EU kan doen tegen armoede. Blz. 5: EAPN laat arme mensen uit Europa aan het woord. Blz. 6: Hoeveel geld heeft een gezin elke maand nodig? Blz. 7: Kinderen in armoede. Blz. 8: Een goede gezondheid is geld waard. Blz. 9: Het hotelschip ‘Ahoi’ zet mensen aan het werk. Blz. 10: Geen huis, geen geld. Daklozen vertellen hun verhaal. Blz. 11: Energie sparen, is geld sparen. Blz. 12: Goed om te weten: vijf nuttige tips.
Een initiatief van:
METEN IS WETEN
2
Foto Bob Van Mol
“We leren armoede beter kennen. Zo kunnen we beter strijden tegen armoede” -- staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Hoeveel mensen zijn er arm in België? Zijn mensen in Vlaanderen armer dan in Wallonië? Zijn er meer jongeren arm, of zijn vooral oudere mensen arm? De antwoorden op deze vragen staan in de ‘barometer van de armoede’. In dat rapport lees je hoeveel arme mensen er in België zijn. Het rapport is belangrijk voor de staatssecretaris en de ministers. Zo zien ze of hun plannen tegen armoede helpen. Het rapport leert je ook hoeveel arme mensen er zijn in de Europese Unie (EU). Zo kunnen de landen binnen de EU elkaar helpen.
Armoede? Armoede gaat niet enkel over geld. Sommige mensen hebben een laag inkomen, maar voelen zich niet arm. Anderen verdienen veel, maar geven te veel geld uit. Ook zij vinden dat ze geen geld genoeg hebben. Armoede kan dus ook een gevoel zijn. Toch is geld hebben belangrijk om niet arm te zijn. Iedereen heeft een bepaalde som nodig om te kunnen leven. Daarmee kan je eten en kleren kopen, een woning huren of kopen. Geld is ook nodig voor andere belangrijke dingen zoals naar de dokter gaan, een uitstap doen ...
Een gezin met twee kinderen is arm als het per maand minder dan
Wanneer is iemand arm?
1,5 miljoen Belgen zijn arm. Dat is één op zeven Belgen.
1.888 euro heeft.
Ook in andere landen van de EU leven arme mensen. Van elke zeven Europeanen is er één persoon arm. Dat is evenveel als in België.
Een alleenstaande is arm als die per maand minder dan
899 euro heeft.
Sinds 2006 bleef het aantal armen ongeveer hetzelfde in België. Regio
2007
2008
Vlaanderen
110 op 1000 mensen zijn arm
100 op 1000 mensen zijn arm
Wallonië
190 op 1000 mensen zijn arm
195 op 1000 mensen zijn arm
België
152 op 1000 mensen zijn arm
147 op 1000 mensen zijn arm
Europese Unie
160 op 1000 mensen zijn arm
160 op 1000 mensen zijn arm
Sommige Belgen hebben meer kans om arm te zijn:
“Kinderen en ouderen hebben meer kans om arm te zijn”
<25
Eén op zes jongeren is arm.
65+
Eén op vijf mensen ouder dan 65 jaar is arm.
• mensen met werk: 48 op 1000 zijn arm. • werklozen: 348 op 1000 zijn arm. • mensen die niet werken omdat ze ziek zijn of een handicap hebben: 184 op 1000 zijn arm. • mensen met pensioen: 248 op 1000 zijn arm.
Ook deze mensen hebben meer kans om arm te zijn: • alleenstaande vrouwen met kinderen • mensen die niet lang naar school gingen • mensen met een nationaliteit van een land dat niet in de EU ligt Vrouwen hebben meer kans om arm te zijn dan mannen.
1
Twee op vijf alleenstaande ouders zijn arm.
DE REGERING EN DE STRIJD TEGEN ARMOEDE
3
“Wij kunnen verdergaan dan Europa” -- staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding
De Belgische regering doet veel om armoede in ons land aan te pakken. Ze wil nu ook Europa meekrijgen in de strijd tegen armoede. We vroegen de staatssecretaris voor Armoedebestrijding om uitleg. De staatssecretaris is in de regering verantwoordelijk voor alle plannen tegen armoede.
“Wij willen écht iets doen voor mensen in armoede” “Ons beleid moet echt iets betekenen voor mensen in armoede”, zegt de staatssecretaris. “Daarom luisteren we naar de armen zelf. We steunen sinds vorig jaar het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN). In het BAPN vind je de verenigingen van armen uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel. We maakten met hen een plan voor de volgende jaren. Het federaal plan tegen armoede was de basis.” Wablieft: In het federaal plan staan 59 voorstellen om te strijden tegen armoede. Wat doet de overheid met dat plan? Staatssecretaris: We maakten al bijna de helft van de voorstellen uit het plan waar. We verhoogden bijvoorbeeld de laagste inkomens en uitkeringen. We hebben nu ‘ervaringsdeskundigen’ bij de overheid en in ziekenhuizen. Deze mensen waren vroeger zelf arm. Ze weten hoe moeilijk het leven is als je arm bent. Armen krijgen ook vanzelf het sociaal tarief voor energie en betalen dus minder voor stroom. Deurwaarders kunnen niet langer extra kosten aanrekenen om schulden te innen. Iedereen tot 18 jaar heeft recht op gratis verzorging van de tanden. We hebben dus al heel wat gedaan. We gebruiken ook de ‘armoedebarometer’. Zie kader onderaan en lees meer op bladzijde 2 U werkt samen met de ministers in de Belgische regering, maar ook met de regeringen van de regio’s, burgemeesters, OCMW’s, verenigingen van armen … Lukt dat goed? De strijd tegen armoede is teamwerk. De slagzin van het Europees Jaar tegen Armoede is heel juist: ‘De strijd tegen armoede is een zaak van iedereen’. We moeten met zoveel mogelijk mensen en verenigingen samenwerken om armoede te stoppen. De verenigingen en diensten die rond armoede werken en zeker ook de armen zelf moeten het eens zijn met de maatregelen die de politiek neemt.
Armoedebarometer Op bladzijde 2 staan belangrijke cijfers over de Armoedebarometer. We vroegen de staatssecretaris wat hij van die cijfers vond. Welke resultaten van de barometer maken u ongerust? Bij werklozen en gezinnen met één ouder blijft de kans op armoede groeien. In ons land is het betaalbaar om naar de dokter of naar het ziekenhuis te gaan. Het ziekenfonds betaalt meestal een deel van de kosten terug. Toch stellen drie op 100 gezinnen een bezoek aan de dokter uit. Ze zijn bang dat ze de kosten niet kunnen betalen. Zelfs acht op 100 mensen met een heel laag inkomen gaan minder vaak naar de dokter. Mensen met werk kunnen ook arm zijn. Het valt op dat steeds meer mensen vinden dat ze niet genoeg geld hebben om rond te komen. Dat zijn zaken die ons ongerust maken. Zijn er cijfers die u blij maken? Vrouwen die alleen leven, hebben iets minder kans om arm te worden. Eerst hadden iets meer dan drie op tien van deze vrouwen kans om arm te worden, nu zijn dat er minder dan drie. Het zijn er nog altijd veel, maar gelukkig iets minder dan enkele jaren geleden. In 2008 leefden ook iets minder Belgen in een gezin waar niemand een betaalde job heeft. Dat is goed nieuws.
België en Europa tegen armoede U hebt veel plannen in dit Europees Jaar tegen Armoede. Wat doet ons land tegen armoede in 2010? “In 2010 is België voorzitter van de Europese Unie (EU). Ons land beslist dan mee over de agenda. We willen praten over drie grote thema’s. We willen armoede bij kinderen aanpakken. Ook de strijd tegen dakloosheid krijgt veel aandacht. En we willen dat mensen in elk land van de EU een minimum-inkomen krijgen. Dat is nu niet zo. Met een minimum-inkomen moet je goed kunnen leven. Iedereen moet ook een minimum-inkomen kunnen vragen. We moeten meer doen dan mensen bewustmaken van armoede. We willen dat de leiders van de EU zich inzetten om armoede aan te pakken. Hebben we tegen 2020 nog steeds 80 miljoen armen in Europa? Dan zou dat een schande zijn.”
“Elk land van de EU moet burgers een minimum-inkomen geven, waarvan mensen goed kunnen leven.” -- staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding
Armoede volledig uitroeien tegen 2020, kan dat? Nee, dat lijkt me niet haalbaar. De 27 landen van de EU stellen voor te zorgen voor een kwart minder arme mensen tegen 2020. Ons land kan verdergaan dan een kwart: we kunnen zorgen voor nog minder armen. Welk punt in de strijd tegen armoede vindt u het belangrijkste? Onze drie doelen vind ik even belangrijk. Toch denk ik vooral aan armoede bij kinderen. We willen dat de helft minder kinderen arm is. We willen vooral die cirkel doorbreken waardoor kinderen van arme ouders, veel kans hebben om zelf arm te worden. Dus is het belangrijk dat iedereen een goed inkomen heeft en een job waarin ze gelukkig zijn. Ook al heb je geen dikke portemonnee, het moet mogelijk zijn om goed te leven.
4
EEN SOCIAAL EUROPA
“De EU gaat vooruit waar ze kan” -- professor Hendrik Vos
2010 is het Europees Jaar tegen Armoede. België is vanaf 1 juli ook voorzitter van de Europese Unie (EU). Ons land heeft extra veel aandacht voor het probleem van armoede. Hoe zit dat met Europa? Hoe strijdt de EU tegen armoede? Hoe sociaal is Europa? We vroegen het Hendrik Vos. Hij is professor in Gent en weet goed hoe de EU werkt. “Europa is belangrijk voor ons” Wablieft: België is van juli tot 1 december 2010 de voorzitter van de EU. Hoe belangrijk is dat voor ons land? Hendrik Vos: België zal als voorzitter een half jaar lang de vergaderingen van ministers en experten van de EU leiden. Ons land wil een goede voorzitter zijn. Het zal extra zijn best doen om in orde te zijn met de regels van de EU. België zal die vlotter en sneller omzetten in eigen, nieuwe wetten. Ons land is daarin altijd traag. Het zal nu wellicht sneller gaan. Als voorzitter breng je Europa ook dichter bij de mensen. Dat is goed. Want de EU beslist meer over ons leven dan we denken. Wat kan België als voorzitter doen voor de EU? Een voorzitter van de EU kan de gesprekken tussen de landen toch wat in een bepaalde richting sturen. Dat kan bijvoorbeeld met de strijd tegen de armoede. Je kan natuurlijk niet alle ideeën zomaar doordrukken. Je moet altijd de grote landen van Europa, zoals Frankrijk en Duitsland meekrijgen. In 2001 was België de laatste keer EU-voorzitter. Het vroeg toen aandacht voor de problemen in Congo. Congo was vroeger een kolonie van België. Een ander land had dat wellicht niet gedaan.
Het gevaar van de steekvlam De EU heeft elke zes maanden een nieuwe voorzitter. Kan de EU op die manier goed werken? Kenners spreken soms over een steekvlam. Door een voorzitter heeft de EU zes maanden veel aandacht voor één probleem. Later gebeurt er niets meer rond dat probleem. Dat gevaar bestaat. Maar een slimme voorzitter geeft het probleem door aan de volgende voorzitter. In de Europese Raad is het gevaar kleiner. In die Raad komen de hoogste leiders van de regeringen samen. De president van de EU leidt voortaan altijd de vergaderingen van die Raad. Hij kan proberen een probleem lang op de agenda te zetten. Europa telt nu 27 landen. Kan Europa nog vlot problemen aanpakken? De EU begon ooit met zes landen. Beslissen ging toen vlotter. Maar vroeger moest elk land het eens zijn met elke nieuwe regel. Het Verdrag van Lissabon verandert dat. De EU kan over sommige zaken beslissen als de meeste landen voor zijn.
“De EU beslist meer over ons leven dan we denken”
Zachte aanpak Werkt de EU aan een sociaal Europa, een Europa voor de mensen? Voor een deel. De EU doet goed werk om groepen mensen niet te benadelen. Denk maar aan de gelijke rechten van man en vrouw en de veiligheid van mensen op het werk. Wat doet de EU voor mensen in armoede? Daar aarzelt de EU een beetje. Veel landen hebben over sociale zaken andere ideeën. Ze hebben andere ervaringen. België bijvoorbeeld zorgt met pensioenen en uitkeringen goed voor zijn inwoners. Bij ons krijgen alle mensen een minimum-inkomen. De Britten en landen uit Oost-Europa zien dat anders. Toch wil de EU iets doen tegen armoede. Ze doet dat door ‘Open Coördinatie’ tussen de landen te gebruiken. De EU stelt dan eerst doelen voor. Ze wil die bereiken tegen 2020. De landen moeten elk jaar melden hoever ze staan. De EU maakt daar een lijst van. Doet een land het slecht? Dan staat dat land onderaan de lijst. Dat maakt geen goede indruk. Zo wil de EU de landen op een zachte manier aanzetten iets te doen. Europa wil armoede aanpakken. Maar de doelen bereiken is niet verplicht. Is dat wel goed? Je kan je dat afvragen, ja. De EU doet veel om één markt te maken in Europa. Want dat is goed voor de handel. En voor de mensen? Daar denkt de EU minder aan. Met ‘Open Coördinatie’ probeert de EU toch vooruit te gaan. Beter iets dan helemaal niets, is het idee.
België-Europa, Europa-België
20 miljoen arme mensen minder in 2020
België is maar één van de 27 landen in de EU. Toch kan België het verschil maken. In ons land krijgen mensen bijvoorbeeld een minimum-inkomen (zie interview met Hendrik Vos). België kan dit voorstellen aan de andere landen. Hopelijk kiest de hele EU voor dit plan. Dan hebben alle mensen recht op een minimum-inkomen.
De EU wil tegen 2020 minstens 20 miljoen arme mensen minder in Europa. Ons land praat binnenkort met alle landen over armoede. België organiseert dit jaar enkele grote conferenties. Daar nemen de landen beslissingen over daklozen en over meer werk voor mensen in armoede.
Het kan ook andersom. De EU beslist wat elk land van de Unie moet doen. Enkele jaren geleden besliste Europa dat elk land veel aandacht moet hebben voor kinderen in armoede. Nu doet België veel voor deze kinderen. Lees meer op bladzijde 7 .
-- professor Hendrik Vos
EAPN GEEFT ARMEN EEN STEM
5
“Armoede is meer dan een inkomen” -- Ludo Horemans, voorzitter van EAPN
“Alle armen zitten in dezelfde puree” -- Paul Rosiers
De Belg Ludo Horemans is voorzitter van EAPN, het ‘Europees Netwerk tegen Armoede’. Organisaties uit heel Europa werken daarin samen. Met z’n allen willen ze invloed hebben op de politiek van de Europese Unie (EU) tegen armoede. Het netwerk laat sinds 1990 de stem van armen horen. Het ‘Belgisch Netwerk Armoedebestrijding’ is lid van EAPN. Die organisatie verzamelde in de brochure ‘Europa mét toekomst’ uitspraken van mensen in armoede die in ons land leven. Wablieft legde enkele uitspraken voor aan Ludo Horemans. Hij geeft uitleg.
“We moeten de ongelijkheid aanpakken.” “Ik heb gelezen dat het verschil tussen arm en rijk nu veel groter is dan 100 jaar geleden. (…) Het verschil nu is veel groter dan in de film van Daens tussen de baron en de arbeider.” -- Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen, Aalst Ludo: Armoede is meer dan een bepaald inkomen hebben. Want dat verschilt van land tot land. Arme mensen in Luxemburg hebben meestal meer geld nodig dan arme mensen in Roemenië. In Roemenie is het goedkoper om kleren te kopen, of om de bus te nemen. Je kan niet over armoede spreken zonder naar de rijkdom te kijken. De ongelijkheid tussen rijk en arm moeten we aanpakken. We moeten de rijkdom opnieuw verdelen onder de mensen. Dat kan door meer belastingen te heffen op hoge inkomens.
“Het zijn vooral de mensen in armoede die eerst de crisis voelen.” -- Werkgroep Wieder, Brugge Ludo: Dat klopt. De crisis maakt duidelijk dat er nog meer aandacht nodig is voor de strijd tegen armoede. “Door de crisis is daar minder geld voor”, zeggen sommigen. Dat is fout. Het minimuminkomen en het leefloon moeten omhoog. Arme mensen hebben veel nodig. Ze geven dat hoger inkomen ook uit aan eten, huur, de dokter … Dat is goed voor de economie.
“We moeten de tijd nemen om te luisteren naar het verhaal van arme mensen. Zo kunnen we ze doorverwijzen naar een goede opleiding die bij hen past.”
De ervaring van Paul Rosiers Paul Rosiers uit Antwerpen heeft veel ervaring met armoede. Op zijn 47 jaar kwam hij in armoede terecht. Hij kreeg duizenden euro’s schulden. Hij zakte weg in een zware depressie. Werken ging niet meer. Hij is nu 63 jaar en het gaat beter met hem. Hij geeft raad in de strijd tegen armoede. Wablieft: Je helpt in de strijd tegen armoede. Hoe ben je daarmee begonnen? Paul Rosiers: Als arme ging ik naar plaatsen waar je kan eten voor anderhalve euro. Ik ging naar verenigingen waar armen samenkomen. Later ging ik er aan het werk als vrijwilliger. Ik leerde de problemen van andere armen kennen. Door de Verenigingen waar armen het woord nemen, leerde ik het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding en het Europees netwerk EAPN kennen.
-- Groep Alpha 5000, Namen Ludo: Luisteren naar mensen in armoede is belangrijk. Zij weten veel. Als we luisteren, begrijpen we hen ook beter. België geeft hier het goede voorbeeld. Wij hebben ervaringsdeskundigen. Die deskundigen leefden in armoede. Nu werken ze bij de overheid en helpen collega’s om mensen in armoede te begrijpen. De opleidingen van onder andere vereniging De Link bereiden hen voor op deze job.
EAPN probeert de strijd tegen armoede van de Europese Unie (EU) te sturen. Het houdt Europese dagen. Daar ontmoeten armen uit heel Europa elkaar. Ja, ik was er al zes keer bij. Telkens
komen ongeveer 250 mensen samen. Dat zijn dan vijf armen per land van de EU en Noorwegen. We vertellen waar we ons zorgen over maken. Zo kan EAPN de EU goede voorstellen doen. Gaat dat vlot met al die landen samen? Alle armen zitten in dezelfde puree. Ook al zijn er verschillen in Europa. Overal gaat het over wonen, verwarming, werk en eten. Er zitten ook grote verschillen in de aanpak van de armoede. In België gebeurt daar vrij veel voor. De overheid steunt onze verenigingen. Wij kunnen die Europese dagen goed voorbereiden. Maar in OostEuropa is dat niet zo. Daar hebben de verenigingen van armen vaak geen geld. De rijkere landen helpen hen waar het kan. Er zijn ook andere problemen. In Nederland werken veel verenigingen in een deel van een stad of gemeente. Daar komen bijvoorbeeld mensen van een voedselbank. Zij zoeken oplossingen voor hun eigen problemen. Maar op die Europese dagen zou het beter gaan over armoede in het hele land en in heel Europa.
INKOMEN
6
Genoeg geld om bij de samenleving te horen De prijzen voor huur en stroom blijven stijgen. Ook eten en kleren kosten geld. Dat betekent dat gezinnen in armoede weinig geld hebben voor andere zaken. Maar iedereen heeft genoeg geld nodig om goed te leven. Hoeveel geld heeft een gezin nodig om deel te nemen aan de samenleving? Eerst moet je weten wat een gezin nodig heeft. Dat gaat van brood, vlees, vis, groenten en fruit tot een woning, stroom en water. Maar ook andere belangrijke zaken kosten geld. Denk maar aan tijdschriften, vakantie, verjaardagen, een abonnement op de sportclub ... Deze dingen geven je het gevoel dat je erbij hoort.
muren vochtig zijn of omdat ze niet de nieuwste spelletjes in huis hebben.
Uitgesloten Kan een gezin die zaken niet betalen? Dan voelt het zich uitgesloten van de samenleving. Het gezin voelt zich anders dan de andere gezinnen. Sommige ouders willen liever geen vriendjes van hun kind uitnodigen bij hen thuis. Ze schamen zich omdat de
Voorbeeld We geven één voorbeeld: een gezin met twee kinderen. Rudy en Tamara hebben samen een zoon Joeri (acht jaar) en een dochter Melissa (vier jaar). Ze krijgen een leefloon, kinderbijslag en een studietoelage voor de kinderen. Dat is samen 1.196 euro.
Onderzoek Twee onderzoekers van de Universiteit Antwerpen en van de Katholieke Hogeschool Kempen keken wat een gezin in Vlaanderen nodig heeft. Zo maakten ze een budget op per soort gezin. Daar zitten alleenstaanden bij en gezinnen met en zonder kinderen.
Volgens het onderzoek heeft dit gezin elke maand deze bedragen nodig voor:
eten
380 euro
kleren
172 euro
dokter en medicijnen
121 euro
huur, gas, water, stroom ...
757 euro
ontspanning
291 euro
vervoer
62 euro
+ TOTAAL
1.785 euro
Het verschil is groot: volgens het onderzoek hebben ze 1.785 euro nodig. Maar het gezin van Rudy en Tamara krijgt elke maand een minimum-inkomen van 1.196 euro. De ouders hebben dus elke maand 589 euro te weinig om goed te leven. Het minimum-inkomen moet dus naar boven.
Hogere uitkeringen We zeiden het al: iedereen heeft genoeg geld nodig. Dit minimum-inkomen om van te leven kan zowel een loon als een uitkering zijn. Door het onderzoek weet de overheid in België dat het minimum-inkomen naar boven moet. De voorbije 20 jaar steeg de prijs van eten, huur, water en stroom. De lonen stegen mee. Maar de uitkeringen bijna niet. Minimum-loon In België en in sommige landen van de Europese Unie (EU) zijn er minimum-lonen. Dat betekent dat bedrijven hun werknemers niet minder mogen betalen dan dit bedrag. In sommige landen liggen die bedragen vast in de wet. Dat is niet het geval in Duitsland, Italië, Denemarken, Zweden, Finland en Cyprus. Tussen de landen bestaan er ook grote verschillen. Luxemburg heeft bijvoorbeeld met 1.642 euro het hoogste minimum-loon. En Bulgarije heeft met 123 euro het laagste minimumloon. Minimum-uitkering België heeft wettelijke minimum-uitkeringen. Iedereen die niet op eigen kracht een inkomen kan verwerven heeft hierop recht. Het gaat hierbij om het leefloon, de inkomensgarantie voor ouderen of een uitkering voor gehandicapten. Heb je kinderen ten laste? Dan heb je ook recht op kinderbijslag. Hierboven las je al dat het gezin van Rudy en Tamara leeft van een leefloon. Maar dit bleek niet genoeg. De staatssecretaris wil daarom de leeflonen en andere uitkeringen optrekken. In andere landen van de EU zijn er ook minimum-uitkeringen. Net als bij de lonen, zijn er ook grote verschillen tussen de landen.
België pleit voor minimum-inkomen in heel Europa Je kan zeggen dat het verschil tussen de landen logisch is. Want in Luxemburg is het leven duurder dan in Bulgarije. Dat is waar. Toch zijn de minimum-inkomens van sommige landen in de EU nog veel te te laag. Dit inkomen beschermt mensen dan niet genoeg tegen armoede. België wil dit jaar de andere landen overtuigen om een degelijk minimum-inkomen te geven aan al hun burgers. Werkgevers en overheid zijn dan verplicht om iedereen een minimum-inkomen te geven.
KINDEREN ZIJN DE TOEKOMST
7
In België leeft bijna één kind op vijf in een arm gezin. Kinderen uit arme gezinnen hebben meer kans om arm te blijven. Zijn hun ouders werkloos? Dan hebben kinderen in armoede drie kansen op vier om arm te zijn. De overheid wil kinderen in armoede extra steunen zodat ook deze kinderen kansen krijgen, thuis, op school, in de sportclub ... Foto Brandpunt 23
De overheid geeft de OCMW’s dit jaar extra geld om kinderen in armoede te steunen. Twee OCMW’s vertellen hoe ze al jaren kinderen in armoede helpen.
“Kiezen voor kinderen is kiezen voor de toekomst”
“Wij hebben aandacht voor kinderen én voor hun ouders”
-- Raf De Bruycker, OCMW Willebroek
-- Marijs Jacobs, OCMW Turnhout
Het OCMW van Willebroek vindt dat elk kind recht heeft op uitstappen en op sport. Het OCMW betaalt voor kinderen in armoede een deel van de kosten. Raf De Bruycker van het OCMW Willebroek legt uit.
Marijs Jacobs werkt voor het OCMW Turnhout bij de dienst Het Spoor. Deze dienst begeleidt ouders thuis om de kansen van hun kinderen in de toekomst te vergroten. Het Spoor moedigt ouders aan om de training over opvoeden ‘Triple P’ te volgen. Het Spoor gaat ook samen met ouders en kinderen op stap.
Wablieft: Elk OCMW heeft een budget voor ontspanning. Wat doen jullie met dit geld? Raf De Bruycker: Wij willen dat kinderen van gezinnen in armoede mee kunnen op schoolreis. En deze kinderen willen ook voetballen of zwemmen. Een schoolreis of een sportclub kost geld. Als ouders leven van een leefloon of andere steun, is dat vaak te duur. Dus betalen wij een deel van de kosten. Hoe weten jullie welke ouders steun nodig hebben? Wij kennen natuurlijk de gezinnen die steun krijgen van het OCMW. Onze maatschappelijk werkers hebben contact met de school. Als blijkt dat er kosten zijn, dan maken wij afspraken met de school en met de ouders. En als een kind wil voetballen in een club? Dat is geen activiteit van de school. Wij kunnen dan het abonnement voor die sportclub betalen. We vinden het belangrijk dat elk kind kan sporten. Het is goed om aan kinderen te leren wat er mogelijk is op school en naast school. Zo weten ze het meteen voor hun hele leven. Wij kiezen voor kinderen, en dus voor de toekomst.
Maximumfactuur op school Enkele jaren geleden betaalde het OCMW van Willebroek mee voor toneel, sportdagen, bosklassen en andere uitstappen. Nu is er in de kleuterschool en in de lagere school de maximumfactuur. Ouders moeten maximum 20 euro per jaar betalen voor een kleuter. Voor een kind in de lagere school is dat 60 euro per jaar. Met dit geld betaalt de school al die uitstappen. Kinderen in de lagere school gaan vaak enkele dagen weg. De school mag ouders hiervoor niet meer dan 360 euro vragen tijdens de zes jaar van de lagere school. De maximumfactuur maakt het voor ouders makkelijker om hun kind mee te sturen op uitstappen.
Wablieft: Hoe begeleidt het OCMW de gezinnen? Marijs Jacobs: Ouders beslissen zelf of ze begeleiding willen. We gaan altijd eerst bij een gezin op bezoek. We kijken waar kinderen en ouders nood aan hebben. Dan start de begeleiding. Elke week komt iemand langs bij het gezin. Deze persoon zoekt samen met de ouders naar oplossingen. Soms durven ouders bijvoorbeeld niet met de leerkracht te praten op school. We proberen de ouders te laten begrijpen hoe belangrijk dit is voor hun kinderen. Als het nodig is, gaan we samen naar de school. Wanneer stopt de begeleiding? Een begeleiding kan lang duren. In het beste geval kan het gezin daarna op eigen kracht verder. Als de begeleiding stopt, zoeken we iemand anders die het gezin mee kan opvolgen. Dat kan de school of een andere dienst zijn. Jullie raden ouders aan om een training te volgen over Triple P. Wat is Triple P? Triple P gaat over positief opvoeden. Dat is wat wij de ouders willen leren. Ze ontdekken hoe ze goed gedrag bij hun kind kunnen aanmoedigen. Als je jouw kind beloont voor goed gedrag, is het minder stout. Kinderen voelen zich prettiger en ouders genieten meer van ouders zijn. Wat doen jullie tijdens de vakantie? In de vakantie gaan we samen met ouders en kinderen op stap. We bezoeken bijvoorbeeld de zoo Planckendael in Mechelen. Ouders leren genieten van kinderen door samen leuke dingen te doen.
Een meisje van tien jaar uit Ronse vertelt Het is ambetant om arm te zijn. Want je moet heel veel missen. Bijvoorbeeld belwaarde om je vrienden te bellen en geld om kleren en schoenen te kopen. Ik ben de enige in mijn klas die geen computer heeft. Een meisje op mijn school is rijk. Haar ouders hebben een goede job. Ze leeft met ons mee. Ook mijn juf steunt mij. Ik kan altijd bij haar terecht. Het doet deugd om vrienden te hebben die achter mij staan. Ze geven mij hoop en steun. Ik ben niet heel gelukkig. Maar met mijn ouders toch wel een beetje. We doen allemaal ons best. Vooral mijn ouders. Ze willen ons zoveel mogelijk spullen geven.
Europa In België is bijna één kind op vijf arm, dat las je al. In heel de Europese Unie (EU) is ook bijna één kind op vijf arm. Voor de EU zijn kinderen in armoede een belangrijke doelgroep. Volgens de EU verdienen kinderen in armoede evenveel kansen als andere kinderen. Daar wil de EU in 2010 mee aan werken. Daarom zal België een Europese conferentie organiseren. Ons land wil de cirkel doorbreken en er voor zorgen dat kinderen van arme ouders zelf niet arm worden.
8
ARMOEDE IS SLECHT VOOR DE GEZONDHEID
Een brug tussen zorg en arme mensen Arme mensen zijn minder gezond dan andere mensen. Ze sterven ook vroeger dan wie het beter heeft. Arme mensen stellen vaker een bezoek uit aan de dokter omdat ze geen geld hebben. Ze hebben meer kans op depressies of andere psychische ziektes. Arme mensen weten niet welke maatregelen er zijn om zich te laten verzorgen. Ze weten niet bij welke diensten ze terecht kunnen voor hulp. Er is dus een kloof tussen gezondheidszorg en arme mensen. Ervaringsdeskundigen zijn daarom belangrijk. Zij kunnen de brug zijn tussen zorg en arme mensen. Jurgen Misseghers werkt sinds september 2009 in het ziekenhuis Jan Palfijn in Gent. Hij werkt er op de sociale dienst als ervaringsdeskundige in de armoede. Jurgen weet zelf wat het is om arm te zijn. Dankzij hem kan de dienst arme mensen beter bereiken en dus beter helpen. Wablieft: Hallo Jurgen, hoe werd jij ervaringsdeskundige in de armoede? Jurgen: Ik verliet het huis van mijn ouders toen ik 16 jaar was. Ik heb in veel jeugdinstellingen gezeten. Tussendoor woonde ik ook in huizen die ik kraakte. Op mijn 21ste begon ik dan aan een opleiding opvoeden. Tijdens mijn stage stelde een medewerker voor om een opleiding ‘ervaringsdeskundige in de armoede’ te volgen. Dat heb ik gedaan.
dienst bewust van de situatie van arme mensen. Sommigen beseffen niet hoe ernstig de toestand van arme patiënten kan zijn. Ik neem hen dat niet kwalijk. Armoede helemaal begrijpen, kan je volgens mij enkel als je het zelf meemaakte.
Hoe kwam je terecht in het ziekenhuis Jan Palfijn? In het vierde jaar van mijn opleiding volgde ik een stage bij de overheid. Ik onderzocht hoe daklozen toegang hebben tot gezondheidszorg. Dat was interessant. Vorig jaar stelden ze me een job voor bij de sociale dienst van het Jan Palfijn ziekenhuis.
Kan jij het verschil maken? Ja, ik merk dat toch wel. Onlangs was er hier een vrouw met veel problemen. Ze panikeerde vaak en deed vreemde dingen. De sociale dienst stuurde haar van de ene dienst naar de andere. Uiteindelijk kwam ze bij mij terecht. Ik stuurde haar naar een psychiatrische instelling. Daar wilden ze haar niet opnemen. Maar ik gaf niet op. Ik bleef bellen naar die instelling. Uiteindelijk nam ze haar wel op. En sinds enkele maanden gaat het veel beter met die vrouw.
Wat moet je doen als ervaringsdeskundige? Vaak bemiddel ik tussen de sociale dienst en arme mensen, en tussen de overheid en arme mensen. Ik voel die mensen beter aan. Sommige arme mensen durven niet te antwoorden op de vragen van de sociale dienst. Ze voelen zich gecontroleerd en schamen zich voor hun situatie. Daarom voelen ze zich niet op hun gemak. De sociale dienst roept me er dan vaak bij. Bij mij zijn arme mensen meer op hun gemak. Ze weten dat ik hetzelfde heb meegemaakt. Ik maak mijn collega’s van het onthaal en de sociale
Er zijn dus meer ervaringsdeskundigen nodig? Zeker! Toen ik net begon als ervaringsdeskundige, belde het politiekantoor. Er was een dakloze vrouw die een beetje onrustig was. De politie wist niet hoe ze haar moest aanpakken. Ik heb toen heel rustig met die vrouw gepraat. Na een halfuurtje werd zij kalm. De agenten waren me erg dankbaar. Ze belden achteraf naar het ziekenhuis: “Hebben jullie nog zo’n ervaringsdeskundige om bij ons te komen werken?”, vroegen ze. (lacht) Er zijn dus meer ervaringsdeskundigen nodig, ja.
Jongeren gratis naar de tandarts Armoede moet geen tanden kosten Gezondheid lijkt soms de laatste zorg van mensen in armoede. De regering doet daar iets aan. Jongeren kunnen sinds vorig jaar gratis naar de tandarts. Mensen in armoede stellen een bezoek aan de tandarts vaak uit. Dat zou veel geld kosten. Daar komen echter grotere problemen van. Zo hebben armen vaker een slecht gebit of ze verliezen vaker hun tanden. Voorkomen Problemen voorkomen is de beste oplossing. Dat kan door meer controle en eenvoudige behandelingen die goed zijn voor de tanden. De overheid betaalt veel kosten bij de tandarts terug: • tanden verzorgen: was gratis tot 15 jaar. Dat is nu gratis tot 18 jaar. • elk jaar je tanden laten onderzoeken: is gratis tot 18 jaar en vanaf 60 jaar. • wonden hechten nadat je tanden of wortels van tanden liet trekken: mensen tot 18 jaar en ouder dan 60 jaar betalen nooit meer dan 3,5 euro. • een kroon plaatsen op een melktand of de eerste blijvende tand: jongeren tot 18 jaar betalen nog maar 27 euro in plaats van 108 euro. • de kosten om een vals gebit mogelijk te maken: de overheid betaalt 75 % van de kosten vanaf 70 jaar. • tandsteen weglaten: de overheid betaalde niets terug om tandsteen dieper weg te halen. Dat gebeurt nu wel één keer elke drie jaar tot 40 jaar.
SOCIALE ECONOMIE
9
Recht op werk Vooral mensen die niet werken, hebben meer kans om arm te worden (zie bladzijde 2). Heel wat mensen hebben weinig kans om een job te vinden. Omdat ze bijvoorbeeld al te lang zonder werk zitten, geen diploma hebben ... In de ‘sociale economie’
krijgen deze mensen wel een kans. Met de sociale economie steunt de overheid organisaties en bedrijven die kwetsbare groepen een job geven. Het werk is goed voor het milieu. Het is een economie die goed is voor mens en milieu, en dus sociaal is.
Ahoi, een ‘eco-schip’ in Kortrijk Kanaal 127 is een bedrijf uit Kortrijk dat organisaties in de sociale economie steunt. Eén van de projecten van het bedrijf is de ‘Ahoi’. Dat is een schip dat omgebouwd wordt tot een hotel. Een jaar geleden begonnen de eerste werken. Op 1 juli ontvangt het schip zijn eerste gasten. Het bedrijf laat de werken uitvoeren door mensen uit de kansengroepen. Op het ‘hotelschip’ krijgen andere mensen een job in de keuken. Of ze houden de kamers proper. Tim Van de Walle leidt het project.
statuut ‘Artikel 60’ van het OCMW … Constructief wil mensen werk geven. En vooral mensen aan het werk houden. De mensen van Constructief doen vooral het schrijnwerk. Een privéfirma zorgt voor stroom op het schip. Die combinatie van privéfirma’s en sociale economie is goed. Wat vinden de arbeiders van het werk? De meesten doen het erg graag. Ze weten dat ze aan een uniek project meebouwen. Natuurlijk stijgt het stof wel eens naar hun hoofd (lacht). Maar dan laten we ze even wat andere klusjes doen. De arbeiders denken mee na. Ze komen zelf met voorstellen en oplossingen voor probleempjes. Is het voor die medewerkers daarna makkelijker om een ‘gewone’ job te vinden? Constructief is zelf ook een bedrijf. De werknemers hebben een vast contract. Die mensen kunnen daar blijven werken als ze dat willen, ook als hun job op de Ahoi gedaan is. Sommigen werken daarna voor een bedrijf op de gewone arbeidsmarkt. Maar voor sommigen is dat niet gemakkelijk. Voor hen ligt het tempo in de gewone firma’s te hoog.
Wablieft: Waarom is dit project zo belangrijk? Tim Van de Walle: Eerst en vooral is het een erg origineel project om een oud schip om te bouwen tot een hotel (lacht). Maar de manier waarop alles gebeurt, is veel belangrijker. Het schip laten we ombouwen door mensen die niet zo gemakkelijk een job vinden. Voor de werken gebruiken we bouwmaterialen die goed zijn voor het milieu. De Ahoi is een boot die ook weinig energie verbruikt. Ten slotte draagt dit project ook bij tot een goed beeld over sociale economie in de streek. Andere bedrijven kunnen ons voorbeeld overnemen. Waar vonden jullie arbeiders? We werken samen met Constructief en privéfirma’s. Constructief is een sociale werkplaats in Kortrijk. Verschillende mensen krijgen hier werk: mensen die al lang werkloos zijn, mensen die vroeger in de gevangenis zaten, mensen met het
Doelstellingen Europa en werk Meer mensen aan het werk in 2020! In de Europese Unie hadden in 2009 bijna 21,5 miljoen mensen tussen 20 en 64 jaar geen werk. Zeven miljoen van hen was zelfs een jaar of langer werkloos. Europa wil dat in 2020 zeker 75 % van de mensen tussen 20 en 64 jaar werk heeft. Europa wil vooral meer vrouwen, jongeren en ouderen werk geven. De landen moeten ook zorgen voor ‘groene jobs’, dus werk dat het milieu niet schaadt. Europa wil een groene economie met werk voor iedereen. België en Europa In België is 8 % van de beroepsbevolking werkloos. Europa wil dat België meer mensen werk geeft. België moet zorgen dat meer oudere mensen en meer allochtonen werk vinden. Ons land moet er ook voor zorgen dat mensen hun hele leven lang bijleren. Zo hebben ze meer kansen op werk.
Na de werken hebben jullie natuurlijk ook personeel nodig op het schip. Zijn dat dezelfde mensen van Constructief? Binnenkort is de Ahoi klaar. Dan lopen werknemers uit de sociale economie hier stage. Ze leren werken als kelner, poetshulp of als onderhoudsmedewerker. Skender We werken hiervoor was er vanaf het vooral samen met de begin van de ‘Ahoi’ bij. VDAB. Hij is er schrijnwerker. Skender is 50 jaar en woont in Kuurne. Hij komt uit Albanië en woont al 17 jaar in België. In Albanië volgde hij een opleiding tot Skender metser. werkt nu al vijf jaar bij Constructief. Daarvoor herstelde hij fietsen en meubelen bij Kringloop, een sociale werkplaats.
EEN DAK BOVEN HET HOOFD
10
Elke burger heeft recht op een deftige huisvesting. Zo staat het staat in de grondwet. Toch zijn in België 23.000 mensen dakloos. Mensen worden niet zomaar ineens dakloos. Vaak hebben ze veel pech gehad. Het is een combinatie van tegenslagen: job kwijt, scheiding, psychische problemen… Mensen hebben vaak een verkeerd beeld van daklozen. Ze denken dan aan die ene bedelaar in het station. Toch zijn veel daklozen onzichtbaar. Het zijn mensen die bijvoorbeeld met acht in één kamer slapen. Of mensen zonder papieren die ergens wonen zonder huurcontract. De eigenaar kan hen op elk moment op straat zetten.
Het DAK helpt daklozen Het Daklozen Aktie Komitee vzw (DAK) is een organisatie die daklozen helpt en de overheid wijst op de belangen van daklozen. Philippe De Craene is coördinator van het DAK. Wablieft: Hallo Philippe, wat doet het DAK zoal? Het DAK is opgericht door mensen die ervaring hebben met het straatleven. We hebben twee taken. We proberen druk uit te oefenen op de overheid. We schrijven brieven naar ministers, zorgen dat ze onze mening weten, we zetten campagnes op… Kortom, we laten van ons horen. Een tweede taak is daklozen begeleiden. We geven hen raad over gezondheidszorg en over justitie. We vertellen ook waar ze terecht kunnen voor hulp. We zorgen voor opvang en hebben ook sociale keukens. Mensen kunnen daar voor een maal terecht, zoals dat nu gebeurt in ‘t Klooster in Antwerpen. Wat gebeurt er allemaal in’t Klooster? ’t Klooster is, zoals de naam het zegt, een oud klooster. In 2008 kraakten we het gebouw. Het stond toen leeg en de provincie Antwerpen had het net gekocht. Wij mochten het blijven gebruiken. Er wonen nu 20 mensen in ’t Klooster. Die mensen leren om hun leven weer in handen te nemen. Elke bewoner heeft daarom taken. Sommigen koken, andere doen klusjes… We willen dat ze terug een
leven krijgen dat zinvol is voor hen en voor de maatschappij. Wat vind je het belangrijkste dat het DAK ooit heeft bereikt? We ontdekten dat de raad van het OCMW in Antwerpen niet het volledige leefloon aan daklozen betaalde. Dankzij ons keek het OCMW al zijn dossiers opnieuw na. De directie van het OCMW heeft ons daarvoor bedankt. Wat moet er veranderen zodat iedereen een dak heeft om onder te wonen? Eigenlijk is de wet in België goed. Het probleem is dat ze niet altijd wordt uitgevoerd. Elke persoon heeft recht op onderwijs en huisvesting. Toch zien we dat veel ouders de schoolkosten niet kunnen betalen. De overheid komt ook het recht op een goede en betaalbare woning niet na. Er moeten dringend meer sociale woningen komen. Maar ik zie de zaken niet snel veranderen. Ik heb er weinig goede hoop in.
Jerom is 18 jaar en hij is één van de jongste bewoners van het ’t Klooster. Een jaar geleden vertrok hij uit het huis van zijn ouders. “Mijn moeder was erg ziek en met mijn vader kon ik niet zo goed overweg. Ik besloot om van huis weg te gaan. Eerst kraakte ik met vrienden een huis in Linkeroever. Maar daar zijn we buitengezet. Bij het OCMW wilden ze me niet steunen. “Je kunt terug naar je ouders”, zeiden ze. En je bent een gezonde, sterke jongeman”, zeiden ze. Maar zonder geld kan ik niets huren, en zonder adres krijg je ook geen werk. Het is die vicieuze cirkel hé. Nu woon ik al enkele maanden in ’t Klooster. Of ik mijn leven leuk vind zo? Tja, leuk is een groot woord, maar ik heb het niet slecht. Er zijn mensen die het nog slechter hebben. Ik heb hier onderdak en een sociaal leven. Ik speel muziek en treed hier vaak op.”
Lucca is 47 jaar en woont al 2 jaar in ’t Klooster. “Tot 1999 huurde ik een klein appartement boven een café. Maar ik kon de huur niet meer betalen. Toen de huisbaas vertrok met vakantie, heeft hij me buitengezet. Vanaf dan ben ik huizen beginnen kraken. Nu woon ik hier bijna 2 jaar. Helemaal gelukkig ben ik niet. Maar wie is dat wel? Hier in ’t Klooster kan ik me bezighouden. Ik ben muzikant en kan hier optreden. Ik kook ook graag. Ik heb ook nog andere bezigheden. Vorig jaar deed ik mee aan het programma op Eén, de Homeless World Cup. Dat is een voetbalploeg voor daklozen. Onze ploeg bestaat nog steeds. Binnenkort mogen we misschien mee naar een wedstrijd in Brazilië. Maar eerst moeten we nog winnen (lacht).”
Europa en Consensusconferentie In de Europese Unie (EU) zijn er ongeveer drie miljoen daklozen. België wil dit probleem aanpakken als het voorzitter is van de EU. In december organiseert ons land daarom de ‘Europese vergadering over dakloosheid’. Deze vergadering is uniek omdat de deelnemers heel verschillend zijn: overheden, verenigingen, mensen die zelf dakloos waren, onderzoekers… Deze vergadering is belangrijk. Alle landen van de EU moeten het eens raken over enkele vragen. Op de vergadering maakt een jury een rapport over alle antwoorden. Dat rapport is de basis voor alle landen om beslissingen te nemen over dakloze mensen.
VERWARMING EN ENERGIE
11
Overheid geeft steun
Bespaar in huis
De prijzen van stroom en energie blijven de laatste jaren stijgen. De overheid beseft dat dit mensen zwaar kan treffen. Ze nam daarom enkele maatregelen om mensen in armoede te helpen. De overheid werkt hiervoor samen met de OCMW’s in steden en gemeenten.
Energie kost geld. Besparen in huis kost weinig moeite en levert veel geld op. Hieronder vind je acht tips om energie te besparen.
Verwarm je je woning met bulkpropaan-gas, huisbrandolie of petroleum? En heb je het moeilijk met je rekening? Dan kan de overheid een deel van je brandstof terugbetalen. Dat kan oplopen tot 300 euro per periode. Wie heeft recht op steun? Dat zijn onder andere: • WIGW-mensen (weduwen, weduwnaars, invaliden …) • gezinnen met een kind met een handicap • landurig werklozen of werklozen ouder dan 50 jaar • ouderen die recht hebben op een IGO-inkomen of GIB-inkomen • mensen met een uitkering voor een handicap • mensen die een leefloon of gelijkaardige steun krijgen • mensen met OMNIO-regeling Inkomen en schulden Mensen met een laag inkomen krijgen dus steun. Hun inkomen mag niet hoger zijn dan 15.063 euro bruto per jaar. Voor elke extra persoon ten laste komt daar 2.788 euro bij. Ook mensen met een regeling voor hun schulden hebben recht op de steun. Wil je steun aanvragen? Vraag je steun aan binnen 60 dagen na de levering. Neem een bewijs van de levering en je inkomen mee. Ga daarmee naar je OCMW. Die dienst kijkt
• Zet je verwarming ’s nachts enkele graden lager. Ook in de winter is 16 graden warm genoeg. • Laat ramen en deuren niet te lang open staan. • Verlucht je slaapkamer ‘s ochtends kort maar krachtig. Zet je raam een halfuur open. Dat is genoeg. • Zet een deksel op je potten als je kookt. • Gebruik spaarlampen. • Schakel je tv en andere toestellen op stroom volledig uit ‘s nachts. • Heb je het koud? Doe een dikke trui aan. Als je het een halfuur later nog koud hebt, kan de verwarming wat hoger. • Neem liever een douche dan een bad.
na of je recht hebt op steun.Voor meer info kan je bellen naar 0800 90 929. Op www.verwarmingsfonds.be kan je ook terecht. Energiefonds De overheid doet nog meer. Bedrijven die stroom leveren, moeten een deel van hun inkomsten afstaan. Dat geld gaat naar het Energiefonds. Een deel gaat naar de OCMW’s. Met dat geld helpen ze mensen met schulden. Die mensen krijgen steun om hun geld en hun energie te beheren.
Energie besparen is geld besparen
“Isoleren maakt een groot verschil” -- energiesnoeier Chris Van Mechelen
Chris Van Mechelen leidt een ploeg ‘Energiesnoeiers’ in Tienen in Vlaams-Brabant. De Energiesnoeiers in jouw buurt komen gratis bij je langs. Wat doen Energiesnoeiers? Chris: We helpen mensen energie te besparen. Vooral mensen met weinig geld kunnen dat gebruiken. De Energiesnoeiers zelf zijn mensen uit de ‘sociale economie’. Zij kunnen om een of andere reden niet terecht in een job bij een ander bedrijf. Zo wint iedereen: onze werknemers en de mensen die we bezoeken. Hoe bereiken jullie mensen met minder geld? De gemeenten geven ons adressen. Bij de gemeente, bij de stad of bij het OCMW liggen vaak formulieren van de Energiesnoeiers. Onze hulp is niet verplicht. De meeste mensen zijn achteraf wel tevreden. We
mogen telkens voor 20 euro gratis spaarlampen en betere douchekoppen plaatsen. Daardoor gebruiken mensen minder stroom en minder water. Ze moeten meteen minder betalen. Fijn!
Verschilt het werk van woning tot woning? Ja. Ons bezoek kan een half uur tot bijna drie uur duren. We komen in alle soorten woningen. Iedereen kan onze hulp vragen.
Hoe gaan jullie te werk? We doen eerst een gratis ‘energiescan’. We kijken in de woning waar de mensen minder stroom, water of verwarming kunnen verbruiken. We onderzoeken ook het dak. Veel warmte in huis ontsnapt langs het dak. Op zolder zoeken we gaten. Die isoleren we meteen. We geven ook een verslag. Met dat verslag kunnen mensen grotere werken laten doen.
Arme mensen huren meestal hun woning. De eigenaars zijn toch ook verantwoordelijk? Voor grotere werken klopt dat. We kunnen een verslag van onze energiescan sturen naar de eigenaar. Eigenaars hebben er voordeel bij. Ze weten wat beter kan. Ze krijgen meer geld van de overheid voor de werken. En hun woning wordt meer waard. We laten dan wel een contract opstellen.
Daarin staat dat de huurprijs na de werken dezelfde blijft. Kijk op www.energiesnoeiers.net voor meer info.
GOED OM TE WETEN
12
Vakantie voor iedereen Gebru
“Op vakantie kunnen gaan … dat is zon, en rust. Ik vergeet even al mijn zorgen. En dan komen we thuis. De kinderen hebben iets te vertellen op school: ze zijn op reis geweest! Net als alle andere kinderen!”
“Mijn
ikers OCMW gids
probl em OCMW en zijn zo groot mij ni “Ik ka ,d et me n niet er kan at zelfs het terech h elpen t bij h spaar .” et OC geld o MW a f een Zijn die l s e ik nog igen h uitspra uis he ken w b.” aar of Het ju iste an niet w twoor aar? is er v d is twe oor jo e k u eer: ‘N . Veel allema iet wa mense al voo ar.’ He n r w h e eten n n kan t OCM broch iet wa doen. ure: ‘G W t het O Daaro ids vo C m o M r is W de geb er nu Je kan een nie ruiker deze b s van u w rochu e het OC re gra MW’. Stuur t is k rijgen. een m met je ailtje adres naar: vraag@ Of bel mi-is.b naar 0 2 508 e. 85 85 .
-- Diane, 48 jaar en moeder van drie zonen Iedereen heeft recht op vakantie. Voor mensen in armoede is dat niet zo makkelijk. Op reis gaan kan veel kosten. Maar … het is mogelijk om weinig geld uit te geven en toch op reis te gaan. Het Steunpunt Vakantieparticipatie gunt alle mensen een dagje uit of een weekje weg. Vraag meer info bij je vereniging, bij het OCMW of bij het CAW. Of neem een kijkje op www.vakantieparticipatie.be.
En de Armoedeprijs gaat naar … In België strijden heel wat organisaties en mensen tegen armoede. Al die inspanningen verdienen aandacht en applaus. Drie organisaties krijgen een prijs van de staatssecretaris. In 2009 wonnen de eerste winnaars de prijs. De drie winnaars waren: Wijkgezondheidscentrum ’t Spoor uit Borgerhout, Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling uit Brussel en La Maison Ouverte uit Marchienne-au-Pont.
Nieuwe wet over schulden Sinds 17 april 2009 is er een nieuwe wet over schulden. En die wet is heel duidelijk! De kosten van een advocaat, deurwaarder of incassobureau hoef jij niet te betalen. Het bedrijf dat deze mensen naar jou stuurt, betaalt zelf de kosten. Let op: dit gaat wel enkel over een minnelijke invordering. Het gaat dus om schulden waar de rechter nog geen uitspraak over deed. Wil je de folder over deze nieuwe wet bestellen? Surf dan naar www.mi-is.be of bel naar 02 508 85 85.
In 2010 staat de prijs in het teken van de drie thema’s van het Europees Jaar tegen Armoede. Dat zijn kinderarmoede, daklozen en het minimum-inkomen. Een jury kiest telkens één winnaar uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Elke winnaar krijgt 10.000 euro om zijn project verder uit te bouwen. Wie de drie winnaars van 2010 zijn, weten we op 25 mei. Dan reikt de overheid de prijs uit aan de winnaars. Meer info over deze prijs vind je op: www.mi-is.be en op 02 508 85 86.
Boek: ‘Het verhaal van Europa’ Europa beslist veel. Waarom we met de euro betalen, hoe vers het vlees in de winkel moet zijn, hoe snel onze treinen mogen rijden ... Europa zal steeds meer beslissen. Ook in de strijd tegen armoede. Professor Hendrik Vos en journalist Rob Heirbaut vertellen meer over de rol van Europa in dit boek. ‘Het verhaal van Europa’ is een boek in duidelijke taal en telt 128 bladzijden. Je kan het bestellen bij Wablieft.
Op www.wablieft.be/boeken lees je meer.
Uitgever:
Deze krant ‘Europa tegen Armoede’ is een initiatief van de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding en is een uitgave van de Dienst Armoedebeleid van de POD Maatschappelijke Integratie, Koning Albert II-Laan 30 in 1000 Brussel, tel.: 02 508 85 85, e-mail:
[email protected]. Voor meer informatie over de POD Maatschappelijke Integratie kan u terecht op zijn website www.mi-is.be. Op deze site vindt u ook de elektronische versie van deze krant.
Een initiatief van:
Redactie: Eindredactie: Coördinatie: Lay-out: Druk: Oplage:
Asma Ould Aissa, Michel Helaers, Ilona Plichart Farida Barki, Ilona Plichart Ilona Plichart Kevin Verboven Flitsgrafiek, Wuustwezel. 20.000 exemplaren