Etiketinformatie drogisterijartikelen Instructies voor het invoeren in GS1 Data Source Datum: 2 november 2015; versienummer 1.8
Inhoud 1
Etiketinformatie drogisterijartikelen
3
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Informatie voor de online consument Definities productgroepen Velden per productgroep Regels voor het uitwisselen van etiketinformatie Leeswijzer
3 3 5 6 7
2
Specifieke drogisterijvelden
9
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Gegevens fabrikant of vergunninghouder Dosering en waarschuwingen Gegevens over de samenstelling KOAG/KAG informatie Afleverstatus geneesmiddelen Toedieningsvorm Medische hulpmiddelen RVG/RVH indicatie geneesmiddelen Externe bestanden
9 10 11 12 14 15 15 17 18
3
Algemene velden etiketinformatie
20
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
Wettelijke benaming Contactgegevens Gegevens over de inhoud Lijst van ingrediënten Allergenen Nutriënten Oorsprong Bereiding, gebruik en bewaring Claims Kenmerken / Logo’s Omgaan met productwijzigingen
20 21 23 25 26 30 34 35 36 37 39
4
Appendix
41
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Milieukenmerken Dieet-/allergiekenmerk Vrij van kenmerken Ethische kenmerken Codelijst nutriënten Codelijst allergenen
41 42 42 43 44 48
Versiebeheer en contactinformatie
51
1
Etiketinformatie drogisterijartikelen
1.1
Informatie voor de online consument
In november 2011 publiceerde de Europese Unie (EU) een verordening over voedingsinformatie (1169/2011). In de verordening staat dat consumenten een weloverwogen aankoopbeslissing moeten kunnen nemen op basis van productinformatie zoals voedingswaarde, ingrediënten en gebruiksinstructies. Deze informatie moet ook beschikbaar zijn voor consumenten die voorverpakte levensmiddelen online kopen. Bij online verkoop moet dezelfde informatie beschikbaar zijn als op de fysieke verpakking staat. De verordening is op 13 december 2014 van kracht gegaan. In dit document staat voor de volgende productgroepen in de invoerinstructie voor etiketinformatie: Voedingssupplementen. Bijzondere voedingsmiddelen. Medische hulpmiddelen Geneesmiddelen (AV en UAD, inclusief homeopathische middelen). Gezondheidsproducten (uitwendig, niet-cosmetica).
drogisterij
een
De verordening 1169/2011 is naast levensmiddelen ook voor de productgroepen voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen van toepassing. Voor de overige bovengenoemde productgroepen geldt deze verordening niet. Het is echter belangrijk dat de consument ook bij online aankoop van deze producten geïnformeerd wordt over de aard van het product, de werking van het product en de te verwachten risico’s en gevolgen. Daarom kan van deze producten ook de etiketinformatie worden uitgewisseld via GS1 Data Source.
1.2
Definities productgroepen 1.2.1
Voedingssupplementen
De officiële definitie uit het Warenwetbesluit Voedingssupplementen is: Eet- of drinkwaren die: Bedoeld zijn als aanvulling op de normale voeding, een geconcentreerde bron vormen van één of meer microvoedingsstoffen of van andere stoffen met een voedingskundig of fysiologisch effect en verhandeld worden in voor inname bestemde afgemeten kleine eenheidshoeveelheden. Voorbeelden: multivitamine, enkelvoudige kruidenpreparaten, probiotica, visolie capsules.
1.2.2
vitamine-
of
mineraalpreparaten,
Bijzondere voedingsmiddelen
De nieuwe definitie in Verordening (EU) Nr. 609/2013 (deze gaat strikt genomen pas in juli 2016 in) is: -
Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. Bewerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
3
-
Voeding voor medisch gebruik. De dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing.
Voorbeelden: babymelkpoeder, eerste hapjes en de volledige maaltijdvervangers (dus niet alle afslankproducten).
1.2.3
Medische hulpmiddelen
De officiële definitie voor medische hulpmiddelen is: -
-
-
Elk instrument, toestel of apparaat, elke software of stof of elk ander artikel dat of alleen of in combinatie wordt gebruikt, met inbegrip van elk hulpstuk en software die voor de goede werking ervan benodigd is. Dat of die door de fabrikant speciaal is bestemd om te worden gebruikt voor diagnostische of therapeutische doeleinden en door de fabrikant is bestemd om bij de mens te worden aangewend voor diagnose, preventie, bewaking, behandeling of verlichting van ziekten, diagnose, bewaking, behandeling, verlichting of compensatie van verwondingen of een handicap, onderzoek naar of vervanging of wijziging van de anatomie of van een fysiologisch proces, beheersing van de bevruchting, Waarbij de belangrijkste beoogde werking in of aan het menselijk lichaam niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt, maar wel door dergelijke middelen kan worden ondersteund.
Voorbeelden: pleisters en andere verbandmiddelen, spiercrèmes, zwangerschapstests etc. Alleen de medische hulpmiddelen die ook daadwerkelijk in de drogisterij of supermarkt worden verkocht zijn in scope. Bij een medisch hulpmiddel staat op het etiket.
1.2.4
Geneesmiddelen (AV en UAD)
De algemene definitie van een geneesmiddel is: Een substantie of een samenstel van substanties die bestemd is om te worden toegediend of aangewend voor dan wel op enigerlei wijze wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor: Het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens. Het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens. Het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies bij de mens door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen. Voorbeeld: paracetamol. Bij een geneesmiddel staat altijd een RVG- of RVH-nummer op het etiket. Alleen de gegevens van geneesmiddelen die in de drogisterij of supermarkt worden verkocht zijn in scope. Deze hebben afleverstatussen AV = algemeen verkrijgbaar of UAD = alleen verkrijgbaar bij apotheek en drogist.
1.2.5
Gezondheidsproducten (uitwendig, niet cosmetica)
Gezondheidsproducten zijn binnen de zelfregulering op reclamegebied gedefinieerd als: Warenwetproducten in een farmaceutische vorm en met een farmaceutisch uiterlijk of waarvoor een aan gezondheid gerelateerde primaire functie wordt geclaimd, zonder dat ze daardoor een geneesmiddel worden. Voorbeeld: een middel voor soepele spieren en gewrichten of een littekencrème.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
4
Gezondheidsproducten hebben altijd een gezondheidsclaim op het etiket staan. Bij de meeste bedrijven weet de regulatory affairs/juridische afdeling of er gezondheidsclaims worden gebruikt. Meer informatie over gezondheidsclaims is te vinden op de website van KOAG/KAG. Deze organisatie toetst of op etiketten gebruikte claims toegestaan zijn. Voorbeeld claim: verzorgt en verkoelt de huid na waterpokken.
1.3
Velden per productgroep
Naam en adres fabrikant of vergunninghouder
x
x
Dosering
x
x
x
x
x
Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen
x
x
x
x
x
Samenstelling
x
x
x
x
x
x
x
x
KAG nummer van de verpakking Afleverstatus
x
Toedieningsvorm
x
Richtlijn (CE)/Registratienummer
x
x
Additionele artikelidentificatie (RVG/RVH nummer)
x
Externe informatie (bijsluiter of handleiding)
x
Wettelijke benaming
Bijzondere Voedingsmiddelen
Medische hulpmiddelen GPC 10005844
Gezondheidsproducten (uitwendig, niet cosmetica)
Geneesmiddelen (incl. Homeopathie) GPC 10005845
Voedingssupplementen GPC 10000468, 10000467 of 10000651
In onderstaande matrix staan de velden die u voor etiketinformatie van levensmiddelen en de verschillende productgroepen drogisterijartikelen moet invullen als deze op het etiket zijn vermeld (of ondersteunend is aan deze informatie). Waar mogelijk hebben we de GPC code toegevoegd (de GS1 code om producten te categoriseren).
x
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
x
5
Contactnaam en communicatieadres consument
x
x
Verplichte vermeldingen
x
x
x
x
x
Netto inhoud
x
x
x
x
x
Ingrediëntendeclaratie
x
x
x
x
x
Allergenen
x
x
Nutriënten per 100g/100ml
X
Informatie over herkomst Gebruik – en bewaarinstructies
x
x
x
Gezondheids- of voedingswaardeclaim(s)
x
x
x
Kenmerken/logo’s
1.4
Regels voor het uitwisselen van etiketinformatie
Deze paragraaf geeft de specifieke regels voor het uitwisselen van etiketinformatie via GS1 Data Source. Voor het omgaan met productievarianten zijn specifieke afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in het document ‘Europese richtlijnen – Omgaan met productwijzigingen’.
1.4.1
Regels voor merkeigenaren
De merkeigenaar is verantwoordelijk voor de aangeleverde data. Hij kan het aanleveren van de gegevens uitbesteden, maar blijft verantwoordelijk. De gegevens moeten consistent, accuraat, tijdig, volledig en up-to-date zijn en gebaseerd op GS1 GDSNstandaarden. Dit betekent dat: -
-
-
De merkeigenaar bepaalt aan wie de gegevens worden gepubliceerd. Alle gegevens die nodig zijn bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 en productspecifieke EU-verordeningen en richtlijnen en de toepasselijke nationale regels worden uitgewisseld (behalve batchcode en vervaldatum (THT/TGT)). De gegevens in de datapool identiek zijn aan de gegevens op het etiket. In het geval van incidenten/onjuiste data (bijvoorbeeld een fout in de allergieinformatie) levert de leverancier van de gegevens een extra inspanning om ervoor te zorgen dat de gebruiker van de gegevens de juiste informatie zo snel mogelijk ontvangt. De logistieke gegevens in de datapool zijn aangevuld met etiketinformatie uiterlijk 14 dagen voor het moment van eerste uitlevering.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
6
1.4.2
Regels voor gebruikers van de gegevens
De gebruikers van de gegevens in GS1 Data Source, zijn bijvoorbeeld partijen die de producten ook daadwerkelijk verkopen. Hiervoor gelden de volgende uitgangpunten: Gebruikers van de data zullen op verantwoorde wijze gebruik maken van de gegevens. De verstrekte gegevens worden ongewijzigd weergegeven. Correcties van fouten worden zo snel mogelijk opgenomen. Als fouten worden opgemerkt, worden deze zo snel mogelijk gemeld aan de leverancier van de gegevens. De gegevensontvanger kan gebruik maken van de gepubliceerde productgegevens om te voldoen aan bijvoorbeeld Verordening (EU) nr. 1169/2011. De gepubliceerde gegevens kunnen niet worden verkocht aan andere partijen of direct overgebracht naar partijen aan wie de merkeigenaar niet wil publiceren.
-
In de onderstaande paragrafen staan alle invoervelden vermeld die van belang zijn voor de drogisterij. Deze zijn onderverdeeld in algemene velden, die niet-specifiek zijn voor één productgroep binnen de drogisterij, en in velden die gelden voor één specifieke productgroep. Elke leverancier zal derhalve altijd de algemene velden moeten invullen, en voor zijn productgroep(en) de specifieke bij die productgroep(en) behorende velden.
1.5
Leeswijzer
In dit document staat welke etiketinformatie van drogisterij-artikelen ingevuld moet worden in GS1 Data Source/GDSN en hoe dat moet. In hoofdstuk 3 staan de velden die ook gelden voor etiketinformatie voor levensmiddelen.
LET OP: Het fysieke etiket is leidend. Voer alleen informatie in die op het etiket staat, of die ondersteunend is aan de informatie op het etiket. In dit document beschrijven we elk invoerveld op dezelfde manier: Definitie
De definitie van het invoerveld in duidelijke tekst.
GDSN-Naam
De naam van het invoerveld in het GDSN netwerk en de GS1 Data Source datapool.
Waar
Voor de web userinterface gebruikers: de naam van de tab waar u dit veld moet invullen. Dit geldt alleen voor de nieuwe interface (beschikbaar sinds 11 juli 2014).
Instructie
De gebruiksregel waarin staat wat u moet invullen. Als hier een codelijst staat vermeld, kunt u deze raadplegen op de internationale GS1 website.
Voorbeeld
Een voorbeeld van wat er in dit veld moet worden ingevoerd
Niveau
Drie mogelijke waarden, die ook gecombineerd kunnen voorkomen: ■ PL = pallet ■ HE = handelseenheid ■ CE = consumenteneenheid
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
7
Verplicht
Ja of Nee. Indien het verplicht is anders dan voor GS1 Data Source, staat ook vermeld waarom of in welke gevallen het verplicht is. Dit kan bijvoorbeeld wetgeving zijn. Als het op de verpakking staat vermeld, is het vanzelfsprekend verplicht.
Opmerking
Eventuele aanvullende informatie die hierboven niet staat vermeld.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
8
2
Specifieke drogisterijvelden
2.1
Gegevens fabrikant of vergunninghouder
In deze paragraaf staan de velden voor contactgegevens die specifiek voor drogisterijartikelen worden vastgelegd. In paragraaf 3.2 vindt u de velden voor naam- en contactgegevens voor de consument.
2.1.1
Naam fabrikant of vergunninghouder
Definitie
De naam van de partij die het product fabriceert, of de naam van de partij die de houder is van de handelsvergunning.
GDSN-Naam
registeredAgentContactName
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Vul de naam in van de fabrikant/producent of de houder van de handelsvergunning in.
Voorbeeld
Haw Par Healthcare Ltd.
Niveau
CE
Verplicht
Ja, voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen als het op etiket staat.
Opmerking
Vul een extra adres op het etiket in veld 3.2 in.
2.1.2
Adres fabrikant of vergunninghouder
Definitie
Het adres van de partij die het product fabriceert of het adres van de partij die de houder is van de handelsvergunning.
GDSN-Naam
registeredAgentContactAddress
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Vul het adres in van de fabrikant/producent of de houder van de handelsvergunning.
Voorbeeld
401 Commonwealth Drive, Singapore 149598
Niveau
CE
Verplicht
Ja, voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen als het op etiket staat.
Opmerking
Vul een extra adres op het etiket in veld 3.2 in.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
9
2.2
Dosering en waarschuwingen 2.2.1
Dosering
Definitie
Informatie over de dosering of doseringsbeperkingen van producten die moeten worden ingenomen/toegediend per dosis. Dit is niet gebaseerd op voorgeschreven dosering, maar op aanbevolen dosering of aanbevolen beperking. Dit kan voorgedrukt op de verpakking van het product staan, of moet geëtiketteerd worden afhankelijk van de regulering per doelmarkt. Voorbeeld: neem 2 tabletten om de 4 uur, neem 1 theelepel per dag.
GDSN-Naam
dosageRecommendation
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Vermeld de aanbevolen dosering inclusief de doseringsbeperkingen zoals deze op de verpakking of op het etiket staan, en/of de wijze van gebruik. 3x daags 1 capsule vóór de maaltijd met water innemen. Na verloop van tijd kan worden overgegaan op een onderhoudsdosering van 2 capsules per dag. Gebruik niet meer dan 6 tabletten per dag. Gebruik maximaal 3 tabletten in 24 uur.
-
Voorbeeld -
Niveau
CE
Verplicht
Ja, indien op etiket
Opmerking
Dit veld is niet hetzelfde als het veld ‘Samenstelling’ (zie 2.3.1).
2.2.2
Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen
Definitie
Informatie over de niet-wettelijke voorgeschreven waarschuwingen voor het product, en over het correcte gebruik van het product.
GDSN-Naam
drugSideEffectsAndWarnings
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Neem de informatie over de specifieke waarschuwingen, interacties en contra-indicaties over zoals deze op de verpakking of op het etiket staan.
Voorbeeld
Niveau
Kan duizeligheid veroorzaken. Niet gebruiken in combinatie met alcohol. Niet gebruiken bij zwangerschap en/of borstvoeding.
-
CE
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
10
Verplicht
Ja, indien op etiket
Opmerking
Gebruiks- en bewaarinstructies kunt u vastleggen in het veld 3.8.2. Volgens de wet verplichte vermeldingen kunt vastleggen in het veld 3.3.1.
2.2.3
Leeftijdscategorie
Dit veld wordt niet gebruikt.
2.2.4
Houdbaarheid na opening
Dit veld wordt niet gebruikt. De houdbaarheid na opening kunt u vastleggen in veld 3.8.2 Gebruiks- en bewaarinstructies.
2.3
Gegevens over de samenstelling 2.3.1
Samenstelling
Definitie
De samenstelling van het product, opgesplitst in naam van het ingrediënt, hoeveelheid, meeteenheid van hoeveelheid en het percentage van het ingrediënt.
GDSN-Naam
nonFoodIngredientName
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Voorbeelden
Dit veld is specifiek voor voedingssupplementen en geneesmiddelen, waarvan de samenstelling van de actieve stoffen per (dag)dosering (geneesmiddelen per doseereenheid, bijvoorbeeld tablet) wordt weergegeven. Dit is een aanvulling op de ingrediëntendeclaratie (paragraaf 3.4.1). Bij sommige gezondheidsproducten staat ook een omschrijving van de werkzame stoffen op het etiket. Deze hoort ook in dit veld. Splits de velden van de samenstelling als ze in tabelvorm op het etiket staan met puntkomma’s op in: Naam ingrediënt. Hoeveelheid. Meeteenheid van hoeveelheid. Percentage (bij vitaminen/mineralen. Regeleinde aangeven met het #-teken. Voorbeeld 1: Per dagdosering:# Vitamine B6;1,4;mg;100%# Vitamine B2 (Riboflavine);3,4 – 5,1;mg;242% – 364%# Echinacea purpurea;150;mg# Omeprazol;20;mg# % gebaseerd op de ADH Voorbeeld 2: Een dagdosering van 12-20 sprays bevat de inhoudsstoffen van 3534-
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
11
5891 mg extract van de in de ingrediëntenlijst genoemde planten (Echinacea purpurea herba en radix en Salvia officinalis). Voorbeeld 3: Arnica Spierbalsem bestaat uit alcoholische extracten van alruin, Arnica (Valkruid), berkenblad en etherische olie van rozemarijn in een zalfbasis van sesamolie, bijenwas, wolvetalcoholen, wolvet en water. Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit wetgeving voor geneesmiddelen, voedingssupplementen en gezondheidsproducten.
Opmerking
Dit veld is niet hetzelfde als het veld ‘Dosering’ (zie 2.2.1). Dit een tijdelijke oplossing. In de GDSN Major Release (in mei 2016) komen er aparte velden om deze informatie in te voeren.
2.4
KOAG/KAG informatie 2.4.1
Naam certificerende instantie
Definitie
De naam van de organisatie die het certificaat uitgeeft, in vrije tekst.
GDSN-Naam
certificationAgency
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Voer de vaste tekst “KOAG KAG” in als het veld 2.4.3 KAG-nummer van de verpakking wordt ingevuld.
Voorbeeld
KOAG KAG
Niveau
CE
Verplicht
Nee, want dit staat niet op een etiket. Voer wel in voor voedingssupplementen, medische hulpmiddelen en gezondheidsproducten als het bekend is.
Opmerking
Bij gebruik van dit veld moeten ook de velden 2.4.2 en 2.4.3 gevuld worden om een foutmelding van de datapool te voorkomen.
2.4.2
Certificeringsstandaard
Definitie
De naam van de certificeringsstandaard in vrije tekst.
GDSN-Naam
certificationStandard
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
12
Instructie
Voer de vaste tekst “KAG-code” in als het veld 2.4.3. “KAG-nummer van de verpakking” wordt ingevuld.
Voorbeeld
KAG-code
Niveau
CE
Verplicht
Nee, want dit staat niet op een etiket. Voer wel in voor voedingssupplementen, medische hulpmiddelen en gezondheidsproducten als het bekend is.
Opmerking
Bij gebruik van dit veld moeten ook de velden 2.4.1 en 2.4.3 gevuld worden om een foutmelding van de datapool te voorkomen.
2.4.3
Certificeringsnummer (KAG nummer van de verpakking)
Definitie
Het nummer dat door de keuringsraad KOAG KAG is uitgereikt aan dit product.
GDSN-Naam
certificationValue
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Neem de waarde over die voor dit product geldt.
Voorbeeld
30-0511-0693
Niveau
CE
Verplicht
Nee, want dit staat niet op een etiket. Voer wel in voor voedingssupplementen, medische hulpmiddelen en gezondheidsproducten als het bekend is.
Opmerking
Als dit veld wordt gebruikt dan legt de datapool op dat de volgende velden ook verplicht ingevuld moeten worden. Hiervoor gebruiken we vaste teksten om in te vullen: Certificerende instantie 2.4.1 = KOAG KAG Certificeringsstandaard 2.4.2 = KAG-code
2.4.4
Ingangsdatum certificaat
Dit veld wordt niet gebruikt.
2.4.5
Einddatum certificaat
Dit veld wordt niet gebruikt.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
13
2.5
Afleverstatus geneesmiddelen 2.5.1
Afleverstatus
Definitie
Een code die restricties beschrijft die opgelegd worden op het product, over via welk kanaal het verkocht kan worden aan de consument..
GDSN-Naam
consumerSalesCondition
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen” Alleen voor geneesmiddelen Vul de code van de afleverstatus in. De mogelijke codes zijn: UR = Een uitsluitend op recept verkrijgbaar middel UA = Een uitsluitend in apotheek verkrijgbaar middel UAD = Een uitsluitend in apotheek en drogisterij verkrijgbaar middel
Instructie
Als het middel algemeen verkrijgbaar is, kan nog niets worden ingevoerd. De code ‘AV = Een algemeen verkrijgbaar middel’ is nog niet beschikbaar. Totdat deze code beschikbaar is, moet een geneesmiddel waarbij dit veld niet is ingevuld worden geïnterpreteerd als: Algemeen verkrijgbaar. In het veld 2.8.1 (aanvullende artikelidentificatie) wordt na het registratienummer daarom AV ingevuld voor deze producten.
Voorbeeld
UAD
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving voor geneesmiddelen, met uitzondering van algemeen verkrijgbare middelen.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
14
2.6
Toedieningsvorm 2.6.1
Toedieningsvorm
Definitie
De fysieke vorm van het medicijn/product van het farmaceutische object.
GDSN-Naam
dosageFormType
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Vul hier de toedieningsvorm in.
Voorbeeld
Capsule, Dragee, Druppel
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving voor geneesmiddelen. Bij andere producten als het op het etiket staat.
Opmerking
Vanwege de grote verscheidenheid aan toedieningsvormen is dit een vrij tekstveld.
2.7
Medische hulpmiddelen
Vul in deze velden de informatie in die specifiek gaat over medische hulpmiddelen.
2.7.1
Richtlijn
Definitie
Een code die aangeeft dat een product in overeenstemming is met de specifieke geldende overheidsvoorschriften. Verschillende landen vereisen deze code op artikelen die daar geïmporteerd of verkocht worden.
GDSN-Naam
extendedClassComplianceRegulationCode
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Vul de waarde “CE” in.
Voorbeeld
Alleen de waarde: “CE” is hier van toepassing
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit wetgeving (voor medische hulpmiddelen)
Opmerking
De code CE is binnen de drogisterij de enige toegestane code uit de codelijst.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
15
2.7.2
Naam verordening
Definitie
De naam van de verordening, toegewezen door de regelgevende instantie.
GDSN-Naam
regulatoryAct
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Vul hier de vaste tekst “nvt” in.
Voorbeeld
nvt
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit wetgeving (voor medische hulpmiddelen, klasse IIa, IIb en III)
Opmerking
Dit veld hoeft alleen gevuld te worden als er een nummer achter het CE-teken op het etiket staat. Dit veld is in GDSN verplicht als de naam en het identificatienummer van de aangemelde instantie zijn ingevuld (2.7.3 en 2.7.4)
2.7.3
Naam aangestelde instantie
Definitie
De naam van de door de overheid aangestelde instantie die verantwoordelijk is voor de afgifte van de vergunning aan een bedrijf.
GDSN-Naam
regulatoryAgency
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Dit veld wordt alleen gevuld, om een foutmelding van de datapool te voorkomen. Vul hier een default waarde in: CE
Voorbeeld
Default waarde:”CE”
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit wetgeving (voor medische hulpmiddelen, klasse IIa, IIb en III)
Opmerking
Dit veld hoeft alleen gevuld te worden als er een nummer achter het CE-teken op het etiket staat. Om het identificatienummer (2.7.4) te kunnen meegeven, is het tot aan de Major Release (mei 2016) verplicht om ook de naam van de aangemelde instantie mee te sturen.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
16
2.7.4
Identificatienummer aangemelde instantie
Definitie
Het identificatienummer van de aangemelde instantie, gegeven door de regelgevende instantie.
GDSN-Naam
regulatoryPermitIdentification
Waar
In Tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Drogisterij artikelen”
Instructie
Vul het nummer in van de door de overheid aangemelde instantie (zoals op het etiket vermeld) die betrokken is bij de controle.
Voorbeeld
0344
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit wetgeving (voor medische hulpmiddelen, klasse IIa, IIb, III) Om dit nummer in te kunnen vullen, moeten tevens de volgende twee velden worden ingevuld: Naam aangemelde instantie (2.7.2) Naam verordening (2.7.3)
Opmerking
2.8
RVG/RVH indicatie geneesmiddelen
Als deze velden al gebruikt worden om aanvullende artikelinformatie (zoals een eigen interne artikelnummer) vast te leggen, herhaal deze velden dan met het “plusje”.
2.8.1
Aanvullende artikelidentificatie
Definitie
Aanvullende informatie om artikelen te kunnen identificeren.
GDSN-Naam
additionalTradeItemIdentificationValue
Waar
In Tab: “ID/Classificatie/Omschrijving/Belastingen/Producten” Subtab: “ID/Classificatie” Vul hier het RVG (geneesmiddelen) middelen) nummer in.
Instructie
Voorbeeld
of
RVH
(homeopathische
Let op: Voor AV producten moet AV na het nummer worden ingevoerd, omdat deze waarde nog niet beschikbaar is bij veld 2.5.1 Aflever status. 07447 22290=16831 06636 AV
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving (voor geneesmiddelen)
Opmerking
Als
dit
veld
is
ingevuld,
vul
dan
ook
het
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
veld
‘Aanvullende
17
artikelidentificatie type’ (2.8.2) in.
2.8.2
Aanvullende artikelidentificatie type
Definitie
Code die de beheersorganisatie aangeeft die de aanvullende artikelidentificatie beheert.
GDSN-Naam
additionalTradeItemIdentificationType
Waar
In Tab: “ID/Classificatie/Omschrijving/Belastingen/Producten” Subtab: “ID/Classificatie”
Instructie
Selecteer de waarde die van toepassing is; RVG of RVH uit de GDSN codelijst ‘AdditionalTradeItemIdentificationList.’
Voorbeeld
RVG
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving (voor geneesmiddelen).
Opmerking
Als dit veld is ingevuld, artikelidentificatie’ (2.8.1) in.
2.9
vul
dan
ook
het
veld
‘Aanvullende
Externe bestanden
Vul in deze velden informatie in over externe bestanden als handleidingen en bijsluiters.
2.9.1
Type bestand
Definitie
Code die het soort bestand aanduidt waarnaar wordt gerefereerd.
GDSN-Naam
typeOfInformation
Waar
In Tab: “Contact Informatie/Externe informatie”, Subtab: “Externe informatie”
Instructie
Haal de benodigde waarde op uit de GDSN codelijst TradeItemExternalInformationTypeList
Voorbeeld
IFU (Instructions For Use) voor bijsluiter of handleiding
Niveau
CE
Verplicht
Nee
Opmerking
Gebruik dit veld in combinatie met 2.9.2.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
18
2.9.2
Link
Definitie
Locatie van het bestand dat de externe informatie bevat.
GDSN-Naam
uniformResourceIdentifier
Waar
In Tab: “Contact Informatie/Externe informatie”, Subtab: “Externe informatie”
Instructie
Vul hier het volledige internetadres in inclusief de bestandsnaam en de bestandsextensie.
Voorbeeld
http://zelfzorg.nl/wp-content/zelfzorg/pdf/rennie.pdf
Niveau
CE
Verplicht
Nee
Opmerking
Gebruik dit veld in combinatie met 2.9.1.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
19
3
Algemene velden etiketinformatie
In dit hoofdstuk staan de velden uit etiketinformatie voor levensmiddelen, die ook van toepassing zijn voor drogisterij-artikelen. De velden zijn onderverdeeld in sub paragrafen volgens de indeling die al bestaat voor levensmiddelen.
3.1
Wettelijke benaming
Vul hier informatie in over de wettelijke benaming van het product.
Definitie
De voorgeschreven, gereglementeerde of generieke naam of benaming van het product waarmee de ware aard van het product wordt beschreven en die voldoende nauwkeurig is om het te onderscheiden van andere producten volgens de landspecifieke richtlijnen.
GDSN-Naam
regulatedProductName
Waar
In Tab: “ID/Classificatie/Omschrijving/Belastingen/Productie”, Subtab: “Beschrijving”
Instructie
Vul de wettelijke benaming in zoals die op het etiket staat. Toevoegingen als ‘met zoetstoffen’ of ‘met suiker(s) en zoetstoffen’ zijn onderdeel van de wettelijke benaming. Vermeld ze dus ook.
Let op
In dit veld kan de taal niet worden aangegeven. Daarom moet, bij invoeren van meerdere talen, elke keer voorafgaand aan de tekst de taalcode (ISO 639-1 alpha 2) worden ingevoerd, gevolgd door een scheidingsteken. De taalcode bestaat uit 2 kleine letters. Voor Nederlands is dit de code “nl”. Als scheidingsteken wordt “:” gebruikt.
Voorbeeld
“Voedingssupplement” “Voedingssupplement met suiker en zoetstoffen”
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving verplicht voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
20
3.2
Contactgegevens
Naam en adres van de fabrikant of vergunninghouder kunnen worden ingevuld in de velden die in paragraaf 2.1 staan.
3.2.1
Contactnaam
Definitie
De naam van het bedrijf of de persoon die hoort bij het communicatieadres.
GDSN-Naam
contactName
Waar
In tab: “Contact Informatie/Externe informatie” Subtab: “Contact Informatie”
Instructie
Komt de naam van de merkhouder in de datapool (GLN) niet overeen met de naam van het consumentencontact op het etiket? Vul dan de naam in die op het etiket staat. Dit is bijvoorbeeld het geval als de naam van de importeur of de distributeur staat vermeld.
Voorbeeld
Class Import B.V.
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving voor voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
Vul voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen eerst de velden 2.1.1 en 2.1.2 in.
3.2.2
Communicatieadres
Definitie
Het communicatieadres zoals vermeld op het etiket.
GDSN-Naam
communicationAddress
Waar
In tab: “Contact Informatie/Externe informatie” Subtab: “Contact Informatie”
Let op
In dit veld kan de taal niet worden aangegeven. Daarom moet, bij invoeren van meerdere talen, elke keer voorafgaand aan de tekst de taalcode (ISO 639-1 alpha 2) worden ingevoerd, gevolgd door een scheidingsteken. De taalcode bestaat uit 2 kleine letters. Voor Nederlands is dit de code “nl”. Als scheidingsteken wordt “:” gebruikt. De verschillende talen dienen wel in aparte velden worden opgevoerd (d.m.v. een plusje).
Instructie
Vul het fysieke adres in dat op het etiket staat.
Voorbeeld
Informatieweg 6, 1234 AB Haarlem, of Venlo, NL
Niveau
CE
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
21
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving voor voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
Vul voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen worden eerst de velden 2.1.1 en 2.1.2 in.
De volgende 3 velden zijn niet verplicht maar kunnen worden gebruikt om een website, telefoonnummer of e-mailadres in te vullen.
3.2.3
Soort lokaal contact
Definitie
De algemene categorie van de contactpersoon of partij voor een artikel, bijvoorbeeld "Inkoop".
GDSN-Naam
contactType
Waar
In tab: “Contact Informatie/Externe informatie” Subtab: “Contact Informatie”
Instructie
Kies als type: Consumentenservice (CONSUMER_SUPPORT). Dit is de partij die productondersteuning aanbiedt aan de eindgebruiker van een handelsartikel of service.
Voorbeeld
Consumentenservice (uit codelijst)
Niveau
CE
Verplicht
Nee
Opmerking
Vul dit veld alleen in als type en gegevens communicatiekanaal worden ingevoerd (3.2.4 en 3.2.5)
3.2.4
Type communicatiekanaal
Definitie
Het middel dat gebruikt wordt om contact met een partij op te nemen.
GDSN-Naam
communicationChannelCode
Waar
In tab: “Contact Informatie/Externe informatie” Subtab: “Contact Informatie”
Instructie
Staat er een e-mailadres, website, fax- of telefoonnummer op de verpakking? Voer hier in om welk soort communicatiekanaal het gaat. Dit is optionele informatie, het is een aanvulling op 3.2.1 en 3.2.2.
Voorbeeld
Website of e-mail
Niveau
CE
Verplicht
Nee
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
22
Vul dit in als het veld ‘Gegevens communicatiekanaal’ (3.2.5) wordt ingevuld.
Opmerking
3.2.5
Gegevens communicatiekanaal
Definitie
Nummer of adres dat is toegewezen aan een bepaalde manier van communiceren.
GDSN-Naam
communicationNumber
Waar
In tab: “Contact Informatie/Externe informatie” Subtab: “Contact Informatie”
Instructie
Staat er een e-mailadres, website, fax- of telefoonnummer op de verpakking? Vul die gegevens dan in. Dit is optionele informatie, het is een aanvulling op 3.2.1 en 3.2.2.
Voorbeeld
www.gs1.nl
Niveau
CE
Verplicht
Nee
Opmerking
Vul dit veld in als ‘Type communicatiekanaal’ (3.2.4) is ingevuld.
3.3
Gegevens over de inhoud
Vul hier informatie in over de inhoud.
3.3.1
Verplichte vermeldingen
Definitie
Een beschrijving van alle vanuit de wet verplichte etiketinformatie op het product.
GDSN-Naam
compulsoryAdditivesLabelInformation
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing Informatie”.
Instructie
Vul hier de algemene verplichte vermeldingen in zoals die zijn aangegeven in de wetgeving voor het product. Waarschuwingen en/of specifieke vermeldingen moet u vermelden in het veld Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen (2.2.2.).
Voorbeeld
Niveau
Verpakt onder beschermende atmosfeer. Lees voor gebruik de bijgevoegde gebruiksaanwijzing. Een gezonde levensstijl is belangrijk, evenals een gevarieerde, evenwichtige voeding waarvoor voedingssupplementen geen vervanging zijn.
-
CE
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
23
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving m.u.v. gezondheidsproducten.
Opmerking
Hier vallen ook disclaimers onder.
3.3.2
Netto inhoud
Definitie
Getal dat de inhoud van het product in de verpakking aangeeft. Staat gewoonlijk op de verpakking.
GDSN-Naam
netContent
Waar
In tab: "Afmetingen/Verwijzingen naar andere items", Subtab: "Afmetingen"
Instructie
Verplicht voor consumenteneenheden. Geef bij een multi-pack de totale inhoud weer. Vermeld bij variabele artikelen de gemiddelde hoeveelheid. Gebruik alleen de meeteenheden CM (centimeter), MM (millimeter), KG (kilogram), GR (gram), LT (liter), ML (milliliter) en PC (stuks).
Voorbeeld
750 ML (fles water); 20 PC (pak luiers)
Niveau
CE
Verplicht
Ja Als een consumenteneenheid is voorzien van meerdere aanduidingen van de netto inhoud, kan de fabrikant indien gewenst deze allemaal toevoegen. Let op: Netto inhoud kunt u ook opgeven in gram of kilogram, en wordt daarbij gelijk aan het veld Nettogewicht (zie 2.7.7).
Opmerking
Enkele voorbeelden van meervoudige netto inhoud: ■ Doosje thee met 25 theezakjes van 1,3 gram: ‒ Netto inhoud = 25 PC ‒ Netto inhoud = 32,5 GR ■ Fles tomatenketchup: ‒ Netto inhoud = 750 ML ‒ Netto inhoud = 855 GR ■ Doos waterijsjes: ‒ Netto inhoud = 6 PC ‒ Netto inhoud = 228 ML ‒ Netto inhoud = 156 GR ■ Diepvriespizza: ‒ Netto inhoud = 25 CM ‒ Netto inhoud = 330 GR ■ Multi-pack blikjes limonade: ‒ Netto inhoud = 6 PC ‒ Netto inhoud = 1980 ML (6 x 330 ML) Voor uitgebreide voorbeelden van het invullen van het veld netto inhoud, zie sectie 3 van het GS1 standaard document.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
24
3.4
Lijst van ingrediënten
Vul hier de declaratie van de ingrediënten in, mits deze op de verpakking voorkomt.
Let op! Als er ingrediënten zijn gehighlight op het etiket, dan zijn er twee mogelijkheden om deze in te voeren: In hoofdletters in de “Ingrediëntendeclaratie” (3.4.1). EN/OF via het veld “Allergie informatie” (3.5.1) Door duidelijk te maken of en welke allergenen er in een product zitten, kan de retailer de allergenen gehighlight laten zien in de online winkel. Kies zelf één van bovenstaande methoden om dit te doen.
3.4.1
Ingrediëntendeclaratie
Definitie
Informatie over de samenstellende bestanddelen uit het opgegeven product als één tekenreeks.
GDSN-Naam
ingredientStatement
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie” Vul de ingrediëntenlijst in die op het etiket staat, inclusief de woorden ‘Ingrediënten:’ of ‘Bevat’ zoals het op het etiket staat. Gebruik zoveel mogelijk dezelfde schrijfwijze. Gebruik komma’s als scheidingsteken en hoofdletters voor vitamines (A, D) en E-nummers (E471). ■ Geen ingrediëntendeclaratie op het etiket? Laat dit veld dan leeg. ■ Neem de percentages over uit de ingrediëntenlijst op het etiket. ■ Multi-packs: neem alle ingrediëntenlijsten over die op de verpakking staan.
Instructie
Staan er ingrediënten (allergenen) vetgedrukt op het etiket? Vul het hele gehighlighte deel dan in met hoofdletters in de ingrediëntenlijst. Zo is het duidelijk dat het om allergene ingrediënten gaat. Een andere mogelijkheid om aan te geven welke ingrediënten er gehighlight zijn op het etiket, is om ze in te vullen in het veld Allergie-informatie (zie 3.5.1). Let op: Is er sprake van allergenen door kruisbesmettingen? Neem dan de tekst over die op het etiket staat NA de opsomming van de ingrediënten Bijvoorbeeld: “kan sporen van noten bevatten”. Bij bijvoorbeeld geneesmiddelen en voedingssupplementen staat ook de samenstelling op het etiket. Deze wordt opgenomen in het veld samenstelling (2.3.1).
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
25
Ingrediënten: sojaolie, mineralen, gelatine, bevochtigingsmiddel: glycerol, emulgator: SOJAlecithine, vitamines, kleurstof: ijzeroxide Voorbeelden Bevat de hulpstoffen benzalkoniumchloride, natriumedetaat en water voor injecties. Niveau
CE
Verplicht
Ja, alleen als het op het etiket staat vermeld.
Opmerking
Het veld moet worden voorafgegaan door de tekst “Ingrediënten:” als dit op het etiket staat
3.5
Allergenen
Let op! Als er ingrediënten zijn gehighlight op het etiket, dan zijn er twee mogelijkheden om deze in te voeren: In hoofdletters in de “Ingrediëntendeclaratie” (3.4.1). EN/OF via het veld “Allergie informatie” (3.5.1) Door duidelijk te maken of en welke allergenen er in een product zitten, kan de retailer de allergenen gehighlight laten zien in de online winkel. Kies zelf één van bovenstaande methoden om dit te doen. Als er sprake is van een allergeen, vul dan altijd een code in het veld “Type Allergeen” (2.4.2) in, zodat retailers op basis hiervan zoekfuncties kunnen maken in hun webshop. Eventuele kruisbesmettingen (“Kan sporen van … bevatten”) moeten achteraan in het veld “Ingrediëntendeclaratie” worden geplaatst.
3.5.1
Allergie informatie
Definitie
Tekstuele beschrijving van de aanwezigheid of afwezigheid van allergenen zoals vastgelegd door de plaatselijke wet- en regelgeving, opgegeven in één zin.
GDSN-Naam
allergenStatement
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Allergie informatie” Vermeld hier de ingrediënten die in de ingrediëntendeclaratie zijn gehighlight (meestal vetgedrukt).
Instructie
Een andere mogelijkheid om aan te geven of ingrediënten gehighlight zijn, is om deze in hoofdletters in te vullen in de Ingrediëntendeclaratie (zie 3.4.1). Let op: Vermeld
hier
een exacte
kopie
van
de
allergenen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
die
in
26
de
ingrediëntendeclaratie zijn gehighlight in dezelfde volgorde. Komt in de ingrediëntendeclaratie een bepaald allergeen meerdere keren voor? Voer dit dan ook meerdere keren zo in. Retailers kunnen hierdoor bij de ingrediëntendeclaratie de genoemde allergenen highlighten in hun webshop (bij voorkeur vetgedrukt, conform het etiket). Dit veld is dus alleen een technisch veld en wordt niet 1 op 1 overgenomen door de retailers. Voorbeeld
Melk, soja, melk, tarwe, gluten, melk, soja
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving bij levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
Allergenen die mogelijk voorkomen (zoals in het geval van “kan sporen van noten bevatten”) kunnen worden vermeld achter de ingrediëntendeclaratie.
Specificeer hierna (in de velden 3.5.2 t/m 3.5.5) de informatie apart per allergeen die u in veld 3.4.1 of 3.5.1 hebt gevuld. Zo kunnen retailers zoekfuncties creëren in hun webshops.
3.5.2
Type allergeen
In de wet Voedselinformatie (Verordening (EG) nr. 1169/2011) staat vermeld dat ingrediënten die een allergische reactie kunnen veroorzaken duidelijk vermeld moeten worden op het etiket. Het betreft hier ingrediënten of andere stoffen of producten (zoals technische hulpstoffen) die bij de productie van levensmiddelen worden gebruikt en daarin nog aanwezig zijn. In bijlage II van de verordening staan de specifieke stoffen met hun uitzonderingen vermeld. In veld 3.7.2 ‘Type Allergeen’ specificeert u de allergenen. Definitie
Code die het type allergeen aanduidt.
GDSN-Naam
allergenTypeCode
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Allergie informatie”
Instructie
Vul in welke allergenen het product bevat. Gebruik hiervoor de codelijst AllergenTypeCodeList. Vul bij multi-packs alle allergenen in.
Voorbeeld
Zie codelijst (zie bijlage 5.2)
Niveau
CE
Verplicht
Nee, maar wordt door retailers dringend geadviseerd.
Opmerking
Als u dit veld invult, vul dan ook 3.5.3, 3.5.4 en 3.5.5 in.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
27
Zit er een allergeen in het product? Voer dan de code in van de allergenen die verplicht vermeld moeten worden. Het is ook mogelijk om een verdieping aan te geven. Bijvoorbeeld: voor cashewnoten moet je de verplichte code voor ‘Noten (AN)’ invoeren. Aanvullend kan als verdieping ‘Cashewnoten (SC)’ worden ingevoerd. Een ander voorbeeld is gerst: de allergeencode ‘Gluten (AW)’ moet in ieder geval worden ingevoerd (net als bij alle glutenbevattende granen). Aanvullend kan de code voor 'Gerst (GB)’ als verdieping toegevoegd worden.
Let op
Dit veld wordt ook gebruikt om zoekfilters te creëren.
3.5.3
Beheerorganisatie allergenenspecificatie
Definitie
Code van de organisatie die de definitie van de allergenen beheert.
GDSN-Naam
allergenSpecificationAgency
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Allergie informatie”
Instructie
-
Voorbeeld
EU (verplichte waarde)
Niveau
CE
Verplicht
Nee, maar wordt door retailers dringend geadviseerd.
Opmerking
Dit veld is verplicht als de allergenen apart worden gespecificeerd in het veld ‘Type Allergeen‘ (3.5.2). Dit veld is nodig om een foutmelding van de datapool te voorkomen.
3.5.4
Allergenenspecificatie
Definitie
Vrij tekstveld met de naam en versie van de verordening of norm aangaande de definitie van het allergeen.
GDSN-Naam
allergenSpecificationName
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Allergie informatie”
Instructie
-
Voorbeeld
1169/2011 (verplichte waarde)
Niveau
CE
Verplicht
Nee, maar wordt door retailers dringend geadviseerd.
Opmerking
Dit veld is verplicht als de allergenen apart worden gespecificeerd in
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
28
het veld ‘Type Allergeen’ (3.5.2). Dit veld is nodig om een foutmelding van de datapool te voorkomen.
3.5.5
Bevat
In het veld ‘Bevat’ duidt u de mate van aanwezigheid van het allergeen aan (‘Bevat’, ‘Kan Bevatten’, ‘Bevat Niet’). Wat betekent de waarde ‘Bevat’: Het betreft hier de allergenen die onderdeel zijn van de receptuur. Oftewel ingrediënten of technische hulpstoffen die gebruikt worden bij het maken of bereiden van het levensmiddel. Deze worden doelbewust aan het levensmiddel toegevoegd en zijn onderdeel van de receptuur. Wat betekent de waarde ‘Bevat Niet’: Van de allergenen die met ‘Bevat Niet’ worden aangemerkt, betekent dat deze niet onderdeel zijn van de receptuur en deze dus niet doelbewust aan het levensmiddel zijn toegevoegd. Let op! Deze waarde kan NIET op basis van informatie op het etiket worden gebruikt. Geadviseerd wordt deze waarde alleen toe te kennen indien dit op basis van interne informatie met zekerheid kan worden toegekend. Wat betekent ‘Kan Bevatten’: Kan bevatten of kruisbesmetting betekent dat allergenen via het proces of andere manieren toch in het product terecht kunnen komen. De fabrikant heeft een verplichting om het proces zodanig in te richten om het risico op kruisbesmetting te minimaliseren. Als de fabrikant bepaalt op basis van een risicoinschatting dat het toch kan voorkomen dat er restanten van allergenen in het product terechtkomen dan kan er een waarschuwing geplaatst worden op het etiket van ‘kan …… bevatten’. In de wet Voedselinformatie bestaan geen regels over declaratie van allergenen van mogelijke kruisbesmetting. Ook is niet wettelijk vastgelegd van hoe de fabrikant een risico-inschatting moet uitvoeren. Dit kan per fabrikant verschillen en hierdoor is het als afnemer of als consument lastig in te schatten hoe groot het risico is. Er zijn nieuwe ontwikkelingen die hier invulling aan kunnen geven. Bijvoorbeeld VITAL 2. Dit is een rekenmethode waarbij het risico van kruisbesmetting wordt ingeschat op basis van drempelwaarden. Dit wordt nu echter nog zeer beperkt toegepast. Definitie
Code die de mate van aanwezigheid van het allergeen aanduidt.
GDSN-Naam
levelOfContainment
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Allergie informatie”. Geef alleen aan of een allergeen aanwezig is in een product: het product bevat X. Gebruik hiervoor de codelijst levelOfContainmentCodeList met de volgende keuzemogelijkheden:
Instructie 1 2
Het artikel bevat de genoemde stof als ingrediënt (of de stof is aanwezig in een ingrediënt). (CONTAINS) Het artikel is vrij van de genoemde stof (volgens receptuur).
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
29
3
(FREE_FROM) Het artikel kan de genoemde stof bevatten (als gevolg van besmetting). (MAY_CONTAIN)
Dezelfde regels als bij “Type allergeen” zijn van toepassing: ■
Als een allergeen hier niet wordt vermeld, betekent dat niet dat het product ‘X-vrij’ is.
Voorbeeld
Het artikel bevat de genoemde stof als ingrediënt (of de stof is aanwezig in een ingrediënt) (uit codelijst).
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als de allergenen apart worden gespecificeerd in het veld “Type Allergeen” (3.5.2) Daarnaast willen retailers dit graag.
Opmerking
-
3.6
Nutriënten
Vul hier informatie over nutriënten in. De volgende paragrafen staan velden over de voedingswaarde die kunnen worden ingevuld als alle stoffen in de lijst op het etiket in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen. Als er andere stoffen op het etiket staan, gebruik dan het veld samenstelling (2.3.1) en sla de velden uit dit hoofdstuk over.
3.6.1
Status van de bereiding
Definitie
Code die aangeeft of de nutriënteninformatie geldt voor de bereide of onbereide toestand van het product.
GDSN-Naam
preparationState
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Vul in of de nutriënteninformatie betrekking heeft op het door de consument onbereide of het bereide product. Als het om het bereide product gaat, dan staat dat specifiek op het etiket. ■ Onbereid: de nutriënteninformatie heeft betrekking op artikelen in de staat waarin zij worden verkocht. Bijv.: frisdrank, chocoladereep. ■ Bereid: de nutriënteninformatie heeft betrekking op een bereide staat. Dit betekent na bereiding door de consument, volgens de instructies op de verpakking. Bijv.: cake gemaakt van de cakemix, ontbijtgraan met melk.
Voorbeeld
Bereid
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
30
3.6.2
Code nutriënttype
Definitie
Code uit de lijst van de INFOODS tabel met voedselcomponent tag namen die nutriënten in het product identificeren.
GDSN-Naam
nutrientTypeCode
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Ga naar de codelijst in bijlage 5.1en kies de juiste codes voor de nutriënten die op het etiket staan.
Voorbeeld
Lactose (LACS)
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen.
Opmerking
Geef bij multi-packs een gemiddelde voedingswaarde aan van de producten in het multi-pack.
3.6.3
Meetnauwkeurigheid
Definitie
Code die aangeeft of de opgegeven nutriënt inhoud exact of bij benadering is.
GDSN-Naam
measurementPrecision
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Standaard gebruikt u ‘Bij benadering’. ‘Minder dan’ gebruikt u als op het etiket < staat. De derde optie, ‘Exact’, wordt niet gebruikt.
Voorbeeld
Bij benadering
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen.
Opmerking
Let op! In het geval dat er sprake is van “sporen van” of “traces” dient u als meetnauwkeurigheid/hoeveelheid “minder dan 0 gram” in te voeren.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
31
3.6.4
Hoeveelheid nutriënt
Definitie
Meetwaarde die de hoeveelheid nutriënten aangeeft in het product. Wordt uitgedrukt ten opzichte van de referentieportiegrootte.
GDSN-Naam
quantityContained
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Voer de hoeveelheid nutriënt in dezelfde waardes in als vermeld op het etiket. Let op: Scheidingsteken voor decimalen is normaal gesproken de komma.
Voorbeeld
35,1 g (de meeteenheid wordt in een afzonderlijk veld ingevoerd)
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen. Vul voor voedingssupplementen waarvan niet alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen, de hoeveelheden in het veld ‘Samenstelling’ (2.3.1) in.
Opmerking
3.6.5
Geef bij multi-packs een gemiddelde voedingswaarde aan van de producten in het multi-pack. Indien dit niet mogelijk is – omdat de artikelen te verschillend zijn – kunt u de voedingswaarde van het primaire artikel invoeren. Als dat ook niet is te bepalen kunt u de voedingswaarde van een willekeurig artikel invoeren uit dit Multipack.
Referentie portiegrootte
Definitie
Meetwaarde die de portiegrootte weergeeft, waarin de gegevens per voedingsstof worden verklaard. Bijvoorbeeld: per 100 gram.
GDSN-Naam
servingSize
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Geef aan voor welke portiegrootte de nutriëntenlijst geldt. Voedingswaarden per portie kunnen op dit moment nog niet worden ingevoerd.
Voorbeeld
1 of 100
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen.
(de meeteenheid wordt in een afzonderlijk veld ingevoerd)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
32
3.6.6
Eenheid referentie portiegrootte
Definitie
Meetwaarde die de portiegrootte weergeeft, waarin de gegevens per voedingsstof worden verklaard. Bijvoorbeeld: per 100 gram.
GDSN-Naam
servingSize
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Geef aan voor welke eenheid de nutriëntenlijst geldt.
Voorbeeld
Stuks (PC) of gram (GR)
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen.
3.6.7
% Referentie-inname
Definitie
Het percentage van de aanbevolen dagelijkse inname van een nutriënt, zoals aanbevolen door de autoriteiten van de doelmarkt. Wordt uitgedrukt ten opzichte van de portiegrootte en de basis dagwaarde inname.
GDSN-Naam
percentageOfDailyValueIntake
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Voer het percentage in van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van het nutriënt zoals die op het etiket is vermeld.
Voorbeeld
18,2
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen.
Opmerking
Vul voor voedingssupplementen waarvan niet alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen, de hoeveelheden in het veld ‘Samenstelling’ (2.3.1) in.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
33
3.6.8
Referentie-inname
Definitie
Vrij tekstveld waarin de basis dagwaarde inname wordt opgegeven waarop inname per nutriënt is gebaseerd.
GDSN-Naam
dailyValueIntakeReference
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Serveer/Ingrediënten/Nutriënten Informatie”
Instructie
Geef de beschrijving van de referentie-inname die op het etiket staat; kort de tekst in als deze langer is dan 70 karakters.
Voorbeeld
Op basis van een 2000 calorieën dieet.
Niveau
CE
Verplicht
Ja, als het op het etiket staat en alle stoffen in de nutriëntenlijst in bijlage 5.1 voorkomen.
3.7
Oorsprong
Vul in dit veld informatie in over de plaatsen/gebieden waar het product uit afkomstig is.
3.7.1
Informatie over herkomst
Definitie
Vrij tekstveld waarin het geografische gebied waar het product van afkomstig is, wordt beschreven.
GDSN-Naam
countryOfOriginStatement
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Herkomst Informatie”
Instructie
Alle informatie over herkomst die wordt vermeld voert u hier in.
Let op
In dit veld kan de taal niet apart worden aangegeven. Daarom moet, bij invoeren van meerdere talen, voorafgaand aan de tekst de taalcode (ISO 639-1 alpha 2) worden ingevoerd, gevolgd door een scheidingsteken. De taalcode bestaat uit 2 kleine letters. Voor Nederlands is dit de code “nl”. Als scheidingsteken wordt “:” gebruikt.
Voorbeeld
‘Ierland’, ‘Atlantische Oceaan’
Niveau
CE
Verplicht
Ja, indien op etiket.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
34
3.8
Bereiding, gebruik en bewaring
Voor drogisterij-artikelen is een extra veld toegevoegd ‘Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen’ (2.2.2). In veld 3.8.2 kunt u gebruiks- en bewaarinstructies invoeren.
3.8.1
Bereidingsinstructie(s)
Definitie
Tekstuele instructie over hoe het product te bereiden alvorens het op te dienen.
GDSN-Naam
UnspecifiedPreparationTypePreparationInstructions
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Bereiding en gebruik”.
Instructie
Voer de bereidingsinstructies in zoals die op het etiket staan. Staan er symbolen bij de bereidingsinstructies? Vermeld die dan in tekstvorm. Zijn er nog extra ingrediënten nodig voor de bereiding? Geef dat dan hier aan. Staan er geen bereidingsinstructies op het etiket? Laat dit veld dan leeg.
Voorbeeld
Verwarm de koekenpan op hoog vuur. Bak het vlees 4-6 minuten. Leg het vlees op een bord en bestrooi het met zout en peper.
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving.
3.8.2
Gebruiks- en bewaarinstructies
Definitie
De consumenteninstructies in tekst voor opslag en gebruik van een product die normaliter op het etiket staan of bij het product vermeld worden. De instructies kunnen verwijzen naar een geadviseerde bewaartemperatuur, een specifiek vereiste opslag of naar het milieu.
GDSN-Naam
consumerUsageStorageInstructions
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Bereiding en gebruik”
Instructie
Vul hier gebruiks- en bewaarinstructies in. Als u zowel gebruiksinstructies als bewaarinstructies invult, kunt u de tekst van de gebruiksinstructies vooraf laten gaan door ‘Gebruik:’ en bewaarinstructies vooraf laten gaan door ‘Bewaar:’ Als instructies grafisch zijn weergegeven, vertaal deze dan naar tekst. Vul waarschuwingen en gebruiksbeperkingen in bij 2.2.2.
Voorbeeld
‘Schudden voor gebruik.’ ‘Bij kamertemperatuur (15-25 °C) op een droge en donkere plaats bewaren.’.
Niveau
CE
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
35
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving.
Opmerking
Ook aanwijzingen voor het weggooien van het product kunt u hier opnemen. De tekst van de verwijderinstructies kunt u vooraf laten gaan door ‘Verwijder: ’
3.9
Claims
Vul hier informatie in over claims.
3.9.1
Voedingswaardeclaim
Definitie
Vrij tekstveld voor eventuele extra voedingswaardeclaims.
GDSN-Naam
nutritionalClaim
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing”
Instructie
Als er aanvullende voedingswaardeclaims op het etiket staan, vul die dan hier in.
Voorbeeld
Rijk aan eiwitten
Niveau
CE
Verplicht
Nee
3.9.2
Gezondheidsclaim
Definitie
Vrij tekstveld voor eventuele voorschriften van de doelmarkt.
GDSN-Naam
healthClaim
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing”
volgens
de
Als er gezondheidsclaims op het etiket staan, moet u die hier vermelden. In dit veld kunnen maximaal 70 posities worden ingevuld. Als dit niet voldoende is, herhaal dit veld dan door op de groene plus te klikken bij de pijl, zie hieronder. Dit geldt ook voor medische claims voor geneesmiddelen.
Instructie
Voorbeeld
gezondheidsclaims
-
Vitamine C is goed voor de weerstand Goed voor de gemoedstoestand. Draagt bij aan extra energie bij vermoeidheid. Goed voor de werking van de spieren en het zenuwstelsel. Bij griep
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
36
Niveau
CE
Verplicht
Ja, voor gezondheidsproducten.
3.9.3
Marketinginformatie (optioneel)
Definitie
Marketing boodschap gekoppeld aan het product.
GDSN-Naam
tradeItemMarketingMessage
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing”
Instructie
In dit optionele veld kun je eventuele marketingclaims invullen, zolang deze op het etiket aanwezig is (op een van de zijdes).
Voorbeeld
Dit product is ontwikkeld door dermatologen Dit product bevat louter natuurlijke ingrediënten
Niveau
CE
Verplicht
Nee
3.10 Kenmerken / Logo’s Vul in deze velden informatie in over kenmerken en logo's die zichtbaar op het etiket en/of de verpakking staan vermeld. Kies voor de velden 3.10.1 tot en met 3.10.4 een code uit een codelijst.
3.10.1
Milieukenmerken
Definitie
Vermelding van welke milieukenmerken (bijvoorbeeld recycling) op de verpakking staan.
GDSN-Naam
packageMarksEnvironment
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing”
Instructie
Staat er een milieukenmerk op het etiket of de verpakking? En is dit kenmerk opgenomen in de codelijst met kenmerken voor Nederland (zie 4.1)? Vul dit dan hier in. In 3.1 staan enkele voorbeelden, maar de volledige lijst is uitgebreider.
Voorbeeld
EKO (EKO), Eco Label (Europese Unie) (EU_ECO_LABEL)
Niveau
CE
Verplicht
Nee
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
37
3.10.2
Dieet-/allergiekenmerken
Definitie
Vermelding van welke verpakking staan.
GDSN-Naam
packageMarksDietAllergen
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing”
Instructie
Staat er een dieet-/allergiekenmerk op het etiket of de verpakking? En is dit kenmerk opgenomen in de codelijst met kenmerken voor Nederland (zie 4.2.)? Vul dit dan hier in. In 4.2 staan enkele voorbeelden, maar de volledige lijst is uitgebreider.
Voorbeeld
Halal (HALAL)
Niveau
CE
Verplicht
Nee
3.10.3
dieet-
of
allergeenkenmerken
op
de
Vrij van kenmerken
Definitie
Vermelding van welke vrij van kenmerken op de verpakking staan.
GDSN-Naam
packageMarksFreeFrom
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing”
Instructie
Staat er een Vrij-van kenmerk op het etiket of de verpakking? En is dit kenmerk opgenomen in de codelijst met kenmerken voor Nederland (zie 4.3.)? Vul deze dan hier in. In 4.3 staan enkele voorbeelden, maar de volledige lijst is uitgebreider.
Voorbeeld
Glutenvrij (FREE_FROM_GLUTEN)
Niveau
CE
Verplicht
Nee
3.10.4
Ethische kenmerken
Definitie
Vermelding van welke ethische kenmerken op de verpakking staan.
GDSN-Naam
packageMarksEthical
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Marketing”
Instructie
Staat er een ethisch kenmerk op het etiket of de verpakking? En is dit kenmerk opgenomen in de codelijst met kenmerken voor Nederland (zie 4.4.)? Vul deze dan hier in. In 4.4 staan enkele
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
38
voorbeelden, maar de volledige lijst is uitgebreider. Voorbeeld
Fair Trade keurmerk (FAIR_TRADE_MARK)
Niveau
CE
Verplicht
Nee
3.11 Omgaan met productwijzigingen Als er iets wijzigt in een product dan verwijzen wij naar het document ‘Aanbeveling hoe om te gaan met productwijzigingen’ dat u op de website van GS1 vindt (www.gs1.nl). Is er volgens deze aanbeveling geen nieuwe GTIN nodig, maar moet u deze productwijziging wel kenbaar maken? Voer dan onderstaande velden in volgens de procedure in het document.
In de levensmiddelensector geldt dat sinds september 2014 deze velden moeten worden ingevuld voor wijzigingen waarop deze procedure van toepassing is.
3.11.1
THT datum van eerste productie
Definitie
De houdbaarheidsdatum van de eerste productierun van de productievariant.
GDSN-Naam
productionVariantEffectiveDate
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Productwijzigingen” Vul de houdbaarheidsdatum in van de eerste productierun van de nieuwe productvariant. Is er geen houdbaarheidsdatum beschikbaar? Schat deze dan zo goed mogelijk in op basis van de levensduur van het product. ■
Instructie
Als de houdbaarheidsdatum wordt uitgedrukt in een maand, gebruik dan de eerste dag van de maand. ■ Als de houdbaarheidsdatum wordt uitgedrukt in een jaar, gebruik dan de eerste dag van het jaar. Het veld wordt samen met de gegevens in het veld 3.11.3 ‘Ingangsdatum’ (effectiveDate) gebruikt om retailers een indicatie te geven wanneer de periode dat er twee productvarianten in omloop zijn afloopt.
Voorbeeld
19-06-2015
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving.
Opmerking
Let op! De formele (GDSN) definitie van dit veld is anders dan waarvoor dit veld wordt gebruikt. De sector is afgesproken om dit
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
39
veld te gebruiken voor de houdbaarheidsdatum van de eerste productierun van de productievariant.
3.11.2
Ingangsdatum
Definitie
De datum waarop deze gegevens van kracht zijn.
GDSN-Naam
effectiveDate
Waar
Tab:”ID/classificatie/omschrijving/belastingen/productie” Subtab: “ID/classificatie”
Instructie
Vermeld hier de datum waarop de wijziging effectief wordt.
Voorbeeld
01-07-2015
Niveau
CE
Verplicht
Ja, vanuit de wetgeving.
3.11.3
Productievariant omschrijving
Definitie
Vrije tekst aangeleverd door de fabrikant om de productievariant te beschrijven. Voorbeelden zijn: pakket serie X, pakket serie Y.
GDSN-Naam
productionVariantDescription
Waar
In tab: “Etiketinformatie”, Subtab: “Productwijzigingen”
Instructie
Hier kan vrije tekst worden ingevuld voor eigen gebruik om de verschillende varianten met dezelfde GTIN te kunnen onderscheiden.
Voorbeeld
serie X
Niveau
CE
Verplicht
Nee
Opmerking
Als dit veld gevuld is, dan moet 3.11.1 THT datum van de eerste productie ook gevuld worden
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
40
4
Appendix
In onderstaande paragrafen staan de verschillende kenmerken zoals deze op de verpakking kunnen staan, uitgesplitst naar type. Daarnaast vindt u de codelijst voor nutriënten en allergenen.
4.1
Milieukenmerken Logo
Benaming in datapool
Biologische landbouw (Europese Unie) (EU_ORGANIC_FARMING)
Label Forest Stewardship Council (FOREST_STEWARDSHIP_COUNCIL_LABEL)
Label Marine Stewardship Council (MARINE_STEWARDSHIP_COUNCIL_LABEL)
EKO (EKO)
Rainforest Alliance (RAINFOREST_ALLIANCE)
Eco-label (Europese Unie) (EU_ECO_LABEL)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
41
4.2
Dieet-/allergiekenmerk Logo
Benaming in GDSN
Klavertje Gezondere keuze (GEZONDE_KEUZE_KLAVERTJE)
Bewuste keuze (IK_KIES_BEWUST)
Vegetarisch (VEGETARIAN)
4.3
Vrij van kenmerken Logo
Benaming in GDSN
Glutenvrij (FREE_FROM_GLUTEN)
Melkvrij (FREE_FROM_MILK)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
42
4.4
Ethische kenmerken Logo
Benaming in GDSN
UTZ Certified (UTZ_CERTIFIED)
Fairtrade (FAIR_TRADE_MARK)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
43
4.5
Codelijst nutriënten
Code
Nutriënt
AAE-
Aminozuren, totaal essentieel
BIOT
Biotine/vitamine H
CA
Calcium
CASN
Caseïne
CHO-
Totaal koolhydraten (analysemethode onbekend of variërend)
CHOAVL
Koolhydraten
CHOCAL
Vitamine D3
CHOL-
Cholesterol (analysemethode onbekend of variërend)
CHOLN
Choline
CLD
Chloride
CR
Chroom
CU
Koper
ENER-
Energie (geef bij de meeteenheid aan of het kJ of kcal betreft)
ENERA
Bruto energie; bepaald door directe analyse met bomcalorimetrie
ENERSF
Calorieën uit verzadigd vet
F16D0
Palmitinezuur
F18D2CN6
Linolzuur
F18D3N3
Alfa-linoleenzuur
F20D4
Arachidonzuur
F20D5N3
Eicosapentaeenzuur
F22D6N3
Docosahexaeenzuur
Opmerkingen
Voor gebruikt in buitenlandse markten (niet van toepassing in Nederland)
Voor gebruikt in buitenlandse markten (niet van toepassing in Nederland)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
44
Code
Nutriënt
FAMSCIS
Vetzuren, enkelvoudig onverzadigd
FAPUCIS
Vetzuren, meervoudig onverzadigd
FAPUN3
Omega 3 vetzuren
FAPUN6
Omega 6 vetzuren
FASAT
Vetzuren, totaal verzadigd
FAT
Vetten
FATRN
Transvetzuren
FD
Fluoride
FE
IJzer
FIB-
Voedingsvezel (analysemethode onbekend of variërend)
FIBINS
Onoplosbare voedingsvezel
FIBSOL
Oplosbare voedingsvezel
FIBTG
Voedingsvezel
FOL
Folaat
FOLDFE
Foliumzuur/vitamine B11
FRUFB
Fructose in voedingsvezel
G_CMO
Koolmonoxide
G_HC
Bicarbonaat (HCO3)
G_NICT
Nicotine
G_NMES
Niet-melk extrinsieke suikers
G_TAR
Teer
GALFB
Galactose in voedingsvezel
GINSENG
Ginseng
GLUCNB
Betaglucanen
GLUS
Glucose
Opmerkingen
Voor gebruikt in buitenlandse markten (niet van toepassing in Nederland)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
45
Code
Nutriënt
HMB
Beta-hydroxy-beta-mthylbutyraat
ID
Jood
INOTL
Inositol/vitamine B7
IODIZED_SALT
Tafelzout gemengd met een kleine hoeveelheid van verschillende jodiumbevattende zouten
K
Kalium
L_CARNITINE
Carnitine
LACS
Lactose
MALTDEX
Maltodextrine
MG
Magnesium
MN
Mangaan
MO
Molybdeen
NA
Natrium
NACL
Natriumchloride (zout)
NIA
Niacine/vitamine B3
NITRA
Nitraten
NUCLEOTIDE
Nucleotide
P
Fosfor
PANTAC
Pantotheenzuur/vitamine B5
PHOLIP
Fosfolipide
POLYL
Polyolen
PRO-
Eiwitten
PROANI
Eiwitten, dierlijk
PROPLA
Eiwitten, Plantaardig
RIBF
Riboflavine/Vitamine B2
Opmerkingen
Voor gebruikt in buitenlandse markten (niet van toepassing in Nederland)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
46
Code
Nutriënt
S6+
Sulfaat (SO4)
SALTEQ
Zout
SE
Seleen
SEO
Selenium, organisch
SI2+
Siliciumdioxode (SIO2)
STARCH
Zetmeel
SUCS
Sucrose (tafelsuiker)
SUGAD
Toegevoegde suikers
SUGAR
Suiker (totaal)
SUGAR-
Suikers
TAU
Taurine
THIA
Thiamine/vitamine B1
VITA-
Vitamine A
VITB12
Vitamine B12
VITB6-
Vitamine B6
VITC-
Vitamine C
VITD-
Vitamine D
VITE-
Vitamine E
VITK
Vitamine K
WHEY
Weiproteïne
ZN
Zink
X_FUNS
Totaal onverzadigde vetzuren
X_SALATRIM
Salatrim
Opmerkingen
Voor gebruikt in buitenlandse markten (niet van toepassing in Nederland)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
47
4.6
Codelijst allergenen
Code
Beschrijving
AC
Schaaldieren en producten op basis van schaaldieren
Ja
AE
Eieren en producten op basis van eieren
Ja
AF
Vis en producten op basis van vis
Ja
AM
Melk en producten op basis van melk (inclusief lactose)
Ja
AN
Noten en producten op basis van noten
Ja
AP
Pinda's (aardnoten) en producten op basis van pinda's
Ja
AS
Sesamzaad en producten op basis van sesamzaad
Ja
AU
Zwaveldioxide en sulfieten
Ja
AW
Glutenbevattende granen
Ja
AY
Soja en producten op basis van soja
Ja
BC
Selderij en producten op basis van selderij
Ja
BM
Mosterd en producten op basis van mosterd
Ja
NL
Lupine en producten op basis van lupine
Ja
UM
Weekdieren en producten op basis van weekdieren
Ja
AH
Anijsalcohol
AI
Alfa-isomethylionon
AL
Alpha-amylcinnamaldehyde
AX
Overige glutenhoudende granen en glutenhoudende graanproducten
BA
Benzylalcohol
BB
Benzylbenzoaat
Verplicht
Opmerkingen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
48
Code
Beschrijving
Verplicht
BE
Lillial (Butylfenyl methylpropional)
BI
Benzylcinnamaat
BS
Benzylsalicylaat
CA
Kaneelalcohol (Cinnamylalcohol)
CL
Kaneelaldehyde (Cinnamal)
CN
Citronellol
CO
Coumarine
CT
Citral
EG
Eugenol
EP
Eikenmosextract (Evernia prunastri)
EV
Boommosextract (Evernia furfuracea)
FA
Farnesol
GB
Gerst en gerstproducten (gluten bevattend graan)
GE
Geraniol
GK
Khorasantarwe en khorasantarweproducten (gluten bevattend graan)
GO
Haver en haverproducten (gluten bevattend graan)
GS
Spelt en speltproducten (gluten bevattend graan)
HC
Lyral (Hydroxyisohexyl 3-cyclohexeen carboxaldehyde)
HX
Hexylkaneelaldehyde (Hexylcinnamaldehyde)
HY
Hydroxycitronellal
ML
Lactose
MO
Methyl 2-octynoaat
NC
Cacao en producten op basis van cacao
Opmerkingen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
49
Code
Beschrijving
Verplicht
NE
Erwten en producten op basis van erwten
NK
Koriander en producten op basis van koriander
NM
Maïs en producten op basis van maïs
NP
Peulvruchten en producten op basis van peulvruchten
NR
Rogge en producten op basis van rogge
NW
Wortel en producten op basis van wortel
SA
Amandel en amandelproducten
SC
Cashewnoot en cashewnootproducten
SH
Hazelnoot en hazelnootproducten
SM
Macadamianoot en macadamianootproducten
SP
Pecannoot en pecannootproducten
SQ
Queenslandnoten
SR
Paranoot en paranootproducten
ST
Pistachenoot en pistachenootproducten
SW
Walnoot en walnootproducten
TN
Bevat sporen van boomnoten, bijv. amandel, diverse soorten boomnoten
UW
Tarwe en producten op basis van tarwe
Opmerkingen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
50
Versiebeheer en contactinformatie Datum 30-03-2015
Versie 1.0
Door Reinier Prenger/ Sylvia Stein
Wijziging Eerste versie -
-
23-04-2015
1.1
Sylvia Stein
-
-
-
-
13-05-2015
1.2
Sylvia Stein -
19-05-2015
12-6-2015
1.3
1.4
Sylvia Stein
Sylvia Stein
Definities productgroepen toegevoegd in hoofdstuk 1. Volgorde velden aangepast naar volgorde in webinterface. Gebruiks- en bewaarinstructies aangepast zodat gebruiksinstructies hier opgenomen kunnen worden. Diverse verduidelijkingen aangebracht. Tabel op pagina 6 aangepast en in lijn met document gebracht. Aanpassing GDSN veldnaam “type bestand” Veld “Bereidingsinstructies” toegevoegd uit instructies etiketinformatie levensmiddelen
-
Veld: houdbaarheid na opening is vervallen.
-
Nutriënten kunnen nu ook in een andere eenheid dan 100 g of 100 ml worden opgevoerd in de nutriëntenlijst. Dit kan alleen als alle genoemde stoffen in de nutriëntenlijst in
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
51
-
25-06-2015
1.5
Sylvia Stein
-
Verduidelijkingen in de instructies.
-
CR 15-056: wijzigingen in de codelijst voor 3.5.5 (‘Bevat’). Updates op codelijsten in Appendix 5.1 en 5.2 (CR 15-060, CR 15-074, CR 15-80 en CR 15-081). Naamwijziging op attribuut 2.4.3 (certificaatnummer).
-
27-07-2015
1.6
Petra Geerdink Gabriel Sobrino -
-
20-08-2015
1.7
Sylvia Stein
Petra Geerdink Jan Schimmel Gabriel Sobrino Rachel van Rhijn 02-11-2015
bijlage 5.1 voorkomen. Verschillende verduidelijkingen aangebracht in instructies.
-
-
-
1.8
-
Verduidelijkingen in de instructies. Additionele toelichting op 3.5.2 en 3.5.5. CR 15-100: additionele nutriëntcodes voor buitenlandse markten. Wijzigingen in 4.5 en 4.6 om aan te geven welke codes nu wel beschikbaar zijn in GS1 DAS. Verduidelijking definitie 3.11.1
De tekst uit deze publicatie mag zonder toestemming vooraf worden verveelvoudigd op voorwaarde dat de bron wordt vermeld. Hoewel alle zorg is betracht om te garanderen dat de inhoud van dit document juist is, kan GS1 Nederland niet aansprakelijk worden gehouden voor fouten of ontbrekende gegevens in deze publicatie. Neem bij vragen over de inhoud van deze publicatie contact op met de Customer Support van GS1 Nederland. Deze is bereikbaar via telefoonnummer 020 511 38 88 of door een e-mail te sturen aan
[email protected].
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
52
-
De tekst uit deze publicatie mag zonder toestemming vooraf worden verveelvoudigd op voorwaarde dat de bron wordt vermeld. Hoewel alle zorg is betracht om te garanderen dat de inhoud van dit document juist is, kan GS1 Nederland niet aansprakelijk worden gehouden voor fouten of ontbrekende gegevens in deze publicatie. Neem bij vragen over de inhoud van deze publicatie contact op met de Customer Support van GS1 Nederland. Deze is bereikbaar via telefoonnummer 020 511 38 88 of door een e-mail te sturen aan
[email protected].
Click here to enter text.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 2 november 2015
53