NL
Zaak Nr COMP/M.4400 – CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM
Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek.
VERORDENING (EG) nr. 139/2004 CONCENTRATIEPROCEDURE
Artikel 4 (4) datum : 19/10/2006
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 19.10.2006 SG-Greffe(2006) D/206299 In de gepubliceerde versie van deze beslissing, is enige informatie weggelaten ingevolge artikel 17(2) van Verordening Nr 139/2004, betreffende nietopenbaarmaking van zakengeheimen en andere vertrouwelijke informatie. De weglatingen worden aldus getoond [...]. Waar mogelijk, is de weggelaten informatie vervangen door bandbreedtes van cijfers of een algemene beschrijving.
PUBLIEKE VERSIE
CONCENTRATIEPROCEDURE ARTIKEL 4, LID 4
Aan de aanmeldende partijen Nederlandse Mededingingsautoriteit Geachte heer, mevrouw,
Betreft:
Zaak nr. COMP/M.4400 – CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM Gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 139/2004 met het oog op verwijzing van de zaak naar Nederland
1.
Op 14 september 2006 ontving de Commissie middels een gemotiveerde kennisgeving een verzoek overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (“EG-concentratieverordening”) met het oog op de verwijzing van bovengenoemde zaak naar de bevoegde autoriteiten van Nederland. Een afschrift van dit verzoek werd op dezelfde dag aan alle lidstaten toegezonden.
2.
Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening kunnen de partijen bij de transactie, vóór de aanmelding ervan bij de Commissie, verzoeken om volledige of gedeeltelijke verwijzing naar de lidstaat waar deze transactie in significante mate gevolgen kan hebben voor de mededinging op een markt in een lidstaat die alle kenmerken van een afzonderlijke markt vertoont.
3.
Ter ondersteuning van hun verwijzingsverzoek verklaarden de partijen in de gemotiveerde kennisgeving dat de geografische focus van de voorgenomen transactie het grondgebied van Nederland is.
4.
Op 22 september 2006 deelde de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) de Commissie per faxbericht mee dat Nederland met de voorgestelde verwijzing instemt.
Europese Commissie, B-1049 Brussel - België. Telefoon: (32-2) 299 11 11.
I.
DE PARTIJEN
5.
Cinven Limited (“Cinven”) is een in het VK gevestigde beleggingsmaatschappij die zich bezighoudt met het verstrekken van advies en diensten aan beleggingsfondsen op het gebied van beleggingsbeheer.
6.
Warburg Pincus International LLC (“Warburg Pincus”) is het Britse filiaal van een wereldwijd opererende beleggingsmaatschappij met hoofdkantoor in de VS. De onderneming is in een groot aantal sectoren actief (industriële producten, chemische producten, gezondheidszorg enz.), waaronder informatie en communicatie diensten.
7.
In 2006 verwierven Cinven en Warburg Pincus gezamenlijk twee Nederlandse kabelmaatschappijen: Casema Holding B.V (“Casema”) en Multikabel B.V. (“Multikabel”)1. Casema is de op twee na grootste kabelmaatschappij in Nederland, met circa 1,345 miljoen abonnees. Het gebied dat door deze onderneming wordt bediend omvat het noordelijk gedeelte van de provincie Zuid-Holland evenals de provincies Utrecht en Noord-Brabant. Multikabel is het op drie na grootste kabelbedrijf in Nederland (abonneebestand circa 316 000). Het servicegebied van deze onderneming beslaat het noordelijke gedeelte van de provincie Noord-Holland. Zowel Casema als Multikabel verstrekken het volledige dienstenpakket dat doorgaans door kabelmaatschappijen wordt aangeboden (TV, internet, telefoon, huurlijnen), zowel aan huishoudens als aan bedrijven.
8.
Essent Kabelcom B.V. (“Kabelcom”) exploiteert een kabelnetwerk in Nederland dat de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg bestrijkt. Kabelcom is het op één na grootste kabelbedrijf in Nederland, met circa 1,740 miljoen abonnees. Zij verstrekt het volledige dienstenpakket dat doorgaans door kabelmaatschappijen wordt aangeboden (TV, internet, telefoon, huurlijnen) zowel aan huishoudens als aan bedrijven.
II. 9.
DE TRANSACTIE De voorgenomen transactie betreft de verwerving van gezamenlijke zeggenschap over Kabelcom door Cinven en Warburg Pincus. De zeggenschap over de onderneming zal worden uitgeoefend via een keten van intermediaire ondernemingen die uiteindelijk onder zeggenschap staan van Even Investments S.à.r.l. ("Even"). Cinven en Warburg Pincus hebben ieder evenveel aandelen en stemrechten in Even.
10. Voorts zullen, volgens een aandeelhoudersovereenkomst van 14 juli 2006, zowel Cinven als Warburg Pincus vetorecht hebben bij de strategische beslissingen van Even en van alle door Even gecontroleerde ondernemingen, ook wat betreft de goedkeuring en herziening van de jaarlijkse begroting en de benoeming en het ontslag van directeuren en leidinggevend personeel van Even en van alle ondernemingen onder haar zeggenschap. 11. De voorgenomen transactie vormt derhalve een concentratie in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening.
1
Op 6 september 2006 verleende de Europese Commissie in een eerste fase onderzoek goedkeuring voor de gezamenlijke verwerving van Casema en Multikabel door Cinven en Warburg Pincus (zaak COMP/M.4338 - Cinven/Warburg Pincus/Casema/Multikabel). 2
III. COMMUNAUTAIRE DIMENSIE 12. De betrokken ondernemingen hebben tezamen een wereldwijde omzet van meer dan 5 miljard EUR (Cinven […] miljard EUR, Warburg Pincus […] miljard EUR en Kabelcom 451 miljoen EUR2). De totale communautaire omzet van alle betrokken ondernemingen bedraagt meer dan 250 miljoen EUR (Cinven […] miljard EUR, Warburg Pincus […] miljard EUR en Kabelcom 451 miljoen EUR). Kabelcom behaalt haar totale omzet binnen één en dezelfde lidstaat, Nederland, maar Cinven en Warburg Pincus behalen niet meer dan tweederde van hun totale omzet binnen de Gemeenschap in één en dezelfde lidstaat. Dit betekent dat de concentratie een communautaire dimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van de EGconcentratieverordening. IV. BEOORDELING A.
Relevante productmarkten
13. Zowel Kabelcom, Casema als Multikabel zijn actief op de markten voor: (i) de wholesale-distributie van radio- en TV-signalen; (ii) de retaildistributie van radio- en TV-signalen; (iii) breedbandinternetdiensten; (iv) retaildistributie van vaste telefoondiensten; en (v) huurlijnen. 14. Volgens de gemotiveerde kennisgeving kan de mededinging op de volgende horizontale markten worden beïnvloed: (i)
de wholesale-distributie van radio- en TV-signalen;
(ii)
de retraildistributie van radio- en TV-signalen.
Tezamen zouden Kabelcom, Casema en Multikabel 54,9% van het totale aantal Nederlandse kabelabonnees bedienen, en 49,1% van het totale aantal abonnees van de verschillende radio- en TV-distributieplatforms die in Nederland voorhanden zijn (d.w.z. kabel, satelliet, DSL en digitaal terrestrisch). In beide gevallen zou de gefuseerde entiteit de grootste aanbieder zijn, gevolgd door UPC (met een marktaandeel van 36,1% wat de kabelabonnees, en 32,2% voor wat de abonnees van alle distributieplatforms betreft). (iii) Diensten op het gebied van de toegang tot breedbandinternet Het gezamenlijke marktaandeel van Kabelcom, Casema en Multikabel in Nederland wordt door OPTA, de Nederlandse telecomtoezichthouder, geraamd op 16 à 35%3. KPN, de gevestigde Nederlandse aanbieder van telecommunicatiediensten, zou met een marktaandeel van 40 à 50% de grootste speler blijven. 15. De bovenstaande cijfers geven een indicatie van de gevolgen van de voorgenomen transactie voor de mededinging. 2
Deze omzet werd berekend overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de concentratieverordening en de Mededeling van de Commissie betreffende de berekening van de omzet (PB C66 van 02.03.1998, blz. 25). Voorzover de cijfers tevens betrekking hebben op omzet die in de periode vóór 01.01.1999 is behaald zijn zij berekend op basis van gemiddelde ECU-wisselkoersen en in EUR omgezet op één-op-één basis.
3
Bron: OPTA - Analyse van de markt voor wholesale-breedbandtoegang van 21 december 2005, blz. 168. 3
B.
Relevante geografische markten
16. Volgens de kennisgevende partijen heeft de voorgenomen transactie uitsluitend gevolgen voor nationale of lokale markten. Deze verklaring strookt met de conclusie die de Commissie in de beschikking betreffende zaak COMP/M.4338 heeft bereikt4. In deze beschikking werd met name opgemerkt dat de wholesale- en de retailmarkten voor de distributie van radio- en TV-signalen in Nederland ofwel een nationale ofwel een lokale omvang hadden, d.w.z. overeenkwamen met de servicegebieden van elk kabelbedrijf5. In andere beschikkingen van de Commissie6 werden de markten voor breedbandinternettoegang, vaste telefonie en huurlijnen eveneens als nationale markten beschouwd. Het is derhalve onwaarschijnlijk dat de voorgenomen concentratie buiten Nederland van invloed zal zijn op de mededinging. 17. Op basis van de informatie die door de partijen is verstrekt, en overeenkomstig de beschikking van de Commissie in zaak COMP/M. 43387 kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen concentratie voornamelijk gevolgen zou hebben voor programmaaanbieders, omdat zij in een zwakkere onderhandelingspositie terecht zouden komen ten opzichte van Nederlandse kabelmaatschappijen. 18. In dit verband zij opgemerkt dat uit het marktonderzoek dat met betrekking tot zaak COMP/M.4338 is verricht, is gebleken dat buitenlandse programma-aanbieders, in tegenstelling tot Nederlandse aanbieders, niet volledig afhankelijk zijn van aanwezigheid op de Nederlandse markt. Bovendien leken buitenlandse programmaaanbieders soms een gunstigere onderhandelingspositie te hebben bij Nederlandse kabelexploitanten dan Nederlandse aanbieders. Dit blijkt uit het feit dat sommige buitenlandse aanbieders, in tegenstelling tot Nederlandse aanbieders, worden betaald door Nederlandse kabelexploitanten die een aantrekkelijk programma-aanbod nastreven. De voorgenomen concentratie zou derhalve buiten Nederland slechts een beperkt potentieel effect hebben. 19. Gezien het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de gevolgen van de voorgenomen transactie voor de mededinging zich uitsluitend of voornamelijk in Nederland zullen voordoen. C.
Beoordeling
20.
De voorgenomen concentratie zou alleen in Nederland, het enige land waar de doelonderneming actief is, tot mededingingsgevolgen voor de relevante horizontale markten leiden. Met name zou de gefuseerde entiteit de grootste kabelexploitant worden met een marktaandeel van circa 50% gemeten naar het aantal kabelabonnees voor radio en TV.
21.
De concentratie zou met name de onderhandelingspositie van Nederlandse programma-aanbieders, die sterk afhankelijk zijn van de Nederlandse markt,
4
Beschikking van 06.09.2006, op. cit.
5
Zie overwegingen 27-31 en 36-37.
6
Met name in zaak COMP/M.3914 – Tele2/Versatel, Beschikking van 07.9.2005, overweging 18.
7
Zie overweging 38. 4
aanzienlijk kunnen wijzigen. Vooral door de van oudsher hoge penetratiegraad van kabelvoorzieningen in Nederland, waar circa 90% van alle huishoudens een kabelverbinding bezit; zijn alternatieve radio- en distributieplatforms (d.w.z. DSL, satelliet en digitaal terrestrisch) er minder ontwikkeld dan in de meeste andere Europese landen. Deze alternatieve distributieplatforms bereiken derhalve slechts een beperkt aantal huishoudens en lijken daarom geen volwaardig alternatief voor kabelmaatschappijen, althans voor Nederlandse programma-aanbieders die een groot deel van het Nederlandse publiek moeten bereiken. 22.
Bovendien zou de voorgenomen concentratie, gezien de reeds sterk geconcentreerde structuur van de Nederlandse markten voor de retail- en de wholesaledistributie van radio- en TV-signalen (onverminderd de precieze definitie van deze markt, d.w.z. beperkt tot kabeldistributie of met inbegrip van alle distributieplatforms) ook in significante mate gevolgen kunnen hebben voor de mededinging in Nederland omdat de twee grootste kabelexploitanten die overblijven wellicht eerder geneigd zullen zijn hun gedrag ten opzichte van de programma-aanbieders, en mogelijk de eindverbruikers, te coördineren.
IV. VERWIJZING 23.
Op basis van de door de partijen in de gemotiveerde kennisgeving verstrekte informatie is de Commissie van oordeel dat de zaak voldoet aan de wettelijke vereisten van artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening in die zin dat de concentratie in significante mate gevolgen kan hebben voor de mededinging op een markt in een lidstaat die alle kenmerken van een afzonderlijke markt vertoont.
24.
De concentratie kan met name aanzienlijke gevolgen hebben voor de mededinging op de Nederlandse wholesale- en retailmarkten voor de distributie van radio- en TVsignalen, omdat hierdoor de grootste Nederlandse kabelmaatschappij zou ontstaan die circa 50% van alle Nederlandse huishoudens zou bedienen.
25.
Op basis van de in de gemotiveerde kennisgeving verstrekte informatie is de Commissie voorts van mening dat de impact van de concentratie op de mededinging zich in hoofdzaak op afzonderlijke markten in Nederland zou voordoen en dat de gevolgen derhalve beperkt zouden blijven tot één enkele lidstaat overeenkomstig punt 20 van de mededeling van de Commissie betreffende de verwijzing van concentratiezaken8.
8
http://europa.eu.int/comm/competition/mergers/legislation/consultation/case_allocation_tru.pdf 5
V. 26.
CONCLUSIE Om bovengenoemde redenen, en gezien het feit dat de NMa met de voorgestelde verwijzing heeft ingestemd, heeft de Commissie besloten de transactie in haar geheel naar de bevoegde autoriteiten van Nederland te verwijzen. Deze beschikking is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad.
Voor de Commissie, ondertekend Philip LOWE Directeur-generaal
6