Ervaringen met Opvoedmix.nl Interculturele opvoedingsondersteuning via internet
2
Inhoud
Inleiding 5 1 Aanleiding en opzet 6 Marokkaans-Nederlandse ouders en opvoeden 6 Opvoedingsondersteuning via internet 7
2 Doelstelling van het project 8 3 Opbouw van het project 9 4 Voorbereiding 10 Betrokken partijen 10 Vooronderzoek 11
5 Uitvoering 16 Opvoedmaatjes 16 Professionals van het CJG 17 Kennismaking en uitwisseling: de brug bouwen 18 De website 19
6 Terugblik 29 Politieke context 29 Werken met vrijwilligers 31 Samenwerking met de CJG’s 34 De brugfunctie 36 Drempels verder verlagen 36
7 Borging 38 8 Nawoord 40 Literatuur 42 Bijlage 43
3
4
Inleiding Het kabinet geeft in haar Integratienota (2011) aan dat maatregelen die gericht zijn op problemen die zich voordoen binnen specifieke doelgroepen, voortaan worden ingebed in regulier beleid. Een flinke draai ten opzichte van het (subsidie)beleid dat ten grondslag ligt aan Opvoedmix.nl. En haaks op de pragmatische aanpak waar we zo in geloven en die alle marketeers zullen onderschrijven: wil je een specifieke doelgroep bereiken dan moet je je aanbod afstemmen op de leefwereld van die doelgroep. Met regulier beleid bereik je reguliere mensen. Juist niet de mensen die het misschien wel het hardst nodig hebben. In het project Opvoedmix.nl was het uitgangspunt dat het bestaande aanbod aan opvoedingsondersteuning Marokkaans-Nederlandse ouders niet bereikt. Niet omdat het aanbod niet goed is, maar omdat het onvoldoende rekening houdt met de gebruiken en gewoonten van deze doelgroep. Als je doelgroep niet naar je toe komt, neem dan je aanbod onder de arm, zoek de mensen op en geef zodanig vorm aan je aanbod dat het mensen aanspreekt. In deze publicatie blikken we terug op de ervaringen van de afgelopen twee jaar. We beschrijven de successen, de knelpunten en de lessen die we daaruit getrokken hebben. Als de berg niet naar Mohammed komt, zal Mohammed naar de berg moeten gaan. En dat is precies wat we gedaan hebben.
Myriam Limper – projectleider Opvoedmix.nl.
5
1 Aanleiding en opzet Marokkaans-Nederlandse ouders en opvoeden
6
Marokkaans-Nederlandse ouders ondervinden relatief veel problemen in de context van het gezin (Bekkema, 2007). Ze bespreken hun zorgen over hun kinderen en de opvoeding veel minder met hun eigen sociale netwerk dan autochtone ouders (Egten et al., 2008). Marokkaans-Nederlandse ouders hebben wel behoefte aan opvoedingsondersteuning en staan ook open voor adviezen wat betreft het gedrag van hun kinderen. Niettemin maken ze minder gebruik van beschikbare opvoedingsondersteuning dan Nederlandse gezinnen. (Bekkema, 2007). Ze zijn bang dat als ze in de fysieke omgeving hulp zoeken, ze daarop worden aangekeken of dat hun opvoedstijl wordt afgekeurd door een opvoedkundige. Taal- en communicatieproblemen tussen de hulpverlener en de ouders en het kind spelen mogelijk een rol. Daarnaast kunnen culturele verschillen in de wijze waarop men gewend is problemen te uiten een verklaring vormen. Een andere verklaring is dat de afstand tot de hulpverlening zo groot is, dat het moeilijk is om migrantenkinderen, jongeren en hun ouders te motiveren gebruik te maken van vrijwillige vormen van hulpverlening. Ouders en hulpverleners spelen een rol in het herkennen van problemen en het zoeken ofwel bieden van hulp. In sommige culturen kan schaamte bij ouders een belangrijke reden zijn om geen hulp te zoeken. (Brief Diversiteit in het Jeugdbeleid, 2008). Marokkaans-Nederlandse ouders zijn bang dat als ze professionele hulp zoeken in hun fysieke omgeving, hun kind uit huis wordt geplaatst. Met name de meer traditionele Marokkaans-Nederlandse ouders in bijvoorbeeld Amsterdam West zien Jeugdzorg slechts als vijand die kinderen uit huis haalt (Parool, 2007). Marokkaans-Nederlandse ouders hebben behoefte aan opvoedingsondersteuning die aansluit op beide culturen. Programma’s rond opvoedingsondersteuning zijn meestal (onbewust en onbedoeld) ontwikkeld met autochtone gezinnen als doelgroep. Cultuurspecifieke programma’s hebben als toegevoegde waarde dat zij erkennen dat opvoedingsmethoden gebaseerd kunnen zijn op waarden die afwijken van de waarden van deelnemende ouders. Ook bieden zij ondersteuning aan ouders om met deze conflicterende waarden om te gaan (Bekkema, 2007).
Opvoedingsondersteuning via internet Van Egten et al. (2008) deed in samenwerking met het Sociaal Cultureel Planbureau onderzoek naar de gezinnen van de toekomst. Onderzocht werd onder andere of de opvoedingsondersteuning voldoende aansloot bij de behoeften van moderne ouders. Het bleek dat er veel behoefte is aan laagdrempelige informatie en deskundige hulp bij de opvoeding. Vooral informatiesites en contact via fora op het internet, het uitwisselen van ervaringen met andere ouders en laagdrempelige informatiepunten zijn vormen van opvoedingsondersteuning die goed aansluiten bij de wensen van ouders van nu. Het internet brengt verschillende nieuwe mogelijkheden. Wanneer mensen advies willen, zijn ze niet gebonden aan openingstijden, ze hoeven de deur niet uit en het contact kan anoniem zijn. Aan persoonlijk advies zal echter altijd behoefte blijven bestaan. Het internet moet in dit verband daarom eerder worden gezien als een aanvulling op - en niet als vervanging van de bestaande mogelijkheden. Voorlichting via het internet, oftewel online opvoedingsondersteuning, heeft de laatste jaren een steeds belangrijkere plaats ingenomen in het totale opvoedingsondersteunende aanbod (Belmans & Van Belle, 2003). Het gebruik van online opvoedingsondersteuning blijkt een positief effect te hebben en onzekerheid van ouders te verminderen. Wanneer de hulp anoniem wordt aangeboden, speelt schaamte bijvoorbeeld een veel minder grote rol. Bestaande opvoedsites weten MarokkaansNederlandse gezinnen echter ook niet te bereiken (Petermeijer, 2008), terwijl jonge Marokkaans- Nederlandse ouders juist heel actief zijn op internet.
Ik kom uit een gezin waar 8 kinderen zijn opgegroeid. Geen van ons heeft klappen gehad, geen van ons kreeg corrigerende tikken, en dat heeft ons geen vrijbrief gegeven er misbruik van te maken. Het was bij ons zeer zeker niet, “ik doe toch wat ik wil”, daarvoor hadden we teveel respect voor onze ouders. Die stok achter de deur is dan ook helemaal niet nodig, integendeel. Ik ben nu zelf moeder van een bijna 21 jarige zoon en ook hij heeft zijn jeugd doorlopen zonder slaag. Slaan is in mijn ogen dan ook ontzettend laag en geeft verkeerde signalen af naar het kind. Als je van mening bent dat slaan jegens volwassenen niet getolereerd mag worden, waarom dan wel tegenover kinderen. – Forumbezoeker Aicha
7
2 Doelstelling van het project Ouders van Marokkaans-Nederlandse afkomst hebben vragen over het opvoeden van hun kinderen of lopen tegen problemen aan. Zij blijven daar vaak mee rondlopen omdat zij hun zorgen niet kunnen, willen of durven delen. Deze groep ouders is in groten getale te vinden op het internet, waar opvoedingsproblematiek wel degelijk besproken wordt. Om deze reden is het project Opvoedmix.nl gestart. Doelstelling van het project was het aanbieden van laagdrempelige, preventieve, interculturele opvoedondersteuning via internet aan jonge Marokkaans-Nederlandse ouders. Subdoelen bij de projectdoelstelling waren: ◊
◊
◊
◊
8
Het signaleren en in kaart brengen van de bij de doelgroep bestaande opvoedvragen en -problemen en mogelijke oplossingen, om daarmee de face-to-face opvoedondersteuning beter aan te laten sluiten bij de doelgroep. Op efficiënte wijze meer ouders met opvoedvragen in een eerder stadium bereiken en helpen, en hen zonodig toeleiden naar aanvullende of andersoortige (face-to-face) opvoedingsondersteuning. Het verbeteren van het imago van professionele opvoedingsondersteuning en het verlagen van de drempel naar face-to-face contact met de Centra voor Jeugd en Gezin. Het stimuleren van Marokkaans-Nederlandse ouders om vrijwilligerswerk te doen dat past bij hun persoonlijke interesse en flexibel is in te passen in hun dagelijks leven. Marokkaanse Nederlanders zijn van alle bevolkingsgroepen degenen die het minst vrijwilligerswerk doen in Nederland (Dekker & De Hart, 2009). Eerder onderzoek van Van Daal (1994) geeft aan dat het probleem aan twee kanten zit: algemene organisaties stellen zich zelden uitnodigend op tegenover allochtonen en allochtonen zelf zijn nog niet vertrouwd met het Nederlandse fenomeen vrijwilligerswerk. Bij vrijwilligers groeit de vraag naar meer flexibele en pragmatische vormen van engagement, die heel duidelijk zijn omlijnd, zodat ze gemakkelijker in hun drukke en onregelmatige leven kunnen worden ingepast. (Dekker & De Hart 2009)
3 Opbouw van het project Opvoedmix.nl is uitgevoerd als een pilotproject met een looptijd van twee jaar (december 2009 t/m december 2011). Het doel was om een website te bouwen ten behoeve van online opvoedingsondersteuning en daarmee de eerste ervaringen op de te doen. De ambitie was om in het tweede jaar van het project een landelijke uitrol te realiseren, waardoor het project op structurele basis zou kunnen worden gecontinueerd. Er is veel aandacht geweest voor het opzetten van een projectorganisatie waarin zowel professionals als de doelgroep een prominente plaats hadden. Voordat er een website ontworpen en gebouwd kon worden, was het zaak partijen te betrekken die wilden samenwerken binnen het project, ter advisering en met het oog op de plannen in de uitvoeringsfase. Ook moest er worden nagedacht over zaken als PR, kwaliteitsbewaking en toetsing van hetgeen we ontwikkelden voor de doelgroep. Het project is verdeeld in een voorbereidende en een uitvoerende fase. In de voorbereidende fase is een vooronderzoek uitgevoerd, een projectorganisatie opgezet, zijn vrijwilligers geworven en verkennende gesprekken gevoerd met een aantal mogelijke samenwerkingspartners en geïnteresseerden in het land. Het lanceren van de website eind 2010 markeerde de start van de uitvoeringsfase. In deze fase is actief online opvoedingsondersteuning aan de doelgroep geboden.
9
4 Voorbereiding Betrokken partijen Stuurgroep Het project is op hoofdlijnen aangestuurd door een stuurgroep bestaande uit de directeuren van respectievelijk Stichting E-hulp.nl en Marokko Media, een senior beleidsmedewerker van GGD Flevoland en de voorzitter van het landelijk vCJG-deelnemersplatform. Gemeenten In de startfase van het project zijn verkennende gesprekken gevoerd met de gemeenten Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Amsterdam en Lelystad. Tijdens deze gesprekken is vastgesteld of de gemeenten zich in de geschetste problematiek herkenden, of zij de projectdoelen onderschreven en of zij een actieve bijdrage wilden leveren aan Opvoedmix.nl
De gemeenten waren zonder uitzondering enthousiast over het project. Het idee om vrijwilligers vanuit de doelgroep een brugfunctie te laten vervullen tussen ouders en professionele opvoedingsondersteuners sprak erg aan. Men was het erover eens dat dit naar verwachting de drempel naar het CJG zou verkleinen. Bovendien werd het op deze wijze (anoniem, via internet) advies en ondersteuning bieden aan Marokkaans-Nederlandse ouders beschouwd als een waardevolle manier om de interculturele vaardigheden van professionals te vergroten en de kennis van de behoeften en wensen van de doelgroep uit te breiden. Voor de gemeenten Amsterdam en Utrecht kwam het project te vroeg; zij waren nog te zeer gefocust op interne aangelegenheden waardoor er geen ruimte was om in te stappen in een dergelijk experiment. Met de gemeenten Den Haag, Rotterdam en Lelystad werd een kernteam geformeerd dat in de voorbereidende fase van het project adviseerde over de inhoud van de website en meedacht over de wijze waarop het project verder vorm moest krijgen.
10
Klankbordgroep van gebruikers Van meet af aan is de doelgroep bij de plannen betrokken. Wanneer je iets voor een specifieke doelgroep ontwikkelt, is het immers
noodzakelijk dat die doelgroep zich daar ook door aangesproken voelt. We hadden de ambitie een website te ontwikkelen waar de doelgroep zich werkelijk thuis voelt, met een ‘look en feel’ die bij hen past en met inhoud die hen interesseert. Juist omdat de doelgroep niet warm loopt voor bestaande initiatieven moest er iets worden ontwikkeld dat de doelgroep een ‘voor ons, door ons’ gevoel zou geven. Het forum van Marokko.nl is niet voor niets zo populair: men heeft het gevoel een ‘eigen’ plek op het internet te hebben, waar je praat met gelijkgestemden en waar je eigen onderwerpen aan mag dragen. Er is een klankbordgroep van geïnteresseerde MarokkaansNederlandse ouders gevormd, die geworven waren via Marokko.nl. We vroegen de klankbordgroep mee te denken en te adviseren over de content en de vormgeving van de website. In de uitvoeringsfase werd een aantal van deze ouders actief als vrijwilliger onder de titel ‘Opvoedmaatje’. Nederlands Jeugd Instituut (NJi) Via subsidiegever ZonMw is het project op de achtergrond ondersteund door het NJi. Het NJi leverde ons relevante achtergrondinformatie en literatuur en was een welkome sparringpartner en critical friend op inhoudelijk vlak.
Vooronderzoek Binnen het project zijn aannames gedaan over MarokkaansNederlandse ouders, hun opvoedingsvragen, de ervaren hoge drempel naar de CJG’s en de grote bereikbaarheid van de doelgroep via internet. We zagen dat er volop over opvoeden werd gesproken op het drukbezochte forum van de website www.marokko.nl, en dan met name binnen de rubriek ‘De wereld van de Marokkaanse vrouw’. Er werd een vooronderzoek uitgevoerd op het forum van Marokko.nl om meer zicht te krijgen op de opvoedthema’s waarover werd gesproken en om vast te stellen in hoeverre we in deze communicatie grond konden vinden voor de idee dat er bij de doelgroep een negatieve beeldvorming heerst met betrekking tot professionele opvoedingsondersteuning.
11
De doelstelling van Marokko Media is om urbanjongeren van vooral Marokkaans Nederlandse en Turks Nederlandse afkomst op het internet en in real-life te informeren, te amuseren en tot nadenken aan te zetten. Marokko.nl is sinds 2000 in de lucht. De interactie op Marokko.nl: ◊
◊
◊
◊
◊
50.000 unieke bezoekers per dag / 1.000.000 uniek per maand (bron: Google Analytics); In top 100 grootste sites in Nederland rond plaats 90 (bron: Alexa. com); 1.500 nieuwe discussies en 40.000 nieuwe reacties per dag (bron: Marokko.nl); 70 - 75% van de Marokkaans Nederlandse jongeren tot 35 jaar bezoekt Marokko.nl (bron: mediabereik onderzoek Motivaction); 60-65% van de bezoekers is vrouw.
Bij de beschrijving van het project zijn op basis van onderzoek, verhalen uit het werkveld en geluiden vanuit de doelgroep de volgende aannames gedaan:
12
◊
Het imago van de professionele opvoedingsdeskundige (CJG) is niet goed onder Marokkaans-Nederlandse ouders. • Deze ouders hebben geen duidelijk beeld bij de hulp en zorg die ze mogen verwachten van een deskundig hulpverlener. Daarbij komt binnen deze groep allochtone gezinnen relatief vaak een negatief beeld van de hulpverlener naar voren.
◊
Bestaande voorzieningen sluiten niet voldoende aan bij de vragen en behoeften van veel Marokkaans-Nederlandse gezinnen. • De CJG’s hebben nog te weinig Marokkaans-Nederlandse beroepskrachten in dienst. Sinds enige jaren heerst de opvatting dat opvoedsteun in het Nederlands geboden moet worden, zonder onderscheid naar taal en cultuur. Beheersing van de Nederlandse taal en kennis van de samenleving ziet het kabinet als wezenlijke voorwaarden om actief deel te kunnen nemen aan de samenleving (Integratienota, 2011). Dit beleid resulteert er mogelijk in dat Marokkaans-Nederlandse ouders zich onvoldoende
•
aangesproken voelen door de gegeven informatie, niet eens zozeer omdat zij de taal niet machtig zouden zijn, maar wel omdat de wijze waarop de informatie wordt gepresenteerd te ver af staat van hun belevingswereld. Uit onderzoek blijkt dat ouders van Marokkaans-Nederlandse afkomst signalen van negatieve beeldvorming, negatieve bejegening en zelfs uitsluiting ervaren. In een aantal onderzoeken melden ouders bijvoorbeeld discriminatie en pesten van hun kinderen (Pels e.a., 2009), hetgeen resulteert in gevoelens van angst, onmacht en opvoedingsonzekerheid.
◊
Marokkaans-Nederlandse ouders hebben naar verhouding veel vragen en twijfels over de steun aan, controle en toezicht op en communicatie met hun kinderen. De morele en religieuze opvoeding kan daarnaast een lastige en onzeker makende taak zijn.
◊
Marokkaans-Nederlandse ouders vinden het moeilijk om steun te vragen bij vrienden en kennissen en gaan ook niet naar officiële instanties.
Deze aannames zijn middels een vooronderzoek verder verkend en getoetst. Het vooronderzoek had verder tot doel in kaart te brengen welke opvoedgerelateerde thema’s Marokkaans-Nederlandse ouders online met elkaar bespreken en met welke vragen en problemen zij te maken hebben. Om het onderzoek breder te trekken, zijn ter vergelijk ook andere opvoedfora geraadpleegd. We hebben daarnaast een antwoord gezocht op de vraag wat de doelgroep aanspreekt in het gebruik van het forum. Analyse van content op Marokko.nl Het forum van Marokko.nl is onderverdeeld in zeven hoofdonderwerpen, die hun eigen verschillende rubrieken bevatten. Het forum ‘Yasmina’ is daar een van. Dit forum bestaat uit acht rubrieken. Op het forum is er een aparte rubriek genaamd ‘De wereld van de Marokkaanse vrouw’. Hier staan 72.435 pagina’s met verschillende thema’s over opvoeding. De belangrijkste thema’s zijn terug te vinden in Bijlage 1. We zagen de volgende thema’s, in willekeurige volgorde, het meest terugkomen: ◊ ◊ ◊
Kinderen en carrière; Taakverdeling opvoeding tussen man en vrouw; Kinderdagverblijf of oppas opa/oma;
13
◊ ◊ ◊
De rol van het geloof in de opvoeding; Gedragsproblemen en hoe hiermee om te gaan; Ervaringen met professionele instanties (met name consultatiebureau).
Andere websites met opvoedinformatie voor ouders De informatie over opvoeden die op andere websites wordt gegeven, is bijna niet gebaseerd op kinderen met een niet- westerse achtergrond. Een goed voorbeeld is oudersonline.nl. Daar kunnen ouders nuttige informatie vinden over opvoeden in algemene zin, maar onderwerpen als Islam en de Marokkaanse cultuur ontbreken. Helemaal geloofsneutraal is de website echter niet: geloof en levensbeschouwing worden vanuit christelijk oogpunt expliciet behandeld. We hebben op deze website geen forumdiscussies gevonden gevoerd door MarokkaansNederlandse ouders. Het forum van maroc.nl wordt geregeld door Marokkaanse Nederlanders bezocht, maar op dit forum worden voornamelijk wetenschappelijke (nieuws)artikelen omtrent opvoeding behandeld. Praktische opvoedvragen komen op deze website niet aan bod. Er wordt ook niet over opvoeden gediscussieerd door ouders. Resultaten en conclusie vooronderzoek Uit het onderzoek op Marokko.nl kwam vooral naar voren dat jonge ouders veel vragen aan lotgenoten stellen op het forum en dat er in de praktijk ook wel met ouders en buren over opvoeden wordt gesproken. Ouders beschouwen het vragenstellen op het forum als een gemakkelijke, snelle en betrouwbare manier om informatie te krijgen en men vindt de adviezen waardevol. Huisarts en consultatiebureau worden voornamelijk geraadpleegd bij medische of gezondheidsvragen. Ouders kloppen met opvoedingsvragen niet snel aan bij een CJG. Het consultatiebureau is bekend en wordt goed bezocht. Ouders lijken zich hier wel ‘gecontroleerd’ te voelen, zij adviseren elkaar ‘te vertellen wat ze (CJG professional) willen horen’ en vooral niet te veel waarde te hechten aan de adviezen die gegeven worden:
Ze liepen de hele tijd te zeuren dat een speen heel slecht is, nu krijgen mijn kinderen ‘stiekem’ voor het slapengaan een speen. – Forumbezoeker Nilu
14
Wallah illa...zegt ze ook tegen mij: geef je hem nog de speen? Ik zo: alleen net voor het slapen gaan en dan doe ik ‘m ‘s nachts uit. Terwijl ie er de hele dag mee liep. En nu is hij 1 jaar en 4 maanden en heeft ‘m zelf weggedaan en zelfs in de nacht gebruikt hij die niet meer. Dus ik weet zelf wel wanneer mijn kinderen iets nodig hebben. – Forumbezoeker Leila
Nooit te eerlijk zijn, je kind krijgt een etiket op en dat draagt hij dan voor altijd. Een vriendin van mij had problemen met haar kleuter. Moeilijk, eigenwijs kind was het. Mijn vriendin dacht ze krijgt hulp, maar nee. Ze zijn paar keer thuis geweest om te kijken hoe het kind thuis is. Ze heeft niks aan ze gehad. Maar in het dossier staat wel dat het kind nu al gedragsproblemen heeft. – Forumbezoeker Itata
In de baby- en dreumestijd weten de ouders het consultatiebureau – onderdeel van het CJG – nog goed te vinden. Het CJG is echter niet meer in beeld als het kind ouder is of wanneer er opvoedingsvragen of -problemen leven. Ouders zijn onbekend met het ondersteuningsaanbod van de CJG’s en er is in zijn algemeenheid sprake van veel wantrouwen met betrekking tot professionele instanties. De angst leeft bijvoorbeeld dat het CJG de vragen die ouders stellen bijhoudt in dossiers en deze informatie ongemerkt en zonder toestemming doorspeelt aan school en/of Bureau Jeugdzorg. In het vooronderzoek vonden we bewijs voor de aannames die we gemaakt hadden omtrent het slechte imago van het CJG en de hoge drempel die ouders ervaren om van het bestaande aanbod gebruik te maken. Tevens heeft het vooronderzoek een duidelijk overzicht opgeleverd van thema’s waar ouders online met elkaar over spreken. Deze inventarisatie heeft gediend als basis voor het ontwikkelen van content op Opvoedmix.nl. Een deel van de besproken onderwerpen is niet gerelateerd aan culturele achtergrond; Marokkaans-Nederlandse ouders en autochtone ouders hebben soortgelijke vragen en zorgen over de gezondheid en opvoeding van hun kinderen. Een aantal onderwerpen echter laat wel degelijk zien dat culturele achtergrond, opvoeding van de ouders zelf en geloofsovertuiging een rol spelen bij hoe er over opvoeden wordt gedacht.
15
5 Uitvoering Opvoedmaatjes Proactieve sleutelfiguren uit de eigen doelgroep zijn van onschatbare waarde voor een initiatief als Opvoedmix.nl. Zij zijn in staat laagdrempeligheid in de hand te werken. Zij zijn met de doelgroep bekend, bewegen zich daarbinnen, spreken de taal, kennen de cultuur en zijn daarom benaderbaar en vertrouwd. We zochten naar vrijwillige jonge ouders van MarokkaansNederlandse afkomst. Mensen die zelf een gezin hebben en duidelijke affiniteit, door opleiding of werkervaring, met het thema opvoeden. We vonden vier moeders en één vader die voldeden aan dit profiel en enthousiast waren om voor Opvoedmix.nl als vrijwilliger aan de slag te gaan. We noemden deze mensen ‘Opvoedmaatjes’, omdat zij naast het delen van ervaringen ook als online maatjes gingen fungeren. Zij zorgden ervoor dat de doelgroep zich thuis voelde op de site en boden een luisterend oor, ter aanvulling op de professionele opvoedingsondersteuning. Een Opvoedmaatje werd als rolmodel gezien omdat hij/ zij eigen ervaringen op de site deelde en in staat was om vragen van bezoekers te beantwoorden of door te verwijzen. Vanuit hun voorbeeldfunctie lieten zij aan bezoekers zien dat het goed is om vragen te stellen en ervaringen over opvoeden te delen. Tot slot werden de Opvoedmaatjes zowel offline als online ambassadeur van Opvoedmix.nl. Op een aparte pagina op de website werd van alle Opvoedmaatjes een persoonlijk profiel geplaatst. Doel hiervan was de Opvoedmaatjes meer ‘gezicht’ te geven, hetgeen de laagdrempeligheid om contact te zoeken verder vergrootte.
16
Opvoedmaatjes in hun uitvoerende rol De belangrijkste rol van de Opvoedmaatjes was die van beheerder van de website, aanjager van discussies over opvoeden en het fungeren als schakel tussen ouder en professionele opvoedingsondersteuning. Dit betekent dat we Opvoedmaatjes erin trainden alert te zijn op het moment waarop zij op bezoekers van de website moesten reageren en op hoe die reactie geformuleerd moest zijn. Dit gebeurde bijvoorbeeld wanneer een bezoeker een vraag stelde op het forum of op zoek was naar ervaringen van anderen.
De Opvoedmaatjes beheerden de website door de nieuw binnengekomen ervaringsverhalen en reacties daarop te modereren – de berichten werden voorafgaand aan plaatsing gescreend – en in te grijpen wanneer een forumdiscussie uit de hand dreigde te lopen of wanneer er onwaarheden over opvoeden werden vermeld. De Opvoedmaatjes plaatsten zelf ook ervaringsverhalen en columns en leverden input voor de statische content op de website. We droegen er zorg voor dat de Opvoedmaatjes zich zo objectief mogelijk opstelden. In hun rol van ervaringsdeskundige was het van belang om open en vrij hun eigen ervaringen te mogen delen, maar in hun hoedanigheid van rolmodel moesten zij aldoor bewust en zorgvuldig reageren op uitlatingen van ouders. Het geven van de eigen - genuanceerde - mening stond voorop, zolang die mening in lijn was met de visie van het CJG. Bij twijfel overlegden Opvoedmaatjes met de professionals van het CJG. De afspraak was dat Opvoedmaajtes bij inhoudelijke of complexe vragen één van de professionals zou benaderen om af te stemmen of om – met toestemming van de ouder – de vraag door te spelen. Opvoedmaatjes konden rechtstreeks met CJGprofessionals mailen of bellen.
Professionals van het CJG Twee gemeenten bleven ook in de uitvoeringsfase van het project betrokken: Rotterdam-Rijnmond en Lelystad. De CJG’s van deze gemeenten faciliteerden met uren vanuit de projectbegroting een aantal jeugdverpleegkundigen om mails van ouders te beantwoorden. De intentie was om de opvoeddeskundigen zoveel mogelijk van Marokkaans-Nederlandse afkomst te laten zijn. In de praktijk bleek dit in de pilotfase niet goed te realiseren. De poule van deskundigen bestond uit twee autochtone medewerkers, één medewerker van MarokkaansNederlandse afkomst en één medewerker van Braziliaans-Nederlandse afkomst. Het was de ambitie om op termijn meerdere gemeenten aan te trekken, waardoor het eenvoudiger zou worden om meer MarokkaansNederlandse medewerkers te betrekken. De professionals namen ter voorbereiding op hun werkzaamheden deel aan een training e-consult. In deze training was onder meer aandacht voor het omgaan met verschillen tussen face-to-face en online contact, de houding van de professional en de kwaliteit van de online adviezen. Er werd geoefend met het beantwoorden van hulpvragen via de mail, waarbij medewerkers leerden gebruik te maken van een voor e-consult ontwikkelde methodiek.
17
Een medewerker zei over de training: Het was wel een eyeopener hoe een mail bij een ander kan overkomen. – Jeugdverpleegkundige Touria, CJG Rotterdam Hilligersberg Een ander zei: Door de training ga je er anders en kritischer naar kijken. Een goede tip was bijvoorbeeld om een antwoord te schrijven, het even te laten liggen en dan pas terug te sturen. Ik heb de methodiek er nog vaak bij gepakt. – Sociaal jeugdverpleeg kundige Miranda, CJG Lelystad
Kennismaking en uitwisseling: de brug bouwen In het contact met de ouders vormden de Opvoedmaatjes de eerste schil. Door het inzetten van Opvoedmaatjes werd een informele plek gecreëerd waar andere Marokkaans-Nederlandse ouders, zonder schaamte (want anoniem) en zonder angst voor mogelijke gevolgen, open over hun vragen, problemen en valkuilen kunnen praten. Waar nodig moesten de Opvoedmaatjes zorgdragen voor een warme toeleiding naar de professionele opvoedingsondersteuning. De professionals vormden de tweede schil. Zij beantwoordden vragen die via e-mail gesteld worden, van ouders uit heel Nederland. Omdat de samenwerking en de beoogde korte lijnen tussen Opvoedmaatjes en de CJG zo’n belangrijke rol in het project speelde was het van belang om beide partijen kennis te laten maken en de Opvoedmaatjes bekend te maken met de pedagogische visie en dienstverlening van het CJG. Hiertoe is in samenwerking met het CJG Rotterdam-Rijnmond een korte training ontwikkeld die door een beleidsmedewerker van het CJG werd uitgevoerd. Tijdens de training bleek dat de Opvoedmaatjes en de CJG-professionals wat betreft pedagogische visie en aanpak in grote mate op één lijn zaten. Van cultuurverschillen was feitelijk niets te merken.
18
De website
De homepage van Opvoedmix.nl Statische content Bezoekers op Opvoedmix.nl kunnen informatie lezen over opvoeden. De informatie is ingedeeld naar leeftijd van het kind en loopt van het thema ‘Zwanger’ tot en met het thema ‘Puber’. Per thema is een uitrolmenu gemaakt met subthema’s. Voor deze content is gebruik gemaakt van de landelijke vCJG-database met informatie over opvoeden. Ook de indeling naar thema is overgenomen uit deze database. Dezelfde content wordt gebruikt op vele tientallen vCJG-websites en is gecontroleerd door onder andere het NJi. Interculturele accenten Een deel van de klankbordgroep heeft zich beziggehouden met het doorlezen en waar nodig aanvullen van deze basiscontent zodat die de
19
doelgroep Marokkaans-Nederlandse ouders meer zou aanspreken. Het ging dan voornamelijk om taalgebruik en het inzetten van specifieke voorbeelden. De aangepaste versie van de content werd vervolgens weer aan gemeenten voorgelegd, ter afstemming met gemeentelijk beleid. De aanpassingen waren niet inhoudelijk van aard, zodat de basiscontent in stand bleef. Uit een peiling van reacties onder de doelgroep bleek dat men tevreden was met de doorgevoerde aanpassingen. De ouders voelden zich veel meer aangesproken dan dat oorspronkelijk het geval was. Een voorbeeld van een uitbreiding van de content met cultuurspecifieke aanvullingen:
Baby
20
Gezondheid
Vaak voorkomende klachten
Koorts
Voorbeeld van een themapagina Korancitaten en aandacht voor cultuurspecifieke aspecten van de opvoeding Het gebruik van Korancitaten was een uitdrukkelijke wens van de klankbordgroep. Men gaf aan dat voor Marokkaans-Nederlandse ouders de Koran en bijbehorende religieuze geschriften een zo vanzelfsprekend geïntegreerde bron van informatie en advies vormen in het leven – dus ook binnen de opvoeding - dat verwijzing naar deze geschriften niet kon ontbreken. De klankbordgroep droeg diverse relevante Korancitaten aan, die de basiscontent ondersteunden. We toetsten deze citaten bij de doelgroep: vond men deze citaten van toepassing en, evenzo van belang, betrof het uitleg van de geschriften die gemeengoed zijn, waar veel mensen zich in kunnen vinden? Omdat zo duidelijk was dat het gebruik van Korancitaten inderdaad het effect zou hebben dat de doelgroep zich aangesproken voelt,
21
plaatsten we een aantal citaten in de basiscontent. We vermeldden daar telkens de bron bij en beperkten de citaten tot enkele zinnen. We zorgden ervoor dat de citaten passend waren binnen de context van de informatie. De doelgroep maakte expliciet duidelijk dat zij de Korancitaten beschouwde als een essentieel deel van de content. Zonder citaten zou de website onvoldoende op maat zijn.
Een voorbeeld van een Korancitaat in de tekst
22
Een andere manier om de basiscontent meer toe te snijden op de doelgroep was het plaatsen van informatie over cultuurspecifieke onderdelen van opvoeden. Een voorbeeld daarvan is het zoeken naar ‘the best of both worlds’ dat veel Marokkaans-Nederlandse ouders doen: zij zelf hebben een traditionele Marokkaanse opvoeding (met bijbehorende normen en waarden) genoten, maar willen het voor hun kinderen op een meer westerse manier doen, waarbij ze het goede uit
de eigen opvoeding proberen te behouden. Dit brengt de nodige vragen, onzekerheden en dilemma’s met zich mee. In de bestaande content was dit geen onderwerp, terwijl het voor de doelgroep om zeer wezenlijke kwesties gaat. Ook meer praktische thema’s, zoals besnijdenis en halal eten vroegen om een uitgebreide omschrijving. Deze nieuwe content werd ontwikkeld en ingebracht door de Opvoedmaatjes. Oorspronkelijk was het de bedoeling de bestaande en de nieuwe content te verweven en de uiteindelijke content in de verschillende rubrieken te plaatsen. Het doel was om zo een coherent geheel te ontwikkelen van overheidsinformatie met interculturele accenten. Toen de nieuwe content gereed was, gaven de bij het project betrokken gemeenten te kennen problemen te hebben met deze geïntegreerde oplossing. Er ontstond hierdoor discussie over de vraag of het überhaupt wel acceptabel was basiscontent aan te passen of weg te laten, ook al zou er geen sprake zijn van inhoudelijke wijzigingen. Dit speelde bijvoorbeeld bij thema’s als (homo)seksualiteit en abortus, waarover een deel van de doelgroep niet gewend was om openlijk te praten. In tegenstelling tot gemeentes als Urk en Staphorst –die ervoor kozen om dergelijke gevoelige thema’s niet op te nemen op hun gemeentelijke CJG-site - besloten we om die onderwerpen wel open te bespreken en aan te vullen met Korancitaten en cultuurspecifieke toevoegingen. De betrokken gemeenten waren voorstander van een content die zo veel als mogelijk aan zou sluiten bij de doelgroep, maar gaven tegelijkertijd aan dat overheidsinformatie ‘geloofsneutraal’ dient te zijn. De gemeenten stelden zich op het standpunt dat wanneer de basiscontent, (indirect) afkomstig van de overheid, zou worden aangevuld met Korancitaten, zij zich daar niet langer aan konden verbinden. De samenwerking met gemeenten was een cruciale factor voor het behalen van de projectdoelstellingen. Om tot een compromis te komen tussen de gemeenten en de doelgroep is vervolgens besloten een aparte rubriek ‘Islam en opvoeden’ in het leven te roepen. In deze rubriek is alle informatie geplaatst die te maken had met de rol van geloof binnen de opvoeding. De content voor de rubriek werd volledig door Opvoedmaatjes gegenereerd. Het betrof dus nieuwe content, niet afkomstig uit de landelijke database. Tenslotte werden op dringend verzoek van de gemeenten ook de door de doelgroep zo gewenste Korancitaten uit de basiscontent verwijderd en verplaatst naar de rubriek ‘Islam en opvoeden’. Op de website wordt in de inleiding van de rubriek expliciet beschreven hoe de content tot stand gekomen is en hoe deze zich verhoudt tot de overige content op de website. Het moest duidelijk worden voor de lezer dat het content betreft die door vrijwilligers uit de doelgroep
23
is ontwikkeld en dat het geen overheidsinformatie betreft. Hoewel een dergelijke prominente verantwoording voor een bezoeker van de website niet logisch is, was het voor de gemeenten een voorwaarde om te blijven participeren. Resultaat website Van oktober 2010 tot en met december 2011 trok Opvoedmix.nl meer dan 57.000 unieke bezoekers. Via banners op Marokko.nl en subsite Yasmina.nl werd PR gevoerd voor Opvoedmix.nl. In totaal werden de banners over de hele pilotperiode genomen ruim 21 miljoen keer getoond en werd er bijna 16.000 keer op de banners geklikt. Bezoekers kwamen meest binnen via Google (35%), gevolgd door het forum van marokko.nl (18%). Ook de op marokko.nl geplaatste banners van Opvoedmix.nl werden goed aangeklikt (7%).
De top-5 van de meestbezochte pagina’s ziet er als volgt uit:
Opvoedmix.nl 1 Islam en opvoeding 2 Puber
Relaties en seksualiteit
Homoseksualiteit
3 Zo-doe-ik-het 4 Puber 5 Baby-Dreumes Opvallend is de relevantie van de content die specifiek de rol van het geloof binnen de opvoeding omschrijft. De hoofdrubriek ‘Islam en Opvoeden’, met daarin informatie over opvoedingsthema’s gerelateerd aan geloof en culturele achtergrond, is de populairste pagina op de website. Ook het delen van ervaringen (lotgenotencontact) wordt hogelijk gewaardeerd: de pagina ‘zo doe ik het’ waar ouders ervaringsverhalen kunnen achterlaten en op elkaars verhalen kunnen reageren, staat op de derde plaats van meestbezochte pagina’s. De andere drie pagina’s in de top vijf bevatten informatie die afkomstig is uit de landelijke vCJG-database.
24
Forum Om de laagdrempeligheid en het door de doelgroep ervaren gevoel ‘voor ons, door ons’ te realiseren was het nodig om de doelgroep via de community van marokko.nl warm te maken voor de website. Dit is bereikt door het starten van een nieuwe forumrubriek (‘mama’s en papa’s’) op marokko.nl die zich uitsluitend richtte op opvoeden. Binnen deze forumrubriek werd door Opvoedmaatjes actief gepost over de op dat moment nog in ontwikkeling zijnde website Opvoedmix.nl. De forumrubriek ‘mama’s en papa’s’ is vervolgens ingelezen op de website Opvoedmix.nl. Bezoekers konden nu zowel vanaf Opvoedmix.nl als vanaf marokko.nl berichten posten binnen de forumrubriek (de forumrubriek was ‘gespiegeld’). Het kostte meer tijd dan verwacht om zodanig vertrouwen te wekken bij de doelgroep dat de rubriek succesvol van start kon gaan en we de doelgroep voldoende konden interesseren voor Opvoedmix.nl. Niet alle reacties waren direct positief:
Het eerste wat ik dacht, toen ik het zag, was: Marokkaanse vrouwen + bedenk iets over hun rug = subsidie. – forumbezoeker Bootje
Het al in ons vooronderzoek veronderstelde wantrouwen leek zich ook in dit geval direct af te tekenen. De Opvoedmaatjes hebben in deze beginfase een belangrijke rol gespeeld in het reageren op kritiek en het winnen van vertrouwen, door zeer actief te reageren op de discussies op het forum en mensen uit te nodigen een kijkje te nemen op Opvoedmix. nl alvorens te oordelen.
25
Het forum op Opvoedmix.nl Ervaringsverhalen Bezoekers van Opvoedmix.nl hadden de mogelijkheid om ervaringsverhalen over opvoeden te plaatsen en te reageren op de verhalen van anderen. Onder de noemer ‘Zo doe ik het’ hebben bezoekers en Opvoedmaatjes geschreven over hetgeen zij binnen de opvoeding tegenkomen. De ‘Zo doe ik het’-verhalen zijn naar thema ingedeeld. Er zijn 152 ervaringsverhalen (‘zo doe ik het’-verhalen) gepost door ouders en Opvoedmaatjes. Op deze verhalen is 280 keer gereageerd. Het grootste deel van het lotgenotencontact vond plaats binnen het forum.
26
Mailen met professionals De mogelijkheid je vraag anoniem op internet aan een deskundige te stellen, is gebruiksvriendelijk, veilig, vraaggericht en daardoor
laagdrempelig. De doelgroep van Opvoedmix.nl bevond zich al op internet en voerde daar levendige discussies over opvoeden. Het door de CJG’s online laten beantwoorden van anonieme vragen van Marokkaans-Nederlandse ouders was dan ook een logische keuze. Met het wantrouwen van de doelgroep in het achterhoofd hebben we getracht de laagdrempeligheid te vergroten door het CJG niet expliciet als afzender van de antwoorden te noemen op de homepage en op de pagina waar ouders een vraag kon stellen. Het CJG, en haar rol binnen het project, werd wel duidelijk genoemd in de Disclaimer en de Colofon van de website. In opdracht van de gemeenten, die zich meer wilden profileren richting de doelgroep, is in een later stadium een logo van het CJG op de homepage geplaatst. Of dit een positief of juist negatief effect heeft gehad op het aantal vragen dat via de website aan het CJG gesteld werd, is niet bekend. De Opvoedmaatjes hebben een actieve rol gespeeld bij het stimuleren van ouders om hun vraag aan een professional te stellen. Veelal gebeurde het dat een Opvoedmaatje zich mengde in een discussie op het forum en, wanneer dit relevant leek, wees op de mogelijkheid online een vraag te stellen. Een enkele keer had een Opvoedmaatje per mail één-op-één contact met een ouder. Wanneer het Opvoedmaatje inschatte dat professionele hulp gewenst was, werd de ouder verwezen naar de mogelijkheid van het online vragen stellen. De vaardigheid van Opvoedmaatjes dit te doen, is een continu punt van aandacht geweest. Ouders die een vraag wilden stellen, konden dit anoniem doen via een reactieformulier op de website. Er werd slechts gevraagd naar het onderwerp en de leeftijd van het kind. De vragen werden beantwoord vanaf het professionele e-mailadres van de individuele jeugdverpleegkundigen, voorzien van hun eigen digitale handtekening. Op die manier was voor de vraagsteller helder dat er gecommuniceerd werd met een CJG. De verpleegkundigen hanteerden een uniforme opening en afronding van de mailcontacten, zodat tevens duidelijk was dat er gereageerd werd vanuit het project Opvoedmix.nl. Via de mail werd oplossingsgerichte, kortdurende opvoedingsondersteuning geboden. In de meeste gevallen was eenmalig contact voldoende. Professionals van de aangesloten CJG’s hebben gedurende de pilotperiode 67 anonieme vragen van ouders ontvangen en beantwoord. In drie gevallen was het nodig om door te verwijzen. Er is verwezen naar een fysiek CJG, school en huisarts. 36 vragen gingen over zonen, 17 vragen over dochters. De islam gerelateerde vragen zijn door CJGprofessionals doorgestuurd aan de opvoedmaatjes, die deze hebben beantwoord. 27
28
Aard van de vraag
Aantal vragen
(Corrigeren van) lastig gedrag
26
Opvoeden en islam/tradities
9
Voeding
6
Huilen
5
Taalontwikkeling
2
Overig
19
6 Terugblik Politieke context Halverwege 2011 werden door de VVD-fractie in de gemeenteraad van Rotterdam vragen gesteld over Opvoedmix.nl en de rol van de gemeente binnen het project. De VVD-fractie stelde met haar vragen de rol van de gemeente aan de kaak: kan en mag een gemeente zich verbinden aan een website waarop religie zo prominent in beeld is? De fractie viel daarnaast over enkele passages, zoals ‘de vader wordt in de islam gezien als hoofd van het gezin, de directeur van het bedrijf’. Als losse passage, zonder context, inderdaad een zin waar je je wenkbrauwen bij kan fronsen, omdat het geen emancipatie bevorderende opmerking lijkt. Deze uitdrukking werd echter – binnen de context van de tekst - gebruikt om mannen aan te sporen meer verantwoordelijkheid te nemen in het huishouden en zich niet te onttrekken aan de opvoeding:
NB - naar aanleiding van de discussie is de overdrachtelijkheid van de uitspraak ‘directeur van het gezin’ verduidelijkt door het gebruik van aanhalingstekens en het toevoegen van het woord ‘zogezegd’.
29
30
Omdat het een project betrof dat gefinancierd werd door VWS en niet door Rotterdam, nam de Tweede Kamerfractie van de VVD het stokje over. En ook zij namen net als hun Rotterdamse collega’s niet de moeite navraag te doen bij Opvoedmix.nl zelf over doel en opzet van het project. Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van VWS verdedigde het project door de nadruk te leggen op de dilemma’s van migrantenouders. Voorts wees zij nog eens op de doelstelling van het ZonMw programma ‘Diversiteit in het Jeugdbeleid’ om migrantengezinnen beter te bereiken. Om zeker te zijn dat er geen religieuze activiteiten gesubsidieerd werden, werd ZonMw verzocht de content van Opvoedmix.nl goed onder de loep te nemen. Subsidiënten ZonMw en VSB-fonds voerden onderling overleg om een gezamenlijk standpunt over de content op Opvoedmix.nl te bepalen. De kern van de discussie werd de vraag, of het bij nader inzien toch geen website betrof waarvan het doel was ‘zieltjes te winnen’. Tegelijkertijd onderstreepten ZonMw en VSB-fonds het belang van aansluiten bij de doelgroep en dús het integreren van geloofsgerelateerde content op de website. De uitkomst van dit overleg was dat we in opdracht van de subsidiënten nogmaals alle teksten binnen de rubriek ‘Islam en opvoeden’ minutieus onder de loep namen. Wanneer verwordt ‘doelgroep bereiken’ tot evangeliseren? Valt het plaatsen van Korancitaten onder de noemer ‘zieltjes winnen’? Opvoedmix.nl gebruikt (zienswijzen uit) de Islam om aan te sluiten bij de belevingswereld van de doelgroep Marokkaans-Nederlandse ouders. De overtuiging daarbij is dat religie onlosmakelijk verbonden is met het denken en leven van deze doelgroep. Ook binnen de opvoeding van kinderen neemt religie logischerwijs een prominente plaats in. Opvoedmix.nl stelt zichzelf (mede) ten doel de tweede generatie ouders toe te rusten met opvoedkundige inzichten die zij zelf niet meegekregen hebben, omdat hun eigen ouders (eerste generatie) de opvoeding anders/traditioneler islamitisch benaderden. Daarom juist vonden we het belangrijk om een aantal van de ‘heikele’ onderwerpen, zoals de vraag hoe je je kind leert bidden, open en genuanceerd, maar wel vanuit modern westers oogpunt, te behandelen. Het zijn juist deze onderwerpen die binnen de doelgroep de meeste vragen en discussie oproepen, waarbij het algemene dilemma van ouders is: hoe geef ik mijn kind in de opvoeding het beste van twee culturen mee? Door het nadrukkelijk beschrijven van islamitische geloofsuitingen en geloofsbeleving als factor binnen de opvoeding van kinderen heeft Opvoedmix.nl - onbedoeld – veel stof doen opwaaien. Het geven van online opvoedingsondersteuning is het enige doel van de website.
Gegeven alle commotie is alles in het werk gesteld om dit doel zo krachtig en ondubbelzinnig mogelijk over het voetlicht te brengen. Dit heeft erin geresulteerd dat alle passages met betrekking tot religie zonder uitzondering een heldere en directe relatie hebben met opvoeden. Een relatie die niet alleen voor de doelgroep zelf duidelijk dient te zijn (bijv. een bepaald korancitaat waarin in overdrachtelijke zin advies gegeven wordt over een goede manier van opvoeden), maar, zo bleek, voornamelijk voor andere stakeholders, zoals politiek en subsidiënten. De vragen vanuit de Rotterdamse gemeenteraad en de Tweede Kamer hebben voor veel gedoe en negatieve energie bij de projectleden gezorgd. Het project lag tot aan de afronding onder een vergrootglas. Gemeenten twijfelden over deelname. Een van de subsidiënten stelde zelfs aanvullende voorwaarden voordat een toegezegde tweede tranche uitbetaald zou worden. Alle gevoerde overleggen en het doorvoeren van aanpassingen op de website heeft heel veel extra tijd gekost. Uren die we liever hadden besteed aan het doorontwikkelen van de inhoud, de kwaliteit van de online opvoedingsondersteuning, het aansturen van de vrijwilligers, de PR en het betrekken van meerdere gemeenten. Zodat er aan het einde van de pilotperiode een steviger fundament gelegd zou zijn waar we op voort konden bouwen.
Werken met vrijwilligers Eén van de omschreven projectdoelen was het stimuleren van Marokkaans-Nederlandse ouders om vrijwilligerswerk te doen dat past bij hun persoonlijke interesse en flexibel is in te passen in hun dagelijks leven. Het inzetten van vrijwilligers uit de eigen doelgroep was een essentieel onderdeel voor het succes van dit project. Zij waren betrokken en kenden de ins en outs van de doelgroep. De Opvoedmaatjes kijken positief terug op hun werkzaamheden. Eén van hen verwoordt het als volgt:
De meerwaarde die de opvoedmaatjes hebben gehad, is volgens mij de persoonlijke inbreng. Veel informatie over opvoeden is nogal theoretisch en is ook wel te vinden op andere sites. De verhalen en de aanwezigheid van de opvoedmaatjes is toch wel een brug. – Opvoedmaatje Zaineb 31
Aansturing vrijwilligers Het bleek nodig de vrijwilligers intensief aan te sturen. Zij waren betrokken, maar hadden drukke levens met gezin en baan. De vrijwilligers waren weinig zelfsturend en werden snel passief. Een Opvoedmaatje zegt hierover:
De eerste maanden ging het goed. Daarna werd dit steeds minder. Door werk en gezin, de situatie thuis. Op een gegeven moment was ik zo moe dat ik thuis niet meer achter de laptop kon zitten. Het vrijwillige karakter moet verdwijnen. Men moet medewerkers hiervoor aannemen, vind ik. – Opvoedmaatje Tarik
Betrokkenheid als motivatie Voor het welslagen van het project was het noodzakelijk om betrokken mensen uit de eigen doelgroep een prominente rol te geven. Het nut van het inzetten van de Opvoedmaatjes was dan ook evident. Het feit dat zij als vrijwilliger aan het project waren gekoppeld, bemoeilijkte echter de aansturing. De Opvoedmaatjes waren bereid hard te werken en haalden deze motivatie uit hun betrokkenheid bij het project. Dat werken vanuit betrokkenheid ook een keerzijde kan hebben, ontdekten we toen we compromissen moesten sluiten om de gemeenten binnenboord te houden. Hoewel we er energie in staken om de Opvoedmaatjes zo goed mogelijk te informeren over de stand van zaken binnen het project merkten we dat zij weinig begrip hadden voor de strategische keuzes die gemaakt moesten worden. De Opvoedmaatjes hadden andere opvattingen over de vraag wanneer het project geslaagd was, dan wij. De deelname van de gemeenten was voor hen van minder belang dan het gevoel te werken aan een project voor en door de doelgroep. Toen er aan dat gevoel noodgedwongen getornd werd, door bijvoorbeeld het verplaatsen en verwijderen van Koranteksten, nam de inzet van de Opvoedmaatjes algauw af. Ze zagen teksten die zij aanleverden niet integraal terug op de website en waren verbolgen over de discussie rond het gebruik van Korancitaten.
32
Conformeren aan een eenduidige werkwijze De rol, taken en verantwoordelijkheden van de Opvoedmaatjes waren helder beschreven en werden tijdens de vrijwilligersbijeenkomsten regelmatig in herinnering geroepen. Om subjectiviteit en ‘eigen invulling’ zoveel mogelijk te vermijden werden richtlijnen opgesteld voor de werkwijze van de Opvoedmaatjes, bijvoorbeeld met betrekking
tot het beantwoorden van vragen van ouders. De Opvoedmaatjes konden niet aldoor even goed met deze richtlijnen uit de voeten. Sommige vragen van ouders vonden zij lastig te beantwoorden. Het ging dan vaak over vragen rond geloof of traditie, die zij doorgestuurd hadden gekregen van het CJG. Het probleem zat er niet zozeer in dat de Opvoedmaatjes het ‘juiste’ antwoord niet konden geven, maar dit soort vragen werd te ‘persoonlijk’ gevonden om te beantwoorden. Met persoonlijk bedoelden Opvoedmaatjes dat zij genegen waren een eigen, subjectief antwoord te geven, vanuit hun eigen interpretatie van het geloof. Zij waren hier terughoudend in. Het gevolg was, dat dit soort vragen eigenlijk niet goed beantwoord konden worden. In een evaluatiegesprek zegt een Opvoedmaatje hierover:
De eerste vraag ging over een vrouw die erg praktiserend is en haar zoon mee naar de hadj/mekka wilt meenemen. Vond ik moeilijk om hier niet persoonlijk op te reageren. De tweede vraag was van een jonge vrouw met twee kinderen die aangeeft dat ze is vreemdgegaan en dat ze het haar man heeft verteld. Ik vond dat veel te persoonlijk en het ging ook erg diep. Je gaat uit van opvoedvragen die met het geloof te maken hebben maar dit zijn vragen waar ik niets mee kan. – Opvoedmaatje Tarik
Om deze reden is overwogen een imam aan Opvoedmix.nl te verbinden. De Opvoedmaatjes waren hier voorstander van. Voor de gemeenten echter was het inzetten van een imam problematisch. Bovendien werd ook duidelijk, dat verschillende imams verschillende uitleg geven aan geschriften. Er zijn vele stromingen binnen de Islam. Daardoor zou mogelijk de objectiviteit van de gegeven adviezen in het geding komen. Praktische implicaties Het werken met vrijwilligers leverde ook in praktische zin knelpunten op: het plannen van intervisiebijeenkomsten met de CJG’s bleek bijvoorbeeld erg lastig, omdat de Opvoedmaatjes betaalde banen hadden en alleen in de avonduren afspraken konden maken. Moeilijke privéomstandigheden hadden bovendien een directe weerslag op de inzet van de Opvoedmaatjes. Zij meldden zich dan bijvoorbeeld voor een periode af, hetgeen de voortgang van de werkzaamheden direct beïnvloedde. Al met al was het een kwetsbaar systeem. Terugkijkend zou het een
33
overweging zijn geweest een grotere poule van vrijwilligers in te zetten. Naar verwachting vormt de aansturing dan echter een nog grotere uitdaging.
Samenwerking met de CJG’s De professionals van de deelnemende CJG’s zijn zonder uitzondering positief over de ervaringen die zij met Opvoedmix.nl hebben opgedaan:
De hele visie achter het project vond ik goed. Het was leuk om te doen, ik was er trots op, ik promootte het erg binnen de gemeente. Ik had zo gehoopt dat deze pilot een structureel project zou worden. Dat is mijn enige teleurstelling. – Sociaal jeugdverpleegkundige Miranda, CJG Lelystad
Heel veel ouders die ergens mee zitten weten niet waar ze terecht kunnen of ze durven niet, die anonimiteit helpt. Ik vond het wel een heel goed project. Leuk om aan mee te doen. Ook in mijn normale werk verwees ik ouders door naar de website, dat was goed. Ik verwees zelfs autochtone ouders. – Jeugdverpleegkundige Maria, CJG Rotterdam Crooswijk
Bij face-to-face gesprekken met Marokkaans-Nederlandse ouders krijg ik in het algemeen te horen dat het wel goed gaat. De meeste ouders willen sociaal wenselijk antwoorden, men is voorzichtig. De emoties zie je wel in de mail, dat durven ouders blijkbaar meer. In een mail lees je wel de wanhoop en frustraties. Dat vond ik bijzonder. – Jeugdverpleegkundige Touria,CJG Rotterdam Hilligersberg
34
Nieuwe werkwijze Voor de professionals was het beantwoorden van vragen van ouders via de mail een nieuwe manier van werken. Dat was spannend:
In het begin was ik heel bang dat we per mail te weinig info zouden krijgen om een goed advies uit te brengen. Daar is in de training uitgebreid aandacht voor geweest. Het bleek dat die angst ongegrond was. Ik had voldoende info. – Sociaal jeugdverpleegkundige Miranda, CJG Lelystad
De professionals voelden zich in het algemeen competent om de vragen te beantwoorden. In sommige gevallen was intern overleg met collega’s nodig. Zoals beoogd betrof het in het merendeel van de gevallen eenmalige contacten. Heen en weer mailen werd niet expliciet ontmoedigd; ouders kregen de boodschap dat zij altijd nog een keer mochten mailen als dat nodig was. In de praktijk bleek deze behoefte niet te bestaan. Het anonieme karakter van het e-mailen maakte gericht verwijzen lastig. Een enkele keer liep men hier tegenaan. De ouder werd dan gevraagd of hij/zij bereid was de woonplaats bekend te maken, waarbij werd uitgelegd waarom dit van belang was. De enkele ouders die dit betrof gaven schijnbaar zonder terughoudendheid hun woonplaats op. De verpleegkundigen konden vervolgens via internet achterhalen naar welke lokale hulp zij moesten verwijzen. Daarnaast konden verpleegkundigen verwijzen naar andere websites voor online hulpverlening. In een paar gevallen werd een mail doorgestuurd aan een Opvoedmaatje. Het betrof dan vragen over religie. Deskundigheidsbevordering De mails werden zorgvuldig en volgens de getrainde methodiek beantwoord. De CJG’s beschouwden de ervaringen die men opdeed binnen het project als bijdrage aan het vergroten van de deskundigheid van medewerkers. Dit was een belangrijke reden om deel te nemen.
Gemiddeld was ik 30 minuten bezig met een mail. Ik besprak het ook met anderen, met het oog op deskundigheidsbevordering. Ik wilde mensen ook meekrijgen, draagvlak creëren voor e-consults. – Sociaal jeugdverpleegkundige Miranda, CJG Lelystad 35
De brugfunctie Hoewel Opvoedmaatjes en professionals van de CJG’s elkaar hadden leren kennen en aangemoedigd werden wanneer nodig of wenselijk contact te zoeken, kwam echte samenwerking maar moeilijk op gang. De professionals leken makkelijker contact te zoeken met de Opvoedmaatjes dan omgekeerd. Dit gebeurde vooral wanneer een ouder een geloofsgerelateerde vraag stelde. Omgekeerd viel op dat de Opvoedmaatjes, weliswaar incidenteel, contact hadden met ouders via de Persoonlijke Berichten service (individueel mailcontact) van het forum maar dat de ouders niet naar de CJG werden toegeleid. Volgens de Opvoedmaatjes kwam dat omdat zij zelf de vragen goed konden beantwoorden, of omdat het een ‘kwestie van persoonlijke aard’ betrof, zoals problemen in de relatiesfeer. Dergelijke zaken hebben uiteraard effect op de opvoeding van kinderen, echter de opvoeding was dan niet het initiële onderwerp van gesprek. De Opvoedmaatjes vervulden hun brugfunctie in die zin goed en succesvol, dat zij zich mengden in forumdiscussie en daar mensen uitnodigden om via Opvoedmix.nl anoniem een deskundige te raadplegen. Op die manier brachten ze contact met het CJG voor de doelgroep meer onder handbereik. Zij opereerden op dezelfde wijze in hun communicatie via de Persoonlijke Berichten en wanneer zij binnen hun eigen netwerk over Opvoedmix.nl vertelden. De CJG’s waren wat teleurgesteld over de mate waarin de Opvoedmaatjes contact met hen zochten. Men had verwacht dat er veel meer onderling contact zou zijn. Er is geprobeerd een intervisie-cyclus op te zetten, echter ontstond het praktische probleem dat de professionals alleen onder werktijd konden afspreken en de Opvoedmaatjes uitsluitend ’s avonds of in het weekend. De Opvoedmaatjes kwamen als groep wel regelmatig bijeen om uit te wisselen en de gang van zaken te bespreken. In deze bijeenkomsten werd door de begeleider telkens de nadruk gevestigd op het gewenste contact met het CJG, waarbij het belang hiervan voor beide partijen werd benadrukt. Tevens werd structurele aandacht besteed aan de houding van de Opvoedmaatjes en de vraag op welk moment er verwezen diende te worden (dat wil zeggen, de inschatting op welk moment of bij welk soort vraag advies van een deskundige noodzakelijk was). Om dit te formaliseren werden richtlijnen opgesteld.
Drempels verder verlagen
36
We hadden de verwachting dat er een groter aantal mails zou binnenkomen bij de CJG’s. De volgende mogelijke oorzaken kunnen het beperkte aantal contacten verklaren:
◊
Het was de bedoeling zoveel mogelijk CJG-medewerkers in te zetten die zelf van Marokkaans-Nederlandse afkomst waren. De meewerkende gemeenten bleken tot onze verbazing onvoldoende mensen van deze afkomst in dienst te hebben.
◊
Zowel de Opvoedmaatjes als de professionals van het CJG waren onvoldoende in beeld bij de doelgroep. Er was bij beide groepen bijvoorbeeld weerstand tegen het plaatsen van een pasfoto op de website. Van de Opvoedmaatjes stond wel een persoonlijke omschrijving op de website. We hebben de overtuiging dat, zeker wanneer zowel de Opvoedmaatjes als de professionals van Marokkaans-Nederlandse afkomst waren geweest, een uitnodigend profiel mét foto de laagdrempeligheid vergroot zou hebben.
◊
Er moest noodgedwongen veel tijd worden besteed aan het nuanceren van de beeldvorming rond het project en het aansturen van de Opvoedmaatjes . Het voeren van PR heeft daardoor minder aandacht gekregen dan bedoeld.
37
7 Borging
38
We vinden het van groot belang dat de inspanningen van de afgelopen twee jaar en de opgedane ervaringen een fundament vormen voor toekomstige doorontwikkeling van Opvoedmix.nl. We merken gelukkig dat we daar niet alleen in staan. Vanaf januari 2012 is het project volledig ondergebracht bij Marokko Media. De website www.opvoedmix.nl blijft vooralsnog in de lucht. De CJG’s zijn op dit moment niet meer betrokken bij de mailbeantwoording maar hebben aangegeven op de achtergrond mee te willen blijven denken over mogelijke ontwikkelrichtingen. Marokko Media formeert een team van freelance deskundigen vanuit de eigen doelgroep, op het vlak van opvoeding en pedagogiek, om anonieme vragen van ouders te kunnen blijven beantwoorden. Door de eerdere knelpunten rond de aansturing van Opvoedmaatjes is ervoor gekozen hen niet langer een sleutelpositie binnen het project te geven. Op dit moment worden de plannen voor de toekomst concreet uitgewerkt. Het idee is om de aan het project verbonden deskundigen face-to-face opvoedcursussen te laten geven op bijvoorbeeld basisscholen of bij de CJG’s. Ouders maken in een workshop ter plekke kennis met Opvoedmix.nl en leren de functionaliteiten van de website gebruiken. De bedoeling is om het materiaal voor de cursussen zoveel mogelijk in samenwerking met het CJG te ontwikkelen. De ouders werken door hun bijdragen uit de cursus mee aan het vergroten van de op Opvoedmix.nl beschikbare informatie en kennis rond opvoeden. Ouders versterken elkaar en profiteren van elkaars ervaringen. Er zullen filmpjes worden gemaakt, die tijdens de cursussen maar ook online te zien zijn, waarin voorbeelden worden nagespeeld van opvoedsituaties. De filmpjes laten ouders zien hoe zij dergelijke situaties zouden kunnen aanpakken. Uit eerdere projecten van Marokko Media blijkt dat filmmateriaal een effectieve manier is om voorlichting te geven, in het bijzonder geschikt voor een laagopgeleide doelgroep. Marokko Media is bezig een plan op te stellen rond het thema ‘mannen en opvoeding’. Er is contact gelegd met een aantal grote steden om hiervoor een project in te richten. Bekeken wordt op welke wijze het thema het beste gekoppeld kan worden aan Opvoedmix.nl. De doelstelling die Marokko Media voor ogen heeft is ouders te triggeren om meer bij de opvoeding van hun kinderen betrokken te zijn, zodanig dat de culturele achtergrond wordt gerespecteerd. Op de
website wordt jonge ouders geleerd om hun kinderen op te voeden met behoud van normen en waarden vanuit de culturele achtergrond, maar wel zodanig dat hun kinderen goed leren functioneren in de Nederlandse samenleving.
39
8 Nawoord
40
Het zoeken naar compromissen, het nuanceren van onze bedoelingen en het in gesprek vaststellen van grenzen liep als een rode draad door het project. We hebben enthousiasme bemerkt van gemeenten en vanuit de doelgroep maar stuitten ook op veel weerstand en onbegrip in het land: “waarom zou opvoedondersteuning voor Marokkaanse Nederlanders een andere vorm moeten krijgen?” “Dit project werkt segregatie in de hand.” “Onze opvoedingsondersteuning is er toch voor iedereen.” We zijn min of meer geslaagd in onze opzet. Uit de reacties van ouders en de aard van de opvoedvragen en -problemen die op of via Opvoedmix.nl zijn besproken concluderen we dat het gelukt is om hen beter te bereiken, op een manier die veilig en vertrouwd voelt. Het is niet gelukt om, zoals beoogd, het project landelijk uit te rollen door meerdere gemeenten te betrekken. Dit heeft erin geresulteerd dat er op dit moment via de website geen anonieme e-mailhulp meer wordt geboden door de CJG’s. Ondanks het enthousiasme van vele kanten bleek daadwerkelijk participeren voor gemeenten uiteindelijk een te lastige en onveilige stap, niet in de laatste plaats omdat na de pilotperiode de uren van medewerkers door de gemeenten zelf zouden moeten worden gefinancierd. Ergo, vanaf dat moment zouden gemeentegelden ondubbelzinnig aangewend moeten worden om anonieme online opvoedondersteuning te bieden aan een specifieke (migranten) doelgroep, die dan ook nog zou worden benaderd via een website die niet ‘geloofsneutraal’ was. Gemeenten durfden dit niet aan. Voor Rotterdam en Lelystad was een begrijpelijke voorwaarde voor continuering dat zich meer gemeenten zouden aansluiten. Als je iets aanbiedt dat gemaakt is voor de ‘gemiddelde Nederlander’ dan bereik je belangrijke subgroepen niet. Al is je aanbod nog zo goed. Het staat vast dat de doelgroep Marokkaans-Nederlandse ouders onvoldoende wordt bereikt door reguliere initiatieven. Niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd; vanuit dat denken zijn we gestart met Opvoedmix.nl. De bestaande informatie over opvoeden aanbieden op een manier die de doelgroep wél aanspreekt, waarbij ouders zich thuis voelen, die recht doet aan culturele en godsdienstige aspecten die binnen deze doelgroep zo integraal zijn verweven met de wijze waarop kinderen worden opgevoed. We wilden daarbij aansluiten, omdat we de overtuiging hebben dat je alleen dán mensen echt kunt bereiken.
Opvoeden is een moeilijke taak. De manier waarop onze eigen ouders het aanpakten geeft richting. Maar wat als die aanpak niet past in de context van je eigen leven? Dan heb je des te meer het advies en de steun van elkaar nodig, dan heb je het nodig samen te erkennen dat het zoeken is en je te herkennen in de situatie van mede-ouders. En wanneer je die steun niet in je eigen kring kunt vinden, dan zou de weg vrij moeten zijn om een deskundige te raadplegen waar je daadwerkelijk op af durft te stappen. Die vertrouwen wekt, omdat het iemand is die zich voldoende kan inleven in je culturele achtergrond, die begrijpt waar je angst en onzekerheid ligt en die je het gevoel kan geven dat hij of zij er is voor jóu. Alle initiatieven die bijdragen aan het openlijk durven delen van problemen, die het makkelijker maken voorbij schaamte en taboe te geraken en je als ouders kwetsbaar op te stellen verdienen aanmoediging en maatschappelijke steun. De kinderen van nu vormen samen onze toekomstige maatschappij, ongeacht hun afkomst of geloofsovertuiging. Laten we zo goed mogelijk voor ze zorgen.
41
Literatuur
42
◊
Bekkema, N (2007). Opvoedingsondersteuning aan allochtone gezinnen, TNO Kwaliteit van Leven.
◊
Belmans, H. & van Belle, K. (2003). Opvoedingsondersteuning online. Inventaris van websites en inhoudsanalyse van vragen van ouders. Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen.
◊
Daal, H. J. van (1994). De nieuwe vrijwilligers. Een onderzoek naar vrijwilligerswerk door allochtonen. Verwey-Jonker Instituut.
◊
Dekker, P & De Hart, J. (2009). Vrijwilligerswerk in meervoud. SCP
◊
Egten, C. van, Hoog, S., Nankoe, C., Petronia, E. & Zeijl, E. (2008). Opvoeding en opvoedingsondersteuning. Gezinnen van de toekomst. Den Haag: E-Quality/SCP.
◊
Ministerie Binnenlandse Zaken (2011). Integratienota.
◊
Ministerie Jeugd en Gezin (2008). Brief diversiteit in het jeugdbeleid.
◊
Parool (2007). Jeugdzorg Schakelt Imams in, 14 juli 2007.
◊
Pels, T. e.a. (2009). Opvoeding in de migratiecontext. Review van onderzoek naar de opvoeding in gezinnen van nieuwe Nederlanders. Verwey-Jonker Instituut.
◊
Petermeijer, S.C.M. (2008). Online Opvoedingsondersteuning. Een onderzoek naar de redenen van ouders om opvoedsites te bezoeken, de voorkeur voor bepaalde onderdelen en de beoordeling van dit soort websites. UvA.
Bijlage Een overzicht van de belangrijkste opvoedthema’s besproken op marokko.nl ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊
◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊
Zwangere vrouwen De bevalling (en erna) Baby en dreumes Allergieën en krampjes Peutertijd Basisschool en middelbare school Besnijdenis Nuttige tips voor kersverse moeders Borstvoeding Voeding Wanneer wel / niet aan gezinsuitbreiding beginnen Kinderen en carrière Kinderdagverblijf Gastouderopvang (ouders/familieleden) Taakverdeling tijdens de opvoeding tussen man en vrouw Rol van de vader Alleenstaande gezinnen Financiële middelen Cultuur en opvoeding (welke tradities nemen ze van de Marokkaanse cultuur over en welke van de Nederlandse cultuur) Hoe leer je kinderen spelenderwijs te bidden? Koranles Jonge meisjes en de hoofddoek Met je kind op vakantie Taal (voertaal thuis en op school) Kinderen die moeite hebben met spreken (logopedie) Gedragsproblemen Kindermishandeling Wat kinderen nodig hebben Groei en ontwikkeling Zindelijkheid Kinderen en spelen in huis Corrigerende tik, wel/niet slaan Kinderen en slaapproblemen Ervaringen met autoritair opvoeden Online hulp bij opvoeden Hulp van professionele instanties (hulpverlening) Wel of niet advies vragen aan de omgeving/vrienden en kennissen Consultatiebureau
43
Opvoedmix.nl Opvoeden doe je samen Initiatiefnemers Het project Opvoedmix.nl is ontwikkeld en uitgevoerd door Stichting E-hulp.nl (projectleiding) in nauwe samenwerking met Marokko Media. Financiering Opvoedmix.nl is gefinancierd door ZonMw en VSBfonds. Stichting E-hulp.nl en Marokko Media zetten daarnaast eigen middelen in. Website www.opvoedmix.nl is ontworpen door De Ruimte Ontwerpers en gebouwd door Leukeleu. De website is gelanceerd in het najaar van 2010. Auteur Myriam Limper Adviseur nieuwe media en online hulpverlening, stichting Ehulp.nl Eindredactie Frank Schalken Directeur stichting Ehulp.nl Vormgeving De Ruimte Ontwerpers Stichting E-hulp.nl Van Diemenstraat 88 1013 CN Amsterdam
[email protected] 020-6884981 Marokko Media Jan Evertsenstraat 727 1061 XZ Amsterdam
[email protected]
Maart 2012
44
ontwerp: de Ruimte ontwerpers
020-4489730