Ervaringen klanten met begeleiding 2015 IJMOND-GEMEENTEN
Januari 2016 I. Dooms BBA Projectnummer: 183081 Correspondentienummer: DH-2701-4768
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
INHOUD HOOFDSTUK 1
SAMENVATTING
1
HOOFDSTUK 2
INLEIDING EN WERKWIJZE
4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
2.1
Inleiding
4
2.2
Werkwijze
4
2.3
Respons
4
ACHTERGRONDGEGEVENS
6
3.1
Inleiding
6
3.2
Persoonskenmerken
6
3.3
Woon- en leefsituatie
7
3.4
Hoogst afgeronde opleiding
7
3.5
Type begeleiding en op welke wijze
8
3.6
Werksituatie/dagbesteding
8
3.7
Subjectieve beoordeling zelfredzaamheid en gezondheid
8
3.8
Conclusies
9
CONTACT MET DE GEMEENTE EN INFORMATIE VAN DE GEMEENTE
10
4.1
Het contact met de gemeente
10
4.2
De communicatie vanuit de gemeente
13
INDIVIDUELE BEGELEIDING
15
5.1
Inleiding
15
5.2
Algemene tevredenheid over de individuele begeleiding
15
5.3
Vormen van individuele begeleiding en de mate van (on)tevredenheid
16
5.4
Waardering en beoordeling van de individuele begeleiders
19
5.5
Suggesties voor het veranderen of verbeteren van individuele begeleiding
19
Conclusies
21
5.6
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 7
GROEPSBEGELEIDING 6.1
Inleiding
22
6.2
Inhoud groepsactiviteiten en beoordeling
22
6.3
Wat vindt u belangrijk aan de groepsactiviteiten?
22
6.4
Conclusies
23
HULP OF STEUN UIT DE OMGEVING
BIJLAGE 1
24
7.1
Ondersteuning door mantelzorger
24
7.2
De mogelijkheid om meer ondersteuning te vragen aan mensen uit de eigen omgeving
25
Conclusies
25
7.3 HOOFDSTUK 8
22
UITKOMSTEN VAN DE KWALITATIEVE INTERVIEWS
26
8.1
Inleiding
26
8.2
Bevindingen uit de mondelinge interviews
26
8.3
Uitkomsten Gemeente Beverwijk
26
8.4
Uitkomsten Gemeente Heemskerk
29
8.5
Uitkomsten Gemeente Velsen
32
RESULTATEN PER VRAAG, PER GEMEENTE
36
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 1 Samenvatting Met de decentralisatie van de functiebegeleiding van de AWBZ naar de Wmo heeft de gemeente er een groot aantal verschillende en soms nieuwe doelgroepen bij gekregen. De IJmond gemeenten hebben in het kader van de jaarlijks verplichte cliënttevredenheidsonderzoeken (horizontale verantwoording prestatiegegevens Wmo) besloten het tevredenheidsonderzoek in 2015 te richten op de mensen die begeleiding (individueel en/of groepsbegeleiding) en die vanaf 1 januari voor hun ondersteuning over zijn gegaan naar de gemeente. Er is een overgangsregeling die bepaalt dat cliënten met een indicatie voor begeleiding de zorg en ondersteuning blijven ontvangen tot het aflopen van de indicatie of tot 1 januari 2016. Het onderzoek geeft inzage in de ervaringen van cliënten met begeleiding en de toegang hiertoe. Zowel van de cliënten die in 2015 al een herindicatie hebben gehad door middel van een keukentafelgesprek als de cliënten die dit gesprek nog niet hebben gehad. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een schriftelijke vragenlijst die is gestuurd naar alle cliënten van 18 jaar en ouder met begeleiding. De schriftelijke vragenlijst was voor alle drie de gemeenten gelijk. Er zijn 1.090 personen aangeschreven voor deelname aan dit onderzoek. De respondenten hadden een week of drie om te reageren en er is een herinneringsbrief verstuurd. In totaal zijn er 475 ingevulde vragenlijsten terug ontvangen, waarvan 457 vragenlijsten bruikbaar waren omdat ze voldoende waren ingevuld. De respons komt daarmee op 42%. De specifieke respons in Beverwijk was 38%, in Heemskerk 50% en in Velsen 39%. Veel respondenten hebben hulp gehad bij het invullen van de vragenlijst. Dat is ook inherent aan de doelgroep waar zich onder andere mensen in bevinden met bijvoorbeeld gedragsproblemen, een verstandelijke beperking of psychische problemen. Het gegeven dat cliënten vaak geholpen zijn met het invullen van de vragenlijst door hun hulpverlener dient betrokken te worden bij de beoordeling van die hulp. Het kan zijn dat de gemiddelde waardering hierdoor hoger uitvalt dan wanneer de cliënt de vragenlijst alleen zonder hulp had ingevuld. In het rapport zijn de uitkomsten weergegeven van het totaal van de IJmond gemeenten. Op verzoek zijn van een aantal belangrijke onderwerpen uitsplitsingen opgenomen per gemeente. In de bijlage treft u de uitsplitsingen aan van alle vragen.
1/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Het merendeel van de respondenten valt in de leeftijdsgroep 25 tot en met 64 jaar (58,8%). Respondenten jonger dan 24 jaar vormen maar 6% van de respondenten. Van de respondenten is 51,3% man en 48,7% vrouw. De meesten staan buiten het arbeidsproces doordat ze arbeidsongeschikt, gepensioneerd of werkloos zijn. Het opleidingsniveau ligt overwegend op het niveau van de basisschool, lager en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en mavo. De meeste respondenten wonen zelfstandig en overwegend alleen wat van betekenis is voor de begeleiding die zij nodig hebben. De lichamelijke en geestelijke gezondheid worden bijna hetzelfde beoordeeld. Wel geeft een iets groter percentage van de respondenten aan dat de geestelijke gezondheid ‘slecht’ is. Men geeft de eigen zelfredzaamheid een gemiddeld cijfer van 5,5. Wat de toegang betreft zijn de respondenten over het algemeen (heel) tevreden over deze aspecten. Wat opvalt is dat wat betreft de overgang van de begeleiding naar de gemeente in zijn algemeenheid een groep van 36% zich hier ‘neutraal’ over uit laat In het onderzoek hebben 308 respondenten (69,1%) aangegeven individuele begeleiding te ontvangen. In het algemeen toont men zich zeer tevreden over de individuele begeleiding (91,4% van de respondenten is (zeer) tevreden). Daar tegenover staat een laag percentage cliënten dat (zeer) ontevreden is, namelijk 1,6%. De respondenten geven in grote meerderheid (95,4%) aan dat de begeleiders met aandacht naar hen luisteren. Ruim 90% zegt aan dat de begeleiders voldoende ondersteunen bij problemen of beperkingen. Ruim 86% zegt dat de begeleiders meestal of altijd genoeg tijd voor hen hebben. Op de vraag of de begeleiders ondersteunen bij het aanleren van nieuwe dingen of activiteiten zegt 68,5% meestal/altijd. De waardering voor de begeleiders is groot. Het gemiddelde rapportcijfer dat zij krijgen, is een 8,1. Veel respondenten geven aan dat een klik met de individuele begeleider heel belangrijk is. Ze hebben vertrouwen in de begeleider en voelen zich veilig door deze inzet. De begeleiding helpt ze bij het zelfstandig kunnen blijven wonen. De begeleider vormt voor velen een belangrijk (onmisbaar) vast aanspreekpunt en een steun in de rug. Hij/zij biedt structuur. De consequenties zouden groot zijn als ze de begeleiding zouden kwijtraken, ook voor de mantelzorger. 47% van de respondenten ontvangt groepsbegeleiding. Voor de meeste mensen zijn de activiteiten gericht op samen zijn en gezelligheid en creatieve activiteiten. De gemiddelde waardering voor groepsactiviteiten uitgedrukt in een rapportcijfer is 7,5.
2/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Een groot deel van de respondenten (41,6%) krijgt dagelijks hulp van een naaste. Bij 15,3% is dit wekelijks het geval. 24,7% zegt aan dat dit (bijna) nooit het geval is. Ze worden geholpen met uiteenlopende zaken waarbij het bieden van gezelschap, troost en afleiding, het helpen bij administratie en financiën en zorgen voor vervoer en begeleiding het meest voorkomen. Een aanzienlijk deel helpt ook bij het huishouden. Het merendeel van de respondenten (69,7%) zegt dat zij geen mogelijkheden zien om meer ondersteuning te vragen aan mensen in de eigen omgeving. De redenen die mensen opgeven waarom ze niet meer ondersteuning kunnen vragen aan hun netwerk zijn ook interessant vanuit de invalshoek van het veranderde beleid. Het meest genoemd is dat de omgeving al veel voor hen doet. Aanvullend op de kwantitatieve dataverzameling hebben de IJmond gemeenten gekozen voor 30 face-to-face interviews per gemeente, bij cliënten thuis. De gemeenten hebben ieder een lijstje aangeleverd met cliënten die begeleiding hebben en al een keukentafelgesprek hebben gehad. Met deze mensen zijn afspraken gepland door BMC Onderzoek. In de praktijk moest de komst van de interviewer regelmatig met de mantelzorger of de begeleider worden kortgesloten. In een aantal gevallen was die persoon later zelf ook aanwezig bij het huisbezoek. Gezien het aantal van 10 huisbezoeken per gemeente willen we opmerken dat dit onderdeel een impressie is van een relatief kleine groep mensen ten opzichte van de totale groep cliënten met begeleiding. De uitkomsten van dit gedeelte van het onderzoek zijn dus indicatief. In hoofdstuk 8 leest u de uitkomsten van de huisbezoeken.
3/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 2 Inleiding en werkwijze 2.1
Inleiding Met de decentralisatie van de functiebegeleiding van de AWBZ naar de Wmo heeft de gemeente er een groot aantal verschillende en soms nieuwe doelgroepen bij gekregen. De IJmond gemeenten hebben in het kader van de jaarlijks verplichte cliënttevredenheidsonderzoeken (horizontale verantwoording prestatiegegevens Wmo) besloten het tevredenheidsonderzoek in 2015 te richten op de mensen die begeleiding (individueel en/of groepsbegeleiding) hebben en die vanaf 1 januari voor hun ondersteuning over zijn gegaan naar de gemeente. Er is een overgangsregeling die bepaalt dat cliënten met een indicatie voor begeleiding de zorg en ondersteuning blijven ontvangen tot het aflopen van de indicatie of tot 1 januari 2016. Het onderzoek geeft inzage in de ervaringen van cliënten met begeleiding en de toegang hiertoe. Zowel van de cliënten die in 2015 al een herindicatie hebben gehad door middel van een keukentafelgesprek als de cliënten die dit gesprek nog niet hebben gehad.
2.2
Werkwijze Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een schriftelijke vragenlijst die is gestuurd naar alle cliënten van 18 jaar en ouder met begeleiding. De schriftelijke vragenlijst was voor alle drie de gemeenten gelijk. Er zijn 1.090 personen aangeschreven voor deelname aan dit onderzoek. Na een aantal weken is er een herinneringsbrief verstuurd. Aanvullend op de kwantitatieve dataverzameling hebben de IJmond gemeenten gekozen voor 30 face-to-face interviews bij cliënten thuis, tien per gemeente. De gemeenten hebben ieder een lijstje aangeleverd met cliënten die begeleiding hebben en al een keukentafelgesprek hebben gehad. Met deze mensen zijn afspraken gepland door BMC Onderzoek. In de praktijk is de komst van de interviewer regelmatig met de mantelzorger of de begeleider kortgesloten. In een aantal gevallen was die persoon later zelf ook aanwezig bij het huisbezoek. Gezien het aantal van 10 huisbezoeken per gemeente willen we opmerken dat dit onderdeel een impressie is van een relatief kleine groep mensen ten opzichte van de totale groep cliënten met begeleiding. De uitkomsten van dit gedeelte van het onderzoek zijn dus indicatief.
2.3
Respons In totaal zijn er 475 ingevulde vragenlijsten terug ontvangen, waarvan 457 vragenlijsten bruikbaar waren omdat ze voldoende waren ingevuld. De respons komt daarmee op 42%. De respons in Beverwijk was 38%, in Heemskerk 50% en in Velsen 39%.
4/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Veel respondenten hebben hulp gehad bij het invullen van de vragenlijst. Dat is ook inherent aan de doelgroep waar zich onder andere mensen in bevinden met bijvoorbeeld gedragsproblemen, een verstandelijke beperking of psychische problemen. Wie de cliënten heeft geholpen bij het invullen van de vragenlijst, ziet u in de volgende tabel. Tabel 1
Hoe is de vragenlijst ingevuld, alleen of met hulp? Aantal respondenten (N=440)
Percentage
Ik heb de vragenlijst ingevuld met behulp van mijn hulpverlener
133
30,2%
Ik heb de vragenlijst zelf, zonder hulp, ingevuld
132
30,0%
Ik heb de vragenlijst ingevuld met behulp van mijn partner, familie, buur, vriend(in)
89
20,2%
Mijn partner, familie, buur, vriend(in) heeft de vragenlijst in mijn plaats ingevuld
64
14,5%
Mijn hulpverlener heeft de vragenlijst in mijn plaats ingevuld
9
2,0%
Anders
9
2,0%
Ik heb de vragenlijst ingevuld met behulp van een vrijwilliger
4
0,9%
440
100%
TOTAAL
Het gegeven dat cliënten vaak geholpen zijn met het invullen van de vragenlijst door hun hulpverlener dient betrokken te worden bij de beoordeling van die hulp. Het kan zijn dat de gemiddelde waardering hierdoor hoger uitvalt dan wanneer de cliënt de vragenlijst alleen zonder hulp had ingevuld. In het rapport zijn de uitkomsten weergegeven van het totaal van de IJmond gemeenten. Op verzoek zijn van een aantal belangrijke onderwerpen uitsplitsingen opgenomen per gemeente. In de bijlage treft u de uitsplitsingen aan van alle vragen.
5/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 3 Achtergrondgegevens 3.1
Inleiding In dit hoofdstuk presenteren we de achtergrondgegevens van de respondenten die hebben deelgenomen aan de schriftelijke vragenlijst. Zo beschrijven we de leeftijdsopbouw en de sekseverdeling, de opleiding, de woon- en leefsituatie, alsmede de werksituatie/dagbesteding.
3.2
Persoonskenmerken Het merendeel van de respondenten valt in de leeftijdsgroep 25 tot en met 64 jaar (58,8%). 35,3% van de deelnemers aan het onderzoek is 65 jaar of ouder. Respondenten jonger dan 24 jaar vormen maar 6% van de respondenten. Tabel 2
De leeftijdsverdeling van de respondenten
18 t/m 24
6%
25 t/m 34
10,6%
35 t/m 44
14,8%
45 t/m 54
17,9%
55 t/m 64
15,5%
65 t/m 74
13,7%
75 t/m 84
13,9%
85 en ouder
7,7%
N
453
Van de respondenten is 51,3% man en 48,7% vrouw. Dat valt op aangezien in andere soortgelijke onderzoeken het merendeel van de respondenten vrouw is.
6/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
3.3
Woon- en leefsituatie Uit het onderzoek blijkt dat ruim de helft van de respondenten alleen woont. Bijna de helft woont samen met een partner, ouders of kinderen. De overige respondenten wonen in een zelfstandige woonvorm voor mensen met een beperking. Tabel 3
Hoe woont u?
Woonsituatie
Aantal (N=452)
Percentage
Ik woon alleen
230
50,9%
Ik woon samen met een partner
125
27,7%
Ik woon bij mijn ouder(s) of familie
43
9,5%
Ik woon samen met mijn kinderen
27
6%
Ik woon samen met partner en kinderen
21
4,6%
Ik woon zelfstandig in een woonvorm voor mensen met een beperking
6
1,3%
De woonsituatie is belangrijk voor het soort begeleiding dat nodig is. Alleenwonende mensen met een beperking of een aandoening waarvoor ze begeleiding krijgen, zullen vaker dan de anderen begeleiding krijgen bij ‘problemen oplossen en keuzes maken’, ‘administratie en/of financiën’ en ‘zelfstandig wonen’. 3.4
Hoogst afgeronde opleiding Een kwart van de respondenten heeft de basisschool als hoogst afgeronde opleiding opgegeven. Eveneens heeft (ruim) een kwart Vmbo/Lbo/Mavo afgemaakt. Bijna 10% heeft zijn of haar opleiding aan Hbo of Universiteit afgerond. Tabel 4
Opleidingsniveau respondenten met begeleiding Aantal Opleidingsniveau (N= 439) Basisonderwijs Vmbo/Lbo/Mavo Havo Vwo Mbo Hbo Universiteit Anders
7/48
108 123 14 7 65 32 7 83
Percentage 24,6% 28,0% 3,2% 1,6% 14,8% 7,3% 1,6% 18,9%
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
3.5
Type begeleiding en op welke wijze De meeste respondenten (69,1%) hebben aangegeven individuele begeleiding te krijgen. 47% krijgt groepsbegeleiding. 59,3% van de respondenten ontvangt de begeleiding in natura, 15% als persoonsgebonden budget (pgb) en 3,3% krijgt een combinatie van natura en pgb. 56,3% van de respondenten die groepsbegeleiding ontvangt, ontvangt ook individuele begeleiding. Dat is in Beverwijk 58%, in Heemskerk 52% en in Velsen 59%.
3.6
Werksituatie/dagbesteding De meeste respondenten staan buiten het arbeidsproces doordat zij arbeidsongeschikt zijn (37,1%), gepensioneerd (24,6%) of werkloos (7,7%). 17,5% heeft betaald werk in deeltijd of voltijd, een klein aandeel zit nog op school of volgt een opleiding. 18,9% typeert zichzelf als huisman of huisvrouw, 12,1% doet vrijwilligerswerk.
3.7
Subjectieve beoordeling zelfredzaamheid en gezondheid Het gemiddelde cijfer dat respondenten geven aan hun zelfredzaamheid is 5,5, een matige beoordeling. 31% van de respondenten geeft hun zelfraadzaamheid een cijfer 1, 2, 3 of 4. In onderstaande figuur ziet u de cijfers van de drie gemeenten uitgesplitst. Figuur 1
De mate waarin de cliënten zichzelf kunnen redden (rapportcijfer)
10,0 9,0
8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0
5,2
5,6
5,5
1,0 0,0 Beverwijk
Heemskerk
Velsen
De mate waarin u zichzelf kan redden
8/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Eveneens in het kader van de zelfredzaamheid hebben we de respondenten gevraagd hoe zij hun gezondheid beoordelen. Hieronder ziet u de resultaten waarbij we onderscheid gemaakt hebben tussen lichamelijke en geestelijke gezondheid. Tabel 5 Hoe zou u in het algemeen uw lichamelijke en geestelijke gezondheid noemen? Zelfbeoordeling lichamelijke en geestelijke gezondheid en financiële Slecht Matig Voldoende Goed Uitstekend redzaamheid Beoordeling lichamelijke gezondheid (N= 449) Beoordeling geestelijke gezondheid (N= 442)
12,5%
37,0%
24,9%
22,7%
2,9%
14,3%
35,1%
27,1%
21,5%
2,0%
Totaal gezien worden de lichamelijke gezondheid en de geestelijke gezondheid bijna hetzelfde beoordeeld. Wel geeft een iets groter percentage van de respondenten aan dat de geestelijke gezondheid slecht is. 3.8
Conclusies Het merendeel van de respondenten valt in de leeftijdsgroep 25 tot en met 64 jaar (58,8%). Respondenten jonger dan 24 jaar vormen maar 6% van de respondenten. Van de respondenten is 51,3% man en 48,7% vrouw. Dat valt op want in andere onderzoeken onder deze doelgroep is het merendeel van de respondenten vrouw. De meesten staan buiten het arbeidsproces doordat ze arbeidsongeschikt, gepensioneerd of werkloos zijn. Het opleidingsniveau ligt overwegend op het niveau van de basisschool, lager en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en mavo. De meeste respondenten wonen zelfstandig en overwegend alleen wat van betekenis is voor de begeleiding die zij nodig hebben. De lichamelijke en de geestelijke gezondheid worden bijna hetzelfde beoordeeld. Wel geeft een iets groter percentage van de respondenten aan dat de geestelijke gezondheid ‘slecht’ is. Men geeft de eigen zelfredzaamheid een gemiddeld cijfer van 5,5.
9/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 4 Contact met de gemeente en informatie van de gemeente In dit hoofdstuk komt het contact met de gemeente aan de orde en wat men vindt van de communicatie vanuit de gemeente. Gemeenten helpen burgers om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en te participeren, ondanks beperkingen. Daarbij wordt in gesprek met de burger eerst in beeld gebracht wat het probleem is en wat de mogelijkheden van de burger zijn om dit probleem zelf te verkleinen. Als dat niet voldoende is, wordt gekeken naar de mogelijkheden binnen het eigen netwerk, de informele hulp en algemene voorzieningen. Daarna komen de collectieve voorzieningen in beeld. Ten slotte wordt er gekeken naar een individuele voorziening. 4.1
Het contact met de gemeente 44,8% van de respondenten zegt een (keukentafel)gesprek te hebben gehad met de gemeente. 50,8% zegt van niet en 4,4% weet het niet. Van de cliënten die aangeven een gesprek te hebben gehad is gevraagd of daar iemand bij aanwezig was. De uitkomsten daarvan ziet u in onderstaande tabel. Tabel 6
Was er bij het (keukentafel) gesprek nog iemand anders aanwezig? Aantal
Percentage
Ja, een naaste (zoals partner, kind, ouder, vriend, mantelzorger)
71
37,4%
Ja, een cliëntondersteuner Ja, iemand anders Nee TOTAAL
60 39 20 190
31,6% 20,5% 10,5% 100%
In bijna 90% van de gevallen was er iemand anders bij het gesprek aanwezig en dit was in bijna 32% een cliëntondersteuner. Van degenen die gebruik van cliëntondersteuning hebben gemaakt zegt 91,2% daar (heel) tevreden over te zijn. 48,8% zegt bekend te zijn met cliëntondersteuning, 51,2% zegt er niet van op de hoogte te zijn dat men er gebruik van kan maken. In het onderzoek is de tevredenheid over de volgende aspecten van het gesprek uitgevraagd: het contact met degene van de gemeente met wie u het gesprek had; de manier waarop er naar u werd geluisterd; het resultaat van het gesprek; de overgang van uw begeleiding naar de gemeente in z’n algemeenheid.
10/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
De respondenten zijn over het algemeen (heel) tevreden over deze aspecten. Wat opvalt is dat wat betreft de overgang van de begeleiding naar de gemeente in zijn algemeenheid een groep van 36% zich hier ‘neutraal’ over uit laat. In de volgende drie figuren ziet u de uitkomsten van Beverwijk, Heemskerk en Velsen uitgesplitst1. Figuur 2
Beverwijk: de tevredenheid over het contact, luisteren, resultaat en overgang algemeen
Begeleidingovergang
Gespreksresultaat
Heel tevreden
1
8%
13%
Geluisterd
19%
Contact
17%
Tevreden
47%
40%
68%
0% 20% 40% Neutraal Ontevreden
3% 2%
16% 3% 0%
68%
68% 60% 80% Heel ontevreden
8% 5% 0%
14%0% 100%
Bij de vragen over de toegang is de N per gemeente te laag om echt betrouwbare uitspraken per gemeente
hierover te kunnen doen. De figuren per gemeente geven wel een beeld van hoe de toegang, per gemeente, gewaardeerd wordt.
11/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Figuur 3
Heemskerk: de tevredenheid over het contact, luisteren, resultaat en overgang algemeen
Begeleidingovergang
Gespreksresultaat
Geluisterd
Contact
Heel tevreden
Figuur 4
Tevreden
58%
31%
22%
57%
25%
16% 2% 3%
59%
22%
9% 5% 2%
52%
0% 20% 40% Neutraal Ontevreden
3% 0%
22% 3% 2% 60% 80% Heel ontevreden
100%
Velsen: de tevredenheid over het contact, luisteren, resultaat en overgang algemeen
Begeleidingovergang
Heel tevreden
12/48
8%
11%
38%
38%
6% 8%
Gespreksresultaat
23%
47%
19%
9%3%
Geluisterd
22%
47%
21%
8%1%
Contact
25%
43%
25%
7% 0%
Tevreden
0% 20% 40% Neutraal Ontevreden
60% 80% Heel ontevreden
100%
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
4.2
De communicatie vanuit de gemeente De IJmond gemeenten zijn benieuwd op welke manier de cliënten kennis hebben verzameld over de veranderingen in de begeleiding. 33,4% van het totaal zegt de kennis te hebben gehaald uit een persoonlijke brief die ze van de gemeente hebben ontvangen. 15% heeft informatie uit de krant en 3% via de website. Bijna de helft zegt op een andere manier aan informatie te zijn gekomen. In de volgende figuur ziet u een overzicht van hoe de mensen, per gemeente, hun kennis hebben vergaard. Figuur 5
Manier kennis vergaard, per gemeente
100,0%
80,0%
60,0%
40,0%
20,0%
0,0%
54%
39%
1% 6%
Beverwijk Op een andere wijze Via de lokale krant
44% 34% 20% Heemskerk
2%
50% 30%
5% 15%
Velsen Via een persoonlijke brief Via de website van de gemeente
Van het totaal van alle respondenten zegt 49,1% voldoende geïnformeerd te zijn door de gemeente over de veranderingen in de begeleiding. 8,1% typeert dit zelfs als ‘zeer goed’. Daarnaast zegt 42,8% niet goed genoeg geïnformeerd te worden. De stelling ‘de informatie van de gemeente in het kader van de begeleiding is over het algemeen duidelijk en begrijpelijk’ laat zien dat de grootste groep hier neutraal tegenover staat. Daarnaast is 26,9% het hier (helemaal) mee eens en 31,3% (helemaal) mee oneens.
13/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Tabel 7
Uitkomst stelling ‘de informatie van de gemeente in het kader van de begeleiding is over het algemeen duidelijk en begrijpelijk’
Helemaal mee eens Eens Neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens TOTAAL
14/48
Aantal
Percentage
13 104 182 86 50 435
3,0% 23,9% 41,8% 19,8% 11,5% 100%
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 5 Individuele begeleiding 5.1
Inleiding In het onderzoek hebben 308 respondenten (69,1%) aangegeven individuele begeleiding te ontvangen. In dit hoofdstuk komt aan bod wat ze vinden van de verschillende vormen van begeleiding, van wie ze de begeleiding krijgen, of de begeleiding aansluit bij wat ze nodig hebben, wat ze belangrijk vinden aan de begeleiding en wat verbeterpunten zijn.
5.2
Algemene tevredenheid over de individuele begeleiding In het algemeen toont men zich zeer tevreden over de individuele begeleiding. Figuur 6
Tevredenheid over de individuele begeleiding
100% 80% 60%
92%
40% 6% 20%
2%
0% Totaal Zeer tevreden/tevreden
Neutraal
Ontevreden/zeer ontevreden
92% van de respondenten is (zeer) tevreden over de individuele begeleiding. Daar tegenover staat een laag percentage cliënten dat (zeer) ontevreden is, namelijk 2%. In figuur 5 ziet u de uitsplitsing van de tevredenheid naar gemeente.
15/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Figuur 7
Tevredenheid over de individuele begeleiding, uitgesplitst naar gemeente
100% 80% 60%
95%
93%
88%
40% 20%
12% 3%
2%
0%
4%
3%
0% Beverwijk Zeer tevreden/tevreden
5.3
Heemskerk Neutraal
Velsen Ontevreden/zeer ontevreden
Vormen van individuele begeleiding en de mate van (on)tevredenheid Van de groep respondenten die individuele begeleiding ontvangt (N= 308), ontvangen de meeste respondenten begeleiding bij: het omgaan met de beperking (N=243); het maken van keuzes en het oplossen van problemen (N=228); structuur aanbrengen in het dagelijkse leven (N=216); het zelfstandig wonen (N=211); het omgaan met andere mensen (N=209); administratie of geldzaken (N=209). In de volgende tabel staat het totaal aantal ontvangers per type individuele begeleiding vermeld voor alle typen en de mate van (on)tevredenheid per type.
16/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Tabel 8
Aantal respondenten dat een bepaald type individuele begeleiding ontvangt en de mate van (on)tevredenheid (%)
Aantal respondenten/mate van (on)tevredenheid over begeleiding bij ….
Zeer tevreden/tevreden
Neutraal
Ontevreden/zeer ontevreden
Aantal
87% 66% 66% 72% 61% 80%
11% 24% 31% 23% 27% 16%
2% 10% 3% 5% 13% 3%
211 68 32 243 127 209
67%
24%
8%
132
66%
27%
7%
209
75%
19%
5%
216
59%
28%
13%
54
69%
28%
3%
179
48%
41%
10%
58
Het maken van keuzes en het oplossen van problemen
77%
18%
5%
228
Praktische zelfredzaamheid in en om het huis
76%
17%
7%
202
Zelfstandig wonen Het werk (jobcoaching) De opvoeding van kinderen Het omgaan met mijn beperking Het bewegen en verplaatsen Administratie en/of geldzaken Aanvragen van hulp, woningaanpassingen of hulpmiddelen Het omgaan met andere mensen Het structuur aanbrengen in het dagelijks leven/dagritme Revalidatie Het aanleren van (nieuwe) vaardigheden Mobiliteitstraining
De begeleidingsvorm die het hoogste aandeel (zeer) tevreden scoort, is ‘begeleiding bij het zelfstandig wonen’. Men uit zich minder positief over ‘begeleiding bij het bewegen of verplaatsen’ en ‘begeleiding bij revalidatie’. Verreweg de meeste mensen (61,7%) krijgen individuele begeleiding van iemand die hen door een organisatie is toegewezen. Daarnaast krijgt 15,3% begeleiding van een familielid door middel van een pgb. 80,5% is het (helemaal) eens met de stelling ‘de begeleiding die ik nu ontvang is precies wat ik nodig heb.’
17/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
De uitkomsten van deze vraag per gemeente ziet u hieronder. Figuur 8
De begeleiding die ik nu ontvang is precies wat ik nodig heb
100% 80% 60% 40%
79%
83%
80%
20% 11%
6%
18%
3%
14%
6%
0% Beverwijk Helemaal mee eens/mee eens
Heemskerk
Velsen
Neutraal
Mee oneens/helemaal mee oneens
In de vragenlijst konden de respondenten door middel van een open vraag aangeven wat ze belangrijk vinden aan de begeleiding. Veel respondenten geven aan dat een klik met de individuele begeleider heel belangrijk is. Ze hebben vertrouwen in de begeleider en voelen zich veilig door deze inzet. Het luisterend oor helpt enorm: ‘ik kan goed praten over van alles en nog wat’. De begeleiding helpt ze bij het zelfstandig kunnen blijven wonen, helpt bij het aanbrengen van structuur en vormt voor velen een belangrijk (onmisbaar) steuntje in de rug. Veel mensen geven aan geholpen te worden met praktische zaken zoals het op orde houden van de financiën/de administratie en het contact opnemen met instanties. Een aantal andere dingen die genoemd zijn: 'Ze komen met (nieuwe) ideeën waar ik wat aan heb.' ‘De begeleiding stelt mij in staat een zo zelfstandig en zo onafhankelijk leven te leiden ondanks mijn handicaps.’ ‘Bij geestelijke nood kan ik ze dag en nacht bereiken.’ ‘Mijn begeleider is vriendelijk, begripvol en respectvol.’ ‘Ze helpt mij bij het vinden van vrijwilligerswerk.’ ‘De begeleiding geeft mij structuur.’
18/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
‘Ik krijg ondersteuning op verschillende levensgebieden.’ ‘Met de begeleiding voel ik me veilig, prettig.’ ‘Ik voel me gehoord.’ ‘Ik heb 100% vertrouwen, is betrouwbaar, kan ik altijd benaderen als ik een probleem tegen kom, er worden mij ook nog vaardigheden aangeleerd.’ ‘Ik vind het belangrijk dat mijn begeleiders opkomen voor mijn belangen.’ ‘Dat ik met al mijn beperkingen (geestelijk en lichamelijk) een tevreden gevoel heb over de invulling van mijn dagbesteding.’ ‘Mijn begeleider is heel flexibel, altijd bereikbaar.’ ‘Ze geeft mij rust in het dagelijks leven.’ ‘Ze heeft kennis van mijn aandoening, dat is heel prettig.’ 5.4
Waardering en beoordeling van de individuele begeleiders De respondenten geven in grote meerderheid (95,4%) aan dat de begeleiders (altijd/meestal) met aandacht naar hen luisteren. Ruim 90% zegt dat de begeleiders voldoende ondersteunen bij problemen of beperkingen. Ruim 86% zegt dat de begeleiders meestal of altijd genoeg tijd voor hen hebben. Op de vraag of de begeleiders ondersteunen bij het aanleren van nieuwe dingen of activiteiten zegt 68,5% meestal/altijd. Tabel 9
Beoordeling van begeleiders
Beoordeling van begeleiders
Altijd
Meestal
Soms
Nooit
Ondersteunen de begeleiders u voldoende met uw problemen/beperkingen? (N=296)
165 (55,7%)
104 (35,1%)
23 (7,8%)
4 (1,4%)
Ondersteunen de begeleiders u bij het leren van nieuwe dingen of activiteiten? (N=283)
108 (38,2%)
86 (30,4%)
56 (19,8%)
33 (11,7%)
Luisteren de begeleiders met aandacht naar u? (N=301)
201 (66,8%)
86 (28,6%)
13 (4,3%)
1 (0,3%)
Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u? (N =303)
141 (46,5%)
122 (40,3%)
37 (12,2%)
3 (1%)
Het gemiddelde rapportcijfer dat de begeleiders krijgen is een 8,1. In Heemskerk is dat een 8,2, in Velsen een 8,1 en in Beverwijk een 7,8. 5.5
Suggesties voor het veranderen of verbeteren van individuele begeleiding Respondenten hadden de gelegenheid in de vragenlijst om in eigen woorden aan te geven wat ze zouden veranderen aan de individuele begeleiding als ze het voor het
19/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
zeggen hadden. Er zijn veel reacties op deze vraag gekomen, ook al was een veelvoorkomende opmerking: ‘nee niets veranderen’ of ‘ik zou het niet weten’. Andere veel gegeven antwoorden luiden ‘meer uren’ en ‘zelfde begeleider houden’. Veel mensen gebruikten deze ruimte om aan te geven dat de individuele begeleider belangrijk voor ze is en wat de consequenties kunnen zijn als ze de begeleiding kwijtraken. Ook consequenties voor de mantelzorger, want ook die wordt ontlast door de begeleiding. Een aantal andere punten die genoemd zijn: ‘Ik wil graag betere begeleiding op momenten dat ik ziek ben. Dat de begeleider dan bijvoorbeeld mee kan naar een bezoek aan de huisarts.’ ‘Waarom wordt mevrouw gekort in uren, ze wordt alleen maar slechter met haar 90 jaar.’ ‘Ik zou graag uitbreiding van de dagbesteding willen.’ ‘Ik krijg soms verschillende adviezen van verschillende begeleiders, dat vind ik niet handig.’ ‘Door inkrimping personeel worden stagiaires ingezet (onzeker, minder aandacht).’ ‘Het zou prettig zijn om na 18.00 een begeleider te kunnen bereiken.’ ‘Mijn moeder (mijn begeleider) zou wat meer steun moeten krijgen, zij staat er alleen voor.’ ‘Ze bieden een luisterend oor maar snelle actie laat daarna dan soms op zich wachten, daar hebben ze het te druk voor.’ ‘Ik ben op dit moment erg blij met mijn begeleiding en hoop dat dat in de toekomst zo blijft.’ ‘Er is een vast team medewerkers die een hecht team vormen. Ze zijn zeer accuraat, attent, tactvol, met gevoel voor humor en wat mij verbaast is dat je niet kunt merken dat ze onder druk werken.’ 'Ik heb bij de intake aangegeven vaste begeleiding in structurele vorm nodig te hebben omdat ik dankzij mijn problematiek slecht tegen verandering kan. Hier is veel minder van terechtgekomen dan toegezegd.’ ‘Af en toe wisselen van begeleider zodat ik weer nieuwe vaardigheden kan leren.’
20/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
5.6
Conclusies In het onderzoek hebben 308 respondenten (69,1%) aangegeven individuele begeleiding te ontvangen. In het algemeen toont men zich zeer tevreden over de individuele begeleiding (91,4% van de respondenten is (zeer) tevreden). Daar tegenover staat een laag percentage cliënten dat (zeer) ontevreden is, namelijk 1,6%. De respondenten geven in grote meerderheid (95,4%) aan dat de begeleiders met aandacht naar hen luisteren. Ruim 90% zegt dat de begeleiders voldoende ondersteunen bij problemen of beperkingen. Ruim 86% zegt dat de begeleiders meestal of altijd genoeg tijd voor hen hebben. Op de vraag of de begeleiders ondersteunen bij het aanleren van nieuwe dingen of activiteiten zegt 68,5% meestal/altijd. De waardering voor de begeleiders is groot. Het gemiddelde rapportcijfer dat zij krijgen, is een 8,1 Veel respondenten geven aan dat een klik met de individuele begeleider heel belangrijk is. Ze hebben vertrouwen in de begeleider en voelen zich veilig door deze inzet. Het luisterend oor helpt enorm: ‘ik kan goed praten over van alles en nog wat’. De begeleiding helpt ze bij het zelfstandig kunnen blijven wonen. Veel mensen geven aan geholpen te worden met praktische zaken zoals het op orde houden van de financiën/de administratie en het contact opnemen met instanties. De begeleider vormt voor velen een belangrijk (onmisbaar) vast aanspreekpunt en steun in de rug. Hij/zij biedt structuur. De consequenties zouden groot zijn als ze de begeleiding zouden kwijtraken, ook voor de mantelzorger.
21/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 6 Groepsbegeleiding 6.1
Inleiding In het onderzoek geven 208 respondenten (47%) aan gebruik te maken van groepsbegeleiding. In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de respondenten zoal doen tijdens de groepsbegeleiding, wat voor cijfer ze voor de groepsactiviteiten geven en wat ze belangrijk vinden aan de groepsactiviteiten.
6.2
Inhoud groepsactiviteiten en beoordeling De respondenten konden meerdere antwoorden geven op de vraag wat voor soort groepsactiviteiten ze doen. Voor de meeste respondenten zijn de groepsactiviteiten gericht op samen zijn en gezelligheid (37,1%) en op creatieve activiteiten (25,2%). Tabel 10
Aard van de activiteiten in groepsverband
Activiteiten voor samen zijn en gezelligheid Creatieve activiteiten Arbeidsmatige dagbesteding/werken Sport en cultuur Anders Scholing en training TOTAAL AANTAL KEREN GENOEMD
112 (37,1%) 76 (25,2%) 48 (15,9%) 31 (10,3%) 24 (7,9%) 11 (3,6%) 302 (100%)
De gemiddelde waardering voor groepsactiviteiten uitgedrukt in een rapportcijfer is 7,5. In Beverwijk geven de cliënten gemiddeld een 7,7, in Velsen een 7,5 en in Heemskerk een 7,3. 6.3
Wat vindt u belangrijk aan de groepsactiviteiten? In een open vraag is aan de respondenten gevraagd wat ze belangrijk vinden aan de groepsactiviteiten. Meerdere respondenten geven aan dat het ze een zinvolle dagbesteding biedt en dat ze de sociale contacten en de gezelligheid heel belangrijk vinden. De activiteiten bieden hen structuur en gezelligheid en lotgenotencontact is prettig. Een aantal andere punten die genoemd zijn: ‘Er is aandacht voor mij.’ ‘Ik kan zijn wie ik ben.’ ‘Het is het enige waar ik doorgaans naar uitkijk.’ ‘Het leren van nieuwe opdrachten met begeleiding en daarna zelfstandig uitvoeren.’ ‘Zonder dagbesteding ben ik bang dat ik in een isolement raak.’
22/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
‘Zonder groepsactiviteiten blijf ik de hele week binnen.’ ‘Je kunt daar jezelf zijn.’ ‘In werkritme komen.’ ‘Het geeft me steun en afleiding en weer zin in het leven. Er wacht weer iemand op me.’ ‘Omdat ik nu ook iets buiten de deur doe, heb ik ook wat leuks te vertellen als ik iemand spreek.’ ‘Ik kan mij ontwikkelen, ik leer ook van anderen.’ ‘Het biedt ook even ontspanning voor mijn man als ik weg ben.’ ‘Samen werken en ook samen eten is fijn.’ 6.4
Conclusies 47% van de respondenten ontvangt groepsbegeleiding. Voor de meeste mensen zijn de activiteiten gericht op samen zijn en gezelligheid en creatieve activiteiten. De gemiddelde waardering voor groepsactiviteiten uitgedrukt in een rapportcijfer is 7,5.
23/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 7 Hulp of steun uit de omgeving 7.1
Ondersteuning door mantelzorger Aan de respondenten is gevraagd of zij hulp ontvangen van een naaste. 41,6% zegt dat dit dagelijks het geval is. Bij 15,3% is dit wekelijks het geval, 18,1 % zegt soms hulp te ontvangen. 24,7% zegt dat dit (bijna) nooit het geval is. Vervolgens is aan degenen die hulp ontvangen, gevraagd waar ze hulp bij krijgen. Deze vraag is door 343 respondenten ingevuld. Het was mogelijk om meerdere antwoorden in te vullen. Tabel 11
Welke hulp krijgt u van degene die voor u zorgt? Aantal keren genoemd
Gezelschap, troost en afleiding Administratieve hulp Vervoer en begeleiding bij bezoeken Hulp bij het huishouden Aanvragen en regelen van voorzieningen Klaarmaken warme maaltijden
223 (14,7%) 199 (13,1%) 167 (11%) 162 (10,6%) 152 (10%) 134 (8,8%)
Structuur aanbrengen in het dagelijkse leven/dagritme
119 (7,8%)
Begeleiden bij het communiceren met anderen
92 (6%)
Begeleiden bij het omgaan met anderen
80 (5,3%)
Persoonlijke verzorging (wassen en aankleden)
73 (4,8%)
Verpleegkundige hulp Anders TOTAAL AANTAL KEREN GENOEMD
68 (4,5%) 53 (3,5%) 1522
De respondenten worden bij uiteenlopende bezigheden geholpen, zoals te zien is in bovenstaande tabel. Maar vooral bieden ze gezelschap, troost en afleiding, helpen ze bij administratie en financiën en zorgen ze voor vervoer en begeleiding. Een aanzienlijk deel helpt ook bij het huishouden. Hulp bij persoonlijke verzorging en het verrichten van verpleegkundige handelingen komen betrekkelijk weinig voor.
24/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
7.2
De mogelijkheid om meer ondersteuning te vragen aan mensen uit de eigen omgeving Het merendeel van de respondenten (69,7%) zegt dat zij geen mogelijkheden zien om meer ondersteuning te vragen aan mensen uit de eigen omgeving. Dit is een belangrijke bevinding omdat in het actuele beleid (Wmo 2015, 3D) steeds meer benadrukt wordt dat de eigen sociale omgeving een grotere rol moet gaan spelen. De redenen die mensen opgeven waarom ze niet meer ondersteuning kunnen vragen aan hun netwerk zijn ook interessant vanuit de invalshoek van het veranderde beleid. Het meest genoemd is dat de omgeving al veel voor hen doet. Dat komen we ook tegen in veel andere onderzoeken die BMC Onderzoek uitvoert. Het tweede argument dat door een groot deel van de respondenten (20,2%) wordt genoemd, is dat ‘men geen familie meer heeft, het contact met de familie is verloren of dat de familie te ver weg woont’. Dat de familie inspringt om te ondersteunen is dus zeker niet altijd aan de orde. Tabel 12
Meer ondersteuning vragen aan mensen uit de eigen omgeving is niet mogelijk omdat … Meer ondersteuning vragen kan niet Respondenten Percentage omdat
7.3
Mijn omgeving doet al zoveel als mogelijk
108
21,6%
Ik heb geen familie (meer) of ik heb geen contact met familie of die woont te ver weg
101
20,2%
Ik wil hulp krijgen van een professionele hulpverlener
62
12,4%
Mijn omgeving heeft zelf problemen Ik ken weinig mensen
65 64
13% 12,8%
Dat durf ik niet, want ik vind het moeilijk om regelmatig hulp te vragen
33
6,6%
Dat wil ik niet, want dan weet mijn omgeving wat er aan de hand is
27
5,4%
Anders
41
8,2%
Conclusies 41,6% van de respondenten krijgt dagelijks hulp van een naaste. Bij 15,3% is dit wekelijks het geval. 24,7% zegt dat dit (bijna) nooit het geval is. Ze worden geholpen met uiteenlopende zaken waarbij het bieden van gezelschap, troost en afleiding, het helpen bij administratie en financiën en zorgen voor vervoer en begeleiding het meest voorkomen. Een aanzienlijk deel helpt ook bij het huishouden. Het merendeel van de respondenten (69,7%) zegt dat zij geen mogelijkheden zien om meer ondersteuning te vragen aan mensen in de eigen omgeving. De redenen die mensen opgeven waarom ze niet meer ondersteuning kunnen vragen aan hun netwerk zijn ook interessant vanuit de invalshoek van het veranderde beleid. Het meest genoemd is dat de omgeving al veel voor hen doet.
25/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Hoofdstuk 8 Uitkomsten van de kwalitatieve interviews 8.1
Inleiding Aansluitend op de schriftelijke dataverzameling zijn in november 2015 face-to-face interviews afgenomen bij tien mensen per gemeente. Hieronder beschrijven we onze impressies van die gesprekken. De gemeente heeft lijsten met namen aangeleverd van cliënten die begeleiding hebben, zoveel mogelijk al een keukentafelgesprek hadden gehad en bereid waren om mee te werken aan een huisbezoek. In de praktijk is de komst van de interviewer regelmatig met de mantelzorger of de begeleider kortgesloten. In veel gevallen was die persoon later zelf ook aanwezig bij het huisbezoek.
8.2
Bevindingen uit de mondelinge interviews Tijdens de huisbezoeken stonden de volgende onderwerpen centraal: De woonsituatie Dag/weekbesteding Krijgen mensen hulp van een mantelzorger of vrijwilliger Hoe vond het gesprek met de gemeente plaats: telefonisch, thuis, bij de gemeente Wie waren bij het gesprek aanwezig Wat vond men van de medewerker die het gesprek met hen voerde Wat er aan het vraaggesprek tussen cliënt en de gemeente verbeterd kan worden De soort begeleiding waar gebruik van wordt gemaakt Wat betekent de begeleiding voor het dagelijks leven, waar helpt het bij Wat zouden gevolgen zijn de cliënt geen begeleiding zou ontvangen In het geval van individuele begeleiding: wat vindt men van de begeleider In het geval van groepsbegeleiding: wat doet de cliënt bij de groepsactiviteiten. Wat vindt men ervan, sluit het wel of niet aan op de wensen. (On)tevredenheid over de begeleiding. Wat gaat goed en wat kan beter. Uiteraard was er ook alle ruimte voor onderwerpen waar de cliënt zelf iets over kwijt wilde.
8.3
Uitkomsten Gemeente Beverwijk Achtergrondinformatie over de cliënten In Beverwijk is gesproken met vijf mannen en vijf vrouwen. Bij het maken van de afspraken voor de interviews is aangegeven dat er iemand bij het interview aanwezig kon zijn. Vier mensen voerden het gesprek uiteindelijk alleen, bij vier mensen was de begeleider aanwezig. In twee gevallen is het gesprek gevoerd met de zoon van de cliënt. De leeftijd lag tussen 47 en 90 jaar. Acht mensen wonen zelfstandig waarvan er drie begeleid wonen via RIBW. Twee mensen wonen samen met partner en/of kinderen. 26/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Van de mensen die met een partner en/of kinderen wonen, is de partner ook de mantelzorger. In één geval betreft het een man van 50 jaar met een hersenziekte. De zorg die op zijn vrouw en kinderen terecht komt is zwaar en emotioneel. Dat geldt ook voor een mantelzorger die zorgt voor zijn vader van 90 jaar die nog zelfstandig woont. Hij schetst de volgende situatie: ‘Mijn vader krijgt vier keer per dag hulp van de zorg (wassen, aankleden etc.). Eén keer per week komt er iemand voor huishoudelijke hulp en de rest doe ik met mijn vrouw. Eigenlijk ben ik om de dag bij hem. Je eigen leven verandert er door. De mensen van de zorg doen veel maar er gaan toch dingen mis. Ze leggen bijvoorbeeld schone kleren klaar maar die trekt hij niet aan en daar moet ik dan weer achteraan. Hij heeft het besef niet meer en belt gerust om 22.30 op om te melden dat de jam op is. Dat maakt het soms wel zwaar, er spelen emoties mee’. De andere mensen die zelfstandig wonen hebben mensen om op terug te kunnen vallen (sowieso ook de mensen die in RIBW project wonen) of hebben dat eigenlijk nog niet nodig. Contact met de gemeente In het schriftelijke onderzoek zegt 66% van de respondenten uit Beverwijk een (keukentafel)gesprek te hebben gehad met de gemeente. 30,9% zegt van niet en 3,1% weet het niet. Voor de huisbezoeken is geprobeerd alleen met mensen een afspraak te plannen die een huisbezoek hebben gehad en dat is gelukt. Bij iedereen heeft het keukentafelgesprek intussen plaatsgevonden. Bij zes personen was de begeleider bij het gesprek aanwezig, twee cliënten voerden het gesprek alleen en in twee gevallen heeft de mantelzorger het gesprek namens de cliënt gevoerd. Een mantelzorger vertelt: ‘Mijn vader was fysiek wel bij het gesprek aanwezig, maar geestelijk niet’ Vanuit de gemeente waren vaak twee personen aanwezig. In sommige gevallen snapte de cliënt niet goed waarom ze met z’n tweeën kwamen, dan was de rolverdeling niet duidelijk. ‘Er waren ineens twee mensen in plaats van één en dat was niet aangekondigd. Ik houd niet van onverwachte dingen, dus dat vond ik vervelend’. Men was erg tevreden over de consulenten die de (keuken) tafelgesprekken voerden. ‘Het was erg correct, ik voelde me serieus genomen. Ze was vriendelijk en vermeed ambtelijk jargon waardoor ik het goed kon volgen.
27/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Een dame kijkt de kat uit de boom: ‘De consulent komt vriendelijk over, maar je weet niet wat er achter zit. Ik vind dat er te makkelijk vanuit gegaan wordt dat je omgeving jou gaat helpen. Mijn begeleidster zat erbij ook om het sociale netwerk te duiden. Dat was fijn want de gemeente kent mij nog niet zo goed. Ik heb wel veel sociale contacten, maar die komen niet stofzuigen’. Als het gaat over de overgang van begeleiding naar de gemeente geeft in het schriftelijke onderzoek van de respondenten in Beverwijk aan dat 44% de kennis heeft gehaald uit een persoonlijke brief die ze van de gemeente hebben ontvangen. De geïnterviewde personen hebben intussen allemaal een gesprek gehad dus zijn op de hoogte van de veranderingen. Ze hebben in de meeste gevallen na afloop een brief gekregen met de afspraken daarin. Een mantelzorger laat zich kritisch uit over wat de overgang voor hun situatie betekende: ‘Na een heel lang traject hebben wij een indicatie van het CIZ gekregen. In april 2014 hoor je van CIZ dat je zorg hebt tot 2029 en in oktober 2014 krijg je een brief van de gemeente dat de hulp maar voor maximaal een jaar is. Dat was voor ons een klap in het gezicht. Je denkt dat je alles geregeld hebt en dan begin je weer van voor af aan. Het feit dat je niet zeker weet of je over een paar maanden nog zorg krijgt geeft stress. Je komt een situatie waar je als mantelzorger absoluut niet naar terug wil’. Begeleiding Zeven mensen krijgen individuele begeleiding en zijn daar erg tevreden over. In de vragenlijst van het schriftelijke onderzoek konden de respondenten door middel van een open vraag aangeven wat ze belangrijk vinden aan de begeleiding. Veel respondenten geven aan dat een klik met de individuele begeleider heel belangrijk is. Ze hebben vertrouwen in de begeleider en voelen zich veilig door deze inzet. Het luisterende oor helpt enorm: ‘ik kan goed praten over van alles en nog wat’. De begeleiding helpt ze bij het zelfstandig kunnen blijven wonen, helpt bij het aanbrengen van structuur en vormt voor velen een belangrijk (onmisbaar) steuntje in de rug. Veel mensen geven aan geholpen te worden met praktische zaken zoals het op orde houden van de financiën/de administratie en het contact opnemen met instanties. Een aantal andere dingen die genoemd zijn tijdens de interviews: ‘Ze sporen me aan, bijvoorbeeld dat ik echt moet gaan koken, niet altijd leuk maar wel nodig’. ‘Je bent gewoon blij dat ze komen, ik kan weer even mijn hart luchten’
28/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Drie respondenten hebben groepsbegeleiding en zitten daar goed op hun plek. Een meneer vertelt: ‘Naar de Smederij kan ik lopen. Wat ik er doe is leuk en er komen mensen uit verre landen, dat vind ik interessant. Met sommigen praat ik Engels’. ‘De dagbesteding voor mijn vader is fantastisch. Hij had aanvankelijk een enorme drempel om te gaan. Nu is hij ook enthousiast en hij gaat er trouw heen. Ook voor mij als zoon is het fantastisch. Er was namelijk een periode hij geen hulp kreeg en toen liepen wij de hele dag achter hem aan. Zijn structuur was weg, zijn dag- en nacht ritme was helemaal door de war en hij at niet goed’. De begeleiding is erg belangrijk voor de cliënten. Ze zouden het heel erg vinden als de begeleiding zou vervallen. Het biedt hen structuur, een steun in de rug en ook de emotionele steun wordt meerdere keren genoemd. Eén mevrouw geeft aan dat ze meteen in een depressie zou raken, ze is vaak erg in war en de begeleiding geeft haar rust. Een andere respondent zegt dat ze niet kan overzien wat er zou gebeuren als ze geen begeleiding heeft. Ze is snel angstig dus ze vindt het een hele vervelende gedachte dat er geen hulp meer zou zijn. Ook voor de mantelzorgers die gesproken zijn tijdens de huisbezoeken zou het heel erg vervelend zijn als de begeleiding weg valt. In dat geval zou er veel meer op hun schouders terecht komen terwijl ze zelf al veel hulp bieden. De mantelzorger die in de alinea hierboven aangeeft dat de dagbesteding voor zijn vader zo fijn is geeft aan dat het wegvallen van individuele begeleiding voor zijn vader een drama zou zijn. Deze zoon zou in dat geval zelf dagelijks bij zijn vader over de vloer moeten komen om alleen al te zorgen dat hij voldoende eet en niet de hele dag in bed ligt. De zorg te kunnen delen met een professional geeft hem veel lucht. 8.4
Uitkomsten Gemeente Heemskerk Achtergrondinformatie over de cliënten In Heemskerk is gesproken met zeven mannen en drie vrouwen. Bij het maken van de afspraken voor de interviews is aangegeven dat er iemand bij het interview aanwezig kon zijn. Vijf mensen voerden het gesprek uiteindelijk alleen, bij drie mensen was er iemand bij aanwezig; dit betrof in alle drie de gevallen de partner. In twee gevallen is er gesproken met de mantelzorger van de cliënt; dit betrof in beide gevallen de moeder van de cliënt. De ene cliënt (zoon, 26 jaar) was naar de arbeidsmatige dagbesteding op het moment van het interview, de andere cliënt (zoon, 50 jaar) wil ‘niks meer weten van dit soort dingen’ vanwege vele teleurstellingen dus hij was niet thuis.
29/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
De leeftijd lag tussen 26 en 65 jaar. Vijf mensen wonen alleen, drie met hun partner en twee met hun ouder(s). Van de mensen die met een partner en/of kinderen wonen, is de partner ook de mantelzorger. Van degenen die alleen wonen hebben twee personen iemand om op terug te vallen, namelijk hun kind(eren). De andere drie hebben weinig tot geen mensen op wie ze kunnen terugvallen. Bij één persoon komt dit doordat zijn familie in het buitenland woont. Twee van hen hebben individuele begeleiding, één van hen alleen groepsbegeleiding. Contact met de gemeente In het schriftelijke onderzoek zegt 46,4% van de respondenten uit Heemskerk een (keukentafel)gesprek te hebben gehad met de gemeente. 49,3% zegt van niet en 4,3% weet het niet. Voor de huisbezoeken is geprobeerd alleen met mensen een afspraak te plannen die een huisbezoek hebben gehad. Negen mensen bleken inderdaad een gesprek te hebben gehad. Vier mensen hebben dit (keuken)tafelgesprek alleen gevoerd. Vanuit de gemeente waren vaak twee personen aanwezig. In sommige gevallen snapte de cliënt niet goed waarom ze met z’n tweeën kwamen, dan was de rolverdeling niet duidelijk. Bij de andere vijf gesprekken was er iemand aanwezig, de mantelzorger of de begeleider. Over het algemeen zijn de cliënten allemaal tevreden over het gesprek; de consulenten werden als vriendelijk ervaren en namen de tijd. ‘Ik moet zeggen dat het allemaal heel vlot ging. Nog geen 2 weken later werd de HH gehonoreerd. En na 2 weken had ik het rapport binnen. En daar stond alles in wat we besproken hadden en dat het goedgekeurd was. Het was een goede weergave van het gesprek’. ‘Zakelijk maar prima om mee te praten. Mijn begeleider sprong in als ik het moeilijk had met bepaalde vragen. Het waren twee capabele mensen. Wisten goed waar ze het over hadden’. Als het gaat over de overgang van begeleiding naar de gemeente geeft in het schriftelijke onderzoek van de respondenten in Heemskerk aan dat 42,5% de kennis heeft gehaald uit een persoonlijke brief die ze van de gemeente hebben ontvangen. De negen personen die een gesprek hebben gehad hebben intussen al weet van de overgang. Ze hebben in de meeste gevallen na afloop een brief gekregen met de afspraken daarin. ‘Ik heb een brief gehad, het contact met de gemeente gaat heel netjes’. ‘Ik zag erg op tegen het keukentafelgesprek en ging er erg gespannen in omdat ik van veel mensen had gehoord dat ze geen hulp meer kregen. Maar het gesprek is
30/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
erg positief verlopen. De gemeente Heemskerk heeft het naar mijn beleving pico bello geregeld, het was een duidelijk en plezierig gesprek’. Begeleiding Vier respondenten hebben individuele begeleiding. Ze zijn daar erg tevreden over. In de vragenlijst van het schriftelijke onderzoek konden de respondenten door middel van een open vraag aangeven wat ze belangrijk vinden aan de begeleiding. Veel respondenten geven aan dat een klik met de individuele begeleider heel belangrijk is. Ze hebben vertrouwen in de begeleider en voelen zich veilig door deze inzet. Het luisterende oor helpt enorm: ‘ik kan goed praten over van alles en nog wat’. De begeleiding helpt ze bij het zelfstandig kunnen blijven wonen, helpt bij het aanbrengen van structuur en vormt voor velen een belangrijk (onmisbaar) steuntje in de rug. Veel mensen geven aan geholpen te worden met praktische zaken zoals het op orde houden van de financiën/de administratie en het contact opnemen met instanties. Een aantal andere dingen die genoemd zijn tijdens de interviews: ‘Ik heb het ontzettend getroffen. Er zijn drie verschillende begeleiders en met alle drie kan ik het ontzettend goed vinden. In het verleden wel iemand gehad waar het niet mee klikte maar met de dames die ik nu heb kan ik het ontzettend goed vinden. Ik noem ze altijd mijn ‘drie-eenheid’. Waarom het drie verschillende personen zijn? Dat is zo gegroeid, omdat ik extra uren kreeg kwam er een derde bij voor het wandelen. Ze hebben contact met elkaar en zitten op dezelfde golflengte’. ‘Het is belangrijk voor mij om iemand te hebben om op terug te kunnen vallen’ Zes mensen hebben groepsbegeleiding. Zij zitten goed op hun plek. Soms heeft het wat voeten in de aarde gehad om op de juiste plek terecht te komen, zoals te lezen is in het volgende voorbeeld: ‘Ik ben drie keer verplaatst. Op de eerste plek gingen medewerkers dingen vragen die lastig waren voor mij en waarvan ook in mijn dossier staat dat men daar niet naar moet vragen. Daar kon ik niet mee omgaan en toen heb ik een andere plek aangevraagd’. Een man doet industrieel werk, zoals het maken van pompen en vindt dit leuk. Het is op loopafstand, dus dat is erg prettig. Door flinke bezuinigingen zullen er vier locaties dicht moeten. Het is nog afwachten waar meneer terecht gaat komen. Hij wacht het rustig af. Een andere cliënt gaat naar een zorgboerderij. Zijn moeder had verwacht dat hij er meer zou leren zoals bijvoorbeeld hoe hij een kippenhok in elkaar zet maar dat gebeurt niet. Wel is ze er tevreden over de betrokkenheid. Als hij ziek is krijgt hij een kaart en met kerst is er een kerstpakket.
31/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
De begeleiding is erg belangrijk voor de cliënten. Ze zouden het heel erg vinden als de begeleiding zou vervallen. Het biedt hen structuur, een steun in de rug en het geeft rust. Eén meneer woog voorheen nog maar 48 kilo vanwege stress. Hij geeft aan dat de begeleiding hem rust heeft gebracht. Hij moet er niet aan denken dat hij er weer alleen voor komt te staan. Een andere respondent zegt dat het een grote bende zou worden in huis. De dagbesteding is voor de betrokkenen de manier om er echt ‘uit’ te zijn, ze zouden anders hele dagen binnen zitten en dus niet onder de mensen komen. Geen dagbesteding zou leiden tot een nog grote isolement. Het bezig zijn geeft voldoening en zorgt ervoor afleiding van de dagelijkse sleur. Specifieke behoeftes Ter afsluiting hebben twee mantelzorgers (twee moeders) nog een specifieke behoefte geuit. De ene moeder zoekt iemand die met haar zoon op pad wil of iets cultureels te ondernemen. De andere moeder vertelt dat ze nu met haar zoon op een tandem fietst maar dat dat niet ideaal is en ze op zoek is naar een beter alternatief. 8.5
Uitkomsten Gemeente Velsen Achtergrondinformatie over de cliënten In Velsen is gesproken met zes mannen en vier vrouwen. Bij het maken van de afspraken voor de interviews is aangegeven dat er iemand bij het interview aanwezig kon zijn. Zes mensen voerden het gesprek uiteindelijk alleen, bij vier mensen was er iemand bij aanwezig; dit betrof de begeleider (1 keer), de partner (2 keer) en de mantelzorger (1 keer). De leeftijd lag tussen 23 en 90 jaar. Zes mensen wonen alleen, vier met partner en/of kinderen. Van de mensen die met een partner en/of kinderen wonen, is de partner ook de mantelzorger. Degenen die alleen wonen hebben ongeveer de helft heeft hulp van een mantelzorger. Daarnaast is er hulp is de vorm van de individuele begeleiding. Van de mensen die alleen wonen, kunnen er twee terugvallen op hun omgeving (ouders/ dochter). Vooral de dochter doet veel voor haar vader, ze komt drie keer per week en doet de was/strijk, de boodschappen en de administratie. De andere twee hebben, behalve de begeleiding, weinig tot geen mensen op wie ze kunnen terugvallen. Een mevrouw zegt: ‘Nee, sociale relaties aangaan is voor mij een groot probleem’. Contact met de gemeente In het schriftelijke onderzoek zegt 34,4% van de respondenten uit Velsen een (keukentafel)gesprek te hebben gehad met de gemeente. 60,8% zegt van niet en 4,8% weet het niet. Voor de huisbezoeken is geprobeerd alleen met mensen een afspraak te plannen die een huisbezoek hebben gehad maar dat is helaas niet gelukt omdat er niet voldoende mensen voor beschikbaar waren.
32/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
In vijf gevallen heeft er een persoonlijk gesprek met de gemeente plaatsgevonden. In één geval heeft er een telefonisch gesprek plaatsgevonden waarbij gevraagd is of de situatie veranderd is en uitgelegd is dat begin 2016 een gesprek aan huis zal plaatsgevonden. Tot die datum is de indicatie verlengd en ontvangt de cliënt nog begeleiding. In drie andere gevallen heeft er geen gesprek plaatsgevonden. De cliënten verwachten dat dit gesprek snel zal plaatsvinden aangezien het al bijna eind 2015 is. Bij degenen waar een gesprek heeft plaatsgevonden is er in één geval de begeleider bij geweest, één keer de mantelzorger en één keer was er een expert bij, namelijk iemand van een Autismecentrum (het gesprek was vanuit hen geïnitieerd). Vanuit de gemeente waren vaak twee personen aanwezig. In sommige gevallen snapte de cliënt niet goed waarom ze met z’n tweeën kwamen, dan was de rolverdeling niet duidelijk. De vijf mensen die een gesprek thuis hebben gehad met een consulent kijken verschillend terug op deze ervaring. Over het algemeen vonden ze de consulent professioneel en geven ze aan dat er voldoende tijd werd genomen voor het gesprek. Een mantelzorger vertelt dat het gesprek met haar vader ineens op stel en sprong voor 1 oktober gevoerd moest worden. Zo werd het gesprek toch nog ingepland op 30 september terwijl dit haar eigenlijk helemaal niet uitkwam vanwege vakantieplannen. Zij hebben vervolgens (lees: november) nog niks terug gehoord van de gemeente. Begeleiding Van de tien respondenten hebben er zes individuele begeleiding. Voor een groot deel van de mensen betekent de begeleiding meteen een stuk ‘dagbesteding’. Ze kijken uit naar de komst van de begeleider. Heel veel meer hebben ze niet omhanden. Een dame met alleen individuele begeleiding is ook zoekende naar een dagbesteding en wil ook in aanmerking komen voor groepsactiviteiten. Dit moet wel echt aan bepaalde voorwaarden voldoen dus daar gaat ze het komende jaar met haar begeleider rustig naar op zoek. Een meneer doet eigenlijk vrij weinig, hij zou wel vrijwilligerswerk willen doen maar hij heeft moeite met sociale contacten, daar werkt hij aan. Een dame doet wel vrijwilligerswerk en zou dit best nog wel willen uitbouwen. Zij zegt het gevoel te hebben een beetje tussen wal en schip te vallen. Ze heeft MBO maar is niet in staat een reguliere baan te vervullen, dat zou teveel stress geven. Veel vormen van dagbesteding sluiten niet aan bij haar wensen aangezien ze daar te 'goed' voor is. Vrijwilligerswerk kan op zich prima maar ze is wispelturig en dingen worden haar snel teveel.
33/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Eén man heeft sinds kort weer een baan, een ander heeft de ambities weer een betaalde baan te vinden zodra hij zijn medicijnen heeft afgebouwd. Er heerst grote tevredenheid over de individuele begeleiding. In de vragenlijst van het schriftelijke onderzoek konden de respondenten door middel van een open vraag aangeven wat ze belangrijk vinden aan de begeleiding. De begeleiding helpt ze bij het zelfstandig kunnen blijven wonen, helpt bij het aanbrengen van structuur en vormt voor velen een belangrijk (onmisbaar) steuntje in de rug. Veel mensen geven aan geholpen te worden met praktische zaken zoals het op orde houden van de financiën/de administratie en het contact opnemen met instanties. Ook gaat de begeleider bijvoorbeeld mee naar ziekenhuisbezoeken. Wat ook opviel is dat mensen aangeven nieuwe vaardigheden te leren zodat ze in de toekomst meer zelf kunnen doen. Een aantal andere dingen die genoemd zijn tijdens de interviews: ‘We bespreken veel tijdens een wandeling, rondje hoe het gaat, sociale relaties. We nemen de administratie door, archiveren samen en ze helpt me met het plegen van bepaalde telefoontjes’ ‘Ik ben angstig als het gaat om de post en maak niks open. Daar wordt ik bij geholpen. Verder gaat mijn begeleider mee naar ziekenhuisbezoeken; zonder haar zou ik gewoon niet gaan. Eerst werd ik overigens steeds opgehaald en intussen ga ik af en toe zelf met de bus en trein, dat bouwen we langzaam op’ Vaste begeleiders/begeleiding is voor de cliënten erg belangrijk. Meestal kan dat ook wel worden geboden. Bij een enkeling is er nu 1 keer per maand een vaste begeleider en komt er de andere 3 keer een (wisselende) vervanger. Dat vindt hij niet prettig. Een dame heeft maar heel kort individuele begeleiding gehad. De begeleidster is vijf keer geweest en heeft geprobeerd meer structuur aan te brengen in het huishouden. Hierbij werd ook haar man betrokken. Ze vonden de start wel positief (aardige vrouw, goede wil) maar na een paar keer hadden ze het gevoel dit ook wel zelf te kunnen. Ze hebben de begeleiding daarop stopgezet. Er heeft geen evaluatie plaatsgevonden. Maar één respondent heeft groepsbegeleiding, twee dagen per week gaat hij naar Heliomare waar hij dingen maakt van hout voor in de tuin. Voor hem is het heel belangrijk voor de sociale contacten en gezelligheid (gezellig koffie met een koekje). Zijn verdere mogelijkheden zijn beperkt sinds zijn hersenbloeding 5 jaar geleden. Als hij weg is, heeft zijn vrouw even tijd voor zichzelf. Door de individuele begeleiding hoeft ze ook niet meer overal met hem mee naartoe. Als hij geen begeleiding zou hebben zou dat dus ook nogal wat consequenties hebben voor zijn vrouw. Bovendien lijkt het hem verschrikkelijk als hij niks meer om handen zou hebben.
34/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Wat duidelijk uit het onderzoek naar voren komt is dat de begeleiding dus ook heel belangrijk voor de mantelzorger, die vaak al veel doet voor de cliënt. Als de begeleiding zou wegvallen, zou er nog meer op de schouders van de mantelzorger terecht komen. Bovendien is het delen van de zorg met een professional heel prettig zodat de mantelzorger zelf weer meer de partner kan zijn in plaats van de verzorger. De cliënten zelf moeten er niet aan denken dat de begeleiding weg zou vallen. Het biedt hen structuur, een steun in de rug en het biedt ook emotionele steun. Een meneer geeft aan dat het een zooitje zou worden bij hem thuis, qua huishouden maar ook qua administratie. Een mevrouw zegt bang te zijn van de post en opent deze niet. Als de begeleider haar niet zou helpen zou ze binnen korte tijd in de problemen raken omdat niemand anders haar helpt. Een andere cliënt zegt dat zijn begeleiders hem helpen om niet opnieuw naar de drugs te grijpen. Als het gaat over de overgang van begeleiding naar de gemeente geeft in het schriftelijke onderzoek van de respondenten in Velsen aan dat 35,4% de kennis heeft gehaald uit een persoonlijke brief die ze van de gemeente hebben ontvangen. In de huisbezoeken zijn we één iemand tegen gekomen die zich deze brief herinnert. Bij de meeste respondenten leeft de overgang niet zo. Ze hebben er weinig van meegekregen. Pas als ze een gesprek krijgen gaat het leven. En degene die nog geen gesprek hebben gehad zijn er met name door dit onderzoek bewust van dat er dus op korte termijn wel iets moet gebeuren nu het bijna eind 2015 is.
35/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Bijlage 1 Resultaten per vraag, per gemeente Blok A: Achtergrondvragen Wat is uw leeftijd?
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
18 t/m 24
6,00%
9,20%
6,10%
3,50%
25 t/m 34
10,60%
10,20%
11,30%
9,90%
35 t/m 44
14,80%
13,30%
15,00%
15,50%
45 t/m 54
17,90%
14,30%
16,00%
23,20%
55 t/m 64
15,50%
11,20%
18,30%
14,10%
65 t/m 74
13,70%
20,40%
9,90%
14,80%
75 t/m 84
13,90%
11,20%
16,40%
12,00%
85 en ouder
7,70%
10,20%
7,00%
7,00%
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
Totaal Bent u man of vrouw?
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
Man
51,30%
51,70%
51,60%
50,80%
Vrouw
48,70%
48,30%
48,40%
49,20%
Totaal
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
36/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
50,9%
50,5%
44,9%
60,3%
27,7%
27,8%
32,7%
19,9%
4,6%
3,1%
6,5%
2,8%
6,0%
5,2%
5,1%
7,8%
9,5%
12,4%
8,9%
8,5%
1,3%
1,0%
1,9%
,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
24,6%
24,2%
21,9%
29,0%
Vmbo/lbo/mavo
28,0%
30,8%
27,1%
27,5%
Havo
3,2%
2,2%
4,3%
2,2%
Vwo
1,6%
2,2%
1,0%
2,2%
Mbo
14,8%
16,5%
14,8%
13,8%
Hbo
7,3%
3,3%
8,6%
8,0%
Universiteit
1,6%
0%
2,4%
1,4%
Anders
18,9%
20,9%
20,0%
15,9%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Hoe woont u? Ik woon alleen Ik woon samen met een partner Ik woon samen met partner en kinderen Ik woon samen met mijn kinderen Ik woon bij mijn ouder(s) of familie Ik woon zelfstandig in een woonvorm voor mensen met een beperking Totaal Hoogt genoten opleiding Basisschool
37/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
37,1%
35,1%
37,3%
38,2%
(Vervroegd) gepensioneerd
24,6%
26,6%
23,9%
24,3%
Huisman/huisvrouw
18,9%
19,1%
17,2%
21,3%
Vrijwilligerswerk
12,1%
6,4%
13,4%
14,0%
Betaald werk deeltijd (minder dan 36 uur)
9,8%
7,4%
12,0%
8,1%
Betaald werk voltijd (36 uur of meer)
7,7%
8,5%
7,7%
7,4%
Werkloos
7,7%
7,4%
7,7%
8,1%
Onbetaald werk (stage, werkervaringsplek)
5,9%
8,5%
4,8%
5,9%
Student/scholier
1,4%
1,1%
1,0%
2,2%
125,3%
120,2%
124,9%
129,4%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
59,3%
63,4%
57,1%
59,5%
budget
15,0%
10,8%
15,8%
16,8%
Combinatie
3,3%
4,3%
3,6%
2,3%
Weet ik niet
22,4%
21,5%
23,5%
21,4%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
49,5%
51%
48,4%
50%
49,4%
45,3%
52,4%
47,5
Werksituatie/dagbesteding2 (Gedeeltelijk) arbeidsongeschikt
Totaal Begeleiding in natura of pgb budget of als Begeleiding in natura combinatie? Persoonsgebonden
Omschrijving gezondheid Hoe beschrijft u uw gezondheid? - Lichamelijke gezondheid Hoe beschrijft u uw gezondheid? - Geestelijke gezondheid
2
Matig/slecht
Matig/slecht
Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Het totaal kan dus optellen tot meer dan 100%.
38/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Alles Beverwijk Velsen Heemskerk gemiddelde Welk cijfer geeft u aan de mate waarin u zichzelf kan redden?
5,5
5,2
5,5
5,6
Blok B: Contact met de gemeente Totaal Ja Heeft u in 2015 een Nee (keukentafel)gesprek gehad Weet ik niet met de gemeente? Totaal
Beverwijk Velsen Heemskerk
45,10%
66,00%
34,40%
46,40%
50,70%
30,90%
60,80%
49,30%
4,30%
3,10%
4,80%
4,30%
100,00% 100,00% 100,00%
100,00%
Totaal Beverwijk Velsen Heemskerk
(On)tevredenheid over…
Het contact met degene van de gemeente met wie u het gesprek had De manier waarop er naar u geluisterd werd Het resultaat van het gesprek De overgang van uw begeleiding naar de gemeente in zijn algemeenheid
39/48
(Heel) tevreden (Heel) tevreden (Heel) tevreden (Heel) tevreden
75,40%
85,80%
68,10%
73,50%
79,80%
87,10%
69,40%
84,40%
76,40%
80,60%
70%
79,30%
56,10%
54,90%
48,60%
66,20%
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
37,4%
29,3%
47,8%
33,3%
31,6%
31,0%
31,9%
31,7%
20,9%
29,3%
10,1%
25,0%
Nee
10,2%
10,3%
10,1%
10,0%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
48,7%
57,1%
37,5%
53,1%
Nee
51,3%
42,9%
62,5%
46,9%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tevreden over cliëntondersteuning Heel tevreden
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
32,3%
31,3%
36,4%
26,3%
Tevreden
52,7%
68,8%
50,0%
63,2%
Neutraal
12,9%
0%
13,6%
5,3%
Ontevreden
1,1%
0%
0%
0%
Heel ontevreden
1,1%
0%
0%
5,3%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
17,9%
24,1%
16,9%
13,1%
Ja, ik ontvang nu meer begeleiding
16,8%
20,7%
21,1%
8,2%
Ja, ik ontvang nu andere begeleiding
5,8%
3,4%
8,5%
4,9%
Nee, mijn begeleiding is hetzelfde gebleven
45,3%
39,7%
32,4%
65,6%
Weet ik niet
14,2%
12,1%
21,1%
8,2%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Iemand anders aanwezig bij gesprek? Ja, een naaste (zoals partner, kind, ouder, vriend, mantelzorger) Ja, een cliëntondersteuner (iemand die u helpt uw weg te vinden, zoals MEE of Socius) Ja, iemand anders
Bekend met cliëntondersteuning? Ja
Totaal Verandering begeleiding? Ja, ik ontvang nu minder begeleiding
40/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Blok C: Informatie van de gemeente Hoe kennis verzameld over de veranderingen in de begeleiding?3 Op een andere wijze
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
57,9%
61,9%
58,6%
54,5%
Via een persoonlijke brief
39,4%
44,0%
35,4%
42,5%
Via de lokale krant
17,5%
7,1%
17,2%
24,6%
Via de website van de gemeente
3,6%
1,2%
5,6%
2,2%
118,5%
114,3%
116,7%
123,9%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
7,8%
7,9%
5,0%
12,1%
Ik word voldoende geïnformeerd
49,3%
57,3%
45,8%
49,2%
Ik word niet goed genoeg geïnformeerd
42,9%
34,8%
49,3%
38,6%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
3,0%
2,2%
2,5%
4,4%
Eens
24,1%
32,6%
20,0%
24,3%
Neutraal
41,4%
45,7%
37,0%
44,9%
Mee oneens
19,9%
13,0%
27,0%
14,0%
Helemaal mee oneens
11,7%
6,5%
13,5%
12,5%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Totaal Goed geïnformeerd door de gemeente over de veranderingen in de begeleiding? Ik word erg goed geïnformeerd
Stelling: ‘De informatie van de gemeente in het kader van de begeleiding is over het algemeen duidelijk en begrijpelijk’ Helemaal mee eens
3
Totaal
Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Het totaal kan dus optellen tot meer dan 100%.
41/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Blok D: Individuele begeleiding Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
69,1%
69,5%
69,4%
68,3%
Nee
30,9%
30,5%
30,6%
31,7%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
37,3%
28,1%
42,6%
35,8%
Tevreden
54,6%
67,2%
50,0%
52,6%
Neutraal
6,1%
3,1%
3,7%
11,6%
Ontevreden
1,4%
0%
2,9%
0%
Zeer ontevreden
0,3%
1,6%
0%
0%
Totaal
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tevredenheid over vormen van begeleiding Zelfstandig wonen
(Zeer) tevreden
Totaal 86,7%
Beverwijk 88,2%
Velsen 86,0%
Heemskerk 86,6%
Het werk (jobcoaching)
(Zeer) tevreden
62,5%
70,0%
63,6%
De opvoeding van kinderen
(Zeer) tevreden
55,6%
72,2%
60,0%
Het omgaan met mijn beperking
(Zeer) tevreden
62,3%
75,7%
74,7%
Het bewegen en verplaatsen
(Zeer) tevreden
58,8%
58,6%
65,7%
Administratie en/of geldzaken
(Zeer) tevreden
73,3%
81,7%
83,1%
Aanvragen van hulp, woningaanpassingen of hulpmiddelen
(Zeer) tevreden
63,0%
68,8%
68,3%
55,6%
64,3%
74,2%
76,5%
70,8%
81,2%
53,3%
60,9%
62,5%
Ontvangt u individuele begeleiding? Ja
(on)tevreden over de individuele begeleiding Zeer tevreden
66,2% 65,6% 72,4% 60,6% 80,4% 67,4%
Het omgaan met andere (Zeer) tevreden mensen
65,6%
Het structuur (Zeer) tevreden aanbrengen in het dagelijks leven/dagritme
75,5%
Revalidatie
42/48
(Zeer) tevreden
59,3%
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Het aanleren van (nieuwe) vaardigheden
(Zeer) tevreden
68,7%
68,2%
66,3%
72,7%
Mobiliteitstraining
(Zeer) tevreden
48,3%
31,6%
50,0%
64,7%
Het maken van keuzes en het oplossen van problemen
(Zeer) tevreden
77,2%
71,2%
81,3%
77,2%
Praktische zelfredzaamheid in en om het huis
(Zeer) tevreden
76,2%
68,6%
75,9%
82,8%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
39,6%
32,3%
43,2%
39,4%
40,6%
50,8%
36,7%
39,4%
Neutraal
14,4%
10,8%
13,7%
18,1%
Mee oneens
4,7%
6,2%
5,0%
3,2%
Helemaal mee oneens Totaal
0,7%
0%
1,4%
0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Totaal 74,4%
Beverwijk 76,9%
Velsen 73,2%
Heemskerk 74,5%
17,8%
13,8%
21,0%
16,0%
14,1%
12,3%
15,9%
12,8%
11,4%
16,9%
8,7%
11,7%
1,7%
1,5%
2,9%
119,5%
121,5%
121,7%
Stelling: ‘de begeleiding is precies wat ik nodig heb Helemaal mee eens Eens
Van wie begeleiding?4 Van een begeleider die u door een organisatie is toegewezen Van een familielid (partner, ouder, kind) door middel van een persoonsgebonden budget (pgb) Van een begeleider die u zelf heeft uitgekozen Anders Weet ik niet Totaal
4
Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Het totaal kan dus optellen tot meer dan 100%.
43/48
114,9%
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
D20 Ondersteunen de begeleiders u voldoende bij uw problemen/beperkingen? D21 Ondersteunen de begeleiders u bij het leren van nieuwe dingen of activiteiten? D22 Luisteren de begeleiders met aandacht naar u? D23 Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u?
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
Altijd/meestal
90,40%
92,10%
90,70%
88,90%
Altijd/meestal
68,20%
75,80%
65,90%
65,90%
Altijd/meestal
95,10%
95,50%
96,20%
93,50%
Altijd/meestal
87,60%
86,10%
90,20%
84,70%
Alles Beverwijk Velsen Heemskerk gemiddelde
Welk cijfer geeft u aan de begeleider(s)?
44/48
8,1
7,8
8,1
8,2
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Blok E: Groepsactiviteiten Begeleiding in de vorm van groepsactiviteiten?
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
Ja
47,00%
46,90%
48,10%
45,40%
Nee
53,00%
53,10%
51,90%
54,60%
Totaal
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
47,70%
63,30%
45,30%
45,50%
37,80%
29,70%
25,00%
19,40%
28,10%
6,80%
20,40%
12,50%
6,80%
12,20%
14,10%
2,30%
7,10%
4,70%
134,10%
160,20%
134,40%
Activiteit bij groepsbegeleiding5
Totaal
Activiteiten voor samen zijn en gezelligheid, zoals krant lezen, 54,40% koffie drinken, spelletjes doen Creatieve activiteiten, zoals schilderen, keramiek, textiel 36,90% bewerken Arbeidsmatige dagbesteding/werken, zoals werken in een houtwerkplaats, 23,30% winkel, groenvoorziening of het doen van inpakwerk Sport en cultuur, zoals zwemmen, muziek, bewegen, 15,00% drama Anders 11,70% Scholing en training, zoals een cursus (computerles, motortechniek), oefenen met 5,30% materialen, workshop, leren van vaardig Totaal 146,60%
Alles Beverwijk Velsen Heemskerk gemiddelde
NE04 E4 Welk cijfer geeft u voor de groepsactiviteiten?
5
7,5
7,7
7,5
7,3
Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Het totaal kan dus optellen tot meer dan 100%.
45/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Blok F: Hulp & steun uit uw omgeving Niet gesorteerd
F1 Ontvangt u momenteel hulp of steun uit uw omgeving (van een naaste)?
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
Ja, dagelijks
41,60%
38,00%
44,80%
39,30%
Ja, wekelijks
15,30%
20,70%
10,80%
18,50%
Ja, soms
18,10%
17,40%
19,20%
17,00%
Bijna nooit
6,30%
4,30%
6,40%
7,40%
Nee, nooit
18,60%
19,60%
18,70%
17,80%
Totaal
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
Hulp van naaste6 Bieden gezelschap, troost, afleiding Administratieve hulp (bijv. financiën) Vervoer en begeleiding bij bezoeken Hulp bij het huishouden Aanvragen en regelen van voorzieningen Klaarmaken warme maaltijden Structuur aanbrengen in het dagelijkse leven/dagritme Begeleiden bij het communiceren met anderen Begeleiden bij het omgaan met anderen Persoonlijke verzorging (bijv. wassen en aankleden) Verpleegkundige hulp (bijv. toedienen van medicijnen) Anders Totaal 6
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
65,00%
60,30%
71,60%
58,30%
58,00%
56,20%
63,00%
51,90%
48,70%
42,50%
56,80%
40,70%
47,20%
49,30%
44,40%
50,00%
44,30%
39,70%
53,10%
34,30%
39,10%
39,70%
41,40%
35,20%
34,70%
31,50%
41,40%
26,90%
26,80%
27,40%
30,20%
21,30%
23,30%
27,40%
25,90%
16,70%
21,30%
23,30%
21,00%
20,40%
19,80%
27,40%
21,00%
13,00%
15,50%
12,30%
13,60%
20,40%
443,70%
437,00%
483,30%
388,90%
Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Het totaal kan dus optellen tot meer dan 100%.
46/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Meer hulp uit omgeving mogelijk?
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
Ja, zeker
11,40%
8,60%
12,50%
11,60%
Ja, waarschijnlijk
6,60%
7,50%
7,20%
5,10%
Misschien
12,30%
16,10%
10,10%
13,00%
Nee, denk het niet
32,60%
29,00%
34,10%
32,60%
Nee, zeker niet
37,10%
38,70%
36,10%
37,70%
Totaal
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
33,90%
41,70%
30,50%
37,10%
29,50%
38,90%
14,50%
25,90%
21,10%
27,40%
17,30%
24,20%
29,00%
14,40%
25,30%
12,90%
15,10%
12,60%
8,10%
10,80%
13,70%
6,50%
7,20%
13,70%
169,40%
161,90%
180,00%
Waarom niet meer hulp mogelijk?7
Dat kan niet, want mijn omgeving doet 36,50% al zoveel als mogelijk Dat kan niet, want ik heb geen familie (meer), of ik heb 34,10% geen contact met familie, of familie woont te ver weg Dat kan niet, want mijn omgeving heeft 22,00% zelf problemen Dat kan niet, want ik 21,60% ken weinig mensen Dat wil ik niet, want ik wil hulp krijgen van 20,90% een professionele hulpverlener Anders 13,90% Dat durf ik niet, want ik vind het moeilijk 11,10% om regelmatig hulp te vragen Dat wil ik niet, want dan weet mijn 9,10% omgeving wat er aan de hand is Totaal 169,30%
7
Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Het totaal kan dus optellen tot meer dan 100%.
47/48
ERVARINGEN KLANTEN MET BEGELEIDING
Blok G: Hulp bij het invullen Hoe is de vragenlijst ingevuld? Ik heb de vragenlijst zelf zonder hulp ingevuld Mijn partner, familie, buur, vriend(in) heeft de vragenlijst in mijn plaats ingevuld Ik heb de vragenlijst ingevuld met behulp van mijn partner, familie, buur, vriend(in) Mijn hulpverlener heeft de vragenlijst in mijn plaats ingevuld Ik heb de vragenlijst ingevuld met behulp van mijn hulpverlener Anders, namelijk: Ik heb de vragenlijst ingevuld met behulp van een vrijwilliger Totaal
48/48
Totaal
Beverwijk
Velsen
Heemskerk
30,00%
33,00%
27,90%
31,20%
14,50%
14,90%
16,80%
10,90%
20,20%
16,00%
21,60%
21,00%
2,00%
1,10%
2,40%
2,20%
30,20%
29,80%
28,80%
32,60%
2,00%
4,30%
1,90%
0,70%
0,90%
1,10%
0,50%
1,40%
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
TELEFOON
070 - 310 3800 E-MAIL
[email protected] WEBSITE
www.bmconderzoek.nl