Erratum onderwijs- en examenregeling Verzorgende-IG Crebonummer 95530; Niveau 3; Beroepsbegeleidend
Cohort 2012-2015 Versiedatum: 18 juli 2014
Inhoudsopgave
Voorwoord Hoofdstuk 1 Wijziging herkansingsregeling Hoofdstuk 2 Wijzigingen toetsplan Hoofdstuk 3 Urentabel leerjaar 3 Hoofdstuk 4 Programmering onderwijstijd leerjaar 3 Hoofdstuk 5 Gewijzigde tekst GO-NO GO regeling bpv Hoofdstuk 6 Verdiepingsopdrachten bpv
Voorwoord
Voor je ligt het erratum bij het oer van je opleiding. Dit document is een aanvulling op de onderwijs- en examenregeling (OER) die je al in je bezit hebt. In het OER staat echter nog veel meer informatie, zoals bijvoorbeeld informatie over herkansingsmogelijkheden en afronden van je opleiding. Het is dus belangrijk dat je deze OER bewaart. We wensen je een goed vervolg van je opleiding toe.
Hoofdstuk 1 Wijziging herkansingsregeling Mag ik een toets herkansen? Om voor een diploma in aanmerking te komen dienen alle kwalificerende toetsen met een voldoende beoordeling te worden afgesloten. Daarnaast worden zowel de kwalificerende toetsen als de ontwikkelingsgerichte toetsen meegenomen bij het bepalen van een studieadvies of studiebesluit. Het is mogelijk om onvoldoende resultaten te herkansen. Dit kan echter niet onbeperkt. Bij herkansing telt het hoogst behaalde resultaat. Toetsingsregeling (inclusief herkansingsregeling) van binnenschoolse toetsen: Per (ontwikkelingsgerichte of kwalificerende) toets zijn er drie toetsgelegenheden. Eerste toetsgelegenheid: Aan het einde van de periode waarin les is gegeven ter voorbereiding op deze toets Tweede toetsgelegenheid: Deze is van toepassing indien: o Een toets moet worden ingehaald of indien o Een toets met een onvoldoende is beoordeeld Deze tweede toetsgelegenheid wordt ingepland voordat het volgende studieadvies wordt gegeven Derde toetsgelegenheid: Deze wordt aangeboden in het leerjaar volgend op het leerjaar waarin de eerste toetsgelegenheid van een toets is geweest Deze derde toetsgelegenheid is van toepassing als een toets uit een vorig leerjaar met een onvoldoende is beoordeeld Deze derde toetsgelegenheid wordt aangeboden op het moment dat een hoger cohort dezelfde toets aangeboden krijgt Per periode mogen niet meer dan twee toetsen als derde toetsgelegenheid worden gemaakt Nadat het laatste studieadvies van de opleiding is verstrekt, geldt het volgende voor herkansing: Er vindt alleen herkansing plaats van kwalificerende toetsen, omdat voor deze toetsen een voldoende nodig is om te kunnen diplomeren Per student wordt een herkansingstraject opgesteld, wat kan inhouden dat er sprake is van uitgestelde diplomering. In geval van bijzondere omstandigheden kan de teamexamencommissie besluiten van deze toetsingsregeling af te wijken ten gunste van de student. Toetsingsregeling (inclusief herkansingsregeling) van toetsen in de beroepspraktijkvorming: Per toets zijn er twee toetsgelegenheden. Eerste toetsgelegenheid: Tijdens de bpv-periode waarin de toets volgens het toetsplan staat gepland Tweede toetsgelegenheid: Deze is van toepassing indien: o Een toets moet worden ingehaald of indien o Een toets met een onvoldoende is beoordeeld Deze tweede toetsgelegenheid wordt ingepland in de eerstvolgende bpv-periode Nadat het laatste studieadvies van de opleiding is verstrekt, geldt het volgende voor herkansing: Per student wordt een herkansingstraject opgesteld, wat kan inhouden dat er sprake is van uitgestelde diplomering. In geval van bijzondere omstandigheden kan de teamexamencommissie besluiten van deze toetsingsregeling af te wijken ten gunste van de student.
Toetsingsregeling (inclusief herkansingsregeling) voor centrale examens (COE Nederlands en rekenen): 1. Centrale examens worden ingepland in de periode zoals vermeld in het toetsplan. 2. Wanneer je lager dan een 6 hebt behaald, moet je dit centrale examen 1x herkansen. 3. Wanneer je een 6 of hoger hebt behaald, mag je dit centrale examen 1x herkansen mits dit resultaat niet door herkansing is behaald. 4. Herkansing vindt plaats in het volgende tijdvak. 5. Bij herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. 6. Wanneer na herkansing niet voldaan is aan de geldende slaag-/zakregeling, vindt nogmaals herkansing plaats.
Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn toetsmogelijkheden? Binnenschoolse toetsen en/of centrale examens: Wanneer je voor een of meerdere kwalificerende binnenschoolse toetsen of centrale examens na het benutten van de herkansingsmogelijkheden nog onvoldoende staat, betekent dit dat je de opleiding niet binnen de gestelde tijd kan behalen. Om toch je diploma te kunnen behalen, moet je na afloop van de onderwijsovereenkomst je inschrijven als examendeelnemer. Als examendeelnemer kun je tegen betaling opnieuw je onvoldoende toetsen maken. In dat geval wordt door de secretaris van de teamexamencommissie een individueel traject voor je samengesteld. Als examendeelnemer heb je geen recht op studiefinanciering. Toetsen in de beroepspraktijkvorming: Wanneer je voor een of meerdere kwalificerende toetsen in de beroepspraktijkvorming na het benutten van de herkansingsmogelijkheden nog onvoldoende staat, betekent dit dat je de opleiding en daarmee je diploma niet kunt behalen. In overleg met jou wordt bezien welk opleidingstraject het beste bij je past.
Hoofdstuk 2 Wijzigingen toetsplan
De volgende toetsen van godsdienst worden in leerjaar 3 afgenomen: Apologetiek Christelijke zorg rondom het levenseinde
G3G1.09 G3G1.08
Dimensie Godsdienst Dimensie Godsdienst
Schriftelijk tentamen Opdracht
Cijfer Cijfer
School School
9 10
60 n.v.t.
K K
De volgende toetsen van het kwalificatiedossier zijn van periode veranderd: Verlenen van spoedeisende zorg en bewaken van vitale functies
Zie proevenboek Prove to move.
G30060
Proeve van bekwaamheid
O-V-G
BPV/sch ool
5/7/9
G30060.01
Deeltoets 1
O-V-G
BPV
5
K
G30060.02
Deeltoets 2
O-V-G
School
9
K
G30060.03
Deeltoets 3
O-V-G
School
9
K
Beoordelingsvorm COE
Schaal Cijfer
Context School
Periode 9
Opdrachten kunnen afzonderlijk worden herkanst.
Deeltoetsen: Het meten van vitale functies Ademhalings- en circulatiestilstand Ongevallen en onvoorziene situaties
1.3
n.v.t.
K
Proeve is V, indien deeltoetsen voldoende of goed Proeve is G, indien deeltoetsen goed
De volgende toets van rekenen is van periode veranderd: Rekenen kwalificerend Rekenregel: elke toets heeft weging 1 Naam toets Toetsinhoud COE rekenen 2F
Toetscode H2R100
Vereist niveau 2F
Duur
K/O K
Hoofdstuk 3 Urentabel leerjaar 3 Periode 9 BEGELEIDE UREN (BU) Cluster van werkprocessen Verpleegtechnische handelingen Afstemmen van zorg De professional in de organisatie EHBO Rekenen Nederlands Godsdienst Totaal Periode 10 BEGELEIDE UREN (BU) Cluster van werkprocessen Verzorgings-, verpleeghuis en thuiszorg (VVT)
Specialisme Verpleegtechnische handelingen begeleiden, inwerken, coördineren professionalisering en kwaliteitszorg EHBO en reanimatie examentraining Spreken Apologetiek
Specialisme Verpleegkunde Kleinschalig wonen Domotica
Godsdienst Totaal
Begeleiden in de VVT Christelijke zorg rondom het levenseinde
Periode 11 BEGELEIDE UREN (BU) Cluster van werkprocessen Specialisme GGZ Anatomie/fysiologie/ pathologiev erpleegkunde Begeleiden in de GGZ Weerbaarheid Internationalisering SLB
Totaal
Weerbaarheid in de gezondheidszorg Internationalisering Voorbereiden op Terugblikken en vooruitkijken
Leerlijn kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden
Roostercode
Leerlijn kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden
Roostercode
uren
VV
1
AZ
1
PK
1
EHBO RE NE GD
2 1 1 1 8
uren
VK
2
KW
2
DO
1
OK
2
GD
1 8
Leerlijn kennis
Roostercode AN
uren 2
kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden kennis/ vaardigheden
OK
2
WT
2
INT
1
LL
1
8
Hoofdstuk 4 Geprogrammeerde onderwijstijd leerjaar 3 Naam opleiding: Verzorgende-IG 1-dag Crebo:
95530
Cohort:
2012/2013
Niveau:
3
Leerweg:
BBL
Begindatum:
01-08-2012
Einddatum:
31-05-2015
Leerjaar 3
Periode
Uren in school
BPV
Totaal
1
60
240
300
2
60
240
300
3
60
240
300
4
0
0
0
Totaal
180
720
900
Totale onderwijstijd
180
720
900
Hoofdstuk 5 Gewijzigde tekst GO / NO GO regeling bpv In het schema hierna volgend kunt u per opdracht kunt u aangeven wanneer u (en uw collega) de student hebt zien oefenen. Ook kunt u met een T (= Tevreden) of een NT (= Niet Tevreden) aangeven wat uw mening is over de geleverde prestatie. Wanneer een student een aantal keren heeft geoefend, komt deze in aanmerking voor een GO. Een GO voor een opdracht houdt in dat voor deze opdracht de begeleiding stopt en de beoordeling start. De beoordelaar gaat nu de student aan de hand van de opdracht examineren. Ten behoeve hiervan wordt een toetsmoment afgesproken. Het resultaat van deze examinering kunt u in de map aangeven. Dit resultaat kan drieërlei zijn: onvoldoende, voldoende en goed. Het kan dus zijn, dat een student ondanks een GO na het oefenen toch een onvoldoende haalt tijdens het examineren. Heeft de student onvoldoende geoefend, dan verleent u geen GO. In dat geval heeft de student een NO GO. Zij kan de opdracht dan niet laten beoordelen. LET OP: Een student ontvangt tevens een NO GO, indien: de relevante verdiepingsvragen niet naar behoren zijn uitgewerkt (zie paragraaf 5 en bijlage 6 van de bpv-handleiding) of er geen handtekening van school staat in het aftekenboekje van de verpleegtechnische handelingen (zie paragraaf 2 van de bpv-handleiding) of een toets medisch rekenen behorend bij betreffende verpleegtechnische handelingen niet is behaald (zie bijlage 2 van de bpv-handleiding en hoofdstuk 5 van het oer).
GO/NO GO lijst
Proeve: _____________________
Opdracht:
Organisatie: ___________________
_____________________
Afdeling: ______________________
_____________________
Werkbegeleider: ________________
Geoefend
Resultaat
Geoefend
Resultaat
Een GO verleend
op:
T of NT
op:
T of NT
op:
Hoofdstuk 6 Verdiepingsopdrachten bpv Format Verdiepingsvragen te gebruiken bij verpleegtechnische vaardigheden.
Korte toelichting Van belang is dat je weet waarom je bepaalde handelingen / taken doet. De verdiepingsvragen die hieronder geformuleerd zijn, geven je een kapstok om achtergrond / theorie op te zoeken die horen bij de handeling. Werk de antwoorden op de vragen uit! Realiseer je daarbij dat je steeds op zoek met naar die zaken die op de zorgvrager met een bepaalde zorgvraag betrekking hebben.
Verpleegtechnische handeling: …………………………………………………………………… Proeve (ondersteunen) verpleegtechnische vaardigheden a.
Beschrijf kort de zorgsituatie van je cliënt in relatie tot het onderwerp dat je wilt uitdiepen. (gebruik daarvoor o.a. het zorgleefplan/verpleegplan/begeleidingsplan)
b.
Beschrijf wat je al weet van het onderwerp.
c.
Deel deze kennis met een collega en beschrijf in het kort welke winst- of herkenningspunten dit jou heeft opgeleverd.
d.
Beschrijf welke extra informatie heb je nog nodig en geef aan waarom je deze info wilt weten. Koppel dit aan de zorgsituatie van je cliënt.
e.
Beschrijf in het kort de inhoud van de extra informatie en hoe je de informatie hebt toegepast in het zorgproces van deze cliënt.
f.
Beschrijf op welke punten jouw handelen is veranderd na het doorlopen van deze leervragen. Bespreek dit met jouw werkbegeleidster en laat ze haar feedback onder jouw verslag schrijven.
Voorbereiden
Uitvoeren
Nabespreken
Format Verdiepingsvragen te gebruiken bij uitwerken ziektebeeld/beperking.
Onderwerp Proeve Nummer
: :
Korte toelichting Van belang is dat je weet waarom je bepaalde handelingen / taken doet. De verdiepingsvragen die hieronder geformuleerd zijn, geven je een kapstok om achtergrond / theorie op te zoeken. Werk de antwoorden op de vragen uit! Realiseer je daarbij dat je steeds op zoek met naar die zaken die op de zorgvrager met een bepaalde zorgvraag betrekking hebben.
..………………………………………………………… ……………………………………………………………
Vraag
1
Beschrijf het ziektebeeld in je eigen woorden
2
Wat is de oorzaak van het ziektebeeld?
3
Wat zijn de kenmerken of verschijnselen van dit ziektebeeld?
4
Welke beperkingen, handicaps en stoornissen ondervindt de zorgvrager door dit ziektebeeld?
5
Welke verzorgende/verpleegkundige complicatie(s) ken je bij dit ziektebeeld?
6
Welke behandeling(en) is (zijn) er voor dit ziektebeeld?
7
Wat betekent dit ziektebeeld voor de zorgvrager en diens naasten?
8
Beschrijf de verzorgende/verpleegkundige aandachtspunten bij dit ziektebeeld (denk aan verzorgende/verpleegkundige observatiepunten in het kader van preventie en GVO).
9
Koppel nu de door jou uitgezochte informatie aan jouw zorgvrager als uniek individu -> wat herken je concreet terug? Reflecteer op je eigen handelen en wat je van deze informatie bij deze zorgvrager concreet terugziet
10
Koppel nu deze opdracht aan het zorgdossier/ verpleegplan -> wat herken je concreet terug? Beantwoord in ieder geval de volgende vragen: Is in het zorgdossier / verpleegplan aandacht besteed aan zowel somatische als aan psychosociale aspecten t.a.v. het ziektebeeld? -
Zijn de door jou (bij punt 8) genoemde aandachtspunten in het zorgdossier / verpleegplan terug te vinden? Zo nee, waarom niet? Beargumenteer of deze alsnog in het zorgdossier / verpleegplan opgenomen moeten worden.