dossier monumentenzorg
Erfgoedbeleid met korte of lange lijst Veendam, een plek in het Veenkoloniale gebied, dat met een uitgebreid stelsel van kanalen en lintbebouwing haar oorsprong koestert en haar toekomst mede baseert op haar verleden. Het is voor ons nageslacht van belang dat de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en leefbare samenleving wordt geborgd. Hiervoor moet de Veendammer veenkoloniale identiteit intact blijven en waar mogelijk versterkt worden. Dat is de basis van ons monumenten- en erfgoedbeleid. Dit heeft geleid tot een lijst van zo’n 130 gebouwen en elementen van historisch belang, waaronder ca. 30 Rijksmonumenten. Voor de periode na 1910 is een aanvullende lijst opgesteld van 50 gebouwen en elementen van cultuurhistorische waarde die als erfgoed in aanmerking komen. Daarnaast zijn er nog enkele terreinen van archeologische waarde. In deze tijd van economische recessie en bezuinigingen ontkomt ook het monumenten- en erfgoedbeleid niet aan heroverweging van de selectiecriteria en kosten. Veendam kent een rijke historie vanuit de ontgraving van turf. Voor het transport van de turf per schip was een uitgebreid strak kanalenstelsel (diepen) nodig. Na het verwijderen van het veen ontstonden vanuit de landbouw fabrieken voor de productie van aardappelmeel en strokarton. Langs de boorden van de kanalen ontstond innovatieve industriële bedrijvigheid en transport per schip door heel Europa. Als gevolg van de rijkdom ontstonden unieke lintstructuren, koopmanshuizen, kerken en gebouwen. In het Veenkoloniaal museum, gevestigd in de voormalige hogeschool, gesticht door Anthony Winkler Prins in Veendam, is deze ontwikkeling bijzonder beeldend te beleven. Beleid begint met een goed advies aan de eigenaren. Veel mensen kopen een karakteristieke oudere woning omdat ze de stijl, de uitstraling en de beleving mooi vinden. Door de jaren heen zijn vaak bijzondere delen aan hun woning gewijzigd. Er komen dan
10 |
Bestuursforum • november 2014
door André Hammenga CDA-Wethouder in Veendam
vragen over hoe je terug kunt naar de originele uitstraling van het pand. Een goed advies van deskundigen is dan zeer welkom. Het monumentenbeleid en erfgoedbeleid is vastgelegd in een gemeentelijke verordening die zo nodig wordt aangepast aan nieuwe wetgeving. Het beleid wordt zoveel mogelijk in gebiedsvisies en bestemmingsplannen vastgelegd. De verordening bevat regels voor het aanwijzen en beschermen van gemeentelijke monumenten en het aanwijzen van gemeentelijk erfgoed. Het beleid geldt niet alleen voor individuele gebouwen, maar ook voor (aaneengesloten) stads- en dorpsgezichten en de inrichting van gebieden. Ook archeologie valt hieronder. In de Raadszaal van het monumentale gemeentehuis, een kopie van de Ridderzaal, wordt het monumenten- en erfgoedbeleid met enige regelmaat aangepast aan nieuwe wetgeving.
Beschikbare middelen in Veendam
Om onderhoud en aanpassingen aan monumenten en erfgoed te doen moeten eigenaren een vergunning aanvragen. Voor monumenten kan een Rijksbijdrage worden aangevraagd; voor gemeentelijk erfgoed een bijdrage van de gemeente. De gemeentelijke bijdrage is meestal zo’n 30 procent van de kosten. Door bezuinigingen is het jaarlijks budget in 2012 verlaagd van € 45.647 naar € 27.647. Dit komt neer op circa één euro per inwoner! per jaar. Subsidies worden betaald uit een bestemmingsreserve, die ieder jaar met het overschot wordt aangevuld.
DOSSIER MONUMENTENZORG
Kijk nog eens kritisch naar de bestaande lijst, maak een prioritering en bepaal een top tien van objecten die potentieel verwijderd zouden kunnen worden Voor de reserve geldt een plafondbedrag van € 140.000. Doordat er als gevolg van de economische recessie minder aanvragen zijn geeft dit tot nu toe geen problemen. Uitbetaling van bijdragen vind plaats nadat de werkzaamheden zijn gecontroleerd en afgerond. Vanuit de ambtelijke organisatie zijn 0,7 fte beschikbaar, voor de Rijksmonumenten (wettelijke taken) 0,3 fte en voor het gemeentelijk erfgoedbeleid 0,4 fte. Daarnaast is er ca. € 1500 beschikbaar voor extern advies- en commissiewerk, zoals het maken van foto’s, werkbezoeken en dergelijke. Vanuit het Rijk worden via het gemeentefonds de zogenaamde bestuurslasten voor de gemeentelijke taken ten behoeve van de rijksmonumenten en archeologie vergoed.
Invulling
Het monumenten- en erfgoedbeleid valt en staat met de invulling door ervaren en kundige mensen. Belangrijk is dat subsidieaanvragen en het op de lijst plaatsen van gebouwen en elementen van cultuurhistorische waarde professioneel met Kennis, Kwaliteit en een Kritische houding ten aanzien van de Kosten worden beoordeeld. Dit wordt gewaarborgd door een team van specialisten met gewortelde kennis en ervaring die de monumentencommissie en de erfgoedcommissie vormen. Beide commissies hebben dezelfde samenstelling en vergaderen op dezelfde dag, echter met het verschil dat bij de monumentencommissie de wethouder zo nodig als toehoorder zit en bij de erfgoedcommissie is de wethouder voorzitter. De commissie wordt ondersteund door Libau Welstands- en Monumentenzorg. Libau is een organisatie die de Groninger en Drentse gemeenten adviseert vanuit een integrale benadering van stedenbouw, landschap, welstand, cultuurhistorie en archeologie. De lijst van monumenten en erfgoed wordt per definitie in de tijd alleen maar langer. Rekening moet worden gehouden met toevoegingen uit nieuwere periodes. Aan de andere kant verdwijnen soms objecten van de lijst door bijvoorbeeld brand en sloop of bij het ‘doorschuiven’ naar de Rijkslijst. Natuurlijk kun je kritisch door de lijst lopen en een top tien maken van objecten die van de erfgoedlijst zouden kunnen worden verwijderd. Echter wees je er dan van bewust dat er bij de toelating al een kritische selectie is geweest uit meerdere opties. De omvang van de lijst wordt in Veendam niet hoofdzakelijk bepaald door het budget, aangezien de subsidies meer een aanmoedigingspremie zijn. Het belang van de aanwijzing zit voor veel eigenaars meer in de advisering en het doorgeven van kennis en ervaring door de gemeente. Een planologische regeling voor karakteristieke panden biedt niet dezelfde waarborgen voor bescherming (met name van details en materiaal) als een monumentenaanwijzing.
•
Reageren?
[email protected]
Aanbevelingen
Op de vraag hoe lang of kort de lijst met erfgoed en monumenten moet zijn, wil ik u ten slotte de volgende aanbevelingen geven: • De historie en ontwikkeling van het woon- en leefgebied is een belangrijke basis voor de lengte van de lijst. Een ‘rijke’ historie geeft per definitie een langere lijst. Borg de lijst planologisch in gebiedsvisies en bestemmingsplannen. Kijk ook vooral hoe nieuwbouw kan worden ingepast in bestaande elementstructuren van historische waarde. • Voor de advisering en beoordeling is een team van specialisten met een gewortelde kennis in erfgoed en monumenten een randvoorwaarde. Belangrijk is dat subsidieaanvragen en het op de lijst plaatsen van gebouwen en elementen van cultuurhistorische waarde professioneel met Kennis, Kwaliteit en een Kritische houding ten aanzien van de Kosten worden beoordeeld. • Kijk nog eens kritisch naar de bestaande lijst, maak een prioritering en bepaal een top tien van objecten die potentieel verwijderd zouden kunnen worden. Houd de selectiecriteria en de verordening up-to-date. Denk hierbij ook aan de toepassing van zonnepanelen en (kleine) windmolens. • Steeds meer eigenaren zijn ervaren doe-het-zelvers. Maak daar gebruik van bij de beoordelingen. Zelf doen is vaak goedkoper, echter geef dan wel een gedegen advies en beoordeel de risico’s ten aanzien van de kwaliteit zeer kritisch. • Laat zien wat je doet. Neem de gemeenteraad, eigenaren en burgers mee in de keuzes en ontwikkelingen. Organiseer jaarlijks een open monumentendag voor het publiek. Publiceer nieuwe ontwikkelingen in een nieuwsbrief en op de website. Koester niet alleen de objecten zelf maar ook de enthousiaste inwoners die in woord en beeld over de historie publiceren.
Bestuursforum • november 2014
| 11
dossier monumentenzorg
Behouden begint met houden van Een van de belangrijke taken van een bestuurder is beleid maken dat zorgt voor een goed leefklimaat voor bewoners en bedrijven. Dat wordt onder meer bepaald door cultuur. Is er hier iets te doen, bruist het? Is het opwindend, verbazingwekkend, mooi? Zijn mensen samen actief? Maar bijvoorbeeld ook: hoe zien de openbare ruimte en de gebouwen eruit? Vanuit die gedachte moet het behouden van karakteristiek erfgoed een prioriteit zijn.
Zonder uitzonderingen zijn monumenten gebouwen met een maatschappelijk verhaal. Als ze konden spreken, vertelden ze ons verhalen die in het geheugen staan gegrift van vele generaties. Niet alleen om de stenen, maar ook bijvoorbeeld omdat ze ooit een werkplek waren. Of het is een plek waar je je vrije tijd doorbracht, waar je opa je oma leerde kennen, je vader een vak leerde, waar je hele familie trouwde en werd gedoopt. Het gaat om gebouwen die een belangrijke plek innemen in het leven van honderdduizenden families. Haal ze weg en je tast niet alleen het landschap, de omgeving aan, maar ook de geschiedenis. De persoonlijke geschiedenis van mensen.
Aardbeving
Ik moet denken aan de aardbeving, medio 2012, in Italië. De materiële schade was meer dan 2 miljard euro. Maar de bevolking rouwde vooral om de immateriële schade. Natuurlijk was er intens verdriet om de mensen die ze verloren. Maar ook om de kathedraal met een ingestort dak, een kasteel zonder torens, schade aan huizen in de renaissancestad Ferrara aan de Po. Het doet pijn als er een krater in je vertrouwde, eeuwenoude omgeving wordt geslagen. Er zijn honderden van dit soort bijzondere plekken, die verbonden zijn met mensen. In, én buiten Brabant, de provincie waar ik als gedeputeerde verantwoordelijk ben voor Erfgoed. Dit zijn de plekken waar geschiedenis is geschreven: hier is gelachen, gevochten, gewerkt, ontwikkeld, geproduceerd, kennis verspreid. Iconen zijn het geworden, deze monumenten. Met verbeeldingskracht en uitstraling. Daarom moeten we zuinig zijn op ons erfgoed, het koesteren, beschermen en bewaren. Want weten waar je vandaan komt, helpt ons begrijpen wie we nu zijn, en waar we naartoe gaan. Zonder kennis van het eigen verleden, verdwijnt er kracht uit je cultuur. Het is ook belangrijk om hier vrijwilligers warm voor te krijgen en te houden. Want vaak zijn zij het toch die van die monumenten houden. Want: behouden begint bij ‘houden van’.
Risico’s
Veel grote monumenten komen in de komende jaren leeg te staan of verliezen hun functie. Dat brengt risico’s met zich mee. Vanwege de verhalen die verdwijnen, maar ook puur ruimtelijk.
12 |
Bestuursforum • november 2014
door Brigite van Haaften-Harkema drs. S.C. van HaaftenHarkema is gedeputeerde in Noord-Brabant en redactielid van Bestuursforum.
Want grote, leegstaande panden, dat worden al snel bouwvallen, rotte kiezen in een dorp of stad. En hoe langer dit duurt, hoe moeilijker het wordt om er nog een nieuwe eigenaar en een nieuwe bestemming voor te vinden. We moeten met elkaar afspreken dat we alles op alles zetten om dat te voorkomen. Want als je aandacht hebt voor monumenten, werk je gelijktijdig ook aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat. We kunnen niet in alle gevallen voorkomen dat we monumenten kwijtraken. Dat is ook niet erg, want je kunt nu eenmaal niet alles bewaren. En dat moet je ook niet willen, want dan wordt het ballast. Het is van belang om goed te weten waar je naartoe wilt, want dan kun je bepalen wat je mee wilt nemen naar de toekomst. Dat is een politieke keuze, die natuurlijk over meer gaat dan alleen over erfgoed, en die daarom zo goed past bij het cda. We willen ons óók economisch blijven ontwikkelen, want we zijn ambitieus. En daar hoort bij dat je topvoorzieningen in je omgeving creëert, of in stand houdt. Topmonumenten bijvoorbeeld, en die moet je dan ook helpen bij het vormgeven van een nieuw bestaan. Want ook dát zorgt ervoor dat mensen willen wonen en werken in een bepaald gebied.
Rentmeesterschap
Dan heb ik het dus niet alleen maar over restaureren. In sommige gevallen is dat genoeg, maar heel vaak is het nodig om veel meer te doen bij een monument. Dan is het ook nodig om te kijken naar herbestemming. Ook dat hoort bij goed rentmeesterschap. Herbestemmen is een ingewikkeld traject met veel spelers, veel belangen en veel potentiële oplossingen en vragen. Misschien wel één van de lastigste thema’s daarbinnen, is het vinden van nieuwe eigenaars. Want we gaan niet alleen op zoek naar nieuwe functies, daar horen vanzelfsprekend ook eigenaars en ontwikkelaars bij. De geschiedenis van deze gebouwen, het verhaal dat erachter zit en het karakter dat complexen daarmee krijgen, juist dat maakt het voor ondernemers vaak een waardevolle plek om zich te vestigen. Steeds vaker kom ik ondernemers tegen die zich
Foto: Har Kuijpers
DOSSIER MONUMENTENZORG
Kasteel Gemert
Moederhuis Fransiscanessen
maatschappelijk betrokken voelen, en gevoelig zijn voor een vestigingsplaats met uitstraling. Door daar goed mee om te gaan, levert dit meerwaarde voor nieuwe functies. Het bindt burgers, gebruikers en ondernemers. Op die manier kunnen geschiedenis en cultuur de motor zijn van economische ontwikkeling; twee vliegen in één klap. En laten we vooral niet vergeten dat het renoveren van monumenten direct werkgelegenheid oplevert.
Waardering
Gelukkig zien steeds meer ondernemers en investeerders dat in. Vanuit hun eigen interesses, eigen belangen en hun eigen rol. En daar is niets mis mee. De één wil vanuit warme gevoelens een kerk, klooster, fabriek of boerderij behouden. De ander ziet vanuit zijn zakelijk instinct brood in de ontwikkeling van een hotel in een oud klooster, of in de verkoop van streekproducten in een oude molen. Maar dat ze de mogelijkheid overwegen, vanuit welk belang dan ook, is belangrijk. Want het zou vaak veel makkelijker, en goedkoper zijn, om een nieuw bedrijfspand neer te zetten. Daar niet voor kiezen, getuigt van liefde en waardering voor de grote waarde van erfgoed. Dat moeten we stimuleren.
Investeren
Foto: Melchert Meijer zu Schlochtern
Foto: Melchert Meijer zu Schlochtern
Foto: Melchert Meijer zu Schlochtern
Graansilo’s CHV Veghel
In Brabant doen we dat op verschillende manieren, en één daarvan is het programma Grote Erfgoedcomplexen. Geen subsidie, maar daadwerkelijk deel uitmaken van het avontuur, en samen investeren in erfgoed. Om deze ambitieuze plannen te kunnen verwerkelijken, is 60 miljoen beschikbaar uit de opbrengst van verkochte Essent-aandelen, en 60 miljoen uit het provinciaal ontwikkelbedrijf. We kopen de complexen aan, soms samen met anderen, en spelen ook in het verdere proces een actieve rol als ontwikkelaar. Dat doen we, omdat we een ondernemende overheid willen zijn, met de bescherming van het erfgoed als drijfveer. Nog een belangrijk punt, is het betrekken van jongeren bij erfgoed. Want, eerlijk is eerlijk, op dit moment zijn het vooral grijze mannen en vrouwen die zich
Kantoorvilla BergOss in Oss
betrokken voelen. En dat moet anders, want als we willen dat toekomstige generaties erfgoed ook belangrijk vinden, moeten we daar nu in investeren. Daarom hebben we een jongerenlijn in ons programma, het job-House. Die letters staan voor Jij Ontwikkelt Brabant. Aan deze jongeren is een belangrijke rol toebedeeld bij de renovatie van erfgoed in Noord-Brabant. Ze kunnen een ambacht leren op een van de bouwplaatsen of meewerken aan een multimediale campagne om zo het renovatieprogramma onder de aandacht te brengen. En dat zijn nog maar twee van de vele mogelijkheden om de liefde voor erfgoed door te geven aan een nieuwe generatie.
Ambacht
Aan job-Houses kunnen leerlingen en studenten van vmbo tot en met de tu deelnemen. En omdat de projecten vaak heel lang lopen, kunnen met de bouwsector en het onderwijs langlopende afspraken worden gemaakt. Jongeren krijgen daardoor een serieuze kans een ambacht goed te leren. En om hun ambassadeurschap voor erfgoed te ontwikkelen. Kortom: monumenten zijn meer dan een verzameling oude stenen. Ze zorgen voor werkgelegenheid, voor het behoud van vakmanschap, ze verbeteren de leefbaarheid, en ze bewaren de verhalen van het verleden, zodat we daar in het heden en in de toekomst ons voordeel mee kunnen doen. Alle reden dus, om er heel zuinig op te zijn!
•
Reageren?
[email protected]
Meer informatie over verschillende monumenten en over erfgoed: www.brabant.nl/erfgoedfabriek www.leerfabriekkvl.nl www.chvnoordkade.nl
Bestuursforum • november 2014
| 13
dossier monumentenzorg
Geef niet op! De gemeente Zuidplas is een gemeente die sinds 2010 bestaat uit de dorpen Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen, Moerkapelle en OudVerlaat. Als burger, werkzaam in de erfgoedsector en raadslid van de gemeente Zuidplas, leek het mij vanzelfsprekend dat je zorgvuldig omgaat met de monumenten in de gemeente. Natuurlijk zijn er diverse meningen over het hoe-en-waarom van een monumentenbeleid. Maar in de gemeente Zuidplas bleek het niet vanzelfsprekend te zijn om monumenten überhaupt te willen bewaren. Harmoniseren en slopen
Na een gemeentelijke fusie is het regel dat het beleid op diverse terreinen wordt geharmoniseerd zodat in elk dorp dezelfde regels gelden. Er waren op dat moment, in 2010, in de nieuwe gemeente 59 Rijksmonumenten en één rijksbeschermd dorpsgezicht: Moordrecht. In Zevenhuizen-Moerkapelle was een gemeentelijke monumentenlijst met 28 objecten. Voor de andere dorpskernen waren er wel lijsten waarop gebouwen stonden die men van cultuurhistorische waarde vond, maar deze lijsten waren nooit vastgesteld. De start in 2010 was goed; er werd keurig een Erfgoedverordening vastgesteld door de gemeenteraad. Daarin stond dat het College van Burgemeester en Wethouders monumenten kan aanwijzen. In april 2010 was er nog geen geharmoniseerd monumentenbeleid vastgesteld. Ook was er nog geen nieuwe monumentencommissie in het leven geroepen. Toch werden er in de gemeente al sloopvergunningen aangevraagd voor panden die door kenners als cultuurhistorisch belangrijk werden gezien.
Er is na vijf jaar nog geen monumentenbeleid… Vragen van het CDA
Tijd voor de cda-fractie in Zuidplas om vragen te stellen aan het College van burgemeester en wethouders: Waarom is er nog geen monumentbeleid vastgesteld? Is er een monumentencommissie? Wie heeft er voor de sloopvergunning geadviseerd? Die vragen kwamen voor veel nieuwe raadsleden, in een nieuwe gemeente, uit de lucht vallen. Een zeer kort-door-de-bocht samenvatting van de gehele sfeer: waarom doe je moeilijk over oude panden? Andere problemen gingen voor. We zaten als Zuidplas immers met het gigantische probleem dat we veel gronden bezaten waar door de crisis geen bouwer meer voor te vinden was. We moesten daarom bezuinigen en meer regels betekende meer kosten. Gelukkig konden we dit pareren door te wijzen op het feit dat men wettelijk verplicht is het monumentenbeleid goed te regelen. De Monumentenwet stelt namelijk dat gemeenten een
14 |
Bestuursforum • november 2014
door Marijke Edel CDA-raadslid in Zuidplas
monumentenverordening en een monumentencommissie moeten vaststellen. Deze commissie adviseert burgemeester en wethouders op het gebied van aanvragen om vergunning inzake panden die op een monumentlijst staan. De monumentencommissie werd zowaar redelijk snel ingesteld. Als nieuwbakken raadslid ga je er, met de wet aan je kant, dan van uit dat er in het gemeentehuis dan wel een monumentenbeleid op poten wordt gezet.
Geen geharmoniseerd beleid, maar wel bezuinigen
Bij de algemene beschouwingen in november van hetzelfde jaar bleek echter dat men nog niet kon aangeven hoe het monumentenbeleid er in de periode 2013-2016 uit ging zien, maar wel dat er bezuinigd kon worden op het monumentenbeleid! Tijd voor een motie dachten wij als cda-fractie. Gewoon simpel het College de opdracht geven om een monumentenlijst voor heel Zuidplas op te stellen. Dat bleek te simpel gedacht want uit gesprekken in de aanloop naar de raadsvergadering bleek dat de coalitiepartijen nog niet erg doordrongen waren van het nut van een degelijk monumentenbeleid. Wierp zo’n beleid namelijk niet alleen maar barrières op voor hardwerkende ondernemers? We namen wat gas terug en riepen in de motie daarom op om het college een brede discussie op te laten starten over het monumentenbeleid. Zowaar, deze motie werd aangenomen.
Een discussie met dertig inwoners
In mei 2013 was de gemeente zover en werd er een discussieavond georganiseerd over het monumentenbeleid. Raadsleden mochten daar wel bij zijn, maar mochten niet meestemmen met de tijdens de avond geponeerde stellingen. Tijdens de inspraakavond, die werd bezocht door circa veertig mensen van wie meer dan een kwart ‘beroepshalve’ aanwezig was (leden monumentencommissie, gemeenteraad), kwamen zowel de voor- als tegenstanders aan het woord. Van enige representativiteit kan niet gesproken worden als je bedenkt dat Zuidplas 40.000 inwoners heeft. Om te voorkomen dat het verslag van deze bijeenkomst zou worden gebruikt als bewijs voor het niet aanwezig zijn van draagvlak voor een goed monumentenbeleid, hebben we als
DOSSIER MONUMENTENZORG
cda-fractie meteen schriftelijke vragen gesteld om aan te geven dat deze bijeenkomst niet representatief is. En zowaar in september 2013 kwam er een discussienota vanuit het gemeentehuis richting de raad. Een beleid met de keuzes: wel iets doen of niets doen. Zelfs voor de oppositiepartijen zag dat er op papier iets te zwart-wit uit. De partijen waren inmiddels vanuit diverse kanten uit de dorpskernen gevoed met informatie over de monumenten. Daarbij hadden de historische verenigingen een belangrijke rol gespeeld. In plaats van de historische waarden van panden te benadrukken hebben we ook steeds meer benadrukt dat je door het behoud van historische panden het karakter van een dorpskern behoudt en daarmee de vitaliteit van een dorpskern. Met behulp van experts uit het werkveld werden ook andere alternatieven in de discussie aangedragen zoals het vrijblijvend vaststellen van beeldbepalende panden. Dat sloeg aan.
De kanteling: van cultuurhistorisch nut naar vergroten leefbaarheid
In de raad van oktober 2013 kantelde de visie op het monumentenbeleid en leek men de meerwaarde ervan in te zien. Dat kwam mede door het inspreken van de historische verenigingen en een brief van de Bond Heemschut. De vraag vanuit de raad kwam om meerdere varianten uit te werken voor een monumentenbeleid. In januari 2014 kwam er een nieuwe nota met allerlei varianten. Na een discussie in de raad beloofde de wethouder voor de verkiezingen met een definitief voorstel te komen. En dat is nu jammer, die kwam er niet. Na de verkiezingen bleek uit een informatienota (tussen de stapel ingekomen stukken) dat het college het een en ander aan het uitwerken was.
De cda-fractie vroeg deze nota ter bespreking op de agenda te zetten, want het vertrouwen in een goede afloop was niet direct aanwezig. Het punt kwam op de agenda. Maar doordat er een nieuwe raad was geïnstalleerd was het grote draagvlak wat er in oktober was gecreëerd niet meer duidelijk aanwezig. Voor veel raadsleden was het dossier nieuw. Ook de politieke urgentie zagen de raadsleden niet direct; het dossier liep toch immers? En dat is nog steeds zo, het dossier loopt, er is nog geen nieuw monumentenbeleid na 5 jaar. Maar de vraag is of dit uitmaakt voor de gemeente Zuidplas omdat men er zonder blikken of blozen nu aan denkt om een sloopvergunning af te geven voor een Rijksmonument in een beschermd dorpsgezicht, weliswaar een vervallen schuur, maar toch…
•
Reageren?
[email protected]
Samengevat
1. Gebruik niet alleen het argument van historische waarde van een monument voor het behoud maar benadruk ook het algemeen nut van historische panden (leefbaarheid) voor je gemeente. 2. Voorkom kokervisie: probeer via experts alternatieven aan te dragen (ambtenaren andere gemeenten). 3. Schakel experts in om draagvlak te creëren (historische verenigingen). 4. Let erop dat de door de gemeente aangedragen onderbouwing voor beleid legitiem is. Een inspraakavond met 30 inwoners is dat bijvoorbeeld niet. 5. Blijf het dossier volgen, vertrouw er niet op dat het wel goed komt.
Bestuursforum • november 2014
| 15