bijbelstudie Oud Beijerland
- Sebastiaan de Graaf - 15 januari 2011 - ‘geheimenissen’
Er worden in deze studie 7 vragen behandeld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Waar komt het begrip geheimenis vandaan? Waar komt het begrip voor in de bijbel? Wat moeten we onder geheimenis verstaan? Wie ontvangt inzicht in het geheimenis? Waarom spreekt God in geheimenissen? Hoe belangrijk zijn geheimenissen? Welke geheimenissen worden in de bijbel genoemd?
Ad 1. oorsprong? In het Grieks ‘musterion’; een verborgen of geheime zaak, vgl mysterie (~ goochelen) Het is afgeleid van het Griekse woord ‘mueo’ = ‘ingewijd’, dat maar 1* in het NT voorkomt; Fil.4:12 ‘Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek’. Via de LXX (Septuagint) naar het OT; je vindt het niet in het hebreeuws, maar wel in het Aramees (de taal van de volken). Het is het woord ‘raz’ (07328), dat alleen 8* voorkomt in Daniël. Het betekent ‘verdunnen’ of ‘verbergen’.
Ad 2. waar in de bijbel? Je vindt ‘musterion’ niet in het evangelie van Johannes, in de Handelingen en in de algemene brieven. Echter wel in de synoptische evangeliën, in de brieven van Paulus en in Openbaring.
Ad 3. betekenis? Het is een geheimenis, een verborgen boodschap (bv in een droom of visioen), m.b.t. Gods heilswerk. Je kan niet zeggen dat je in het geheimenis gelooft, maar wel in de openbaring van het geheimenis, hoewel een geopenbaard geheimenis op zich geen geheimenis meer is (vgl ‘hoop die gezien wordt is geen hoop’). 1 Cor. 14:2 Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen <3466>.
Er zijn best nog wel wat zaken die ook voor ons nu nog een geheimenis zijn; bv hoe ziet de hemel er uit, hoe is het buiten het begrip ‘tijd’?
Ad 4. de ontvangers? Criterium om het te kunnen ontvangen: • Je moet het alleen van God (en Zijn woord) verwachten (Dan.2:26-28) • Je moet geestkracht hebben (Dan.4:9) • Je moet geloven (o.b.v. horen) • Je moet een dienstknecht van God zijn (1 Cor.4:1; Ef.3:1-3; Col.1:24-26) 1 Cor. 4:1 Zo moet men ons beschouwen: als dienaren van Christus, aan wie het beheer van de geheimenissen Gods is toevertrouwd.
Ad 5. waarom spreekt God in geheimenissen? Math.13:11b-15 ‘wie (kennis) heeft, hem zal gegeven worden. Het wordt aan jonge kinderen geopenbaard (Math.11:25-27). God wil niet in vertrouwen treden met hen die Hem niet geloven. (de satan kent de bijbel van a tot z, maar hij begrijpt het niet, omdat hij niet gelooft).
1
Ad 6. hoe belangrijk is het? a. erg belangrijk, want ze komen veel voor in de bijbel b. niet het allerbelangrijkste 1 Cor.13:2 = de LIEFDE 1 Cor. 13:2 Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets.
Ad 7. welke geheimenissen kunnen we onderscheiden? Zowel het eerste, als het laatste geheimenis in de bijbel hebben betrekking op Babel. Bij Nimrod nog niet, maar bij de tweede keer dat het over Babel gaat (ballingschap – Nebukadnezar) en bij de derde en laatste keer (Openbaring) lees je er over.
1. De dromen van Nebukadnezar De grote koning maakt zich zorgen om een droom (vgl Farao, die ook verontrust was). Hij snapt er geen hout van (dat komt omdat het beeld van goud, zilver, koper, leem en ijzer is :). Hij maant zijn dienaren om niet alleen de uitlegging te geven, maar ook de droom zelf. Uiteindelijk wordt Daniël geraadpleegd. Dan.2:16-19 Toen ging Daniël tot de koning en verzocht, dat deze hem enige tijd zou gunnen om de uitlegging aan de koning te kennen te geven. Daarop ging Daniël naar zijn huis en maakte zijn metgezellen Chananja, Misael en Azarja de zaak bekend, en zeide dat zij barmhartigheid moesten afsmeken van de God des hemels betreffende deze verborgenheid (‘raz’), opdat men Daniël en zijn metgezellen niet zou ter dood brengen met de overige wijzen van Babel. Toen werd de verborgenheid aan Daniël in een nachtgezicht geopenbaard. Daarop loofde Daniël de God des hemels;
Het is opvallend dat Daniël eerst God gaat loven, alvorens hij naar de koning gaat. De verborgenheid die God bekend wil maken, is dat er rijken komen, die Israël zullen overheersen (Babel, Meden/Perzen, Grieken, Romeinen), maar dat al die rijken ten onder zullen gaan met de komst van de Messias. Nebukadnezar erkent dat de God van Daniël groot is (‘uw God is de God der goden’), maar erkent hem nog niet als God. Dan.3 vervolgt met de geschiedenis van het gouden beeld, waarvoor de 3 vrienden weigeren te buigen. In hoofdstuk 4 droomt Nebukadnezar weer; deze keer over een grote boom (die overvloedig geeft); zijn hoogmoed is weer in zijn bol geslagen. Als straf wordt hij aan de beesten gelijk. Daarna echter erkent Hij God pas als de Allerhoogste (Dan.4:37). Beide geheimenissen laten zien wat God wil openbaren: a. hoe hij in de toekomst met de volken op deze aarde wil handelen b. hoe Hij met de individuele mens handelt.
2. het geheimenis van het grote Babylon Openb. 17:5-7 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing. En de engel zeide tot mij: Waarom verbaast gij u? Ik zal u het geheimenis van de vrouw zeggen en van het beest met de zeven koppen en tien horens, dat haar draagt.
└> het beest uit de zee krijgt kracht van de draak (Openb.13:1) God gaat Zich langzaam verbergen; na de ballingschap volgen er 400 ‘stille’ jaren. In de Handelingen-periode is God gedeeltelijk verborgen voor Israël en momenteel is Israël geheel lo-ammi.
2
3. het geheimenis van God Openb. 10:7 ‘maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd’. 7e engel; zie Openb.11:15 ‘En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.
Dit is de steen uit Dan.2 die van de berg komt rollen; de profetie krijgt zijn vervulling.
4. het geheimenis van de 7 sterren Openb. 1:19,20 ‘wat gij gezien hebt’
‘hetgeen is’ ‘wat geschieden zal’
(: 9-18)
7 kandelaren zijn 7 gemeenten (die toen bestonden) Johannes moest letterlijk op een boekrol schrijven en hij moest deze ook letterlijk rondsturen 7 sterren zijn 7 engelen (angelos = bode = dienstknecht)
(wat ‘bestaat’) (vanaf 4:1)
5. de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen Niet alleen de eerste en laatste geheimenissen gaan over Koninkrijken, ook het eerste in het NT. Math. 13:11 Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. Mar. 4:11 En Hij zeide tot hen: U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen, Luc. 8:10 En Hij zeide: U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar aan de anderen worden zij gepredikt in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen.
In Math. wordt gesproken over het Koninkrijk der hemelen, en in de Marcus en Lucas over het Koninkrijk van God. Wat is het verschil tussen deze 2? (zie o.a. Companion Bible, app. 114) Koning? Waar? Omvang? Aard? Wie? Basis? Tijd? Grootte?
Koninkrijk der hemelen
Koninkrijk van God
Messias onder de hemel, op aarde beperkt politiek joods nationaal in OT-profetie tot in de komende eeuw onderdeel v.h. Kon.v.God
God in de hemel en op aarde de gehele kosmos moreel alle geloofsgroepen universeel in NT-openbaring alle komende eeuwen Kon. der hemelen is onderdeel
Uitleg van de gelijkenis; 3 lagen (de gelijkenis zelf, de betekenis, de plaatsing in de tijd) 1. weggenomen door de vogels - ten tijde van Joh. de Doper en de Here Jezus 2. op steenachtige grond - eerste periode in Handelingen (vervolging) 3. verstikt door de dorens - tweede periode in Handelingen + eindtijd 4. vruchtdragend - gelovig overblijfsel (30, 60, 100voud)
6. het geheimenis der wetteloosheid 2 Thes. 2:7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. 1 Joh.3:4 Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.
Wetteloosheid = a-nomia, zonder norm; het betreft hier niet alleen de wet van Mozes. Vanaf de aanloop naar de eindtijd is dit van kracht. De weerhouder is de satan, de draak die in Openb.12 door Michaël uit de hemel geworpen wordt. De mens der wetteloosheid is het beest uit de zee, die zijn kracht van de draak krijgt (Openb.13).
3
7. de geheimenissen van de verandering 1 Cor. 15:51 Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden.
Niet alleen de ontslapenen zullen een nieuw geestelijk lichaam ontvangen bij de opstanding, maar ook zij die nog leven zullen veranderd worden. In 1 Thes.4 zie je hetzelfde in omgekeerde volgorde.
8. de geheimenissen van de wijsheid van God 1 Cor. 2:7 maar wat wij spreken, als een geheimenis (613; apo-krupto), is de verborgen (3466) wijsheid Gods, die God reeds van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid.
Het gaat hier om de gekruisigde Christus (1 Cor.2:2; 1 Cor.1:23,18). Christus wordt gepredikt voor de geroepenen (klètos, 1 Cor.1:24); wie zijn dat? Volgens Rom.8:28 zijn het degene die God liefhebben, die volgens zijn voornemen( pro-thesis) geroepenen zijn. Als je God lief hebt (dit is een keuze, a.g.v. ‘horen’), dan ben je geroepen. Zij zijn gerechtvaardigd o.g.v. het geloof en leven uit de belofte van Abraham. Dit geheimenis is van eeuwigheid voorbeschikt (1 Cor.2:7); het is dus minimaal vóór de huidige schepping door God voorbestemd, maar pas aan Paulus geopenbaard (aan jood en Griek).
9. de geheimenissen van Israëls verharding Rom. 11:25 Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis; een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat,
Context: heidenen hebben deel aan de saprijke wortel van Israël, totdat het aantal heidenen in de Handelingen-periode vol is. Pas daarna kan Israël tot behoudenis komen. (gans Israël = het gelovig overblijfsel)
10. het geheimenissen van het heil voor de volken Rom. 16:25,26 Hem nu, die bij machte is u te versterken (naar mijn evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen (niet verborgen, maar ook niet openlijk verkondigd en daardoor door de meeste niet begrepen!), maar thans geopenbaard door profetische schriften volgens bevel van de eeuwige God tot (= doel) bewerking van gehoorzaamheid des geloofs bekendgemaakt (= gnorizo) onder alle volken.
Het verwijst hier naar de hele inhoud van de Romeinen-brief; ‘de rechtvaardige zal uit geloof (van Christus) leven’. Het betreft de gemeente van Rechtvaardigen, waarnaar ook in de Hebreeënbrief verwezen wordt. Rom.4:16 Daarom is het alles uit geloof, opdat het zou zijn naar genade, en dus de belofte zou gelden voor al het nageslacht, niet alleen voor wie uit de wet, maar ook voor wie uit het geloof van Abraham zijn.
Het voorgaande geheimenis van Rom.11 dient er bij ingegrepen te worden.
11. het geheimenis van Zijn wil Efe. 1:9,10 door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten,
Vanaf de toekomende eeuw is Christus Hoofd boven alles wat in de hemel en op de aarde is. Het volgende geheimenis is hier een onderdeel van.
12. de geheimenissen van Christus Efe. 3:3 dat mij door openbaring het geheimenis bekendgemaakt is, gelijk ik boven in het kort daarvan schreef. └> ‘gnorizo’ Efe. 3:4 Daarnaar kunt gij bij het lezen u een begrip vormen van mijn inzicht in het geheimenis van Christus, Efe. 3:6 dit geheimenis, dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie, Efe. 3:9 en in het licht te stellen wat de bediening van het geheimenis inhoudt, dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen, Col. 1:26, 27 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen. Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder in u, de hoop der heerlijkheid.
4
Col. 2:2 opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus, Col. 4:3 en bidt tevens voor ons, dat God een deur voor ons woord opene, om te spreken van het geheimenis van Christus, ter wille waarvan ik ook gevangen zit.
Individuen uit Israël en de heidenen delen op gelijke wijze en zonder enig onderscheid in de belofte van Christus. De volken zijn dus mede-erfgenaam van de belofte. Col.3:3 ‘ ons leven is met Christus verborgen in God’
13. de geheimenissen van het evangelie Efe. 6:19 ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken,
Ondanks dat het geheimenis door het evangelie verkondigd wordt (o.a. het geheimenis van Christus; zie Ef.3:4-6), is het evangelie zelf blijkbaar ook een geheimenis. Daarom sommeert Paulus ws aan Timotheüs om het toe te vertrouwen aan vertrouwde mensen.
14. de geheimenissen van man en vrouw Efe. 5:32 Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en op de gemeente.
Zoals Christus Zijn Vader verliet om Zich te geven voor de mensheid (in de 1e plaats Israël), zo moet een man ook zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen. Dit geheimenis is groot, omdat het hemelse zaken aan aardse zaken koppelt. Mannen en vrouwen moeten ieder dat deel lezen wat voor hen betrekking heeft en niet het andere gedeelte de ander voorhouden.
15. het geheimenis van het geloof 1 Tim. 3:8,9 Evenzo moeten de diakenen waardig zijn, niet met twee tongen sprekende, niet verzot op veel wijn, niet op winstbejag uit, maar het geheimenis des geloofs bewarend in een rein geweten.
Dit houdt in dat voor dienaren/diakenen geloof ook geloof (= vertrouwen op het volbrachte verlossingswerk van de Here Jezus Christus) moet blijven; geen werken dus.
16. het geheimenis van de godsvrucht 1 Tim. 3:16 En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid.
Het laatste geheimenis eindigt met een zesvoudige doxologie (= lofprijzing) Die Zich geopenbaard heeft in het vlees (Fil.2) a. ] is gerechtvaardigd door de Geest (in de opstanding) b. ] is verschenen aan de (gevallen) engelen, (+ overheden, machten) is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, b. ] opgenomen in heerlijkheid (doxa) a. ] deze volgorde past in de status van een gelovige: prediking
geloof
c. ] c. ]
hemelse positie
Waarom is dit een geheimenis? 1 Cor1:18-22 Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. Want er staat geschreven: Verderven zal Ik de wijsheid der wijzen, en het verstand der verstandigen zal Ik verdoen. Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt? Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen die geloven. Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid.
5
Persoonlijke noot van de redacteur Het Nederlandse woord geheimenis komt in het OT 1* voor en wel in Ps 49:4 ‘Ik zal mijn oor tot een spreuk neigen, mijn geheimenis bij de citer ontsluieren’. Het is het hebreeuwse woord hdyx chiydah; 1* vertaald met geheimenis en 16 * vertaald met
‘raadsel’. Totaal dus 17* !!!
Strong 613 = apo-krupto = verborgen Math. 11:25 Te dien tijde hief Jezus aan en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt <613>, doch aan kinderkens geopenbaard (apo-kalupto). Math. 25:18 Maar hij, die het ene talent ontvangen had, ging heen en groef een gat in de grond en verborg <613> het geld van zijn heer. Luc. 10:21 Terzelfder tijd verblijdde Hij Zich door de Heilige Geest en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt <613>, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U. 1 Cor. 2:7 maar wat wij spreken, als een geheimenis <613>, is de verborgen wijsheid Gods, die God reeds van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid. Efe. 3:9 en in het licht te stellen wat de bediening van het geheimenis inhoudt, dat van eeuwen her verborgen is gebleven <613> in God, de Schepper van alle dingen, Col. 1:26 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest <613>, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen.
6