Equisetum arvense vanuit hoofd en hart Ervaringen bij de trituratieproving bij het Hahnemann Instituut Nederland Den Haag 12-14 januari 2007
Alles is één!
Academie voor Natuurgeneeskunde Hilversum Jacqueline Bergink-Vos, januari 2009
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 1
Inhoudsopgave
1.
2.
Voorwoord
3
Inleiding
5
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
5 5 5 6
De klassieke homeopathie
7
2.1. 2.2. 2.3.
7 7 7
2.4. 2.5.
2.6.
3.
Inleiding Achtergrond Filosofie 2.3.1. Similia Similibus Curentur 8 2.3.2. Provingen 8 2.3.3. Minimale prikkel 9 2.3.4. Potentiëren 10 Het resonantieprincipe Actieve werkwijze 2.5.1. Substanties 14 2.5.2. Provingen tot nu toe 14 2.5.3. Bereidingswijze 15 Keuze potentie
11 14
18
De C4- of manente homeopathie
19
3.1. 3.2. 3.3.
19 19 19
3.4. 3.5. 3.6. 3.7.
4.
Achtergrond Doelstelling en doelgroep Vraag- en doelstellingen Werkwijze en opbouw scriptie
Inleiding Achtergrond Filosofie 3.3.1. De krachten des Levens 20 3.3.2. Archetypen 21 3.3.3. Provingen 22 3.3.4. Mysteries 23 De vier basismodificaties of verschijningsvormen Bereidingswijze Het archetype van de aarde Dimensies van C0 tot C8
24 26 28 31
Equisetum arvense, de plant
33
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8.
33 33 34 35 37 37 38 39
Inleiding Botanie Naam Kenmerken Gebruik in de geschiedenis Inhoudsstoffen en toxische werking Natuurgeneeskunde Homeopathie
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 2
5.
Equisetum arvense, de trituratieproving in Den Haag
40
5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
40 40 41 41
5.5.
6.
7.
Inleiding Trituratieproving Fysieke symptomen per trituratiestap Ervaringen per trituratiestap: emotioneel, mentaal en spiritueel 5.4.1. Ervaringen C1 41 5.4.2. Ervaringen C2 42 5.4.3. Ervaringen C3 43 5.4.4. Ervaringen C4 44 5.4.5. Ervaringen C5 44 Ervaringen na 2 tot 6 maanden
45
Materia Medica, Repertorium & DD
47
6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
47 47 50 56
Inleiding Materia Medica Repertoriumsymptomen Differentiaal Diagnose
Conclusie
61
Samenvatting Nawoord Bronnen Eindnoten
63 65 67 70
Bijlagen 1. 2. 3. 4a. 4b.
Verzoek om informatie bij deelnemers trituratieproving Individuele tritruratiesymptomen Equisetum arvense C1 t/m C5 Fysieke symptomen trituratieproving C1 t/m C5 Rode draad Equisetum C1 t/m C3 Rode draad Equisetum C4-C5
B 2 B 3 B 39 B 44 B 50
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 3
Voorwoord Als onderdeel van de Praktijk-Leerperiode van het zesde jaar aan de Academie voor Natuurgeneeskunde in Hilversum (ANH), schrijft de student een afstudeerscriptie die beroeps- of vakgericht is. Tijdens de laatste jaren van mijn studie kwamen verschillende onderwerpen in mij op, maar toen ik in januari 2007 in aanraking kwam met de C4homeopathie en de verwrijving van Equisetum wist ik meteen dat ik daar mijn scriptie over wilde schrijven. Ik wilde me er echt in verdiepen, omdat het me in contact brengt met een nieuwe vorm van homeopathie en werkervaring, die wereldwijd veel homeopaten geïnspireerd heeft. De C4- of manente homeopathie is sinds 1990 in ontwikkeling. De kracht hiervan ligt in het zelf verwrijven van alle middelen tot de trituratiestap waarin de stof nog dynamisch is. Ik vergelijk in deze scriptie de achtergrond, filosofie en werkwijze van de klassieke homeopathie en de C4-homeopathie om de ervaringen bij de trituratie van Equisetum te kunnen begrijpen. Ik raad de zeer geïnteresseerde lezer aan een Seminar van Jürgen Becker of Witold Ehrler bij te wonen en/of hun boeken te lezen. Tijdens het driedaagse C4-Seminar bij het Hahnemann Instituut Nederland maakte Witold Ehrler ons wegwijs in de filosofie van de C4-homeopathie en hebben circa 35 mensen Equisetum arvense verwreven naar de vijfde trituratiestap, C5. Ik beschrijf op basis van deze trituratieproving een beeld van dit middel. Bij de verwrijving in de vijfde trituratiestap ontstond een gevoel van saamhorigheid in de groep, waarbij ieder zijn essentie mag houden. Dit vind ik prachtig, Het schrijven van deze scriptie is een heel proces geweest. Ik bedank iedereen die hier een steentje aan heeft bijgedragen van harte. Dit geldt natuurlijk voor Wim, Jasper, Annelieke en Mathijs, mijn vrienden, mijn scriptiebegeleider Marije Delfos, Alize Timmerman en ‘last but not least’ de deelnemers aan het Seminar. Zonder hun inbreng zou het schetsen van een beeld van Equisetum arvense niet mogelijk zijn geweest. Ik heb gekozen voor de ondertitel ‘Alles is een’, omdat dat voor mij een overheersend gevoel bij de verwrijving van Equisetum was. Later in deze scriptie zal mijn keuze duidelijk worden.
Jacqueline Bergink-Vos, Apeldoorn, augustus 2008
Voorwoord bij de tweede druk Mijn scriptie is de afgelopen maanden zeer positief ontvangen. Ik heb inmiddels gehoord dat Peter Zillmer in 2006/2007 een beperkte proving heeft gedaan met Equisetum arvense C30. Hij ziet het als het begin van een uitgebreider onderzoek, dat zeker nodig is. Beschouw dit werk als een naslagwerk, maar benut zeker de mogelijkheden van deze plant! Jacqueline Bergink-Vos, Apeldoorn, januari 2009
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 4
1.
Inleiding
1.1. Achtergrond Deze scriptie is geschreven als afstudeerscriptie voor de Academie voor Natuurgeneeskunde Hilversum, studierichting klassieke homeopathie. Ik vind de C4homeopathie en de trituratieproving van Equisetum heel interessant, omdat het me in contact brengt met een heel nieuwe vorm van homeopathie en werkervaring. Op de Academie voor Natuurgeneeskunde heb ik veel kennis vergaard met en in mijn hoofd. Dit dient ook de basis te zijn. In het Organon schrijft ook Hahnemann dat de homeopathie een logische geneeswijze is, die volgens logische lijnen uitgevoerd dient te worden. “Mach es nach, aber mach es genau nach” (Hahnemann, 1996, p. VIII). Bij de stagedagen bij het Hahnemann Instituut Nederland (HIN) merk ik dat ik vasthoud aan mijn theoretische kennis en het moeilijk vind om te vertrouwen op mijn intuïtie. Door mee te doen aan de trituratieproving van Equisetum en het schrijven van deze scriptie, verwacht ik een verbinding te kunnen ontwikkelen tussen mijn hoofd en hart en daardoor mijn patiënten in de toekomst beter te kunnen helpen.
1.2. Doelstelling en doelgroep Ik wil met mijn scriptie bereiken dat de inhoud een onafhankelijke bijdrage levert aan de informatie over de C4-homeopathie en de mogelijke toepassing van Equisetum arvense als homeopathisch geneesmiddel. Doelgroepen zijn collegae in de klassieke homeopathie, studenten homeopathie aan onder andere de Academie voor Natuurgeneeskunde Hilversum, het Hahnemann Instituut Nederland en andere geïnteresseerden.
1.3. Vraag- en doelstellingen Ik doe dit aan de hand van de volgende vraagstellingen: − Wat houdt C4-homeopathie in en wanneer pas je C4-middelen toe? − Wat is bekend over Equisetum arvense als plant en geneesmiddel in de geschiedenis, de natuurgeneeskunde en klassieke homeopathie? Wat zijn de inhoudsstoffen van de plant en de toxische werking? − Welk beeld komt over dit middel naar voren uit de trituratieproving in Den Haag? Zijn er verschillende ervaringen en essenties te onderscheiden in de verschillende trituratiestappen? − Zijn er overeenkomsten en/of verschillen met eerdere provingen met Equisetum, zoals weergegeven in de huidige Materia Medica's? − Welke repertoriumrubrieken zijn te onderscheiden? − Met welke homeopathische middelen kan je een differentiaal diagnose maken? − Wat is de essentie van Equisetum arvense? Is Equisetum een breed toepasbaar of juist leeg middel, omdat het de prover lijkt te geven wat hij nodig heeft? Doelstellingen: − Inzicht verkrijgen in de C4-homeopathie en waarvoor ik C4-middelen en Equisetum arvense kan toepassen. − Wat brengt de C4-homeopathie en trituratie van middelen mij voor mijn werk als homeopaat? Hoe werken verwrijvingen?
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 5
1.4. Werkwijze en opbouw scriptie In hoofdstuk 2 beschrijf ik de achtergrond en filosofie van klassieke homeopathie, waarbij ik vooral inga op homeopathische provingen, potenties en het mechanisme hierachter, het resonantieprincipe. Deze informatie is belangrijk om verschillen en overeenkomsten tussen de klassieke en de C4-homeopathie en de ervaringen bij Equisetum te begrijpen. In hoofdstuk 3 komt de C4- of manente homeopathie aan de orde. Wat zijn de achtergronden, filosofie en gebruiksmogelijkheden van de C4-homeopathie? Wanneer en waarom is het ontwikkeld? Wie zijn ermee bezig geweest? Wat zijn ervaringen bij de trituraties en het gebruik van middelen in de verschillende trituratiestappen? In de C4-homeopathie wordt gesproken over verschillende niveaus, stappen of lagen. Het C1-niveau doet zich voor in de eerste verwrijvingsronde van één uur, C2 in de tweede, C3 in de derde en C4 in de vierde verwrijvingsrondei. In hoofdstuk 4 volgt informatie over de plant Equisetum, de inhoudsstoffen, de toxische werking en het gebruik in de natuurgeneeskunde en klassieke homeopathie. Hoofdstuk 5 gaat over de ervaringen bij de trituraties van Equisetum arvense tijdens het Seminar van Ehrler in Den Haag. Hierbij worden de ervaringen en essenties per verwrijvingstap beschreven. Daarna volgen in hoofdstuk 6 een Materia Medicabeeld, repertoriumsymptomen en differentiaties met vergelijkbare middelen. Voor de ervaringen van deelnemers aan het Seminar heb ik gebruik gemaakt van opnames tijdens het Seminar en door deelnemers toegestuurde informatie. Ik heb ervaringen van 30 van de 35 deelnemers. In hoofdstuk 7 volgt een conclusie en in hoofdstuk 8 een samenvatting. In mijn nawoord in hoofdstuk 9 beschrijf ik persoonlijke ervaringen met Equisetum tijdens de trituratie en de periode na de trituratie. Het is een periode geweest waarin ik bijzondere dromen heb gehad, die waarschijnlijk belangrijk zullen zijn bij mijn werk als klassiek homeopaat.
Leeswijzer Op pagina 67 van deze scriptie is een literatuurlijst opgenomen van bronnen, waar in de tekst als volgt naar wordt verwezen: naam van de auteur, jaar van uitgave van de gebruikte druk en paginanummer. Naar bronnen van artikelen op Internet is verwezen met de naam van de auteur of website. ‘Ibid’ is gebruikt bij verwijzingen naar (een andere pagina uit) dezelfde bron. Bij ‘Organon’ of een ‘§’ zonder verdere aanduidingen, refereer ik aan paragraven uit de zesde editie van het Organon (Hahnemann, 1996).
i Om verwarring met de eerste potentie uit de centimale schaal, die ook C1 genoemd wordt, te voorkomen zou de letter ‘T’ gebruikt kunnen worden voor de ‘eerste trituratiestap’ en C voor de ‘eerste potentie uit 1/100’. Ik houd echter de alom gebruikte terminologie aan.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 6
2.
De klassieke homeopathie
2.1. Inleiding In dit hoofdstuk is de achtergrond, filosofie en werkwijze van de klassieke homeopathie beschreven. De klassieke homeopathie werkt volgens de richtlijnen van haar grondlegger, Samuel Hahnemann. Hij gebruikt de eerste 10 jaar van zijn praktijk ruwe stoffen om mensen te genezen. Daarna werkt hij met zowel ruwe als verdunde en geschudde remedies. In ‘De Chronische Ziekten’ en het ‘Organon’ (§ 128) beschrijft hij dat een stof zijn kracht pas volledig ten toon kan spreiden door het potentiëren en tritureren. De klassieke homeopathie werkt sinds 1835 met middelen uit de derde trituratiestap (Hahnemann, 1997, p. 181).
2.2. Achtergrond Samuel Hahnemann (1755-1843), de grondlegger van de klassieke homeopathie, is een zeer veelzijdig man. Hij is farmacoloog, chemicus, arts, natuurgeneeskundige, alchemist en vertaler. Hij financiert zijn opleidingen met het doceren van Latijn en Grieks en vertaalwerk. Hij streeft naar een menswaardige geneeswijze en vraagt zich jarenlang af hoe de geneesmiddelwerking tot stand komt. In 1790 vertaalt hij de Materia Medica van de Schotse professor William Cullen en plaatst kritische kanttekeningen bij zijn bewering dat stoffen in de kininebast malaria zouden genezen door de maagversterkende werking. Hahnemann neemt als proef een aantal dagen twee keer per dag goede kina in en krijgt alle malariasymptomen behalve de koortsrillingen. Het duurt iedere keer 2, 3 uur en begint opnieuw als hij de dosis herhaalt. Dit brengt hem tot zijn eerste wet ‘Similia similibus curentur’, het gelijke met het gelijkende genezend (Fritsche, p. 61-65). Ziekte kan genezen worden met een middel dat symptomen van de ziekte kan oproepen bij gezonde personen. Hahnemann doet zijn lijfspreuk ‘Aude sapere’ (waag het, te weten)ii eer aan door kritisch en grondig te werken aan de verdere ontwikkeling en verfijning van de homeopathische geneeswijze. Hij krijgt dit motto mee van de school die hij bezoekt, het gymnasium van klooster St. Afra in Meisen. Ook zijn vader, die werkt als porseleinschilder, stimuleert hem niet passief te leren; niet zomaar alles aan te nemen, dingen te overdenken en een onafhankelijk oordeel te vormen (Fritsche, 2007, p. 19). Hahnemann geeft zijn visie op de geneeskunde weer in de ‘Reine Arzneimittellehre’ (18111833), het Organon (1810-1843)1, De Chronische Ziekten (1928 en 1935), Materia Medica Pura, deel 1 (1811) en deel 2 (1816), casusboeken en brieven aan patiënten. Zijn ‘Organon der Heilkunde’ is een werktuig of instrument waarvan men zich bedient. Het is een aanwijzing langs welke weg men inzicht behoort te krijgen in de opgave zieke mensen beter te maken, dat is ‘was man Heilen nennt’ (Hahnemann, 1996, pag. V).
2.3. Filosofie Hahnemann beschrijft zijn ideaal in § 2 van het Organon, namelijk ‘Het hoogste ideaal van genezen is een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel van de gezondheid, of wel opheffing en vernietiging van de ziekte in haar gehele omvang, op de kortste, betrouwbaarste en onschadelijkste wijze, volgens goed begrijpbare beweegredenen.’ (Hahnemann, 1996, p. 1) ii
Hahnemann, 1996, p. X. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 7
De klassieke homeopathie gaat ervan uit dat het lichaam door ziektesymptomen laat zien dat de levenskracht verstoord is (§ 11). Bij een gezond mens houdt de Dynamis of spirituele levenskracht het lichaam in harmonie (§ 9). Het doel van een homeopathische behandeling is het zelfgenezende vermogen van het lichaam te stimuleren met een kleine gelijkende prikkel. Belangrijke regels in de klassieke homeopathie zijn: - de keuze van het meest passende geneesmiddel volgens de wet ‘Similia Similibus Curentur’ (zie par. 2.3.1.); - het geven van een minimale prikkel: een zo klein mogelijke dosis en één enkele remedie tegelijkertijd (zie par. 2.3.3.); - het dynamiseren en potentiëren van de remedies, waardoor de energie van substanties vrijgemaakt wordt (zie par. 2.3.4.); - een voorschrift op de totaliteit van symptomen op mentaal, emotioneel en fysiek niveau van het individu. Om een goede keuze voor een middel te kunnen maken dient de arts een goede kennis te hebben van ziekte- en geneesmiddelleer, middel en dosering (§ 3); - het doen van geneesmiddelenproeven op zichzelf en gezonde personen (par. 2.3.2.).
2.3.1.
Similia Similibus Curentur
Het similiaprincipe is al bekend bij de Griekse geneesheer Hippocrates van Kos (circa 460377 voor Christus) en de Zwitserse arts, alchemist en astroloog Paracelsus (1494-1541). Hippocrates onderscheidt drie soorten geneeskunde, namelijk de allopathie, homeopathie en isopathie. Hij brengt het principe van de vier elementen, die afwisselend op de voorgrond staan in de kosmos, in verband met het functioneren van de mens. Een verstoring tussen de elementen aarde, lucht, water en vuur leidt tot ziekte (Elling, 2006, p. 22). Paracelsus heeft kritiek op de toenmalige reguliere geneeskunde met het veelvuldig aderlaten en gevaarlijke doseringen kwik en pokhout. Bekende uitspraken van hem zijn ‘Dosis sola facit venenum’ (alleen de hoeveelheid maakt het vergif) en ‘Similia similibus curentur’. Hij gaat op zoek naar de kern van geneeskrachtige planten en chemische stoffen en legt de ziel hiervan bloot door ingewikkelde bereidingen die geïnspireerd zijn op de alchemie. Zijn beschrijvingen van geneesmiddelen lijken op het latere homeopathische gebruik ervan (ibid, p. 31). Ook Hahnemann heeft kritiek op de bijwerkingen van allopatische behandelingen in zijn tijd, maar hij is de eerste die ziet dat de homeopathische theorie in de praktijk onderzocht dient te worden en dat ook zeer zorgvuldig doet. ‘We moeten ons eerst verzekeren van de symptomen die een middel veroorzaakt bij een gezonde persoon, voordat we weten welke symptomen ze bij ziekte kunnen genezen.’ Hiervoor begint hij zijn provingen met een groep discipelen om zich heen (Gunavante, 1995, p. 26). Het woord ‘proving’ is afgeleid van het Duitse ‘Prüfung’ en betekent geneesmiddelproef.
2.3.2.
Provingen
Na zijn ervaring met de inname van kinine, doet Hahnemann veel provingen op zichzelf en gezonde vrijwilligers en gebruikt de hiermee opgedane kennis om mensen te genezen. In de paragraven 105-145 van het Organon geeft hij richtlijnen voor het uitvoeren van provingen. ‘Alleen door het observeren van zulke veranderingen, welke die middelen in de gezonde mens teweeg brachten, kon men hun geneeskracht onderzoeken.’ (§ 110, Hahnemann, 1996, p. 74). In § 111 voegt hij hieraan toe dat de overeenkomst tussen zijn observaties van de pure geneesmiddelwerking en eerdere publicaties, die niet voor therapiedoeleinden zijn geschreven, overtuigend zijn. ‘Ze laat ons zien, dat de medicamenten in hun _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 8
pathogene werking op het gezonde menselijke lichaam werken volgens vaste eeuwige natuurwetten. Daardoor zijn ze in staat vaststaande en betrouwbare ziektesymptomen te verwekken, elke stof naar zijn eigen structuur.’ (Hahnemann, 1996, p. 74). Tot het eind van zijn leven hecht hij veel waarde aan het zelf bereiden van zijn geneesmiddelen. Hij is ervan overtuigd dat de geneeskundige de onderzoeken ’met de alle hem hier geleerde voorzichtigheid en behoedzaamheid kan opstellen’ en hieruit niet alleen veel kennis over de remedies haalt, maar dat het ook goed is voor zijn rol als arts en zijn gezondheid. Voordelen van het onderzoek op de arts zelf, mits gezond, zijn dat hij door observatie van conditieveranderingen bij zichzelf inzicht krijgt in zijn eigen gevoelens, denkwijze en gemoedsgesteldheid, maar ook in zijn vaardigheid als observator (Ken uzelf!). ‘Wie proeven op zichzelf neemt weet het zelf, weet het zeker wat hij gevoeld heeft.’ Daarnaast wordt het organisme van proefpersonen door herhaalde aantastingen van de gezondheid vaardiger in het verdrijven van voor zijn lichaam vijandelijke invloeden. Zijn lichaam wordt gehard, zijn gezondheid stabieler en hij wordt robuuster (§ 141, Hahnemann, 1996, p. 86 en 87).
2.3.3.
Minimale prikkel
Hahnemann werkt vanaf 1789 met relatief kleine doses ruwe stoffen, zoals kwik bij de genezing van syfilis. Uit zijn eerste casusboeken blijkt dat hij tot halverwege de dertiger jaren van 19e eeuw experimenteert met zowel ruwe als verdunde en geschudde stoffen. Omdat geschikte stoffen, zoals arsenicum, kwik, belladonna en slangengif toxisch zijn, gaat hij ze verdunnen. Later geeft hij bij elke verdunningstap, eerst 10 en later 2, krachtige schudslagen. Hij wordt hiervoor geïnspireerd door het enigszins vergelijkbare fenomeen dat - als vuursteen op staal geslagen wordt - hitte ontstaat en het staal uiteenvliegt in ‘sterretjes’ (Gunavante, 1995, p. 126). Hij verwijst in voetnoot 1 van § 269 naar ‘veranderingen die in verschillende natuursubstanties door wrijven worden opgewekt, zoals warmte, hitte, vuur, de ontwikkeling van geurstoffen en magnetisering van staal’ (Hahnemann, 1997, p. 146). In § 128 van het Organon verwoordt hij de verschillende werking tussen pure en gedynamiseerde stoffen als volgt. ‘De latere en meest recente onderzoeken hebben geleerd, dat geneesmiddelsubstanties, als ze voor onderzoek naar hun eigensoortige bewerkingen door proefpersonen worden ingenomen, in onbewerkte, pure vorm bij lange na niet die volle rijkdom van de erin verborgen krachten ten toon spreiden, als wanneer ze in hoge verdunningen, door stevig verwrijven en schudden gepotentieerd voor de proef worden ingenomen. Door die eenvoudige bewerking worden de in hun ruwe toestand verborgen, als het ware sluimerende krachten in ongelooflijke mate ontwikkeld en geactiveerd.’ (Hahnemann, 1996, p. 80-81). Hij noemt dit proces ‘dynamiseren of potentieren’ (ontwikkelen van de artsenijkracht) en de producten die hieruit ontstaan ‘dynamisaties of potenties’ in verschillende graden (§ 269, p. 145). Hahnemann verdunt het originele medicijn aanvankelijk op verschillende manieren en in verschillende verhoudingen met een vloeistof. In de eerste editie van het Organon geeft hij geen duidelijk voorschrift voor de standaarddosering en drukt de geneeskundige op het hart ‘'de zorgvuldig geselecteerde remedie in zo'n klein mogelijke dosis voor te schrijven om adequaat de huidige ziekte te overwinnen en vernietigen.’ Geleidelijk start hij met de centimale schaal, een verdunning van 1 op 100, en hij gaat aanvankelijk niet hoger dan C30 (Handley, 1990, p. 124). Door empirische ondervinding merkt Hahnemann dat het geven van een zo klein mogelijke dosis (§ 275), die gepotentieerd is (§ 275) en één enkelvoudige remedie tegelijkertijd goed werkt (§ 273-274). Dit principe van de minimale prikkel komt overeen met de Wet van Arndt-Schulz (1888). Volgens deze wet uit de biochemie versterken hoge,
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 9
verdunde stoffen levensprocessen, begunstigen gemiddelde concentraties het, terwijl sterke concentraties levensprocessen kunnen remmen en beëindigen (www.whonamedit.com). In §§ 246-248 en 269-272 beschrijft Hahnemann zijn nieuwe inzichten in dosering en wijze van herhaling en de hieruit voortvloeiende veranderingen in de geneesmiddelbereiding, de LM potenties (Hahnemann, 1996, p VII). De LM potenties zijn een ‘medicijn van hoogste activiteitsontplooiing en mildste werking, die echter, mits goed gekozen, alle ziekten geneeskrachtig aanpakt.’ Zelfs bij het frequenter herhalen, blijft het mogelijk een minieme prikkel tot genezing te geven (Hahnemann, 1996, p. 151, voetnoot 6).
2.3.4.
Potentiëren
De letterlijke betekenis van potentie is 'kracht', maar het gaat hier om het vrijkomen van de dynamische werking van een middel, de activiteit die het heeft op de levenskracht. ‘De homeopathische geneeskunde haalt voor haar specifieke behoefte de innerlijke, spirituele medicinale krachten van de ruwe grondstoffen te voorschijn door middel van een geheel eigen behandeling die tot ik ermee begon nog niet was geprobeerd. Ze ontwikkelt die geneeskrachten tot een tevoren ongehoorde graad van werkzaamheid, waardoor ze allemaal pas echt bijzonder, ja zelf onmetelijk ’doordringend’ actief en dienstig worden, zelfs die substanties onder hen, die in onbewerkte toestand niet de minste medicinale kracht in het lichaam laten blijken. Deze merkwaardige verandering in de eigenschappen van natuurlijke stoffen ontwikkelt zich door mechanische inwerkingen op hun kleinste partikels, door verwrijven en schudden (terwijl ze door middel van een indifferente droge of vloeibare substantie van elkaar gescheiden zijn), de latente dynamische krachten die tevoren onopgemerkt, als het ware sluimerend in hen verborgen waren en vooral invloed kunnen uitoefenen op het levensbeginsel, op de conditie van het dierlijk leven.’ (§ 269, p. 145). Hahnemann ontdekt dat álle stoffen een geneeskrachtige werking krijgen en minder verergering geven na potentiering. Stoffen die in grote hoeveelheden inert zijn, zoals zout en houtskool, krijgen geneeskundige eigenschappen. Stoffen die al bekend zijn als geneesmiddel, zoals kinine en kwik, krijgen hierdoor meer kracht. ‘Stoffen die in de kleinste hoeveelheid zo fel zijn in hun activiteit, zoals Arsenicum, … worden door de eigen bereidingswijze van de homeopathie niet alleen mild in hun werking, maar ook op ongelooflijke wijze ontplooid wat betreft hun tot dusver onbekende geneeskracht.’ (Hahnemann, 1997, p. 176). In Chronische ziekten beschrijft hij wat essentieel is bij de ontwikkeling van de artsenijkracht van stoffen. ‘De verandering die in natuurlijke stoffen, vooral in medicinale, ontstaat door aanhoudend verwrijven samen met een niet-medicinaal poeder, of in oplossing door langdurig schudden samen met een niet-medicinale vloeistof, is zo ongelooflijk groot, dat het aan een wonder grenst en het zeer verheugend, dat de ontdekking van deze wonderbaarlijke verandering toebehoort aan de homeopathie. Zoals ik al op een andere plaats uiteenzette, ontplooien deze stoffen niet alleen hun geneeskracht door die bewerking in een onbegrensde mate, maar ze veranderen ook hun fysisch-chemische gedrag zodanig dat, als ze in hun onbewerkte substantie nooit in water en alcohol op te lossen waren, ze na deze bijzondere omvorming toch helemaal oplosbaar waren zowel in water als in alcohol. Dat is een onschatbare waarde voor de geneeskunst.’ (Hahnemann, 1997, p. 177). Er zijn dus twee principes van dynamiseren, namelijk het potentiëren (verdunnen én schudden) en het tritureren (verwrijven). Hahnemann verwrijft eerst alleen onoplosbare stoffen omdat ze na de derde trituratiestap stoffen oplosbaar zijn in water en alcohol en dan verder gedynamiseerd kunnen worden met het gebruikelijke verdunnen en schudden. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 10
Hij ervaart later dat óók oplosbare stoffen na trituratie aan dynamisatie meer te winnen hebben. Hij zegt in Chronische ziekten en § 271 van het Organon dat zelfs plantenremedies uit verse sappen, die eerst alleen verdund en geschud werden, volgens zijn ervaring meer aan dynamisatie winnen ‘dan als ze zo maar als sap, zonder eerste verwreven te zijn, via 30 flesjes alcohol zijn verdund en door de iedere keer verrichte twee schudslagen zijn gepotentieerd.’ (Hahnemann, 1997, p. 179, voetnoot 1). Illustratief in dit verband is onderstaande afbeelding uit een voordracht van Friedrich Dellmour van het ‘Ludwig Bolzmann Institüt für Homöopathie’ op het Ligaconges in Wenen in 1993.
Oertincturen en C3-verwrijvingen in ‘Hahnemann’s apotheek’
Uitgaand van de eerste verwrijving van goud in 1818 heeft Hahnemann vanaf 1835 de C3melksuikerverwrijving als algemene bereidingswijze voor alle geneesmiddelen in de homeopathische apotheek ingevoerd. Hij distantieerde zich daarmee van het verdere gebruik van oplossingen en oertincturen.’ (Becker, 2000, p. 85).
2.4. Het resonantieprincipe Substanties hebben principe de volgende werkingen op het organisme: - Chemisch, zoals voedsel, vitamines, drugs, tabak en koffie door hun inhoudsstoffen inwerken op het organisme; - Toxisch, zoals Arsenicum kan leiden tot overgeven, diarree, koud zweten, krampen en/of de dood; - Mechanisch, zoals het systeem een grote doses Ipecacuana eruit gooit voordat het opgenomen is (De Schepper, 2001, p. 38); - Dynamisch of elektromagnetisch, zoals radioactiviteit in materie, draadloze radio en elektronica. Elke stof heeft een elektromagnetisch veld. De werking van elektron en magnetisme is algemeen geaccepteerd (Gunavante, 1995, p. 128). Bij ziekte is sprake is van een dynamische verstoring van de levenskracht, die kan doordringen in alle lagen van het organisme, zoals een elektromagnetisch veld dat ook kan doen. Een homeopathisch geneesmiddel met een gelijkende dynamische werking kan het zelfgenezende vermogen van het lichaam stimuleren en hierdoor de ziektesymptomen opheffen2. Dit werkt door middel van het resonantieprincipeiii. De letterlijke betekenis van resonantie is ‘Weerklank. Natuurkundig: verschijnsel waardoor, onder invloed van periodieke impulsen, de amplitude van een trilling of slingering iii
Ik gebruik de uitleg van het resonantieprincipe van George Vithoulkas in zijn boek ‘The Science of Homeopathie’, omdat ik zijn uitleg heel begrijpelijk vindt. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 11
(mechanische, akoestische, elektrische) grote waarden aanneemt.’ (Verschueren, p. 1521). Het resoneren wordt veroorzaakt door het meebewegen van elektronen rond de kern van een atoom. Deze beweging kan vanuit een extern gezichtspunt omschreven worden als een golf. Als het elektron rond de kern cirkelt, lijkt het in één richting te bewegen en vervolgens lijkt het terug te bewegen naar de oorspronkelijke locatie. Het concept van een golf is algemeen bekend. In water wordt een golf gekarakteriseerd door een beweging van moleculen naar boven en naar beneden, en weer opnieuw. Een papiertje op de oppervlakte blijft op dezelfde plek als het water beweegt. Geluidsgolven werken volgens hetzelfde principe, maar dan door lucht. Elektromagnetische golven verplaatsen zich zelfs door een vacuüm en over grote afstand. De voortplantingssnelheid is afhankelijk van het type substantie waarin de golven zich verplaatsen. Elektromagnetische golven verplaatsen zich met de snelheid van het licht.
Een complete golf of resonantiecyclus. (Vithoulkas, 1998, p. 76)
Bovenstaande figuur laat zien hoe een golf zich eerst in positieve en daarna in negatieve richting beweegt. Een complete golf wordt cyclus genoemd. De vorm van de golf wordt bepaald door de volgende parameters: - de ‘frequentie’ of vibratie, uitgedrukt in het aantal cycli per seconde; - de ‘golflengte’ of horizontale lengte in centimeters of meters; - de ‘amplitude’ of hoogte van de golf in krachteenheden. Hoe hoger de golf, hoe groter de kracht. Omdat de voortplantingssnelheid constant is, zijn golflengte en frequentie uitwisselbare begrippen. Een kleine golf heeft minder kracht, zoals een kleine steen die in het water gegooid wordt minder effect heeft dan een grote. Bij twee elektromagnetische golven van dezelfde frequentie, zal de golf met de grootste amplitude (hoogte) meer kracht bevatten en doorgeven. Elke substantie heeft een karakteristieke frequentie of bereik waarin het gemakkelijk vibreert met zijn omgeving. Een homogene massa zoals een stemvork zal sterk vibreren op een frequentie, die resonantiefrequentie genoemd wordt. Vibraties kunnen doorwerken op afstand en zelfs op verschillende niveaus, maar het effect is harmonieus door het resonantieprincipe. Als we bijvoorbeeld op een stemvork slaan, zal een stemvork met hetzelfde aantal MHz op hetzelfde niveau mee vibreren. Een stemvork met een andere frequentie klinkt zachter, maar resoneert nog steeds mee. Bij een niet homogene massa, zoals de organen van een mens, gaat elk onderdeel vibreren volgens zijn eigen resonantiefrequentie. Dit is niet zichtbaar met onze zintuigen. De levenskracht van de mens is vanuit elektrodynamische vibraties een extreem complex gebeuren (Vithoulkas, 1998, p. 77). Bepaalde therapeuten, zoals osteopaten, kunnen deze vibraties in het lichaam wel voelen en werken ermee.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 12
De resonantiefrequentie, de energie of kracht van het systeem, is maximaal in een harmonieuze staat. Hoe verder men van de resonantiefrequentie is, hoe meer dissonantie ontstaat met gelijktijdige afname van energie. Het lichaam bestaat uit vloeistoffen, vaste stoffen en is een flexibel en energetisch proces, dat direct reageert op en afgeeft op de omgeving. Ondanks deze complexiteit zijn er wetten en principes die zowel ziekmakende als therapeutische invloeden op het lichaam hebben, die hun basis hebben in concepten van resonantie, harmonie, bekrachtiging en uitwisseling. Het hele organisme en elk onderdeel daarvan kan sterker of zwakker worden afhankelijk van het niveau van harmonie, resonantie en de kracht van de ziekmakende of therapeutische invloed die het aanspreekt (ibid, 1998, p. 79). Om ervoor te zorgen dat het defensiemechanisme überhaupt symptomen produceert, moet de waarde van de levenskracht overschreden worden. Hierbij spelen enerzijds de kracht van de dosis of substantie en anderzijds de gevoeligheid van het organisme voor de substantie een rol. Dit is schematisch weergegeven in onderstaand schema. Er is een breed spectrum van gevoeligheden, of daarin resulterende vibratiegraden, voor verschillende provers (ibid, p. 146).
De resonantiegevoeligheid van provers op de substantie (Vithoulkas, 1998, p. 147)
De frequentiegraad van de remedie zal dicht bij de frequentiegraad van sommige provers komen. Deze zullen het meest gevoelig zijn (prover 5 t/m 7). Als de remedie exact past, zullen provers de meest betrouwbare symptomen hebben en later genezing van het hele organisme ervaren. Als de remedie dichtbij is, maar niet exact past, ervaart de prover een grote variatie van passende symptomen, zelfs op mentaal en emotioneel niveau. Als de remedie ver van de vibratiegraad van de prover is (bijvoorbeeld prover 1 of prover 11) zullen alleen giftige hoeveelheden van de remedie symptomen produceren en deze zullen alleen het fysieke niveau grof beïnvloeden (ibid, 1998, p. 147). Guy Buckley Stearns ontdekt dat de iris van het oog reageert als de gelijkende remedie bij het oog gebracht wordt. Dit bewijst dat de remedie energie uitstraalt in de vorm van Herziaanse golven. Tritureren leidt tot het uitstralen van alfa-, bèta- en gammastralen. Alfastralen corresponderen met de erg lage potenties, gammastralen met de erg hoge potenties. Het is een feit dat gammastralen dieper inwerken en dit verklaart waarom hoge potenties effectief zijn bij de behandeling van chronische en diepgewortelde ziekten (Gunavante, 1995, p. 130). Bij het menselijk meeresoneren speelt bijvoorbeeld de invloed van licht, donker of de aanwezigheid van bepaalde mensen, omgeving of muziek een rol. Hier maken veel therapieën gebruik van, zoals massage, Bachbloesems, klank- en lichttherapie. Het speelt ook een rol bij onze aantrekkingskracht tot iets of iemand.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 13
2.5. Actieve werkwijze 2.5.1.
Substanties
Een homeopathisch middel kan in principe van elke substantie gemaakt worden, behalve radioactieve middelen. Bronnen voor remedies zijn: − het plantenrijk- en dierenrijk; − mineralen, gassen en metalen; − weefsels of uitscheidingsproducten van gezonde levende organismen (sarcodes), zoals Cholesterol, Insuline en Thyroïdinum; − weefsels of uitscheidingsproducten van zieke organismen (nosodes), zoals Syfillinum, Ambra grisea en Carcinosinum; − gewichtsloze zaken (imponderabilia) zoals röntgenstraal, magneet en zonlicht. Het complete beeld van een remedie dient uit allerlei bronnen te komen, namelijk toxicologische gegevens (§ 110), provingen (o.a. § 105-145, 124-127) en klinische observaties. Als de substantie gegeven is en de proefpersonen de symptomen nauwkeurig noteren, komen de specifieke manifestaties van het defensiemechanisme naar voren. Dit is de enige manier waarop de frequentie van de resonantie van de actie van de remedie genoteerd kan worden (Vithoulkas, 1998, p. 144).
2.5.2.
Provingen tot nu toe
Hahnemann is - na Albrecht von Haller (§ 108) - de eerste die geneesmiddelproeven doet op zichzelf en gezonde vrijwilligers om te onderzoeken welke ziektesymptomen deze substanties kunnen genezen. Zijn provingen hebben, evenals die van Hering (1800-1880), Wells en Kent (1849-1916), geleid tot zeer gedegen beschrijvingen van geneesmiddelen in de Materia Medica. Constantine Hering beschouwt de twee- tot driejaarlijkse provingen van nieuwe middelen als de ‘feesten in onze kerk’ en ‘je bent geen echt lid als je er niet aan deelneemt’. ‘Proving is a wonderful thing, the world has never known its like. We suffer, and we enjoy it; we sacrifice a little of our comfort, and gain years of strength by it; we go to school to learn, and we increase the certainty of the healing art. At the same time, to prove drugs is of all other ways the very best, the nearest and the easiest way to master our Materia Medica. It is the way to learn; to observe the art of arts, the principal one on which all others are based.’ (Sherr, 1994, achterflap). Jeremy Sherr (1955) vindt dat de kwaliteit van de provingen sinds Kent te wensen overlaat, omdat gedetailleerde informatie over mentale symptomen vaak ontbreekt (ibid p. 9), toepassing in de praktijk weinig resultaten heeft (ibid, p. 41) of de informatie in de Materia Medica gebaseerd is op halve provings of toxicologische rapporten (ibid, p. 9). Uit een recent onderzoek naar de kwaliteit van homeopathische provingen tussen 1945 en 1995, blijkt op veel punten verbetering nodig. Met steun van de KNVH, VSM en VHAN is een protocol opgesteld voor de proving van enkelvoudige homeopathische geneesmiddelen om geregistreerd te kunnen worden. Men constateert dat sinds 1995, mede op initiatief van Sherr, internationaal al veel vooruitgang geboekt is (Jansen, Dynamis 51, p. 4, 5). Er zijn echter verschillende typen provingen, die allemaal hun waarde hebben. Sherr onderscheidt de volgende typen: − Een goed georganiseerde, accurate en degelijke proving met bij een groot project 15 tot 20 personen, waar men de totaliteit van het middel gedurende langere tijd probeert te achterhalen. Het doel is publicatie in de Materia Medica en Repertorium, die als betrouwbare bron kan dienen voor voorschriften van toekomstige homeopaten; − Korte termijn provingen met een groep studiegenoten of op een seminar om de diepere betekenis van een remedie te ontvouwen, zoals trituratieprovingen; _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 14
− −
Informele, gedeeltelijke provingen op jezelf en/of vrienden voor eigen inzicht en gebruik; Provingen door toediening van de verkeerde middelen aan (sensitieve) patiënten. Dit komt vaak voor en is een waardevolle bron van symptomen, die echter vaak verward wordt met beginverergeringen, een genezingscrisis of terugkeer van oude symptomen of ‘alles komt eruit’ (Sherr, 1994, p. 16 en 17).
Volledige provingen Sherr ontwikkelt voortbouwend op de richtlijnen van Hahnemann en Kent een methodologie voor volledige provingen. In 1994 verschijnt zijn boek ‘The Dynamics and Methodology of Homoeopathic Provings.’ Hij gaat in op de filosofie van provingen en geeft duidelijke richtlijnen over dosis, potentie, nauwgezette supervisie3 en precieze extractie4. Dit garandeert accurate en betrouwbare resultaten (Sherr, 1994, p. 42). Sherr zegt onder andere dat één sensitieve prover ‘een hele proving kan maken’ door keynotes en beelden naar voren te brengen. Het geheel van gewone symptomen wordt ingevuld door de rest (ibid, p. 24). De ‘masterprover’ of coördinator· dient de proving te leiden en vooral de belangrijkste gemeenschappelijke factor, de ‘All if one person’-factor, in de gaten te houden. Een proving lijkt namelijk op een kunstmatige epidemie, waardoor alle individuele deelnemers een organisme worden (ibid, p. 32). Sherr adviseert maximaal 6 korrels in twee dagen in één potentie te geven of een aantal potenties variërend van C6, C15, C30 en C2005. Het is belangrijk de middelgift ongestoord in te laten werken, omdat de symptomen die het laatst naar voren komen bij de provingen het belangrijkst zijn (ibid, p. 51). Trituratieprovingen In 1990 begint de Duitse homeopaat en onderzoeker Jürgen Becker met droomprovingen en trituratieprovingen op Seminars. Hij doet tussen 1993 en 2000 met onder andere Witold Ehrler onderzoek naar de basis van de homeopathie, de resonerende groepsverwrijvingen (Köhler, Bad Boller Arzneimittelprüfungen, C4-verwrijvingen) en inspireert hiermee vele homeopaten , waaronder Rajan Sankaran en Alize Timmerman (Becker, 2000, p. 936). Becker is de grondlegger van de zogenaamde C4-homeopathie. Tegenwoordig doen groepen homeopaten op de hele wereld op Seminars, cursussen of in kleine groepen ervaring op met het handmatig verwrijven van substanties voor hun eigen persoonlijke ontwikkeling en inzicht in de homeopathie en de stof.
2.5.3.
Bereidingswijze
Hahnemann beschrijft de bereidingswijze van homeopathische geneesmiddelen in het Organon (§ 264-271), De Chronische Ziekten (p. 176-184) en de Reine Arzneimittellehre. In het Organon geeft hij de ware geneeskundige richtlijnen voor het verkrijgen van zuivere basissubstanties van grote werkzaamheid (§ 264, 266, 268), behoud van de geneeskracht (§ 267), verkrijgen van ‘de innerlijke, spirituele, medicinale krachten van de ruwe grondstoffen’ door verwrijven en schudden ‘terwijl ze door een indifferente droge of vloeibare substantie van elkaar gescheiden zijn’ (§ 269), de verwrijvingscyclus en verdere dynamisering met verdunnen en schudden (§ 270). Uit § 271 van het Organon blijkt dat hij in die periode ook plantenremedies uit vers sap of de verse plant bereid (LM potenties). ‘Hij doet dan een paar grein ervan in een mortier om het met driemaal 100 grein melksuiker op een miljoenste verdunning te brengen (§ 270) en dan de verdere potentiering van een opgeloste k1eine fractie daarvan via schudden ter hand te nemen’ (Hahnemann, 1996, p. 152). In Chronische Ziekten (1835!) adviseert hij in verband met de gewenste uniformiteit geneesmiddelsubstanties tot de miljoenste potentie [C3-derde trituratiestap] te prepareren, om hieruit de oplossingen en de benodigde potenties van deze oplossingen te maken (Hahnemann, 1997, p. 181).
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 15
Trituratie of verwrijving Tritureren betekent letterlijk ‘uitlokken’. Een trituratiecyclus bestaat uit verschillende stappen, die uitgevoerd worden volgens § 270 van het Organon. Voor elke trituratiestap van circa een uur is 6 gram (100 grein6) melksuiker nodig, die verdeeld wordt in 3 porties van 2 gram. Bij de eerste trituratiestap wordt 2 gram melksuiker en een snufje van de substantie (0,06 gram) in een porseleinen mortier met een grove binnenkant gedaan. Het materiaal wordt eerst gemengd met een porseleinen spatel en dan met enige kracht 6 minuten met een porseleinen stamper (vijzel) verwreven en vervolgens 4 minuten bij elkaar geschraapt, zodat het verwreven poeder gelijkmatig gemengd wordt. Deze stap wordt één keer herhaald zonder extra melksuiker toe te voegen. Dan wordt de tweede portie melksuiker bijgevoegd en weer achtereenvolgens 6 minuten verwreven, 4 minuten geschraapt, 6 minuten verwreven en 4 minuten geschraapt. Hetzelfde proces wordt herhaald met de derde portie melksuiker. Na circa één uur zijn de 3 porties van 2 gram melksuiker gebruikt en is in totaal 6 keer 6 minuten verwreven en 4 minuten geschraapt. De inhoud van de kom wordt goed leeg geschraapt en de inhoud bewaard in een doosje met de naam van de substantie en C1. Om tot C2 respectievelijk C3 te komen is opnieuw 6 gram melksuiker nodig. Het wordt in elke trituratiestap verdeeld in 3 porties van 2 gram en het procédé uit het eerste uur wordt herhaald, namelijk door bij elke portie van 2 gram melksuiker 2 keer 6 minuten te verwrijven en 4 minuten te schrapen. De kom wordt weer goed leeggemaakt voor de volgende trituratiestap en de inhoud bewaard (Hahnemann, 1996, p. 148). Het verwrijven tot C2 is globaal 2 uur en tot C3 globaal drie uur werk (Hahnemann, 1997, p. 181). Verdunnen en schudden Om de ‘tot miljoenvoudige in poeder gepotentieerde geneesmiddelen’ (C3) in vloeibare vorm te brengen en van daaruit verder te kunnen dynamiseren, wordt een grein (0,06 gram) van het verkregen poeder opgelost in water en alcohol en het voorgeschreven aantal keer geschud (Hahnemann, 1996, p. 182). Dit potentiëren wordt bij centimale (C) en decimale (D) potenties op een andere manier gedaan dan bij de LM potenties. Het enige verschil tussen een C- en D-potentie is de verdunningsverhouding van respectievelijk 1:100 en 1:10. De LM- of Q-potentie heeft een totale verdunningsverhouding van 1 op 50.000, die wordt bereikt in drie stappen. Verschillen bij de bereiding van een C- en LM-potentie zijn: - de aangegeven tijden van verwrijven en schrapen, namelijk bij een C-potentie respectievelijk 6 en 4 minuten ((Hahnemann, 1997, p. 180) en bij een LM-potentie 6-7 minuten en 3-4 minuten (Hahnemann, 1996, p. 147, 149); - de verdere verwerking met een grein van de tot de derde trituratiestap verwreven substantie met verschillende verdunningsverhoudingen en schudslagen: ○ bij de C-potentie wordt een grein opgelost in 50 druppels gedestilleerd water. Daarna worden 50 druppels goede alcohol toegevoegd (1:100) en het voor twee derde deel gevulde flesje twee keer geschud. Van dit flesje 1:100 (C1) wordt 1 druppel gevoegd bij 99 of 100 druppels pure alcohol en het flesje wordt twee maal geschud en gesigneerd met 1:10.000 (C2) et cetera. De eerste 1/100 potentie wordt C1 genoemd en de dertigste C30. ○ Bij de LM-potentie wordt de verdunningverhouding 1:50.000 bereikt in drie opeenvolgende stappen: 1. een grein wordt opgelost in 500 druppels vloeistof, die bestaat uit een mengsel van 100 druppels 90% alcohol en 400 druppels gedestilleerd water. 2. Van dit mengsel wordt één druppel in een flesje gedaan. Men voegt hier 100 druppels 95% alcohol aan toe en geeft dan 100 krachtige schudslagen. 3. Met een druppel van deze eerste dynamiseringsgraad worden fijne suikerglobuli goed bevochtigd, op vloeipapier uitgespreid om te laten drogen en in een _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 16
afgesloten flesje bewaard met het etiket van de eerste potentiegraad (I) (ibid, p. 147)7. Bij LM potenties wordt dus 100 keer ‘met krachtige schudslagen’ geschud en bij de Cpotentie ’twee maal met matige slagen van de arm’. Hahnemann geeft bij de C-potentie de voorkeur aan twee keer schudden, omdat ‘bij het daarvoor gebruikelijke 10 keer schudden de potentiering door het vele schudden uitstijgt boven de mate van verdunning’ (Hahnemann, 1997, p. 181-183). Bij het potentiëren is alleen verdunnen niet voldoende. ‘Verdunning alleen, bijvoorbeeld door het oplossen van een grein keukenzout, wordt bijna enkel water. Het grein keukenzout verdwijnt in de verdunning met veel water en wordt daardoor nooit tot de keukenzoutmedicijn, die zich immers door onze goed toebereide dynamiseringen tot een bewonderenswaardige kracht ontplooit.’ (Hahnemann, 1996, p. 147, voetnoot 4). Schudden voegt kinetische energie toe aan de oplossing en dit is cruciaal. Als een oplossing alléén geschud wordt en niet verdund, wordt de potentie slechts een niveau hoger, onafhankelijk van het aantal keer dat geschud wordt (Vithoulkas, 1998, p. 103). De invloed van het proces van verdunnen en schudden blijkt uit de verschillende werking en toepassing van bijvoorbeeld D30 en C30. Het aantal schudslagen is precies hetzelfde, maar de verdunning verschilt. Hierdoor is de dynamische werking van een C30 groter dan die van D30. Wat er precies gebeurt tijdens het potentiëren is wetenschappelijk nog niet vastgesteld, maar de invloed blijkt uit empirische ervaringen in de homeopathie (ibid, p. 104). Hoge en lage potenties De verdunningsverhouding en het aantal keren dat voorgaande dynamiseringstappen gedaan worden varieert. De keuze voor een bepaalde potentie kan belangrijk zijn voor wat men wil bereiken in de behandeling. Sommigen homeopaten, zoals Jeroen Morsink en Piet Guit, maken onderscheid in de volgende potentieniveaus: - Lage potenties: D0-D6, C3-C6, LM1-LM3; - Midden potenties: D30, C30, D200, C200, LM6-LM12; - Hoge potenties: M. 10 M, 50 M. LM18-LM30; - Zeer hoge potenties: CM en hoger (Morsink, 1997, p. 67, Guit 2000-2004). Volgens de scheikundige wet van Avogrado (1811) is er een grens in het aantal verdunningen, dat in serie gemaakt kan worden, zonder de oorspronkelijke ruwe stof te verliezen. De grens ligt hierbij grofweg bij D24 en C128. Hieronder is nog een deel van de oorspronkelijke ruwe stof aanwezig en daarboven niet meer. Men zou denken dat de kracht niet toeneemt bij verdere potentiering, maar potenties die boven deze limiet liggen blijven toenemen in kracht (Vithoulkas, 1998, p. 102). Remedies Homeopathische remedies worden bereid en gekeurd volgens richtlijnen van het HAB (Homeopathisch Arznei Buch). Bij VSM en de Hahnemann Apotheek in Holten worden oplosbare stoffen niet verwreven, maar gepotentieerd tot het eindproduct. Plantaardige midden worden bereid uit een oertinctuur, die daarna gepotentieerd wordt. Niet-oplosbare grondstoffen worden verwreven tot de verwrijvingstap waarin de stof oplosbaar is. Het aantal stappen hangt mede af van de hardheid van de grondstof. Alleen kleine hoeveelheden, zoals een tabletje van een medicijn, worden handmatig verwreven, omdat het tijdsintensief en kostbaar is. De meeste stoffen worden machinaal in een retch (grote mortier) verwreven (VSM, Hahnemann Apotheek)9. Bij Nelson’s Homeopathic Products in Oostenrijk en Remedia zijn handmatig tot de derde trituratiestap verwreven middelen verkrijgbaar. Bij Remedia zijn potenties tot C200 met de hand geschud (info M. Delfos, www.eternahomeopathie.com).
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 17
2.6. Keuze potentie Er zijn geen absolute regels voor het toepassen van bepaalde potenties in specifieke situaties. Sommige homeopaten werken met één potentie, anderen werken met oplopende of afnemende reeksen. Elke homeopaat heeft zijn eigen stijl. Hahnemann experimenteert volgens zijn vrouw Mélanie met alle potenties van 3C tot 1 M als de individuele patiënt het nodig heeft (Handley, 1990, p. 138). Als richtlijnen voor de selectie gaf hij de aard van de ziekte (acuut of chronisch), de ‘natuur’ van de patiënt en de remedie (De Schepper, 2001, p. 56, Organon § 28). Hahnemann verklaart In de zesde editie van het Organon waarom verschillende potenties nodig kunnen zijn bij chronische ziekten. ‘Ook het best uitgekozen homeopathische middel kan pas als het in meerdere verschillende vormen wordt toegediend de ziekelijke ontstemming het meest efficiënt van het levensprincipe verdrijven en bij chronische ziekten opheffen.’ (voetnoot, § 247, p. 132-133). In de Parijse periode beginnen én eindigen de Hahnemanns de behandeling vaak met Sulphur, omdat psora beschouwd wordt als de bron van alle ziekten. Bij het ontstaan van nieuwe symptomen schakelen ze direct over op het passende geneesmiddel en schrijven dan van hoog naar laag afnemende potenties voor, bijvoorbeeld van C24 naar C18 en C12 (Handley, 1990, p. 126). Later gebruikt hij de LM potenties, die hij zelfs voor zijn meest getrouwe discipel, van Boeninghausen geheim houdt. James Tyler Kent (1849-1916) vindt dat de geneeskundige die met de verschillende potenties kan werken, tien keer beter af is dan degene die altijd één potentie gebruikt. Het similium is niet altijd de genezende remedie (Gunavante, 1995, p. 145). Dit kan ertoe leiden dat - als een homeopaat zeker is over de keuze van een remedie – een aantal potenties uit een reeks niet blijkt te werken en uiteindelijk één bepaalde potentie wel (Kent, 1986, p. 239-240). Volgens George Vithoulkas (1932) speelt bij de keuze van een potentie, behalve de aard en intensiteit van de ziekte (fysiek, mentaalemotioneel), het type ziekte (acuut of chronisch), de energie, vitaliteit en sensitiviteit van de zieke, ook de ervaring van de homeopaat met bepaalde potenties en hoe zeker deze is over het middel een rol. Hoe hoger de vitaliteit van de patiënt en hoe zekerder de homeopaat is over de keuze van het middel, hoe hoger de potentie. Hoe hoger de sensitiviteit van de patiënt, hoe lager de potentie (Vithoulkas, 1998, p. 215). Rayan Sankaran (1960) heeft in 2007 zijn Schema’s ontwikkeld, bestaande uit 3 systemen, namelijk de 10 miasma’s, 3 natuurrijken en 7 niveaus van ervaring. Deze 7 lagen of niveaus zijn afhankelijk van de wijze waarop de homeopaat een bepaalde expressie van de patiënt waarneemt én een kwestie van het bewustzijn van de patiënt over zijn ziekte. Sankaran ervaart bij Seminars dat de verwarring bij homeopaten over de geneesmiddelkeuze hierdoor afneemt en dat steeds meer mensen in staat zijn tot dezelfde keuze te komen (www.kvhn.nl). De mate van bewustzijn van de patiënt over zijn ziekte, uitgedrukt in de 7 niveaus, geeft ook een aanwijzing voor het gebruik van potenties van C6 tot CM. Sherr (1955) merkt bij zijn provingen dat er weinig bewijs is voor het algemene denkbeeld dat hoge potenties op de geest werken en lage op het lichaam. Veel van de prominente provingsymptomen van Chocolade en Hydrogenium kwamen naar voren op een C6. Bij het bestuderen van een remedie als Plumbum, die vooral blijkt uit toxische dosis, blijkt wat een ruwe stof kan doen op de Mind. Sherr gaat ervan uit dat een hogere potentie meer dynamische symptomen zal veroorzaken in de erg gevoelige prover (Sherr, 1994, p. 27). _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 18
3. De C4- of manente homeopathie 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk is de achtergrond, de filosofie en de werkwijze van de C4-homeopathie beschreven. Jürgen Becker, de grondlegger van de C4-homeopathie, begint in 1990 met groepsverwrijvingen tot de vierde trituratiestap (C4). Van 1993 tot circa 2000 werken Becker en Witold Ehrler intensief samen. Substanties worden handmatig verwreven tot de trituratiestap waarin de stof nog werkzaam is. Manente komt van ‘manus’, hand. De ervaring is dat een gelijkend C4-middel sneller en krachtiger kan werken, doordat het ‘Wezen van de stof’ een antwoord kan geven op vaak onbewuste levensvragen.
3.2. Achtergrond Jürgen Becker is een Duitse homeopathische arts, onderzoeker en docent die voortbouwend op de filosofie van Hahnemann in 1990 in Bad Boll stoffen gaat verwrijven. Hij geeft zijn ervaringen uit de experimenteerfase (Boller Schüle) weer in zijn boek ‘Die einfache und erweitere homöopatische Arzneimittelprüfung.’ De basis van een proving is dat de prover zelf een geneesmiddel wordt, het belichaamt, ermee en erdoor leeft: hij is het voor een tijd. Hierdoor is het veel makkelijker een patiënt die in deze wereld gevangen zit te herkennen, te begrijpen en te kunnen begeleiden (Becker, 2000, p. 53). Bovendien leert de prover de dynamische kracht van de remedies kennen (ibid, p. 55). Witold Ehrler, een van oorsprong Duitse bioloog, heeft sinds 1993 meer dan 400 stoffen verwreven. Door groepsverwrijvingen en meditaties ontvouwt de wereld van de homeopathie zich voor hem (Ehrler, 2000, p. 17). Hij beschrijft deze hem geopenbaarde C4- teksten in boeken10, die hij beschouwt als parels die de lezer zelf kan ontdekken (ibid, p. 11). Becker en onder andere Ehrler doen vanaf 1993 veel groepsverwrijvingen met homeopaten, artsen en leken. In 2000 maken ze hun visie en ervaringen wereldkundig in ‘Neue Welten der Homöopathie und der Kräfte des Lebens.’ Dit boek opent een nieuwe wereld in de homeopathie en in ‘de wereld van de levenskrachten van waaruit al het leven gedragen en gevoed wordt.’ De toegang tot de Levenskrachten wordt geopend door twee toevoegingen aan de homeopathische potentiëringwijze, namelijk de resonantie van de deelnemers bij groepsverwrijvingen en het verder verwrijven dan de derde trituratiestap, die sinds Hahnemann gebruikt wordt (Becker, 2000, p. 8). In Nederland werkt Alize Timmerman van het Hahnemann Instituut Nederland (HIN) aan de ontwikkeling van de C4 homeopathie. Het HIN organiseert sinds 1992 Seminars met onder andere Becker en Ehrler, waarbij resonerende trituraties tot C4/C5 gedaan worden. Een trituratiegroep bij het HIN verwrijft al jaren een aantal stoffen.
3.3. Filosofie Becker vindt dat homeopaten door het werken met boeken van de oude meesters het contact verliezen met de eigenlijke, levendige bron van de homeopathie, de proving. ‘In principe kan elke natuurlijke substantie, elk mineraal, elke plant, elk dier, elke microbe, echt elke materie door een proving tot een onvervangbaar geneesmiddel worden. Maar dan moeten we ons eerst zorgvuldig in de materie verdiepen.’ Hij raadt ons aan een lage potentie in te nemen, bijvoorbeeld 3x dagelijks een D6 tot duidelijke symptomen optreden en daarna 1x een C30. ‘Het gaat bij een proving niet om inzicht in voor de praktijk
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 19
bruikbare symptomen, maar om dieper in de materie te duiken om de dynamische kracht van remedies meer elementair te leren kennen en ervaren’ (Becker, 2000, p. 55). Hij begint aanvankelijk met de inname van middelen op grote Seminars, die zoals Sankaran zegt ‘vooral productief zijn op het emotionele bereik van de dromen die een beeld scheppen van het innerlijke proces van een middel’ (ibid, p. 936). Hierna begint Becker met de ‘Homöopatische Arnzneimittelprüfung am Gesunden’ (HAMPAG). Hij ziet deze resonerende verwrijvingen als een methode om de specifieke kwaliteit van de geneesmiddel- en substantiewezenskrachten te ervaren en vervolgens als therapie te gebruiken bij zieken volgens de similiaregel (ibid, p. 934). Belangrijke regels in de C4-homeopathie zijn: - Het is een pharmakognostische weg. De Levenskrachten van substanties kunnen ons met hun goddelijke kennis behulpzaam zijn sneller tot een oplossing te komen. Elk middel heeft een thema, dat iemand op de aarde verwerken moet (zie par. 3.3.1); - ‘Wer wirklich wissen will, was Homöopathie ist und wie sie wirkt, muß sie erproben’ (Becker). Bij het verwrijven en potentiëren leert de mens niet alleen de middelen opnieuw kennen, maar ook zichzelf en het algemeen/de wereld (zie par. 3.3.2); - Homeopatische geneesmiddelen zijn belichamingen van archetypen (zie par. 3.3.3); - De geopenbaarde C4-teksten zijn te zien als geneesmiddelreizen, die mysteries in onze reis van de Ziel naar de Aarde kunnen verklaren (zie par. 3.3.4); Bij groepsverwrijvingen kan men de hoofdkenmerken van de geneesmiddelkracht in zeer korte tijd in alle lagen ervaren. Het verwrijven met melksuiker (element aarde) is een soort eerste inwijding in het geheim van het betreffende geneesmiddel. Het schudden en verdunnen met water (element water) is de tweede stap van de homeopathische potentiering. Net als bij de verwrijving kunnen sensibele mensen ook bij het schudden iets van de geneesmiddelkracht waarnemen, maar subtieler. Hier wordt nog duidelijker bij welke tussenpotentie men resoneert met het geneesmiddel, omdat deze de kenmerkende lagen van de verwrijving al in zich heeft (Becker, p. 159).
3.3.1.
De Krachten des Levens
Vanuit Hahnemanns begrip van de Dynamis of Levenskracht van de mens ontwikkelt zich een rechtstreekse toegang tot de Krachten des Levens. Deze krachten worden ‘Levenkrachten van de Schepping’ of ‘Homeopathische Substantiewezenskrachten’ genoemd, omdat ze: - homeopathisch werken, ze helen namelijk door het gelijkende lijden; - door homeopathische potentiering uit een speciale substantie, stof of materie gewonnen worden; - een Wezen vertegenwoordigen, dat andere wezens echt beroeren kan; - een Kracht bezitten, die niet alleen gezonde mensen ziek en zieke mensen gezond maakt, maar ook veelzijdige fenomenen of verschijningen in het menselijke leven naar voren kan roepen, sturen of kleuren. Deze kracht is misschien vergelijkbaar met de kracht van een Archetype’ (ibid, p. 66). De Levenskrachten van substanties komen vooral vrij tijdens het resonerende verwrijvingsproces met melksuiker, waarbij ‘de natuurlijke stoffen der schepping zich ontvouwen, ontwikkelen respectievelijk ontstoffelijken en ze worden daardoor in hun rechtstreekse natuurlijke kracht en wijsheid toegankelijk.’ De verwrijver ervaart deze Krachten niet alleen in zijn lijf en ziel, maar ze openen ook nieuwe werelden in het menselijke leven.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 20
Hierdoor laten ze verschillende dimensies of lagen van het menselijke leven bewust beleven en ervaren, namelijk op: 1. het vitaal-fysieke C1-niveauiv: we gaan ons lichaam ervaren en ontdekken; 2. het emotionele, psychologische C2-niveau: we voelen onze dynamiek op emotioneel gebied en worden ons hiervan meer bewust; 3. het mentale, geestelijke C3-niveau: de C3 geeft ons dieper inzicht in de samenhang van onze ziekte en levensgeschiedenis; 4. het spirituele C4-niveau: de C4 geeft ons de bereidheid onze levensweg volledig te accepteren. De weg te ZIJN (Becker, Timmerman). De Levenskrachten openbaren tijdens de verwrijvingen dus niet alleen iets over zichzelf, maar ook over het spirituele niveau van het Zijn (Becker, p. 9). In onze cultuur worden deze Levenskrachten vaak niet begrepen, omdat het krachten van een niet wetenschappelijk te verklaren dimensie van het leven zijn (ibid, p. 66). In groepsverwrijvingen wordt de dynamische groepsresonantie versterkt (ibid, p. 60). Alle mensen hebben een resonantiegevoeligheid, maar Witold Ehrler is er zeer gevoelig voor. In de meeste C4 teksten die hem sinds 1993 geopenbaard zijn, komt een archetypisch beeld van de stof met vier polen naar voren. Het Archetype is de wereld waar de remedies oorspronkelijk uit komen. Dit betekent dat homeopathische geneesmiddelen te zien zijn als belichamingen van Archetypen (ibid, p. 151).
3.3.2.
Archetypen
Het begrip archetype is samengesteld uit het Griekse ‘Archè’ (begin) en ‘tupos’ (vorm). Carl Gustav Jung (1875-1961), de grondlegger van de analytische psychologie, gebruikt het begrip archetype of oerbeeld voor de ‘archaïsche resten’ in dromen, zoals Freud ze noemde. Het zijn niet individuele elementen die vaak in dromen optreden en niet afgeleid kunnen worden uit de persoonlijke wereld van de dromer. Ze stammen uit het collectieve onbewuste (Jung, p. 67). Deze voorbewuste, universele ideeënpatronen komen niet alleen in dromen, maar ook in mythen en sprookjes tot uitdrukking.
“Von dem Erleiden einer Lebensthematiek und dem Finden der spezifischen Verkörperung derselben in einem bestimmten Stoff der Natur sowie bis zur jeweiligen Lösung dieser spezifischen Lebensthematik über den im Stoff verborgen Archetyp -über den diese C4-Texte hier Kunde geben wollen – Ist ein weiter Weg den jeder für sich zu gehen und zu erfahren hat”. Witold Ehrler
Bovenstaande tekst uit ’Perlen der PhamacoGnosie’ geeft aan dat het lezen van C4teksten geen vervanging kan zijn van het zelf beleven en ervaren van de betreffende thematiek. (Ehrler, 2002, p. 12). Bij C4-verwrijvingen worden archetypische beelden van de stoffen geopenbaard en deze Krachten - die in de dingen verborgen zijn - weten meer dan wij. Het ‘Wesen in der Dinge’ is een puur archetypische Kracht, die tegenover ons Zielswezen staat.
iv
Het C1-niveau doet zich voor in de eerste verwrijvingsronde van één uur, C2 in de tweede , C3 in de derde en C4 in de vierde verwrijvingsronde van een uur. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 21
In de pharmokognostische weg willen wij deze archetypische kracht toehoren om te luisteren wat deze ons te vertellen heeft (Ehrler, 2002, p. 17, 18). De mens stamt uit de Kosmos en heeft de oorsprong van alle substanties (dieren, planten et cetera) in zich. Bij C4-verwrijvingen kunnen we iets van onze eigen oorsprongen leren kennen en ze in liefde teruggeven aan de aarde om de geschiedenis van de aarde tot een goed einde te brengen. Ehrler noemt dit mysterie-arbeid (Ehrler, 18 jan. 2008). Becker geeft sinds 2005 lezingen over de homeopathie als levenskunst en archetypen van de geneesmiddelen. Hij verzorgt een driejarige opleiding over archetypen (www.ihhf.de).
3.3.3.
Provingen
De homeopathische geneesmiddelproving heeft zich ontwikkeld in drie stappen: 1. de groftoxicologische vergiftigingstap als voorloper op de homeopathie, waarin het vooral gaat om de objectief, materieel, organische verandering van de krachtig gedoseerde middelen. Het gaat om ‘den Befund’ (bevindingen, diagnose). Bijvoorbeeld het gebruik van ui bij verkoudheid, kwik bij syfilis en kinine bij malaria, Digitalis bij hartproblemen en lavendel bij onrust; 2. De fijntoxicologische ‘Reizreaktionsstufe’ van de lage potenties, waarbij de precieze subjectieve lichaamservaringen, het vegetatieve welbevinden en afhankelijkheid van omgevingsvoorwaarden veel duidelijker naar voren komen. Het gaat om ‘das Befinden’ (gezondheidstoestand, gevoel); 3. De echte dynamische resonantietrap van de hoge potenties, waarin het psychische ervaren en gedrag werkelijk veranderd wordt, dus ook “das Erleben” (ervaren) (Becker, 2000, p. 51). De eerste stap wordt gezien als het groftoxicologsche C0-niveau van de proving met materieel gif, waar Hahnemann in de eerste jaren van zijn praktijk mee werkte. De tweede als zijn fijntoxicologische C1-niveau met lage potenties en hun werking op lichaamservaringen en omgevingsmodaliteiten en de derde stap als echte dynamische geneesmiddelprovingen met C-30 potenties, waarbij ook de dynamische krachten van het emotionele C2-niveau duidelijk verschijnt. Bij de resonante groepsverwrijvingen (HAMPAG) uit de Bollerfase komt naar voren dat de fijnstoffelijke kracht van het proefmiddel niet alleen specifieke fysieke en emotionele symptomen naar voren brengt, maar ook het hele menselijke denken (C3), gedrag en dromen. Sensibele personen in een provinggroep kunnen ook zonder inname van het middel de werking van een middel ervaren, zonder het in te nemen. Deze verschijnselen zijn alleen vanuit een energetisch veld te verklaren, waarvan de werkingswijze heel anders moet zijn dan de bekende farmacologie (ibid, 934-935). Bij de verwrijving vindt een intensief contact plaats tussen de verwrijver en de ‘Levenskrachten van de Stof’. Deze werkt als eerste inwijding in het dynamische krachtenveld van het middel. Dit heeft onder andere de volgende voordelen: - de kracht van het middel kan zich binnen enkele uren ontsluiten en heeft daardoor een veel sneller resultaat dan bij middelinname door gezonden; - de symptomen zijn meestal minder belastend en houden niet lang aan; - de fenomenen per trituratiestap zijn eenvoudig te onderscheiden. Dit geldt voor zowel belastende symptomen als de gezonde kant, de kwaliteit van het geneesmiddel. Men hoeft hiervoor geen middelen in te nemen in verschillende potenties, zoals D6 of C6 (C1), C30 (C2) en C200 (C3) en te ervaren; - Verwrijvingen kunnen zonder hinderlijke voorwaarden door iedereen gedaan worden. De resonantiegevoeligheid verschilt per persoon, omdat de eigen beleving, ervaring en herkenning van homeopathische middelen af te lezen is aan het verwrijvingsresonantiefenomeen (Becker, 2000, p. 94). De ontvankelijkheid van de verwrijver wordt ook wel zijn Phosforkant genoemd. De mogelijkheden kunnen daarnaast verschillen door de intensiteit _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 22
van de basisstof, het moment waarop deze gewonnen is, de situatie en omgeving waarin de verwrijving plaatsvindt (Ehrler, 2003, p. 10). Een plant heeft bijvoorbeeld de meeste energie in de bloeiperiode. Het spreekt voor zich dat de materialen zuiver zijn en op een zuivere manier gewonnen dienen te zijn. Resonantie is in dit verband een verbinding met de substantie op gelijke golflengte. Omdat het niet alleen observatie is, geeft resonantie een groter inzicht en gewaarwording. Met resonantie zijn je eigen bedoelingen (C3) geminimaliseerd. Je oordeel en je ego speelt geen rol meer (C4). Er vindt door resonantie synchroniciteit plaats van gebeurtenissen en belevingen. Door in resonantie tot inzicht te komen van de substantie ontstaat er een C4veld. Door resonantie kom je in een proces van volledige acceptatie van gehelen. In resonantie vindt er ook geen uitlevering aan de substantie plaats (Timmerman, 16 sept. 2007). Ehrler raadt mensen te beginnen met de verwrijving van Silicea, Calcium Carbonicum, Alumina en Natrium muriaticum. Becker en Ehrler hebben ervaren dat deze stoffen de aarde, de wortel van ons bestaan vormen en ons kunnen helpen in onze vorm te komen. In paragraaf 3.6 zijn twee voorbeelden van archetypen uitgewerkt.
3.3.4.
Mysteries
Becker en Ehrler hebben bij de verwrijving van vele middelen verschillende grote C4geneesmiddelreizen gemaakt. De vier etappes11 hierin geven inzicht in de vier mysteries van de ‘Weg van de Ziel door het Leven’, met andere woorden de reis van de incarnatie van de Ziel in het lichaam. Een groot aantal middelen(groepen) kan hieraan vorm geven in de verschillende niveaus of lagen van ons bestaan. De volgende mysteries worden onderscheiden: 1. Hoe maakt de ziel contact met de aarde en hoe werken ziel en lichaam (aarde) op elkaar in? De vier aardmetalen, Calcium Carbonicum, Silicea, Alumina en Natrium muriaticum, vormen een wezenlijke basis voor onze lichamelijke aanwezigheid op aarde. Ze zijn als het ware ‘wegbereiders en –begeleiders voor de Ziel’ op haar lange weg door de Mysteries van het Leven. In de C4-teksten identificeert Ehrler: ○ de ‘Aarde van de Aarde’ als Silicea; ○ het ‘Water van de Aarde’ als Calcium Carbonicum; ○ de ‘Lucht van de Aarde’ als Alumina; ○ het ‘Vuur van de Aarde’ als Natrium muriaticum (Becker, 2000, p. 954). 2. Hoe kan je van een onpolaire gene zijde in het aardse bestaan komen? Het gaat hier om de incarnatiestappen van de Ziel om vanuit de polariteit in het lichaam te komen. Hiervoor zijn de zeven klassieke metalen verwreven, die bekend zijn uit de Griekse mythologie, astrologie en alchemie, namelijk: ○ Plumbum, Lood (Saturnus) ) ○ Stannum, Tin (Jupiter) (Zin van het leven) ) de bovenzonnige metalen/planeten ○ Ferrum, IJzer (Mars) ) ○ Aurum, Goud (Zon) ○ Cuprum, Koper (Venus) (Liefde) ) ○ Mercurius, Kwikzilver (Mercurius) ) de onderzonnige metalen/planeten ○ Argentum, Zilver (Maan) ) Samen beschrijven ze de weg van Lood naar Goud, waarbij het niet gaat over de stoffelijke verandering van het ene in het andere metaal, maar meer om de fijnstoffelijke verandering van de mens door deze grote Krachten des Levens, die in alle grote culturen van de mens een rol gespeeld hebben en ergens in een of andere vorm _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 23
bekend geweest zijn. Uit de ervaringen bij de verwrijving en/of inname van deze stoffen blijkt dat ze de mogelijkheid bieden tot een soort zelfanalyse uit de psychotherapie (ibid, p. 954-955, Barendregt, p. 43). Jung vergelijkt lood met het Ego en goud met het Zelf.
3. Beleven op welke manier de zuivere Geest tot de Ziel staat; de verhouding tussen de mens, en vooral zijn Ziel, tot de Universele Geest. De Ziel dient te bemiddelen in het contact tussen Aarde en Geest. Hier speelt het thema van de Miasma’s, namelijk de Zonde en de Verleiding. De vier belangrijkste middelgroepen hierbij zijn: ○ Sulphur voor het eerste Miasma, de Psora; ○ Cannabis indica voor het tweede Miasma, de Sycose; ○ De gifslangen voor het Syfilitische Miasma en ○ Phosfor, voor het vierde of tuberculinische Miasma12. Zowel deze zogenaamde antwoordmiddelen als de Nosoden of epidemiemiddelen zullen, vanwege hun collectieve niveau in C5 verwreven worden.
4. Hoe zijn de grote krachten van het Goddelijke Zelf opgebouwd en wat houdt het in daar een onderdeel van te zijn? Hier gaat het om de verhouding van de menselijke Ziel tot de grote Macht van de Goden, waarvan de Aarde, Gaia er één is. Het is voor ons een lange weg naar het innerlijke begrijpen en ervaren van deze Levenskrachten en hun Wereld (Becker, 2000, p. 956). Alles heeft verschillende oorsprongen, bronnen (Aarde, Water, Kosmos en Vuur), waarbij Vuur staat voor het Goddelijke. Het Kankermiasma bevindt zich in dit vierde mysterie.
3.4. De vier basismodificaties of verschijningsvormen Becker en Ehrler beschrijven vier basismodificaties, waaruit blijkt hoe de Essentie, het Wezen van de stof zich ontwikkelt bij resonerende groepsverwrijvingen van substanties (Becker, 2000, p. 120-127, Ehrler, 2003, p. 9-11). Modifatie betekent letterlijk ‘wijziging, verandering’ en staat voor de eigenschap van een substantie in verschillende verschijningsvormen (modificaties) voor te komen. 1.
Amplitudemodificatie (afbeelding 1a → 1b)
De sterkte van de geneesmiddelkracht (= amplitude) door verwrijven (C1)
De amplitude wordt opgewekt en versterkt door het homeopathische verwrijven. De geneesmiddelkracht zit in de oorspronkelijke substantie. Door verwrijving slaat de energiegolf meer uit. Bijvoorbeeld: bij een hoger geluid worden geluidsgolven hoger.
2.
‘Fraktalbildung’ (afbeelding 2)
Vrijmaken van het geneesmiddelbeeld, de essentie in stappen (C2, C3, C4 etc.)
Door het trapsgewijs verwrijven komt de essentie van de stof trapsgewijs naar buiten. Er vindt een duplicatie van de grondvorm van de energievorm plaats (‘Selbstähnlichkeit’).
3.
Frequentiemodificatie Frequentieverhoging resp. –verhoging door verdunnen (afbeelding 3a → 3b)
4.
Vitaliseringmodificatie Opwekken van de vitale De reactiemogelijkheid van het middel wordt (afbeelding 4) energie door schudden ‘wakker’ gemaakt door bijvoorbeeld schudden. Hierdoor wordt de lijn van de energiegolf dikker.
Het aantal trillingen per seconde in de energiegolf neemt toe door het middel te verdunnen in vloeistoffen. De energiegolf wordt fysiek samengedrukt en daardoor krachtiger.
Ad 1. Amplitudemodificatie De geneesmiddelkracht is de Wezensbestemming van de stof. Elke stof bevat een ander beeld, een andere blauwdruk. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 24
Door het verwrijven komt een niet zichtbare wezenlijkheid van de stof vrij, die we daarvoor niet kunnen waarnemen. De resonantiemogelijkheden van de uitgangsstof, de plaats en de persoon zijn van groot belang bij het verwrijven.
Ad 2. ’Fraktalbildung’ In deze fase wordt het geneesmiddelbeeld vrijgemaakt. De essentie van de stof komt naar buiten door het verwrijven in de verschillende verwrijvingstappen, de verschillende octaven van het geneesmiddelbeeld. ‘Fraktalbildung’ is te vergelijken met een grote golf die opgebouwd wordt uit kleine golfjes met hetzelfde patroon. Elke vorm wordt daarbij elke keer gedupliceerd (Selbstähnlichkeit). ‘Fractal’ is een begrip uit de meetkunde, dat inhoudt dat structuren op verschillende schaal overeenkomstige patronen laten zien. In deze trillingsvorm krijgt een stof steeds een nieuw karakter, maar de veranderingen zijn niet meer grof. Ze zijn in een nieuwe kwaliteit.
Ad 3. Frequentieverhoging De frequentie van het middel wordt veranderd in de vloeibare fase van de hoge potenties. Door het middel te verdunnen in vloeistoffen neemt het aantal trillingen per seconde in de energiegolf toe. Hahnemann gebruikte hiervoor water met brandewijn. Door deze zogenaamde frequentieverhoging wordt de golf fysiek samengedrukt en daardoor doordringender, krachtiger en krijgt een hogere reikwijdte. Hoe kleiner de golven zijn, hoe sterker ze zijn. Er kan echter alleen gepotentieerd worden wat al aanwezig was in de verwrijving en in de eigenschappen van de basisstof. Ad 4. Vitalisering Door het schudden wordt de vitaliteitenergie uit de drie vorige stappen opgewekt. Omdat deze energie snel vervliegt, wordt deze in de klassieke homeopathie [bij het oplossen van de korrel in een glas of flesje water] voor elke inname steeds opnieuw opgewekt door schudden of roeren (Van der Kaaij, p. 7-8; Ehrler, 2003, p. 9-11; Cd-rom Seminar HIN, jan. 2007)
Elke stof heeft individuele resonantiemogelijkheden. Het doorkomen van C4 ‘teksten’ is alleen mogelijk bij het in resonantie treden met de vier potentiering- c.q. verwrijvingstappen (Ehrler, 2003, p. 10, 11).
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 25
3.5. Bereidingswijze Trituraties Aansluitend op de derde trituratiestap (zoals beschreven in par. 2.5) wordt voor de C4 opnieuw een portie van 6 gram melksuiker in 3 porties verdeeld, waarvan een derde deel in de leeg geschraapte porseleinen kom gedaan wordt. Het materiaal wordt 6 minuten met een porseleinen vijzel verwreven en vervolgens 4 minuten bij elkaar geschraapt. Deze stap wordt één keer herhaald zonder extra melksuiker toe te voegen. Dan wordt de tweede portie respectievelijk de derde portie van de melksuiker erbij gedaan en het proces herhaald. Na dit (vierde) uur zijn de drie porties van 2 gram melksuiker gebruikt en is in totaal weer 6 keer achtereenvolgens 6 minuten verwreven en 4 minuten geschraapt. De inhoud van de kom wordt goed leeg geschraapt en de inhoud bewaard in een doosje met de naam van de substantie en C4 (Ehrler, 2003, p. 8). Verdunnen en schudden De tweede, vloeibare fase van de potentiering bestaat uit de volgende stappen: - 0,06 gram van het poeder van de laatste trituratiestap, of de resterende inhoud van de goed leeg geschraapte mortier, wordt opgelost in een 10 ml flesje dat voor de helft gevuld is met bronwater. Daarna wordt het flesje verder gevuld met 90% alcohol; - Om de eerste standaardpotentie C10(4) te maken, wordt met het flesje vervolgens 6 maal op een zachte elastische ondergrond geslagen; - Het potentiëren kan ook met alleen water. Dan is het goed na het schudden een paar druppels alcohol toe te voegen om de potentie te bewaren en hiermee bevochtigde globuli te laten drogen. Gebruik liever niet alleen alcohol, omdat het mee gepotentieerd kan worden; - Geadviseerd wordt de gewenste standaardpotenties C10(4), C40(4) C220(4) C1300(4) dubbel te maken, namelijk in een flesje met water voor de verdere potentiering én een tweede flesje met wat alcohol om het te bewaren of globuli te bevochtigen; - Voor het bereiken van de potenties zijn, na de C4-verwrijving en oplossing van een grein van het poeder in water meegerekend, nog de volgende uitschudstappen nodig: ○ 6 verdere uitschudstappen tot C10(4) (verwrijvingstap 4 + 61 = 10); ○ 30 verdere uitschudstappen tot C40(4) (verwrijvingstap 4 + 62 = 40); ○ 180 verdere uitschudstappen tot C220(4) (verwrijvingstap 4 + 63 = 220) en ○ 1080 verdere uitschudstappen tot C1300(4)13 (verwrijvingstap 4 + 64 = 1300) (Becker, 2000, p. 157, 158). Potenties De in de C4-homeopathie gebruikelijke potenties worden aangegeven met C10, C40, C220 en C1300. De potentiehoogte van het getal 6 geeft aan op welk deel van het lichaam de remedie zal werken14. Onderstaande tabel laat zien op welk niveau de C4potenties werken en met welke potenties uit de klassieke homeopathie ze vergelijkbaar zijn. Uitschudstappen 61
verwrijvingStap 6+4
C4 (Tr. 4) potenties C10
62
36 + 4
C40
63
216 + 4
C220
64
1296 + 4
C1300
65
7776 + 5
C7777
Zwaartepunt in werking- en genezingsgebied Het C1 veld behandelt vooral het vitale, fysieke niveau. Het C2 veld behandelt vooral het emotionele niveau Het C3 veld behandelt de geestelijke en psychische concepten (delusions) Het C4 veld en herinnert aan Wezensthema’s. Het is een lichaam dat blijft na ons sterven. Het C5 veld behandelt het collectieve niveau, waarvan we deel uitmaken
C3 (Tr. 3) potenties C6-C12
LM (Tr. 3) Potenties LM 1- 6
C30
LM 7 - 12
C200
LM 13 – 18 LM 19 – 24
C1000 C10.000
LM 25 – 30
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 26
Om met een substantie uit de vierde verwrijvingsronde tot de potentie C10 te komen wordt het aantal verwrijvingstappen (in dit geval 4) opgeteld bij het aantal uitschudstappen (zes). Met een substantie uit de vijfde verwrijvingsstap, wordt vijf maal geschud voor een C10 (5 plus 5 = 10). Het zwaartepunt van de werkzaamheid van een C10-potentie is vergelijkbaar met die van C6 tot C12 potenties uit de klassieke homeopathie, alleen geeft een C10(4) ook inzicht en acceptatie van de te volgen heling- of zielsweg. De kleine letter achter de potentie geeft aan uit welke verwrijvingsstap een middel stamt. Bijvoorbeeld C40(4) of C40(5) behandelt vooral het emotionele niveau, maar (4) staat voor de vierde en (5) voor de vijfde trituratiestap. Becker plaatst de hogere LM-potenties in het vierde en vijfde niveau. Hij gaat ervan uit dat deze LM-potenties - hoewel niet verder getritureerd dan de derde verwrijvingstap - toch zullen werken op het archetypische veld door de potentiering in drie opeenvolgende stappen, waarbij 100 keer geschud wordt en de globuli voor verdere verwerking gedroogd worden (Becker, 2000, p. 148, 163). Bovendien zijn alle LM-potenties verwreven. Zowel bij het verwrijven als het uitschudden kan het middel aangeven in welke laag van het totale lichaam het zwaartepunt van de werking zal plaatsvinden (Van der Kaaij, p. 16). Daarnaast heeft het middel ook een zwaartepunt in een bepaalde laag of niveau. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het archetype van de aarde, waarbij Silicea in het eerste kwadrant (C1) is geplaatst, Calcarea Carbonica in het tweede (C2), Alumina in het derde (C3) en Natrium muriaticum in het vierde (4) (zie par. 3,6). Het aantal trituratiestappen kan per stof, maar ook per verwrijver verschillen. Sommige stoffen worden tot de tweede trituratiestap (C2) verwreven, andere tot de achtste (C8). Bij de verwrijving van turf bleek bijvoorbeeld dat de verwrijving in de C2 klaar was. Andere middelen, zoals de miasmamiddelen, dienen vanwege hun collectieve karakter in C5 verwreven te worden (Cd-rom Seminar HIN). In de praktijk blijkt dat een verwrijver weerstand kan hebben tegen de (verdere) verwrijving of dat er in een bepaalde stap geen symptomen zijn. Dit kan betekenen dat de verwrijver niet resoneert met de remedie of een bepaald niveau. Remedies Bij Labopharma in Berlijn zijn de middelen van Witold Ehrler verkrijgbaar. De stoffen zijn alleen handmatig verwreven en geschud omdat dan genezing op een spirituele manier mogelijk is. Ehrler: ‘Bij door machines geproduceerde middelen wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de amplitudemodificatie. Ook al schudt een machine een miljoen keer, er ontstaat niets nieuws. De machine is wiskundig en fysiek en kan alleen materie voortbrengen.’ Het assortiment van Labopharma bevat alleen middelen uit de hoogst verwreven trituratiestap, omdat deze de meeste informatie bevatten. Bij de keuze voor een op de diepte van de pathologie passende potentie wordt niet op trituratiegraad gekozen, maar op potentiegraad: C10 - fysiek, C40 - emotioneel, C220 - mentaal, C1300 - spiritueel niveau (Cd-rom Seminar HIN, www.eternahomeopathie.com). Remehia, Helios en Nelson’s Homeopathic Products hebben handgewreven middelen tot de derde trituratiestap. Bij Remedia zijn potenties tot C200 met de hand geschud. De handgewreven middelen van Helios beperken zich tot maximaal C200 en D12; voor de hogere potenties wordt een potentiemachine gebruikt. Helios verwerkt plantenmiddelen vloeibaar en heeft de mineralen in C4 (Cd-rom Seminar HIN, www.hahnemann.nl, www.eternahomeopathie.com, www.helios.co.uk),
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 27
3.6. Het archetype van de aarde Becker en Ehrler zijn begonnen met de verwrijving van de aardemiddelen, omdat ze deze middelen zien als de basis voor onze lichamelijke aanwezigheid op de aarde (Becker, p. 954). Het archetype of de mandala van de aarde drukt zich via twee volledig tegengestelde wegen uit. Er is namelijk één archetype van de aarde en één archetype van de aarde door de invloed van de mens (Ehrler, 2003, p. 15). Het is een ingewikkeld materie, maar toch beschreven om een voorbeeld te geven van de samenhangen in het leven die bij C4-verwrijvingen naar voren kunnen komen. Waarom een bepaalde stof in een bepaald kwadrant van de mandala staat is niet wetenschappelijk te verklaren. Het archetype van de Aarde AARDE LUCHT
VUUR Natrium-muriaticum: Oplossing, Bevrijding
Alumina: Bewustzijn
4e kwadrant (C4) 3e kwadrant (C3) 1e kwadrant (C1) 2e kwadrant (C2) Silicea: Substantie, Lichaam
AARDE (& C0: ZIEL)
Calcarea-carbonica: Polariteit, gevoelslichaam
WATER
Het archetype van de aarde bestaat uit vier delen of elementen. Het geheel is de aarde, maar het bestaat uit verschillende lagen, namelijk de aarde der aarde (Silicea of kalkaarde), het water van de aarde (Calcium-carbonicum), de lucht van de aarde (Alumina of pure klei) en het vuur van de aarde (Natrium-muriaticum of het zout der aarde). Het totaal is de aarde, maar de aarde is ook in het eerste kwadrant (linksonder). In elke hoek van dit kwadrant zit het principe van de eerste vier verwrijvingstappen, dat bij elke stap een andere kwaliteit heeft. De mandala wordt linksom gelezen en begint bij Silicea. In het eerste kwadrant, het kwadrant van Silicea, bevindt zich de kwaliteit van C1, de substantie, het voedende principe van de eerste verwrijvingstap. Dit maakt dat bijvoorbeeld voedingstherapie in het eerste kwadrant hoort. In de C1 gaat het meestal om het fysieke lichaam. In het tweede kwadrant, het kwadrant van Calcium Carbonicum, bevindt zich het thema van de emotie, het drama, de polariteit. Bij de tweede verwrijvingstap doen zich meestal de zwaarste psychologische problemen voor, omdat men het verst van de oplossing is, die zich in het vierde kwadrant bevindt. In het tweede kwadrant hoort de allopathie. In het derde kwadrant, van Alumina of pure klei, bevindt zich het thema van de geest, het bewustzijn. Hierin zit het element lucht, het principe van de derde verwrijvingstap, de C3. Er is lucht en men kan het probleem mentaal begrijpen, maar er is nog geen oplossing. De patiënt moet de helingweg zelf doormaken. In het derde kwadrant hoort de klassieke homeopathie, die uitgaat van het similiumprincipe (de vorm). In het vierde kwadrant, van Natrium muriaticum, komt de oplossing, de spiritualiteit. Dit is het kwadrant met het principe van de vierde verwrijvingstap, het Zielsprincipe, de spiritualiteit. Er is een kracht die zegt: je hebt het doorleefd, geleden en begrepen dus het _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 28
antwoord komt. Het vierde kwadrant is het kwadrant van de C4-homeopathie (Cd-rom Seminar, jan 2007).
Het archetype van de aarde door de invloed van de mens De volgende mandala drukt het tweede archetype van de aarde uit, namelijk hoe de aarde door de aanwezigheid en invloed van de mens is. Deze mandala wordt ook het archetype van de aarde en de vier oorzaakprincipes genoemd. 8e dimensie
HET ZIJN CAUSA FINALIS
DIAMANT: Vanuit liefde, inhoud te verklaren doel
CAUSA FORMALIS
CARBO FULLERIN: Vanuit resonantie te verklaren vorm
IV – 4e dimensie III – 3e dimensie I – 1e dimensie II – 2e dimensie
SUIKER: Vanuit natuurwetenschap te verklaren materie CAUSA MATERIALIS
GRAFITIS: Vanuit de erachter liggende waarde te verklaren instantie CAUSA EFFICIENTS
0e dimensie
In deze mandala staan per kwadrant de dimensies, de stoffen en de oorzaakprincipes van het Zijn. De realiteit van het Zijn bestaat uit de materie en de erachter liggende instantie, de vorm en het doel. De materie kan verklaard worden vanuit de natuurwetenschap en thermodynamica (1e kwadrant), de instantie vanuit de erachter liggende bron (2e kwadrant), de vorm vanuit de resonantie (3e kwadrant) en het doel vanuit liefde, inhoud (4e kwadrant). De mandala wordt linksom gelezen en begint bij suiker. In het eerste kwadrant bevindt zich het suikersymbool (de koolstofketen), daarna volgen de constructie van Grafiet (de koolstofring), Fullereen (de koolstofbal) en Diamant (de kristalisatie van koolstof) (Ehrler, 2003, p. 19). Deze vier verschijningsvormen van koolstof vertellen iets essentieels over de opbouw van onze wereld (Ehrler, 2003, p. 15). Al het leven op aarde is gebaseerd op koolstof. Het is een belangrijke substantie in het planten-, dierenen mineralenrijk. Veel remedies hebben een koolstofelement, zoals Calcarea, Baryta, Strontium, Graphitis, Diamant, Carbo vegetalis en Carbo animalis. Koolstof is het centrale element van de C1-trap en het lichaam. Zijn Kracht draagt de geheimen van de aanwezigheid van het lichaam en opent met het principe van zijn C4tekst een ingang naar de vier verschillende oorzaakprincipes van het functioneren van deze wereld: - de causa materiales (waarom?) en het substantieprincipe (‘Ur-Sache und Be-Dingung’) van de koolstofketen (suiker) als basis voor al het natuurwetenschappelijke functioneren; - de causa effiziens (Weshalb?) en het instantieprincipe (‘Beweg-Grund’) van de koolstofring en de koolstoflaag (Grafiet) als basis voor al het subjectieve en historische functioneren; - de causa formalis (Wieso? Oder Wodurch?) en het resonantieprincipe van de koolstofbal voor al het supersubjectieve functioneren van de verbinding door gelijkende vormen;
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 29
-
de causa finalis (Wozu?) en het bestemmingsprincipe van de koolstofkristal (Diamant) als basis voor al het bovenobjectieve functioneren naar de eeuwige bestemming van het Wezen (Becker, p. 983).
Suiker staat voor de materie, de alleen wiskundig te vatten waarde, die als belangrijkste substantie alle vormveranderingen mogelijk maakt (Ehrler, 2003, p. 18). Biochemisch gezien begint alles in het leven met glucose. De opbouw van aminozuren, nucleïnezuren en koolhydraten begint vanuit een suikermolecuul. De opbouw van een plant of lichaam ontstaat uit de energie van suiker. Suiker kan verspringen van vrije energie (de nulde dimensie) naar de eerste dimensie.
De opbouw van de stralingsenergie van Glucose (Bron: Ehrler, 2003, p. 15)
De nulde dimensie is een punt in het centrum. De grofstoffelijke atomen wervelen als stralingsenergie rond een kern, die als hij gepakt wil worden in niets vervalt. De energie cirkelt om een denkbeeldig stralencentrum en draagt daardoor een bewegingsfrequentie die het pendelen om deze lijn als volgt beschrijft (Ehrler, 2003, p. 15): ‘Vanuit een punt begint de energie. Elk symptoom van een proving is de nulde dimensie. De achterliggende oorzaak kan verklaard worden vanuit de natuurwetenschap. Bij suiker is dit de causa materiales, de verklaring vanuit de substantie. De substantie verklaart onze realiteit.’ (Ehrler, 2003, p. 18-19). De eerste dimensie is een rechte lijn. Er is een ervoor en erna. Bijvoorbeeld suiker bestaat uit koolstoffen in een rij. In het tweede kwadrant, de tweede dimensie is Grafiet. Grafiet gaat de ring sluiten. Bij Grafiet gaat het om de achter de materie liggende oorzaak. De wereld gaat een ander karakter dragen dan het zuivere wiskundige uit het eerste kwadrant. Er komt dynamiek in de processen waardoor de erachter liggende onderwerpen naar voren kunnen komen. Het objectieve karakter van de substantie verandert volledig in het tegendeel: ze wordt een zelfstandig onderwerp. Alle vormen van het Zijn worden alleen nog een middel voor het doel van de erachter liggende instantie, het onderwerp (Ehrler, 2003, p. 19). Grafiet is een ring in een zeshoek. ‘Schichte’ (lagen) zijn het principe van Grafiet. Het zijn zes instanties, die de geschiedenis beschrijven. ‘Onze bronnen zullen ons verzoeken ons leven te leiden, we zijn selbstlos.’ In deze dimensie passen de mentaalemotionele beelden, zoals Kent ontworpen heeft (Cd-rom Seminar HIN). In het derde kwadrant, de derde dimensie is Fullereen15, de koolstofbal die bestaat uit 60 zes- en vijfhoeken (voetbal). In dit kwadrant wordt een grote sprong gemaakt. Het gaat hier om de causa formalis, de erachter liggende vorm. In dit kwadrant komen de synchroniciteit (0e dimensie), de resonantie (1e), de signatuur (2e), het morfogenetische veld (3e) en het similium (4e dimensie) samen. Deze worden door een gemeenschappelijke vorm samengevoegd op basis van het resonantieprincipe. In het derde kwadrant horen magische beelden, die volgens het principe van de signatuur, de synchroniciteit en het morfogenetische veld werken, zoals homeopathie en familieopstellingen (Ehrler, 2003, p. 19). Hierin passen de beelden van Vithoulkas.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 30
De vierde dimensie bestaat uit de kristallisatie van koolstof, de Diamant. Het is de constructie van de materiele wereld vanuit de Zieloorzaak. Dit is het laatste oorzaakprincipe, de oorzaak van alle Zijn, de causa finalis. Het gaat om het wezen, de essentie. De diamant stelt het wezen van de mens voor, waarin de echte transcendentie van het Zijn door de goddelijke bestemming zichtbaar wordt. De opgave van de mens is om de eerste en laatste dimensie, de 0 en 8, samen te brengen in een ring. Hierdoor ontstaat een midden, waarin alleen de mens liefde brengen kan (Ehrler, 2003, p. 19).
3.7. Dimensies van C0 tot C8 Er is een theorie dat het niet ophoudt bij C4, de vierde dimensie. Omdat elke beweging een tegenbeweging heeft, gaat de weg van de Ziel van C4 via het derde en tweede kwadrant weer naar het eerste kwadrant. Ehrler onderscheidt een cyclische beweging van dimensies van C0 tot C8.
Vierde kwadrant
Derde Kwadrant
Eerste kwadrant
Tweede Kwadrant
De weg van de Ziel door de ervaringen van de C-trappen van C1 tot C7, met omkeerpunt bij C4 (Ehrler, 2003, p. 40).
Bij C5 begint een omkering, een nieuw fenomeen om eruit te komen. Bij C3 moeten patiënten de helingsweg zelf doormaken. Bij C4 is de oplossing er sneller. C5, het individuele Archetype, bemiddelt tussen C4, de Ziel van de Mens, en C6, het collectieve bewustzijn. Onderstaande figuur is een schematische voorstelling van de C-niveaus, waaruit blijkt dat alle lagen of dimensies in ons lichaam een verbinding hebben met geestelijke niveaus. Deze lagen zijn vergelijkbaar met de chakra’s in het lichaam, waarbij de eerste vier dimensies (C1-C4) in ons lichaam zijn en staan voor de lagere chakra’s en de dimensies C4-C8 buiten ons lichaam zijn (de hogere chakra’s).
De opbouw van de wereld in fysieke en geestelijke lagen of dimensies (Ehrler, 2003, p. 21) _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 31
De wereld is in lagen opgebouwd, omdat alle kwaliteiten elkaar anders zouden storen. Door de lagen zijn ze tegelijk gescheiden en verbonden. In de wereld waarin we leven zijn er, om de Kosmos rond te maken, precies 8 lagen. Elke laag komt voort uit een eigen dimensie, een eigen constructie gebaseerd op de wetten van een dimensie, die numeriek steeds oploopt. Er zijn dus 8 dimensies van het Zijn met in het midden de vierde dimensie. Tot de vierde dimensie dienen we door arbeid de Dingen vrij te leggen. We beleven in onszelf deze dimensies als ‘Gefässe’ (schalen), waarin we leven: - de 0 dimensie is als ons ‘Leichnam’ (het menselijk lijk, de stof); - de 1 dimensie is als ons fysieke lichaam; - de 2 dimensie is als ons emotionele lichaam; - de 3 dimensie is als ons geestelijke lichaam; - de 4 dimensie is als ons spirituele lichaam. Daarboven treden de kwaliteiten van de dimensies ons als Machten tegenover: - de 5 dimensie is het collectieve onbewuste buiten jezelf en bemiddelt tussen C4 en C6; - de 6 dimensie is de macht van de Archetypen, de bron van kracht in jezelf; - de 7 dimensie is de originele kracht van de Mythen; - en de 8 dimensie is de Tegenwereld van onze existentie. C0 is de stof en C8 is de tegenwereld van onze existentie. Het principe van de 8 betekent dat er een tegenwereld is; het is een lemniscaat. Vanuit de achtste dimensie gaan we naar het pure leven. De erboven liggende laag heeft altijd de inhoud van de eronder liggende laag en de eronder liggende laag is de vorm, de uitdrukking van de erboven liggende laag. Een lichamelijke ziekte heeft vaak als inhoud een emotioneel probleem. Door verwrijving van de stof in C-niveaus bouwen we het proces door de lagen van het Zijn energetisch exact na, zodat we het Wezen van de Stoffen laag voor laag vrijleggen. Daarbij treden we in resonantie met de vrijkomende kracht, die op elke laag van het Zijn de kwaliteiten van de lagen in zich draagt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: - ‘des EINZELNEN’ (van de individuele verwrijver, zijn resonantievaardigheid – dus de zoektocht naar onszelf, waar we onszelf beginnen terug te vinden); - ‘des BESONDEREN’ (van de betreffende Stof, wat hij ons en de wereld wil vertellen – dus de zoektocht naar de inhoud, naar de blik waarmee we nu kunnen kijken) en - ‘des ALGEMEINEN’ (wat we daarbij over de niveaus van het Zijn en de Wetten van het Wereld kunnen leren – dus de zoektocht naar de Vorm) (Ehrler, 2002, p 20-21).
Conclusie Het verschil tussen de klassieke homeopathie en C4-homeopathie is niet zozeer het aantal verwrijvingstappen, maar de manier van verwrijven en potentiëren. In de C4-homeopathie worden substanties altijd handmatig bereid. In de klassieke homeopathie worden sommige harde stoffen, zoals parel, om praktische redenen ook langer dan drie verwrijvingrondes verwreven omdat de substantie anders niet oplosbaar is, maar dit gebeurt niet in resonerende groepsverwrijvingen én met een ander doel. Bij de resonerende groepsverwrijvingen uit de C4-homeopathie leert de mens niet alleen de middelen kennen en zichzelf, maar ook de levenskracht van de stof en de wereld. Door C4-verwrijvingen van stoffen die buiten onze existentie liggen, kan de mens iets van onze oorsprongen in liefde teruggeven aan de aarde om de geschiedenis van de aarde tot een goed einde te brengen.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 32
4. Equisetum arvense, de plant 4.1. Inleiding Equisetum arvense, Heermoes of Paardenstaart is een oeroude kruidachtige sporenplant, die ’s zomers gemakkelijk te herkennen is aan zijn groene dennentakachtige stengels. Hij komt op het noordelijke halfrond algemeen voor in vochtig grasland, langs wegen en spoorwegen. Equisetum bevat zeer veel mineralen, waaronder kiezelzuur, kalium, calcium, magnesium en fosfor. Heermoes staat sinds de klassieke oudheid bekend om zijn vochtafdrijvende en bloedstelpende eigenschappen. Equisetum hyemale is in 1876 geproofd door H.M. Smith op 4 personen en wordt onder andere gebruikt bij cystitis, enuresis en dysurie. Van Equisetum arvense zijn geen provingen bekend. In dit hoofdstuk worden kenmerken van de plant en toepassingen ervan beschreven, die voor een homeopaat nuttig kunnen zijn bij het (her)kennen als homeopathisch middel.
4.2. Botanie De Equisetataceae of Paardenstaartfamiliegroep behoort tot de zaadloze vaatplanten die zich vermeerderen door middel van sporen. Voorlopers van het huidige Equisetum zijn terug te vinden in fossielen uit het Carboontijdperk, de Calamata. Waren het toen bomen van 30 tot 40 meter, nu zijn de Paardenstaarten - behalve een tropische Mexicaanse soort die drie meter kan worden - een kruidachtig gewas. Equisetum arvense is als onderdeel van de groep Varenachtige (Psilotatae, Lycopodiatae) lang ondergebracht in een aparte familie, de Equisetataceae. Sinds circa 2005 maakt Equisetum op grond van anatomische en moleculaire kenmerken deel uit van de echte varens, de Filicatae (hortus.leidenuniv.nl; geo.vu.nl). Heukels’ Flora van Nederland (2005) Rijk Stam Klasse Orde Familie Geslacht Soort
Plantae (Planten) Embryophyta (Landplanten) Equisetopsida of Sphenopsida Equisitales Equisetaceae (Paardenstaartfamilie) Equisetum (Paardenstaart) Equisetum arvense (Heermoes)
Vaatplanten Pteropsida (Varens en Paardenstaarten) Filicales
De Equistetaceae zijn ’s zomers te herkennen aan de overlangs gegroefde stengels, die gemakkelijk in leden uiteen te trekken zijn. Van dit plantengeslacht, dat in grote delen van de wereld in groepen voor komt, zijn minimaal 15 soorten bekend. Equisetum arvense komt voor in Europa, Noord-Amerika en Azië (in het noordelijke halfrond tot aan de poolcirkel), Noord- en Zuid-Afrika. De plant verkiest koele, vochtige, zandige of zure, kiezelrijke of lemige gronden in de zon of halfschaduw. Heermoes is vooral te vinden op braakliggende terreinen, zandakkers, slechte weiden, in heggen en duinen, op dijken en oevers van wateren, in greppels, langs wegen en spoorwegen. De plant verdraagt arme grond (Verhelst, 2004, p. 206). Het is een winterharde plant, die een temperatuur van -30 °C verdraagt door zich terug te trekken onder de grond (Plants for Future). De plant vermeerdert zich door minieme sporen die zich ontwikkelen aan de toppen van de geelbruine vruchtbare stengels, die in maart-april naar boven komen.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 33
de fertiele én steriele stengel van Equisetum arvense in de Botanische Tuin in Berlijn
Als de sporen gerijpt en uitgezaaid zijn sterven de fertiele stengels en verschijnen de éénjarige steriele hogere (20 tot 80 cm) holle heldergroene en sterk vertakte zomerstengels, die lijken op een paardenstaart (Heimans, p. 164; Verhelst, p. 206; Strange, le, p. 107; Husby, 2002). Het aantal zijtakjes is gelijk aan de stukjes van de stengels. De gelede takjes van Heermoes zijn opgaand, in tegenstelling tot de meeste andere Equisetumsoorten, waarvan de takjes horizontaal staan. Ondanks de fragiele bovengrondse structuur is de plant zo sterk en taai, dat hij zelfs door asfalt kan groeien (Verhelst, 2004, p. 206, Tanne).
4.3. Naam De botanische geslachtsnaam Equisetum, ook wel Canda Equina, stamt uit het Latijn. De naam is samengesteld uit de woorden Equus (paard) en saeta (haar, borstel) of setrum (staart). Arvense is afgeleid van arvum – akkerland, bewerkt veld en duidt op een veel voorkomende groeiplaats op of aan de rand van landbouwgronden (Verhelst, p. 206). Een andere veel gebruikte naam voor Equisetum arvense is Heermoes. Hier ligt de verklaring heer (heir, leger) en moes (groente) voor de hand, omdat het kruid in de Romeinse tijd als versterkend middel met het voedsel meegekookt werd. De meeste bronnen leggen echter verband met herde moos, een in kuddes groeiend mos (Tanne, Daems, p. 99). Dit is door het in groepen voorkomende karakter van het kruid een zeer logische verklaring. Net als veel andere kruiden die als onkruid beschouwd worden, heeft Equisetum veel volksof scheldnamen16 (Uittien, 1946, p. 23). In het Nederlands staat de plant bekend als Heermoes, Paardenstaart, Kattenstaart, Kattenkroet, Vossenstaart, Rottenstirt, Akkerpest, Kwadenaard, Kwadernaet, Naaldekoker, Unjer, Unnder, Oneet, Oneit, Onnait, Bol, Bolt, Roebol, Robol, Rouwbol, Koevergif, Ledenplant, Naaldenkoker, Schaafstro en Tinkruid. Veel namen verwijzen naar kenmerken van de plant, zoals het uiterlijk, voorkomen, gebruik en het woekerende karakter, namelijk: - Akkerpaardenstaart, Field horsetail, de typische staartvorm van de plant; Kattenstaart, Vossenstaart - Schaafstro, Tinkruid, Dutch rush en de ruwheid van de stelen en het gebruik Szinkraut voor het schuren van potten en pannen; - Akkerpest, Unjer, Roebol, Rouwbol, het woekerende, ongewenste karakter; Ruigebol - Frog pipe, Horse Pipe, Holpipen het vaatstelsel van de plant; - Puzzelkruid of Legoplant de losse stengeldelen die weer teruggestopt kunnen worden. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 34
In Deventer zegt men ‘Knop-aover-drie-dagen-stao’k- weer op’. Hierbij wordt gezinspeeld op het gemakkelijk afbreken van de stengels bij pogingen de plant uit te roeien en het snel weer opkomen (Uittien).
4.4. Kenmerken Vaatplanten Paardenstaarten en Wolfsklauwen behoren tot de boomhoge varenachtige vaatplanten uit het Carboon. Het zijn de eerste plantensoorten op het land circa 400 miljoen jaar geleden. Het zijn belangrijke planten voor de mensheid, omdat resten ervan een belangrijk ingrediënt van de huidige steenkoollagen vormen (Tanne, Vermeulen, 2002, p. 845). Omdat op het land een groter risico op uitdroging is, ontwikkelen de eerste planten op het land een vaatstelsel, embryo’s (sporen) en schubachtige stengels. De vaten fungeren als een leidingstelsel, waardoor water, mineralen en fotosyntheseproducten snel getransporteerd kunnen worden en planten groter kunnen worden (Erkens, 2003). Mede door de holle stengels en wortels kan de plant groeien in anaërobe gebieden en diepe grondlagen, omdat zuurstofuitwisseling mogelijk blijft (Husby, 2003). Ten opzichte van levende vaatplanten hebben de Equisateceae een aantal unieke kenmerken, namelijk: - De laterale zijtakken en schutbladen ontspringen uit dezelfde knoop, waardoor het kransblad hoger op de stengel is dan de takken. Bij andere vaatplanten komen de takken uit de bladoksel en is het blad lager dan de zijtakken (Husby, 2002, Heimans, p. 164, Koning, 1994); - De vorm van de stomata of huidmondjes in de stengel, waaraan de plant zelfs te herkennen is. Stomata zijn kleine openingen in de epidermis van een plant, die zorgen voor de gasuitwisseling (Chudby, 2002); - De hydroscopische springdraden op de sporen, die zich uitstrekken bij droogte en inkrullen bij vocht. Hierdoor kunnen de sporen wegschieten en met sprongetjes van plaats veranderen17 (Heimans, p. 164, Verhelst, p. 206, Strange, le, p. 107, Husby, 2002); - De noodzaak van silicium als essentiële voedingsstof; - Een wortelstelsel met horizontale én verticale vertakkingen. Silicium, kiezelzuur Silicium is van essentieel belang voor de opbouw van celwanden. Veel lagere planten en dieren hebben een uitwendig skelet dat bestaat uit deze stof. De paardenstaarten, en vooral E. arvense en E. hyemale, staan bekend als de enige vaatplanten die Silicium nodig hebben als essentiële voedingsstof. Equisetum neemt zeer grote hoeveelheden kiezelzuur op uit diepe grondlagen. ‘Silicium maakt hem ongevoelig voor de omgeving, bij koude of droogte kruipt hij heel diep onder de grond. Dus daar waar heel de natuur zich aanpast aan wisselende leefomstandigheden en transformeert naar iets nieuws als nodig, houdt Heermoes koppig vol: Nee ik verander niet. Als je hem echter aanraakt, valt het op hoe makkelijk hij breekt, dus fragiel. En toch zo ijzersterk in overleven. Maar alsof hij zich afzijdig houdt van het leven en niet mee durft te evolueren. En daardoor alle contact met zijn omgeving heeft moeten verbreken.’ (Tanne) Aan het hoge kiezelzuurgehalte aan de buitenkant van de stengel, dankt Equisetum zijn stevige stengel met ruwe buitenkant en groeven in de stengel. Het fungeert als pantser tegen schimmels en vocht en hij is daardoor in staat nitrogenium aan zich te binden (Husby, 2003) Pionier, bodemverrijker en -reiniger Equisetum heeft een uniek rhizoomstelsel met zowel horizontale als verticale vertakkingen. De plant kan groeien tot een diepte van 7 tot 21 meter en misschien wel 50 meter: 7 meter in een kleibodem en 21 meter in lichtere bodems. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 35
Hierdoor kan de plant voedingsstoffen uit extreem diepe grondlagen halen (Husby, 2003). De wortels van Heermoes kunnen tot een diepte van 4 tot 6 meter komen (Tanne).
Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora (1901-1905) (www.gfmer.ch)
Equisetum kan zich door dit unieke wortelstelsel ontwikkelen in een vervuilde of natte bodem en de bodem verrijken door de uitwisseling van mineralen. ‘Uit (literatuur)onderzoek naar de Ecologie en Fysiologie van de Reuzenpaardenstaart blijkt dat deze plant een echte pionierplant in vochtige gebieden is. Vanuit de diepere grondlagen nemen de wortels van deze planten mineralen op, transporteren ze naar boven waar ze later tot beschikking van andere planten kunnen komen (Husby, 2003). Equisetum kan hierdoor ook bronnen van vervuiling aanboren en de verontreiniging opslaan in wortelstokken en het onderste lid van de stengel (Tanne). Het is vaak de eerste plantensoort die groeit op industrieterreinen met zware vervuiling of de laatste die daar verdwijnt (Tanne, Wikipedia).
Invasief, bijna onuitroeibaar en toch kwetsbaar Hoewel Equisetum arvense bij aanraking van de bovengrondse stengeldelen uit elkaar valt, is het mechanisch of chemisch verwijderen van de plant bijna onmogelijk. Elk klein stukje wortel of stengel dat blijft zitten kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Eén stukje wortelstok van 10 cm kan uitgroeien tot 6 meter per jaar. In een periode van 6 jaar kan het wortelstelsel een hectare vullen (Husby). Grote overlevingskracht, maar geen competitie, transformatie. Sleutelfactoren voor de leefomgeving van de Reuzenpaardenstaart zijn een overvloed aan grondwater en gebrek aan competitie van andere planten. Hierdoor komt deze plant waarschijnlijk weinig voor in de tropen en op grotere hoogten. In schaduw stopt de Reuzenpaardenstaart de productie van de vruchtbare stengels en nemen andere planten hun plaats in (Cambridge Science Park, Husby, C., 2003). Dit geldt waarschijnlijk ook voor andere Equisetumsoorten (Tanne). Modaliteiten Bij de bestrijding van Equisetumsoorten kan men rekening houden met de volgende modaliteiten. De plant kan niet tegen schaduw, dichte beplanting, kalk en afdekking met landbouwplastic (Cambridge Science Park).
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 36
Licht giftig Equisetum arvense is licht giftig voor mens en dier, omdat het sporen thiaminase, equisetine, aconietzuur, palustrine en silicaten bevat (Plants for future). Grassen kunnen zelfs niet kiemen in de nabijheid van Equisetum (Wikipedia). Er zijn geen vergiftigingsgevallen bekend bij mensen, maar wel bij paarden, rundvee en schapen (Verhelst, 2004, p. 2009). De meeste vergiftigingen ontstaan als de dieren in de wintermaanden gevoed worden met hooi, waarvan het groen blijvende Heermoes sneller gegeten wordt (www.vth.cobstate.edu).
4.5. Gebruik in de geschiedenis Het geneeskundige gebruik van Equisetum arvense stamt uit de klassieke oudheid. De Griekse kruidkundige Dioskorides en zijn tijdgenoot Plinius bevelen Equisetum aan om zijn vochtafdrijvende en bloedstelpende eigenschappen. Plinius dacht dat de kracht van de plant zo groot was, dat het voldoende was om hem vast te houden om een bloeding te stelpen (Tanne). In de Romeinse tijd werden fijngestampte bladeren Heermoes gebruikt als bloedstelpend middel en de jonge scheuten in salades gedaan om haar versterkende eigenschappen (Strange, le, 1982, p. 108). In de Middeleeuwen werd de plant toegepast als wondkruid en in- en uitwendig als bloedstelpend middel. Verder bij diarree, rupturen, open zweren, (blaas)ontsteking, aandoeningen van de darmen, nierstenen, waterzucht en urineretentie. Uitwendig werd het toegepast in kompressen tegen schurft, ontstekingen aan de huid en geslachtsorganen (Strange, le, 1982, p. 108). Friedrich Hoffman, lijfarts van Frederik II van Pruisen, gebruikte Heermoes in de 18e eeuw bij nier- en urinewegaandoeningen. Daarna is de plant wat in vergetelheid geraakt. In het begin van de 20e eeuw werd het vanwege het hoge gehalte aan kiezelzuur met succes gebruikt bij tuberculose en huidaandoeningen (Tanne). Daarnaast fungeert Equisetum arvense als licht schuurpapier voor potten en pannen, brons en hout. De steriele stengel geeft een licht paarse, geelgrijze kleur. Een infuus van de stam helpt tegen schimmels op wijndruiven, groenten, rozen en vruchtenbomen en als vloeibare meststof, die de bodem niet verstoort (Plants for Future, Vermeulen, 1996, p. 332).
4.6. Inhoudsstoffen en toxische werking Equisetum arvense heeft de volgende inhoudstoffen: - mineralen, 15 tot 20% van het drooggewicht. Vooral silicium (vooral als organisch kiezelzuur 5-8%), kalium (2,1 tot 2,9%), calcium, magnesium, mangaan, natrium, ijzer, zwavel, zink, selenium, chroom, kobalt, fosfor en aluminium; - Flavonoïden (flavonglycosiden): isoquercitrine, galuteoline, equisitrine; - Saponinen: equisetonine (5%) met als aglycon equiseto(ge)nine; - Sporen alkaïden, zoals nicotine, palustrine, palustrinine en 3-methoxypyridine; - Looistoffen: galluszuur, tanninezuur; - Fenolzuren, polyeenzuren (waaronder aconietzuur), organische zuren; - Vezels, koolhydraten, bitterstoffen; - Fytosterolen (cholesterol, isofucosterol, campesterol), vitamine C, bètacaroteen, rhodoxanthine, Vitamine B1 (Thiamine), B2 en B3; - En een beetje etherische olie (o.a. Verhelst, p 207, Tanne, www.mdidea.com). Heermoes dient zowel vers als in gedroogde vorm slechts een korte periode gebruikt te worden, omdat het licht giftig is. Het enzym thiaminase berooft het lichaam van haar vitamine B-complex. In kleine hoeveelheden zal het mensen die voldoende B in hun voeding hebben niet schaden. Een tekort aan thiamine veroorzaakt Beriberi. Omdat hitte, _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 37
droogte of alcohol dit enzym afbreekt, kan Heermoes gekookt of als tinctuur of infuus/decoct gebruikt worden (Plants for future). Equisetine is een actieve stof in Heermoes die lijkt op aconietzuur, het monnikskapgif. Het zou als sedativum voor hart en zenuwstelsel in grote doses gevaarlijk kunnen zijn (Plants for future). Heermoesvergiftiging bij paarden, rundvee en schapen kan leiden tot gewichtsverlies, diarree, blindheid, zwakte van de benen, coördinatiestoornissen en degeneratie van spieren. De meest ernstige vergiftigingen kunnen leiden tot verstoringen van het centrale zenuwstelsel. Graan als onderdeel van het dieet biedt een bescherming tegen thiaminase. (www.vth.cobstate.edu).
4.7. Natuurgeneeskunde In de natuurgeneeskunde gebruikt men van Equisetum arvense het blad, de as, de etherische olie en de bloesemremedie. Het blad wordt zowel oraal als uitwendig toegepast bij de volgende aandoeningen: - nier- en urinewegklachten: diuretische werking bij ontstoken en vergrote prostaat, cystitis en urinewegstenen; - Bronchopulmonaire aandoeningen: Silicium als adjudans bij longtuberculose, beschadigde longen en resistentieverhogende eigenschappen; - genitaal stelsel: bekkencongestie; - anti-inflammatoire middelen: articulaire aandoeningen, zoals trauma, tendinitis, reuma, gewricht- en spierpijn, jicht en osteoporose; - cardiovasculair stelsel: silicium kan het verouderingsproces van de elastische vezels van de aortaweefsels afremmen en het risico voor arteriosclerose verminderen bij een hoog cholesterolgehalte of sympaticotonische predominantie; - onderhoudstherapeuticum bij opgroeiende kinderen voor het versterken van botten en tanden, groeipijnen, osteoporose, gebroken nagels, levenloos haar, bedplassen; - anemie, algemene zwakte, diabetes, hoofdpijn en kleinere pijnen; - bloed en dermatologie (Hellemont, van, p. 217-218; Bohle). De as van Heermoes bevat tenminste 97% kiezelzuur. Na het uitgloeien blijft een stoffijn, glasachtig skelet van de plant over. Kiezelzuur kan bindweefsel elastisch maken en is reinigend, doordat het de eiwitstructuur uit het bindweefsel losmaakt. Equisetum arvense is een belangrijk middel voor mensen met een bindweefselzwakke constitutie (Kruiyff, de). Het blad wordt gebruikt als thee (15 gram per liter water, 30 minuten koken, 3 bekers per dag), als fluïdum en als tinctuur (Hellemont, van, p. 218-219, Verhelst, p. 209). De etherische olie is actief tegen streptococcus haemolyticus, staphylococcus aureus en mycobacteriën ((Hellemont, van, p. 217). ‘Horsetail’ is een Alaska Bloesemremedie die gegeven kan worden bij het ontbreken van evenwicht tussen de ratio en intuïtie Het verbetert de samenwerking tussen de beide hersenhelften en is mogelijk werkzaam bij dyslexie (www.destralendezon.nl, Tanne). Door het licht diuretische effect kan Heermoes invloed hebben op de elektrolytenbalans in het lichaam. Daarom dient men bij gebruik van aritmica, hartglycosiden, diuretica, lithium en het anti-astmamedicijn theophylline voorzichtig te zijn. Er zijn mogelijke interacties met antistollingmiddelen, vitamine B1 (thiamine) en Digitalis purpurea (Verhelst 2004, p. 209) Vanwege de slechte oplosbaarheid van mineralen, zoals Silicium, in alcohol, wordt het remineraliserende effect van een Equisetumtinctuur betwijfeld. Het zou mogelijk kunnen als aftreksel of decoct (Plants for a future) of als homeopathisch middel, waarbij het verse plantenmateriaal met melksuiker verwreven is (Bohle).
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 38
4.8. Homeopathie In de Materia Medica is de groep niet-bloeiende planten een kleine groep van slechts 32 remedies. Hij bestaat uit leden van de families Equisetophyta, Filicophyta, Gymnospermae, Lycopodiophyta en Phaeophyceae en remedies als Lycopodium, Thuja, Sabine, Taxus, Abies-n, Abies-c, Pin-s, Fil, Pix, Succ, Fuc en Juni-c en Equisetum-hyemale dat ‘hoewel beperkt beschreven, toch een paar karakteristieke symptomen heeft.’ (http://www.tolweb.org). In de Encyclopedia Homeopatica (Radar 2003, 171 volumes) komen Equis-arvense, Equishyemale en Equis-pallustre voor. De beschikbare informatie over Equisetum arvense is zeer beperkt. De plant is voor zover bekend niet geproofdv. In het repertorium staan bij Equisetum arvense de volgende rubrieken (Frederik Schroyens: Synthesis [original English version] [9th Ed.] - MIND - SHRIEKING; - SKIN - ERUPTIONS - herpetic; - GENERALS - TIME table; generalized - 11 h; - GENERALS - TIME table; generalized - 17 h. Equis-h. is in 1876 door H.M. Smith18 geproofd op 4 personen (Vermeulen, 1996, p. 332). De remedie staat beschreven in de Materia Medica’s van Allen, Boericke, Boger, Clark, Cowperthwaite, Ghegas, Hering, Morrison, Nash, Lippe, Phatak en Vermeulen (Concordant en Synoptic MM II) (Huisman, p. 47, ii en iii). Equisetum hyemale werkt vooral bij cystitis, enuresis en dysurie. Het lijkt op Cantharis, maar Equis-h. heeft een grote aandrang om te plassen en kent een verslechtering aan het eind van het plassen. Modaliteiten zijn een verslechtering bij druk, dromen en rechterzijde; > liggen in de namiddag. Andere symptomen zijn pressing pain en constriction. Het werkt op de nieren, lage buik, blaas en zaadleiders (Morrison, 1993, p. 156, Vermeulen, 1996, p. 333).
Conclusie Gezien de bijzonderheid van Equisetum arvense en de brede toepassingsmogelijkheden in de natuurgeneeskunde is het mijns inziens zeer de moeite waard dat deze plant geproofd is. Net zoals Lycopodium de plantaardige Sulphur genoemd wordt, zou Equisetum arvense de plantaarde Silicea kunnen zijn.
v
Na het afronden van mijn scriptie in aug. 2008 blijkt Equis-arvense C30 (Remedia) in juni 2006 en febr/maart 2007 geproofd te zijn door Peter Zillmer met vijf personen volgens de richtlijnen van Jeremy Sherr. Zillmer beschouwt dit als het begin van een meer omvattende proving. www.homoeopathie-zillmer.de/homs/equisetum.htm). De gegevens van Zillmer zijn niet verwerkt in deze scriptie (JB, jan. 2008) _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 39
5. Equisetum arvense, de trituratieproving in Den Haag 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk zijn de ervaringen van deelnemers aan de resonerende groepsverwrijving van Equisetum arvense tijdens het driedaagse C4-Seminar van Witold Ehrler van 12 tot en met 14 januari 2007 beschreven. Een compleet overzicht van de individuele ervaringen per prover is opgenomen in bijlage 2. De ervaringen en essenties zijn per trituratiestap weergegeven. De vraagstellingen zijn naar mijn mening typisch voor de betreffende verwrijvingstap. Ik ben begonnen met het uitschrijven van de uitgewisselde ervaringen tijdens het Seminar en het opvragen van ervaringen bij de deelnemers (zie bijlage 1). Ik heb de gegevens gerubriceerd naar fysieke symptomen (zie bijlage 3) en Mindthema’s. Om een beeld te krijgen van veranderingen in de verschillende verwrijvingstappen heb ik de rode draad per verwrijvingstap naast elkaar in een tabel gezet (zie bijlage 4a en 4b). Ik heb de betekenis van de symbolen, liedjes etc. nagegaan en heb deelgenomen aan de Praktijkavonden én C4-verwrijvingen van Equisetum arvense en Hippocampus Nigra bij het Hahnemann Instituut.
5.2. Trituratieproving Equisetum arvense is handmatig verwreven naar de vijfde trituratiestap (C5) in een resonerende groepsverwrijving met 35 personen, waarvan 28 vrouwen en 7 mannen. Het merendeel maakt deel uit van de trituratiegroep van het HIN. Als uitgangstof zijn het fris verwreven verse vruchtbeginsel, de stengel en het blad van Equisetum arvense gebruikt, dat Witold Ehrler in april en juli 2006 geplukt heeft in de Botanische tuin in Berlijn. Hij heeft de plantendelen meteen na het plukken met melksuiker verwreven, zodat het materiaal houdbaar blijftvi. Bij de eerste verwrijving naar C1 is 0,06 gram van het extract bij een eerste portie melksuiker van 2 gram gevoegd. De verdere bereidingswijze is beschreven in paragraaf 3.5. In deze scriptie zijn ervaringen van 30 deelnemers aan de trituratieproving verwerkt. Hiervan hebben vijf personen weinig tot niets ervaren. De sfeer was in de eerste verwrijvingstappen zwaar, maar bij de C4 en C5 veel lichter. Er was een uitgesproken saamhorigheidsgevoel, een gevoel van liefde en verbondenheid. Een aantal provers verwijst naar ervaringen bij de verwrijving van Umbilical Cord, navelstreng (HIN, dec. 2006 – juni 2007). Wilma Jager heeft dit middel uitgewerkt in een scriptie. De grote thema’s van Umbilical Cord zijn ‘Verbinden met & loslaten, verbreken, doorknippen’; ‘Dimensies’ en ‘Transformatie.’ (Jager) Omdat circa de helft van de provers van Equisetum ook navelstreng heeft verwreven dient te zijner tijd een uitgebreide DD tussen deze middelen gemaakt te worden. Er zijn raakvlakken, maar ook duidelijke verschillen met Equisetum. Veranderingen in symptomen die provers specifiek hebben aangegeven zijn aangeduid met de afkortingen RS (Recent symtom + vanaf nu of het afgelopen jaar), NS (New symptom) OS (Old symptom), US (Unsual symptom) en CS (Cured symptom)(Sherr, p. 7072).
vi
Informatie: Petra Held, Institut für C-Homöopathie, Freiburg. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 40
5.3. Fysieke symptomen per trituratiestap Deze paragraaf is een uitreksel van de meest voorkomende fysieke symptomen per trituratiestap. De nummers achter de symptomen verwijzen naar de prover die het symptoom ervaren heeft (zie bijlage 2). De meeste fysieke symptomen doen zich voor in de eerste verwrijvingstappen. Een volledig overzicht van fysieke symptomen is opgenomen in bijlage 3. Een aantal verwrijvers noemt ervaringen die voor het Seminar zijn opgevallen, namelijk een opgeblazen gevoel in mijn buik (NS) [8, 12], pijn in mijn linker kaakgewricht [1], pijn aan mijn snijtanden [19], trillerig gevoel, gevoel dat ik ziek werd [24]. C1 - Soort ‘verstopping’, vastzitten waar beweging in komt: buik [8, 12] neus [9, 13, 18], oor [22, 25], rug [19], oude bloedstolsels [25], blaas [8, 28]; - Sterk gevoel in voorhoofd [19, 25, 30]; - Gapen en slaperigheid [1, 4, 22]; - GENERALS: Vermoeidheid [14, 22, 25]; energieverlies [21, 30]; Zwakte [3, 11, 13, 14, 22]. C2 -
Voorhoofd [8, 25]. Epifyse [23], prikkelend gevoel in hoofd [16]; Verscherpt reukvermogen [21]; Pijn in rug [4, 28], nek en schouders [1, 4]; Pijn in niergebied en borst (rechts) [8]; Gevoelige blaas [16]; GENERALS: IJskoud lichaam [7, 18, 21]; Zwakte [3, 14, 26].
C3 -
Opgeblazen gevoel maag, stekende pijn in buik [8, 12]; Stijf lichaam [13]; De klachten in mijn zij (CS)[22] (na 6 maanden nog steeds); Koude voeten [8, 9]; GENERALS: IJskoud lichaam [18], interne kou [9, 11, 23, Zwakte [ 26].
C4 - Voorhoofd [22]; - Seksueel gevoel [15, 21, 28]; - GENERALS: Interne kou [9]. C5 - Niet verkouden tijdens trituratie (NS) [4]; - Pain right scapulae. Stitching pain inner corner left eye [4]; - GENERALS: Erg moe [14].
5.4. Ervaringen per trituratiestap: emotioneel, mentaal en spiritueel 5.4.1.
Ervaringen C1
Als vragen worden gesteld: Wat is mijn opgave, focus in het leven? Wat kan ik leren van de plant? Het derde oog wordt actief [19, 25, 30]. Er is een helderheid van geest, lichte energie, maar ook tegenstellingen tussen licht en donker, boven en beneden, uit elkaar vallen of zijn & samenkomen. Het poeder is alles bevattend, een eenheid en ‘never ending’. Een aantal provers heeft het gevoel de plant te zijn, op bosgrond of in een weide te liggen en naar de blauwe hemel te kijken [3, 17] en/of heeft het gevoel dat naalden het lichaam ingaan [17, 17A]. [Dit verwijst naar incarnatie van de ziel].
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 41
Er is een diep ontzag en respect voor de kracht, eenduidigheid, zuiverheid en intelligentie van de natuurkrachten [3, 17]. De plant geeft aan dat er een collectief bewustzijn is. Vermenigvuldig je om afsterven te voorkomen. Zorg voor de wortels en onderzoek ze, maar ga niet in het verleden graven naar oorzaken, maar oriënteer je op de toekomst, naar boven, op het licht. Schiet daarbij niet in emoties: ‘Mann soll die Tatsachen beobachten genau wenn es über wichtige Angelegenheiten geht.’ [3] Tarotkaart de dwaas [13] [wijst op de ontvankelijkheid van een kind en levenslustige zorgeloosheid. Deze tarotkaart wijst op verfrissende ervaringen die meestal chaotische trekjes hebben, maar zelfs als we onderuit gaan geen wezenlijk gevaar inhouden]. Er is een soort verstopping waar beweging in komt. ‘Something that has clotted together becomes ‘undone’ while scraping it layer for layer.’ [25] Belangrijke Mindsymtomen: - Alleen [11], Gevoel van diep verlies [21]; Misleiding [4], We hebben het doel verloren en moeten het zoeken [30]; Alles in het leven gaat naar beneden [21], verdwijnt [19]; - Alleen zonder steun [1, 9, 19, 26, 27]; angst voor afwijzing [3] ↔ veilig, beschermd gevoel [12, 26]; - Scrooge [tot inkeer komen door contact met geesten van het verleden, heden en toekomst] [25]; Inwijdingsweg [2], Paard van Troje [4]; Gevoel op te lossen [19, 26]; - Helderhorend [23], Helderziend [15, 16], Helderheid van geest[15, 19, 30], Licht gevoel [26]; - Gevoel dat de plant nodig is om de wereld te redden [15,17, 25], vermenigvuldig zodat de soort overleeft. Kijk naar het Licht [3]; - Voel de lichtenergie van de plant [17], frisse wind en ruimte in mijn hoofd [15, 16], liefde [1, 26], zon [22], maan [25] en blauwe lucht [2, 3, 6, 17, 17A, 28]; - Alles komt bij elkaar, is leven, krijgt vorm [17], eenheidsgevoel [22], gevoel van verbondenheid [1, 3, 22]; Equisetum opent andere remedies [25].
5.4.2.
Ervaringen C2
Als vraag wordt gesteld Waar sta ik in het geheel? Er is een initiatieproces, een gevoel te verdwijnen in het niets. Er is een initiatieproces, een gevoel van vastzitten in het donker of een grote reis [4, 19, 25, 26] en een gevoel te verdwijnen in het niets. Er zijn alleen nog planten op de aarde [19]. Wat is de plaats van het individu ten opzichte van zijn omgeving [3], de groep [4], het geheel. Waar sta ik in het geheel? Doe maar gewoon mee [6]. Ik ga op in de geleiachtige massa [7]; alles is gemengd, iedereen is chocoladekleur [11]. Het hoogste verbindt zich met het onderste, het nederigste [19, 17]; er is geen polariteit meer [17, 19]; alles is hetzelfde [11]. Er is een gevoel van in blindheid opnieuw beginnen te zien [19]; ik ben dood, lig in de aarde en kan alles zien in het donker [26] Anderen ervaren een polariteit tussen boven en beneden, hemel en aarde, licht en donker, materie en geest, individu en de groep, rust en haasten, de illusie van de macht. ‘De mobiele eenheid wil ons tegenhouden om de omheiningen van het park te openen, maar zakt door zijn benen als wij er onder doorgaan. De ME lacht omdat ze zich realiseert hoe makkelijk ze haar macht verliest: ‘Standing up was not real power, but an illusion.’ We zijn sterk in het hoofd, maar niet in de benen [4]. Het gaat om het bewegen, iets doen in plaats van denken of praten [28, 25]. Belangrijke mindsymptomen - Misselijk [2] van angst [4]; angst taak niet te kunnen vervullen [26]; - Verdriet, ik kan mijn bijdrage nog niet leveren [3, 7, 26]; wat kan de mens doen om de aarde te redden [3, 15, 25], In deze toestand heeft het geen zin er te zijn [19]; gevoel op een tweesprong te staan [26]; - Ik wil alles uit mijn systeem gooien [25]; Een noodzakelijke schoonmaak [2, 3, 25];
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 42
-
-
-
-
Tunnel die je goede en donkere kanten spiegelt [4], grote reis [26], aan het eind van de donkere holle buis is licht [25]; wereldtransformatie naar het mooie en het goede, geen verschil meer, allemaal dezelfde kant op [11]; Gevoel te verdwijnen in het niets [7], niet meer fysiek te zijn, geen materie [7, 19, 26], grens tussen lichaam en auragrens vervaagt [23], ik heb me als priester boven het volk gesteld en het volk kan me niet meer zien, ik werd onzichtbaar [26]; Laat het gebeuren, gevoel dat het goed is [1], beschermd gevoel van eenling tussen de massa [11]; verantwoording valt weg [6]; Samenhang in gevoel [17], het hoogste met het onderste verbinden [4, 17, 19], hemel en aarde [11], man en vrouw [25], intellect - gevoel [17], teken omega [16] en oerobosslang [25], joining hands and return to our source [25]; Ben deel van het geheel geworden, niet meer apart [7, 11]; We lopen op het donker, waar naar toe is niet belangrijk. Het gaat om het bewegen [28]; voordat ik kan verbinden moet ik iets doen in plaats van praten [25]; Gevoel van verbondenheid [1, 3, 7, 11, 16, 25].
5.4.3.
Ervaringen C3
Als vraag wordt gesteld: Wat doe ik hier eigenlijk? Ik zit in een vacuüm en kan niets doen, maar achter de wolken is het licht. Dit komt naar voren uit de volgende beelden: - Een vrouw glijdt uit in de mest en wordt verkracht, ik zit achter glas en kan niets doen [24], de onderwereld is een vacuüm; als ik daar blijf kan ik niets doen [26]; - Een gevecht om door de tunnel met wegzuigende modder te lopen. Ik wil opgeven, maar word gestimuleerd om door te gaan. Aan het eind van de tunnel is licht, we krijgen diamanten als prijs [4]; - Oneerlijk gevecht, test in zelfloosheid; er is geen betrokkenheid [19]; Ik word bewogen om mijn 5 maanden oude dochter met een bijl op haar schedel te slaan om haar het oorlogsleed te besparen [5]; - Het drama is dat het schaap wel weet dat het Zinnkraut moet eten om zich te beschermen tegen zijn omgeving, maar dat de mens deze kennis verloren is [3]; - Waarschuwing [25, 19]; Alles was zwart [21]; Er zijn alleen nog planten op de aarde [26] - Achter de wolken schijnt het licht [2]; aan het eind van de tunnel is het licht [4, 25]. Belangrijke mindsymptomen - Angst mijn eigenheid te verliezen in groepen [3]; - Vastzitten in modder/moeras [4, 25], uitglijden over de mest [24], doolhof [5]. oneerlijk gevecht[19], ik kano tegelijkertijd in twee verschillende richtingen [25]; - Vuur van de purificatie [25]; Reiniging [3, 8]; - Van buiten kunnen voelen wat het probleem van de ander is, zonder het zelf te beleven [7, 19, 23, 30]; Ik kan alles zien [11]; de scheidingswereld tussen binnen- en buitenwereld verdwijnt langzaam, waardoor ik in de binnenwereld van de emoties van anderen kan kijken [23], het andere zien, voelen en begrijpen zonder het zelf te beleven [7, 19]; - Loslaten van denken en beelden [17], vragen waar geen antwoord op zijn [6], emotie van anderen [7]; geest [22], eigen fysieke lichaam [23], betrokkenheid en macht van het individu – het Zelf [5, 19]; - Conflict tussen individu en groep [3, 25, 26] en verbondenheid [3, 18] met familie [6]. Vrede is meer dan het conflict onderdrukken [24]; - Ik voel de ontzagwekkende kracht van de natuur, is groter dan alle mensen samen, maak daar deel van uit, kundalini [3]; voel de grootsheid van wat mensen kunnen, maar ook van de schepping [22], alle kennis van de wereld is in me en ik weet waar naar toe te gaan [25]; - Grote ster [9], zon [17, 22, 24]. Wellustig, zin om te dansen [3].
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 43
5.4.4.
Ervaringen C4
De vragen die gesteld worden zijn: Waarom ben ik hier op aarde, wat doe ik hier, wat moet ik hier, wat kan ik bijdragen, waarom doe ik dat? Alles is op weg naar Eenwording. Alle grenzen vallen weg, het gaat om de inhoud, de essentie, het doen vanuit het hart. Er is een universeel gevoel van verbondenheid. Vuur, zonnen, blijheid, lichtheid, Noorderlicht, explosie van licht. Er is een gevoel opnieuw geboren te zijn [21]. Men doet wat men doet van binnen uit, het hart [23]. Ik ben het die het allemaal doet, in mij beweegt alles en ik moet niets veranderen [17]; gevoel dat ik ben, geen gedachten [17, 21, 22]. Laat het gebeuren; met de stroom mee, problemen zijn niet belangrijk. Het is een bevrijdend gevoel [22, 25]. Lekkage, onder andere aan de afwasmachine, bij het Hahnemann Instituut [na C3]. Belangrijke Mindsymptomen - Je moet stoppen met denken en gewoon zijn, bouwen als een kind. Een catharsis, reiniging [21]. Het was moeilijk de zee weg te duwen. De zee staat symbool voor onze ideeën, delusions, dromen. Een gevoel van durven [28]; - Gevoel opnieuw geboren te zijn [21], angsten lossen zich op [3]; Ben een beetje een kanaal [15, 22, 23]; - Alles is goed, laat het gebeuren [7, 17, 21]. Meedeinen met de stroom mee [1]. Geen taboes, alles staat open, klaar om te ontvangen [6], de oplossing komt [1, 6, 7, 17, 21, 22]; - Alles is op weg naar Eenwording [2]; Je weet het allemaal, je bent het allemaal, je bent heel, je bent vrij [25], het is allemaal compleet en alles is één: het vuur in de hemel, aarde en in ons lichaam [8], alle grenzen vallen weg [23]; - Wat is de zin van mijn leven, wat kan ik bijdragen? [2, 3, 18, 23, 25, 28]. Grenzen vallen weg. Je doet wat je moet doen. Alles wat ik doe in de wereld gaat van mij uit. Het komt aan op de essentie, wat men is. De grenzen zijn weggevallen en men doet wat men doet van binnen uit, vanuit het hart.[23]; Het doel is niet belangrijk, het gaat om het in beweging zijn [28]; - Vol van liefde [6, 7, 9, 21, 22}, gevoel van verbondenheid [1, 17], gevoel van verbinding met de aarde, met alles [7, 9, 21]; - Universeel: grote kruik met goudkleurig elixer voor de zonnen, dat het vuur brandend houdt. Alles wordt gevoed door het elixer, alle planeten, werelden, alle leven. Het is altijd en eeuwigdurend [9]. Planeten en planeetsystemen [25]; - Vrolijk [1, 9, 18], Wellustig [15, 21, 18], zin om te dansen [3]; bevrijdend gevoel [22, 25].
5.4.5.
Ervaringen C5
Werk in je eigen krachtveld en ga mee in de stroom van alles. Het gaat om het doen in de stroom van alles, durf individu te zijn en de verschillen tussen de mensen te openen; alles komt samen. Een aantal provers noemt een embryo, baby, wit veld, iets nieuws dat geboren wordt [1, 3, 8]. Ik mag het doen, ik word gezegend [1]. Aan het werk, niet voor jezelf, maar in de stroom van alles [2]; Werk in je eigen krachtveld, gebied. Dan is alles in harmonie [23]. Het is belangrijk dat wat ik doe in elke cel doorwerkt [23]. Leer in een stem te spreken [25]. Ga mee in de stroom van alles [1, 2]; alles stroomt [11]. Er zijn beelden van het Boeddhisme [3, 15] [boeddhisme betekent letterlijk de ontwaakte]. Er was een gevoel van liefde en verbondenheid, versmelting met mijn man, Yin en Yang [1]; een compleet gevoel [3, 22]. Een gevoel van thuiskomen bij jezelf [3, 4, 22, 25, 30], liefde [1, 2, 9, 17, 20, 30] en verbondenheid [1, 15, 16, 18, 22]. Belangrijke mindsymptomen: - Lemniscaat [1], Never ending story [15], Tijdelijk, tijdloos. Voel enthousiasme. Let it be. Building a bridge. Connection. Freedom, happyness, joy [18]; _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 44
-
-
-
Beelden van het Boeddhisme. Ik voel mij compleet vrij. Ik wil alleen opnemen wat voor mij van belang is [3]; De Aarde is een ware Moeder [4]. Ik zie een hele grote cirkel van vuur, liefde. Randen van de cirkel zijn vol van kleur als van een regenboog. Zee vol plankton, liefde. Overweldigende liefde. Liefde van Moeder Aarde [9]; Liefdesenergie rond me. Was teveel, ik kon het niet verdragen. Vanaf nu zorgen wij voor jou. Parabel van de verloren zoon [17]; Zie de schoonheid van de wereld, het leven en geniet ervan [1, 4, 25, ], compleet gevoel [1], belofte voor de toekomst [15]; ik kan de wereld weer in [11]; Alles stroomt. Soort bevrijd. Afstemmen op de ander [11]; gevoel van thuiskomen bij jezelf [3, 4, 22, 25, 30]; compleet gevoel [1, 3, 22]; een groot saamhorigheidsgevoel [4, 8, 25]; Veilig, beschermd gevoel [1, 16, 17], bevrijd [11], Vrolijk, blij, lachen vrijheid [1, 8, 9, 11, 18]; muziek [15, 18, 25].
5.5. Ervaringen na 2 tot 6 maanden Onderstaande klachten zijn na 2 tot 6 maanden op het normale niveau gekomen of blijvend weg: - Lage rugpijn (RS) <<, na val 2 weken later zijn nekwervels verschoven en is een zenuw klem komen zitten, doof gevoel in voeten (L4/L5 regio) [6]; - Wratje op mijn vinger verdwijnt (CS, na meer dan een jaar [11]. Er is een euforisch gevoel over de nieuwe bestemming [1]; nieuw leven [1, 8, 11, 20], het wegvallen van verantwoordelijkheid [6], het leven is mooi en zo veelzijdig [1]. Een onvoorwaardelijke, wezenlijke liefde die alles mogelijk en lichter maakt [17, 20]. Een geweldig gevoel van liefde en verbondenheid, er wordt voor me gezorgd [17, 20]; ik kan makkelijker de waarheid vertellen, elk facetje is belangrijk, heilig [16]. Polariteiten, zelfs tussen leven en dood, verdwijnen [1]. Er is een transformatie van de wereld van het zwarte naar het licht [11]. Belangrijk is ook het loslaten van gedachten [7, 8], de verbinding tussen denken en voelen [8] en een toename van heldervoelendheid en helder weten [7, 11]. Laat het gebeuren! [6]. Over de werking van Equisetum wordt het volgende opgemerkt: - De werking van Equisetum heeft de groei van mijn heldervoelendheid en helder weten versterkt. Ik ontdek sneller dan vroeger waar mijn fysieke klachten vandaan komen en ben er sneller doorheen [7]; - Ik kan wat makkelijker de waarheid vertellen. Het is mijn belevingswereld, ik hoef me niet terug te trekken omdat anderen het misschien niet begrijpen. Equisetum heeft me laten zien, dat elk facetje belangrijk is, heilig is. Heb ik daar ook sterk beleefd, al vaker, maar ook bij Equisetum [16]; - Sindsdien kan ik makkelijker reizen heen en weer reizen tussen de verschillende tijdperken [19]; - Ik denk dat Equisetum je brengt wat je nodig hebt. Ik had bij C1 een voorspellende droom over bloed en het idee dat het middel werkt op mensen die een groot verlies te dragen hebben. Equisetum helpt stervende mensen hun ziel over te laten gaan naar de spirituele zijde. Dit is vaak moeilijk voor stervenden, omdat de familie dit proces vaak wil stoppen [21]; - Het idee dat mijn ego, mijn ratio mij het meest in de weg zit, belemmert. Dat is een eyeopener. Ik heb de oplossing om het ego wat meer aan de kant te zetten nog niet gevonden [24]; - Tijdens de laatste dag van het Seminar [na C3] waren er lekkages met veel waterschade aan de afwasmachine, het toilet en het dak van het Hahnemann Instituut. Het moest 4 keer gerepareerd worden.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 45
Equisetum heeft me laten zien dat elk facetje belangrijk is, heilig is [prover 16]
Equisetum arvense kan een belangrijk middel zijn voor: - Vijven (Enneagram) om uit hun geliefde Denken te komen en gewoon te zijn [30/C3, 21-28/C4]. [De Vijven zijn de Waarnemers, ze parkeren hun gevoelens en gaan in de situatie af op wat het denken hen ingeeft]; - het vergroten van de kracht om te communiceren en de afstemming op elkaar [25/C2]; - het openen van andere remedies en ze met elkaar verbinden [25/C1]; - het geven van een toekomstperspectief over de zin van het leven, waar een collectief in liefde ontstaat en ieder zijn eigen plaats heeft [30]; - de bescherming van het individu en het behouden van de essentie van de dingen. Alles wordt hiermee in zijn eigen trilling gezet [23/C5]. Witold Ehrler geeft aan dat we bij Equisetum het vijfde kwadrant betreden [het kwadrant van het individuele archetype]. Equisetum gaat over de vrije keuze van het loslaten van het Zelf, het Ego, de Zelfloosheid. Er is een collectief in liefde opgebouwd, zonder angst, taboes, regels van cultuur of religie om het systeem stabiel te houden. Dit is bijzonder. Bij Equisetum was het mogelijk het systeem te dragen met liefde, inhoud. Het is de eerste keer dat we deze grens overgegaan zijn (Witold Ehrler, HIN, 18- januari 2008). Liefde en verbondenheid zijn thema’s die zowel bij de C4-homeopathie als Equisetum arvense horen. Ehrler neemt Equisetum arvense op in de Homöopatische Postille ‘Formen der Liebe’. Hij haalt de rode draad van een substantie er - op basis van zijn grote resonantievaardigheid en uitwisseling in de groep na elke verwrijvingronde - uit en de rest is ‘voor de komposthoop’. Ehrler heeft sinds 1993 ruim 400 stoffen verwreven en begeleidt bijna elke 2 weken resonerende groepsverwrijvingen op verschillende locaties en met verschillende groepen.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 46
6. Materia Medica, Repertorium & DD
6.1. Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft een Materia Medicabeeld, Repertoriumsymptomen en differentiaties met een aantal middelen op basis van de ervaringen bij de trituratieproving van Equisetum arvense bij het Hahnemann Instituut in Den Haag. Deze informatie kan de toegankelijkheid van het middel voor de lezer vergroten. Dit is géén compleet beeld van Equisetum arvense, omdat het niet gebaseerd is op een volledige proving, toxicologische literatuur en klinische observaties19. Een trituratieproving heeft altijd een subjectief element, omdat elke verwrijver - maar ook degene die de symptomen selecteert - andere accenten zal leggen. Later kan blijken dat een aantal symptomen misschien niet bij Equisetum hoort, maar bij de C4-homeopathie óf de prover.
6.2. Materia Medica Werkingsgebied MIND, HEAD (Third eye, vision, hearing, NOSE), Stomach, Abdomen, Chest, Back, Extremities, Weakness, RIGHT SIDE, Left side, COLD Modaliteiten: < donker, vastzitten, denken > beweging, company, licht, zon
Belangrijke symptomen Verscherpt bewustzijn (C1, C2) - Helderhoren, -zien, -voelen en –weten; o Sterk gevoel in derde oog [19-25-30/C1vii]; helderheid van geest [15-19-30/C1]; o In blindheid opnieuw beginnen te zien [19/C2]; ik ben dood, lig in de aarde en kan alles zien in het donker [26/C2]; Licht/inzicht van de aarde naar de hemel. Ik kan alles zien [11/C3]; o Chaotische en harmonische geluiden; liedjes. KN: kikkers die niet gelijktijdig kwaken; - Clairvoyance, presentment, blood [21/na C1]. Toename van heldervoelendheid en helder weten: Ik kan emoties/problemen van anderen van buiten zien [7-19-23-30/C3]; afstemming, resonantie met de patiënt [7-11-20/C5] [C4-homeopathie?]. Angst en verdriet (C1, C2, C3) - Diepe lichamelijke pijn over verlies baby of zielspartner [21/C1]; - Ik moet iets verhinderen, dat alleen ik kan verhinderen. Je hebt je in je afgelopen levens steeds laten afleiden van je doel [26/C2]; - Ik kan mijn bijdrage niet leveren [3-4-7-26/C2]; - Ik ben niets meer, gevoel op te lossen. In deze toestand heeft het geen Zin er te zijn [19/C2]. Wat is de zin van mijn leven, wat is mijn bijdrage? [2-3-15-28-23-25-28/C4]. Gevoel op te lossen (C1, C2) - I’m completely stabbed with needles {17-17A-29/C1], de huid lost op [25/C1]; - Ben ik een steen of zoiets, die geen eigen leven meer voert en het was bijna alsof ik was opgelost [19/C1] [Sil];
vii
Het nummer verwijst naar de prover en C1 naar de eerste, C2 naar de tweede verwrijvingsstap, et cetera. Zie bijlage 2 voor een individuele ervaringen per prover en verwrijvingsstap. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 47
-
Ik ben de laatste mens op aarde en verdwijn in het niets. Ik los op alsof ik een schaduw in de mist ben [26/C1].
Ik ben niets meer, niet meer fysiek (C2, C3, C4) - Ik ben volledig transparant. Mijn eigen gedachten zijn weg en ik ben ‘niet-materie’ [7/C2]; Gevoel los van de materie te staan [22/C2]; - Ik ben niets meer, geen lichaam, geen ego, geen gedachten. Ik was als een kanaal. Ik ben niets meer, deel van het geheel [7/C2]; - Gevoel los van de materie te staan [22/C2]; Als mens sta je tussen het geestelijke en de stoffelijke materie [23/C4]; - Ben uit een soort zwart gat geknald (zwarte aardolie). Gevoel dat het om een test van zelfloosheid gaat; voelde plotseling koel, leeg en liefdeloos, alsof het me niets aangaat. Wat doe ik hier eigenlijk [19/C3]. Reiniging en transformatie (C1, C2, C4) - Een fysieke verstopping waar beweging in komt (C1): buik [1, 8, 12] neus [2, 9, 13, 18], oor [22, 25], kaak [1, 2, 19], rug [19], oude bloedstolsels [25], blaas [8, 28]; - Reiniging op alle niveaus [8, 21], noodzakelijke schoonmaak [3-25/C2]; Ik wil alles uit mijn systeem gooien [25/C2]; - Loslaten van gedachten, alles is goed (C4); o Ik ben, geen gedachten meer, heb niet meer dat mechanisme in jezelf, ben gewoon en dan zal je een betere docent worden [21/C4]; o Toen kwam de boosheid in mij, het monster, de dingen die ik niet gedaan heb, die niet goed waren. Maar alles was goed [17/C4]; o Ik zag een blij jong meisje dat op de golven van de zee heen en weer sprong. Ze probeerde over de zee te lopen, maar het was erg moeilijk. Het was moeilijk de zee weg te duwen. De zee was een symbool voor de ideeën, delusions, dromen [28/C4]. Donker en Licht (C1, C3, C4, C5) - Oriëntatie op het licht [C1]: vanuit het donker zie ik het licht boven [3, 4, 19]; - Vastzitten in het donker [C3]: moeras [25], natte modder [4], zwart gat [19], doolhof [5], mest [24], oneerlijk gevecht [19] en onderwereld [5-26]; - We moeten ons allemaal realiseren dat we lichtwezens zijn. We zijn van licht en dragen informatie in ons die ons licht. En steeds kwam de zon. Ik wou in de zon gaan en toen stopte het, daar is een geheim, in de zon [17/C3]; - Ik breng je naar het licht en naar de duisternis. Je zult ALTIJD WETEN, WAAR HET LICHT TE VINDEN IS [22/C4]; - De zon, het licht schijnt op ons allemaal, ik, we koesteren ons erin. En de maan licht ons bij in het donker met de sterren die flonkeren als diamanten [1/C5]. Alles komt samen (C2, C5) - Ben onderdeel van deze geleiachtige massa, het geheel geworden, niet meer apart [7/C2]; Individu tussen de massa, maar we doen hetzelfde. Alles is gemengd. Opgaan in alles, elkaar, elkaar goed begrijpen [11/C2]; - Samenhang in gevoel, geen polariteit meer [17/C2]; Het hoogste met het onderste verbinden [4-17-19/C2]; Teken omega [16/C2]; Alfa en omega [1/C5]; - Misschien vallen hemel en aarde wel samen [11/C2]; het pad van verbinding tussen man en vrouw [25/C2], intellect en gevoel [17/C2], Tijd is oneindig [26/C2]; - Het gaat over ‘joining hands and return to our source’ [25/C2] [C4-homeopathie?]. Liefde en verbondenheid (C1, C2, C3, C4, C5) - Equisetum opent het hartchakra [13-20-25/C1; 23-30/C2; 3-6/C3]; - Equisetum misleidt het brein en verbindt met vibratie van het hart [25/C2]; Het opent de seksualiteit [15-21-28/C4);
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 48
-
-
Compleet, beschermd gevoel, ruimte en vrijheid [6, 7, 12, 16, 17, 22]; Liefde is de sleutel. Ervaren, niet forceren vanuit het willen, denken. Verantwoordelijkheid valt weg. Het geheim is in de zon; Hele grote cirkel van vuur, liefde [9/C5]; Ik bespeur duidelijk het ontstaan van een collectief lichaam, dat nu als een betovering op ons inwerkt. Het gaat hier om de vorming, ontwikkeling van een Liefdescollectief, dat een C5-mysteriearbeid kan bewerkstelligen. De liefdesenergie is duidelijk voelbaar om ons heen. We hebben ons vergroot tot wat anders, zonder daarbij iets van onze eigen inhoud te hoeven verliezen. Er ontwikkelt zich een gevoel van eindelijk thuis zijn in de ruimte, in de betekenis je roeping eindelijk intuitief gevoeld te hebben, die boven onze eigen existentie uitgaat [30/C5].
Andere dimensies (C1, C2, C3, C5) - Ik zie de wereld vanuit de kosmos. Hoe kom ik in de wereld [7/C1]; - En de hele wereld, tijd staat stil. En ik had de neiging te verdwijnen in het niets [19/C2]; - Ik had het gevoel dat ik in een tijd voor de mensheid ben beland, ik was zoals een plant [26/C3]; Ik kom uit een andere dimensie [16/na C5]; - Zee, woestijn, blauwe lucht [symbolen van het onbewuste]. Durf mee te gaan in de stroom van alles (C2, C3, C5) - Forceer niets, alles wordt geopenbaard. Het niet doen vanuit het willen. Durf je vleugels te gebruiken en je wordt gedragen [16/C2]; - Ga in de beweging (wegduwen van gedachten). Het is het gevoel van durven - Ik krijg zoveel informatie dat mijn hersenen hun focus niet kunnen kiezen. Kan me alleen overgeven aan niets of alles [25/C3]; - Wat kan ik bijdragen? Jij kleine gelovige. Open je ogen en ga mee in de stroom van alles [2/C5]. Kwetsbaar en zwak (C1, C2, C3) - Decompositie. uit elkaar vallen [4/C1]; Ik ben niets meer; - Zwakte [3-11-13-14-22/C1; 3-14-26/C2; 14-26/C3]; Loss of energy [19-21-22/C1] & enorme energie. My energy becomes enormous [25/C3]. Drukkende, stekende, prikkende pijnen
Thematiek & Symboliek De thematiek van Equisetum is als volgt samen te vatten: - Verdriet over verlies van het fysieke, het ego, zielspartners, toekomstperspectief; - Vastzitten, ik ben niets meer en kan niets doen (DD Zeepaardje, HIN 200820); - Heroriëntatie op de Zin van het leven; - Het hart is jouw essentie. Als je het denken loslaat en vanuit jouw hart doet wat je moet doen is alles goed, inclusief je schaduwkanten; - Alles is Eén: universeel gevoel van liefde en verbondenheid. In de ervaringen komt een aantal overeenkomstige symbolen naar voren, die belangrijk zijn voor het beeld van de remedie, namelijk symbolen van: - Het onbewuste: de zee, de woestijn; - Grenzenloze: de lucht, het universum; - Puurheid en zuiverheid: blauwe lucht, vuur; - Naderende doodsymbolen: tunnel, grote reis, dood; - Nieuw begin: baby, de dwaas, bouwen met de energie van een kind, - Alles is één: alpha en omega, oerobosslang, een bron, kundalini, yin en yang, piramide, een goudkleurig elixer dat alles voedt, alle planeten zonder begin en einde; - Dieren, behalve paard ook apen, mammoeten, vissen, zeepaardje, adelaar, valk; - Feces: moeras, mest, onderwereld; - Beelden van rijkdom, voorspoed en geluk: Lachende Boeddha;
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 49
-
Rijkdom en overvloed: vissen; Verenigen van rationaliteit en irrationaliteit: Faust; Symbool van het mannelijke, de macht: het goud, de zon; Zoektocht naar het Zelf: doolhof; Leven: de Slang, de cirkel; Het vrouwelijke: de maan, Moeder Aarde [DD Lapis Lazuli]; De steen der wijzen; De bron: de Neanderthaler, mammoeten, water, vuur, de zon, regenwoud; Liefde: het hart, roos, Parabel van de verloren zoon, thuiskomen bij jezelf.
6.3. Repertoriumsymptomen In het Repertorium zou Equisetum arvense opgenomen kunnen worden met de volgende symptomen. De met ‘New’ aangegeven rubrieken staan niet in Radar, versie 9.2. MIND MIND - ALONE; being MIND - AMATIVINESS MIND - ANXIETY - tunnel MIND - AWARENESS heightened MIND - BROTHERHOOD, sensation of MIND - CHANGE - desire for - life; in MIND - CHEERFUL MIND - CLAIRAUDIENT MIND - CLARITY of mind MIND - CLEANNESS - desire MIND - CONFIDENCE: want of self-confidence MIND - CONFUSION of mind - identity, as to his MIND - CONFUSION of mind; Identity, as to his, sexual MIND - DARKNESS - agg. MIND - DELUSIONS - attacked, being MIND - DELUSIONS - blood - seeing blood (New) MIND - DELUSIONS - blood - I’m only blood and blood only (New) MIND - DELUSIONS - blood – old clots of bloods, sadness; are going upstairs to the light (New) MIND - DELUSIONS - born into the world; he was newly MIND - DELUSIONS - canal; I am a canal; no material (New) MIND - DELUSIONS - cellar - shut in a dark cellar; he is MIND - DELUSIONS - consciousness - higher consciousness; unification with (New) MIND - DELUSIONS - dirty MIND - DELUSIONS - dirty, he is; accompanied by MIND - Cleanness - desire (New) MIND - DELUSIONS - dissolving; she is MIND - DELUSIONS - drawing - circle; something were drawing her round in a (- head straight; and she could not hold her) MIND - DELUSIONS - drawing - right (when walking); something were drawing her to the MIND - DELUSIONS - energy; stream of energy from; body, hands (New) MIND - DELUSIONS - fire; enormous fire from Heaven and Earth (New) MIND - DELUSIONS - ground; is lying in the ground (New) MIND - DELUSIONS - harmony - heaven and earth; between; MIND - DELUSIONS - harmony - order and clarity of everything MIND - DELUSIONS - hearing, illusions of; hearing music MIND - DELUSIONS - heart - explosion in the (New) MIND - DELUSIONS - heart - prickling, sensation of universe (New) MIND - DELUSIONS - LIGHT (= brightness) MIND - DELUSIONS - light [= brightness] - dark; and MIND - DELUSIONS - LIGHT (= low in weight) MIND - DELUSIONS - light [= low weight] - float; he was so light he could MIND - DELUSIONS - light [= low weight] - is light; he MIND - DELUSIONS - motion, down, delusion of a (New)
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 50
MIND - DELUSIONS - motion, up, delusion of a (New) MIND - DELUSIONS - motion, up and down, delusion of a MIND - DELUSIONS - murdered - had murdered someone; he MIND - DELUSIONS - murdering; he is - family with a hatchet; she will murder her MIND - DELUSIONS - new; everything is MIND - DELUSIONS - needles in hands and breasts, sensation as if needles piercing in (New) MIND - DELUSIONS - plant, I am the (New) MIND - DELUSIONS - plant, is necessary to save the world (New) MIND - DELUSIONS - place - different places at a time; of being in MIND - DELUSIONS - prisoner; she is a MIND - DELUSIONS - sleep - going to sleep; he were MIND - DELUSIONS - sleeping - he were sleeping MIND - DELUSIONS - sleep - he is sleeping; desire to dream on (New) MIND - DELUSIONS - space - between brain and skull; there is empty space MIND - DELUSIONS - Third eye - changes in vertex and third eye, sensation as if (New) MIND - DELUSIONS - Third eye - sensitivity, strong (New) MIND - DELUSIONS - world - new world; he is moving in a MIND - DELUSIONS - young, she is again MIND - DEPERSONALIZATION MIND - DESIRES - full of desires - new; something MIND - ESTRANGED MIND - ENERGIZED feeling MIND - EXCITEMENT - sexual MIND - FANCIES - lascivious MIND - FEAR - accomplish things, cannot MIND - FEAR - nausea of fear MIND - FEAR - tunnels; of MIND - FIRE - thinks and talks of MIND - Forsaken feeling accompanied by pain in neck (New) MIND - FREEDOM - doing what he had to do; remarkable freedom in MIND - INSECURITY; mental, amel MIND - LASCIVIOUS (WELLUSTIG) MIND - LIBERTINISM MIND - LIGHT (= brightness), abundance of, sees an (New) MIND - LIGHT (= brightness), being in, coming from the dark (New) MIND - LIGHT, the brightest light streams through my head, sensation as if (New) MIND - LIGHT (= low in weight) MIND - LOVE MIND - LOVE - coming towards her and from her; feelings of love MIND - LOVE - exhalted (overflowing) love – for her family MIND - LOVE - exhalted (overflowing) love – for humanity MIND - LOVE - exhalted (overflowing) love – for earth, everything in this (New) MIND - LOVE - unification, sensation of; earth, with / everything, with (New) MIND - MERGING OF SELF with one's environment MIND - NATURE - loves MIND - PROTECTED feeling MIND - PROTECTED feeling - plant, by/under the (New) MIND - SADDNESS; accomplish things, cannot MIND - SELFLESSNESS MIND - SENSUAL MIND - SHAMEFUL, dirtiness; Sexuality, ejaculation (New) MIND - SPACED-OUT feeling MIND - THOUGHT; thoughtful MIND - THOUGHTS - vanishing MIND - TIME - quickly; passing too MIND - TIME - slowly; passing too; accompanied by weakness MIND - UNIFICATION - sensation of MIND - UNIFICATION - sensation of unification - partner; with his MIND - UNIFICATION - sensation of unification - universe; with the MIND - YAWNING MIND - YIELDING disposition
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 51
VERTIGO Vertigo - accompanied by weakness & sleepiness (New) (see: VERTIGO - SLEEPINESS; with; & GENERALS - WEAKNESS - vertigo; with) HEAD HEAD - Epifyse, sensation as if (New) HEAD - HEAT – coldness – feet; with coldness of feet (New) (see: HEAD - HEAT - accompanied by Limbs; coldness of) HEAD - HEAVINESS - accompanied by - Eyes; heaviness of HEAD - Heaviness of head and eyes, sensation of (New) HEAD - Heaviness of head and root of the nose (New) HEAD - LIFTING up; sensation of - Skull HEAD - PAIN - amel HEAD - PAIN - left HEAD - PAIN - accompanied by chilliness [2] HEAD - PAIN - accompanied by coldness of chest, back and a warm feeling (New) HEAD - PAIN - accompanied by nausea HEAD - PAIN impending accompanied by nausea (New) HEAD - PAIN - light, despite better dispersion of energy (New) HEAD - PAIN (3)(OS) becomes a sensation of tingling and prickling on occiput, right (New) HEAD - FOREHEAD, bright joyful feeling (New) HEAD - Pain - Forehead HEAD - Pain - Forehead, pressing pain HEAD - Pain - Forehead, pressing pain, left (New) HEAD - PAIN - Forehead, pressing pain accompanied by pressing pain ears and temples (New) HEAD - PAIN - Forehead - Eyes - Above eyes (New) HEAD - PAIN - Forehead – Eyes - Above, right (CS) (New) HEAD - PAIN - Forehead - Eyes - Between HEAD - PAIN - forehead, third eye (New) HEAD - PAIN - Vertex - extending to - Occiput HEAD - PAIN (OS), changing in sensation of tingling (New) HEAD - TINGLING - Occiput HEAD - TINGLING - Occiput - right (New) HEAD - Tingling on vertex and temples, sensation of (New) (see: HEAD - TINGLING – Temples & HEAD TINGLING - Vertex EYE EYE - Heaviness - head and eyes (New) (See: HEAD - HEAVINESS – accompanied by - Eyes; heaviness of) EYE - Heaviness - above the eyes, especially on the right (New) EYE - Heaviness - accompanied by a light feeling (low in weight) of the body (New) EYE - Inflammation EYE - Inflammation - eye, left (New) EYE - Pain - right, accompanied by pain right scapula of fear (New) EYE - Pain - burning EYE - Pain stitching accompanied by Head, Pain above eye, right (New) EYE - Pain - stitching, inner canthi left eye (New) EYE - RELAXATION VISION VISION - ACUTE - night - night vision VISION - CLEAR (see: Acute) VISION - dim accompanied by heaviness of head and root of the nose VISION - COLORS before the eyes - blue, green, purple VISION - COLORS before the eyes - blue gas and a pink star, like a fairytail like world (New) VISION - COLORS before the eyes - grey waves of the sea and beneath it yellow, a big (New) VISION - COLORS before the eyes - orange, purple, green and blue, the universe with stars (New) VISION - COLORS before the eyes - Rainbow, of the VISION - loss of vision, right VISION - loss of vision, right; amel (New) VISION - stars
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 52
EARS EAR - PAIN - right EAR - PAIN - right. Intense stitching pain ears & eyes (New) (see: EAR – PAIN – Stichting pain) EAR - PAIN - right. Intense stitching pain ears & eyes; ear > (New) EAR - PAIN - pressing - right EAR - PAIN - pressing - right; left > EAR - PAIN - pressing - ears accompanied by pressing pain forehead and temples (New) HEARING HEARING - SOUNDS - CHAOTIC HEARING - SOUND of HARMONY - people get together and learn to speak in one voice (New) HEARING - SOUNDS - INSECTS, Buzzing, people talk like bees or insects; see and hear crickets (New) HEARING - SOUNDS - HARD, scraping (New) HEARING - SOUNDS - become more clear HEARING - SOUNDS - SONGS NOSE NOSE - ACUTE - stronger sense of smell NOSE - CORRYZA <; left nostril and forehead > (New) NOSE - DISCHARGE - copious, watery NOSE - HAYFEVER NOSE - HEAVINESS in roots of nose and head NOSE - ODOR - Imaginary and real - apples; calvados; green; incense – heavy smell; soap (New), NOSE - ODOR - Imaginary and real - flowers; milk; sweetisch NOSE - PAIN - burning pain as from pepper FACE FACE - ERUPTIONS - Pimpel, chin, coming, left FACE - PAIN - Cheekbones - imflammation sinusitis, sensation as if FACE - PAIN - Pressing pain, ears & forehead & temples FACE - SENSETIVENESS - Salvinary glands, left FACE - Trembling - mouth, around; must tell something MOUTH MOUTH - PAIN - cheekbone, left (RS) MOUTH - PAIN - stinging, pricking pain, Lips, lower and tongue (New) MOUTH - SALIVATION - salvinary glands MOUTH - SENSETIVINESS - salvinary glands, left MOUTH - TASTE - sweetisch MOUTH – Trembling - mouth, around: must tell something TEETH TEETH - PAIN - right, under TEETH - PAIN - right, under, amel. returning light (CS) (New) THROAT [INTERNAL] THROAT - constriction accompanied by tickling cough, eructations, pain in low abdomen and stomach (New) THROAT - Dryness accompanied with swallowing, difficult THROAT - Swallowing - difficult accompanied with dryness STOMACH STOMACH - Heaviness and distension - accompanied by eructations and borborygmi (NS) (New) STOMACH - Heaviness and distension (CS), amel STOMACH - Nausea accompanied by headache STOMACH - Nausea STOMACH - Nausea of fear STOMACH - Nausea - des. to puke everything out of my system (New) STOMACH - PAIN - painful spot (CS) STOMACH - PAIN - stitching pain STOMACH - Thirst
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 53
ABDOMEN ABDOMEN - COLD - sensation of a cold spot in abdomen ABDOMEN - Distention - accompanied by flatus and eructations (RS) (CS) ABDOMEN - Energy goes to the low abdomen; streams out, as if de skin dissolves (New) ABDOMEN - HEAT - sensation of heat in abdomen ABDOMEN - PAIN - COLD - sensation of a cold spot in abdomen ABDOMEN - PAIN - accompanied by respiration difficult ABDOMEN - PAIN - stitching ABDOMEN - PAIN - intestines with bloody stool STOOL STOOL - bloody BLADDER BLADDER - SENSITIVE KIDNEYS KIDNEYS - PAIN - Region of, right accompanied by pain in breast, right (New) KIDNEYS - CONSCIOUSNESS - accompanied by sensitive footsoles and clear ears (New) URINE URINE - copious, like a stream that doesn’t stop (New) FEMALE GENETALIE/SEX FEMALE GENETALIA/SEX - SEXUAL DESIRE increased, affection with FEMALE GENETALIA/SEX - MENSES - early, dark clotted blood FEMALE GENETALIA/SEX - PAIN - Breast, right and region of kidneys, right (New) FEMALE GENETALIA/SEX - UTERUS - energy in uterus; extending to head (New) RESPIRATION RESPIRATION - AIR - in open air, amel.; pine forests amel RESPIRATION - ARRESTED - Pain, during. > contact with Eq., that gives much love and light (New) RESPIRATION - DIFFICULT - accompanied by pain in low abdomen and stomach RESPIRATION - IMPEDED, obstructed - pain; from - takes away the breath COUGH COUGH - Tickling accompanied by eructations, pain in abdomen and stomach. Throat, constriction (New) CHEST CHEST - Coldness accompanied by Coldness Back, Headache and a warm feeling (New) CHEST - Explosion in the heart with joy, fire and sexual feelings (New) CHEST - HEART - Prickling feeling, sensation of universe (New) CHEST - PAIN as a litte, black bullet in my heart (New) CHEST - PAIN - Flank, right,at awakening (New) CHEST - PAIN - jabbing pain in breast, as needles (New) CHEST - Palpitations of heart BACK BACK - Pain - Cervical region BACK - Pain - Dorsal region BACK - Pain - Dorsal region; extending up and down. BACK - Pain - Dorsal region - heaviness (New) BACK - Pain - Lumbar region BACK - Stiffness (RS) alternating with flexibility, lively, movable (New) BACK - STRAINING easily; have to strain constant; grow upstairs (New) BACK - WEAKNESS - can’t strain back accompanied by pain in neck and very tired (New) BACK - WEARINESS accompanied by COLDNESS Legs EXTREMITIES EXTREMITIES - COLDNESS - Feet, cold and wet feet EXTREMITIES - COLDNESS - Feet accompanied by head, heat EXTREMITIES - COLDNESS - Feet extending upwards to legs _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 54
EXTREMITIES - COLDNESS - Legs and weariness back EXTREMITIES - PAIN - Eruptions, warts on finger (OS) amel. (CS) EXTREMITIES - PAIN - cramping pain, Neck, right EXTREMITIES - PAIN - Neck and shoulder, right EXTREMITIES - PAIN - Neck EXTREMITIES - PAIN - Neck - severe pain in neck and forsaken feeling (New) EXTREMITIES - PAIN - Scapulae, right EXTREMITIES - PAIN - Shoulder and Neck - right EXTREMITIES - PAIN - Shoulder, left EXTREMITIES - PAIN - Shoulder and Eye, right EXTREMITIES - PAIN - Elbow, left EXTREMITIES - PAIN - Hip, right EXTREMITIES - SENSITIVEINESS - Arms, esp. Elbows EXTREMITIES - SENSITIVENESS - Feetsoles EXTREMITIES - TWINKLING - Body, esp. Hands EXTREMITIES - TWINKLING - Hands extending to body (New) EXTREMITIES - TWINKLING - Hands extending to head (New) SLEEP SLEEP - desire accompanied by weariness SLEEP (3) - desire to dream on SLEEP - SLEEPINESS - Overpowering SLEEP - SLEEPINESS - Overpowering; awakening difficult SLEEP - SLEEPINESS - weakness - vertigo; with SLEEP - YAWNING SLEEP - YAWNING - Sleepiness, during DREAMS DREAMS - ANCIENT TIMES (New) DREAMS - ANIMALS; ape, monkey, elephants, fish, birds, snake DREAMS - ANIMALS; asteria, fox, hippocampus, mammoths (New) DREAMS – BABY (New) DREAMS - CELLAR; being in a DREAMS - CHILDREN; about - younger; were ten years DREAMS - CONNECTED thoughts and senses (New) DREAMS - CONNECTED with others DREAMS - DARKNESS DREAMS - KILLING DREAMS - MUD - stuck in DREAMS - MURDERER - being a murderer DREAMS - Old love (New) DREAMS - PASTURES, green and blue sky DREAMS - TUNNEL CHILL CHILL - ICY COLDNESS of the body CHILL - INTERNAL - coldness SKIN SKIN - DISSOLVES; sensation as if (New) SKIN - ITCHING (OS) GENERALS GENERALS – BONES, Complaints of GENERALS - COLD - feeling GENERALS - COLD - feeling; icy cold GENERALS - COLD - one part cold, with heat of another GENERALS - ENERGY - loss of; going downstairs (New) GENERALS - ENERGY – lack of GENERALS - ENERGY – moving upward from the ground through the legs GENERALS - ENERGY - uplifting (New) GENERALS - ENERGY - vibrating in her body, from feet to vertex (New) GENERALS - FOREST, Pine forests, amel. _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 55
GENERALS - HEAVINESS - internally GENERALS - LEANING - desire for leaning GENERALS - PAIN - burning, prickling GENERALS - PAIN - stitching, as from needles GENERALS - PAIN - streams GENERALS - SIDE - left GENERALS - SIDE - right GENERALS - STIFFNESS (OS) & MIND - THOUGHTS - persistent (New) GENERALS - TEMPERATURE - change of cold to warm GENERALS - WEAKNESS GENERALS - WEAKNESS - Sudden weakness GENERALS - WEAKNESS - Sudden weakness, not able to fulfill my task(New) GENERALS - WEAKNESS & heaviness eyes and vision unclear (New) GENERALS - WEAKNESS & sleep, desire and vertigo (New) GENERALS - WEAKNESS - vertigo; with GENERALS - WEAKNESS - accompanied by yawning (New) GENERALS - WEAKNESS - accompanied by MIND, time, passing very slowly
6.4. Differentiaal Diagnose Hiervoor liggen Buddlea (trauma), Magnesium (het Licht), Silicea (belangrijke inhoudstof), Phosphorus (het grenzeloze, ontvankelijke en communicatieve), Lycopodium (opgeblazen buik, vaatplant) en Lac-eq (het doen in de beweging) voor de hand. De naam Equisetum arvense verwijst naar het Paard en Tin/Zin (Stannum, Tin). De plant is verwreven met melksuiker. Om te kunnen beoordelen welke symptomen (ook) van de melksuiker zouden kunnen zijn, is het goed de gemeenschappelijke symptomen van Equisetum arvense en Saccharum lactus te bekijken. Saccharum lactis In grote doses werkt Sacch-l. doses diuretisch, geeft een grote fysieke en mentale uitputting door overwerk c.q. mentale spanning. Equis-a. heeft een groot energieverlies en zwakte door verlies van een zielspartner of focus in het leven. Andere vergelijkbare symptomen met Equis-a. zijn onder andere het verliezen van de weg in bekende straten; het gevoel dat iemand achter haar is; sudden fear and trembling of the whole body; rugpijn over de lengte van de wervelkolom; pijn in het rechteroor en daaronder; gevoel alsof naalden in de ogen steken; menses commenced too early, no pain. Menses very dark; feeling of distention after eating; sharp pain behind right ear; pain in left eyebrow; sensation as if a fire in heart, feeling as if heart would burst; constant pain in region of left kidney; urinates very frequently large quantities; great coldness as if a chill were coming in; sensations of both coldness and heat (http://homepage.ntlworld.com). Stannum (witte tin) Het werkingsgebied van Stannum is vooral het zenuwsysteem en de ademhalingsorganen, zoals longontsteking, bronchitis of tuberculose (Morrison, p. 356). Stannum is het metaal dat hoort bij Jupiter en de lever. Tin vloeit makkelijk en wordt makkelijk weer vast, het is een plastisch materiaal. De mens met een Jupitergesteldheid heeft een flegmatisch karakter, laat het komen zoals het komt, vloeit. Het geeft mee zonder bedoeling, heeft overzicht en laat de dingen op zich afkomen (Barendregt, p. 43). Equis-a gaat ook op in de omgeving, in de stroom van alles, alles is goed en zal geopenbaard worden. Zelfs het monster in ons is goed. Tijdens de verwrijving worden veel vragen gesteld over de Zin van het leven en welke bijdrage ik kan leveren aan Moeder Aarde. Stannum in C4 maakt het mogelijk om ook datgene te zien wat zich in het leven om vele redenen aan de bewuste blik onttrokken heeft. Richt de aandacht op dat wat tot dan toe achter de rug lag en daardoor niet zichtbaar was. Daar de mensheid slechts een beperkt blikveld heeft is het nodig om als geheel een nieuwe richting te kiezen om daardoor _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 56
andere aspecten waar te kunnen nemen. De feitelijke levenszaken, waarnaar men tot dan toe angstig vermeed te kijken, kunnen nu bewust in het leven geïntegreerd worden, zonder dat het de voordien gevreesde gevolgen heeft. Daarvoor zorgt de Tin-kracht. De volgende thema’s kwamen naar buiten: - Heroriëntatie van de eigen blik op het voordien in het verborgen liggende bereik; - Weerstand tegen de heroriëntatie; - Desoriëntatie in de nieuw ontstane situatie; - Toename van vertrouwen en een nieuwe spirituele blik op de levensloop (www.hahnemanninstituut.nl). De laatste twee thema´s zien we ook bij Equis-a. Silicea Silicea wordt vaak voorgeschreven bij ‘the need for the internal grit’. De patiënt is vaak verfijnd, gevoelig en meegaand. Het emotionele niveau is in het algemeen in evenwicht, behalve het gebrek aan zelfvertrouwen. Hij voelt zich onzeker over zijn vaardigheden en twijfelt over zijn werk. Hij houdt dwangmatig vast aan details als compensatie voor zijn zwakte. ‘The patient is almost paralyzed by irresolution and insecurity about his perceptions or performance and may wish to give up his work altogether.’ (Morrison, 1993, p. 347) Een vergelijkbaar symptoom is te zien bij Equis-a. Fysieke klachten zijn onder andere frequente verkoudheden, oorontstekingen of pharyngitis door de zwakke weerstand. Het metabolisme is zwak. Ehrler plaatst Silicea in het eerste kwadrant van de oermandala, het kwadrant van de Aarde der Aarde. Het is een middel dat belangrijk is voor de incarnatie van de ziel. Het idee van Silicea is ‘Gebe den lebewesen, den Organismen die Information die Sie brauchen, sei ihnen ein Halt im körperlichen wie auch im geistigen Sinne. Diene ihnen als Matrize fur das, was ist und immer sein wird.’ (Ehrler, 2002, p. 84) Bij Silicea gaat het om verschillende stappen of vormen: - De omhulling, begrenzing, bevestiging van de buitenste omhulling, de incarnatie; - De doorlaatbaarheid, het doorgeven van energie; - Het verinnerlijken, het doorbreken van de doorlaatbaarheid om iets van buiten in zich op te nemen, zijn boodschap te ervaren en het weer los te laten. Dit laat een spoor achter dat niet vergeten wordt; - Silicea is de gestaltegevende vorm van de Akashakroniek. In Silicea is de geschiedenis opgetekend. Het is de steen der Wijzen, waardoor alles gegaan is, bewaard wordt en waarin niets verloren kan gaan. Het is de matrix voor alles wat in het aardse rijk gebeurt; - De vierde vorm is de analyse. Silicea verwijdert en scheidt het innerlijke bouwplan, de Goddelijke schepping en wat er doorheen gaat en wat vergeleken wordt in deze doorgang. Het leidt tot een reiniging en vooral zelfverstoring als deze reiniging niet rustig volbracht wordt; - De vijfde en voorlaatste vorm is de verbinding. Het kleeft samen, bouwt bruggen, bruggen van vastheid, geeft gestalte. Het bouwt een netwerk van verbindingen. Het is de kracht van de verbinding. Silicea is de ketting met de vele armen ‘die sich gegenseitig festhalten und ein Gitter schaffen. Mit diesem Gitter wird aufgehalten und beschutzt, wird geordnet und wird festgehalten, das was hindurchgekomen ist.’; - Intensivering en verbreding over zichzelf. Silicea vergroot de Radius van de bestemming van de mens (Ehrler, 2002, p. 82-84). Uit deze C4-tekst van Silicea blijken grote parallellen tussen Sil en Equis-a. Lycopodium Lycopodium en Equisetum stammen uit dezelfde periode, het Carboon. In tegenstelling tot Equisetum is Lycopodium een polycrest, die deel uitmaakt van de trias Calcium, Lycopodium en Sulphur. Opvallend bij Lycopodium is de trage groei, lafheid, een gevoel van inferioriteit dat hij steeds probeert te ‘overkomen’. Belangrijke symptomen zijn: _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 57
Promiscuous, fears responsibility of commitment, gastrointestinal tract and liver (Morrison). De plant Equisetum wordt in tegenstelling tot Lycopodium gekenmerkt door een snelle groei. Na mechanische verwijdering van de stengel komt de knop over 3 dagen weer op. Buddleia Davidii Een traumamiddel en belangrijke remedie voor mensen die, zowel in positief als negatief opzicht, te veel tegelijk doorstaan. Buddleia brengt kalmte, waardoor de patiënt kan kiezen wat nodig is en op welke manier. Madeline Evens schrijft “Does not want to take on life‘s task after a shock. … Detachment, isolation, withdrawing into the self, not connecting with the heart centre; stuckness and an inability to move forward, a stilling of the emotions so that nothing is felt directly.” Ze lijken niet op het punt te komen waarop ze het trauma kunnen laten gaan en doorgaan met hun leven (www.hahnemanninstituut.nl, Wiet van Helmond). Equis-a heeft ook de Ailments from deep loss, het kiezen van de Zin van het leven, maar ervaart in de C4 een heel sterke verbinding met het doen vanuit het hart. Phosphorus Phos is niet gegrond en gecentreerd. Door de grenzenloosheid (lack of boundaries) heeft Phos vele angsten, die symbolisch zijn voor deze grenzenloosheid voor bijvoorbeeld donker, de dood. Linkszijdige symptomen. Een aantal symptomen heeft raakvlakken met Equis-a., zoals helderziendheid; hoofdpijn; tremendous thirst for cold drinks; sexdrive increased, even pathological; uterine fibroids prolapse en - in de fytotherapie - recurrent resperatory infections; pneumonie, tbc. (Morrison, p. 292-296), Aconitum Acuut middel bij plotselinge hoge koorts. Ailments from a violent or frightening event. Urine retention, pneumonie (Morrison). Het thema van Aconitum in de C4 is ‘Der Sturmhut und die Frage nach dem letzten Grund eines tiefen Gefühls.’ De mens heeft veel gevoelens en meningen, maar deze zijn vaak niet echt omdat ze een veel dieper liggend gevoel verbergen. De secundaire gevoelens zijn ook sterk en lijken echt, maar ze lossen niets op van de dieper liggende dramatiek. Als je bereid bent om te sterven voor de oplossing, brengt Acon je terug naar het dieper liggende gevoel en weet je wat je werkelijk innerlijk drijft om te doen, wat je te doen hebt om een oplossing te vinden, hoe absurd deze ook lijkt als je hem nuchter bekijkt (Ehrler, 2002, p. 133). Equis-a geeft ook antwoord op wat je te doen hebt in de wereld. Als je het doet vanuit je hart is het goed. Equisetum hyemale Hoewel Equisetum arvense wel in MacRep is opgenomen, is op dit moment geen proving van Equisetum-arvense bekendviii. Het is, in tegenstelling tot Equisetum hyemale, nauwelijks opgenomen in Radar en de bekende homeopathische literatuur. Symptomen die deze beide Equisetumsoorten gemeenschappelijk hebben zijn de soort pijnen, vasthoudendheid, zwaar gevoel en opgezetheid (buik). In 1997 doen Eileen Nauman en Maria T. Bohle op HomeopathyOnline een oproep voor een volledige proving van Equisetum arvense en Equisetum hyemale. Zij vragen zich af hoe het kan dat een plant die veel gebruikt wordt in de volksgeneeskunde én vele mineralen bevat die bekend staan als polycrest, bijna onbekend is in de homeopathie (Bohle). In de tabel op de volgende bladzijde zijn de gegevens van Equisetum hyemale en arvense naast elkaar gezet. Uit bovenstaande beschrijvingen van bijvoorbeeld Silicea, Stannum en Aconitum blijkt het karakter van het homeopathische beeld uit de klassieke homeopathie en C4-homeopathie erg te verschillen
viii
In Radar staat bij Equis-a alleen Shrieking als Mindsymptoom (Scroyens).
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 58
Equisetum hyemale (Bohle uit MM van o.a. Clark en Murphy)
Equisetum arvense (trituratieproving)
Mind: Very irritable and easily fatigued after mental effort.
Strong sensitivity in third eye. Delusions she’s dissolving; the skin dissolves. Delusion she’s in a dark cellar and can do nothing. Sensation of unification with the earth, with everything in the earth. Sensation of overflowing love. Delusion he’s newly born in the world. Sees an abundance of light. Protected Feeling. Cleanness desire. Sexual excitement. Completely stabbed with needles.
Head: Constricting feeling across forehead. Constriction of the whole scalp as if drawn tightly over the whole scull. Continual desire to wrinkle up forehead. Skin over frontal bones is very tight with feeling of skin continuing to contract.
Heaviness of head and eyes, root of the nose Pressing pain forehead, root of the nose, above eyes, ears and temples. Strong sensation in third eye. Sensation of lifting up the scull
Head pain: sticking, darting, changing localities. Eye: Sharp pain in outer angle of right eye outer canthi. Severe pain in roof of right orbit. Vision Ear Hearing
Heaviness and pressing pain Heaviness, Inflammation, burning, pricking, and stitching pain Very clear; colours for the eyes; in the dark Pressing, intense stitching pain Sounds chaotic, sounds of harmony; sounds become more clear, hearing songs Stronger sense of smell; imaginary odour, discharge copious Constriction, Dryness accompanied with swallowing difficult Heaviness and distension Distended feeling; sensation of a cold spot; sensation of heat. Stitching pain in stomach and abdomen Pain in abdomen with respiration difficult
Nose Throat pain: Sharp and sticking. Stomach: Excessive hunger Abdomen: Distended feeling; dull; heavy pains with frequent desire to urinate (Clarke). Abdominal pain: Sharp in hypogastrium with stitching pains in the arms, sharp pains extending to the middle line. Sticking pains in anus at 11:00 am (Clarke). Bladder: Feeling of fullness in bladder, not relieved by urinating (Murphy). Pain in bladder from distension (Clarke). Severe dull pain in bladder, not better for urination. Tenderness in bladder and right side of the lower abdomen (Clarke). Kidney: Slight pain in right kidney, then in left. Pain extends down the left side of the sacrum. Dull pain in right kidney, with urgent desire to urinate. Profuse urination of light colour (Clarke). Pain in urinary organs. Pains run up the spermatic cords. Burning in urethra, prickling, biting, itching. Great desire to urinate but only a small quantity passes. Frequent nocturnal urination, passes small amounts yet desire to urinate is greater. Urethra: Sharp cutting pains in urethra and sharp pain at root of penis (Murphy). Sharp, burning, cutting pains in urethra. Female genitalia/sex Respiration Chest: Sharp stitching in left breast, and sharp
Bladder sensitive Urine copious, like a stream that doesn’t stop
Pain in the region of the right kidney, accompanied with pain in the right breast Consciousness of kidney, accompanied with sensitive foot soles and clear ears. Bladder sensitive Urine copious, like a stream that doesn’t stop
Sexual desire increases Menses, early, dark clotted blood In open air amel. Impeded, obstructed from pain, takes the breath away. Pain in the right breast. Pain in chest like a little
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 59
pains in the region of the heart worse by inspiration. Back: Pain in back especially while sitting, worse lying or walking. Heavy sensation in lumbar region. Rheumatic pains in sacroiliac joint and through the left hip, extending to outer side of leg, ending three inches from the knee. DD Sars, Canth, Nux-v (Morrison)
black bullet in my heart. Explosion in the heart. Palpitations of the heart. Pain, Heaviness, Weakness. Pain in cervical, dorsal , lumbar region. Can’t strain back with pain in the neck and very tired Stiffness alternating with a movable spine. DD Sil, Stann etc.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 60
7. Conclusie De C4-homeopathie of manenteix homeopathie is een nieuwe ontwikkeling in de homeopathie, die aansluit op de klassieke homeopathie van Hahnemann. Hahnemann is zijn hele leven blijven experimenteren met verschillende potenties en merkte dat het werkte. Hij schrijft dat het voor een arts, mits gezond, goed is om te proven. Hahnemann streeft zijn hele leven naar een menswaardige behandeling van zieken. Als een C4-middel een meer ‘soft and gentle’ resultaat zou hebben, zou hij het ongetwijfeld omarmd hebben. Hij stelde bijvoorbeeld de publicatie van de zesde editie van het Organon ook uit omdat hij dacht dat de tijd er nog niet rijp voor was. In de C4-homeopathie gaat het om het vrijkomen van de Levenskrachten van substanties door resonerende groepsverwrijvingen. Deze levenskrachten kunnen behulpzaam zijn bij het beantwoorden van (onbewuste) levensvragen van de patiënt en ze in liefde teruggeven aan de aarde om de geschiedenis van de aarde tot een goed einde te brengen. De C4-homeopathie speelt zich dus af op het individuele niveau (van de verwrijver), het bijzondere niveau (van de substantie) en het algemene niveau (van de Kosmos). Dit maakt het een vorm van homeopathie die moeilijk te verklaren is. Men kan hem het best leren kennen door zelf stoffen te verwrijven. Ook de klassieke homeopathie boekt goede resultaten bij mentaal-emotionele problemen, maar de patiënt kan met een C4-remedie sneller en gemakkelijker tot een oplossing van levensthema’s komen. In tegenstelling tot remedies uit de klassieke homeopathie, zijn C4-remedies altijd handmatig verwreven, verdund en geschud. Daardoor kan een passende C4-remedie genezen op een dieper, spiritueel niveau. Door de potentiëring in drie opeenvolgende stappen zouden de hogere LM-potenties op hetzelfde niveau kunnen genezen. C4-remedies zijn meestal verder verwreven dan de in de klassieke homeopathie gebruikelijke derde trituratiestap. De C4-homeopathie heeft mijns inziens een logische verklaring voor de kwalitatieve veranderingen in de opeenvolgende stappen bij de bereiding van remedies (zie par. 3.4.). In de verschillende verwrijvingstappen van Equisetum arvense zijn duidelijk verschillende ervaringen naar voren gekomen. Dit kwam ook naar voren in de sfeer bij de verwrijving van de plant bij het Hahnemann Instituut, die bij de eerste verwrijvingstappen zwaar en tijdens de vierde (C4) en vijfde verwrijvingronde (C5) veel lichter was. De ervaringen in de verschillende verwrijvingstappen zijn als volgt te typeren: - C1: Wat is mijn opgave in het leven? Kijk naar het licht, wees onbevangen, vecht niet meer en onderzoek de verloren gegane kennis van de natuur; - C2: Waar sta ik in het geheel? Initiatieproces, ik verdwijn in het niets; - C3: Een kwestie van overleven of dood. Ik kan niets doen; - C4: Universeel gevoel van liefde en verbondenheid; - C5: Een nieuw begin. Werk in je eigen krachtveld en ga mee in de stroom van alles. Equisetum arvense is een heel bijzondere, taaie en krachtige plant die de mens veel zou kunnen bieden. Het zou een goede remedie kunnen zijn bij trauma’s en zingevingsvraagstukken. Het is een middel dat zorgt voor een verbinding tussen het onbewuste en bewuste. Het gaat niet om willen, denken, communiceren, maar om het doen vanuit je hart, in de stroom van alles. Equisetum arvense is een plant die verbindt. Polariteiten, zelfs tussen leven en dood, verdwijnen. ix
Manente komt van manus (hand).
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 61
Is Equisetum arvense in potentie een polycrest? Dat zou kunnen vanwege de thematiek. Veel mensen zullen op enig moment in hun leven worstelen met zingevingvraagstukken, verbroken verbindingen met zielspartners, het gevoel niets te kunnen betekenen of doen en een gebrek aan verbinding tussen ratio en gevoel. Een aantal verwrijvers zegt dat Equisetum een middel is, dat de mens geeft wat hij of zij nodig geeft. Bij sommigen helderheid, veiligheid, liefde en bij anderen chaos. Je zou kunnen denken dat het daardoor een mooi, maar ook een leeg middel zou kunnen zijn. Maar vanuit chaos ontstaat alles, yin en yang. Klachten ontstaan bij blokkades van energie, liefde en een verstoord evenwicht. Als Equisetum zorgt voor een betere weerstand en doorstroming op fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel en collectief vlak is het een geweldig middel. Het doel van een trituratieproving is informatie te geven over de diepere inhoud van het middel. Knelpunten bij het uitwerken van deze trituratieproving waren het ontbreken van informatie over de remedie Equis-a, wie vertegenwoordigt de ‘All as if one person’-factor en welke symptomen kunnen écht toegeschreven worden aan de plant? Helaas is Equisetum arvense nog onbekend in de homeopathie. Hij staat in Radar alleen bij de Mindrubriek ‘Shrieking’. Gillen, schreeuwen, krijsen zien we helemaal niet bij de trituratieproving. Er zijn wel parallelen met Equisetum hyemale (fysieke symptomen), Silicea (kwetsbaarheid, relatie in groepen), Stannum (zin van het leven, Tin) en de plant (< donker en competitie; een cosmopoliet; huidmondjes; ‘kanaal’; vochtafdrijvend, reinigend). Een aantal symptomen kan horen bij de C4-homeopathie, de prover en andere bij het HIN verwreven substanties. Liefde, verbondenheid, transformatie, contact met het onbewuste en andere dimensies komen vaker naar voren bij C4-verwrijvingen. Toch denk ik dat deze thema’s ook bij Equisetum arvense kunnen horen, onder andere omdat de stof verwreven is tot het individuele archetypische niveau (C5). Het wachten is nu op casuïstiek waar mensen voor langere tijd goed geholpen zijn met dit naar mijn idee prachtige middel. De provers zullen geen moeite hebben een patiënt die deze stof nodig heeft te herkennen, omdat de stof na het verwrijven in hen ‘zit’. Een prover riep ons tijdens het Seminar op de plant te bedanken voor wat hij ons gegeven heeft, omdat het heel bijzonder is. Boven de uitgang van de Botanische tuin Berlin-Dalhem, waar Witold Ehrler in 2006 Equisetum arvense geplukt heeft, werd ik getroffen door deze tekst:
Heb respect, ontzag, eerbied, waardering voor de planten. Alles leeft door hen!
Dit is zeker zo bij Equisetum!
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 62
Samenvatting Deze scriptie is geschreven als afstudeerscriptie voor de studierichting klassieke homeopathie aan de Academie voor Natuurgeneeskunde Hilversum. Aan het begin van dit proces heb ik de volgende doelstellingen geformuleerd: - Waarvoor kan ik C4-middelen toepassen en wat is de betekenis van vooral Equisetum arvense; - Wat brengt de C4-homeopathie en trituratie van middelen mij voor mijn werk als homeopaat? Om deze vragen te kunnen beantwoorden heb ik me verdiept in diverse boeken over de filosofie en werkwijze van de klassieke homeopathie en C4-homeopathie, de opnamen van het C4-Seminar bekeken, ervaringen opgevraagd bij de deelnemers aan de trituratieproving et cetera. Daarnaast heb ik gesprekken gevoerd met een aantal homeopaten over hun ervaringen met C4-homeopathie en -verwrijvingen. Ik heb zelf deelgenomen aan de verwrijvingen van Equisetum-arvense en Hippocampus nigra (Zeepaardje) bij de C4-Seminars met Witold Ehrler bij het Hahnemann Instituut in januari 2007 en januari 2008. De klassieke homeopathie werkt met een minieme gelijkende prikkel op het zelfgenezende vermogen van de mens. In de C4- of Manente homeopathie kunnen de Levenskrachten van de substanties ons behulpzaam zijn bij het oplossen van levensthema’s. Deze Levenskrachten komen vooral vrij tijdens het resonerende verwrijvingproces met melksuiker. Het resoneren staat los van observatie, waarnemen en denken. Het gaat om het ervaren, vibreren met de energie die tijdens het mechanische verwrijven van substanties in een groep ontstaat. De verwrijver ervaart deze Krachten niet alleen in lijf en ziel, maar ze openen ook nieuwe werelden in het menselijke leven. Hierdoor laten ze verschillende dimensies of lagen van het menselijke leven bewust beleven en ervaren. In onderstaande tabel is zichtbaar op welk niveau de C4-potenties werken en met welke potenties uit de klassieke homeopathie ze vergelijkbaar zijn. MANENTE C4-HOMEOPATHIE C4 potenties C10 C40 C220 C1300 C7777
Zwaartepunt in werking- en genezingsgebied Het C1 veld behandelt vooral het vitale, fysieke niveau. Het C2 veld behandelt vooral het emotionele, psychologische niveau Het C3 veld behandelt vooral het mentale, geestelijke niveau (delusions) Het C4 veld behandelt vooral spirituele Wezensniveau Het C5 veld behandelt het collectieve niveau, waarvan we deel uitmaken
KLASSIEKE HOMEOPATHIE C3 Potenties C6-C12 C30
LM potenties LM 1- 6 LM 7 – 12
C200
LM 13 – 18
C1000 C10.000
LM 19 – 24 LM 25 – 30
Bij C4-middelen wordt de verwrijvingstap met een kleine letter achter de potentie vermeld. Een C40(4) of C40(5) behandelt vooral het emotionele niveau, waarbij (4) staat voor de vierde en (5) voor de vijfde trituratiestap. Equisetum arvense is een vrij onbekende plant in de homeopathie, maar wordt sinds de Romeinse tijd voor vele geneeskundige toepassingen gebruikt. De plant is oeroud en weet zich ondanks haar fragiele structuur te handhaven in moeilijke omstandigheden. Hij kan zich door haar uitgebreide wortelstelsel en pantser van Silicium ontwikkelen in een vervuilde of natte bodem en verrijkt de bodem door de uitwisseling van onder andere mineralen. De wortels gaan niet alleen horizontaal de breedte in, maar ook de diepte. Een stukje wortelstok van 10 cm of wortelknol kan uitgroeien tot 6 meter per jaar. In een periode van 6 jaar kan het wortelstelsel een hectare vullen. Door de holle stengels en _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 63
wortels is een goede zuurstoftoevoer mogelijk, ook in vochtige gebieden. De plant is chemisch en mechanisch bijna onuitroeibaar, maar kan slecht tegen schaduw, competitie van andere planten, kalk en afdekking met landbouwplastic. Tijdens het C4-Seminar bij het Hahnemann Instituut Nederland in Den Haag van 12 tot en met 14 januari 2007 hebben circa 35 mensen deelgenomen aan de trituratieproving van Equisetum arvense. De stof is verwreven naar de C5, de vijfde verwrijvingstap. Als uitgangsstof is het fris verwreven verse vruchtbeginsel, de stengel en het blad van Equisetum arvense gebruikt, die Witold Ehrler in de Botanische tuin in Berlijn geplukt heeft. De thematiek van Equisetum arvense in C4 is als volgt samen te vatten: - Verdriet over verlies van het fysieke, het ego, zielspartners, toekomstperspectief; - Vastzitten, ik ben niets meer en kan niets doen (DD Zeepaardje, HIN 2008); - Heroriëntatie op de Zin van het leven; - Het hart is jouw essentie. Als je het denken loslaat en vanuit jouw hart doet wat je moet doen is alles goed, inclusief je schaduwkanten; - Alles is Eén: universeel gevoel van liefde en verbondenheid. De essenties per verwrijvingstap in hoofdstuk 5, het Materia Medicabeeld en de repertoriumsymptomen in hoofdstuk 6, geven een indruk van de mogelijkheden van deze remedie in C4. De informatie is gebaseerd op een trituratieproving. Voor opname in Materia Medica en Repertorium is, zoals Jeremy Sherr bepleit, een volledige proving nodig. Hoewel een trituratieproving altijd een subjectief karakter heeft, verwacht ik dat Equisetum arvense een goede remedie bij trauma’s en zingevingvraagstukken zou kunnen zijn. Als Equisetum arvense kan zorgen voor een betere doorstroming op fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel en collectief vlak is het een geweldig middel. Polariteiten, zelfs tussen leven en dood, verdwijnen.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 64
Nawoord Tijdens het seminar van Witold Ehrler in januari 2007 kwam ik voor het eerst in aanraking met het verwrijven van stoffen in groepen en de C4-homeopathie. Ik werd aangeraakt door het C4-virus en wilde er echt meer van weten. De C4-homeopathie is een ervaringshomeopathie. ‘Verwrijven is energiearbeid. Het geluid heeft een frequentie die informatie in zich draagt. Het gaat om bewustwording en niet om de vertaling ervan in woorden.’ (Witold Ehrler, HIN, januari 2008) Ik heb me verslikt in dit onderwerp, maar heb er met hart en ziel aan gewerkt. Ik ben onder de indruk van de ervaringen bij het seminar, de kracht van de plant en mijn persoonlijke ervaringen tijdens het verwrijven van Equisetum arvense en het werken aan deze scriptie. Als kind voelde ik me in een bos echt in mijn element. Ik vind het heel bijzonder om nu op een heel ander vlak bezig te zijn geweest met resoneren. Ik heb me nooit gerealiseerd hoe belangrijk resonantie is in de homeopathie en in het leven. Ik zie het als een belangrijke ervaring, maar om C4-middelen voor te kunnen schrijven is het belangrijk ze zelf verwreven te hebben. Pas dan kan je goed resoneren met het middel en het voorschrijven aan patiënten die met (onbewuste) levensvragen bij je komen. Het resoneren op de patiënt is zó belangrijk, dat het niet verstandig is een C4-middel voor jezelf te kiezen en in te nemen. Belangrijk bij het verwrijven is het resoneren met de substantie. Bij het verwrijven van Equisetum arvense voelde ik het stromen in het verbindingskanaal tussen mijn hoofd en hart, tussen de hemel en de aarde. Na gesprekken met deelnemers aan het Seminar voelde ik het kanaal opnieuw. Ik heb net als een aantal andere verwrijvers het gevoel dat ik beter kan resoneren met anderen. Dat ik de ander goed kan aanvoelen en weet wat ik moet zeggen. Ik heb daar mooie ervaringen mee gehad, die veel vertrouwen geven voor de toekomst. Het gaat niet om het willen, denken, communiceren, maar over het doen vanuit je hart in de stroom van alles. Hoe belangrijk het geven vanuit je hart kan zijn, heb ik afgelopen februari ervaren toen mijn schoonvader op sterven lag. Hij is op 15 februari 2008 heel vredig gestorven. Ik heb een paar keer Equisetum meegenomen, maar hij had niets nodig. Hij had er alle vertrouwen in dat het ook goed kwam na zijn dood. Ik heb het afscheid van hem als heel verdrietig, maar ook mooi ervaren. Mooi omdat ik voelde dat er een universele ziel is, waar zowel de levenden als doden bij elkaar komen. Misschien laat Equisetum ook wel zien dat tijd niet belangrijk is. Alles is een geheel, een cirkel, er is geen begin en geen einde. Ik ben met deze scriptie - net als de plant - de breedte én de diepte ingegaan. ‘Elk facetje is belangrijk’. Soms raakte ik vast in een ‘wortelknolletje’. Ik heb schatten van informatie, teveel om in deze scriptie op te nemen. Ik vond het ook een heel karwij om uit de ervaringen van de deelnemers aan de verwrijving de essentie per verwrijvingstap te halen. Er waren zoveel prachtige ervaringen en wie vertegenwoordigt de ‘All if one person’factor? Wat hoort echt bij de plant? Het was een hele boeiende, maar ook intensieve periode. Ik heb de eerste maanden na de verwrijving prachtige dromen gehad. Bijvoorbeeld over een te vroeg geboren baby die ik vond in mijn meisjesslaapkamer. Het was mijn taak ervoor te zorgen en daardoor liet ik mijn tas met homeopathieboeken in het huis van mijn moeder staan. Ik had ook een droom over een extra kamer in mijn huis, van 5 bij 6 meter in de kast onder de trap. Het leek zo echt dat ik de volgende morgen echt ging kijken of hij er niet was. Ook bij het verdunnen en schudden van de C5-substantie tot C40(5) en C220(5) had ik een droom over een extra kamer. Ik was in een hotel aan zee. In een van de kamers was een geheimzinnige vrouw. Ze kwam nooit buiten en ik zag haar alleen als een schim achter het raam. Op een gegeven moment was ze verdwenen. Mijn zus en ik gingen haar kamer binnen en ontdekten dat ze kasten vol prachtige jurken had, maar dat ze mismaakt was. Ik _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 65
mocht haar kamer hebben, maar vond het te donker. Ik mocht elke kamer in het hotel kiezen die ik maar wilde. Ik koos een zonnige kamer met uitzicht op zee en was er heel blij mee. Met het bezoek aan de botanische tuin in Berlijn, waar Equisetum arvense op heel veel plekken opdook, is voor mij het kringetje voorlopig rond.
Equisetum arvense bij de Artsenijkruiden in de ‘Botanisher Garten Berlin-Dahlem’
Ik gooi nu een steentje in de vijver en wacht af wat er gebeurt. Misschien pakken anderen het op, misschien duik ik er zelf over een aantal jaar weer in? Ik hoop dat Equisetum arvense veel kan betekenen voor ons als homeopaten en onze patiënten! Ik hoor jullie ervaringen graag!
Jacqueline Bergink-Vos, Apeldoorn, augustus 2008
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 66
Bronnen − − − − − −
− − −
− − − −
− − − − − − − − − − − − − −
Barendregt-Geist, H.J. (2005). Is er Synergie tussen Klassieke Homeopathie & Antroposofische Geneeskunde? Den Haag, Hahnemann instituut. Becker, J. (2000). Neue Welten der Homöopaathie und der Kräfte des Lebens, band I Grundlagen. Freiburg im Breisgau, uitgave IHHF, 1e oplage. Bohle M.E., Nauman E. (1997). The Search for a polycrest. Materia Medica Homeopathy Online (www.lyghtforce.com/HomeopathyOnline/Issue4/bohle.htm; december 2007). Daems. W.F. Geneeskruiden II. Ehrler, W. (2002). Perlen der PharmocoGnosie. Freiburg, Institut für C-4-Homöopathie. Ehrler, W. (2003). Homöopatische Postille. Einstieg in das Wesen der Arznei. Erster Zyklus zum Wesen der Arznei (incl. Verreibeanleitung). Uber die Potenzierung. Freiburg, Institut für C-4-Homöopathie. Ehrler, W. (2007). Die Schreckliche Wahrheit. Einstieg in das Mysterium des Menschseins. Freiburg, Institut für C-4-Homöopathie. Ehrler, W. (maart 2007). Homöopatische Postille, Nr. 4/III. Formen der Liebe. Freiburg, Institut für C-4-Homöopathie. Elling, A., Assendelft, T. van (2006). Leerboek Traditionele Europese Natuurgeneeskunde. Theorie en praktijk van de constitutionele gezondheidsbevordering. Kamperveen, Instituut voor Traditionele Europese Natuurgeneeskunde. Fritsche, H. (2007). Samuel Hahnemann. Idee en werkelijkheid van de Homeopathie. (vertaling Elke Bussler). De Woudezel, 2007 (oorspronkelijke uitgave 1954). Gunavante, S.M. (1995). Introduction to Homoeopathic Prescribing. New Dehli, India. Jain Publishers (Pvt) Ltd. Hahnemann, Dr. Samuel (1996). Organon der geneeskunst, 6e editie. (vertaling O.E.A. Goetze). Alkmaar, Uitgeverij Homeovisie (oorspronkelijke uitgave 1810). Hahnemann, Dr. Samuel (1997). De chronische ziekten: hun bijzondere geaardheid en hun homoeopathische behandeling. (vertaling O.E.A. Goetze). Alkmaar, Uitgeverij Homeovisie (oorspronkelijke uitgave 1828). Hahnemann Instituut Nederland (2007). CD ROM C4 Seminar met Witold Ehrler, Hahnemann Instituut Nederland, Den Haag, 12 t/m 14 januari 2007. Handley, R. (1990). A Homeopathic Love Story. The Story of Samuel and Mélanie Hahnemann. Berkely, California, North Atlantic Books. Heimans, E., Heinsius, H.W., Thijsse Jac.P. (1965). Geïllustreerde Flora van Nederland. Amsterdam - Antwerpen, W. Versluys N.V. Hellemont, J. van. Fytotherapeutisch Compendium. Huisman, B. (1996). A Quick Remedy Index to the Homoeopathic Materia Medica. Where to find the Remedies. Eindhoven, Lutra Services, R. Otter Jansen, J.P. Protocol voor homeopatische geneesmiddelproef goedgekeurd. In Dynamis 13e jaargang, nr. 51, september 2007, Alphen aan den Rijn, NVKH. Jager, W. (2008). Scriptie Umbilical Cord. Den Haag, Hahnemann Instituut Nederland. Jung, C.G., Franz, M.-L. von, Henderson, J.L., Jacobi J., Jaffé, J. (2000). De mens en zijn symbolen. Rotterdam, Lemniscaat (oorspronkelijke uitgave 1964). Kaaij, L. van der (2002). Syllabus inleiding C4-homeopathie. Cursusjaar Hahnemann Instituut 2001-2002. Enschede, G.V.H.O. Kent, J.T. (1998). Grondslagen der Homeopathie. (vertaling O.E.A. Goetze). Alkmaar, Uitgeverij Homeovisie (oorspronkelijke uitgave 1900). Morrison R. (1993). Desktop Guide. To Keynotes and Confirmatory Symptoms. Grass Valley, CA, Hahnemann Clinic Publishing. Morsink, J. (1997). Homeopaat in potentie. In Dynamis (jaargang 3 nr 9, pag. 67) Uittien, H. (1946). De volksnamen van onze planten. Zutphen, p. 17-23 (www.plantaardigheden.nl). Sankaran, R. (1997), Homeopathie en Materie (vertaling. G. Zaalberg). Pondicherry, India, All India Press. (oorspronkelijke titel: The Substance of Homeopathy, 1994)
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 67
− − −
− − − − −
− − − − −
Sankaran, Dr. R. (2000). The system of homoeopathy. Mumbai, India, Homoeopathic Medical Publishers. Sankaran, Dr. R. (2005). Sankaran’s Schema, 2005 Edition. Mumbai, India. Homoeopathic Medical Publishers. Schaaf, H. J. van der, Hijmans, A.F.H., Beckers G.P.M. (1985). Vademecum voor de phytotherapie. Rhenen, Lumen Naturea b.v., 2e herziene herdruk (oorspronkelijke uitgave 1960). Schepper, L. de (2001). Hahnemann Revisitied. A Tekstbook to Classical Homeopathy For the Professional. Santa Fe, United States of America, Full of Life Publications. Sherr, J. (1994). The Dynamics and Methodology of Homoeopathic Provings. West Malvern, England, Dynamis Books. Schroyens, F.: Synthesis [original English version] [9th Ed.], RADAR 9.2. Strange, R. le, (1982). Kroniek der Geneeskruiden. Naarden, A.J.G. Strengholt’s Boeken, anno 1928. (Oorspronkelijke uitgave: A History of Herbal Plants, 1977). Timmer, M. (2001). Van Anima tot Zeus. Encyclopedie van begrippen uit de mythologie, religie, alchemie, cultuurgeschiedenis en analytische psychologie. Rotterdam, Lemniscaat. Timmerman, A. (2007). Lesmateriaal praktijkavonden 2007-2008. Den Haag, Hahnemann Instituut Nederland. Verhelst, G. (2004). Groot handboek geneeskrachtige kruiden. Wevelgem, België. BVBA. Vermeulen, F. (1996). Synoptic Materia Medica II. Haarlem, Merlijn Publishers. Verschueren, (z.j.). Groot encyclopedisch woordenboek. Antwerpen, Standaard Uitgeverij / Den Haag, Sdu Uitgevers. Vithoulkas, G. (1998). The Science of Homeopathy. I. The laws and Principles of Cure. II. The Principles of Homeopathy in Practical Application. New Dehli, India. B. Jain Publishers Ltd. (Oorspronkelijke uitgave 1980).
Artikelen op internet, augustus 2007 − Erkens, drs. Roy H.J. (2003). De evolutie van het plantenrijk. Verschenen in Kennislink i.s.m. Expertise Centrum Biologie (NIB). (www.kennislink.nl) − Guide to Poisonous Plants (Dr. A.P. Knight). Horsetails, scouring rush. Equisetum arvense. (www.vth.colstate.edu) − Husby, Chad E. (2002). Characterics unique to Equisetum species among living vascular plants. (www.fiu.edu) − Husby, Chad E. (2003). Ecology and Physiology of the Giant Horsetails. (www.fiu.edu) − Koning, Ross. E. (1994). Seedless vascular Plants. Plants Physiologie Information Website. (www.plantphys.info) − Matus, M. Welcome to the Wonderful World of Equisetum .Bron: Hauke, R.L. (1978). A taxonomic monograph of the genus Equisetum subgenus Equisetum. Novo Hedwigia 30, p. 385. (www. members.eunet.at) − Plants For A Future: Database Search Results. Equisetum arvense. (www.pfaf.org) − Tanne. A. Heermoes – Equisetum arvense. (www.annetanne.be) − Uittien, H. (1946). De volksnamen van onze planten. Zutphen, pag. 17-23 (www.plantaardigheden.nl) − Unit 23, Cambridge Science Park. Horse Tail. Equisetum ssp. (www.t-c-m-rd-co-uk). websites − www.annetanne.be − www.destralendezon.nl − www.eternahomeopathie.com − www.fiu.edu/~chusb001/GiantEquisetum/Ecophysiology.html: Husby, − www.ihhf.de, Institut für Homöopatische Heimittel-Forschung, Freiburg − www.geo.vu.nl − www.hahnemann.nl − www.hahnemanninstituut.nl − www.helios.co.uk _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 68
− − − − − − − − − −
www.homeinf.org/fuller/fullframe.htm http://homepage.ntlworld.com www.hortus.leidenuniv.nl. www.kvhn.nl www.lyghtforce.com/HomeopathyOnline/Issue4/bohle.htm www.nvkh.nl www.plantaardigheden.nl/aardigheden/uittien03.htm www.tolweb.org www.whonamedit.com www.vth.cobstate.edu/poisionous_plants/report
Afbeeldingen in deze scriptie − Oertincturen en verwrijvingen in ‘Hahnemann’s apotheek’ (p. 11). Bron: Becker, J. Neue Welten der Homöopaathie und der Kräfte des Lebens, p. 85; − Een complete golf of resonantiecyclus (p. 12). Bron: Vithoulkas, The Science of Homeopathy, p. 76; − De resonantiegevoeligheid van provers (p. 13). Bron: Vithoulkas, The Science of Homeopathy, p. 147; − De vier basismodificaties of verschijningsvormen van de geneesmiddelkracht (p. 25). Bron: Ehrler, Homöopatische Postille. Einstieg in das Wesen der Arznei, p. 9 en 10; − De opbouw van de stralingsenergie van Glucose (p. 30). Bron: Ehrler, Homöopatische Postille. Einstieg in das Wesen der Arznei, p. 15; − De weg van de Ziel door de ervaringen van de C-trappen van C1 tot C7, met omkeerpunt bij C4 (p. 31). Bron: Ehrler, Homöopatische Postille. Einstieg in das Wesen der Arznei, p. 40; − De opbouw van de wereld in fysieke en geestelijke lagen of dimensies (p. 31). Bron: Ehrler, Homöopatische Postille. Einstieg in das Wesen der Arznei, p. 21; − Tekening Equisetum arvense (p. 36). Bron: Carl Axel Magnus Lindman. Bilder ur Nordens Flora (1901-1905) www.gfm.ch; − Ontdek hoe de mensheid werkt vanuit de eenheid van moment tot moment. Informatie in kleine spotjes (p. 46). Tekening van prover 16 na de verwrijving van Equisetum arvense; − Foto’s (op pna 34, 62, 66 en inhoudsopgave van de bijlagen): Mathijs Bergink, Marlies Vos en Jacqueline Bergink-Vos, gemaakt in de Botanisher Garten Berlin-Dahlem, 4 mei 2008.
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 69
Eindnoten 1
De eerste editie van het Organon is gepubliceerd in 1810, de tweede in 1819, de derde in 1824, de vierde in 1829 en de vijfde in 1833. De zesde editie is geschreven in 1843 en na eindeloze onderhandelingen met zijn erfgenamen gepubliceerd in 1921(Hahnemann, 1996, pag. VI). 2
In § 286-290 geeft Hahnemann aan dat mesmerisme, magnetisme en massage door ‘een robuust, goed gehumeurd persoon’ voor een deel ook berust op de dynamische instroming van meer of minder levenskracht (Hahnemann, 1996, p. 165). Ook geneeswijzen als Bachbloesems, klank- en lichttherapie maken gebruik van de invloed van energetische vibraties. 3
-
-
-
-
Sherr onderscheidt de volgende rollen in het provingsproces: De coördinator of ‘masterprover’, die verantwoordelijk is voor een goed georganiseerde proving, inclusief de veiligheid van de provers en accuraat werk door de supervisors. Hij vertegenwoordigt de ‘All if one person’ (Sherr, 1994, p. 45); De supervisor, die maximaal twee provers begeleidt van het begin van de proving tot een maand na het niet meer verschijnen van symptomen. Een supervisor kan symptomen beter beoordelen; omdat een prover zich vaak niet realiseert dat hij een remedie test, tenzij het duidelijke fysieke symptomen zijn; Een prover dient redelijk dynamisch te zijn, waardoor deze zich kan aanpassen aan de proving en terugkeren in de originele, natuurlijke staat. Dit is onder andere afhankelijk van pathologie, geneesmiddelen, obstakels tot genezing, mentaal-emotionele staat en vitaliteit; Een comité, dat belast is met de organisatie, typewerk en publicatie van de proving (ibid, p. 47). De ‘collators’, ‘extractors’, uitgevers en repertoriseerders. De ‘collators’ typen valide symptomen uit, voegen toxicologische gegevens toe en werken de door coördinatoren aangeleverde symptomen uit. Voorafgaand hieraan is er een extractiebijeenkomst, waarbij de provers hun symptomen bespreken en bepalen welke valide zijn (ibid, p. 70).
4
Richtlijnen voor de opname van symptomen (Sherr, 1994, p 70): 1. Laat het weg bij ernstige twijfel; 2. Als de prover onder invloed is van de remedie, zoals blijkt uit de algemene verschijnen van symptomen, dan horen alle andere nieuwe symptomen bij de proving (§ 124-127 en 138); 3. Laat elk symptoom dat ‘usual or current’ is voor de prover weg, behalve als het intensiever is geworden; 4. Neem symptomen niet mee, als ze al eerder zijn voorgekomen (RS), bijvoorbeeld een jaar of korter geleden; 5. Neem een recent symptoom mee, dat is veranderd of verslechterd/verbeterd (modified or altered (AS), met een duidelijke beschrijving van gewone en veranderde symptomen; 6. Neem elk symptoom mee, dat langer geleden is voorgekomen, vooral meer dan vijf jaar geleden, en waarvoor geen reden wordt gezien dat het is teruggekomen (§ 138 (ibid, p. 70). Daarom dienen oude symptomen met OS en tijdstip waarop het het laatste verschenen is, genoteerd te worden. In § 139 noemt Hahnemann ongelukken als waardevolle provingsymptomen. Deze kunnen significant zijn als andere provers vergelijkbare ervaringen hebben; 7. Een huidig (present) symptoom, dat verdwenen is tijdens de proving, moet duidelijk worden aangegeven als genezen symptoom (CS). De natuur van het symptoom voorafgaand aan de proving moet duidelijk verklaard worden, inclusief sensation and function; 8. Een belangrijke factor voor de verificatie van symptomen is de bevestiging door de andere provers. Bij het naar voren komen van een marked of significant symptoom, dienen anderen hiermee geconfronteerd te worden (it will serve to validate others with the same symptom). Bij twijfel over een symptoom, moet het tussen haakjes gezet worden en onderzocht worden of andere provers dit symptoom eventueel ook hebben ervaren (ibid, p. 71); 9. Een andere factor is de intensiteit en de frequentie van het symptoom. Een dagelijkse intense hoofdpijn lijkt een provingsymptoom, tenzij het aanwezig was voor de proving; 10. De betekenis van de totaliteit van de remedie komt naar voren. Zodra begrip over de natuur van de remedie naar voren komt, kan het gebruikt worden om twijfelachtige symptomen naar waarde te schatten of uit te sluiten; 11. Het innerlijke weten van de prover dat een bepaald symptoom niet bij hem of haar hoort zijn een definitieve en te vertrouwen overweging (ibid, p. 72). 5
Het gebruik van verschillend potenties kan nuttig zijn om de actie van de verschillende potenties te achterhalen. Na afloop van een proving met een lage potentie, kan een sensitieve prover de proving _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 70
met een enkele dosis van een hoge potentie herhalen. Hierbij zullen fijnere en meer karakteristieke symptomen verschijnen (Sherr, 1994, p. 53, p. 56). 6
1 grein is, afhankelijk of men de Troy, Neurenberger of Pruisische gewichtsscala aanhangt, respectiievelijk 64,8, 62,0 of 60,9 mgr (Hahnemann, 1996, p. XVII). Bij de huidige verwrijvingen wordt per trituratiestap 6 gram melksuiker gebruikt. In dit geval wordt dus voor een grein 0,06 gram aangehouden. Hahnemann kiest melksuiker als drager, omdat het de meest inerte, trage stof is. Hij neemt de proef op de som door drie uur lang 100 grein pure melksuiker, in porties van 33 grein 18 keer zes minuten, stevig te laten verwrijven tot C3 en tussendoor vier minuten lang met de porselein spatel bijeen te schrapen. Dit is uitgevoerd in een nieuwe porseleinen wrijfschaal met mat geslepen bodem en een nieuwe porseleinen vijzel. Bij proeven op ''uiterst sensibele personen' blijkt het hierdoor verkregen preparaat geen medicinale kracht te hebben, noch van de melksuiker, noch van de kiezelaarde (als bestanddeel van de porseleinen kom) (Hahnemann, 1997, voetnoot 3 op p. 158-159). 7
Voor LM2 doet men hiervan één globuli ín een tweede flesje met (een druppel water om het op te lossen) en 100 druppels alcohol. Het wordt weer op dezelfde manier met 100 krachtige schudstoten gedynamiseerd. Dan volgt weer de bevochtiging van suikerglobuli, verspreiding op vloeipapier en de gedroogde globuli worden weer in een flesje bewaard met etiket van de tweede potentiegraad (II). ‘Men gaat op dezelfde wijze verder tot een opgeloste globulus XXIX met 100 druppels alcohol, door middel van 100 schudstoten, een spirituele geneesmiddeldilutie gevormd heeft waardoor de daarmee bevochtigde en gedroogde globuli de dynamiseringsgraad XXX verkrijgen.’ (Hahnemann, 1996, p. 148). 8
In cijfers correspondeert de wet van Avogrado (1811) met een verdunning van 1/1000 tot een totaal van 24 nullen achter de komma. CM komt neer op een totaal aantal van 100.000 nullen. Dit is heel ver van het punt waarin nog iets van de ruwe stof aanwezig is (Vithoulkas, 1998, p. 103). 9
Elke 4 á 5 jaar brengt de HAB-groep in Duitsland een nieuw HAB uit met bijvoorbeeld richtlijnen over de laagste vloeibare verdunning (nu C4 en D8) of nieuwe grondstoffen. Bij niet beschreven stoffen wordt gekeken naar richtlijnen voor de bereiding van vergelijkbare stoffen (bijv. naar Apis bij een een wesp of horzelvariant) of verwreven tot het oplosbaar is (bijv. parel tot C12). Er wordt praktisch gekeken: zodra een stof niet-oplosbaar is wordt er verwreven (telefonische contact met Chris Hurkmans, Hahnemann Apotheek in Holten, 20 sept. 2007). Bij VSM worden potenties tot en met D4/C4 verwreven. Vervolgens worden hieruit vloeibare potenties gemaakt. Een D6 wordt in 2 stappen uit een D4 gemaakt, namelijk 1 deel D4 wordt opgelost in 9 delen water en gepotentieerd om een D5 te verkrijgen. Vervolgens wordt 1 deel van deze D5 verdund en geschud met Ethanol 30% g/g om een D6 te krijgen (mailcontact met Annemieke Koenen, VSM, op 13 en 18 sept. 2007). 10
Witold Ehrler en Petra Held schrijven zeven boeken in de kleuren van de regenboog. De eerste drie titels “Im Werdegang der Manenz” (blauw), “Perlen der PharmacoGnosie” (groen, 2002) en “Die Schrecklichten Wahrheit” (geel, 2007) zijn verkrijgbaar bij het “Institut für C4-Homöopathie” in Freiburg. Ze verwachten dat het laatste deel in 2028 klaar zal zijn. 11
Met etappes, stappen, dimensies, niveaus, lagen, kwadranten, velden etc. wordt hetzelfde aangeduid. 12.
Becker en Ehrler kiezen voor Sulphur, Cannabis indica en de Slangenmiddelen voor de eerste drie miasma’s. Psorinum, Medorrhinum en Syphilinum zijn de hierbij passende nosoden. De nosoden zijn vooral geschikt zijn bij een latente psora, sycose of syfilis (De Schepper, p. 379). Hahnemann schrijft Sulphur in de Parijse periode vaak voor aan het begin en einde van een behandeling, omdat psora beschouwd wordt als de bron van alle ziekten (Handley, 1990, p. 126). Cannabis indica hoort, net als Cantharis en Copaiva, tot de middelen die acute gonorrhoe kunnen genezen zonder een smetstof achter te laten in het lichaam (sycose) (De Schepper, p. 377). Dat Becker en Ehrler zullen de slangenmiddelen in het derde miasma plaatsen door het destructieve karakter (aantasting van o.a. hart- en hersenfuncties) en het thema van de slangen, de seks en de nacht. 13
Het uitschudden met de hand naar een C1300 duurt ongeveer 20 uur. De C1300 uit de vierde of vijfde trituratiestap geeft direct een werking. Het bestaande probleem wordt in al zijn totaliteit en duidelijkheid naar voren gebracht en lijkt onoplosbaar. Maar de oplossing dient zich binnen 2 tot 3 dagen aan, terwijl dit bij lagere potenties weken kan duren (Van der Kaaij, 2002, p.16-17). _________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 71
14
Volgens de C4-tekst van Graphites ligt aan het potentiëren het logaritmische getal 6 ten grondslag. Het getal 6 is het archetypische getal van de kracht van een remedie zelf, die Hahnemann - zoals blijkt uit de bereidingwijze van de LM-potenties - ook kende. 15
Mischa Norland en Peter Fraser hebben in oktober 2002 Carbo Fullerenum, dat ook bekend staat als Carbo 60 of Buckyball, geproofd met studenten van de School of Homeopathy. (www.homeinf.org/fuller) 16
Volksnamen van Equisetum arvense in andere talen zijn: Engels: Common Horsetail: Bottlebrush, Cat's Tail, Colt's Tail, Field Horsetail, Corn Horsetail, Mare's Tail, Foxtail, Frog Pipes, Horse Pipes, Pipe Weed, Jointed Rush, Paddock Pipes, Pewterwort, Pinetop, Pine Grass, Scrub Grass, Snake Grass, Snake Pipes, Shave Grass, Paddy's Pipe, Toadpipe; Duits: Ackerschachtelhalm, Schachtelhalm: Katzenschwanz, Katzenwedel (kattenkwispel), Katzenagel, Katzenstriel, Pferdeschwanz, Pferdeschweif, Fuchsenschwanz, Hakenschwanz, Zinngras, Zinnheu, Zinnkraut, Scheuergras, Schafheu, Schaftheu, Schafstroh, Schaftelen, Ackerschaftheu, Kannenkraut, Schabrausch, Bandwisch, Fegekraut, Kandelwisch, Kuhtod, Pipenstal, Pfeifenstiel, Hollpipen, Dunkelpfeifen, Spinnlich, Zopfling, Spengelbüchse, Negenknee, Neunknie, Riebe, Schüerrüsken, Pfannebutzer, Riebel en Reibisch (reiben = wrijven);. 'Plattdüütsch: Hollkruut, Kattensteert, Katzensteert, Kannenkruut, Feegkruut, Lütten Schachtelhalm, Negenknee, Ruuchsteert, Rugsteert, Schaaprisch, Schaapruusch, Schüürgras, Tinnkruut, Zinnkruut; Frans: Prêle, asprêle, herbe à (r)écurer, queue de chat (de cheval, de rat, de renard), prêle commune. Bronnen: www.annetanne.be; W.F. Daems: Geneeskruiden II; H. Uittien: Equisetum arvense, vergeten woorden; Verhelst, 2004, p. 206 -
17
De sporen van de reuzenpaardenstaart kunnen binnen 24 uur na loslating van de sporenaar ontkiemen. Ze zijn na 5 tot 17 dagen, afhankelijk van de vochtigheid in de omgeving, niet langer levensvatbaar (Cambridge Science Park). Dit geldt waarschijnlijk ook voor andere Equisetumsoorten (Tanne). 18
Ik heb over Smith, op de titel van zijn boek na, niets kunnen vinden: SMITH, H. M. List of medicines mentioned in Homoeopathic Literature. New York. Smith. 1879. 19
Bij een volledige proving dienen de deelnemers goed gezond te zijn, geen andere (homeopathische) geneesmiddelen te gebruiken, symptomen voor, tijdens en na de proving te overleggen etc. Alleen dan kunnen veranderingen toegeschreven worden aan het middel (zie par. 2.5.2). 20
Hippocampus nigra, Zeepaardje, is verwreven bij het tweede Seminar met Witold Ehrler bij het HIN, 18 t/m 20 januari 2008. Deze substantie bevat veel Calcium carbonicum, een stof uit het tweede kwadrant, en heeft meer drama, hallucinerend. In tegenstelling tot Zeepaardje heeft Equisetum wél een keuze [JB]
_________________________________________________________________________________________________ Equisetum arvense, vanuit hoofd en hart. Jacqueline Bergink (2008), pagina 72