Departement Industriële Wetenschappen en Technologie Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde
Eolisch zandtransport: terreinmetingen t.b.v. kalibratie van een multispectraalcamera
Eindwerk aangeboden tot het behalen van het diploma van Master of Science in de industriële wetenschappen: bouwkunde door Glenn Puystjens Michael Weymeis
o.l.v. Björn Van de Walle, KHBO
Academiejaar 2011 - 2012
KHBO Campus Oostende ● Zeedijk 101 ● B-8400 Oostende ● Tel. +32 59 56 90 00 ● Fax +32 59 56 90 01 ● www.khbo.be
Departement Industriële Wetenschappen en Technologie Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde
Eolisch zandtransport: terreinmetingen t.b.v. kalibratie van een multispectraalcamera
Eindwerk aangeboden tot het behalen van het diploma van Master of Science in de industriële wetenschappen: bouwkunde door Glenn Puystjens Michael Weymeis
o.l.v. Björn Van de Walle, KHBO
Academiejaar 2011 - 2012
KHBO Campus Oostende ● Zeedijk 101 ● B-8400 Oostende ● Tel. +32 59 56 90 00 ● Fax +32 59 56 90 01 ● www.khbo.be
Mededeling Deze eindverhandeling was een examen. De tijdens de verdediging geformuleerde opmerkingen werden niet opgenomen.
1
Voorwoord Deze thesis is tot stand gekomen door een samenwerking van het VITO, KUL, MDK en het KHBO. Het is namelijk zo dat de KUL op zoek was naar een mogelijkheid om onderzoek te voeren aan de kust betreffende eolisch zandtransport. Bij de voorstelling van dit onderwerp ontstond er onmiddellijk interesse bij ons beide. Als kustbewoners is het zeker interessant om te kunnen bijdragen aan de kustbescherming, om de kust in stand te houden. Als toekomstig bouwkundig ingenieur kozen we ervoor om een thesisonderwerp te nemen dat bij de waterbouw aansluit. Het KHBO Oostende had een ideale ligging om deze thesis uit te voeren, we zijn het KHBO en voornamelijk de afdeling bouwkunde dankbaar voor de kans om deze thesis uit te voeren. Daarbij bedanken wij in het bijzonder onze binnenpromotor, Dr. Ir. Björn Van de Walle, die altijd klaar stond om ons bij te staan. Voor het gebruikte materiaal en de specifieke kennis bedanken wij de universiteit van Wageningen, in het bijzonder Dr. Ir. Michel Riksen. Daarnaast hadden wij graag onze ouders, familie en vrienden bedankt om ons steeds te steunen. Tot slot bedanken wij alle mensen die ons geholpen hebben bij het tot stand komen van deze thesis. Glenn Puystjens en Michael Weymeis, mei 2012.
2
Abstract In het kader van een betere kustbescherming wenst de Dienst MDK van de Vlaamse Overheid de aantastingsmechanismen van de kust in kaart te brengen. Eén van deze erosieprocessen is het eolisch zandtransport. Het MDK heeft verschillende projecten op punt gezet, die aan de hand van nieuwe digitale apparatuur nauwkeurig deze erosieprocessen opmeet. Ter hoogte van het gebouw van de KHBO te Oostende wordt het zandtransport opgemeten met behulp van MWAC’s. Deze metingen leveren gegevens, welke zullen gebruikt worden om een multispectraalcamera, die tevens het zandtransport opmeet en begroot, te calibreren. De veldmetingen werden uitgevoerd met negen catchers, met elk vijf MWAC’s op verschillende hoogtes. Hierbij werd steeds zo laag mogelijk bij het strandoppervlak gemeten. Daarop volgend worden verschillende invloedsparameters onderzocht om het eolisch zandtransport aan de hand van formules te kunnen voorspellen. Uit voorlopige data volgt dat de windsnelheid een cruciale rol speelt in dit proces, samen met de windrichting en het vochtgehalte van de oppervlaktelaag van het strand. Het saltatieproces van de korrels start bij windsnelheden van 5.5 m.s -1 en een voldoend laag watergehalte (<1 %). De windrichtingen ONO en WZW veroorzaken het meest eolisch zandtransport, op basis van de veldlengtes. Uit verschillende theoretische formules, bleek de vergelijking van Bagnold het dichtste aan te leunen bij de meetwaarden (gemiddelde procentuele afwijking van 56 procent). De verschillen tussen de theoretische en praktische waarden zijn het gevolg dat invloedsparameters zoals windrichting en watergehalte van de oppervlaktelaag niet in rekening worden gebracht. Mits een aanpassing van een empirische constante (C = 3.53), kan het verschil tussen theorie en praktijk verminderd worden (gemiddelde procentuele afwijking van 20 procent).
3
Abstract In the context of a better shore protection, there is a need to know, how everything works. The MDK has set up several projects, they want to use new and improved digital equipment to keep track of all eroding processes. In the KHBO, in Ostend data for calibrating the equipment is collected by using MWAC’s. These data will be used to verify the new equipment. Field measurements were performed by nine catchers, each with a set of five MWAC’s on different heights. The idea behind the catchers was putting the MWAC’s as close to the surface as possible. Next to capturing the sand transport it was important to understand the influence of the different factors, that could have an influence on the whole mechanism. The most important factors on the process are the wind speed, wind direction and moisture content of the surface layer. The saltation process starts at wind speeds of 5.5 m.s-1 and a moisture content lower than one percentage. The wind directions WSW and ENE are the most critical because of their larger fetch length. From several comparisons with theoretical formulas, appeared that Bagnold had to closest values compared to the measured data (average deviation of 56 percentage). The differences between the theory and the practical results are a result of not incorporating different influencing parameters, such as wind direction and the moisture content of the surface layer. With a minor adjustment of the empirical coefficient (C=3.53) the average deviation can be reduced to 20 percentage.
4
Inhoud
Mededeling ........................................................................................................... 1 Voorwoord ............................................................................................................ 2 Abstract ............................................................................................................... 3 Abstract ............................................................................................................... 4 Symbolenlijst ........................................................................................................ 7 Figurenlijst ........................................................................................................... 9 Tabellenlijst .........................................................................................................11 1.
2.
Inleiding .......................................................................................................13 1.1.
Probleemstelling.......................................................................................14
1.2.
Doelstelling .............................................................................................17
1.3.
Methodologie ...........................................................................................18
Theoretische achtergronden ............................................................................19 2.1
Wat is eolisch zandtransport ......................................................................19
2.1.1.
Principes van de saltatie......................................................................21
2.1.2.
Windprofiel ........................................................................................24
2.1.3.
Factoren die het winderosieproces beïnvloeden ......................................25
2.1.4.
Maatregelen tegen winderosie ..............................................................28
2.1.5.
Eolische erosievormen ........................................................................30
2.2
Krachtwerking op zandkorrels ....................................................................34
2.3
Vergelijkende studie van de verschillende theoretische modellen ....................36
2.3.1. Vergelijking bij dezelfde parameters ......................................................37 2.3.2. Invloed van verschillende korreldiameters ..............................................38 2.3.3. Invloed van de sleepsnelheid ................................................................39 2.4
Kustbescherming......................................................................................40
2.4.1. Masterplan...........................................................................................40
Toekomstconcept Vlaamse baaien: .............................................................41
2.4.2. Suppleties ..........................................................................................44 3.
Voordelen strandsuppleties: ......................................................................45
Methodische verantwoording ...........................................................................46 3.1.
Verantwoording meettoestel ......................................................................46
3.1.1.
Eisen gesteld aan zandvangers ............................................................46
3.1.2.
De ideale zandvanger: de isokinetische zandvanger ................................47
3.1.3.
Verticale zandvangers .........................................................................48
De ploey zandvanger: ...............................................................................48
Big Spring Number Eight: BSNE .................................................................48
Modified Wilson And Cooke: MWAC .............................................................50
Suspended Sediment trap: Sustra ..............................................................51
Pollet catcher: POLCA ...............................................................................52
Saltiphone:..............................................................................................53
Leach trap: ..............................................................................................55 5
3.1.4. 3.2.
4.
Praktische uitvoering veldmeting ................................................................56
3.2.1.
Sitebeschrijving .................................................................................56
3.2.2.
Materialenlijst ....................................................................................57
3.2.3.
Opstelprocedure .................................................................................58
3.2.4.
Verantwoording opstelling ...................................................................60
Analyse ........................................................................................................61 4.1.
Berekening Q ...........................................................................................61
4.1.1. 4.2.
6.
Berekening randparameters .......................................................................68 Windprofiel ........................................................................................68
4.2.2.
Windrichting ......................................................................................73
4.2.3.
Veldlengtes .......................................................................................74
4.2.4.
Watergehalte .....................................................................................76
Analyse Q ................................................................................................77
4.3.1.
Zevingen ...........................................................................................82
4.3.2.
Pycnometer .......................................................................................87
4.3.3.
Foutenanalyse ...................................................................................88
Topografische metingen ..................................................................................95 5.1.
Methodes strandprofielmetingen ................................................................95
5.2.
Meetopstelling .........................................................................................97
5.2.1.
Locatie ..............................................................................................97
5.2.2.
Materialenlijst ....................................................................................98
5.2.3.
Opstelling..........................................................................................99
5.2.4.
Opmeting ........................................................................................ 100
5.3.
Meetprocedure ....................................................................................... 101
5.4.
Meetanalyse .......................................................................................... 103
Resultaten .................................................................................................. 106 6.1.
Resultaten veldmetingen ......................................................................... 106
6.1.1.
Windsnelheid ................................................................................... 106
6.1.2.
Windrichting .................................................................................... 107
6.1.3.
Veldlengtes ..................................................................................... 109
6.1.4.
Watergehalte ................................................................................... 109
6.2. 7.
Verticale verdeling .............................................................................65
4.2.1.
4.3.
5.
Conclusie zandvangers ........................................................................55
Resultaten topografische metingen ........................................................... 109
Conclusies en aanbevelingen ......................................................................... 110 7.1.
Samenvatting bekomen resultaten ........................................................... 110
7.2.
Aanbevelingen ....................................................................................... 112
Bibliografie ........................................................................................................ 114
6
Symbolenlijst Symbool Betekenis
Eenheid
ra
Soortelijke gewicht van lucht
kg.m-³
τ
Schuifspanning
N.mm-2
A
Constante die afhankelijk is van het getal van Reynolds (=0.1-0.085) -
b(z) C
Parameter afhankelijk van het Reynoldsgetal Parameter afhankelijk van de karakteristieken van het oppervlakte Constante die empirisch wordt bepaald
Cd
Sleepcoëfficiënt
-
Cl
Liftcoefficient afhankelijk van het Reynoldsgetal
-
d
Gemiddelde korreldiameter(D50)
D
Referentie korreldiameter=0,25
mm mm
dvw
Diameter van het voorwerp
m
f(x,z)
Saltatieflux op een afstand x en een hoogte z
kg.m-2.s-1
Fd
Sleepkracht
Fl
Liftkracht
N N
fmx(z)
Maximum saltatie transportcapaciteit op een hoogte z
kg.m-2.s-1
g
Graviteitsconstante
m.s-2
h
Luchtvochtigheid
%
P
Dynamische viscositeit van lucht (=1.789.10 )
kg.m-1.s-1
Effectief gewicht van een zandkorrel in een fluïdum
Pa
q
Voorspelde zandtransport
kg.m.s-1
Re
Re*t
Getal van Reynolds Reynoldsgetal, die de stroming karakteriseert dichtbij het oppervlak
-
rs
Soortelijk gewicht van zand
kg.m-³
rsa
Soortelijk gewicht van zand
Mg.m-3
r's
rs-ra
kg.m-3
STDEV
Standaarddeviatie
-
u
Sleepsnelheid
m.s-1
u*t
Kritische sleepsnelheid
m.s-1
Uz
Gemiddelde windsnelheid op een hoogte z
m.s-1
v
Stromingssnelheid
m.s-1
w x
Watergehalte Veldlengte
z
Hoogte tov zandoppervlak, waar de windsnelheid wordt gemeten
zo
Hoogte die de ruwheid van het oppervlak karakteriseert
κ
Von Karman constante (=0.4)
% m m m -
ν
Kinematische viscositeit
m².s-1
M2
Massa van de pycnometer gevuld met verzadigd zand en water
g
M3
Massa van de pycnometer gevuld met water
g
-5
7
Symbool Betekenis
Eenheid
M4
Massa van het gedroogde zand uit de oven
g
H
Hoogte van het opstelpunt tot het strandoppervlak
m
va
Opgemeten verticale afstand (zichtbaar op totaalstation)
m
ht
Hoogte van het totaalstation
m
hr
Hoogte van de reflector
hv
Dikte van de valplaat
h0
Gekozen hoogte van het opstelpunt
m m m
8
Figurenlijst Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
1: Voorbeeld fjordenkust (Lavrenov) .............................................................13 2: Onderdelen strand (MDK, 2010) ...............................................................13 3: Kustbeschermingen aan de Vlaamse kust (Afdeling Kust, 2011) ..................14 4: Oostende , Thermae Palace ......................................................................15 5: Overzicht zandkarakteristieken (Ning Wang B.-G. H., 2011) .........................19 6: Schematische voorstelling verschillende soorten zandtransport (Kok, 2009) ...20 7: Traject saltatie (Zoltàn Csahok, 2008) .......................................................22 8: Transportcapaciteit in functie van de veldlengte op een hoogte van 0.15 m ...23 9: Windprofiel, windsnelheid in functie van de hoogte .....................................24 10: Stroomlijnen rond heuvel (Stijn Van Kerckhoven, 2009) ............................26 11: Zandvangers ........................................................................................28 12: Rijshouthaag (zandfixatie, 2007) ............................................................28 13: Helmgras (helmgras, 2002) ....................................................................29 14: Zandribbels ..........................................................................................30 15: Ventifacts (Nelson, 1990).......................................................................30 16: Yardangs (McCauley, 1973) ....................................................................31 17: Afzetting (Nelson, 1990) ........................................................................31 18: Zandduin (Nelson, 1990) .......................................................................31 19: Barchaan (Nelson, 1990) .......................................................................32 20: Transversale duin (Nelson, 1990)............................................................32 21: Lineaire duinen (Nelson, 1990) ...............................................................32 22: Parabolische duinen (Nelson, 1990) ........................................................33 23: Sterduin (Nelson, 1990).........................................................................33 24: Krachtwerking op een korrel (Augustinus, 2000) .......................................35 25: Invloed van de korreldiameter ................................................................38 26: Invloed van de sleepsnelheid ..................................................................39 27: Golfoverslag bij duizendjarige storm ........................................................40 28: Overstromingssimulatie (KUST, 2011) .....................................................41 29: Ontwikkelingen tegen 2020 (THV Vlaamse Baaien, 2010)...........................42 30: Ontwikkelingen tegen 2050 (THV Vlaamse Baaien, 2010)...........................43 31: Ontwikkelingen tegen 2100 (THV Vlaamse Baaien, 2010)...........................43 32: Vooroeversuppletie (CEM, 2003) .............................................................44 33: Strandsuppletie (CEM, 2003) ..................................................................45 34: Isokinetische zandvanger (Dirk Goossens, 2000) ......................................47 35: De ploey zandvanger (Augustinus, 2000) .................................................48 36: afmetingen BSNE (Dirk Goossens, 2000) .................................................49 37: BSNE (Dirk Goossens, 2000) ..................................................................49 38: Driedubbele BSNE (Augustinus, 2000) .....................................................49 39: vangefficiëntie BSNE (Dirk Goossens, 2000) .............................................50 40: afmetingen MWAC .................................................................................50 41: MWAC (Dirk Goossens, 2000) .................................................................50 42: Vangefficiëntie MWAC (Dirk Goossens, 2000) ...........................................51 43: Sustra (Dirk Goossens, 2000) .................................................................51 44: Afmetingen Sustra (Dirk Goossens, 2000) ................................................51 45: Vangefficiëntie Sustra (Dirk Goossens, 2000) ...........................................52 47: Afmetingen Polca (Dirk Goossens, 2000)..................................................52 46: Polca (Dirk Goossens, 2000)...................................................................52 48: Vangefficiëntie Polca (Dirk Goossens, 2000) .............................................53 49: Saltiphone (Dirk Goossens, 2000) ...........................................................53 50: afmetingen saltiphone (Dirk Goossens, 2000) ...........................................54 51: rendement saltiphone (Dirk Goossens, 2000) ...........................................54 52: Leach trap (Dirk Goossens, 2000) ...........................................................55 53: Overzichtkaart Oostende ........................................................................56 54: Sitebeschrijving ....................................................................................56 55: Referentiepunt S ...................................................................................58 9
Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
56: 57: 58: 59: 60: 61: 62: 63: 64: 65: 66: 67: 68: 69: 70: 71: 72: 73: 74: 75: 77: 76: 78: 79: 80: 81: 82: 84: 85: 86: 87: 83: 88:
Schets opstelling ...................................................................................58 Gemiddelde hoogte in funcite van sleepsnelheid (Kenneth Pye, 2009) .........62 MWAC catchers .....................................................................................63 Opgesteld windprofiel ............................................................................70 Voornaamste windrichting langs de kust (Middelkerke, KMI) ......................73 Transport in functie van de veldlengtes, meting 15/04/2012 ......................75 Watergehalte in functie van de tijd ..........................................................76 Meting 29/11/2011 windrichting (W, 280 °) .............................................79 Meting 15/12/2011 windrichting (ZZW, 210 °)..........................................79 Gemiddelde zeefkromme 16/03/2012 (A) ................................................83 Zeefkrommes eolisch zand - strand zand .................................................84 Verschil korreldiameters U> 8,23 m.s-1 (Pierre Belly, 1964) .......................85 Verschil korreldiameters U ≈ 7,62 m.s-1 (Pierre Belly, 1964) ......................85 Veldmetingen verschil korreldiameter (Susumu Kubota, 1982) ...................86 Verdeling eolisch zand-strandzand ..........................................................86 Locatie topografische metingen...............................................................97 Opstelpunt C en startlocatie D ................................................................97 Opstelpunten A, B en C ..........................................................................97 Onderdelen Leica TCR 407 .....................................................................98 Opstelling totaalstation ..........................................................................99 Opstelpunt ...........................................................................................99 Opstelpunt Leica ...................................................................................99 Referentiepunt 1 de linkerbovenhoek van restaurant champs elysées ........ 101 Referentiepunt 2 linkerbovenhoek schouw KHBO .................................... 101 Reflector op dijk ................................................................................. 102 Reflector op strand .............................................................................. 102 Grafische vergelijking raai A ................................................................. 105 Schets ligging kust en windrichtingen .................................................... 110 Traject saltatie ................................................................................... 111 Grafiek vergelijking theorie met praktijk ................................................ 111 Grafiek vergelijking aangepaste theorie met praktijk ............................... 112 Alternatieve ontwerpen van zandvangers (A. Poortinga, 2010) ................. 112 Zand inzamelpunt te Raversijde (Edwin Fontaine, 2010) .......................... 113
10
Tabellenlijst Tabel 1: Verband tussen A en diameter van korrel (Zhibao Dong X. L., Aeolian sand transport: a wind tunnel model, 2001) ....................................................................22 Tabel 2: Overzicht theoretische modellen (Zhibao Dong X. L., Aeolian sand transport: a wind tunnel model, 2001) ......................................................................................36 Tabel 3: Vergelijking theoretische formules .............................................................37 Tabel 4: Randfactoren, meting: 5/12/2011 ..............................................................61 Tabel 5: Watergehalte, meting: 5/12/2011 ..............................................................61 Tabel 6: Data opgevangen, meting: 5/12/2011 ........................................................63 Tabel 7: Vangefficiëntie MWAC's .............................................................................64 Tabel 8: Berekening f(z) ........................................................................................64 Tabel 9: Voorstelling verschillende functies ..............................................................65 Tabel 10: Berekening parameters ...........................................................................65 Tabel 11: Berekening 'best' passende functies, meting 05/12/2011 ............................66 Tabel 12: Aantonen integratiegrenzen, meting 05/12/2011 .......................................66 Tabel 13: Vergelijking integratie functies, meting 05/12/2011....................................67 Tabel 14: Gecorrigeerde waarden (referentie dijk), meting 05/12/2011 ......................67 Tabel 15: Vergelijking catcher D op 05/12/2012 met de theoretische formules .............67 Tabel 16 Opmeten van windsnelheden ....................................................................68 Tabel 17: Berekening kritische sleepsnelheid ...........................................................69 Tabel 18: Windgegevens, meting 05/12/2012 ..........................................................69 Tabel 19: Berekening oppervlakteruwheid en sleepsnelheid .......................................69 Tabel 20: Controle logaritmisch verloop windsnelheden .............................................71 Tabel 21: Opgemeten windrichtingen ......................................................................73 Tabel 22: Veldlengtes in functie van de windrichtingen ..............................................74 Tabel 23: Overzicht massatransport ........................................................................77 Tabel 24: Vergelijking metingen met Bagnold (C=1.8) ..............................................78 Tabel 25: Verandering van Bagnolds empirische coëfficiënt ........................................78 Tabel 26: Gemiddelde windsnelheden op 15/12/2011 ...............................................78 Tabel 27: Oppervlakteruwheid, meting 15/12/2011 ..................................................79 Tabel 28: Vergelijking windsnelheden 05/12/2011 en 15/12/2011 ..............................79 Tabel 29: Vergelijking massatransport 05/12/2011 en 15/12/2011 .............................79 Tabel 30: Vergelijking watergehalte 05/12/2011 en 15/122/2011 ..............................80 Tabel 31: Vergelijking veldlengtes 05/12/2011 en 15/12/2011...................................80 Tabel 32: Vergelijkende studie meting 15/12/2011 en 15/04/2012 .............................81 Tabel 33: Overzicht zevingen .................................................................................82 Tabel 34: Gemiddelde zeefresultaten 16/03/2012 (A) ...............................................82 Tabel 35: Gemiddelde korreldiameters metingen ......................................................83 Tabel 36: Overzicht zeving eolisch zand ..................................................................84 Tabel 37: Metingen pycnometer .............................................................................87 Tabel 38: Dichtheden zand bepaald m.b.v. pycnometer .............................................87 Tabel 39: Meetfout verticaliteit catchers ..................................................................88 Tabel 40: Meetfout vervuiling MWAC's .....................................................................89 Tabel 41: Transportverlies MWAC ...........................................................................90 Tabel 42: Overzicht meetfouten .............................................................................90 Tabel 43: Foutenanalyse 1 meer transport ...............................................................91 Tabel 44: Grotere transporthoeveelheden door meetfouten .......................................92 Tabel 45: Meetfouten Q bij meer transport ..............................................................92 Tabel 46: Foutenanalyse 2 minder transport ............................................................93 Tabel 47: Kleinere transporthoeveelheden door meetfouten .......................................94 Tabel 48: Meetfouten Q bij minder transport ............................................................94 Tabel 49: Hoogtes Raai A (11/11/2011) ................................................................ 103 Tabel 50: Onderlinge vergelijking metingen raai A .................................................. 104 Tabel 51: Aanpassing empirische coëfficiënt van Bagnold ........................................ 106 Tabel 52: Aantal seconden transport voor windrichting ZZW .................................... 107 Tabel 53: Theoretische begroting volgens Bagnold voor windrichting ZZW ................. 107 11
Tabel 54: Windsnelheidklassen met bijbehorende windrichtingen .............................. 108 Tabel 55: Overzicht watergehaltes ........................................................................ 109 Tabel 56: Kostennota per storm (Vermael, 2012) ................................................... 113
12
1. Inleiding Het begrip kust wordt vaak geassocieerd met lange, rechte, zandige stranden waar ofwel bebouwing of duinen op aansluiten (zoals in Vlaanderen). Dit is absoluut niet de enige kustvorm die voorkomt. Overige kustvormen zijn koraal- en mangrove kusten, fjordenkusten, riaskusten, wadden en delta’s.
Figuur 1: Voorbeeld fjordenkust (Lavrenov)
Het strand bestaat uit verschillende onderdelen die op Figuur 2 aangeduid staan.
Figuur 2: Onderdelen strand (MDK, 2010)
De laagwaterlijn is de lijn tot waar het zeewater daalt bij een gemiddelde eb. De hoogwaterlijn is de lijn tot waar het zeewater stijgt bij een gemiddelde vloed. De vooroever is het bodemgedeelte voor het natstrand dat altijd onder water staat. De vooroevervoet is de plaats waar de vooroever begint. Het natstrand is het deel van het strand dat afwisselend nat en droog wordt door de getijdenwerking, dit stuk ligt onder het droogstrand. Het droogstrand is het deel van het strand dat bij normale getijdenwerking niet onderloopt met zeewater. Een duin is een heuvel van fijn zand langs een kust of rivier, ontstaan door het verwaaien van zand door de wind tot een heuvel. De duinvoet is de plaats waar het strand overloopt in duin.
13
1.1. Probleemstelling Vlaanderen heeft een kustlijn van 67 km lang. Deze is druk bezet met o.a. commerciële havens, jachthavens en waardevolle natuurgebieden. De kust leent zich uitstekend voor een duurzame samenwerking tussen economie, recreatie en natuur. Echter de natuur is in de loop der jaren sterk gaan veranderen. Klimaatsveranderingen en de stijging van het zeewaterniveau spelen zich steeds meer af op de voorgrond. Daardoor wordt de laatste jaren meer belang gehecht aan het bestuderen van de kust en de kustbescherming. Om onze kust veilig te houden moet enerzijds nauwgezet de evolutie van onze oevers en stranden gecontroleerd worden en anderzijds het onderhoud van onze zeeweringinfrastructuur nauwkeurig opgevolgd worden. De ontwerpeisen voor de kustbescherming worden hierdoor strenger. Een grote uitdaging is hierbij de bescherming tegen stormvloeden. Om dit te kunnen verwezenlijken moet een evenwicht gevonden worden tussen de natuurontwikkeling en de economische ontwikkeling.
Figuur 3: Kustbeschermingen aan de Vlaamse kust (Afdeling Kust, 2011)
In het kader van het kustveiligheidsplan is een minimale bescherming tegen een duizendjarige storm nodig, terwijl enkele jaren geleden nog een honderdjarige storm de ontwerpeis was.(Afdeling Kust, 2011) In 2007 startte de afdeling KUST(*) een studie waaruit bleek dat de Belgische kust onvoldoende beschermd was. Een voorbeeld van een zwakke plaats is Oostende, de binnenstad van Oostende was slechts beschermd tegen een 25-jarige storm. De zee kwam tot aan de dijk ter hoogte van het casino kursaal Oostende. In 2004 werd een noodstrand opgespoten waarmee de bescherming werd opgedreven tot tegen een 100-jarige storm. Het opgespoten noodstrand bevatte 800.000 m³ zand. Maatregelen tot het verhogen van de kustveiligheid bestaan uit het oprichten van stormmuren, verhogen en verbreden van stranden door ophogingen of suppleties, het bouwen van strekdammen, strandhoofden en dergelijke meer. Recent wordt steeds meer gekozen om strandsuppleties en ophogingen uit te voeren. Suppleties zijn vanuit een economisch standpunt goedkoper dan de ‘harde’ zeewering. Ze zijn namelijk zeer flexibel bij het inzetten en het verstoort de natuurlijke dynamiek niet zo zeer als bij een ‘harde’ zeewering. De significantie van suppleties kan slechts begrepen worden, indien een beter inzicht over het ontstaan en de erosie van stranden en duinen bekomen wordt. Stranden komen
(*) Afdeling Kust, MDK, MOW, Vlaamse Overheid
14
in heel diverse vormen voor, zo bestaan rotsige stranden, zandige stranden, kleistranden. De Belgische kust bestaat uit zandige stranden, met op bepaalde plaatsen vegetatie en duinvorming achter het strand. Erosie is een natuurlijke reactie bestaande uit verschillende water- en windprocessen. Deze processen vormen enkel een probleem als dit de kustveiligheid, recreatiemogelijkheden of andere menselijke noden in gedrang brengt. Niet enkel de wind speelt hierin een rol, ook de golfwerking, getijdenstroming en stroming in zee hebben een invloed. Indien de hoeveelheid zand verdwenen door eolisch transport van het strand gekend is, kan berekend worden wanneer en hoeveel zand moet worden aangevuld, zodat de kustbescherming bewaard wordt. In de meeste gevallen wordt ook een extra laag zand aangebracht, zodat minder vaak een suppletie moet worden uitgevoerd.
Figuur 4: Oostende , Thermae Palace
Figuur 4 verduidelijkt het probleem van eolisch zandtransport. Het is niet enkel de kustverdediging die lijdt onder de erosie van het strand. De dijken, wegen bij het strand en tramsporen kunnen bij sterke winden bedekt worden met zand. Dit leidt tot overlast voor het openbaar vervoer, fietsers en andere weggebruikers. Het tramvervoer heeft reeds herhaaldelijk transportproblemen gehad door een te grote hoeveelheid eolisch zand op de sporen. Indien gegevens beschikbaar zijn van de verplaatste hoeveelheden zand bij bepaalde windsnelheden, kunnen voorzorgsmaatregelen genomen worden bij stormvoorspellingen.
15
Dit onderzoek maakt deel uit van het covimon-project dat een onderdeel is van het Europese BLAST-project (Bringing Land And Sea Together). Het BLAST-project heeft volgende doelstellingen tussen 2009-2012: -
Het verzamelen van geografische datagegevens van land en zee. Deze gegevens zullen uiteindelijk dienen om een land- en zeemodel te maken. In dit model wordt aandacht besteed aan de maritieme ruimtelijke planning, milieubescherming, risicobeheer en -beperking en sociaal-economische ontwikkelingen.
-
Het verkennen van praktische tools, processen en toepassingen die scheepvaart en maritieme gemeenschap in de toekomst zullen gebruiken.
-
De veiligheid en efficiëntie van schepen verbeteren, het milieubeheer beter beheersen door het ontwerpen en ontwikkelen van een regionaal maritiem platform voor het Noordzeegebied.
-
De ontwikkeling van een gemeenschappelijk beleid en maatregelen die de planning en het beheer zal ondersteunen bij de toekomstige klimaatsveranderingen.
de
Het covimon-project kadert zich verder in dit laatst genoemde item. Door de klimaatsveranderingen, wordt een specifieke aandacht geëist om de wijzigingen in het landschap op te volgen. Hierbij wordt de klemtoon naar de kust gelegd en meer bepaald het droog strand. Het doel van het covimon-project is het onderzoeken van de mogelijkheden van het gebruik van een statische multispectrale camera voor het observeren en eventueel kwantificeren van het eolisch zandtransport. De camera wordt geplaatst op het plat dak van het gebouw van de KHBO in Oostende. Multispectrale beelden worden gebruikt om het eolisch zandtransport te detecteren. Het kwantificeren van het eolisch zandtransport op de multispectrale beelden gebeurt aan de hand van metingen op het strand. Deze veldmetingen vormen de basis van dit project. De statische multispectrale camera bestaat uit een digitale camera (Basler scout camera) en een ‘tunable’ filter (Varispec VIS LCTF) met een golflengtebereik van 400-720 nm en een blikvel van 17 °. De beelden worden lokaal op een PC opgeslagen, zodat nadien de verwerking plaats kan vinden.
16
1.2. Doelstelling De doelstelling van deze thesis is het kwantitatief begroten van het eolisch zandtransport op het strand ter hoogte van het gebouw van het KHBO. De doelstelling wordt bereikt door volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - Wat is de beste zandvanger om het eolisch zandtransport te begroten aan onze kust? - Wat is de beste opstelling om het eolisch zandtransport te onderzoeken? - Wat is de meest voorkomende windrichting? - Wat is de kritische snelheid nodig om het zandtransport te starten? - Wat is het bewegingsverloop van de zandkorrels op het strandoppervlak? - Wat is het verband tussen de windsnelheid en de hoeveelheid eolisch zandtransport? - Welke krachten werken in op de zandkorrels? - Welke randfactoren spelen een rol bij het eolisch zandtransport? - Wat is de invloed van het watergehalte op het zandtransport?
17
1.3. Methodologie Het eolisch zandtransport wordt zowel theoretisch als praktisch bestudeerd, hierbij worden volgende methodes gehandhaafd. -
-
Terreinmetingen met een totaalstation om eventuele veranderingen in het strandprofiel waar te nemen. Veldmetingen op het strand, om het eolisch zandtransport op te meten. Het aandeel van verscheidene parameters tot het eolisch zandtransport in theoretische formules bestuderen. Vergelijken van meetgegevens met literatuurgegevens (formules) Factoren die een invloed hebben op het eolisch zandtransport onderzoeken door bij verschillende meetopstellingen en meetomstandigheden de veldmetingen uit te voeren. De veldmetingen analyseren, hierbij worden onderlinge verbanden tussen de verschillende metingen onderzocht.
18
2. Theoretische achtergronden 2.1
Wat is eolisch zandtransport
Erosie is een proces waarbij de bodem aangetast wordt. De twee belangrijkste aantastingmechanismen zijn hierbij water en wind. Tot op heden wordt vooral aandacht besteed aan erosie door water omdat deze de grootste visuele effecten heeft. Erosie door wind mag zeker niet verwaarloosd worden. Vlaanderen bestaat uit relatief vlakke en open streken die sterk onderhevig zijn aan wind. Ook de Belgische kust bestaat volledig uit zandstranden die niet enkel van belang zijn voor het toerisme maar ook voor de natuurlijke verdediging van de kust. De stranden aan de kust zijn allemaal kunstmatig aangelegde gebieden die zonder bescherming van de mens helemaal zouden wegspoelen. Het is dan ook van essentieel belang het strand te beschermen tegen erosie. Winderosie van zand of eolisch zandtransport is dus een fysisch proces waarbij zand getransporteerd wordt over bepaalde afstanden. Het zand ondergaat hierbij drie fasen, namelijk: deflatie, transport en depositie.
Deflatie (deflation):
Bij deze tracht de wind het zand los te maken en vervolgens op te nemen in het windtransport. De wind kan het zand pas losmaken wanneer de kritische sleepsnelheid, u*, bereikt wordt. De destabiliserende krachten van de wind zullen dan groter zijn dan de krachten die het zandoppervlak bijeenhouden. De hoeveelheid die in beweging wordt gezet is sterk afhankelijk van de meteorologische omstandigheden. Hierbij is wind de belangrijkste parameter. Daarnaast is het logisch dat het oppervlak voldoende droog moet zijn, vermits de vochtigheid van het zand de inwerking van de wind bemoeilijkt. Echter winderosie is niet uitgesloten tijdens perioden van regen. De regendruppels kunnen namelijk voor een impact zorgen op het oppervlak waardoor de korrels kunnen loskomen.
Transport:
Om het zandtransport te begroten, moet onderzocht worden welke de voornaamste wijzen van transport is. De beweging van een korrel in een fluïdum wordt bepaald door twee factoren. Enerzijds de karakteristieken van de zandkorrels (grootte, vorm, densiteit), anderzijds de fysische eigenschappen van het fluïdum (hier lucht). Grootte van zandkorrels varieert van een diameter 0.03 tot 2 mm.
Figuur 5: Overzicht zandkarakteristieken (Ning Wang B.-G. H., 2011)
19
Het transport wordt onderverdeeld in drie verschillende types:(Kok, 2009)
Kruip (creep): grotere deeltjes (>500 µm) worden over het oppervlak gerold; Saltatie (saltation): relatief grote deeltjes (70-500 µm), worden door de wind opgestuwd waardoor een specifiek traject gevolgd wordt in de lucht. Deze bereiken daarbij een maximum hoogte van 1m; Suspensie (suspension): kleine deeltjes (<60-70 µm) worden gedurende een lange tijd in de lucht opgenomen.
Figuur 6: Schematische voorstelling verschillende soorten zandtransport (Kok, 2009)
Volgens Chepil (1945) bestaat 50-75 procent van het totaal transport uit saltatie, 3-40 procent uit suspensie en de overige 5-25 procent bestaat uit kruip. Wind transport zal dan ook enkel maar plaats vinden wanneer er saltatie optreedt. Saltatie wordt dan ook beschouwd als de motor van het windtransport. Door de impact van salterende zandkorrels op het strandoppervlak wordt een nieuwe grotere variëteit aan zandkorrels gemobiliseerd.
20
2.1.1. Principes van de saltatie Saltatie is de overheersende transportwijze waarbij de bodemdeeltjes een golvend traject volgen ten opzichte van de bodem. Het is deze transportwijze die zorgt voor ribbel- en duinvorming op stranden. Saltatie bevat meestal korrels tussen de 0.1-0.25 mm. De drijfveer die achter dit proces schuilhoudt is de schuifspanning, τ, die door de wind wordt veroorzaakt. Deze wordt meestal uitgedrukt onder de vorm van een sleepsnelheid (zie vergelijking 1).
(1)
Om het saltatieproces te initialiseren moeten de schuifspanningen die de wind veroorzaakt, u*, groter zijn dan de krachten die de deeltjes bij elkaar houden. Deze snelheid wordt de kritische sleepsnelheid, u*t genoemd. Een typische waarde voor de kritische schuifspanning τt=0.05 N.mm-2.
(2)
Theoretische studies hebben aangetoond dat deze formule enkel geldig is in ideale omstandigheden. Dit wil zeggen normale luchtvochtigheid (70-80 %) en een voldoende laag watergehalte van het oppervlaktezand. Daarnaast bestaan windtunnel modellen die wel rekening houden met de luchtvochtigheid en het watergehalte van het zand. De eerste aanpassing, rekening houdend met de luchtvochtigheid geeft de volgende uitdrukking (Pierre Belly, 1964): (3)
Tweede aanpassing, met als extra parameter het watergehalte van het zand (Pierre Belly, 1964):
(4)
Opmerking: De coëfficiënt A is in de praktijk niet constant, maar variërend. Deze variatie is afhankelijk van het getal van Reynolds. (5) Waarbij (6)
Om een goede benadering te kennen van de coëfficiënt A worden enkele waarden bekeken van een theoretische studie in een windtunnel (Tabel 1). 21
Tabel 1: Verband tussen A en diameter van korrel (Zhibao Dong X. L., Aeolian sand transport: a wind tunnel model, 2001)
Hoe groter de diameter van de korrel, hoe groter de kritische sleepsnelheid moet zijn. Dit is logisch want hoe zwaarder de korrel, hoe meer kracht nodig zal zijn om deze te verplaatsen. Daarnaast stijgt A bij een dalende korrelgrootte, met een bereik van 0.120.17. Na initialisatie van de saltatie, worden de deeltjes van het oppervlak gelift. Deze korrels krijgen een acceleratie door de wind, waardoor hun impact op het zandoppervlak meerdere korrels losmaakt. Als gevolg van dit proces zal in het begin het transport exponentieel toenemen en na verloop van tijd stabiliseren. Dit komt omdat de lucht over een zeker maximum transportcapaciteit beschikt. Dit laatste hangt af van het energieniveau van de lucht.
Figuur 7: Traject saltatie (Zoltàn Csahok, 2008)
Het traject van de korrels bestaat uit een korte opstijghoek van ongeveer 55 °. Het zal daarbij over een korte afstand zijn maximale hoogte bereiken en vervolgens geleidelijk aan vallen. De hoek α bedraagt tussen zes en twaalf graden. De afstand die een deeltje kan afleggen varieert tussen twaalf en vijftien keer de maximale hoogte die het deeltje bereikt. Naast de karakteristieken van het zand is het transport ook afhankelijk van de wind. Het is namelijk zo dat de lucht (wind) verzadigd kan geraken. Dit is vergelijkbaar met stromend water, daarbij heeft de transportcapaciteit een bepaalde maximum waarde. Het verband tussen de veldlengte en de transportcapaciteit kan weergeven worden door een vergelijking. (zie vergelijking 7, (TED M. ZOBECK G. S., Measurement and data analysis methods for fieldscale wind erosion studies and model validation, 2003) (7)
) Grafisch (Figuur 8) wordt het duidelijk dat tussen 200 en 300 m de wind zijn maximale capaciteit bereikt. Praktisch gezien moet de wind dus een ongehinderd oppervlakte hebben van ongeveer 250 m om een maximaal effect te bereiken.
22
Transportcapaciteit Flux [kg.m-2.s-1]
0.025 0.02 0.015 0.01
Transportcapaciteit
0.005 0 0
100
200
300
400
500
600
Veldlengte [m] Figuur 8: Transportcapaciteit in functie van de veldlengte op een hoogte van 0.15 m
23
2.1.2. Windprofiel Bij het verstaan van het zandtransport is niet alleen het transport op zich belangrijk, maar ook de oorzaak hiervan. De windsnelheid en –richting zijn belangrijke factoren waar rekening mee moet worden gehouden. Windsnelheid bepaalt indien de deeltjes effectief in beweging komen of niet. De richting daarentegen bepaalt hoe groot de invloed van de wind is. Het is namelijk zo dat langs de kust, de veldlengtes in verschillende richtingen sterk van elkaar kunnen verschillen. Als de wind bijvoorbeeld uit zee komt, zal het effect van zandtransport minder zijn dan indien de wind de richting van het strand zelf volgt. Om de sleepsnelheid te gaan bepalen wordt gebruik gemaakt van de wet van Prandtl-von Karman (1935) (zie formule 8). (8)
Voorbeeld van een windprofiel (Figuur 9).
Hoogte Z boven het oppervlak[m]
Windprofiel 1.2 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0 0
1
2
3
4
5
6
Gemiddelde windsnelheid U[m/s]
Figuur 9: Windprofiel, windsnelheid in functie van de hoogte
24
2.1.3. Factoren die het winderosieproces beïnvloeden Winderosie is een proces dat door allerlei randfactoren beïnvloedbaar is, daarom is het moeilijk om iedere factor individueel te gaan onderzoeken in de praktijk. Windtunnelstudies vormen een eerste basis, waaraan later in praktijk de theorieën getoetst worden. De verplaatsing van zand is afhankelijk van twee basiselementen: enerzijds de erosiviteit (dit is de erosieve kracht van de wind) en anderzijds de erodibiliteit (het zand moet voldoende erosiegevoelig zijn). De erosiviteit hangt dus af van de windkracht, hierbij is een minimum van ± 5.5 m.s-1 (vier Beaufort) noodzakelijk. De windkracht kan sterk geremd worden door bebouwingen aan de kust of door vegetatie (vb: helmgras) op het strand. De afstand die de wind nodig heeft om na een stuk vegetatie weer op sterkte te komen, wordt de strijklengte genoemd. Zo hebben windschermen slechts een invloedslengte van 30 maal hun hoogte. Erodibiliteit van zand is slechts van belang wanneer geen vegetatie aanwezig is. Factoren die een invloed hebben op de erodibiliteit:
Korrelgrootte: Erosie is het grootst voor korrels tussen de 0.1-0.85 mm. Kleiner dan 0.1 zijn de cohesiekrachten te groot en boven de 0.85 worden de korrels te groot; Veldlengte: Dit is de onbeschutte lengte waarop de wind zijn invloed uitoefent. De kritische veldlengte is de afstand waarbij de wind 64.5 procent van zijn transportcapaciteit bereikt. De hoeveelheid transport op een bepaalde afstand en hoogte wordt weergeven in formule (7). De parameter b hangt af van de bodem (ruwheid, samenstelling, vochtigheid, enz…). Wanneer b gelijk is aan x, dan is de kritische veldlengte bereikt; Windrichting: Een windrichting die ervoor zorgt dat de wind de grootste veldlengte oplevert zorgt voor het meeste transport (in theorie); Vegetatie: Vegetatie zorgt ervoor dat de windkracht gaat afnemen waardoor de korrels snelheid verliezen en uiteindelijk tussen de vegetatie belanden; Oppervlakteruwheid: Hoe ruwer een oppervlak, hoe meer de wind afgeremd wordt; Turbulentie: Door turbulentie gaat de bodem trillen. Door dit effect komen de deeltjes van de bodem losser te zitten waardoor het transport wordt vergemakkelijkt; Reliëf: Dit is een onrechtstreekse factor op de erosie. Het is namelijk zo dat het windpatroon afhankelijk is van het reliëf en hierdoor zijn invloed uitoefent op het transport. Windsnelheden zullen duidelijk groter zijn bij de top van de heuvel waardoor meer transport plaatsvindt;
25
Figuur 10: Stroomlijnen rond heuvel (Stijn Van Kerckhoven, 2009)
Bodemvochtigheid: De vochtigheid van de bovenste zandlaag (0.5-1 cm) heeft een bepalende invloed op de hoeveelheid getransporteerd zand door de wind. Bij een hogere bodemvochtigheid (4-6 %) treedt een kleiner zandtransport op. De reden voor deze lagere getransporteerde hoeveelheid is dat grotere cohesiekrachten tussen de zandkorrels heersen. Deze toename aan cohesiekrachten is afkomstig van twee voorkomende krachten. De eerste is het ontstaan van waterbruggen bij de raakpunten van de korrels ten gevolge van capillaire krachten. De tweede kracht is de moleculaire adsorptie van water op het korreloppervlak. De invloed van de bodemvochtigheid op het eolisch sedimenttransport is herhaaldelijk bestudeerd in windtunnels. De meeste van deze onderzoeken stelden de bodemvochtigheid als een statisch gegeven. De windsnelheid als variërende parameter, zorgde bij gekende vochtgehaltes voor een hoeveelheid getransporteerd zand. De veronderstelling dat de bodemvochtigheid constant blijft is fout. Tal van factoren hebben een invloed hierop, waardoor dit variërend is in tijd. Deze invloedsfactoren zijn: Temperatuur; Bewolkingsgraad; Windsnelheid en windrichting; Relatieve luchtvochtigheid. Deze invloedsfactoren zijn moeilijk na te bootsen in een windtunnel, waardoor de resultaten op het strand verschillend zijn van deze in de windtunnel. De uitdrogingstijd van zand in de windtunnel is niet hetzelfde als op het strand. Horikawa (1982) toonde aan dat het zand in een windtunnel trager uitdroogt in vergelijking met zand op het strand.
26
Metingen (Wiggs, Baird & Atherthon, 2003) geven aan dat saltatie mogelijks niet meer optreedt wanneer een bepaald kritisch vochtgehalte bereikt wordt. Het kritisch vochtgehalte werd in windtunnel vermoed tussen de een en vier procent te liggen. De veldmetingen van Wiggs, Baird en Atherthon geven aan dat het kritisch vochtgehalte tussen vier en zes procent ligt (afhankelijk van de windsnelheden). Deze studie doet vermoeden dat indien het vochtgehalte onder twee procent gelegen is, de volledige capaciteit van het transport wordt bereikt. In de resultaten van het onderzoek is zichtbaar dat de bodemvochtigheid in de bovenste laag een wisselend verloop vertoont. De reden hiervoor is dat het zandoppervlak uitdroogt en getransporteerd wordt. Nadien is het zand aan het oppervlak terug nat omdat het droge materiaal reeds getransporteerd is. Het vochtgehalte is een bepalende factor bij zandtransport, echter de kennis over de invloed van het vochtgehalte is veel te beperkt. Bij een bepaalde hoeveelheid neerslag verkrijgt het zand een zeker vochtigheidsgehalte. De evaporatie van het zand afhankelijk van enkele factoren doet het vochtgehalte dalen over een tijdsperiode. Het nat en droog worden van het strand is nog onvoldoende onderzocht om eventuele formules voor handen te hebben die rekening houden met de verschillende invloedsfactoren.
27
2.1.4. Maatregelen tegen winderosie Maatregelen tegen winderosie dienen om de getransporteerde hoeveelheden zand door de wind te beperken. Dit effect kan beperkt worden door het vertragen van de wind, zodat de kritische sleepsnelheid niet meer bereikt wordt en het tegenhouden van zanddeeltjes. Enkele maatregelen om dit te bereiken, worden hieronder weergegeven:
Zandvangers: Dit zijn schermen die ongeveer een meter boven het strandniveau uitsteken. De constructie bestaat uit houten stijlen met daartussen geotextieldoeken gespannen. De schermen reduceren de windsnelheden bij de grond en verhogen plaatselijk de afzetting van het door de wind getransporteerde zand.
Figuur 11: Zandvangers
Rijshouthagen: Deze zijn opgebouwd uit elzenhouten en dennenhouten takkenbussels die verticaal op het strand of op de duin ingeplant worden. Strandhagen vervullen dezelfde rol als windschermen.
Figuur 12: Rijshouthaag (zandfixatie, 2007)
28
Betonplaten: De zijde van de dijk aan het strand wordt hierbij verhoogd door de plaatsing van betonplaten . Hierdoor wordt het zand niet over de dijk getransporteerd, maar blijft het op het strand.
Helmgras: Dit is een grassoort die op het strand kan groeien. Het voordeel van deze planten is dat het een bescherming biedt tegen het eolisch zandtransport. Een bijkomend voordeel is dat deze planten zeer snel kunnen groeien en zich vermenigvuldigen.
Figuur 13: Helmgras (helmgras, 2002)
29
2.1.5. Eolische erosievormen
Zandribbels: Deze ontstaan door het opstapelen van grotere korrels terwijl lichtere korrels verder getransporteerd worden. Deze ribbels vormen een lijn loodrecht op de windrichting. Zandribbels ontstaan vanaf eolisch zandtransport plaatsvindt en verdwijnen bij te hoge snelheden (10.9 m.s-1). Tussen de golflengte en de windsnelheid bestaat geen specifiek verband en de gemiddelde golflengte bedraagt zo’n 7.62 cm (Pierre Belly, 1964).
Figuur 14: Zandribbels
Ventifacts: Dit zijn stenen die aangetast worden door zand verplaatst door de wind. Het proces heeft gelijkenissen met zandstralen.
Figuur 15: Ventifacts (Nelson, 1990)
30
Yardangs: Gestroomlijnde wind geërodeerde steenachtige rug.
Figuur 16: Yardangs (McCauley, 1973)
Windafzetting: Afzetting na een obstakel treedt op door een vermindering in windsnelheid. De windkracht wordt dan onvoldoende om de deeltjes nog verder te transporteren en worden vervolgens gedeponeerd. Dit kan gebeuren bij natuurlijk- of menselijke barrières, zoals windschermen.
Figuur 17: Afzetting (Nelson, 1990)
Zandduin: Deze wordt gevormd wanneer drie voorwaarden voldaan zijn. Eerst en vooral moet een voorraad los zand aanwezig zijn, daarnaast een stevige wind en een opstakel. Deze duinen worden gevormd aan de windafwaartse zijde van het obstakel omdat daar de windsnelheid vermindert. Een typisch beeld van een zandduin is de asymmetrische vorm met aan de windopwaarste zijde een gematigde helling en aan de windafwaartse zijde een steile helling.
Figuur 18: Zandduin (Nelson, 1990)
31
Een sikkelduin of barchaan: Dit zijn half maanvormige duinen waarvan de boog van de maan windopwaarts ligt. Het verschijnsel komt voor bij een harde ondergrond, een voldoende hoeveelheid zand en een constante wind.
Figuur 19: Barchaan (Nelson, 1990)
Transversale duin: Dit zijn als het ware ribbels van zand op grote schaal. De duin ligt loodrecht op de windrichting.
Figuur 20: Transversale duin (Nelson, 1990)
Lineaire duinen: Duinen die gevormd worden bij convergerende windrichtingen en een beperkte hoeveelheid zand. Hierdoor vormen zich langwerpige duinen.
Figuur 21: Lineaire duinen (Nelson, 1990)
32
Parabolische duinen (blow-out): U-vormige duinen met een windopwaarts gerichte opening. Dit komt voor bij een overvloedige aanwezigheid van vegetatie en zand.
Figuur 22: Parabolische duinen (Nelson, 1990)
Sterduin: Dit verschijnsel komt voor in een streek met erg variabele windrichting en een overvloedige aanwezigheid van zand.
Figuur 23: Sterduin (Nelson, 1990)
33
2.2
Krachtwerking op zandkorrels
Om zandtransport op te wekken moeten de krachten, uitgeoefend op de zandkorrels, voldoende groot zijn. Hoofdzakelijk houdt dit in dat de kritische sleepsnelheid, u t* groter moet zijn dan de sleepsnelheid (zie formule 1). Welke krachten dit zijn wordt duidelijk bij het bekijken van de individuele korrels (zie Figuur 24: Krachtwerking op een korrel . Door de kracht die de wind uitoefent op het zandoppervlak ontstaan twee soorten krachten:
Sleepkracht Fd: De sleepkracht werkt horizontaal in de richting van de wind. Deze kracht bestaat uit twee componenten: wrijving en druk. Een druksleepkracht ontstaat doordat de wind aan de voorzijde van een korrel een druk uitoefent en aan de achterzijde een drukval ontstaat. Een wrijvingssleepkracht ontstaat door de onderlinge afschuivingen tussen de korrels. De totale sleepkracht is dan: (9)
is afhankelijk van Reynolds getal, weergegeven in formule (10). (10)
De kinematische viscositeit,ν, is een factor die het stromingspatroon weergeeft van het deeltje t.o.v. het fluïdum, hier lucht. Het is namelijk zo dat een voorwerp die door de lucht beweegt, sommige luchtmoleculen gaat afremmen door wrijving. Hoe dichter de moleculen bij het voorwerp komen, hoe groter de weerstand.
Liftkracht Fl: De liftkracht werkt loodrecht op het oppervlak (Magnus kracht). De richting deze kracht is verticaal opwaarts gericht. Deze kracht hangt samen met Bernouilli effect. De korrels in de bovenlaag van het zandbed zijn onderhevige een positieve stromingssnelheid aan de bovenzijde en een stromingsnelheid nul aan de onderzijde. Hierdoor ontstaat een onderdruk waardoor de korrels opgelift worden.
van het aan van
(11) Ten opzichte van de krachten die een gevolg zijn van de aerodynamica bestaan er ook inertiekrachten. Hierbij is het gewicht van de korrels het belangrijkste. Het effectief gewicht in een fluïdum wordt weergegeven door: (12)
34
Wanneer nu getracht wordt een evenwicht te schrijven tussen de verschillende vergelijkingen, wordt het onderstaande verondersteld. Korrels in de toplaag kunnen verticaal vrij bewegen, maar zijn gelimiteerd in de horizontale zin door naburige korrels. Een soort van pivoterende beweging vindt plaats wanneer de korrels trachten los te komen. Het moment van evenwicht wordt beschreven door: (13)
Figuur 24: Krachtwerking op een korrel (Augustinus, 2000)
35
2.3
Vergelijkende studie van de verschillende theoretische modellen
Windtransport is een proces dat moeilijk te bestuderen is in de praktijk. Dit omdat de omstandigheden zodanig verschillend zijn dat een verband leggen bijna onmogelijk is. Sinds de jaren ’30 zijn talrijke theoretische modellen opgesteld om dit fenomeen te beschrijven. De meeste modellen relateren het zandtransport met de sleepsnelheid, gravitatie en de grootte van de korrels. Tussen de modellen bestaan drie grote groepen: Theoretische modellen; Numerieke simulaties; Statische modellen. Enkele theoretische modellen worden bekeken als basis voor de veldmetingen (zie Tabel 2) Tabel 2: Overzicht theoretische modellen (Zhibao Dong X. L., Aeolian sand transport: a wind tunnel model, 2001)
De theoretische modellen spitsen zich eerder toe dat het transport rechtstreeks gerelateerd zou zijn met de sleepsnelheid. Daarnaast bevatten deze een empirische factor, C, die bepaald moet worden. Dit kan door terreinmetingen of windtunnel modellen te maken. Echter om de formules te gaan gebruiken in de praktijk worden deze best bepaald op het terrein zelf. De numerieke modellen berusten zich dan meer op de onderlinge processen (luchttransport, interactie zandkorrels, aanpassing van de luchtstroom,enz…). De statistische modellen stellen dan eerder een formule op puur op de gemeten resultaten. Voor een vergelijkende studie tussen de verschillen modellen worden een aantal van deze onderzocht, nl: Bagnold (1941), Lettau en Lettau (1978), Kadib (1965) en O’brien (1936). Als referentie wordt telkens met Bagnold gewerkt omdat deze de basis vormt van alle zandtransport formules. 36
2.3.1. Vergelijking bij dezelfde parameters Wanneer voor de eerder gekozen formules dezelfde parameter ingevuld wordt, wordt een verschil duidelijk merkbaar. Door de grote verschillen, blijkt dat de formules niet eenduidig zijn. Dit maakt het niet eenvoudig om het zandtransport te begroten aan de hand van theoretische formules en zullen ook grote verschillen optreden tussen de theoretische waarden en de opgemeten waarden. Het is niet eenvoudig sedimenttransport te begroten, hierdoor is dit geen exacte, maar een benaderende wetenschap. Gebruikte parameters:
d=0.000278 m; D=0.00025 m; rs=2650 kg.m-3; ra =1.25 kg.m-3; g=9.81 m.s-2; zo=d/30=9.26667E-06 m; A=0.085; U*=0.3 m.s-1; C=1.8 voor Bagnold en =4.2 voor Lettau en Lettau. Tabel 3: Vergelijking theoretische formules
q [kg. m .s ]
Bagnold 0.0065
Lettau and Lettau 0.0049
Kadib 0.0033
O'brien en Rindlaub 0.0160
Verschil [%]:
0
-26
-49
145
-1
-1
Het wordt duidelijk dat de waarden voor de formules van Bagnold en Lettau het dichtst bij elkaar gelegen zijn. Dit komt doordat beide formules de sleepsnelheid als belangrijkste parameter gebruiken. De vergelijking van O’brien daarentegen houdt enkel rekening met de windsnelheid op een hoogte van 1,52 m en niet met de sleepsnelheid van de korrels. De waarde voor Kadib varieert ook van deze van Bagnold, doordat hier vooral de intensiteit van het transport in rekening wordt gebracht. De best aansluitende functie op de praktijk metingen wordt hierna (2.3.3.) besproken.
37
2.3.2. Invloed van verschillende korreldiameters Voor de verschillende theoretische formules worden de voordien beschreven inputparameters gebruikt. Enkel de gemiddelde korreldiameter d50 wordt gewijzigd met een variatie van 0.1-1 mm. De variatie van de d50 is zichtbaar in Figuur 25.
Invloed korreldiameter 0.01500 0.01000 q [kg. m-1.s-1]
Bagnold 0.00500
Lettau and Lettau Kadib
0.00000 0
0.0005
0.001
0.0015
O'brien en Rindlaub
-0.00500 -0.01000
d50 [m] Figuur 25: Invloed van de korreldiameter
De formule van O’brien houdt geen rekening met de korreldiameter, dit is echter een grote fout, mits de korreldiameter een belangrijke rol speelt bij het eolisch zandproces. Het verschil tussen Kadib en Bagnold bedraagt gemiddeld genomen 40 procent, het verschil bij de kleinste korrels is het grootst. De reden hiervoor is dat de formules niet opgesteld zijn voor de kleinste korrels (0.1 mm). Een opmerkelijk feit is dat de enige functie met een dalend transport bij een stijgende korreldiameter deze van Lettau is. Bij een korreldiameter van 600 µm vindt een negatief transport plaats volgens de vergelijking van Lettau. De reden hiervoor is dat door de stijging van de korreldiameter, de kritische sleepsnelheid ook stijgt en te groot wordt. Door de te grote sleepsnelheid vindt geen transport plaats. Dit is logisch want in de krachtenwerking speelt de zwaartekracht en bijgevolg de grootte van de korrel een belangrijke rol. Hierbij wordt geconcludeerd dat de overige vergelijkingen geen rekening houden met de nodige voorwaarde, voldoende sleepsnelheid om de korrels op te liften.
38
2.3.3. Invloed van de sleepsnelheid
Invloed sleepsnelheid 0.07
q [kg. m-1.s-1]
0.06 0.05
Bagnold
0.04
Lettau and Lettau
0.03
Kadib
0.02
O'brien en Rindlaub
0.01 0.00 0
0.2 u*
0.4
0.6
[m.s-1]
Figuur 26: Invloed van de sleepsnelheid
Bij de verandering van de sleepsnelheid tussen 0.05-0.55 m.s-1 is merkbaar dat alle functies op dezelfde manier reageren. Een grotere sleepsnelheid heeft meer transport als gevolg. De enige uitschieter is hierbij Kadib, daarbij blijkt de sleepsnelheid niet bepalend te zijn. De andere vertonen een gelijkaardig verloop, maar tussen Bagnold en de twee andere bedraagt de kloof op grote snelheden toch een kleine 50 procent. Na analyse van deze twee parameters wordt duidelijk dat Bagnold aan de basis ligt van de meeste formules, maar dat de andere zich specifiek toeleggen op andere factoren en daarin sterk verschillen. Omdat in de praktijk niet precies kan worden bepaald welke factor nu het meest kritiek is, zal voor het vergelijken gewerkt worden met Bagnold.
39
2.4
Kustbescherming
2.4.1. Masterplan België heeft geen wet voor de kustbescherming, toch wordt een bescherming gesteld tegen een storm met een retourperiode van 1000 jaar. Iedere vijf jaar wordt een nieuwe toetsing over de volledige kustlijn uitgevoerd betreffende de veiligheid. Deze beoordeling moet aantonen indien de kustlijn nog resistent is tegen deze 1000-jarige storm of niet. Vertoont de kustlijn zwakheden bij deze toetsing, worden deze zwakheden zo snel mogelijk aangepakt. In de normen die vooropgesteld worden bij een 1000-jarige storm, wordt geëist dat slechts één l.m-1.s-1 overslag mag plaatsvinden, dit om schade en gewonden te vermijden en/of te beperken. Verschillende berekeningsmodellen geven afwijkende waarden voor de stijging van de zeespiegel deze eeuw. De afwijking op de stijging van het gemiddeld zeeniveau varieert van 60 cm tot 2 m. Een bijkomend gevolg van een hogere zeespiegel is dat de getijverschillen stijgen. De 5-jarige toetsing behandelt verschillende aspecten in de kustbescherming zoals:
Duinen: De afslag en stabiliteit van duinen wordt bekeken en tegengegaan door het planten van helmgras of nieuwe hellingen in de duinen aan te leggen.
Dijken: Een duizendjarige storm veroorzaakt een zeewaterstijging tegenover een gewoon hoog tij en grotere golftoppen, waardoor mogelijks golfoverslag bij dijken ontstaat. De 5-jarige toetsing controleert indien er golfoverslag aanwezig is of niet. Een ander onderzoekspunt bij de dijken is de stabiliteit.
Figuur 27: Golfoverslag bij duizendjarige storm
Simulaties toonden aan dat waar de overstromingsgebieden aan de Vlaamse kust zich bevinden. (zie Figuur 28)
40
Figuur 28: Overstromingssimulatie (KUST, 2011)
Het Masterplan Kustveiligheid is een overstromingsrisicobeheersplan voor het kustgebied. In 2007 werd een onderzoek gestart hoe een minimaal veiligheidsniveau de Vlaamse kust kan beschermen tegen een zeer zware storm. Dit veiligheidsniveau moet de kustveiligheid tot 2050 garanderen. (Afdeling kust, 2011) Het doel van het masterplan is om de volledige kust langdurig te beschermen tegen overstromingen. De hoofdzaak is het verwezenlijken van de gekozen beschermingsmaatregelen die noodzakelijk zijn om de kustbescherming te behouden. Hierbij wordt een zeeniveau stijging tot het jaar 2050 in rekening gebracht. (Afdeling kust, 2011) Het huidige beheer van zeewering bestaat uit twee zaken. De evolutie van de vooroever, stranden en duinen nauwgezet opvolgen en de zeeweringsinfrastructuur op regelmatige basis controleren en onderhouden. (Afdeling kust, 2011)
Toekomstconcept Vlaamse baaien:
Het toekomstplan Vlaamse baaien concentreert zich op vier vraagstellingen. -
-
-
Hoe wordt gereageerd op de klimaatsverandering en de verwachte zeespiegelstijging? Hoe wordt Vlaanderen het efficiëntst beveiligd tegen zeeoverstromingen tot in het jaar 2050? Bestaat de mogelijkheid om de natuur opnieuw meer ruimte te geven aan de kust? De bijgekomen bebouwing aan de kust zet de natuur onder de druk. Hoe kan de natuurontwikkeling een plaats krijgen in het kustbeheer? Hoe kan het aantrekkelijk imago van de kuststeden verhoogd worden? Om zo het toerisme en de recreatieve mogelijkheden aan de kust te stimuleren.
41
-
Hoe kunnen de zeehavens zich blijven ontwikkelen om de economische uitdagingen aan te kunnen?
Belangrijk aan dit plan is de ontwikkeling op lange termijn. Enkele onzekerheden hierbij zijn, hoe snel stijgt het zeeniveau en hoe loopt de verdere ontwikkeling van de economie? Mits dit zo’n grootschalig en ambitieus plan is, moet deze geleidelijk aangepakt worden. De volgorde van de verschillende fases bestaat uit: - Uitvoering van het Masterplan Kustveiligheid. - Onderzoek om de haalbaarheid van overige projecten te bekijken. - Opstelling van het Masterplan Vlaamse Baaien. De huidige bescherming van de kust bestaat uit een smalle, harde kuststrook. Dit betekent een smal stuk droog strand met dijken. Deze smalle, harde kuststrook zal door het stijgende zeeniveau niet meer in staat zijn het achterliggend landschap te beschermen. Op korte termijn (2020) zal de kuststrook breder en zachter moeten worden. In de eerste fase zal zand in voldoende grote hoeveelheden aangebracht worden op de strandprofielen en de vooroevers zodat de zeeweringen een 1000-jarige storm kunnen weerstaan. Een tweede fase bestaat uit strandophogingen, duinverbredingen en zandbankophogingen.
Figuur 29: Ontwikkelingen tegen 2020 (THV Vlaamse Baaien, 2010)
De middellange termijnplannen (2050) bestaan uit de uitbouw van de zachte, brede kust met ruimte voor de ontwikkeling van de natuur, toerisme en havens. Hiervoor worden de reeds gebruikte middelen voortgezet. De verhoogde zandbanken worden verder opgehoogd tot kleine eilanden, wat een meerwaarde voor toerisme en natuur kan betekenen.
42
Figuur 30: Ontwikkelingen tegen 2050 (THV Vlaamse Baaien, 2010)
Op lange termijn (2100) zullen de gevormde eilanden in zee verder ontwikkeld worden, de invulling van deze ontwikkeling is nog moeilijk te bepalen en kan door de toekomstige generatie ingevuld worden.
Figuur 31: Ontwikkelingen tegen 2100 (THV Vlaamse Baaien, 2010)
43
2.4.2. Suppleties Een suppletie is het proces waarbij zand of ander sediment op het strand wordt gespoten. Hierbij bestaat een onderscheid tussen een ophoging (aanvoeren van zand via vrachtwagens) en een suppletie (rainbowen of persen door leidingen). Een ophoging wordt verkozen bij kleine hoeveelheden zand. Enkele soorten suppleties zijn:
Vooroeversuppletie:
Bij een vooroeversuppletie wordt zand in de zee aangebracht, zodat een zandberm verkregen wordt voor het strand, zoals weergegeven op Figuur 32. Dit zand wordt bij rustig weer terug naar het strand gevoerd door de zeewerking. Een synoniem van vooroeversuppletie is voedingssuppletie, dit omdat de zandberm in zee het strand voedt met zand. Deze voeding van het strand dient om de strandlijn in stand te houden. Vooroeversuppleties hebben een economisch voordeel omdat het zand rechtstreeks uit het beun van het schip gelost kan worden.
Figuur 32: Vooroeversuppletie (CEM, 2003)
Strandsuppletie:
Bij een strandsuppletie wordt de berm van het strand verhoogd of verbreed. De voordelen hiervan zijn een groter recreatiegebied en een betere kustbescherming. Een voorbeeld van een ophoging is te zien op Figuur 33. Het grotendeel van de stranden heeft een natuurlijke berm, de laagste berm het dichtst bij het strand wordt gevormd door de golfwerking bij normale waterstanden. Stranden worden vaak uitgehold door erosie met als gevolg dat deze geen of nauwelijks een berm hebben bij hoogtij.
44
Figuur 33: Strandsuppletie (CEM, 2003)
Duinophoging:
Het strand op Figuur 33 heeft bij de berm ook een duin, deze biedt een extra bescherming tegen stormen. Hierbij bestaat de keuze de duin te verbreden, te verhogen of een nieuwe duin aan te leggen. De top van de duin moet hoger liggen dan de golfhoogte waartegen de duin weerstand moet bieden.
Voordelen strandsuppleties:
De keuze van de overheid om steeds meer suppleties uit te voeren in plaats van harde zeeweringen (dijken, strandhoofden, etc.) heeft enkele redenen. Suppleties zijn goedkoper en efficiënter. Dit omdat de basiskost lager ligt dan bij de bouw van harde zeeweringen, wel zal op regelmatige tijdstippen een nieuwe suppletie uitgevoerd moeten worden. Een harde zeewering wordt geconstrueerd om een ontwerpstorm tegen te houden. Indien deze ontwerpstorm niet meer voldoet of aangepast wordt, moeten grote werken uitgevoerd worden. Bij suppleties daarentegen wordt het strand verhoogd en verbreed zodat de nieuwe ontwerpstorm kan worden opgevangen.
45
3. Methodische verantwoording 3.1. Verantwoording meettoestel 3.1.1. Eisen gesteld aan zandvangers De juiste keuze van zandvangers is van essentieel belang in dit onderzoek, hierdoor moeten de verschillende eisen waaraan de zandvangers moeten voldoen, bekeken worden. -
-
-
-
Ongeacht de windrichting en windsnelheid, moet de zandvanger efficiënt genoeg blijven. De wind is echter geen constante in de tijd (enkel in een windtunnel kan een constante windstroom nagebootst worden), variaties in de windrichting kunnen zich op korte tijd voordoen. Hierdoor moet de opening van de zandvanger kunnen meedraaien met de windrichting, zodat continu gemeten kan worden. De sedimentcollector moet een goede en gekende vangefficiëntie voor zand hebben. De zandvanger moet op meerdere hoogtes zand kunnen opvangen. Dit om de verschillende korrelfracties te onderzoeken en te vergelijken met de theoretische waarden. Door deze eis worden de horizontale zandvangers uitgesloten, een verticale zandvanger is noodzakelijk. Het meetinstrument moet compact en gestroomlijnd zijn, zodat de wind zo weinig mogelijk gestoord wordt en kleine beddingvormen aan de sedimentcollector kunnen voorbijgaan. De zandvanger is goedkoop en draagbaar.
46
3.1.2. De ideale zandvanger: de isokinetische zandvanger De isokinetische zandvanger is een zandvanger met een rendement dat ongeveer 100 procent bedraagt. De windsnelheid die optreedt bij de hoogte van de opening van de zandvanger, wordt overgenomen door de isokinetische zandvanger. Met deze snelheid zuigt de isokinetische zandvanger zanddeeltjes op. Op deze manier is geen voelbare overgang merkbaar voor de zandkorrels. De reden waarom geen 100 procent vangefficiëntie bekomen wordt, is omdat de zandkorrels botsen tegen het omhulsel van de ingang, deze zandkorrels kunnen dan voor een kleine hinder zorgen voor andere deeltjes. Onderstaande afbeelding toont een SARTURIUS Membranfilter SM 16711. (Figuur 34) Zandkorrels worden aan een bepaalde windsnelheid in het apparaat gezogen, achter de ingangstube zit een filter, waardoor het werkelijk debiet opgemeten wordt. Een plastic kabel verbindt de filter met het meettoestel.
Figuur 34: Isokinetische zandvanger (Dirk Goossens, 2000)
47
3.1.3. Verticale zandvangers
De ploey zandvanger:
Deze zandvanger bestaat uit een vrij eenvoudige opeenstapeling van schalen. De ingang van een schaal bedraagt vijf cm. Het positieve punt aan deze vanger is dat om de vijf cm het zandtransport gemeten wordt. Aangezien de onderste 30 centimeter de belangrijkste zijn op het strand, volstaat het dus om met vier schalen de metingen uit te voeren. De nadelen hieraan zijn dat dit instrument een zeer laag rendement (ongeveer tien à twintig procent, afhankelijk van de windsnelheid) heeft. In de eerste tien centimeter kunnen geen meetdata verzameld worden, mits deze toch een belangrijk aandeel hebben in het zandtransport, is deze zandvanger niet geschikt bij de metingen.
Figuur 35: De ploey zandvanger (Augustinus, 2000)
Big Spring Number Eight: BSNE
Dit meettoestel is in 1986 door D. Fryrear ontwikkeld. Oorspronkelijk was het bedoeld om stofdeeltjes op te vangen, tegenwoordig wordt het ook vaak gebruikt om zandmetingen uit te voeren. Figuur 36 toont de afmetingen van de BSNE. De opening voor het zand heeft een hoogte van 50 mm en een breedte van 20 mm. Binnenin de BSNE neemt de luchtsnelheid af en wordt het zand opgevangen in een houder. De lucht gaat terug uit de BSNE door een luchtdoorlatend scherm. Boven de houder, voor het zand bevindt zich een afdekking met openingen. Deze afdekking zorgt ervoor dat het zand in de houder kan vallen, maar hier niet terug uitgeblazen wordt. Op het uiteinde van de BSNE is een windvaan bevestigd, hierdoor richt de opening zich altijd naar de wind.
48
Figuur 36: afmetingen BSNE (Dirk Goossens, 2000)
Figuur 37: BSNE (Dirk Goossens, 2000)
Het is mogelijk meerdere BSNE’s boven elkaar te bevestigen, maar het nadeel is dat zich met het klassieke systeem veel ruimte tussen de BSNE’s bevindt. Hierdoor is het moeilijk om veel metingen in de onderste 30 cm uit te voeren. Een oplossing hiervoor is een driedubbele BSNE, dan worden drie openingen op vijf cm, tien cm en twintig cm hoogte bekomen.
Figuur 38: Driedubbele BSNE (Augustinus, 2000)
De absolute efficiëntie is vrij constant bij een stijgende windsnelheid, de sedimentgrootte heeft wel een groter belang. Zo wordt opgemerkt dat bij een kleinere fractie (d50=132 µm) de absolute efficiëntie vrij snel daalt bij een hogere windsnelheid in tegenstelling tot de grotere fracties. Algemeen genomen ligt de absolute vangefficiëntie tussen de 80 en 120 procent. (Figuur 39)
49
Figuur 39: vangefficiëntie BSNE (Dirk Goossens, 2000)
Modified Wilson And Cooke: MWAC
Deze zandvanger is ontworpen door S.J. Wilson en R.U. Cooke in 1980.
Figuur 40: afmetingen MWAC
Figuur 41: MWAC (Dirk Goossens, 2000)
De plastiek fles dient als opvangkamer, waaraan een ingaande en uitgaande buis is bevestigd. De buis moet gericht zijn naar de wind, het zand gaat dan door deze ingangsbuis. De wind komt met het zand in de fles terecht, waardoor een drukval ontstaat in de fles. Het zand valt naar beneden in de fles en de overgebleven lucht gaat via de uitgaande buis naar buiten. Oorspronkelijk werden de MWAC’s verticaal bevestigd aan een buis, in 1990 hing Kuntze deze horizontaal, waardoor meerdere MWAC’s kort op elkaar kunnen bevestigd worden. De MWAC’s worden horizontaal op een verticale staaf bevestigd. Op één verticale staaf staan vijf houders waarin de MWAC’s bevestigd kunnen worden, de hoogtes van de ingangen bevinden zich op 5 cm, 10 cm, 17.5 cm, 25 cm en 50 cm. Aan de staaf wordt een windvaan geplaatst, waardoor de ingangen van de MWAC’s altijd in de richting van de wind staan. De MWAC heeft een zeer constant verloop in absolute efficientie, waarbij deze ligt tussen de 80 en 120 procent. De sedimentgrootte en windsnelheid doet de vangefficiëntie niet veel wijzigen. (Figuur 42)
50
Figuur 42: Vangefficiëntie MWAC (Dirk Goossens, 2000)
Suspended Sediment trap: Sustra
De Sustra is ontworpen in 1991 door W. Janssen en G. Tetzlaff, oorspronkelijk was de Sustra bedoeld als stofvanger, maar wordt nu ook gebruikt voor zand. Het zand wordt in de horizontale buis geblazen, botst tegen een metalen plaat die binnen in een verticale buis zit. Na de botsing valt het zand naar beneden in de verticale buis en wordt opgevangen op een balans. De lucht gaat via een uitgang aan de bovenkant naar buiten. De windvaan zorgt ervoor dat de opening constant naar de wind gericht is. Het nadeel is dat slechts op één hoogte gemeten kan worden.
Figuur 43: Sustra (Dirk Goossens, 2000)
Figuur 44: Afmetingen Sustra (Dirk Goossens, 2000)
51
De absolute vangefficiëntie bij de SUSTRA daalt zeer sterk bij een hoge windsnelheid. Mits het noodzakelijk is bij hoge windsnelheden te meten, is het niet aangewezen dit meettoestel te gebruiken.
Figuur 45: Vangefficiëntie Sustra (Dirk Goossens, 2000)
Pollet catcher: POLCA
De POLCA is uitgevonden door I. Pollet in 1995.
Figuur 46: Polca (Dirk Goossens, 2000)
Figuur 47: Afmetingen Polca (Dirk Goossens, 2000)
52
De opening heeft een breedte van 50 mm en een hoogte van tien mm. Het getransporteerde zand wordt in de kamer binnengeblazen, de wind kan aan de achterkant ontsnappen door een uitgang bedekt met een permeabel scherm (stof met perforaties van 60 µm). Het zand wordt naar de zijkanten afgevoerd en daar opgeslagen. De absolute vangefficiëntie is vrij constant bij de POLCA en is vergelijkbaar met de BSNE en de MWAC, toch is een sterkere daling van de vangefficiëntie bij hogere windsnelheden dan bij de MWAC.
Figuur 48: Vangefficiëntie Polca (Dirk Goossens, 2000)
Saltiphone:
De saltiphone is een akoestische sensor die opneemt wanneer de vliegende deeltjes botsen op een zeer gevoelige microfoon. Deze microfoon is omgeven in een roestvrij staal. De saltiphone is aanpasbaar in hoogte. Deeltjes met een korrelgrootte die groter is dan 50 µm, botsen op de microfoon en veroorzaken hoge frequenties. Deze hoge frequenties wordt onderscheiden van andere geluiden zoals regen en wind. De saltiphone is uitgerust met twee windvanen, waardoor de microfoon de zanddelen steeds recht op zich krijgt.
Figuur 49: Saltiphone (Dirk Goossens, 2000)
53
Figuur 50: afmetingen saltiphone (Dirk Goossens, 2000)
De sustra heeft slechts een voldoende vangefficiëntie bij hoge windsnelheden bij grotere sedimentfracties, de microfoon detecteert hier pas in voldoende mate de hoge frequentie van de invallende zanddeeltjes.
Figuur 51: rendement saltiphone (Dirk Goossens, 2000)
54
Leach trap:
De Leach trap heeft een wigvorm, met een hoek van 12 °. De frontale opening van het toestel bedraagt 10x20 mm. Het volume waarin de zanddeeltjes in terecht komen, stijgt naarmate de zandkorrels verder in de Leachtrap vorderen. Hierdoor daalt de snelheid van de lucht die de zanddeeltjes meeneemt, waardoor deze door de zwaartekracht naar beneden vallen. De lucht zelf ontsnapt doordat achteraan een scherm met openingen om de 40 µm bevestigd is. Het nadeel van dit toestel is dat het slechts op één hoogte bevestigbaar is. Dit is ook een vrij kleine zandvanger, waardoor het meestal gebruikt wordt in windtunnels. De vangefficiëntie van de Leachtrap werd vergeleken met deze van een isokinetische zandvanger . Bij een windsnelheid van 9 m.s-1 heeft de vanger een efficiëntie van 83 procent, bij een iets hogere windsnelheid van 12 m.s-1 bereikt de vanger een efficiëntie van ongeveer 90 procent. (Shao)
Figuur 52: Leach trap (Dirk Goossens, 2000)
3.1.4. Conclusie zandvangers Alle voorwaarden, eisen en vangefficiënties bekeken, komen de BSNE en MWAC als betere oplossingen naar voor. Met beide toestellen kunnen voldoende meetpunten opgesteld worden binnen de eerste 30 cm van het strandoppervlak. Beiden kunnen zichzelf richten naar de wind. Het verschil is dat de MWAC een iets constantere vangefficiëntie heeft, makkelijker transporteerbaar en opstelbaar is. Om deze redenen wordt gewerkt met MWAC’s in de metingen.
55
3.2. Praktische uitvoering veldmeting 3.2.1. Sitebeschrijving De terreinkeuze werd hoofdzakelijk bepaald door de opstelmogelijkheden van de multispectraal camera. Deze camera moet aangesloten worden op een PC met harde schijf. Deze vereiste zorgde dat de radartoren van Oostende (die eerst voorzien werd) uitgesloten was omdat de PC niet op een veilige manier kon geïnstalleerd worden. De nodige toelating om een camera te plaatsen op de radartoren zorgde voor een bijkomend probleem. Uiteindelijk werd geopteerd om het KHBO als opstelpunt (punt A, Figuur 53) te gebruiken. Vanuit deze locatie kon een strook van 200 meter beschouwd worden als meetterein (Zone B, Figuur 54).
Figuur 53: Overzichtkaart Oostende
B A
Figuur 54: Sitebeschrijving
56
3.2.2. Materialenlijst -
Meetlat; Kompas; Waterpas; 9x5 MWAC-potjes (respectievelijk hoogtes (m): x, x+0.072, x+0.14, x+0.216, x+0.645), de eerste hoogte , x, is namelijk afhankelijk van het terrein en hoe diep de PVC-buizen worden geplaatst; Twee Anemometers (elke drie metingen batterij vervangen); Drie plastiek potjes; 9 PVC buizen+ 9 knikkers; Grondboor; Schrift met invulblaadjes + klembord + schrijfgerief; Valgewicht; Klembord; Chronometer; Uitzettouw (18 m; 8 m; 11,31 m); Snelbinders, ijzerdraad; Rugzak; Kruiwagen.
57
3.2.3. Opstelprocedure
Uitzetting:
De meting wordt uitgevoerd vertrekkend vanuit het referentiepunt S. Het punt S bevindt zich op de dijk (Figuur 55).
Figuur 55: Referentiepunt S
Persoon één houdt het touw vast tegen de dijk, terwijl persoon twee het touw opspant naar de zee toe. Op het moment dat het touw opgespannen is, wordt een richting van 90 ° gehandhaafd met behulp van een winkelhaak. Na het uitzetten van de richting, wordt het touw op het strand gelegd. Het groene markeringspunt op het touw geeft punt E weer. Hier wordt het eerste gat uitgeboord, waarin een PVC buis wordt geplaatst. Het begin van het touw wordt vastgehouden op het midden van de opening van de PVC buis op punt E. Vervolgens worden punten A tem I uitgezet (Figuur 56).
Figuur 56: Schets opstelling
58
Op ieder punt wordt een opening gemaakt met de grondboor en vervolgens worden de catchers opgesteld. In het midden tussen punt E en A, worden de anemometers geplaatst.
Werkwijze:
- Voorbereiding: De glazen buisjes worden op de MWAC’s geplaatst. De catchers worden in het labo in elkaar gemonteerd en worden met een kruiwagen vervoerd naar het strand. - Opstelling: Na het boren van de grondgaten, worden de PVC buizen met knikkers hierin geplaatst. De catchers worden in de PVC buizen bevestigd. De windvanen worden vastgemaakt met behulp van snelbinders en ijzerdraad. De verticaliteit van de catchers wordt nagezien, het zand rond de PVC buis wordt gelijk gestreken met het strandniveau. De MWAC’s worden in de catchers gemonteerd, waarbij de openingstijden worden genoteerd. Hierna worden de gemiddelde windsnelheden van beide anemometers om de twee minuten gemeten. Terwijl waarnemer één de windsnelheden noteert, bepaalt waarnemer twee het vochtgehalte van het strand op drie verschillende plaatsen (B, E en G). Deze zandmonsters worden gewogen en gedroogd volgens de norm ASTM 2216-66. De windrichting wordt bepaald door de richting van de catchers en een kompas te gebruiken. - Afbraak: Terwijl de MWAC’s uit de catchers worden gehaald worden de sluitingstijden genoteerd. Nadien worden de anemometers opgeborgen en wordt vervolgens alles naar het labo gebracht.
59
3.2.4. Verantwoording opstelling Om de invloed van het zandtransport optimaal te benutten, werd gekozen voor een centrale ligging tussen de dijk en de hoogwaterlijn. Anderzijds moest de opstelling zo gekozen worden dat verschillende parameters van het terrein in acht genomen konden worden. Dit houdt in dat zowel op het vlakke als het hellend deel van het strand werd gemeten. Om de catchers zoveel mogelijk op dezelfde plaats op te stellen, werd gekozen om te werken met een uitzettouw (achttien m). In overeenstemming met het bereik van de camera en de praktische uitvoering werd het terrein beperkt tot een oppervlakte van 50x50 meter. Daarnaast werden de nodige veiligheidszones ingebouwd, zodanig dat negatieve invloeden op het windveld werden vermeden. De zone op het strand werd opgedeeld in drie transsecten. Deze verdeling was noodzakelijk om een mogelijke variatie in het sedimenttransport waar te nemen. De onderlinge afstand van de catchers werd bepaald door rekening te houden met een vuistregel uit de aerodynamica (zeven maal de diameter). Deze afstand werd op een acht meter genomen, zodat de invloed van de opstelling op het zandtransport nihil bleef.
60
4. Analyse 4.1. Berekening Q Het doel van de metingen is een massadebiet, q (g.m-1.s-1, loodrecht op de windrichting), te begroten voor het strand van Oostende. Daarvoor zijn gegevens nodig van zowel sedimenttransport als van de randparameters. (Voor de berekeningen wordt één voorbeeld volledig uitgewerkt, deze betreft catcher D op vijf december 2011) De verschillende randfactoren zijn (Tabel 4): - Windsnelheid; - Windrichting; - Luchtdruk; - Temperatuur; - Vochtgehalte van het zand (Tabel 5). Tabel 4: Randfactoren, meting: 5/12/2011
Temperatuur:
8.8
°C
Temperatuur:
281.8
K
Luchtdruk:
1005.6
hPa
Luchtdruk:
100560
Pa
Windrichting:
NW
315°
ra
1.235
kg.m-3
Tabel 5: Watergehalte, meting: 5/12/2011
Meting
Massa nat [g]
Massa droog [g]
schaal [g]
Watergehalte [%]
1
586.4
582
115.4
0.94
2
272.2
270.2
60
0.95
3
211.4
209.2
30
1.23
4
312.2
311.4
220
0.88
Gemiddeld [%]: STDEV
1.00 0.16
Door een strategische opstelling op het strand kan een berekende waarde bekomen worden van het zandtransport. Om te beginnen is het belangrijk zoveel mogelijk vangers te plaatsen onder de eerste 30 cm. Dit is enerzijds belangrijk omdat uit studies (Kenneth Pye, 2009) blijkt dat bij windsnelheden van gemiddeld zeven à tien m.s-1 de zandkorrels een maximum hoogte bereiken van 30 cm, waarbij de meerderheid zich bevindt rond de eerste vijf cm. Daarnaast moet een horizontale massa flux q (g.m-1.s-1) berekend worden, daarvoor is een integratie curve nodig. Deze curve zal bepaald worden aan de hand van de gemeten waarden.
61
Figuur 57: Gemiddelde hoogte in funcite van sleepsnelheid (Kenneth Pye, 2009)
De horizontale massa flux wordt gemeten met de MWAC’s zoals eerder beschreven (zie § 3.1.4.). De opstelling gebeurt langs een verticale mast waarop de vangers worden geplaatst (Figuur 58). Bij het opstellen wordt telkens de hoogte, x, gemeten tot aan de eerste catcher. De andere catchers staan respectievelijk op: 0.072+x; 0.14+x; 0.216+x; x+0.645 m. De hoogte wordt gemeten vanaf het zandoppervlak tot het midden van de opening van de opvangbuisjes.
62
Figuur 58: MWAC catchers
Voor een meting worden de MWAC’s eerst leeg gewogen en daarna geïnstalleerd op de verticale mast. Nadien worden de vangers met zand telkens 24 uren gedroogd op een temperatuur van 105 °C en opnieuw opgewogen. Catcher D: Tabel 6: Data opgevangen, meting: 5/12/2011
Z [m]
Vanger
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
Massa [g]*
Openingstijd [hh:mm:ss]
Sluitingstijd [hh:mm:ss]
Tijd [s]
0.1
D1
13.778
20.146
5.740
0:15:50
1:27:06
4276
0.172
D2
13.627
14.766
1.027
0:17:38
1:27:12
4174
0.24
D3
13.64
13.909
0.242
0:16:09
1:27:15
4266
0.316
D4
13.834
13.903
0.062
0:16:52
1:27:19
4227
0.745 D5 14.478 14.505 0.024 0:15:33 1:27:22 *Bij de massa wordt de vangefficiëntie ingerekend van de MWAC’s aan de hand van de gemiddelde gemeten windsnelheden (zie Tabel 7: Vangefficiëntie MWAC's)
4309
63
Tabel 7: Vangefficiëntie MWAC's
v [m.s-1]
efficiëntie [%]
6.5
118.5
8.5
106
10.5
118.5
12.5
114.5
14.5
121
Aan de hand van windmetingen op vijf december 2011, kan de gemiddelde windsnelheid op 0.12 m hoogte berekend worden. Deze bedraagt zo’n 7.29 m.s-1 (berekend met gegevens uit § 4.2.1.) en komt dus overeen met een efficiëntie van 111 procent. Hieruit wordt het netto transport berekend. De nodige gegevens hiervoor zijn de tijdsduur (s) van een meting, het gewicht (g) van het opgevangen zand en de opening van het opvangbuisje (Ø 7.5 mm). De horizontale massa flux f(z) (g.m-2.s-1) wordt hiermee berekend. Met formule (14) wordt de horizontale massaflux berekend (Tabel 8). (14) Catcher D: Tabel 8: Berekening f(z)
Vanger
z [m]
f(z) [g. m-2. s-1]
D1
0.100
30.386
D2
0.172
5.568
D3
0.240
1.287
D4
0.316
0.333
D5
0.745
0.128
64
4.1.1. Verticale verdeling Voor elke meetmast wordt vervolgens een horizontale massafluxprofiel opgesteld. De functie om de profielen te bepalen ligt niet op voorhand vast. Daarom wordt gezocht naar de ‘best’ passende curve die voldoet aan vier voorop gestelde vergelijkingen (deze vergelijkingen zijn opgesteld uit windtunnel studies. (D. W. Fryrear, 2001) Tabel 9: Voorstelling verschillende functies
Functie 2:
Functie 3:
Functie 4:
Functie 5:
Hierbij wordt aan de hand van de kleinste kwadraten methode de drie parameters (,f0,) bepaald, die nodig zijn voor de functies. De verschillende parameters hebben volgende fysische betekenis: [m]: Hoogte waaronder 50 procent van de totale massa flux in saltatie voorkomt; f0 [kg.m-2]: Bodemtransport tussen een hoogte van 0-3 mm; [-]: Dimensieloze factor die rekening houdt met de helling van het terrein. Catcher D: Tabel 10: Berekening parameters
] f0 [g. m-2. s-1] m]
f(z)2 [g. m-2. s-1]
f(z)3 [g. m-2. s-1]
f(z)4 [g. m-2. s-1]
f(z)5 [g. m-2. s-1]
-0.459 0.308
3.256 0.017
-4.086 -3.258
2 708372 0.0006
Uiteindelijk wordt beslist welke functie het ‘best’ passend is aan de hand van de R²toets. Uit Tabel 11 wordt geconcludeerd dat functie drie en vier het best voldoen aan de eisen. Het nadeel van functie vier is dat de fysische betekenis van de parameters helemaal niet realistisch is. Deze geeft namelijk een negatieve -waarde. Een realistische -waarde zou uit literatuurstudie rond de eerste tien centimeter moeten bedragen. In dit voorbeeld is de waarde nogal klein (
65
Catcher D: Tabel 11: Berekening 'best' passende functies, meting 05/12/2011
f(z) [g. m-2. s-1]
f(z)2 [g. m-2. s-1]
f(z)3 [g. m-2. s-1]
f(z)4 [g. m-2. s-1]
f(z)5 [g. m-2. s-1]
30.386
30.443
30.413
30.413
28.125
5.568
4.450
5.201
5.198
9.557
1.287
2.088
1.758
1.756
4.919
0.333
1.318
0.718
0.717
2.841
0.128
0.570
0.044
0.044
0.512
0.995
0.999
0.999
0.919
2
R :
Als de horizontale massaflux densiteit profiel geïntegreerd wordt over de hoogte kan voor iedere catcher een massa flux, q (g.m-1.s-1) berekend worden.
(15)
Het integreren vanaf een beginhoogte van nul meter is echter niet realistisch. De functies die gebruikt werden om de massaflux te berekenen, wijzigen te snel op lage hoogtes waardoor de resultaten onnauwkeurig worden. Uit verschillende studies blijkt dat een onderste grens van 0.05 m aangenomen mag worden (L.J. Hagenar, 2009). Tabel 12: Aantonen integratiegrenzen, meting 05/12/2011
q [g. m-1.s-1] Functie 2:
Functie 3:
Functie 4:
Functie 5:
ondergrens
0.1
1.625
1.340
1.340
2.546
ondergrens
0.05
22.757
6.432
6.434
5.341
Verschil [%]:
1301%
380%
380%
110%
Tabel 12 bewijst dat wanneer de integratiegrenzen aangepast worden van 0.1 m naar 0.05 m duidelijk verschillen ontstaan tussen de integratiefuncties. Alle functies hebben een asymptotisch verloop naar nul. Functie twee stijgt drie keer zo snel als functie drie en vier. Dit geeft als invloed dat wanneer de parameters onvoldoende bepaald worden, het transport plots gaat verdrievoudigen. Functie vijf daarentegen vertoont de minste invloed van de integratiegrenzen en zou daarom de beste zijn. Is het niet dat de sigmawaarde niet realistisch is en daarnaast houdt functie vijf rekening met het bodemtransport. Indien het bodemtransport op een nauwkeurige manier kan bepaald worden, dan zou deze functie het meest aansluitend zijn met de praktijk. In deze studie kon dit niet, waardoor gekozen werd voor functie drie om het transport te bepalen.
66
Aan de hand van de hiervoor besproken functies, wordt de massaflux berekend. Tabel 13: Vergelijking integratie functies, meting 05/12/2011
q [g. m-1.s-1] Naam
Functie 2
Functie 3
Functie 4
Functie 5
Gemiddeld
STDEV
D 1.625 6.432 6.434 5.341 4.958 2.281 *bij functie 2 werd een ondergrens van 0.1 gebruikt, omdat dit anders voor een te grote afwijking zorgt Bij integratie (zie Tabel 13) wordt duidelijk dat functie twee absoluut geen goed resultaat geeft. Voor de verdere analyse wordt enkel gewerkt met functie drie. Deze waarden stellen het transport voor per meter, loodrecht op de windrichting. Echter met de camera zal het transport ten opzichte van de dijk gemeten worden. Hiervoor worden de waarden gecorrigeerd (zie Tabel 14). Tabel 14: Gecorrigeerde waarden (referentie dijk), meting 05/12/2011
q [g. m-1.s-1] Naam
Functie 2
Functie 3
Functie 4
Functie 5
Gemiddeld
STDEV
D
0.421
1.665
1.665
1.382
1.283
0.590
Wanneer nu het transport vergeleken wordt met de theorie om te kijken welke formules het best aansluiten met de praktijk, kan worden geconcludeerd dat Bagnold de kleinste afwijking vertoont (zie Tabel 15). Tabel 15: Vergelijking catcher D op 05/12/2012 met de theoretische formules
q [g. m-1.s-1] Naam
Functie 3
Verschil [%]
D (functie 3)
6.432
0%
Bagnold Lettau and Lettau O'brien en Rindlaub Kadib
6.040
-6%
4.292
-33%
16.806
161%
3.216
-50%
67
4.2. Berekening randparameters 4.2.1. Windprofiel Tijdens een meting worden verschillende randparameters opgemeten. Een hiervan is de windsnelheid. Uit deze windsnelheden kunnen twee belangrijke parameters bepaald worden. Enerzijds de sleepsnelheid, u*, en anderzijds de oppervlakte ruwheid, z o. (zie formule 16) (16)
Uit de twee metingen (op twee verschillende hoogtes, zie Tabel 16) kunnen twee vergelijkingen worden opgesteld met twee onbekenden. Tabel 16 Opmeten van windsnelheden
Hoogte Z [m]
Snelheid U [m.s-1]
a
c
b
d
Uit formule (16) wordt U* berekend door de verschillende stappen te volgen. Stap 1: formule (17) invullen met de gegevens (17) Stap 2: formule (18) invullen met de gegevens (18) Stap 3: U* elimineren (19) Stap 4: zo berekenen (20) Stap 5: zo elimineren (21)
Vervolgens wordt gecontroleerd indien de sleepsnelheid effectief groter is dan de kritische sleepsnelheid die in de theorie berekend wordt. Om deze te berekenen werd de d50 bepaald uit zevingen van het oppervlakte zand en de dichtheid van het zand werd bepaald aan de hand van een pycnometer. (zie § 4.3.2.)
68
Tabel 17: Berekening kritische sleepsnelheid
d(D50):
0.275
mm
rs:
2650
kg.m-3
g:
9.81
m.s-2
A:
0.085
-
U*t:
0.204
m.s-1
In Tabel 17 wordt de kritische sleepsnelheid bepaald met de originele formule (2) van Bagnold. Wanneer rekening gehouden wordt met de aangepaste formules (3) en (4) (zie § 2.1.1.). Resultaat: Formule 2,luchtvochtigheid van 90 % u*t=0.296 m.s-1; Formule 3, watergehalte 1 % u*t=0.368 m.s-1. Deze waarden zijn echter hoger dan de gemeten u*. Dit zou betekenen dat transport onmogelijk was. Echter werd er wel transport opgemeten, dus mag met zekerheid besloten worden dat deze formules niet geldig zijn in praktijk. Catcher D: Tabel 18: Windgegevens, meting 05/12/2012
Hoogte Z [m]:
Snelheid U [m.s-1]:
STDEV
0.270
7.89
0.48
0.995
8.84
0.26
Uit deze gegevens kan de oppervlakteruwheid, z0, en de sleepsnelheid, u*, berekend worden (Tabel 19). Tabel 19: Berekening oppervlakteruwheid en sleepsnelheid
Zo:
5.913E-06
m
U*
0.294
m.s-1
τ:
1.067
dynes.cm-2
69
Windprofiel 1
Hoogte z [m]
3.6
3.8
4
4.2
4.4
0.1
0.01
4.6
Windprofiel
Snelheid U [m/s]
Figuur 59: Opgesteld windprofiel
Ter controle van de theoretische formule 16 werd op het strand een herhaalde meting uitgevoerd voor verschillende hoogtes. Hierbij werden acht reeksen opgemeten op zestien verschillende hoogtes. Uit de acht reeksen werd z o en u* berekend en per reeks afgetoetst (th. gem). Conclusie is dat de windsnelheden wel degelijke logaritmisch verlopen, maar toch een zekere afwijking hebben. Deze afwijking is grotendeels te wijten aan de variabele opstelling die werd gebruikt. De meting kon slechts met twee anemometers uitgevoerd worden. Daardoor worden de snelheden niet exact op het zelfde moment opgemeten en kan een afwijking ontstaan. Daarnaast de tijd die nodig was om de anemometers op verschillende hoogtes te plaatsen, kon de wind ruim voldoende tijd geven om te variëren. Om de sleepsnelheid exacter te bepalen, moet het windprofiel met meer anemometers opgesteld worden.
70
Tabel 20: Controle logaritmisch verloop windsnelheden
Hoogte (m)
0.235
0.3
0.35
0.4
0.45
0.5
0.55
0.6
0.65
0.7
0.75
0.8
0.85
0.9
0.95
1
Th. Gem [m.s-1]
3.10
3.23
3.31
3.38
3.44
3.50
3.55
3.59
3.64
3.67
3.71
3.74
3.78
3.81
3.84
3.86
Reeks 1 [m.s-1]
3.25
3.39
3.72
4.07
4.01
3.72
3.65
3.72
3.76
4.01
3.84
3.72
4.29
4.22
3.7
3.65
Afwijking [´%]
5
5
11
17
14
6
3
3
3
8
3
-1
12
10
-4
-6
Reeks 2 [m.s-1]
3.58
3.86
3.84
4.08
4.13
3.67
3.6
3.77
4.39
4.41
4.6
4.62
4.17
4.01
4.03
4.46
Afwijking [´%]
13
16
14
17
17
5
1
5
17
17
19
19
9
5
5
13
Reeks 3 [m.s-1]
3.56
3.18
3.01
3.11
3.2
3.51
3.37
3.44
3.67
3.79
3.86
3.79
3.96
4.01
4.08
4.06
Afwijking [´%]
13
-2
-10
-9
-8
0
-5
-4
1
3
4
1
5
5
6
5
Reeks 4 [m.s-1]
2.99
3.27
3.77
3.72
3.3
3.27
3.63
3.98
3.86
3.79
3.96
3.65
4.01
4.43
4.17
4.11
Afwijking [´%]
-4
1
12
9
-4
-7
2
10
6
3
6
-3
6
14
8
6
Reeks 5 [m.s-1]
3.01
3.13
3.3
3.32
3.03
2.82
2.92
3.18
3.25
2.96
3.11
3.2
3.08
3.37
3.34
3.6
Afwijking [´%]
-3
-3
0
-2
-14
-24
-21
-13
-12
-24
-19
-17
-23
-13
-15
-7
Reeks 6 [m.s-1]
2.75
2.82
2.96
2.94
3.11
3.18
3.44
3.6
3.41
3.22
3.39
3.53
3.2
2.96
3.13
3.32
Afwijking [´%]
-13
-14
-12
-15
-11
-10
-3
0
-7
-14
-9
-6
-18
-29
-23
-16
71
Reeks 7 [m.s-1]
2.96
3.3
3.15
3.15
3.22
3.37
3.56
3.51
3.41
3.41
3.11
3.13
3.34
3.44
3.56
3.56
Afwijking [´%]
-5
2
-5
-7
-7
-4
0
-2
-7
-8
-19
-20
-13
-11
-8
-8
Reeks 8 [m.s-1]
2.7
2.58
2.73
2.8
2.87
3.15
3.27
3.27
3.37
3.51
3.79
3.96
3.65
3.75
4.05
4.15
Afwijking [´%]
-15
-25
-21
-21
-20
-11
-8
-10
-8
-5
2
5
-3
-2
5
7
Een tweede onderzoek waarbij gekeken werd naar de variatie van de windsnelheden op het terrein gaf volgende resultaten. Bij een windrichting NNO (22.5 °) was het opmerkelijk dat op de helling die op strand gecreëerd is, beduidend (twintig procent) hogere snelheden opgemeten werden. Dit in het achterhoofd houdend was het merkbaar dat bij alle aanlandige winden, op de helling een plotse stijging van de windsnelheden merkbaar was. Dit kan verklaard worden doordat de stroomlijnen daar lokaal worden samengedrukt en zo hogere snelheden ontwikkelen (zie pg 26, Figuur 10). Omgekeerd zouden aflandige winden logischerwijze een vermindering in snelheid hebben op deze helling. Deze conclusie rust niet op resultaten en moet verder onderzocht worden. Deze factoren moeten meegenomen worden bij het berekenen van de massafluxen, q.
72
4.2.2. Windrichting Om te bepalen welke windrichting langs de Belgische kust het meest voorkomend is, werden gegevens opgehaald van het KMI. Daarbij werd gezocht naar de windgegevens die het best aansluiten bij deze van Oostende. Uiteindelijk werd voor het meetstation van Middelkerke gekozen. In Figuur 60 is een windroos uitgetekend met daarbij het procentueel aandeel van iedere windrichting over een periode van negen jaar.
Figuur 60: Voornaamste windrichting langs de kust (Middelkerke, KMI)
Overzicht van de opgemeten windrichtingen (Tabel 21): Tabel 21: Opgemeten windrichtingen
29-Nov
Windrichting [-] W
05-Dec
NW
315
15-Dec
ZZW
210
20-Dec
NNW
340
15-Apr
N
Datum
Graden [°] 282
20
73
4.2.3. Veldlengtes Nu de windrichtingen bekend zijn, wordt gekeken naar de bijbehorende veldlengtes. Uit Tabel 22 wordt duidelijk dat de grootste veldlengtes bereikt worden bij ONO en WZW. Een grotere veldlengte resulteert in een grotere kans om meer zandtransport te hebben. Maximale verzadiging van lucht treedt slechts op na 300 m en bij voorgaande windrichting wordt de ruim overschreden. Daardoor zou in theorie maximaal transport moeten optreden bij de windrichtingen ONO en WZW. Uit de gegevens van het KMI blijkt dat 29 dagen van het jaar een voldoende grote windsnelheid (om eolisch transport te initialiseren) bereikt wordt uit deze twee windrichtingen. Tabel 22: Veldlengtes in functie van de windrichtingen
N
Azimut [°] 0.0
NNO
22.5
94.28
NO
45.0
220.93
ONO
67.5
442.80
O
90.0
116.89
OZO
112.5
73.28
ZO
135.0
60.31
ZZO
157.5
58.69
Z
180.0
67.00
ZZW
202.5
94.28
ZW
225.0
220.93
WZW
247.5
442.80
W
270.0
116.89
WNW
292.5
73.28
NW
315.0
60.31
NNW
337.5
58.69
Windrichting
Bereik [m] 67.00
Opmerking: De veldlengtes houden enkel rekening met de lokale situatie waar gemeten werd. Indien het nu effectief zo is dat een grotere veldlengte automatisch resulteert in een groter transport zal duidelijk worden uit de praktijk resultaten.
74
Veldlengtes [m]
Veldlengtes 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0.000
15/04/2012, u(10)=10.18
10.000
20.000 q
30.000
40.000
[g.m-1.s-1]
Figuur 61: Transport in functie van de veldlengtes, meting 15/04/2012
Uit de gegevens van de praktijk resultaten wordt duidelijk dat er effectief een verband is tussen stijgende veldlengtes en meer eolisch zandtransport. Van alle metingen voldoet slechts één meting niet aan dit verband (15/12/2011 deel 1). Echter om te weten hoe groot het aandeel is van de veldlengtes op het transport zijn meer metingen vereist. Het is namelijk zo dat een grotere veldlengte resulteert in een grotere zandoppervlak waar de wind zijn invloed kan op uitoefenen. Maar dit wil niet zeggen dat er automatisch meer transport plaatsvindt. Sedimenttransport door wind is een zodanig dynamisch proces dat alle randfactoren wel enige invloed zullen hebben, en nooit overal hetzelfde zijn.
75
4.2.4. Watergehalte Een belangrijke, onbekende parameter in het eolisch zandtransport is het watergehalte. Het is namelijk zo dat het oppervlakte zand voldoende droog (< één procent watergehalte) moet zijn om te kunnen opwaaien. De snelheid waarmee dit zand uitdroogt, na regen, door middel van wind en temperatuur is helemaal niet zo eenvoudig. Om toch een idee te krijgen van deze uitdroging werd op twintig december 2012 een meting uitgevoerd betreffende het watergehalte. Daarbij werden drie metingen uitgevoerd met telkens drie monsters. De gemiddelde windsnelheid die dag bedroeg 5.72 m.s-1 (op één m hoogte) en daarnaast was het 8.1 °C. Bij de start van de meting bedroeg het watergehalte 6.27 procent en zakte na tweeënhalf uur naar 4.81 procent (daling van 23 procent). In theorie zou het strand dan voldoende droog zijn na ongeveer negen uur (daarbij worden alle meteorologische parameters constant verondersteld).
20/12/2012
Gemiddeld watergehalte [%]
7.00 6.00 5.00 4.00 20/12/2012
3.00 2.00 1.00 0.00 0
5000
10000
Tijd [s] Figuur 62: Watergehalte in functie van de tijd
Gezien de grote invloed van het watergehalte op het eolisch zandtransport is verder onderzoek noodzakelijk om goede voorspellingen te kunnen maken. Voor alle metingen werden telkens drie proefmonsters genomen, waarvan het watergehalte werd bepaald.
76
4.3. Analyse Q Om het massatransport te analyseren wordt een overzicht gemaakt van alle gemeten data (Tabel 23). Tabel 23: Overzicht massatransport
Datum:
29/11/2011
05/12/2012
15/12/2012 (1)
15/12/2012 (2)
20/12/2011*
15/04/2012
q [g. m-1.s-1]
Catcher A
1.661
5.817
9.293
8.546
0.000
10.240
B
3.774
7.664
11.132
5.831
0.000
8.650
C
2.197
9.326
10.028
4.999
0.000
20.465
D
2.953
6.432
7.875
2.868
0.000
10.177
E
8.086
10.970
9.686
3.364
0.000
16.837
F
1.088
34.255
20.365
4.053
0.000
32.604
G
1.714
12.315
8.373
5.673
0.000
6.847
H
2.433
12.581
12.367
6.544
0.000
14.052
I
3.513
11.621
13.470
5.726
0.000
8.625
Gemiddeld
3.047
12.331
11.399
5.289
0.000
14.277
STDEV
2.085
8.596
3.816
1.732
0.000
8.160
Bagnold
1.491 6.040 6.335 6.677 1.960 *Voldoende windsnelheid maar onvoldoende transport om op te vangen.
12.740
Alle massafluxen worden hierbij vergeleken aan de hand van integratie functie drie. Voorheen werd vermeld dat de parameters bij deze functie, de meest realistische betekenis hadden. Wanneer deze functie geanalyseerd wordt over het ganse traject, kunnen bepaalde conclusies worden genomen. Uit de litertuur blijkt dat de waarde van kan variëren tussen 0 en 0,3 m. (Kenneth Pye, 2009) Nu wordt duidelijk uit onderzoek (Bijlage D) dat wanneer een waarde heeft tussen 2,5-2,9 de waarden voor binnen deze grenzen vallen. Bij de aanpassing van de coëfficiënten hoort een nieuwe massaflux, de correctheid van deze gewijzigde massaflux ongekend, mits geen verificatie hiervan mogelijk is (exacte waarde van het transport is ongekend). 77
Functie 3 luidt: (22) Bij de theoretische vergelijking werd gewerkt met Bagnold, omdat deze de meest benaderende functie geeft ongeacht specifieke parameters. Tabel 24: Vergelijking metingen met Bagnold (C=1.8)
Datum: Gemeten Bagnold PA
29/11/2011 3.047 1.491 104%
05/12/2012 12.331 6.040 104%
15/12/2012 (1) 11.399 6.335 80%
15/12/2012 (2) 5.289 6.677 -21%
15/04/2012 14.277 12.740 12%
Gemiddeld 56%
Uit Tabel 24 wordt duidelijk dat met de standaard empirische coëfficiënt C=1.8 één meting goed overeenkomt. De procentuele afwijking werd berekend vanuit de waarden van Bagnold. Een kleine aanpassing van de empirische constante, C kan ervoor zorgen dat er meer aanpalende resultaten, met de praktijk verkregen worden. Tabel 25: Verandering van Bagnolds empirische coëfficiënt
Datum
29-Nov
C [-]:
3.7
05-Dec
15-Dec
3.7
3.2
15-Dec 1.4
20-Dec
15-Apr
-
Gemiddeld
STDEV
2.8
1.0
2.0
Uit Tabel 25 wordt duidelijk dat wanneer C een waarde van 3,53 dat 60 procent van het voorspelde transport zou voldoen aan de metingen. De afwijking met Bagnold kan dan beperkt blijven tot 20 procent (gemiddeld). Om echter betere voorspellingen te maken, moeten de randfactoren ook ingecalculeerd worden. Op 15/12/2011 werden twee metingen uitgevoerd, de reden hiervoor is het feit dat in twee bijna identieke omstandigheden, de invloed van het verschil in windsterkte gemeten kon worden. Tabel 26: Gemiddelde windsnelheden op 15/12/2011
Datum
Hoogte Z [m]
Snelheid Ugem [m.s-1]
Stdev [m.s-1]
U* [m.s-1]
15/12/2011 1
0.150
7.48
0.44
0.298
15/12/2011 1
0.875
8.80
0.48
0.298
15/12/2011 2
0.150
7.20
0.34
0.304
15/12/2011 2
0.875
8.54
0.64
0.304
Uit de metingen van 15/12/2011 is het op te merken dat de sleepsnelheid bij deel twee groter is dan bij het eerste deel, terwijl het transport 54 procent minder is. Een mogelijke verklaring is dat bij het initieel meetproces de ondergrond over voldoende fijn materiaal beschikte, waardoor meer transport plaatsvond. Dit is te merken uit de berekende oppervlakteruwheid (Tabel 27).
78
Tabel 27: Oppervlakteruwheid, meting 15/12/2011
Datum
Zo [m]
15-Dec
6.61E-06
15-Dec
1.15E-05
Gedurende de metingen vond een verandering op het strandoppervlak plaats, die dit bevestigt. De windrichting uit het ZZW heeft als invloed dat de getransporteerde fijne fractie niet aangevuld wordt. Hierdoor blijven enkel grovere zandkorrels aanwezig, waardoor het zandtransport afneemt in functie van de tijd.
Figuur 63: Meting 29/11/2011 windrichting (W, 280 °)
Figuur 64: Meting 15/12/2011 windrichting (ZZW, 210 °)
Tabel 28: Vergelijking windsnelheden 05/12/2011 en 15/12/2011
05-Dec
Hoogte Z [m] 0.270
Snelheid Ugem [m.s-1] 7.89
05-Dec
0.995
15-Dec 15-Dec
Datum
Stdev [m.s-1]
U* [m.s-1]
0.48
0.294
8.84
0.26
0.294
0.150
7.48
0.44
0.298
0.875
8.80
0.48
0.298
Wanneer de invloed van andere factoren dan de windsnelheid wordt onderzocht, moet de sleepsnelheid tussen twee metingen ongeveer hetzelfde zijn. Dit was zo op vijf en vijftien december. Tabel 29: Vergelijking massatransport 05/12/2011 en 15/12/2011
q [g. m-1.s-1] 05/12/2012
15/12/2012 (1)
Gemiddeld
12.331
11.399
STDEV
8.596
3.816 79
Het verschil tussen de twee metingen bedraagt, gemiddeld slechts acht procent. Dit verschil is helemaal niet groot. De standaardafwijking toont echter aan dat de waarden enorm kunnen variëren op slechts enkele meters. Een oorzaak van deze vermindering zou het verschil in watergehalte (16 %) van het zand kunnen zijn. Het watergehalte moet wel gerelativeerd worden bij de metingen. De werkwijze waarop het vochtgehalte bepaald is, is niet zo nauwkeurig. Om te beginnen wordt op het terrein enkele willekeurige punten genomen voor deze bepaling. Daarnaast bestaat momenteel geen enkele directe methode om het watergehalte te bepalen aan het oppervlakte van een sediment. Indirecte methoden zoals het werken met elektrische weerstanden (capacitance probes) is niet geschikt omdat deze een groter bereik heeft dan enkel het oppervlakte. Om toch het watergehalte exact te bepalen, wordt verwezen naar de SSS (Surface Sediment Scraper, (G.F.S. Wiggs, 2003)). Tabel 30: Vergelijking watergehalte 05/12/2011 en 15/122/2011
Datum
05-Dec
15-Dec
Watergehalte [%]
0.85
0.98
STDEV
0.16
0.16
Als het watergehalte uitgesloten wordt omdat deze bij benadering hetzelfde is, wordt de volgende invloedsparameter bekeken: veldlengtes. Dit is de lengte van het zand die beschikbaar is om onder invloed van de wind getransporteerd te worden. De veldlengtes op vijf december zijn gemiddeld bijna vijftien procent groter dan deze op vijftien december (op het totaal van de veldlengtes). Deze verandering in lengtes ontstaat simpelweg door een verandering van windrichting. Bij de veldlengtes wordt geen rekening gehouden met nat strand, maar enkel met het droog strand. De reden hiervoor is dat het meeste transport op droog strand plaatsvindt en alleen daar gemeten wordt. Een andere waarneming uit Tabel 31 is dat het transport een stijgende trend volgt in functie van een stijgend veldlengte. Hoeveel de exacte invloed van de veldlengte hierop is valt moeilijk te becijferen. Tabel 31: Vergelijking veldlengtes 05/12/2011 en 15/12/2011
05/12/2011 Veldlengte [m] 33.5
q [g. m-1.s-1]
15/12/2011
q [g. m-1.s-1]
6.432
Veldlengte [m] 20
33.5
12.315
20
20.365
33.6
5.817
20
13.470
41.8
12.581
36
11.132
41.9
7.664
36
9.686
41.9
10.970
36
12.367
50.1
34.255
52
9.293
50.1
11.621
52
7.875
50.2
9.326
52
8.373
Functie 2
Functie 2 10.028
Uit voorgaande analyse wordt duidelijk dat het zandtransport hoofdzakelijk beïnvloed wordt door de verandering in windsnelheid.
80
Een vergelijkende studie tussen de meting van 15/12/2011 en 15/04/2012 toont aan dat een stijging in windsnelheid, het zand hoger en meer opwaait. Dit betekent dat de waarde van in de ‘fitting curve’ zal stijgen. De sleepsnelheid tussen beide metingen stijgt met 27 procent terwijl de horizontale massaflux met 63 procent stijgt (gemiddeld). Tabel 32: Vergelijkende studie meting 15/12/2011 en 15/04/2012
15/12/2011
15/04/2012
[g. m-2. s-1]
0.1
66.998
101.124
Verschil [%] 51%
0.15
44.991
69.857
55%
0.25
27.244
43.835
61%
0.5
13.792
23.292
69%
1
6.983
12.376
77%
Gemiddeld
63%
z [m]
Vanger F
81
4.3.1. Zevingen
Oppervlakte zand:
De toegepaste theoretische formules vereisen enkele parameters. Een van deze parameters is de gemiddelde korreldiameter d50. Ter bepaling van deze werden zevingen uitgevoerd. De zeefproeven werden uitgevoerd aan de hand van de norm EN 933-1 en EN 933-2. De gemiddelde korreldiameter d50 werd meerdere malen bepaald, op meerdere plaatsen en verscheidene data. Een overzicht van de verschillende zevingen wordt weergegeven in Tabel 33. Bij de zevingen werd met twee verschillende sets zeven gewerkt. Set A betreft de zeven met zeefopeningen 16; 4; 2; 1; 0,5; 0,25; 0,125 en 0,063 mm. Set B betreft de zeven met zeefopeningen 4; 2; 1; 0,5; 0,315; 0,25; 0,224; 0,16 en 0,125 mm. In een tweede fase werd met set B gewerkt, omdat deze de d 50 nauwkeuriger bepaalbaar maakt. Tabel 33: Overzicht zevingen
17/11/2011
set zeven A
# metingen 5
28/11/2011
A
4
Datum
19/12/2011
B
4
16/03/2012 A
B
3
16/03/2012 B
B
3
16/03/2012 C
B
3
Voor iedere reeks metingen bij een datum wordt een gemiddelde zeefkromme opgesteld, met uitzondering van de meting op 16/03/2012. Deze meting wordt onderverdeeld in drie verschillende gemiddelde zeefkrommes (A, B en C). De resultaten van de zevingen worden weergegeven in Bijlage E. Tabel 34 en Figuur 65 geven een voorbeeld van een gemiddelde zeefkromme. Tabel 34: Gemiddelde zeefresultaten 16/03/2012 (A)
4
zeef + zeefrest [g] 1274,20
2
994,87
994,84
0,03
0,03
0,01
99,99
1
918,99
918,10
0,89
0,92
0,36
99,64
0,5
886,37
877,18
9,19
10,12
3,90
96,10
0,315
874,88
820,80
54,08
64,19
24,73
75,27
0,25
847,12
772,85
74,27
138,46
53,35
46,65
0,224
820,99
801,57
19,42
157,88
60,83
39,17
zeef [mm]
1274,20
zeefrest op zeef [g] 0,00
cumulatiev e zeefrest [g] 0,00
cumulatiev e zeefrest [%] 0,00
cumulatiev e doorval [%] 100,00
lege zeef [g]
0,16
837,89
749,43
88,46
246,34
94,91
5,09
0,125
778,51
765,72
12,79
259,13
99,84
0,16
0
888,63
888,22
0,41
259,55
100,00
0,00
De gemiddelde korreldiameter wordt bepaald door lineaire interpolatie tussen zeven met opening 0,315 en 0,25 mm. Hieruit volgt een d 50 van 0,258 mm.
82
0.00
Gemiddelde zeving 16/03/2012 A
Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 50.00
Gemiddelde zeefkromme
60.00
Minimale zeefkromme
70.00
Maximale zeefkromme
80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 Zeefopening [mm]
2
4
Figuur 65: Gemiddelde zeefkromme 16/03/2012 (A)
Tabel 35 toont een overzicht van de gemiddelde korreldiameters bij de verschillende metingen. De resultaten bij de set B zeven zijn nauwkeuriger, waardoor deze waarden gebruikt worden ter berekening van de gemiddelde d50. Tabel 35: Gemiddelde korreldiameters metingen
17/11/2011
d50 [mm] 0,32
28/11/2011
0,326
19/12/2011
0,294
16/03/2012 A
0,258
16/03/2012 B
0,276
16/03/2012 C
0,27
Datum
De uiteindelijke gemiddelde korreldiameter d 50 bedraagt 0,275 mm en heeft een standaarddeviatie van 0,015 mm.
83
Eolisch zand:
Het eolisch zand opgevangen in de MWAC’s werd per hoogte bij dezelfde windsnelheden (acht tot negen m.s-1 bij de bovenste anemometer) bewaard. Op deze zandhoeveelheden werden zevingen uitgevoerd, de resultaten van de zevingen zijn in bijlage F te vinden. De gebruikte hoeveelheden om de zevingen uit te voeren zijn lager dan de minimale hoeveelheid (200 g) voorgeschreven in norm NBN EN 933-1. De oorzaak hiervan ligt bij de te lage hoeveelheden opgevangen zand. Tabel 36 toont een overzicht van de zeefresultaten. Tabel 36: Overzicht zeving eolisch zand
Hoogtes
MWAC's
Gezeefd zand [g]
d50 [mm]
A1 + B1
99,06
0,213
C1 + D1
138,98
0,221
E1
102,26
0,223
F1 + G1
137,66
0,225
Hoogte 1
Gemiddelde d50 [mm]
0,222
H1 + I1
167,73
0,228
A2 + D2
74,73
0,223
E2 + I2
139,49
0,239
Hoogte 3
A3 + I3
85,04
0,251
0,251
Hoogte 4
A4 + I4
24,95
0,243
0,243
Hoogte 5
A5 + I5
1,50
0,255
0,255
Hoogte 2
0,233
Uit Tabel 36 blijkt dat de gemiddelde korreldiameter stijgt met stijgende hoogte. De resultaten bij hoogte vier en vijf zijn vrij onnauwkeurig, mits de gezeefde hoeveelheden beperkt zijn. Figuur 66 geeft de gemiddelde zeefkrommes weer van het eolisch zand op hoogte een en het zand aanwezig op het strand.
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00
Gemiddelde zeving strand zand
50.00
Gemiddelde zeving eolisch zand
60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 Zeefopening [mm]
2
Figuur 66: Zeefkrommes eolisch zand - strand zand
De vergelijking van de twee zeefkrommes toont aan dat de fijnere fractie aanwezig op het strand opwaait en verplaatst wordt door de wind. Een oplossing om het eolisch zandtransport te beperken, is het gebruik maken van grovere korrels bij suppleties. Verschillende bronnen geven dezelfde bevinding terug.
84
Experimenten in een windtunnel (Pierre Belly, 1964) tonen aan dat de gemiddelde korreldiameter van het eolisch zand lager ligt dan bij het zand oorspronkelijk aanwezig op het strand (Figuur 67 en Figuur 68). Indien hogere windsnelheden voorkomen, is het verschil tussen het eolisch zand en strandzand beduidend lager als bij lagere windsnelheden. Dit is te zien in de Figuur 67 (U>8,23 m.s-1) en Figuur 68 (U≈ 7,62 m.s1 ).
Figuur 67: Verschil korreldiameters U> 8,23 m.s-1 (Pierre Belly, 1964)
Figuur 68: Verschil korreldiameters U ≈ 7,62 m.s-1 (Pierre Belly, 1964)
Enkele veldmetingen geven dezelfde bevinding weer (Susumu Kubota, 1982). Hierbij zijn de door wind verplaatste korrels (d50 ≈ 0,3 mm) kleiner dan de korrels aanwezig op het strandoppervlak (d50 ≈ 0,4 mm), zie Figuur 69.
85
Figuur 69: Veldmetingen verschil korreldiameter (Susumu Kubota, 1982)
Percentage [%]
De verdeling van het eolisch zand in vergelijking met strandzand op de verschillende zeven is zichtbaar in Figuur 70. Hierbij is te zien dat net zoals in Figuur 69 het eolisch zand een fijnere fractie heeft dan het gewone strandzand. 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Eolisch zand Gewoon zand
Korrelgrootte [mm] Figuur 70: Verdeling eolisch zand-strandzand
86
4.3.2. Pycnometer De pycnometer wordt gebruikt om de dichtheid van het strandzand te bepalen. De dichtheid is een parameter in de theoretische formules. Een theoretische waarde hiervan wordt genomen op 2650 kg.m-³. De pycnometer proeven worden uitgevoerd volgens de norm NBN EN 1097-6, voor aggregaten tussen 0.063 en 4 mm. De dichtheid wordt berekend met formule 23.
sa
(23)
M4 M 4 ( M 2 M 3) Tabel 37: Metingen pycnometer
Massa [g] Zand en water
M2
Water
M3
Gedroogd zand
M4
1
2343,2
2
2358,8
1
2062
2
2062,8
1
470,9
2
450,5
Formule 23 invullen met de waarden uit Tabel 37 geven de dichtheden in Tabel 38. De eenheden in deze tabel zijn omgezet naar kg.m-³. Een gemiddelde dichtheid van 2699 kg.m-³ is geldig voor het zand met een standaarddeviatie van 307 kg.m-³ . Tabel 38: Dichtheden zand bepaald m.b.v. pycnometer
Dichtheid [kg.m-³] 1
2482
2
2916
Gemiddeld
2699
87
4.3.3. Foutenanalyse De nauwkeurigheid van de meting en de verwerking van de resultaten worden weergegeven in de foutenanalyse. De volgende meetfouten zijn aanwezig tijdens de opmetingen.
Weegfout: startfase
Voor de metingen van start gingen, werden de lege MWAC’s opgewogen. De nauwkeurigheid van de gebruikte weegschaal bedroeg 0.1 mg. De meetfout op de meting werd getest door 30 maal een constante massa op te wegen met de gebruikte weegschaal. De resultaten van deze meting zijn te vinden in de bijlage G. Bij deze metingen had de massa een gemiddeld gewicht van 37.046 gram met een standaardafwijking van 8,56.10-4 gram. De standaardfout op deze meting wordt berekend via formule 24. (24)
Meetfout 3.s 3.0,000856 0,00257 gram
De meetfout wordt afgerond op 0.003 gram.
Hoogte opmeting MWAC
De hoogte van de onderste MWAC wordt met behulp van een meetlat opgemeten. Deze meetlat wordt loodrecht op het strandoppervlak geplaatst. Door de indringing van de meetlat in het zand en de onnauwkeurigheid bij het aflezen van de hoogte, zit op deze opmeting een meetfout. Deze meetfout bedraagt ± 3 mm.
Verticaliteit van de catchers
De plaatsing van de catchers op het strand is niet loodrecht op het strand. Deze wordt wel zo loodrecht mogelijk geplaatst. De maximale fout op de verticaliteit bedraagt ongeveer vijf graden. Dit veroorzaakt een fout op de hoogtes van de MWAC’s. De onderlinge afstand tussen de MWAC’s werd loodrecht in het labo opgemeten. De hoogte van de eerste MWAC wordt loodrecht opgemeten, waardoor deze hoogte correct is. De overige hoogtes vertonen wel een meetfout door de schuine stand van de catcher. Tabel 39 toont deze meetfouten. Tabel 39: Meetfout verticaliteit catchers
loodrechte onderlinge afstand [m]
onderlinge loodrechte afstand bij 5 ° [m]
meetfout [m]
MWAC 1
-
-
-
MWAC 2
0,072
0,070
0,002
MWAC 3
0,14
0,135
0,005
MWAC 4
0,216
0,208
0,008
MWAC 5
0,645
0,622
0,023
88
Vervuiling MWAC’s met zand
Vooraleer de plaatsing van de MWAC’s in de catchers gebeurt, worden de MWAC’s reeds even blootgesteld aan opwaaiend zand. Deze ongewenste opvulling van de MWAC’s met zand bedraagt 0.04 procent van de inhoud van de MWAC. Deze waarde wordt verkregen door de gemeten massa’s tijdens metingen te delen door de openingstijden van de MWAC’s. De tijdsduur om een MWAC te plaatsen in een catcher bedraagt ongeveer twee seconden. De meetfout wordt weergegeven in Tabel 40. In deze tabel worden de grootste massa’s per tijdseenheid per datum weergegeven. Deze fout wordt maximaal genomen en zal in werkelijkheid nooit deze grootte bereiken. Tabel 40: Meetfout vervuiling MWAC's
29/11
Gewicht [g] 3,8550
Tijdsduur [s] 4952
Massa/tijd [g.s-1] 0,000778
Massa/ 2 sec [g.s-1] 0,001557
PF [%] 0,0404
Datum
5/12
23,8322
5174
0,004606
0,009212
0,0387
15/12 (1)
59,1919
6678
0,008864
0,017727
0,0299
15/12(2)
17,2993
3746
0,004618
0,009236
0,0534
15/04
25,1632
5077
0,004956
0,009913
0,0394
Gemiddeld
0,0404
Opstellen MWAC’s
De opening van de glazen buisjes wordt evenwijdig met het strandoppervlak geplaatst. Deze plaatsing is niet optimaal, waardoor een onnauwkeurigheid van de meting plaatsvindt. De onnauwkeurigheid van deze meetfout wordt reeds ingerekend bij de verticaliteit van de catchers.
Verlies bij transport MWAC’s
Tijdens het vervoeren van de MWAC’s naar het laboratorium, treedt een minimaal verlies aan zandhoeveelheid. De glazen buisjes worden op de MWAC’s gelaten tijdens het transport, waardoor het zand nauwelijks ontsnappingsmogelijkheden heeft. De hoeveelheid verlies aan zand tijdens het transport bedraagt 0.01 procent van de inhoud van de MWAC. Om deze fout te bepalen, werden de MWAC’s opgevuld met zand in het labo en opgewogen. De MWAC’s werden naar en van de meetsite gebracht. Door dit transport treedt het dubbele van het verlies op in vergelijking met het transport van de meetsite naar het labo. Dit wordt in Tabel 41 ingerekend, waaruit een procentuele fout bekomen wordt.
89
Tabel 41: Transportverlies MWAC
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
1
14,299
30,644
Massa na transport [g] 30,638
2
14,496
34,713
3
13,983
4 5
Verlies [g]
Verlies/2 [g]
0,006
0,003
Procentuele meetfout [%] 0,00979
34,708
0,005
0,003
0,00720
26,989
26,982
0,007
0,004
0,01297
14,045
31,152
31,147
0,005
0,003
0,00803
13,847
31,781
31,775
0,006
0,003
0,00944
Gemiddeld:
0,00948
Catchers richting wind
De catchers draaien met de windrichting mee. Indien een rukwind zich voordoet uit een andere richting als de windrichting, dan treedt een vertraging op bij de richting van de catcher. Door de vertraging van de catcher bij het wisselen in richting, treedt een verlies op. Deze rukwinden die de catchers beïnvloeden, komen slechts sporadisch voor tijdens een meting. Doordat de metingen uitgemiddeld worden, wordt deze fout verwaarloosd.
Weegfout: eindfase
Nadat de MWAC’s gevuld werden met zand, werden de gevulde MWAC’s opgemeten. De nauwkeurigheid van de gebruikte weegschaal bedraagt tot vier cijfers na de komma (0.1 mg). De gebruikte nauwkeurigheid wordt beperkt tot drie cijfers na de komma. De meetfout van ± 0.003 gram wordt hier opnieuw ingerekend (zie Weegfout: beginfase).
Meetfout windsnelheid
De gebruikte anemometers zijn van het type CFM/CMM Theroanemometer AN 200. De fabrikant geeft een meetnauwkeurigheid van het toestel op. Deze meetnauwkeurigheid bedraagt maximaal 3 procent van de afleeswaarde plus 0.2 m.s-1. Tabel 42 toont een overzicht van de mogelijks voorkomende meetfouten tijdens de metingen. Tabel 42: Overzicht meetfouten
Meetfout
foutgrootte
eenheid
Weegfout startfase
± 0,003
g
Hoogteopmeting MWAC
±3
mm
Verticaliteit catchers
Tabel 39
Vervuiling MWAC's
+ 0,04 % inhoud
g
Opstellen MWAC's
-
-
Transportverlies
- 0,01 % inhoud
g
Richting catchers
-
g
Weegfout eindfase
± 0,003
g
Windsnelheid
± (3 % rdg + 0,2)
m.s-1
De meetfouten worden uitgewerkt in een meting om de totale fout op één meting te begroten. In het voorbeeld wordt gewerkt met de meting A op 5/12/2012. De fout op de meting heeft kans om zowel meer transport als minder transport te veroorzaken. In beide gevallen worden de meetfouten uitgerekend.
90
Indien alle fouten tegelijk worden ingerekend, wordt gerekend met de meest negatief mogelijke situatie. De werkelijke meetfout op de waarden worden berekend volgens de formules (25) en (26). Z (A,B,C) waarbij A, B en C verschillende meetfouten in de meting zijn. De Z stelt de getransporteerde hoeveelheid zand q voor. (25)
Z x² y ² z ² x Z ( A, B, C ) Z ( A A, B, C )
(26)
y Z ( A, B, C ) Z ( A, B B, C ) z Z ( A, B, C ) Z ( A, B, C C )
Foutenanalyse 1: fouten veroorzaken meer transport
Tabel 43 geeft weer welke fouten in rekening worden gebracht en hoe deze ingerekend worden in de meting. Tabel 43: Foutenanalyse 1 meer transport
Meetfout
foutgrootte
eenheid
Weegfout startfase
- 0,003
g
Hoogteopmeting MWAC
+3
mm
Verticaliteit catchers
+ tabel xxx
mm
Vervuiling MWAC's
-
g
Opstellen MWAC's
-
-
Transportverlies
+ 0,01 % inhoud
g
Richting catchers
-
g
Weegfout eindfase
+ 0,003
g
Windsnelheid
- (3 % rdg + 0,2)
m.s-1
Iedere fout wordt afzonderlijk uitgerekend, het resultaat van de berekening met de meetfouten zijn terug te vinden in bijlage G. Tabel 44 toont de verschillen tussen de oorspronkelijk zandhoeveelheden getransporteerd zand en de hoeveelheden met de individuele fouten hierop. De procentuele afwijkingen geven aan wat de invloed van de fouten op de meting is. Hierbij wegen de fouten in de hoogtes van de MWAC het zwaarst door. De tweede en vierde functie hebben de hoogte als macht staan, waardoor deze zwaar doorweegt in de berekende hoeveelheden. Bij de derde functie wordt de hoogte tot de macht gedaan met een factor die steeds boven één ligt. Functie vijf vertoont daartegen ook grotere procentuele afwijkingen bij de weegfouten en transportverliezen.
91
Tabel 44: Grotere transporthoeveelheden door meetfouten
q[g.m-1.s-1]
Fout
Hoogtemeting +3 mm
transportverlies
+ verticaliteit catchers
weegfout begin 0,003 g
weegfout einde +0,003 g
functie 2
functie 3
functie 4
functie 5
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,852
6,222
6,222
5,575
Verschil
0,113
0,405
0,405
0,269
PA(%)
4,12
6,96
6,96
5,08
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,734
5,817
5,818
5,158
Verschil
-0,006
0,001
0,001
-0,147
PA(%)
-0,22
0,01
0,01
-2,78
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,789
5,756
5,756
5,190
Verschil
0,049
-0,061
-0,061
-0,116
PA(%)
1,78
-1,04
-1,04
-2,19
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,747
5,816
5,816
5,163
Verschil
0,007
-0,001
-0,001
-0,143
PA(%)
0,25
-0,01
-0,01
-2,69
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,747
5,816
5,816
5,163
Verschil
0,007
-0,001
-0,001
-0,143
PA(%)
0,25
-0,01
-0,01
-2,69
Tabel 45 toont de meetfouten op de getransporteerde hoeveelheden. Deze meetfouten worden berekend via de formules (25) en (26). Functie drie en vier vertonen de grootste meetfouten. Deze worden grotendeels veroorzaakt door de meetfout op de hoogtemeting van de MWAC’s. Bij functie drie bevat de meetfout van de hoogtemeting 98.94 procent (0.405 g.m-1.s-1 ) van de totale meetfout, bij functie vier is dit 98.92 procent (0.405 g.m-1.s-1 ). Tabel 45: Meetfouten Q bij meer transport
q[g.m-1.s-1]
PA (%)
functie 2
functie 3
functie 4
functie 5
0,123
0,409
0,409
0,386
4,50
7,04
7,04
7,27
92
Foutenanalyse 2: fouten veroorzaken minder transport
Analoog aan foutenanalyse 1 worden nu alle meetfouten ingerekend die minder transport veroorzaken. Een overzicht van deze meetfouten is te vinden in Tabel 46. Tabel 46: Foutenanalyse 2 minder transport
Meetfout
foutgrootte
eenheid
Weegfout startfase
+ 0,003
g
Hoogteopmeting MWAC
-3
mm
Verticaliteit catchers
- tabel xxx
mm
Vervuiling MWAC's
-0,04 % inhoud
g
Opstellen MWAC's
-
-
Transportverlies
-
g
Richting catchers
-
g
Weegfout eindfase
- 0,003
g
Windsnelheid
+ (3 % rdg + 0,2)
m.s-1
Opnieuw wordt iedere fout afzonderlijk uitgerekend, de waarden van deze zijn te vinden in bijlage G. Tabel 47 toont de vermindering in transport door de afzonderlijke meetfouten. Analoog aan Tabel 44 is op te merken dat de grootste fout op de hoogtemetingen zit. De meetfouten waarbij de zandmassa’s gewijzigd worden, hebben een grotere invloed op functie vijf, dit is analoog aan de bevindingen bij Tabel 44.
93
Tabel 47: Kleinere transporthoeveelheden door meetfouten
q[g.m-1.s-1]
Fout
functie 2
Hoogtemeting -3 mm
Vervuiling
- Verticaliteit catchers
Weegfout begin +0,003 g
Weegfout einde 0,003 g
functie 3
functie 4
functie 5
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,644
5,445
5,445
4,947
Verschil
-0,096
-0,371
-0,371
-0,359
PA(%)
-3,52
-6,39
-6,39
-6,76
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,739
5,814
5,815
5,156
Verschil
-0,001
-0,002
-0,002
-0,150
PA(%)
-0,05
-0,04
-0,04
-2,82
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,689
5,889
5,889
5,124
Verschil
-0,051
0,072
0,073
-0,182
PA(%)
-1,87
1,24
1,25
-3,43
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,732
5,818
5,818
5,153
Verschil
-0,008
0,001
0,001
-0,153
PA(%)
-0,28
0,01
0,02
-2,88
Origineel
2,740
5,817
5,817
5,306
Met fout
2,732
5,818
5,818
5,153
Verschil
-0,008
0,001
0,001
-0,153
PA(%)
-0,28
0,01
0,02
-2,88
Tabel 48 toont de meetfouten op de getransporteerde hoeveelheden. Deze meetfouten worden berekend via de formules 25 en 26. Functie vijf vertoont hier de grootste meetfout, dit omdat de fouten op zowel de hoogtes als massa’s een groot aandeel hebben. De nadruk wordt gelegd op functie drie, omdat deze functie gekozen werd in de analyse om uit te werken. Bij functie drie heeft de meetfout van drie mm een aandeel van 98.14 procent (0.371 g.m-1.s-1 ) op de totale meetfout. Tabel 48: Meetfouten Q bij minder transport
q[g.m-1.s-1]
PA [%]
functie 2
functie 3
functie 4
functie 5
0,110
0,378
0,378
0,480
4,00
6,51
6,51
9,06
Bij de foutenanalyse bij meer en minder transport blijven de meetfouten onder tien procent verschil met de oorspronkelijke waarden.
94
5. Topografische metingen 5.1. Methodes strandprofielmetingen Strandprofielen zijn dynamische profielen, verschillende processen (golven, stroming, wind etc.) zorgen voor een constante dynamiek in het strandprofiel. Op het droogstrand geldt vooral de invloed van de wind op het verloop van het strandprofiel. Indien het strandprofiel opgemeten wordt op verschillende tijdstippen kan mogelijks een relatie tussen de hoeveelheden eolisch getransporteerd zand en het strandprofiel gelegd worden. Verschillende methodes zijn voor handen om deze metingen uit te voeren. Enkele van deze methodes zijn:
Lidar
Lidar is de afkorting van “LIght Detection And Ranging”, hierbij worden pulserende laserstralen uitgezonden vanuit een vliegtuig. Dit vliegtuig bevat een nauwkeurige kinematische GPS-ontvanger en een inwendig navigatie systeem (INS). De gebruikte lasers kunnen duizenden pulsen per seconde versturen. Iedere puls heeft een tijdsduur van enkele nanoseconden om vanuit het vliegtuig naar het aardoppervlak gestuurd te worden en terug te kaatsen naar de ontvanger. Door de tijdsduur van de puls te meten van de verzender naar de ontvanger, kan de afstand tot het aardoppervlak nauwkeurig bepaald worden. Dankzij een roterende spiegel in de verzender van de laser, kunnen de pulsen onder een hoek geplaatst en bewogen worden. De laserstraal beweegt constant van links naar rechts om zo een lijn over de breedte op te meten. De breedte van de opgemeten strook en de ruimte tussen de verschillende meetpunten is afhankelijk van de hoek van de laser, de hoogte en snelheid van het vliegtuig en het aantal verstuurde pulsen per seconde. Met de bekomen informatie van de Lidar met GPS-systeem kan een DEM (Digital Elevation Model) opgesteld worden.
Luchtfotogrammetrie
Door middel van foto’s getrokken uit een vliegtuig met een kleine digitale camera worden 3D-gegevens bekomen. Om een continue meting te kunnen uitvoeren, zijn overlappingen nodig tussen de luchtfoto’s (60 procent overlapping in de vliegrichting en 30 procent overlapping tussen de vliegbanen). Bij de overlapping van twee foto’s worden ofwel automatisch of semi-automatisch overeenkomstige punten gezocht en gekoppeld. Luchtfotogrammetrie is een ideale manier om op een snelle manier grote oppervlakken op te meten.
GNNS (Global Navigation Satellite System)
GNNS maakt gebruik van minimaal drie satellieten om via een achterwaartse ruimtelijke insnijding de locatie van de waarnemer op te meten. De satellieten zijn verbonden in een referentiestelsel met de aarde, indien de positie van de satellieten gekend is, kunnen de coördinaten van de waarnemer bepaald worden. Het voordeel van deze meetmethode is dat slechts één uitvoerder aanwezig moet zijn. Dit systeem kan ook gemonteerd worden op voertuigen om meerdere punten continu op te meten.
95
Totaalstation
Het gebruik van een totaalstation dient tot het bepalen van coördinaten van gewenste punten. Hierbij worden 3-D coördinaten van deze punten berekend door het opmeten van de horizontale, verticale richting en de schuine afstand. Grotendeels wordt gewerkt met een zichtbare of onzichtbare infrarood laserstraal die opgevangen wordt met een prismareflector. De mogelijkheid bestaat ook om zonder prismareflector te werken, dit wordt gebruikt voor ontoegankelijke plaatsen en indien slechts één waarnemer aanwezig is. Het nadeel om zonder prismareflector te werken is de grotere onnauwkeurigheid op de meting. Hier wordt gewerkt met een totaalstation, mits meerdere metingen op periodieke tijdstippen nodig zijn en de kosten voor dit het laagst bij een totaalstation liggen.
96
5.2. Meetopstelling 5.2.1. Locatie De topografische metingen bevinden zich ter hoogte van het KHBO Oostende op het strand. Vanuit de startlocatie, D zichtbaar op Figuur 72, zijn de verschillende meetpunten A, B en C waar te nemen (Figuur 73).
Figuur 71: Locatie topografische metingen
C D
Figuur 72: Opstelpunt C en startlocatie D
A
B C
Figuur 73: Opstelpunten A, B en C
97
5.2.2. Materialenlijst -
Totaalstation type Leica TCR407 met bijbehorend statief;
Figuur 74: Onderdelen Leica TCR 407
-
1. Optische zicht; 2. Gids licht; 3. Verticale fijnregeling; 4. Batterij; 5. Batterijhouder; 6. Deksel voor batterij; 7. Oculair, met fijnregeling voor de kruisdraden; 8. Scherpstellen oculair; 9. Handvat om te dragen; 10. Serienummer; 11. Draaiknop voor voeten; 12. Lens; 13. Digitaal scherm; 14. Toetsenbord; 15. Doosniveau; 16. Power knop; 17. Trigger-toets; 18. Horizontale fijnregeling. Lintmeter; Reflector met bijbehorende valstok; Valblok; Notitiebladeren; Schrijfgerief.
98
5.2.3. Opstelling Ieder opstelpunt (A, B of C) van het totaalstation bevindt zich telkens op dezelfde ligging relatief ten opzichte van de bank. Hier wordt steeds het totaalstation met bijbehorend statief opgesteld. Een detailweergave van het meetpunt is terug te vinden op Figuur 75. Op Figuur 76 is een algemene weergave zichtbaar van het opstelpunt.
Opstelpunt
Figuur 76: Opstelling totaalstation
-
Figuur 75: Opstelpunt Leica
Het statief wordt boven het opstelpunt geplaatst (Figuur 75);
Figuur 77: Opstelpunt
-
De poten van het statief worden losgedraaid en op schouderhoogte geplaatst; Vervolgens worden de poten vastgesteld op deze hoogte; Het statief wordt stabiel geplaatst boven het meetpunt, zodat het totaalstation bevestigd kan worden hierop; Laat de bel van het doosniveau inspelen door de poten van het statief elk afzonderlijk bij te regelen; Schakel het totaalstation in, volg de instructies op het scherm voor de verdere afregeling van het toestel; De valstokhoogte moet 1.70 m bedragen en wordt gedurende de volledige meetperiode behouden (let op dat geen kleine verschuivingen plaatsvinden); Meet de hoogte van het totaalstation op (Figuur 75).
99
5.2.4. Opmeting -
Plaats de reflector en valstok op het te meten punt; Laat de bel inspelen, zodat de verticale stand van de reflector gewaarborgd is; De kruisdraden worden scherp gesteld d.m.v. een wit blad voor de kijker te houden; Kijk door het optische zicht en laat de draden samenvallen met de reflector (met uitzondering voor de referentiepunten, deze worden zonder reflector opgemeten); De kijker wordt scherp gesteld; Laat de kruisdraden in de kijker samenvallen met het middelpunt van de reflector (met uitzondering voor de referentiepunten) door fijnregeling; Druk F4 (All); Vul de bekomen resultaten in op het voorziene meetblad (Bijlage H).
Voor metingen op de dijk, wordt de valstok met reflector rechtstreeks op de dijk gebracht. Laat het midden van de kruisdraden samenvallen met het midden van de reflector (door horizontaal en verticaal bij te regelen). Druk nu op F4 (All) en schrijf de gegevens op scherm één over op de notitiebladeren.
100
5.3. Meetprocedure Na opstelling van de meetapparatuur, worden de verschillende referentiepunten opgemeten. (Zie Figuur 78 en Figuur 79)
Referentiepunt 1
Figuur 78: Referentiepunt 1 de linkerbovenhoek van restaurant champs elysées
Referentiepunt 2
Figuur 79: Referentiepunt 2 linkerbovenhoek schouw KHBO
De onderlinge afstanden tussen de verschillende meetpunten worden opgemeten Stap 1: Zet de berekende horizontale hoek uit ten opzichte van het referentiepunt.
101
Stap 2: Plaats de reflector (zonder valblok) op het uiteinde van de dijk (Figuur 80).
Figuur 80: Reflector op dijk
Stap 3: Controleer indien de berekende hoek overeenkomt met de gemeten horizontale hoek (toegestane afwijking ± 0.3 gon). De positie van de valstok wordt aangepast indien de afwijking te groot is. Stap 4: Laat de valblok vallen op het strand net na de dijk, plaats het punt van de valstok hierop en voer een nieuwe meting uit.
Figuur 81: Reflector op strand
Zorg voor een tussenafstand van ongeveer twee meter tussen de opeenvolgende strandmetingen. De laatste meting bevindt zich ter hoogte van de hoogwaterlijn.
102
5.4. Meetanalyse Na de horizontale en verticale hoeken van de twee referentiepunten opgemeten te hebben, worden de raaien opgemeten. Bij ieder meetpunt wordt een horizontale, verticale hoek en horizontale en verticale afstand opgemeten. De horizontale afstand tot de opstelpunten is de correcte horizontale afstand. De opgemeten verticale afstand van het totaalstation tot de reflector dient gecorrigeerd te worden. Deze correctie is nodig omdat de hoogte van het totaalstation, de reflector, de valplaat en de referentiehoogte van het opstelpunt in rekening moeten gebracht worden. (27) Voorbeeld: Raai A op 11 november 2011. Tabel 49: Hoogtes Raai A (11/11/2011)
ho
hoogte instelling punt A
10,000
m
ht
hoogte totaalstation
1,719
m
hr
hoogte reflector
1,750
m
hv
dikte valplaat
0,075
m
De horizontale afstand van ieder meetpunt was verschillend, hierdoor zijn tabellen met standaard afstanden opgesteld. De verticale hoogtes zijn geïnterpoleerd uit de meetgegevens. In Tabel 49 zijn bij dezelfde horizontale afstanden vanuit opstelpunt A, de strandhoogtes bij de verschillende meetdagen te zien.
103
Tabel 50: Onderlinge vergelijking metingen raai A
24/nov
19/dec
afstand [m] 0,000
11/nov hoogte [m] 10,000
hoogte [m]
hoogte [m]
10,000
10,000
1,970
10,023
9,975
10,001
3,000
9,050
8,949
9,208
5,000
9,062
8,995
9,332
7,000
9,175
9,061
9,504
9,000
9,242
9,219
9,559
11,000
9,213
9,337
9,516
13,000
9,138
9,294
9,447
15,000
9,069
9,169
9,356
17,000
8,989
9,008
9,239
19,000
8,908
8,937
9,122
21,000
8,833
8,898
9,000
23,000
8,775
8,808
8,868
25,000
8,752
8,753
8,708
27,000
8,666
8,654
8,506
29,000
8,499
8,485
8,309
31,000
8,277
8,267
8,122
33,000
8,050
8,031
7,938
35,000
7,810
7,785
7,738
37,000
7,572
7,561
7,503
39,000
7,390
7,390
7,208
41,000
7,229
7,218
6,985
43,000
7,052
7,028
6,800
45,000
6,850
6,839
6,639
47,000
6,672
6,690
6,495
49,000
6,528
6,581
6,356
51,000
6,454
6,437
6,229
53,000
6,395
6,365
55,000
6,223
6,255
57,000
6,023
59,000
5,874
Met deze geïnterpoleerde waarden, worden de raaien uitgetekend (Figuur 82: Grafische vergelijking raai A). Tussen de metingen op 11 november en 24 november is een verschil van –14.2 cm over 52 m. Dit komt neer op een verlies van 2.7 mm per lopende meter droogstrand.
104
Onderlinge vergelijking raai A 10.000 9.000 8.000 Strandhoogte [m]
7.000 6.000 5.000
11/nov
4.000
24/nov 19/dec
3.000 2.000 1.000 0.000 0
10
20
30
40
50
60
70
Horizontale afstand [m] Figuur 82: Grafische vergelijking raai A
105
6. Resultaten 6.1. Resultaten veldmetingen 6.1.1. Windsnelheid De windsnelheid is en blijft de belangrijkste factor bij het eolisch zandtransport. In theorie zou transport slechts mogelijk zijn indien de wind een snelheid (op tien m hoogte) bereikt van 6.1 m.s-1. Echter tijdens de metingen is transport gemeten bij 5.5 m.s-1. Dit is een procentuele afwijking van tien procent, dit toont aan dat de formule 2 om u*t te bepalen onvoldoende nauwkeurig is (zelf als het watergehalte buiten beschouwing wordt gelaten). Een mogelijke oplossing voor formule 2 is de coëfficiënt A aanpassen tot 0.076 in plaats van 0.085. Echter op basis van zes metingen kan geen nieuwe formule opgesteld worden. Wel is duidelijk, dat wanneer het watergehalte kleiner is dan één procent, eolisch zandtransport mogelijk is met windsnelheden, op tien meter hoogte, van 5.5 m.s-1. Om toch een idee te krijgen van een theoretisch model die aansluit bij de resultaten, kan een aanpassing aan het model van Bagnold gemaakt worden (door het veranderen van de empirische constante) om toch een idee te krijgen van een formule. Tabel 51: Aanpassing empirische coëfficiënt van Bagnold
Datum C [-]:
29-Nov
05-Dec
15-Dec
15-Dec
3.7
3.7
3.2
1.4
20-Dec -
15-Apr
Gemiddeld
2.0
2.8
STDEV 1.0
106
6.1.2. Windrichting Volgens de gegevens van het KMI is ZZW de meest voorkomende windrichting langs de Vlaamse kust. Uit voorgaande analyse blijkt dat er transport optreedt vanaf 5.5 m.s-1. Als het watergehalte buiten beschouwing wordt gelaten (wegens onvoldoende data) kan de windrichting bepaald worden, waarbij het meeste transport plaatsvindt. Uit Tabel 54 wordt duidelijk dat WZW het meeste transport zou moeten opleveren. De tweede belangrijkste windrichting ZZW, is dezelfde windrichting als de meting van vijftien december. Op basis van die gegevens kan een schatting gemaakt worden van het jaarlijks transport komende van de windrichting ZZW. Tabel 52: Aantal seconden transport voor windrichting ZZW
Seconden [s] -1
-1
U(10) [m.s ]
U* [m.s ]
ZZW
6
0.169
421513
7
0.197
355185
8
0.225
260051
9
0.253
171881
10
0.281
92879
11
0.309
54505
12
0.337
28655
13
0.365
9418
14
0.394
7565
16
0.450
6162
Som
1407814
Volgens de theoretische vergelijking (Bagnold, zie § 2.3.) kan een begroting worden gemaakt van het eolisch zandtransport (Tabel 53). Dit gerekend met het aantal seconden dat er voldoende windsnelheid is en de daarbij horende windsnelheden (Tabel 52). Tabel 53: Theoretische begroting volgens Bagnold voor windrichting ZZW
Bagnold Bagnold Bagnold
g.m-1 kg.m
6362896
-1
6363
-1
2.4
m³.m
107
Tabel 54: Windsnelheidklassen met bijbehorende windrichtingen
Windsnelheidsklass
N
NNE
NE
ENE
E
ESE
SE
SSE
S
SSW
SW
WSW
W
WNW
NW
NNW
5.5 <=v< 6.5
0.54
0.90
0.54
0.73
0.40
0.14
0.18
0.57
1.09
1.34
0.94
0.97
0.96
0.71
0.46
0.50
6.5 <=v< 7.5
0.36
0.71
0.45
0.52
0.24
0.06
0.11
0.34
0.82
1.13
0.82
1.07
0.94
0.67
0.43
0.43
7.5 <=v< 8.5
0.22
0.45
0.37
0.28
0.10
0.02
0.05
0.23
0.54
0.82
0.59
0.94
0.71
0.47
0.34
0.30
8.5 <=v< 9.5
0.13
0.29
0.23
0.18
0.04
0.01
0.02
0.10
0.35
0.55
0.47
0.80
0.51
0.30
0.24
0.24
9.5 <=v< 10.5
0.08
0.12
0.12
0.09
0.02
0.00
0.01
0.05
0.17
0.29
0.28
0.67
0.34
0.21
0.18
0.21
10.5 <=v< 11.5
0.05
0.05
0.03
0.03
0.01
0.00
0.00
0.02
0.08
0.17
0.22
0.41
0.21
0.16
0.11
0.14
11.5 <=v< 12.5
0.02
0.03
0.02
0.00
0.00
0.00
0.00
0.01
0.03
0.09
0.15
0.33
0.18
0.13
0.06
0.05
12.5 <=v< 13.5
0.01
0.01
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.02
0.03
0.10
0.21
0.10
0.08
0.04
0.04
13.5 <=v< 14.5
0.01
0.01
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.01
0.02
0.06
0.13
0.08
0.05
0.02
0.01
v >= 14.5
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.01
0.02
0.07
0.18
0.09
0.03
0.01
0.01
TOT
1.4
2.6
1.8
1.8
0.8
0.2
0.4
1.3
3.1
4.5
3.7
5.7
4.1
2.8
1.9
1.9
Tabel 54: Windsnelheidklassen met bijbehorende windrichtingen is een verzameling van windgegevens van het KMI te Middelkerke. Op basis van gegevens van ’97 tot ’05 geeft het procentueel aandeel weer van de verschillende windrichting en bijhorende windsnelheden.
108
6.1.3. Veldlengtes Aan de hand van de begroting in 6.1.2 kan verder gerekend worden om het totaal transport in te schatten over de volledige kust. Deze berekening is zeer rudimentair en houdt geen rekening met tal van parameters. Het is enkel om aan te tonen dat erosie effectief een belangrijk aantastingsmechanisme is. De overeenstemmende veldlengte van de windrichting ZZW bedraagt 73.28 m en de lengte van de kust is ongeveer 67 km. Dit komt neer op zo’n 11.500.000 m³ zand dat mogelijk kan verplaatst worden door de wind. Indien voor iedere windrichting een meting kan uitgevoerd worden, en daaruit volgend een theoretisch model kan een schatting gemaakt worden van het aantal m³ zand dat verplaatst wordt.
6.1.4. Watergehalte Uit de resultaten van de watergehaltes is het duidelijk dat zandtransport slechts plaatsvond bij watergehaltes van kleiner dan één procent. (Zie Tabel 55) Tabel 55: Overzicht watergehaltes
Datum
Watergehalte [%]
STDEV [%]
29-Nov
0.93
0.15
05-Dec
0.81
0.18
15-Dec
0.98
0.16
15-Apr
0.14
0.01
6.2. Resultaten topografische metingen De onderlinge vergelijking van de resultaten is mogelijk, hiervoor zijn waarden in tabelvorm beschikbaar als grafische voorstellingen van de metingen. Tijdens de periode van de metingen, werden echter werken op het strand uitgevoerd met bulldozers. Hierdoor werd het strandprofiel op een onnatuurlijke wijze beïnvloed en hervormd, waardoor het onmogelijk was de erosie door de wind te begroten via de topografische metingen. De resultaten van de metingen zijn in bijlage I te vinden.
109
7. Conclusies en aanbevelingen 7.1. Samenvatting bekomen resultaten Eolisch zandtransport en meer specifiek het saltatieproces speelt zich vooral af in de eerste 30 cm boven het oppervlak. De opstelling die werd gebruikt, was hiervoor niet ideaal. Het was namelijk zo dat de windvaan aan de catcher, bij een te lage opstelling geblokkeerd werd door het terrein. Daarnaast is voor het opstellen van verticale distributie via de integratie krommes, het belang gebleken om zoveel mogelijk resultaten te verzamelen dichtbij het oppervlak. Echter het opstellen van te veel MWAC’s kan het stroomlijnprofiel van de wind aantasten, waardoor de metingen niet meer representatief zijn. Een antwoord op de vraag ‘Wat is de beste zandvanger om het eolisch zandtransport te begroten aan onze kust?’ is niet zo eenvoudig. Voorlopig gaat de voorkeur naar de MWAC’s met de klassieke opstelling langs een verticale mast. Een belangrijk punt van het eolisch zandtransport is de wind. Windsnelheden van 5.5 m.s-1 zijn noodzakelijk. Dit komt overeen met een kritische sleepsnelheid van 0.184 m.s 1 . De theorie gaf aan de hand van de kritische sleepsnelheid een waarde van 6.19 m.s-1 , om deze reden is het noodzakelijk vergelijking (28) enigszins te wijzigen. De enige aanpassing die hierbij mogelijk is, is de coëfficiënt A aanpassen (=0.076). (28)
Daarnaast is de windrichting van belang om te bepalen op hoeveel materiaal de wind zijn krachten kan uitoefenen. De meeste voorkomende windrichtingen bevinden zich tussen het westen en het zuiden. Een positieve noot is dat de gebouwen langs de kust hier voor enige bescherming tegen transport zorgen.
Figuur 83: Schets ligging kust en windrichtingen
Uit de nieuwe aangepaste kritische sleepsnelheid kan berekend worden, hoeveel dagen per jaar transport optreedt. Volgens de gegevens van het KMI te Middelkerke komt dit overeen met zo’n 3332 uren per jaar (38 % van het jaar). Het transport zelf is een soort van springende beweging van de korrels. Dit heeft als resultaat dat er ribbels worden gevormd op het strand. Deze beweging kon echter niet uit de praktijk resultaten worden gehaald, wegens onvoldoende gegevens. De camerabeelden zouden hier een betere indicatie kunnen geven. Wel is nagemeten dat de ribbels op het strand, gemiddeld een golflengte hebben van zo’n 7.62 cm. De maximale hoogte van saltatie is nog niet bekend doordat het onderscheid met suspensie in de praktijk niet valt te onderscheiden. Wel is zo dat op 80 cm een minimum aan transport merkbaar was. De theoretische waarde van maximaal een meter hoogte is dus goed mogelijk.
110
Figuur 84: Traject saltatie
De krachten die inwerken op een zandkorrel zijn voornamelijk een resultaat van de wind. Enerzijds is er de sleepkracht met een wrijvings- en drukcomponent en daar naast staat de liftkracht. Beide krachten ontstaan door drukverschillen die de wind creëert. Daarnaast speelt de gravitatie kracht als een drempelkracht die overschreden moet worden om transport te krijgen. Een niet te vergeten factor zijn de cohesiekrachten die de korrels onderling uitoefenen. Deze kan beïnvloed worden door water in het zand of/en de lucht. Om op voorhand te voorspellen hoeveel transport gaat optreden, is helemaal niet zo makkelijk. Tal van dynamische factoren moeten hierbij in rekening worden gebracht. Het verband tussen de meteorologische omstandigheden en de hoeveelheid eolisch zandtransport is niet zo eenduidig zoals in de theorie wordt voorgesteld.
q [g.m-1.s-1]
q in functie van u* 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 0.000
Praktijk resultaten Bagnold
0.100
0.200 U*
0.300
0.400
0.500
[m.s-1]
Figuur 85: Grafiek vergelijking theorie met praktijk
Indien toch een indicatie moet worden gemaakt, kan via de formule van Bagnold (C=1.8) reeds een schatting uitgevoerd worden. Deze bevat wel een maximale procentuele afwijking van 104 procent op de praktijk resultaten. Om tot een concreter en juistere benadering van de praktijk te komen, is meer data nodig over het eolisch transport. Deze formule moet dan rekening houden met verschillende factoren: terrein, watergehalte, windsnelheid, windrichting en veldlengtes. Een aanpassing van de formule van Bagnold met C=3.53 is zichtbaar in Figuur 86, resulteert in maximum procentuele afwijking van 60 procent.
111
q [g.m-1.s-1]
q in functie van u* 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 0.000
Praktijk resultaten Bagnold
0.100
0.200
0.300
0.400
0.500
U* [m.s-1] Figuur 86: Grafiek vergelijking aangepaste theorie met praktijk
Daarnaast is het watergehalte een factor die niet onderschat mag worden. Belangrijk is te weten hoe het watergehalte varieert (uitdroging) in de bovenste dunne laag van het zandoppervlak (0.5-1 cm diep) onder invloed van de wind, temperatuur. Anderzijds heeft de luchtvochtigheid ook enige invloed op transport. Dit kan een interessant onderwerp zijn van een volgende studie.
7.2. Aanbevelingen Bij de klassieke opstelling van de MWAC’s ontstaat het probleem dat in de onderste 30 cm onvoldoende zand kan gevangen worden. Een ideaal alternatief om zand te meten zou een multispectraal camera kunnen zijn. Een andere alternatief is gebruik maken van creatievere opstellingen van de MWAC’s. (Figuur 87)
Figuur 87: Alternatieve ontwerpen van zandvangers (A. Poortinga, 2010)
Deze opstellingen van de MWAC’s verschaffen de mogelijkheid om meer metingen uit te voeren binnen de eerste 30 cm boven het strandoppervlak. De invloed van deze opstelling, op de luchtstroming rondom de meettoestellen en dus het transport moet nog onderzocht worden. Daarnaast is het belangrijk om over een voldoende aantal zandvangers op het strand te beschikken. De meest ideale opstelling is een afgesloten stuk strand waar continu gemonitord kan worden. Dit was helaas niet mogelijk op het strand dat onderzocht werd.
112
Wanneer de opstelling kan blijven staan, is het makkelijker de resultaten te vergelijken omdat deze op eenzelfde plaats gemeten worden. Nu kon de opstelling enkel bij benadering op dezelfde locatie worden geplaatst. Daarnaast werd het terrein regelmatig verstoord door nivelleringswerken van het stadsbestuur. De pure natuurlijke evolutie van het terrein was daardoor moeilijk waar te nemen. Of deze werken zo zinvol zijn om de kust zo goed mogelijk te onderhouden is een andere vraag. Studies als deze zijn belangrijk omdat jaarlijks heel wat geïnvesteerd wordt in kustbescherming en meer specifiek in strandsuppleties terwijl de erosieprocessen en de veranderingen van de morfologie van het strand niet volledig gekend zijn. Op basis van gegevens verkregen bij het stadsbestuur van Oostende, bedraagt de kost voor de opruiming van een storm zo’n 13 800 euro. Tabel 56: Kostennota per storm (Vermael, 2012)
Wagen
uurprijs
# uren
Wiellader Borstelmachinetje Groet veegwagen Kraanwagen Bestelwagen
64.035 50.025 50.025 55.025 19.01
21 30 30 48 35
Voertuigkost bemanning Type 1344.735 1500.75 1500.75 2641.2 665.35
1 1 1 1 2
ch opl ch ch opl
Kp bemanning 32.86 28.58 32.86 32.86 28.58
KP person 690.16 857.38 985.95 1577.51 2000.56 TTl
Naast de opruiming van stormen komen hierbij nog 40 à 50 werkdagen per jaar dat het strand genivelleerd wordt met een wiellader (€ 26 300/jaar). In het totaal wordt jaarlijks ongeveer een bedrag van 100 000 euro geïnvesteerd in het “onbekende”. Een proefproject in Oostende om deze kost te drukken betreft het inleggen van de zogenaamde zand inzamelpunten. Hierbij wordt een plaats voorzien waar buurtbewoners het opgewaaide zand kunnen deponeren. Volgens de stad Oostende blijkt dit project te werken. In de toekomst kan misschien gedacht worden aan betere preventiemaatregelen voor het eolisch zandtransport. Het beter benutten van de windschermen is hierbij een optie.
Figuur 88: Zand inzamelpunt te Raversijde (Edwin Fontaine, 2010)
113
KP tot 2035 2358 2487 4219 2666 13764
Bibliografie A. Poortinga, J. K. (2010, Juni 10). From Micro to Meso-scale in coastal dune development part I: measuring aeolian sediment . Opgeroepen op April 15, 2012, van sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0169555X1100170X Aeolian Transport. (2011, juli 8). http://www.beachapedia.org/Aeolian_Transport
Opgehaald
van
beachapedia:
Aeolian transport of sand. (2007, Februari 15). Opgeroepen op September 26, 2011, van comphys ethz: http://www.comphys.ethz.ch/hans/p/410.pdf Afdeling kust. (2011, Juni 10). Masterplan kustveiligheid. Opgeroepen op Augustus 19, 2011, van zeeweringenkustbeheer afdelingkust: http://zeeweringenkustbeheer.afdelingkust.be/level2.asp?TAAL_ID=1&ITEM_L1_ID=12& ITEM_L2_ID=26 Afdeling kust. (2011, Januari 19). Waarde 1m³ zand voor kustveiligheid. Opgeroepen op Augustus 21, 2011, van west-vlaanderen: http://www.westvlaanderen.be/provincie/beleid_bestuur/gebiedsgerichte_werking/kustbeheer_nl/eengree puitonzerealisaties/activiteitenkalender/Documents/kustbeheer_rsd_zeewering_PPT_Tina _Mertens_waarde_zand.pdf Afdeling Kust, M. M. (2011, juni 10). Masterplan kustveiligheid. Opgehaald van http://zeeweringenkustbeheer.afdelingkust: http://zeeweringenkustbeheer.afdelingkust.be/Userfiles/pdf/110628_RL_Rappor_%20Ku stveiligheidWEB4.pdf Atsuhiro Yuasa, M. S. (2009, Juli 15). Numerical Simulation of Sand Transfer in Desert. Opgeroepen op November 25, 2011, van proceedings.aip.org: http://proceedings.aip.org/resource/2/apcpcs/1207/1/753_1?isAuthorized=no Augustinus, P. (2000). MSc thesis Hijma Lodder. Opgeroepen op Oktober 1, 2011, van igitur archive library uu: http://igitur-archive.library.uu.nl/fysgeo/2009-0306203456/MSc.thesis%20Hijma%20Loddertotaal.pdf. B., M. (1986). Verslag eerste meetkampagne eolisch zandtransport. Opgehaald van vliz: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=135119 Björn Van de Walle, T. M. (2000, Oktober 21). Meegroeien met de zee dankzij strandsuppleties. Opgeroepen op Oktober 4, 2011, van vliz: www.vliz.be/imisdocs/publications/140310.pdf D. W. Fryrear, J. E. (2001). Wind erosion: field measurement and analysis. Opgeroepen op September 30, 2011, van weru ksu edu: http://www.weru.ksu.edu/new_weru/publications/pdf/Wind%20erosionfield%20measurements%20and%20analysis.pdf Dirk Goossens, Z. O. (2000, Juni 14). Wind tunnel and field calibration of five aeolian sand traps. Opgeroepen op Augustus 26, 2011, van sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0169555X00000416 Effects of fetch and surface texture on aeolian sand. (1997, Oktober 1). Opgeroepen op September 25, 2011, van vliz: www.vliz.be/imisdocs/publications/56251.pdf Eolian Processes. (1997, Oktober http://pubs.usgs.gov/gip/deserts/eolian/
10).
Opgehaald
van
pubs:
F. Féccan, B. M. (1998, Mei 25). Parametrization of the increase of the aeolian erosion threshold wind friction velocity due to soil moisture for arid and semi-arid areas. Opgeroepen op November 4, 2011, van ann-geophys: http://www.anngeophys.net/17/149/1999/angeo-17-149-1999.pdf F., S. (1956). Eolisch zandtransport langs het Belgisch strand. Opgehaald van vliz: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=27129&request=146286&pp 114
François Sabatier, M. C. (2002, oktober 27). Validations of aeolian sediment transport formulae. Opgeroepen op september 5, 2011, van univ provence: http://sites.univprovence.fr/geophys/sabatier/transport_sedim_vent_mod%E9lisation/Sabatier_Medcoas 02.pdf G. Sterk, L. S. (2000). Wind Erosion Processes and Control Techniques. Opgeroepen op September 25, 2011, van weru ksu edu: http://www.weru.ksu.edu/symposium/proceedings/sterk.pdf G.F.S. Wiggs, A. B. (2003, Juli 16). The dynamic effects of moisture on the entrainment and transport of sand by wind. Opgeroepen op Januari 5, 2012, van sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0169555X03003106 G.f.S. Wiggs, R. A. (2004, Januari 20). Thresholds of aeolian sand transport: establishing suitable values. Opgeroepen op November 2, 2011, van onlinelibrary wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1046/j.1365-3091.2003.00613.x/abstract Gahlbrandt, S. (1978). Eolian sand trap . http://www.patsnap.com/patents/view/US4199974.html
Opgehaald
van
patsnap:
Goossens, D. (2001). Calibration of Aeolian Sediment Catchers. Opgeroepen op Augustus 26, 2011, van geog.ucl.ac: http://www2.geog.ucl.ac.uk/weels/final_report/section_4.2.pdf Hans J. Herrman, V. S. (2005, Juni 24). numerical methods for aeolian transport. Opgeroepen op September 10, 2011, van comphys: http://www.comphys.ethz.ch/hans/p/378a.pdf Hans J. Herrmann, V. S. (2005, Juni 24). Numerical methods for aeolian transport. Opgeroepen op November 5, 2011, van comphys.ethz: http://www.comphys.ethz.ch/hans/p/378a.pdf Heidorn, K. C. (2001, juni 1). Aeolian Transport. Opgehaald http://www.islandnet.com/~see/weather/elements/aeolian.htm
van
islandnet:
Hjulström, F. (2009, juli 27). Aeolian Transport of Sand and Dust. Opgehaald van oceanworld: http://oceanworld.tamu.edu/resources/environmentbook/aeoliantransport.html Hsu, S. A. (1993, Oktober 12). Determining the power-law wind-profile exponent under near-neutral stability conditions at sea. Opgeroepen op Augustus 19, 2011, van worldwindsinc: http://www.worldwindsinc.com/TechPapers/dgil/marine_power_law_wind_profile.pdf Hu Wenwen, W. P. (2010, Mei 21). The Effect of Wind Turbulence on the Structure of Streamwise Sand Transport. Opgeroepen op Oktober 5, 2011, van scitation: http://scitation.aip.org/getabs/servlet/GetabsServlet?prog=normal&id=APCPCS0012330 00001001178000001&idtype=cvips&gifs=yes&ref=no Hu Wenwen, W. P. (2010). The Effect of Wind Turbulence on the Structure of Streamwise Sand Transport. Opgeroepen op November 15, 2012, van adsabs.harvard: http://adsabs.harvard.edu/abs/2010AIPC.1233.1178W Huang Yi, J. Q. (2008). Coarse dust around mining areas: a study of available dust collectors and their efficiency . Opgeroepen op Oktober 28, 2011, van epubl ltu se: http://epubl.ltu.se/1653-0187/2008/044/ IAN K. McEWAN, B. B. (1993). Sand transport by wind: a review of the current conceptual model. Opgeroepen op September 20, 2011, van sp.lyellcollection: http://sp.lyellcollection.org/content/72/1/7.abstract Jeroen Speybroeck, D. B.-P. (2009). Studie over de impact van zandsuppleties op het ecosysteem. Opgeroepen op Augustus 28, 2011, van zeeweringenkustbeheer afdelingkust:
115
http://zeeweringenkustbeheer.afdelingkust.be/Userfiles/pdf/Ecologische%20Impact%20 Zandsuppleties%20-%20Literatuurstudie%20-%20fase%20I.pdf JINREN NI, Z. L. (2003, Maart 25). Blown-sand transport rate. Opgeroepen op September 17, 2011, van online library wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.1006/abstract Kadib, A.-L. (1964, April). Calculation procedure for sand transport by wind on natural beaches. Opgeroepen op November 15, 2011, van archive: http://www.archive.org/details/calculationproce00kadi Karl F. Nordstrom, N. L. (2010, Oktober 14). Aeolian transport rates across raked and unraked beaches on a developed coast. Opgeroepen op November 18, 2011, van onlinelibrary.wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.2105/abstract Kenneth Pye, H. T. (2009). Aeolian Sand and Sand dunes. Springer. Kok, J. F. (2009). UNDERSTANDING WIND-BLOWN SAND AND THE ELECTRIFICATION OF GRANULAR SYSTEMS. Opgeroepen op November 5, 2011, van sitemaker umich: http://sitemaker.umich.edu/jasperkok/files/jasperkok_dissertation.pdf Kuhlman, H. (1960). The terminology of the geo-aeolian environment especially in relation to Danish landscapes . Opgehaald van tidsskrift: http://www.tidsskrift.dk/visning.jsp?markup=&print=no&id=69253 Kuhlman, H. (1961). The terminology of the geo-aeolian environment especially in relation to Danish landscapes . Opgeroepen op Oktober 30, 2011, van tidsskrift dk: http://www.tidsskrift.dk/visning.jsp?markup=&print=no&id=69253 L.J. Hagenar, S. v. (2009, Oktober 16). Estimating the saltation and suspension components from field wind erosion. Opgeroepen op September 5, 2011, van sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1875963709000287 Lavrenov, M. Noorse fjordenkust. Luo, P. (2007, September 24). Comparison of wind erosion measurements in a drift sand area in the Netherlands with simulated mass transport by WEPS. Opgeroepen op November 15, 2011, van ldd.wur: http://www.ldd.wur.nl/NR/rdonlyres/1B59C0DE-8E364B61-9F7A-77F166DA45C8/80806/LuoPengthesis_m.pdf Lyles, L. (1988). Basic Wind Erosion Processes. Opgeroepen op Augustus 20, 2011, van weru ksu edu: http://weru.ksu.edu/new_weru/publications/Andrew_pdf/86-315-B.pdf M.P. Almeida, J. A. (2007, Februari 15). Aeolian transport of sand. Opgeroepen op November 20, 2011, van comphys: http://www.comphys.ethz.ch/hans/p/410.pdf Mariano J. Mendez a, ,. R. (2010, Juni 2). Field wind erosion measurements with Big Spring Number Eight (BSNE) and Modified Wilson and Cook (MWAC) samplers. Opgeroepen op Augustus 10, 2011, van sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0169555X11000390 McCauley, J. F. (1973). desert guide. Opgeroepen op December 20, 2011, van agc army mil: http://www.agc.army.mil/desert_guide/lpisheet/lp235.htm MDK. (2010). BLAST . Pilotsites BLAST. Measurement of aeolian sediment transport. (sd). Opgehaald van dantecdynamics: http://www.dantecdynamics.com/Default.aspx?ID=490 Morselt, I. T. (2010, Februari 8). ECONOMISCHE EN MILIEUKUNDIGE EFFECTEN VAN DE ZANDWINSTRATEGIE. Opgeroepen op Augustus 19, 2011, van noordzeeloket: http://www.noordzeeloket.nl/Images/Blueconomy%20%20Economische%20en%20milieukundige%20effecten%20van%20de%20zandwinstrate gie_tcm14-4933.pdf
116
Nelson, S. A. (1990). deserts and winds. Opgeroepen op December 20, 2011, van earthsci: http://earthsci.org/education/teacher/basicgeol/windes/windes.html Ning Wang, B.-G. H. (2011, September 27). Real-Time Simulation of Aeolian Sand Movement and Sand Ripple Evolution: A Method Based on the Physics of Blown Sand. Opgeroepen op Januari 30, 2012, van citeulike: http://www.citeulike.org/article/10219689 Ning Wang, B.-G. H. (2011, September 27). Real-Time Simulation of Aeolian Sand Movement and Sand Ripple Evolution: A Method Based on the Physics of Blown Sand. Opgeroepen op December 26, 2011, van citeulike: http://www.citeulike.org/article/10219689 Nolet, C. (2011). Beach surface moisture mapping as a spatiotemporal parameter for aeolian sand transport prediction. Opgeroepen op December 20, 2011, van ldd.wur: http://www.ldd.wur.nl/NR/rdonlyres/1B59C0DE-8E36-4B61-9F7A77F166DA45C8/151662/CorjanNolet.pdf O. Duràn, P. C. (1990). On aeolian transport: grain-scale interactions, dynamical mechanisms and scaling laws. Opgeroepen op Oktober 7, 2011, van pmmh espci : http://www.pmmh.espci.fr/fr/morphodynamique/papers/AeolianReview.pdf Parigiani, J. (2009, Oktober). Modelling wind-blown sediment transport in the agricultural valleys of southern patagonia. Opgeroepen op Augustus 20, 2011, van ldd wur: http://www.ldd.wur.nl/NR/rdonlyres/1B59C0DE-8E36-4B61-9F7A77F166DA45C8/96810/ModellingWindBlownSedimentTransportintheagricultur.pdf Peijun Shi, P. Y. (2004). Wind erosion research in China: past, present and future. Opgeroepen op November 18, 2011, van adrem: http://adrem.org.cn/Faculty/ShiPJ/articals/Wind%20Erosion%20Research%20in%20Chin a%20Past,%20Present%20and%20Future.pdf Pierre Belly, Y. B. (1964, Januari). sand movement by wind. Opgeroepen op Augustus 15, 2011, van tudelft: http://scholar.google.be/scholar_url?hl=nl&q=http://repository.tudelft.nl/assets/uuid:f50 51163-7a83-440d-9d0292683a442549/TLN1009001.pdf&sa=X&scisig=AAGBfm25XQtY3mkYAUCstvR0X70nagstA&oi=scholarr Piketh, S. (2010, Maart 17). Characterization and comparison of aeolian dust collected by horizontal flux gauges and vertical deposit gauges. Opgeroepen op Augustus 28, 2011, van wiredspace: http://wiredspace.wits.ac.za/handle/10539/7729 Quantitative Measurements of Aeolian Sand Transport. (1958). Opgeroepen op Oktober 15, 2011, van tidsskrift: http://www.tidsskrift.dk/visning.jsp?markup=&print=no&id=69825 R. Hessel, J. S. (2010). Huide maatregelen tegen water- en winderosie in Nederland. Opgeroepen op December 1, 2011, van bicat: http://bicat.sfbnet.nl/blob/HESHMTW9999.pdf Robin G. D. Davidson-Arnott, Y. Y. (2008, Juni 8). The effects of surface moisture on aeolian sediment transport threshold and mass flux on a beach. Opgeroepen op Januari 5, 2012, van onlinelibrary: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.1527/abstract S. A. Hsu, J. R. (2002, April 30). Wind-blown sediment transport. Opgeroepen op September 19, 2011, van publications eng manuals: http://140.194.76.129/publications/eng-manuals/em1110-2-1100/PartIII/Part-IIIChap_4entire.pdf S. Aoki, J. (2009). Wind-Blown sand and topographic changes of the Coastal dunes at the eroded beach. Opgeroepen op November 19, 2011, van e-geo.fcsh: http://egeo.fcsh.unl.pt/ICS2009/_docs/ICS2009_Volume_I/322.326_Junaidi_ICS2009.pdf
117
S. M. ARENS¸J. H. VAN BOXEL, J. O. (2002, Maart 22). CHANGES IN GRAIN SIZE OF SAND IN TRANSPORT OVER A FOREDUNE. Opgeroepen op Oktober 28, 2011, van onlinelibrari.wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.418/abstract S.M. Arens, G. v. (1993, November 25). Saltation sand traps for the measurement of aeolian transport into the foredunes. Opgeroepen op Augustus 30, 2011, van dare.uva: http://dare.uva.nl/document/29079 Schatz, H. J. (2005, juni 21). numeric methods for aeolian transport. Opgehaald van comphys: http://www.comphys.ethz.ch/hans/p/378a.pdf Schönfeldt, H.-J. (1990). Turbulence and aeolian sand transport. Opgeroepen op Oktober 2, 2011, van uni-leipzig: http://www.uni-leipzig.de/~meteo/de/HANS/presentation.pdf Schönfeldt, H.-J. (2008, April 16). Turbulence and aeolian sand transport. Opgeroepen op November 30, 2011, van uni-leipzig: http://www.unileipzig.de/~meteo/de/HANS/presentation.pdf Shota Shimazu, T. T. (2009, Juli 15). Control of Sand Movement on Model Dune by Fence Installation. Opgeroepen op December 10, 2011, van proceedings.aip: http://proceedings.aip.org/resource/2/apcpcs/1207/1/95_1?isAuthorized=no Simon J. van Donk, E. L. (2001). Field Experiments for Evaluating Wind Erosion Models. Opgeroepen op September 4, 2011, van weru ksu edu: http://www.weru.ksu.edu/new_weru/publications/pdf/Field%20experiments%20for%20e valuating%20wind%20erosion%20models.pdf Snacken, F. (1956, Oktober 31). Eolisch zandtransport langs het Belgisch strand. Opgeroepen op September 28, 2011, van vliz: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=27129&request=146286&pp=print Sterk, G. (1997). Wind Erosion in the Sahelian Zone of Niger Processes, Models, and Control Techniques. Opgeroepen op Augustus 27, 2011, van edepot: http://edepot.wur.nl/116580 Stijn Van Kerckhoven, M. R. (2009, Februari 1). Afbakening van gebieden gevoelig aan winderosie in Vlaanderen. Opgeroepen op Februari 16, 2012, van lne: http://www.lne.be/themas/bodem/erosie2/afbeeldingen-en-pdf/afbakening-vangebieden-gevoelig-aan-winderosie-in-vlaanderen Susumu Kubota, K. H. (1982). Blown sand on beaches. Opgeroepen op September 20, 2011, van journals: http://journals.tdl.org/ICCE/article/viewFile/3688/3371 Swart, D. H. (1986). Prediction of wind-driven transport rates. Opgeroepen op September 16, 2011, van journals tdl: http://journals.tdl.org/ICCE/article/viewFile/4118/3800 TED M. ZOBECK, G. S. (2003, April 23). Measurement and data analysis methods for fieldscale wind erosion studies and model validation. Opgeroepen op December 20, 2011, van ddr: http://ddr.nal.usda.gov/bitstream/10113/47739/1/IND44490141.pdf TED M. ZOBECK, G. S. (2003, April 23). Measurement and data analysis methods for fieldscale. Opgeroepen op Oktober 8, 2011, van onlinelibrary wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.1033/pdf TED M. ZOBECK, G. S. (2003, april 23). MEASUREMENT AND DATA ANALYSIS METHODS FOR FIELDSCALE WIND EROSION STUDIES AND MODEL VALIDATION. Opgeroepen op februari 19, 2012, van onlinelibrary: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.1033/pdf TED M. ZOBECK, G. S. (2003, April 23). MEASUREMENT AND DATA ANALYSIS METHODS FOR FIELDSCALE WIND EROSION STUDIES AND MODEL VALIDATION. Opgeroepen op Oktober 26, 2011, van ddr.nal.usda.gov: http://ddr.nal.usda.gov/bitstream/10113/47739/1/IND44490141.pdf
118
Theo Bakker, H. E.–O. (2003, September). Preadvies stuifzanden. Opgeroepen op Oktober 11, 2011, van barger science: www.barger.science.ru.nl Tian Li Bo, X. J. (2011, Augustus 23). Bulk transportation of sand particles in quantitative simulations of dune field evolution. Opgeroepen op December 20, 2011, van sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0032591011004256 Tsoar, H. (2000). Types of Aeolian Sand Dunes and Their Formation. Opgeroepen op Augustus 25, 2011, van boker: http://www.boker.org.il/meida/negev/desert_biking/bagnold/Types__of_Aeolian_sand_d unes.pdf Udo, K. (2009, Augustus 26). New Method for Estimation of Aeolian Sand Transport Rate Using Ceramic Sand Flux Sensor (UD-101). Opgeroepen op Augustus 20, 2011, van mdpi: http://www.mdpi.com/1424-8220/9/11/9058/ Vanoni, V. A. (2006). Sedimentation Engineering. ASCE. W. M. CORNELIS, D. G. (2003). The effect of surface moisture on the entrainment of dune sand by wind: an evaluation of selected models. Opgeroepen op November 1, 2011, van onlinelibrary wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1046/j.13653091.2003.00577.x/pdf Wal, D. v. (1999, December 9). Aeolian transport of nourishment sand in beach-dune environments. Opgeroepen op Oktober 21, 2011, van library wur nl: http://library.wur.nl/WebQuery/clc/967072 Wim M. Cornelis, D. G. (2003, November 6). A Parameterisation for the Threshold Shear Velocityto Initiate Deflation of Dry and Wet Sediment. Opgeroepen op Oktober 15, 2011, van sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0169555X0300312X Y. Shao, G. M. (1993, Augustus). Efficiencies of Sediment Samplers for Wind Erosion Measurement. Opgeroepen op Augustus 26, 2011, van geomet.uni-koeln: http://www.geomet.unikoeln.de/fileadmin/Dokumente/Arbeitsgruppen/Meteorologie/Shao__Yaping/pdfs/Shao_e tal_1993_sediment_samplers.pdf Z. Dong, Z. Z. (2011, Mei 6). An aeolian transport model for flat shifting sand fields under dynamic-limiting conditions. Opgeroepen op November 3, 2011, van citeulike: http://www.citeulike.org/article/9276926 Zhibao Dong, J. L. (2011, Maart 21). Equations for the near-surface mass flux density profile of wind-blown sediments. Opgeroepen op November 10, 2011, van onlinelibrary wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.2151/abstract Zhibao Dong, J. L. (2011, Maart 21). Equations for the near‐surface mass flux density profile of wind‐blown sediments. Opgeroepen op Oktober 26, 2011, van onlinelibrary.wiley: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/esp.2151/abstract Zhibao Dong, X. L. (2001, November 15). Aeolian sand transport: a wind tunnel model. Opgeroepen op November 30, 2011, van casnw: http://www.casnw.net/desertlabweb/members/Dongzhibao.files/%E5%B7%B2%E5%8F %91%E8%A1%A8%E8%AE%BA%E8%91%97/Aeolian%20sand%20transport%20a%20 wind%20tunnel%20model.pdf Zhibao Dong, X. L. (2002, December 11). Aeolian sand transport: a wind tunnel model. Opgeroepen op September 25, 2011, van casnw: http://www.casnw.net/outside/keyan/desert/%E4%BA%BA%E5%91%98%E7%BB%84 %E6%88%90/%E8%91%A3%E6%B2%BB%E5%AE%9D.files/%E5%B7%B2%E5%8F%9 1%E8%A1%A8%E8%AE%BA%E6%96%87/Aeolian%20sand%20transport%20a%20win d%20tunnel%20model.pdf
119
Zoltàn Csahok, C. M. (2008, Februari 1). Dynamics of aeolian sand ripples. Opgeroepen op Januari 3, 2012, van arxiv: http://arxiv.org/abs/cond-mat/0001336
120
Bijlage Inhoud Tabellenlijst .......................................................................................................... 3 Figurenlijst ........................................................................................................... 5 A.
Metingen eolisch transport ............................................................................. 7
1.
Datum 29/11/2011 ....................................................................................... 7 a.
Opgevangen materiaal ............................................................................... 7
b.
Integratie curves ....................................................................................... 8
c.
Windsnelheden : ......................................................................................13
2.
Datum 05/12/2011 ......................................................................................15 d.
Opgevangen materiaal ..............................................................................15
e.
Integratie curves ......................................................................................16
f.
Windsnelheden : ......................................................................................21
3.
Datum 15/12/2011, deel 1 ...........................................................................23 g.
Opgevangen materiaal ..............................................................................23
h.
Integratie curves ......................................................................................24
i.
Windsnelheden : ......................................................................................29
4.
Datum 15/12/2011, deel 2 ...........................................................................31 j.
Opgevangen materiaal ..............................................................................31
k.
Integratie curves ......................................................................................32
l.
Windsnelheden : ......................................................................................37
5.
Datum 20/12/2011 ......................................................................................39 m. n.
6.
B.
Opgevangen materiaal ...........................................................................39 Windsnelheden : ......................................................................................41
Datum 15/04/2012 ......................................................................................43 o.
Opgevangen materiaal ..............................................................................43
p.
Integratie curves ......................................................................................44
q.
Windsnelheden : ......................................................................................49 Randfactoren ..............................................................................................51
1.
Wind: ........................................................................................................51
2.
Windrichting: ..............................................................................................51
3.
Luchtdruk: .................................................................................................52
4.
Temperatuur: .............................................................................................52
5.
Water: .......................................................................................................52
6.
Veldlengtes : ..............................................................................................53
C.
Q’s functie 3 ...............................................................................................56
1.
Datum 29/11/2011 ......................................................................................56
2.
Datum 5/12/2011 .......................................................................................59 1
3.
Datum 15/12/2011 (1) ................................................................................62
4.
Datum 15/12/2011 (2) ................................................................................65
5.
Datum 15/04/2012 ......................................................................................68
D.
Beta-variaties .............................................................................................72
E.
Zevingen strandzand ...................................................................................75 17/11/2011: .....................................................................................................75 28/11/2011: .....................................................................................................78 19/12/2012: .....................................................................................................81 16/03/2012 A: ..................................................................................................84 16/03/2012 B: ..................................................................................................86 16/03/2012 C: ..................................................................................................88
F.
Zevingen eolisch zand : ...............................................................................90 Hoogte 1: .........................................................................................................90 Hoogte 2: .........................................................................................................93 Hoogte 3: .........................................................................................................95 Hoogte 4: .........................................................................................................96 Hoogte 5: .........................................................................................................97
G.
Foutenanalyse.............................................................................................98
Fout -3 mm: .....................................................................................................98 Fout +3 mm: ....................................................................................................99 Transportverlies: ............................................................................................. 100 Verticaliteit catchers -: ..................................................................................... 101 Verticaliteit catchers +: .................................................................................... 102 Vervuiling MWAC: ............................................................................................ 103 Weegfout begin -0,003 g: ................................................................................. 104 Weegfout begin +0,003 g: ................................................................................ 105 Weegfout eind -0,003 g: ................................................................................... 106 Weegfout eind +0,003 g: .................................................................................. 107 H. I.
Notitiebladeren topografische metingen........................................................ 108 Topografische metingen ................................................................................. 112
Raai A: ........................................................................................................... 112 Raai B: ........................................................................................................... 114 Raai C: ........................................................................................................... 116
2
Tabellenlijst Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel
A-1: Meting 29/11/2011 ................................................................................ 7 A-2: Windsnelheden 29/11/2011 ...................................................................13 A-3: Meting 05/12/2011 ...............................................................................15 A-4: Windsnelheden 5/12/2011 .....................................................................21 A-5: Meting 15/12/2011 deel 1 ......................................................................23 A-6: Windsnelheden 15/12/2011 deel 1 ..........................................................29 A-7: Meting 15/12/2011 deel 2 ......................................................................31 A-8: Windsnelheden 15/12/2011 deel 2 ..........................................................37 A-9: Meting 20/12/2011 ...............................................................................39 A-10: Windsnelheden 20/12/2011 ..................................................................41 A-11: Meting 15/04/2012 .............................................................................43 A-12: Windsnelheden 15/04/2012 ..................................................................49 B-1: Samenvatting windsnelheden .................................................................51 B-2: Samenvatting windrichtingen .................................................................51 B-3: Samenvatting luchtdruk .........................................................................52 B-4: Samenvatting temperatuur ....................................................................52 B-5: Samenvatting watergehalte ....................................................................52 C-1: Overzicht 29/11/2011 ...........................................................................56 C-2: Q gewoon 29/11/2011...........................................................................57 C-3: Q dijk 29/11/2011 ................................................................................58 C-4: Overzicht 5/12/2011 .............................................................................59 C-5: Q gewoon 5/12/2011 ............................................................................60 C-6: Q dijk 5/12/2011 ..................................................................................61 C-7: Overzicht 15/12/2011 (1) ......................................................................62 C-8: Q gewoon 15/12/2011 (1) .....................................................................63 C-9: Q dijk 15/12/2011 (1) ...........................................................................64 C-10: Overzicht 15/12/2011 (2) ....................................................................65 C-11: Q gewoon 15/12/2011 (2)....................................................................66 C-12: Q dijk 15/12/2012 (2) .........................................................................67 C-13: Overzicht 15/04/2012 ..........................................................................68 C-14: Q gewoon 15/04/2012 .........................................................................69 C-15: Q dijk 15/04/2012 ..............................................................................70 E-1: 17/11/2011 zeving 1 .............................................................................75 E-2: 17/11/2011 zeving 2 .............................................................................76 E-3: 17/11/2011 zeving 3 .............................................................................76 E-4: 17/11/2011 zeving 4 .............................................................................76 E-5: 17/11/2011 zeving 5 .............................................................................77 E-6: Gemiddelde zeving 17/11/2011 ..............................................................77 E-7: 28/11/2011 zeving 1 .............................................................................78 E-8: 28/11/2011 zeving 2 .............................................................................78 E-9: 28/11/2011 zeving 3 .............................................................................79 E-10: 28/11/2011 zeving 4 ...........................................................................79 E-11: Gemiddelde zeving 28/11/2011 ............................................................80 E-12: 19/12/2011 zeving 1 ...........................................................................81 E-13: 19/12/2011 zeving 2 ...........................................................................81 E-14: 19/12/2011 zeving 3 ...........................................................................82 E-15: 19/12/2011 zeving 4 ...........................................................................82 E-16: Gemiddelde zeving 19/12/2011 ............................................................83 E-17: 16/03/2012 A zeving 1 ........................................................................84 E-18: 16/03/2012 A zeving 2 ........................................................................84 E-19: 16/03/2012 A zeving 3 ........................................................................85 E-20: Gemiddelde zeving 16/03/2012 A..........................................................85 E-21: 16/03/2012 B zeving 1 ........................................................................86 E-22: 16/03/2012 B zeving 2 ........................................................................86 3
Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel
E-23: 16/03/2012 B zeving 3 ........................................................................87 E-24: Gemiddelde zeving 16/03/2012 B..........................................................87 E-25: 16/03/2012 C zeving 1 ........................................................................88 E-26: 16/03/2012 C zeving 2 ........................................................................88 E-27: 16/03/2012 C zeving 3 ........................................................................89 E-28: Gemiddelde zeving 16/03/2012 C .........................................................89 F-1: Zeving hoogte 1: A+B ...........................................................................90 F-2: Zeving hoogte 1: C+D ...........................................................................91 F-3: Zeving hoogte 1: E ................................................................................91 F-4: Zeving hoogte 1: F+G ...........................................................................91 F-5: Zeving hoogte 1: H+I ............................................................................92 F-6: Gemiddelde zeving hoogte 1 ...................................................................92 F-7: Zeving hoogte 2: A-D ............................................................................93 F-8: Zeving hoogte 2: E-I .............................................................................93 F-9: Gemiddelde zeving hoogte 2 ...................................................................94 F-10: Zeving hoogte 3 ..................................................................................95 F-11: Zeving hoogte 4 ..................................................................................96 F-12: Zeving hoogte 5 ..................................................................................97 G-1: Fout f(z) -3 mm ...................................................................................98 G-2: Fout Q -3 mm ......................................................................................98 G-3: Fout f(z) +3 mm ..................................................................................99 G-4: Fout Q +3 mm .....................................................................................99 G-5: Fout f(z) transportverlies ..................................................................... 100 G-6: Fout Q transportverlies ........................................................................ 100 G-7: Fout f(z) verticaliteit catchers – ............................................................ 101 G-8: Fout Q verticaliteit catchers – ............................................................... 101 G-9: Fout f(z) verticaliteit catchers + ........................................................... 102 G-10: Fout Q verticaliteit catchers + ............................................................ 102 G-11: Fout f(z) vervuiling MWAC .................................................................. 103 G-12: Fout Q vervuiling MWAC .................................................................... 103 G-13: Fout f(z) weegfout begin -0,003 g ....................................................... 104 G-14: Fout Q weegfout begin -0,003 g ......................................................... 104 G-15: Fout f(z) Weegfout begin +0,003 g ..................................................... 105 G-16: Fout Q weegfout begin +0,003 g ........................................................ 105 G-17: Fout f(z) weegfout eind -0,003 g ........................................................ 106 G-18: Fout Q weegfout eind -0,003 g ........................................................... 106 G-19: Fout f(z) weegfout eind +0,003 g ....................................................... 107 G-20: Fout Q weegfout eind +0,003 g .......................................................... 107 H-1: Meting raai A...................................................................................... 108 H-2: Meting raai B...................................................................................... 109 H-3: Meting raai C ..................................................................................... 110 H-4: Onderlinge afstanden meetpunten ........................................................ 111 I-1: Onderlinge vergelijking raai A ............................................................... 112 I-2: Onderlinge vergelijking Raai B ............................................................... 114 I-3: Onderlinge vergelijking Raai C ............................................................... 116
4
Figurenlijst Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
A-1: 29/11/2011 Vanger A............................................................................ 8 A-2: 29/11/2011 Vanger B ........................................................................... 9 A-3: 29/11/2011 Vanger C ........................................................................... 9 A-4: 29/11/2011 Vanger D ..........................................................................10 A-5: 29/11/2011 Vanger E ...........................................................................10 A-6: 29/11/2011 Vanger F ...........................................................................11 A-7: 29/11/2011 Vanger G ..........................................................................11 A-8: 29/11/2011 Vanger H ..........................................................................12 A-9: 29/11/2011 Vanger I ...........................................................................12 A-10: Windsnelheden 29/11/2011 ................................................................14 A-11: 5/12/2011 Vanger A...........................................................................16 A-12: 5/12/2011 Vanger B ..........................................................................17 A-13: 5/12/2011 Vanger C ..........................................................................17 A-14: 5/12/2011 Vanger D ..........................................................................18 A-15: 5/12/2011 Vanger E ...........................................................................19 A-16: 5/12/2011 Vanger F ...........................................................................19 A-17: 5/12/2011 Vanger G ..........................................................................19 A-18: 5/12/2011 Vanger H ..........................................................................20 A-19: 5/12/2011 Vanger I ...........................................................................20 A-20: Windsnelheden 5/12/2011 ..................................................................22 A-21: 15/12/2011 deel 1 Vanger A ...............................................................24 A-22: 15/12/2011 deel 1 Vanger B ...............................................................25 A-23: 15/12/2011 deel 1 Vanger C ...............................................................25 A-24: 15/12/2011 deel 1 Vanger D ...............................................................26 A-25: 15/12/2011 deel 1 Vanger E ...............................................................26 A-26: 15/12/2011 deel 1 Vanger F................................................................27 A-27: 15/12/2011 deel 1 Vanger G ...............................................................27 A-28: 15/12/2011 deel 1 Vanger H ...............................................................28 A-29: 15/12/2011 deel 1 Vanger I ................................................................28 A-30: Windsnelheden 15/12/2011 deel 1 .......................................................30 A-31: 15/12/2011 deel 2 Vanger A ...............................................................32 A-32: 15/12/2011 deel 2 Vanger B ...............................................................33 A-33: 15/12/2011 deel 2 Vanger C ...............................................................33 A-34: 15/12/2011 deel 2 Vanger D ...............................................................34 A-35: 15/12/2011 deel 2 Vanger E ...............................................................34 A-36: 15/12/2011 deel 2 Vanger F................................................................35 A-37: 15/12/2011 deel 2 Vanger G ...............................................................35 A-38: 15/12/2011 deel 2 Vanger H ...............................................................36 A-39: 15/12/2011 deel 2 Vanger I ................................................................36 A-40: Windsnelheden 15/12/2011 deel 2 .......................................................38 A-41: Windsnelheden 20/12/2011 ................................................................42 A-42: 15/04/2012 Vanger A .........................................................................44 A-43: 15/04/2012 Vanger B .........................................................................45 A-44: 15/04/2012 Vanger C .........................................................................45 A-45: 15/04/2012 Vanger D ........................................................................46 A-46: 15/04/2012 Vanger E .........................................................................46 A-47: 15/04/2012 Vanger F .........................................................................47 A-48: 15/04/2012 Vanger G ........................................................................47 A-49: 15/04/2012 Vanger H .........................................................................48 A-50: 15/04/2012 Vanger I .........................................................................48 A-51: Windsnelheden 15/04/2012 ................................................................50 B-1 ...........................................................................................................53 B-2 ...........................................................................................................53 B-3 ...........................................................................................................54 5
Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
B-4 ...........................................................................................................54 B-5 ...........................................................................................................55 C-16: parameter ......................................................................................71 D-1: Beta = 2,5 ..........................................................................................72 D-2: Beta = 2,6 ..........................................................................................72 D-3: Beta = 2,7 ..........................................................................................73 D-4: Beta = 2,8 ..........................................................................................73 D-5: Beta = 2,9 ..........................................................................................74 E-1: Zeefkrommes 17/11/2011 ....................................................................75 E-2: Gemiddelde zeefkromme 17/11/2011 .....................................................77 E-3: Zeefkrommes 28/11/2011 ....................................................................78 E-4: gemiddelde zeefkromme 28/11/2011 .....................................................80 E-5: Zeefkrommes 19/12/2011 ....................................................................81 E-6: Gemiddelde zeefkromme 19/12/2011 .....................................................83 E-7: Zeekrommes 16/03/2012 A ..................................................................84 E-8: Gemiddelde zeefkromme 16/03/2012 A ..................................................85 E-9: Zeefkrommes 16/03/2012 B .................................................................86 E-10: Gemiddelde zeefkrome 16/03/2012 B ...................................................87 E-11: Zeefkrommes 16/03/2012 C ................................................................88 E-12: Gemiddelde zeefkromme 16/03/2012 C ................................................89 F-1: Zeefkrommes hoogte 1 .........................................................................90 F-2: Gemiddelde zeefkromme hoogte 1 .........................................................92 F-3: Zeefkrommes hoogte 2 .........................................................................93 F-4: Gemiddelde zeefkromme hoogte 2 .........................................................94 F-5: Zeefkromme hoogte 3 ..........................................................................95 F-6: Zeefkromme hoogte 4 ..........................................................................96 F-7: Zeefkromme hoogte 5 ..........................................................................97 I-1: Grafische vergelijking raai A ................................................................ 113 I-2: Grafische vergelijking Raai B ............................................................... 115 I-3: Grafische vergelijking Raai C ............................................................... 117
6
A. Metingen eolisch transport 1. Datum 29/11/2011 a.
Opgevangen materiaal Tabel A-1: Meting 29/11/2011
z [m]
Vanger
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
Massa [g]
Openingstijd [hh:mm:ss]
Sluitingstijd [hh:mm:ss]
Tijd [s]
0,153 0,293 0,543 0,793 1,043
A1 A2 A3 A4 A5
14,384 14,404 14,298 13,810 14,347
15,363 14,687 14,562 13,921 14,361
0,816 0,236 0,220 0,092 0,012
0:21:31 0:21:02 0:20:49 0:20:33 0:20:16
1:37:20 1:37:25 1:37:28 1:37:32 1:37:37
4549 4583 4599 4619 4641
0,164 0,304 0,554 0,804 1,054 0,12 0,26 0,51 0,76 1,01 0,152 0,222 0,292 0,542 0,792 0,137 0,277 0,527 0,777 1,027 0,153 0,293 0,543 0,793 1,043 0,173 0,313 0,563 0,813 1,063 0,182 0,322
B1 B2 B3 B4 B5 C1 C2 C3 C4 C5 D1 D2 D3 D4 D5 E1 E2 E3 E4 E5 F1 F2 F3 F4 F5 G1 G2 G3 G4 G5 H1 H2
14,262 13,804 14,404 14,612 14,560 14,255 14,338 14,219 14,511 14,352 13,781 13,632 13,644 13,837 14,482 13,621 13,631 13,598 14,485 13,774 14,232 13,820 13,793 14,608 13,636 13,763 13,797 13,802 13,623 13,766 14,659 13,632
15,379 14,003 14,448 14,626 14,564 16,470 14,582 14,254 14,528 14,360 14,913 13,964 13,823 13,845 14,489 18,247 14,289 13,726 14,496 13,781 14,879 14,142 13,827 14,621 13,641 14,564 14,017 13,893 13,643 13,770 15,323 13,749
0,931 0,166 0,037 0,012 0,003 1,846 0,203 0,029 0,014 0,007 0,943 0,277 0,149 0,007 0,006 3,855 0,548 0,107 0,009 0,006 0,539 0,268 0,028 0,011 0,004 0,668 0,183 0,076 0,017 0,003 0,553 0,098
0:19:41 0:19:22 0:19:09 0:18:51 0:18:30 0:17:00 0:17:19 0:17:33 0:17:51 0:18:06 0:09:28 0:10:22 0:10:51 0:11:22 0:11:56 0:13:50 0:13:34 0:13:01 0:12:38 0:13:17 0:16:10 0:16:18 0:15:50 0:15:42 0:14:35 0:04:48 0:04:12 0:03:42 0:03:19 0:02:50 0:00:25 0:00:53
1:38:19 1:38:12 1:38:08 1:38:02 1:37:52 1:38:51 1:38:47 1:38:44 1:38:37 1:38:33 1:37:05 1:37:00 1:36:57 1:36:48 1:36:41 1:36:22 1:36:17 1:36:13 1:36:04 1:35:58 1:35:47 1:35:44 1:35:39 1:35:31 1:35:22 1:32:36 1:31:29 1:33:25 1:33:02 1:33:27 1:34:37 1:34:30
4718 4730 4739 4751 4762 4911 4888 4871 4846 4827 5257 5198 5166 5126 5085 4952 4963 4992 5006 4961 4777 4766 4789 4789 4847 5268 5237 5383 5383 5437 5652 5617 7
0,572 0,822 1,072 0,168 0,308 0,558 0,808 1,058
H3 H4 H5 I1 I2 I3 I4 I5
14,464 13,814 14,583 14,602 14,905 13,634 13,763 14,732 b.
14,509 13,833 14,587 15,671 15,073 13,681 13,785 14,741
0,037 0,016 0,003 0,891 0,140 0,039 0,018 0,008
0:01:20 0:01:48 0:02:16 0:06:50 0:07:19 0:07:38 0:08:05 0:08:29
1:34:24 1:34:15 1:34:07 1:35:06 1:35:04 1:35:02 1:35:00 1:34:55
5584 5547 5511 5296 5265 5244 5215 5186
Integratie curves
Vanger A Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
4.5 4 3.5 3 f(z)[g. m-2. s-1]
2.5
f(z)2[g. m-2. s-1] 2
f(z)3[g. m-2. s-1]
1.5
f(z)4[g. m-2. s-1]
1
f(z)5[g. m-2. s-1]
0.5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-1: 29/11/2011 Vanger A
8
Vanger B 5 Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
4.5 4 3.5 3
f(z)[g. m-2. s-1]
2.5
f(z)2[g. m-2. s-1]
2
f(z)3[g. m-2. s-1]
1.5
f(z)4[g. m-2. s-1]
1
f(z)5[g. m-2. s-1]
0.5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-2: 29/11/2011 Vanger B
Vanger C Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
8 7 6 5
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
4
f(z)3[g. m-2. s-1]
3
f(z)4[g. m-2. s-1] 2
f(z)5[g. m-2. s-1]
1 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-3: 29/11/2011 Vanger C
9
Vanger D Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
4.5 4 3.5 3 f(z)[g. m-2. s-1]
2.5
f(z)2[g. m-2. s-1] 2
f(z)3[g. m-2. s-1]
1.5
f(z)4[g. m-2. s-1]
1
f(z)5[g. m-2. s-1]
0.5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-4: 29/11/2011 Vanger D
Vanger E 20 Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
18 16 14 12
f(z)[g. m-2. s-1]
10
f(z)2[g. m-2. s-1]
8
f(z)3[g. m-2. s-1]
6
f(z)4[g. m-2. s-1]
4
f(z)5[g. m-2. s-1]
2 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-5: 29/11/2011 Vanger E
10
Vanger F Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
3 2.5 2 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
1.5
f(z)3[g. m-2. s-1] 1
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
0.5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-6: 29/11/2011 Vanger F
Vanger G Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
3.5 3 2.5 f(z)[g. m-2. s-1]
2
f(z)2[g. m-2. s-1] 1.5
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
1
f(z)5[g. m-2. s-1] 0.5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-7: 29/11/2011 Vanger G
11
Vanger H Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
2.5
2
1.5
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1] f(z)3[g. m-2. s-1]
1
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
0.5
0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-8: 29/11/2011 Vanger H
Vanger I Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
4.5 4 3.5 3 f(z)[g. m-2. s-1]
2.5
f(z)2[g. m-2. s-1] 2
f(z)3[g. m-2. s-1]
1.5
f(z)4[g. m-2. s-1]
1
f(z)5[g. m-2. s-1]
0.5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
Hoogte [m] Figuur A-9: 29/11/2011 Vanger I
12
c.Windsnelheden : Tabel A-2: Windsnelheden 29/11/2011
Hoogte [m]: Tijd [min] 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66
boven
onder
1.009
0.284
boven Snelheid Uavg [m.s-1] 5.05 4.53 4.73 4.39 4.28 4.85 4.76 4.49 4.51 4.62 4.64 4.71 4.69 4.6 4.62 4.53 4.6 4.73 4.76 4.46 4.51 4.33 4.35 4.51 4.51 4.44 4.35 4.35 4.15 4.08 4.06 4.12 4.12 4.03
onder Snelheid Uavg [m.s-1] 5.24 4.74 4.67 4.62 4.01 3.67 3.6 3.58 3.37 3.39 3.53 3.75 3.84 3.82 3.91 3.8 3.91 3.91 3.89 4.01 3.98 3.89 3.75 3.7 3.67 3.84 3.94 3.86 3.96 3.98 3.91 3.7 3.56 3.6
13
Gemiddelde windsnelheid [m.s-1]
Gemiddelde windsnelheden 6 5 4 3
boven
2
onder
1 0 0
10
20
30
40
50
60
70
Tijd [min] Figuur A-10: Windsnelheden 29/11/2011
14
2. Datum 05/12/2011 d.
Opgevangen materiaal Tabel A-3: Meting 05/12/2011
z [m]
Vanger
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
Massa [g]
Openingstijd [hh:mm:ss]
Sluitingstijd [hh:mm:ss]
Tijd [s]
0,122 0,194 0,262 0,338
A1 A2 A3 A4
14,383 14,403 14,299 13,809
19,023 16,402 14,755 13,941
4,183 1,802 0,411 0,119
0:08:52 0:09:46 0:08:37 0:09:12
1:30:29 1:30:31 1:30:36 1:30:39
4897 4845 4919 4887
0,767 0,085 0,157 0,225 0,301 0,73 0,092 0,164 0,232 0,308 0,737 0,1 0,172 0,24 0,316 0,745 0,12 0,192 0,26 0,336 0,765 0,195 0,267 0,335 0,411 0,84 0,076 0,148 0,216 0,292 0,721 0,125 0,197 0,265
A5 B1 B2 B3 B4 B5 C1 C2 C3 C4 C5 D1 D2 D3 D4 D5 E1 E2 E3 E4 E5 F1 F2 F3 F4 F5 G1 G2 G3 G4 G5 H1 H2 H3
14,348 14,259 13,801 14,400 14,610 14,556 14,255 14,335 14,216 14,510 14,348 13,778 13,627 13,640 13,834 14,478 13,618 13,629 13,596 14,485 13,772 14,233 13,821 13,791 14,607 13,633 13,765 13,797 13,802 13,621 13,762 14,658 13,631 14,462
14,359 28,284 16,958 15,228 14,792 14,576 28,505 18,270 15,683 14,986 14,361 20,146 14,766 13,909 13,903 14,505 21,880 16,313 14,571 14,743 13,790 19,465 16,039 14,728 15,114 13,656 40,204 22,559 16,934 14,593 13,775 22,100 15,565 15,074
0,010 12,642 2,846 0,746 0,164 0,018 12,845 3,547 1,322 0,429 0,012 5,740 1,027 0,242 0,062 0,024 7,447 2,419 0,879 0,233 0,016 4,716 1,999 0,845 0,457 0,021 23,832 7,898 2,823 0,876 0,012 6,708 1,743 0,552
0:09:20 0:06:26 0:07:27 0:06:53 0:10:05 0:06:31 0:05:18 0:03:48 0:03:52 0:04:07 0:03:59 0:15:50 0:17:38 0:16:09 0:16:52 0:15:33 0:10:24 0:11:15 0:11:06 0:11:23 0:11:55 0:12:45 0:12:15 0:13:17 0:12:40 0:12:57 0:00:05 0:02:48 0:00:13 0:03:18 0:00:29 0:02:03 0:01:32 0:02:18
1:30:45 1:29:50 1:29:54 1:30:00 1:30:02 1:30:04 1:29:16 1:29:21 1:29:23 1:29:26 1:29:29 1:27:06 1:27:12 1:27:15 1:27:19 1:27:22 1:28:00 1:28:02 1:28:05 1:28:09 1:28:12 1:28:40 1:28:42 1:28:44 1:28:46 1:28:50 1:26:19 1:26:29 1:26:32 1:26:34 1:26:38 1:25:26 1:25:40 1:25:44
4885 5004 4947 4987 4797 5013 5038 5133 5131 5119 5130 4276 4174 4266 4227 4309 4656 4607 4619 4606 4577 4555 4587 4527 4566 4553 5174 5021 5179 4996 5169 5003 5048 5006 15
0,341 0,77 0,095 0,167 0,235 0,311 0,74
H4 H5 I1 I2 I3 I4 I5
13,813 14,581 14,602 14,904 13,635 13,764 14,732 e.
13,972 14,589 28,850 19,554 15,495 14,535 14,861
0,143 0,007 12,843 4,192 1,677 0,695 0,116
0:01:13 0:01:41 0:14:52 0:13:43 0:14:12 0:13:56 0:14:29
1:25:48 1:25:54 1:24:47 1:24:50 1:24:52 1:24:55 1:24:00
5075 5053 4195 4267 4240 4259 4171
Integratie curves
Vanger A Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
25
20
15
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1] f(z)3[g. m-2. s-1]
10
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
5
0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-11: 5/12/2011 Vanger A
16
Vanger B Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
70 60 50 f(z)[g. m-2. s-1]
40
f(z)2[g. m-2. s-1] 30
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
20
f(z)5[g. m-2. s-1] 10 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-12: 5/12/2011 Vanger B
Vanger C Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
70 60 50 f(z)[g. m-2. s-1]
40
f(z)2[g. m-2. s-1] 30
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
20
f(z)5[g. m-2. s-1] 10 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-13: 5/12/2011 Vanger C
17
Vanger D Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
35.000 30.000 25.000 f(z)[g. m-2. s-1]
20.000
f(z)2[g. m-2. s-1] 15.000
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
10.000
f(z)5[g. m-2. s-1] 5.000 0.000 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-14: 5/12/2011 Vanger D
Vanger E Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
40 35 30 25
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
20
f(z)3[g. m-2. s-1]
15
f(z)4[g. m-2. s-1] 10
f(z)5[g. m-2. s-1]
5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m]
18
Figuur A-15: 5/12/2011 Vanger E
Vanger F Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
25
20
15
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1] f(z)3[g. m-2. s-1]
10
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
5
0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-16: 5/12/2011 Vanger F
Vanger G Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
120 100 80 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
60
f(z)3[g. m-2. s-1] 40
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
20 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-17: 5/12/2011 Vanger G
19
Vanger H Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
35 30 25 f(z)[g. m-2. s-1]
20
f(z)2[g. m-2. s-1] 15
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
10
f(z)5[g. m-2. s-1] 5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-18: 5/12/2011 Vanger H
Vanger I Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
80 70 60 50
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1] 20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-19: 5/12/2011 Vanger I
20
f. Windsnelheden : Tabel A-4: Windsnelheden 5/12/2011
Hoogte [m]: Tijd [min] 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60
boven
onder
0.995
0.27
boven Snelheid Uavg [m.s-1] 9.16 8.52 8.9 7.69 8.52 8.64 8.78 9.09 8.97 8.95 8.99 8.95 8.92 8.92 8.85 8.9 8.95 9.02 8.97 9.02 8.97 8.92 8.92 9.04 8.92 8.9 8.87 8.73 8.73 8.73 8.75
onder Snelheid Uavg [m.s-1] 8.61 6.61 7.8 6.97 8.07 8.25 8.79 8.82 8.43 8.14 8.25 8.16 8.21 8.07 7.89 7.94 7.98 7.94 7.82 7.85 7.85 7.85 7.87 7.85 7.76 7.64 7.49 7.37 7.4 7.44 7.35
21
Gemiddelde windsnelheid [m.s-1]
Gemiddelde windsnelheden 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
boven onder
0
10
20
30
40
50
60
70
Tijd [min] Figuur A-20: Windsnelheden 5/12/2011
22
3. Datum 15/12/2011, deel 1 g.
Opgevangen materiaal Tabel A-5: Meting 15/12/2011 deel 1
z [m]
Vanger
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
Massa [g]
Openingstijd [hh:mm:ss]
Sluitingstijd [hh:mm:ss]
Tijd [s]
0,1125 0,1845 0,2525 0,3285
A1 A2 A3 A4
14,392 14,403 14,299 13,815
23,801 17,025 15,087 14,056
8,468 2,360 0,709 0,217
0:01:02 0:03:14 0:02:38 0:02:25
1:32:07 1:32:20 1:32:26 1:32:33
5465 5346 5388 5408
0,7575 0,0836 0,1556 0,2236 0,2996 0,7286 0,1183 0,1903 0,2583 0,3343 0,7633 0,046 0,118 0,186 0,262 0,691 0,0588 0,1308 0,1988 0,2748 0,7038 0,0637 0,1357 0,2037 0,2797 0,7087 0,083 0,155 0,223 0,299 0,728 0,0512 0,1232 0,1912 0,2672 0,6962
A5 B1 B2 B3 B4 B5 C1 C2 C3 C4 C5 D1 D2 D3 D4 D5 E1 E2 E3 E4 E5 F1 F2 F3 F4 F5 G1 G2 G3 G4 G5 H1 H2 H3 H4 H5
14,350 14,266 13,808 14,403 14,606 14,557 14,266 14,338 14,215 14,512 14,350 13,787 13,629 13,645 13,835 14,482 13,623 13,634 13,601 14,487 13,771 14,234 13,831 13,796 14,607 13,637 13,776 13,802 13,806 13,625 13,766 14,660 13,635 14,465 13,817 14,581
14,536 35,545 19,924 16,304 15,153 14,566 23,100 17,422 15,335 14,964 14,376 70,351 27,856 17,956 15,062 14,921 72,954 28,788 18,502 16,079 13,794 48,071 30,909 21,702 17,683 13,744 36,659 19,005 15,194 14,081 13,793 80,428 29,811 18,857 15,344 14,595
0,167 19,151 5,504 1,711 0,492 0,008 7,951 2,776 1,008 0,407 0,023 50,908 12,804 3,880 1,104 0,395 53,399 13,639 4,411 1,433 0,021 30,454 15,370 7,115 2,768 0,096 20,595 4,683 1,249 0,410 0,024 59,192 14,559 3,953 1,374 0,013
0:03:00 0:02:05 0:02:53 0:01:52 0:17:54 0:01:32 0:06:24 0:03:49 0:04:12 0:03:57 0:04:24 0:18:55 0:07:03 0:18:37 0:06:52 0:07:19 0:05:43 0:05:30 0:05:14 0:05:55 0:17:40 0:40:52 0:41:25 0:41:47 0:40:16 0:40:29 0:14:25 0:14:16 0:14:43 0:13:57 0:14:00 0:13:04 0:14:57 0:14:59 0:15:15 0:13:28
1:32:38 1:32:54 1:33:05 1:33:11 1:33:18 1:33:22 1:33:48 1:33:56 1:34:02 1:34:07 1:34:13 2:32:16 2:32:27 2:32:31 2:32:37 2:32:41 2:36:13 2:36:17 2:36:25 2:36:29 2:36:32 2:37:05 2:03:14 2:03:17 2:37:21 2:37:26 2:02:46 2:02:52 2:02:58 2:03:01 2:03:07 2:04:22 2:04:02 2:04:31 2:04:35 2:04:38
5378 5449 5412 5479 4524 5510 5244 5407 5390 5410 5389 8001 8724 8034 8745 8722 9030 9047 9071 9034 8332 6973 4909 4890 7025 7017 6501 6516 6495 6544 6547 6678 6545 6572 6560 6670 23
0,0941 0,1661 0,2341 0,3101 0,7391
I1 I2 I3 I4 I5
14,604 14,904 13,640 13,767 14,730 h.
40,533 23,854 17,186 15,166 14,758
23,336 8,055 3,191 1,259 0,025
0:15:37 0:15:43 0:16:17 0:16:25 0:15:56
2:04:49 2:04:54 2:04:57 2:06:00 2:05:05
6552 6551 6520 6575 6549
Integratie curves
Vanger A Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
40 35 30 25
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
20
f(z)3[g. m-2. s-1]
15
f(z)4[g. m-2. s-1] 10
f(z)5[g. m-2. s-1]
5 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-21: 15/12/2011 deel 1 Vanger A
24
Vanger B Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
90 80 70 60 f(z)[g. m-2. s-1]
50
f(z)2[g. m-2. s-1] 40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1]
20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-22: 15/12/2011 deel 1 Vanger B
Vanger C Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
40 35 30 25
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
20
f(z)3[g. m-2. s-1]
15
f(z)4[g. m-2. s-1] 10
f(z)5[g. m-2. s-1]
5 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-23: 15/12/2011 deel 1 Vanger C
25
Vanger D Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
160 140 120 100
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
80
f(z)3[g. m-2. s-1]
60
f(z)4[g. m-2. s-1] 40
f(z)5[g. m-2. s-1]
20 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-24: 15/12/2011 deel 1 Vanger D
Vanger E Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
160 140 120 100
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
80
f(z)3[g. m-2. s-1]
60
f(z)4[g. m-2. s-1] 40
f(z)5[g. m-2. s-1]
20 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-25: 15/12/2011 deel 1 Vanger E
26
Vanger F Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
120 100 80 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
60
f(z)3[g. m-2. s-1] 40
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
20 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-26: 15/12/2011 deel 1 Vanger F
Vanger G Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
80 70 60 50
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1] 20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-27: 15/12/2011 deel 1 Vanger G
27
Vanger H Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
250
200
150
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1] f(z)3[g. m-2. s-1]
100
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
50
0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-28: 15/12/2011 deel 1 Vanger H
Vanger I Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
90 80 70 60 f(z)[g. m-2. s-1]
50
f(z)2[g. m-2. s-1] 40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1]
20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-29: 15/12/2011 deel 1 Vanger I
28
i. Windsnelheden : Tabel A-6: Windsnelheden 15/12/2011 deel 1
Hoogte [m]: Tijd [min] 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74
boven
onder
0.875
0.15
boven Snelheid Uavg [m.s-1] 8.88 9.54 9.02 9.22 8.7 8.16 8.12 8.14 8.03 8.14 8.23 8.21 8.28 8.28 8.23 8.34 8.43 8.5 8.55 8.64 8.66 8.7 8.73 8.88 9.02 9.16 9.25 9.2 9.25 9.29 9.4 9.61 9.74 9.74 9.07 8.86 9.22 8.57
onder Snelheid Uavg [m.s-1] 8.43 8.73 8.73 7.82 6.88 7.05 7.05 6.98 7.14 7.09 7.33 7.28 7.28 7.16 7.28 7.31 7.33 7.38 7.4 7.4 7.4 7.54 7.52 7.57 7.62 7.64 7.66 7.66 7.69 7.76 7.81 7.83 7.92 8.07 7.6 7.02 6.93 6.79 29
76 78 80 82
8.77 8.91 9 8.93
6.93 7.3 7.52 7.5
Gemiddelde windsnelheid [m.s-1]
Gemiddelde windsnelheden 12 10 8 6
boven
4
onder
2 0 0
10
20
30
40
50
60
70
Tijd [min] Figuur A-30: Windsnelheden 15/12/2011 deel 1
30
4. Datum 15/12/2011, deel 2 j. Opgevangen materiaal Tabel A-7: Meting 15/12/2011 deel 2
z [m]
Vanger
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
Massa [g]
Openingstijd [hh:mm:ss]
Sluitingstijd [hh:mm:ss]
Tijd [s]
0,1125 0,1845 0,2525 0,3285 0,7575 0,0836 0,1556 0,2236 0,2996 0,7286 0,1183 0,1903 0,2583 0,3343 0,7633 0,046 0,118 0,186 0,262 0,691 0,0588 0,1308 0,1988 0,2748 0,7038 0,0637 0,1357 0,2037 0,2797 0,7087 0,083 0,155 0,223 0,299 0,728 0,0512 0,1232 0,1912
A1 A2 A3 A4 A5 B1 B2 B3 B4 B5 C1 C2 C3 C4 C5 D1 D2 D3 D4 D5 E1 E2 E3 E4 E5 F1 F2 F3 F4 F5 G1 G2 G3 G4 G5 H1 H2 H3
14,480 13,633 14,622 14,225 13,802 14,292 13,617 13,771 13,632 14,355 13,819 13,761 13,774 13,636 13,614 13,663 13,586 13,783 13,770 14,423 13,801 13,635 14,804 13,774 13,608 13,758 14,698 14,506 13,807 13,756 14,386 13,626 13,800 13,785 13,799 13,752 14,253 13,814
19,716 14,753 14,882 14,385 13,812 22,239 15,912 14,497 13,847 14,369 16,952 14,771 14,181 13,781 13,641 22,045 15,088 14,061 13,835 14,431 21,009 15,010 15,148 13,867 13,615 23,000 15,897 14,858 14,223 13,764 23,086 15,174 14,145 13,850 13,805 32,660 19,173 15,150
4,791 1,025 0,238 0,146 0,009 7,271 2,100 0,664 0,197 0,013 2,866 0,924 0,372 0,133 0,025 7,669 1,374 0,254 0,059 0,007 6,595 1,258 0,315 0,085 0,006 8,456 1,097 0,322 0,381 0,007 7,960 1,416 0,316 0,059 0,005 17,299 4,501 1,222
1:54:22 1:53:10 1:52:55 1:53:23 1:55:06 1:56:27 1:57:03 1:57:23 1:56:40 1:56:49 1:59:05 1:58:54 1:59:48 1:59:31 1:59:40 2:56:58 2:56:29 2:56:38 2:56:45 2:56:23 2:55:22 2:55:30 2:54:51 2:54:42 2:55:07 2:54:06 2:53:25 2:53:19 2:53:06 2:53:45 2:24:38 2:25:18 2:25:29 2:25:06 2:29:40 2:23:22 2:23:05 2:23:40
3:00:51 3:01:06 3:01:13 3:01:17 3:01:22 3:02:27 3:02:31 3:02:35 3:02:38 3:02:40 3:03:00 3:03:07 3:03:11 3:03:14 3:03:17 3:37:20 3:37:25 3:37:30 3:37:34 3:37:40 3:37:57 3:37:59 3:38:02 3:38:05 3:38:13 3:38:32 3:38:36 3:38:40 3:38:44 3:38:50 3:25:04 3:25:12 3:25:17 3:25:22 3:25:27 3:25:48 3:25:52 3:25:57
3989 4076 4098 4074 3976 3960 3928 3912 3958 3951 3835 3853 3803 3823 3817 2422 2456 2452 2449 2477 2555 2549 2591 2603 2586 2666 2711 2721 2738 2705 3626 3594 3588 3616 3347 3746 3767 3737 31
0,2672 0,6962 0,0941 0,1661 0,2341 0,3101 0,7391
H4 H5 I1 I2 I3 I4 I5
13,753 14,636 14,836 14,593 14,480 13,803 13,591 k.
14,039 14,645 21,117 16,353 15,096 14,014 13,597
0,262 0,008 5,747 1,610 0,564 0,193 0,005
2:23:10 2:24:04 2:26:18 2:26:29 2:26:53 2:26:59 2:26:37
3:26:05 3:26:10 3:27:14 3:27:17 3:27:21 3:27:25 3:27:31
3775 3726 3656 3648 3628 3626 3654
Integratie curves
Vanger A Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
30 25 20 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
15
f(z)3[g. m-2. s-1] 10
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
5 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-31: 15/12/2011 deel 2 Vanger A
32
Vanger B Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
45 40 35 30 f(z)[g. m-2. s-1]
25
f(z)2[g. m-2. s-1] 20
f(z)3[g. m-2. s-1]
15
f(z)4[g. m-2. s-1]
10
f(z)5[g. m-2. s-1]
5 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-32: 15/12/2011 deel 2 Vanger B
Vanger C Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
18 16 14 12 f(z)[g. m-2. s-1]
10
f(z)2[g. m-2. s-1] 8
f(z)3[g. m-2. s-1]
6
f(z)4[g. m-2. s-1]
4
f(z)5[g. m-2. s-1]
2 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-33: 15/12/2011 deel 2 Vanger C
33
Vanger D Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
80 70 60 50
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1] 20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-34: 15/12/2011 deel 2 Vanger D
Vanger E Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
70 60 50 f(z)[g. m-2. s-1]
40
f(z)2[g. m-2. s-1] 30
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
20
f(z)5[g. m-2. s-1] 10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-35: 15/12/2011 deel 2 Vanger E
34
Vanger F Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
80 70 60 50
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1] 20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-36: 15/12/2011 deel 2 Vanger F
Vanger G Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
60 50 40 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
30
f(z)3[g. m-2. s-1] 20
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-37: 15/12/2011 deel 2 Vanger G
35
Vanger H Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
120 100 80 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
60
f(z)3[g. m-2. s-1] 40
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
20 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-38: 15/12/2011 deel 2 Vanger H
Vanger I Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
40 35 30 25
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
20
f(z)3[g. m-2. s-1]
15
f(z)4[g. m-2. s-1] 10
f(z)5[g. m-2. s-1]
5 0 0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
Hoogte [m] Figuur A-39: 15/12/2011 deel 2 Vanger I
36
l. Windsnelheden : Tabel A-8: Windsnelheden 15/12/2011 deel 2
Hoogte [m]: Tijd [min] 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74
boven
onder
0.875
0.15
boven Snelheid Uavg[m.s-1] 9.07 9.2 9.36 9.56 9.62 9.56 9.56 9.47 9.4 9.4 9.31 9.34 9.27 9.25 9.11 9.2 9.11 9.11 8.95 8.91 8.75 8.68 8.59 8.37 8.25 8.23 8.07 8.1 8.05 8 8.05 7.91 7.91 7.87 7.98 7.98 7.98 7.91
onder Snelheid Uavg[m.s-1] 7.52 7.66 7.73 7.76 7.76 7.73 7.71 7.69 7.69 7.62 7.54 7.54 7.5 7.5 7.5 7.52 7.45 7.4 7.35 7.35 7.31 7.24 7.24 7.14 7.09 7.07 7.05 7.02 6.98 7.02 7.05 7.05 6.98 7 7.05 7.05 7.09 6.98 37
76 78 80 82 84 86 88 90 92 94 96 98 100 102
8.05 8.07 8.14 8.03 7.96 8 7.94 7.97 7.96 7.87 7.91 7.89 7.8 7.87
6.93 6.93 6.95 6.9 6.83 6.87 6.83 6.81 6.79 6.71 6.71 6.71 6.69 6.67
Gemiddelde windsnelheid [m.s-1]
Gemiddelde windsnelheden 12 10 8 6
boven
4
onder
2 0 0
10
20
30
40
50
60
70
Tijd [min] Figuur A-40: Windsnelheden 15/12/2011 deel 2
38
5. Datum 20/12/2011 m.
Opgevangen materiaal Tabel A-9: Meting 20/12/2011
z [m]
Vanger
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
Massa [g]
Openingstijd [hh:mm:ss]
Sluitingstijd [hh:mm:ss]
Tijd [s]
0,098 0,17 0,238 0,314
A1 A2 A3 A4
14,392 14,403 14,299 13,815
14,407 14,416 14,309 13,822
0,015 0,013 0,010 0,007
0:05:34 0:05:49 0:06:01 0:05:42
2:41:09 2:41:18 2:41:31 2:41:43
9335 9329 9330 9361
0,743 0,151 0,223 0,291 0,367 0,796 0,126 0,198 0,266 0,342 0,771 0,065 0,137 0,205 0,281 0,71 0,062 0,134 0,202 0,278 0,707 0,119 0,191 0,259 0,335 0,764 0,085 0,157 0,225 0,301 0,73 0,052 0,124 0,192
A5 B1 B2 B3 B4 B5 C1 C2 C3 C4 C5 D1 D2 D3 D4 D5 E1 E2 E3 E4 E5 F1 F2 F3 F4 F5 G1 G2 G3 G4 G5 H1 H2 H3
14,350 14,266 13,808 14,403 14,606 14,557 14,266 14,338 14,215 14,512 14,350 13,787 13,629 13,645 13,835 14,482 13,623 13,634 13,601 14,487 13,771 14,234 13,831 13,796 14,607 13,637 13,776 13,802 13,806 13,625 13,766 14,660 13,635 14,465
14,351 14,275 13,810 14,405 14,618 14,569 14,275 14,346 14,221 14,512 14,350 13,810 13,648 13,651 13,847 14,499 13,632 13,741 13,610 14,500 13,790 14,250 13,831 13,810 14,616 13,659 13,788 13,811 13,817 13,640 13,775 14,670 13,648 14,478
0,001 0,009 0,002 0,002 0,012 0,012 0,009 0,008 0,006 0,000 0,000 0,023 0,019 0,006 0,012 0,017 0,009 0,107 0,009 0,013 0,019 0,016 0,000 0,014 0,009 0,022 0,012 0,009 0,011 0,015 0,009 0,010 0,013 0,013
0:05:59 0:05:04 0:04:21 0:04:45 0:04:30 0:04:12 0:02:42 0:02:59 0:02:31 0:02:18 0:03:37 0:00:58 0:01:19 0:00:53 0:00:42 0:01:33 0:19:02 0:19:14 0:18:53 0:18:24 0:18:34 0:17:08 0:17:20 0:16:55 0:17:34 0:17:45 0:14:03 0:10:40 0:10:52 0:10:11 0:13:50 0:12:13 0:13:15 0:12:23
2:41:49 2:42:14 2:42:21 2:42:28 2:42:31 2:42:35 2:42:56 2:43:03 2:43:05 2:43:06 2:43:18 2:52:35 2:52:38 2:52:41 2:52:45 2:52:48 2:51:56 2:52:08 2:52:11 2:52:13 2:52:16 2:51:26 2:51:30 2:51:33 2:51:35 2:51:38 2:48:14 2:48:30 2:48:32 2:48:35 2:48:38 2:49:51 2:49:55 2:49:59
9350 9430 9480 9463 9481 9503 9614 9604 9634 9648 9581 10297 10279 10308 10323 10275 9174 9174 9198 9229 9222 9258 9250 9278 9241 9233 9251 9470 9460 9504 9288 9458 9400 9456 39
0,268 0,697 0,058 0,13 0,198 0,274 0,703
H4 H5 I1 I2 I3 I4 I5
13,817 14,581 14,604 14,904 13,640 13,767 14,730
13,834 14,592 14,620 14,909 13,650 13,786 14,745
0,017 0,011 0,016 0,005 0,010 0,019 0,015
0:12:41 0:12:54 0:15:51 0:15:42 0:16:03 0:15:30 0:16:18
2:50:03 2:50:06 2:50:57 2:51:00 2:51:03 2:51:05 2:51:08
9442 9432 9306 9318 9300 9335 9290
40
n.
Windsnelheden : Tabel A-10: Windsnelheden 20/12/2011
Hoogte [m]: Tijd [min] 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74
boven
onder
0.765
0.275
boven Snelheid Uavg [m.s-1] 5.77 5.5 5.93 5.64 5.61 5.48 5.57 5.77 5.79 5.82 5.82 5.73 5.82 5.86 5.88 5.84 5.86 5.86 5.84 5.86 5.86 5.77 5.73 5.782 5.66 5.59 5.69 5.75 5.77 5.6 5.8 5.63 5.58 5.32 5.52 5.7 5.77 5.86
onder Snelheid Uavg [m.s-1] 3.82 4.46 5.29 4.79 4.81 4.72 5 5.1 5.12 5.24 5.29 5.19 5.11 5.19 5.19 5.31 5.29 5.21 5.24 5.15 5.24 5.27 5.22 5.31 5.34 5.34 5.27 5.22 5.24 5.12 5.1 5.17 5.1 5.05 5.08 5.05 5.05 5.03 41
76 78 80 82 84 86 88 90 92 94 96 98 100 102 104 106 108 110 112 114 116 118 120 122 124 126 128 130
5.84 5.66 5.64 5.59 5.5 5.64 5.66 5.73 5.77 5.75 5.66 5.68 5.77 5.73 5.68 5.73 5.64 5.57 5.5 5.43 5.46 5.59 5.64 5.63 5.64 5.68 5.52 5.41
5.1 5.12 5.05 5.03 4.93 4.98 4.93 4.96 5.03 5.03 4.93 5 4.96 4.91 5.05 5.03 5.03 4.96 4.93 5 4.98 5.03 5.1 5.1 5.17 5.15 5.19 5.05
Gemiddelde windsnelheid [m.s-1]
Gemiddelde windsnelheden 7 6 5 4 3
boven
2
onder
1 0 0
10
20
30
40
50
60
70
Tijd [min] Figuur A-41: Windsnelheden 20/12/2011
42
6. Datum 15/04/2012 o.
Opgevangen materiaal Tabel A-11: Meting 15/04/2012
z [m]
Vanger
Massa leeg potje [g]
Massa vol potje [g]
Massa [g]
Openingstijd [hh:mm:ss]
Sluitingstijd [hh:mm:ss]
Tijd [s]
0,065 0,135 0,205 0,275
A1 A2 A3 A4
14,501 13,728 14,630 14,219
32,923 22,236 18,162 15,529
17,922 8,277 3,436 1,274
0:16:58 0:16:20 0:17:14 0:17:23
1:45:02 1:44:44 1:44:39 1:44:33
5284 5304 5245 5230
0,765 0,071 0,141 0,211 0,281 0,771 0,101 0,171 0,241 0,311 0,801 0,083 0,153 0,223 0,293 0,783 0,076 0,146 0,216 0,286 0,776 0,088 0,158 0,228 0,298 0,788 0,097 0,167 0,237 0,307 0,797 0,077 0,147 0,217
A5 B1 B2 B3 B4 B5 C1 C2 C3 C4 C5 D1 D2 D3 D4 D5 E1 E2 E3 E4 E5 F1 F2 F3 F4 F5 G1 G2 G3 G4 G5 H1 H2 H3
13,802 14,291 13,618 13,766 13,629 14,347 13,820 13,777 13,799 13,642 13,627 13,630 13,576 13,785 13,788 14,413 13,842 13,650 14,827 13,779 13,616 13,751 14,661 14,497 13,807 13,754 14,393 13,659 13,811 13,785 13,803 13,794 14,262 13,822
13,812 31,415 20,619 17,031 14,820 14,360 39,158 23,689 18,442 15,513 13,642 29,454 20,703 17,058 15,075 14,432 39,707 25,613 20,239 15,442 13,621 38,818 31,938 26,804 21,804 13,890 24,337 16,161 14,304 13,927 13,814 37,830 25,172 18,125
0,010 16,659 6,811 3,176 1,159 0,013 24,651 9,643 4,517 1,820 0,015 15,395 6,934 3,184 1,252 0,018 25,163 11,638 5,265 1,618 0,005 24,387 16,808 11,973 7,780 0,132 9,674 2,434 0,480 0,138 0,011 23,384 10,614 4,186
0:16:40 0:14:49 0:15:12 0:15:48 0:15:37 0:15:04 0:18:12 0:18:22 0:18:52 0:18:46 0:18:33 0:24:21 0:24:59 0:25:32 0:24:30 0:24:40 0:26:54 0:27:01 0:26:23 0:26:42 0:26:11 0:27:31 0:27:22 0:28:04 0:27:56 0:27:42 0:04:34 0:05:52 0:05:02 0:04:48 0:05:37 0:06:34 0:06:45 0:07:16
1:44:29 1:46:42 1:46:33 1:46:31 1:46:29 1:46:20 1:47:17 1:47:14 1:47:11 1:47:09 1:47:02 1:57:01 1:56:57 1:57:50 1:57:46 1:50:40 1:51:31 1:51:27 1:51:24 1:51:21 1:51:19 1:51:59 1:51:57 1:51:54 1:51:52 1:51:50 1:38:46 1:38:42 1:38:38 1:38:33 1:38:29 1:39:18 1:39:14 1:39:11
5269 5513 5481 5443 5452 5476 5345 5332 5299 5303 5309 5560 5518 5538 5596 5160 5077 5066 5101 5079 5108 5068 5075 5030 5036 5048 5652 5570 5616 5625 5572 5564 5549 5515 43
0,287 0,777 0,146 0,216 0,286 0,356 0,846
H4 H5 I1 I2 I3 I4 I5
13,759 14,619 14,853 14,597 14,489 13,786 13,580 p.
15,574 14,648 20,255 18,075 16,724 15,067 13,617
1,766 0,028 5,255 3,384 2,174 1,246 0,036
0:06:17 0:07:04 0:08:43 0:07:36 0:08:27 0:08:12 0:14:22
1:39:08 1:39:05 1:40:23 1:40:19 1:40:14 1:40:12 1:40:04
5571 5521 5500 5563 5507 5520 5142
Integratie curves
Vanger A Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
90 80 70 60 f(z)[g. m-2. s-1]
50
f(z)2[g. m-2. s-1] 40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1]
20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-42: 15/04/2012 Vanger A
44
Vanger B Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
80 70 60 50
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
40
f(z)3[g. m-2. s-1]
30
f(z)4[g. m-2. s-1] 20
f(z)5[g. m-2. s-1]
10 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-43: 15/04/2012 Vanger B
Vanger C Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
120 100 80 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
60
f(z)3[g. m-2. s-1] 40
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
20 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-44: 15/04/2012 Vanger C
45
Vanger D Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
70 60 50 f(z)[g. m-2. s-1]
40
f(z)2[g. m-2. s-1] 30
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
20
f(z)5[g. m-2. s-1] 10 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-45: 15/04/2012 Vanger D
Vanger E Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
140 120 100 f(z)[g. m-2. s-1]
80
f(z)2[g. m-2. s-1] 60
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
40
f(z)5[g. m-2. s-1] 20 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-46: 15/04/2012 Vanger E
46
Vanger F Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
140 120 100 f(z)[g. m-2. s-1]
80
f(z)2[g. m-2. s-1] 60
f(z)3[g. m-2. s-1] f(z)4[g. m-2. s-1]
40
f(z)5[g. m-2. s-1] 20 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-47: 15/04/2012 Vanger F
Vanger G Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
45 40 35 30 f(z)[g. m-2. s-1]
25
f(z)2[g. m-2. s-1] 20
f(z)3[g. m-2. s-1]
15
f(z)4[g. m-2. s-1]
10
f(z)5[g. m-2. s-1]
5 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-48: 15/04/2012 Vanger G
47
Vanger H Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
120 100 80 f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1]
60
f(z)3[g. m-2. s-1] 40
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
20 0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-49: 15/04/2012 Vanger H
Vanger I Horizontale massa flux [g.m-2.s-1]
25
20
15
f(z)[g. m-2. s-1] f(z)2[g. m-2. s-1] f(z)3[g. m-2. s-1]
10
f(z)4[g. m-2. s-1] f(z)5[g. m-2. s-1]
5
0 0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Hoogte [m] Figuur A-50: 15/04/2012 Vanger I
48
q.
Windsnelheden : Tabel A-12: Windsnelheden 15/04/2012
Hoogte [m]: Tijd [min] 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74
boven
onder
1.021
0.296
boven Snelheid Uavg [m.s-1] 7.58 7.76 8.23 8.39 8.21 8.25 8.14 8.1 8.14 8.03 8 7.89 7.76 7.76 7.73 7.82 7.78 7.89 7.89 7.87 7.87 7.87 7.78 7.73 7.73 7.76 7.8 7.75 7.8 7.89 7.98 8.07 8.23 8.23 8.28 8.23 8.21 8.16
onder Snelheid Uavg [m.s-1] 6.52 7.12 7.4 7.24 7.07 7.14 6.9 6.79 6.74 6.76 6.79 6.71 6.76 6.76 6.74 6.69 6.67 6.67 6.69 6.67 6.67 6.62 6.57 6.57 6.64 6.64 6.76 6.79 6.86 6.86 6.86 6.88 6.88 6.86 6.88 6.88 6.93 6.95 49
76 78 80 82 84 86 88 90 92 94 96 98 100 102 104 106 108
8.12 8.1 8.14 8.16 8.19 8.14 8.28 8.23 8.21 8.21 8.19 8.07 8 8.05 7.96 8.04 8.12
6.95 7 6.95 6.95 6.93 6.95 6.9 6.88 6.81 6.86 6.83 6.82 6.83 6.9 6.86 6.9 7
Gemiddelde windsnelheid [m.s-1]
Gemiddelde windsnelheden 10 8 6 4
boven
2
onder
0 0
10
20
30
40
50
60
70
Tijd [min] Figuur A-51: Windsnelheden 15/04/2012
50
B. Randfactoren
1. Wind: Tabel B-1: Samenvatting windsnelheden
Datum
Hoogte Z [m]
Snelheid Ugem [m.s-1]
Stdev [m.s-1]
U* [m.s-1]
29-Nov
0.284 1.009 0.270 0.995 0.150 0.875 0.150 0.875 0.275 1.000 0.296 1.021
3.90 4.48 7.89 8.84 7.48 8.80 7.20 8.54 5.07 5.72 6.84 8.01
0.39 0.24 0.48 0.26 0.44 0.48 0.34 0.64 0.22 0.13 0.16 0.20
0.184
05-Dec 15-Dec a 15-Dec b 20-Dec 15-Apr
0.294 0.298 0.304 0.201 0.379
2. Windrichting: Tabel B-2: Samenvatting windrichtingen
Datum
Windrichting [-]
Graden [°]
29-Nov 05-Dec 15-Dec 20-Dec 15-Apr
W NW ZZW NNW N
282 315 210 340 20
51
3. Luchtdruk: Tabel B-3: Samenvatting luchtdruk
Datum
Luchtdruk [hPa]:
Luchtdruk [Pa]:
29-Nov 05-Dec 15-Dec 20-Dec 15-Apr
1011.8 1005.6 1006.2 1011.7 1030.8
101180 100560 100620 101170 103080
4. Temperatuur: Tabel B-4: Samenvatting temperatuur
Datum
Temperatuur [°C]:
Temperatuur [K]:
29-Nov 05-Dec 15-Dec 20-Dec 15-Apr
9.7 8.8 8.2 8.1 9
282.7 281.8 281.2 281.1 282
5. Water: Tabel B-5: Samenvatting watergehalte
Datum
Watergehalte [%]
STDEV [%]
29-Nov 05-Dec 15-Dec 15-Apr
0.93 0.81 0.98 0.14
0.15 0.18 0.16 0.01
52
6. Veldlengtes :
Veldlengtes [m]
Veldlengtes 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0.000
29/11/2012, u(10)=5.54
2.000
4.000 q
6.000
8.000
[g.m-1.s-1] Figuur B-1
Veldlengtes 60 Veldlengtes [m]
50 40 05/12/2011, u(10)=10.51
30 20 10 0 0.000
10.000
20.000 q
30.000
40.000
[g.m-1.s-1] Figuur B-2
53
Veldlengtes 60 Veldlengtes [m]
50 40 15/12/2011 (1), u(10)=10.62
30 20 10 0 0
5
10 q
15
20
[g.m-1.s-1] Figuur B-3
Veldlengtes 60 Veldlengtes [m]
50 40 15/12/2011 (2), u(10)=10.39
30 20 10 0 0
2
4 q
6
8
[g.m-1.s-1] Figuur B-4
54
Veldlengtes [m]
Veldlengtes 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15/04/2012, u(10)=10.18
0
10
20 q
30
40
[g.m-1.s-1] Figuur B-5
55
C. Q’s functie 3 1.
Datum 29/11/2011 Tabel C-1: Overzicht 29/11/2011
29/nov z [m]
A [g. m-2. s-1]
D [g. m-2. s-1]
G [g. m-2. s-1]
B [g. m-2. s-1]
E [g. m-2. s-1]
H [g. m-2. s-1]
C [g. m-2. s-1]
F [g. m-2. s-1]
I [g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5 1 ] m] q [g. m-1.s-1]
7,523 4,116 1,925 0,686 0,245 1,488 0,245 1,661
14,613 4,222 0,883 0,106 0,013 3,062 0,013 2,953
9,150 3,877 1,314 0,303 0,070 2,118 0,070 1,714
19,134 5,804 1,292 0,168 0,022 2,942 0,022 3,774
42,164 13,706 3,327 0,487 0,071 2,771 0,071 8,086
12,459 3,866 0,885 0,120 0,016 2,886 0,016 2,433
13,411 4,876 1,363 0,242 0,043 2,495 0,043 2,500
5,041 2,699 1,228 0,422 0,145 1,541 0,145 1,088
17,727 5,325 1,170 0,150 0,019 2,966 0,019 3,513
Gemiddeld 2,474 0,072 3,080
56
Tabel C-2: Q gewoon 29/11/2011
q [g. m-1.s-1] Naam A B C D E F G H I
Veldlengte [m] 48,9 61 73,1 48,8 60,9 73 48,7 60,8 72,9 STDEV Gemiddeld
Functie 2 1,159 1,602 0,859 0,997 2,809 0,728 1,109 1,347 1,561 0,621 1,352
Functie 3 1,661 3,774 2,500 2,953 8,086 1,088 1,714 2,433 3,513 2,072 3,080
Functie 4 1,661 3,776 2,500 2,954 8,088 1,088 1,714 2,434 3,515 2,073 3,081
Functie 5 1,473 2,156 4,331 1,610 6,032 0,954 1,548 1,312 1,927 1,684 2,371
Gemiddelde 1,488 2,827 2,548 2,128 6,254 0,964 1,521 1,881 2,629
STDEV 0,237 1,118 1,418 0,985 2,493 0,170 0,286 0,638 1,033
57
Tabel C-3: Q dijk 29/11/2011
q [g. m-1.s-1] Naam G D A H E B I F C
Veldlengte [m] 48,7 48,8 48,9 60,8 60,9 61 72,9 73 73,1 STDEV Gemiddeld
Functie 2 0,861 1,191 0,638 0,741 2,087 0,541 0,824 1,001 1,160 0,461 1,005
Functie 3 1,234 2,805 1,858 2,195 6,009 0,808 1,274 1,808 2,611 1,540 2,289
Functie 4 1,235 2,806 1,858 2,195 6,011 0,808 1,274 1,809 2,612 1,540 2,290
Functie 5 1,094 1,602 3,218 1,196 4,483 0,709 1,151 0,975 1,432 1,251 1,762
Gemiddelde 1,106 2,101 1,893 1,582 4,647 0,717 1,131 1,398 1,954
STDEV 0,176 0,831 1,054 0,732 1,852 0,126 0,212 0,474 0,767
58
2.
Datum 5/12/2011 Tabel C-4: Overzicht 5/12/2011
5/dec z [m]
A [g. m-2. s-1]
D [g. m-2. s-1]
G [g. m-2. s-1]
B [g. m-2. s-1]
E [g. m-2. s-1]
H [g. m-2. s-1]
C [g. m-2. s-1]
F [g. m-2. s-1]
I [g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5 1 ] m] q [g. m-1.s-1]
31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 2,358 0,137 5,817
30,412 8,121 1,539 0,161 0,017 3,256 0,017 6,432
63,080 29,737 11,531 3,188 0,882 1,855 0,882 12,315
40,815 17,467 5,996 1,405 0,329 2,093 0,329 7,664
58,398 20,376 5,408 0,894 0,148 2,597 0,148 10,970
61,232 17,165 3,457 0,393 0,045 3,137 0,045 12,581
49,053 21,840 7,880 1,976 0,495 1,996 0,495 9,326
172,380 51,486 11,234 1,424 0,180 2,980 0,180 34,255
62,243 25,953 8,621 1,933 0,433 2,157 0,433 11,621
Gemiddeld 2,492 0,296 14,105
59
Tabel C-5: Q gewoon 5/12/2011
q [g. m-1.s-1] Naam D G A H B E F I C
Veldlengte [m] 33,5 33,5 33,6 41,8 41,9 41,9 50,1 50,1 50,2 STDEV Gemiddeld
Functie 2 1,625 9,444 2,740 3,476 4,083 4,412 19,134 6,775 4,721 5,342 6,268
Functie 3 6,432 12,315 5,817 12,581 7,664 10,970 34,255 11,621 9,326 8,596 12,331
Functie 4 6,434 12,315 5,817 12,586 7,664 10,970 34,260 11,621 9,326 8,597 12,333
Functie 5 5,341 12,264 5,306 8,187 7,912 9,373 15,030 11,736 9,326 3,207 9,386
Gemiddelde 4,958 11,585 4,920 9,207 6,831 8,931 25,670 10,439 8,175
STDEV 2,281 1,427 1,473 4,347 1,836 3,105 10,057 2,443 2,303
60
Tabel C-6: Q dijk 5/12/2011
q [g. m-1.s-1] Naam D G A H
Veldlengte [m] 33,5 33,5 33,6 41,8
Functie 2 0,421 2,444 0,709 0,900
Functie 3 1,665 3,187 1,505 3,256
Functie 4 1,665 3,187 1,506 3,258
Functie 5 1,382 3,174 1,373 2,119
Gemiddelde 1,283 2,998 1,273 2,383
STDEV 0,590 0,369 0,381 1,125
B E F I C
41,9 41,9 50,1 50,1 50,2 STDEV Gemiddeld
1,057 1,142 4,952 1,754 1,222 1,383 1,622
1,984 2,839 8,866 3,008 2,414 2,225 3,192
1,984 2,839 8,867 3,008 2,414 2,225 3,192
2,048 2,426 3,890 3,038 2,414 0,830 2,429
1,768 2,312 6,644 2,702 2,116
0,475 0,804 2,603 0,632 0,596
61
3.
Datum 15/12/2011 (1) Tabel C-7: Overzicht 15/12/2011 (1)
15/12/2012 (1) z [m]
A [g. m-2. s-1]
D [g. m-2. s-1]
G [g. m-2. s-1]
B [g. m-2. s-1]
E [g. m-2. s-1]
H [g. m-2. s-1]
C [g. m-2. s-1]
F [g. m-2. s-1]
I [g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5 1 ] m] q [g. m-1.s-1]
48,625 15,961 3,922 0,584 0,087 2,747 0,087 9,293
38,647 19,421 8,162 2,517 0,776 1,697 0,776 7,875
44,808 16,042 4,398 0,760 0,131 2,533 0,131 8,373
57,204 26,807 10,317 2,824 0,773 1,869 0,773 11,132
49,765 23,328 8,981 2,459 0,673 1,869 0,673 9,686
61,878 30,289 12,314 3,631 1,071 1,762 1,071 12,367
53,349 18,560 4,908 0,807 0,133 2,604 0,133 10,028
66,998 44,991 27,244 13,792 6,983 0,982 6,983 20,365
71,480 30,991 10,814 2,591 0,621 2,061 0,621 13,470
Gemiddeld 2,014 1,250 11,399
62
Tabel C-8: Q gewoon 15/12/2011 (1)
q [g. m-1.s-1] Naam C F I B E H A D G
Veldlengte [m] 20 20 20 36 36 36 52 52 52 STDEV Gemiddeld
Functie 2 4,088 21,357 8,305 7,133 8,619 12,372 3,403 8,635 4,047 5,560 8,662
Functie 3 10,028 20,365 13,470 11,132 9,686 12,367 9,293 7,875 8,373 3,816 11,399
Functie 4 10,028 20,365 13,470 11,132 9,685 12,366 9,294 7,875 8,373 3,816 11,399
Functie 5 8,602 20,365 13,520 11,074 9,704 12,328 7,933 7,756 9,124 3,976 11,156
Gemiddelde 8,187 20,613 12,191 10,117 9,423 12,358 7,481 8,035 7,479
STDEV 2,814 0,496 2,591 1,990 0,536 0,020 2,793 0,404 2,315
63
Tabel C-9: Q dijk 15/12/2011 (1)
q [g. m-1.s-1] Naam C F I B E H A D G
Veldlengte [m] 20 20 20 36 36 36 52 52 52 STDEV Gemiddeld
Functie 2 3,111 16,256 6,321 5,429 6,560 9,416 2,590 6,572 3,080 4,232 6,593
Functie 3 7,633 15,501 10,253 8,473 7,372 9,412 7,074 5,994 6,373 2,905 8,676
Functie 4 7,633 15,501 10,253 8,473 7,371 9,411 7,074 5,993 6,373 2,905 8,676
Functie 5 6,551 15,501 10,292 8,406 7,343 9,379 6,040 5,903 6,944 3,028 8,484
Gemiddelde 6,232 15,690 9,280 7,695 7,162 9,405 5,694 6,115 5,693
STDEV 2,142 0,378 1,973 1,511 0,401 0,017 2,126 0,307 1,762
64
4.
Datum 15/12/2011 (2) Tabel C-10: Overzicht 15/12/2011 (2)
15/12/2012 (2) z [m]
A [g. m-2. s-1]
D [g. m-2. s-1]
G [g. m-2. s-1]
B [g. m-2. s-1]
E [g. m-2. s-1]
H [g. m-2. s-1]
C [g. m-2. s-1]
F [g. m-2. s-1]
I [g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5 1 ] m] q [g. m-1.s-1]
40,078 10,566 1,970 0,202 0,021 3,288 0,021 8,546
15,112 6,699 2,404 0,598 0,149 2,006 0,149 2,868
29,027 8,992 2,054 0,277 0,037 2,890 0,037 5,673
29,922 14,058 5,428 1,492 0,410 1,863 0,410 5,831
18,081 7,376 2,384 0,515 0,111 2,211 0,111 3,364
32,597 16,058 6,581 1,962 0,585 1,746 0,585 6,544
26,469 9,034 2,332 0,371 0,059 2,651 0,059 4,999
21,376 7,194 1,825 0,284 0,044 2,686 0,044 4,053
30,853 11,717 3,460 0,661 0,126 2,388 0,126 5,726
Gemiddeld 2,414 0,171 5,289
65
Tabel C-11: Q gewoon 15/12/2011 (2)
q [g. m-1.s-1] Naam A B C D E F G H I
Veldlengte [m] 52 36 20 52 36 20 52 36 20 STDEV Gemiddeld
Functie 2 2,077 3,751 1,979 2,806 2,546 2,313 2,096 6,542 2,859 1,439 2,997
Functie 3 8,546 5,831 4,999 2,868 3,364 4,053 5,673 6,544 5,726 1,732 5,289
Functie 4 8,549 5,831 5,000 2,867 3,364 4,051 5,673 6,544 5,726 1,733 5,290
Functie 5 5,960 5,791 5,000 3,175 3,898 5,447 6,216 6,531 5,825 1,112 5,316
Gemiddelde 6,283 5,301 4,244 2,929 3,293 3,966 4,915 6,540 5,034
STDEV 3,058 1,034 1,510 0,167 0,558 1,283 1,896 0,006 1,451
66
Tabel C-12: Q dijk 15/12/2012 (2)
q [g. m-1.s-1] Naam C F I B E H A D G
Veldlengte [m] 20 20 20 36 36 36 52 52 52 STDEV Gemiddelde
Functie 2 1,799 3,248 1,713 2,430 2,205 2,003 1,815 5,666 2,476 1,246 2,595
Functie 3 7,401 5,050 4,329 2,484 2,914 3,510 4,913 5,667 4,959 1,500 4,581
Functie 4 7,404 5,050 4,330 2,483 2,914 3,509 4,913 5,667 4,959 1,501 4,581
Functie 5 5,162 5,015 4,330 2,750 3,376 4,717 5,383 5,656 5,044 0,963 4,604
Gemiddelde 5,441 4,591 3,676 2,537 2,852 3,435 4,256 5,664 4,360
STDEV 2,648 0,895 1,308 0,144 0,483 1,111 1,642 0,005 1,257
67
5.
Datum 15/04/2012 Tabel C-13: Overzicht 15/04/2012
15/04/2012 z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 ] m] q [g. m-1.s-1]
A [g. m-2. s-1] 43,449 25,065 12,534 4,894 1,911 1,357 1,911 10,240
D [g. m-2. s-1] 47,488 25,256 11,399 3,873 1,316 1,557 1,316 10,177
G [g. m-2. s-1] 35,723 11,629 2,828 0,415 0,061 2,768 0,061 6,847
B [g. m-2. s-1] 40,417 21,465 9,672 3,279 1,111 1,561 1,111 8,650
E [g. m-2. s-1] 75,918 41,693 19,595 7,034 2,525 1,478 2,525 16,837
H [g. m-2. s-1] 64,731 34,860 15,984 5,549 1,926 1,526 1,926 14,052
C [g. m-2. s-1] 106,063 33,906 8,059 1,147 0,163 2,813 0,163 20,465
F [g. m-2. s-1] 101,124 69,857 43,835 23,292 12,376 0,912 12,376 32,604
I [g. m-2. s-1] 38,581 21,336 10,115 3,674 1,335 1,461 1,335 8,625
Gemiddeld 1,715 2,525 14,277
68
Tabel C-14: Q gewoon 15/04/2012
q [g. m-1.s-1] Naam A B C D E F G H I
Veldlengte [m] 49,8 62,1 74,4 49,7 39,9 74,3 49,6 61,9 74,2 STDEV Gemiddeld
Functie 2 10,187 8,042 8,612 8,579 15,135 31,328 2,558 12,390 6,608 8,228 11,493
Functie 3 10,240 8,650 20,465 10,177 16,837 32,604 6,847 14,052 8,625 8,160 14,277
Functie 4 10,240 8,650 20,466 10,177 16,837 32,604 6,848 14,052 8,625 8,160 14,278
Functie 5 9,598 8,259 18,457 9,686 15,991 29,270 6,573 13,408 7,599 7,235 13,205
Gemiddelde 10,066 8,400 17,000 9,655 16,200 31,451 5,707 13,476 7,864
STDEV 0,313 0,301 5,672 0,753 0,814 1,573 2,103 0,785 0,967
69
Tabel C-15: Q dijk 15/04/2012
q [g. m-1.s-1] Naam E G D A H B I F C
Veldlengte [m] 39,9 49,6 49,7 49,8 61,9 62,1 74,2 74,3 74,4 STDEV Gemiddeld
Functie 2 9,573 7,557 8,092 8,062 14,222 29,439 2,404 11,643 6,209 7,732 10,800
Functie 3 9,622 8,128 19,230 9,564 15,822 30,637 6,434 13,205 8,105 7,668 13,416
Functie 4 9,622 8,128 19,232 9,563 15,822 30,637 6,435 13,205 8,105 7,668 13,417
Functie 5 9,019 7,761 17,344 9,102 15,027 27,505 6,177 12,599 7,141 6,799 12,408
Gemiddelde 9,459 7,894 15,975 9,073 15,223 29,555 5,362 12,663 7,390
STDEV 0,294 0,283 5,330 0,708 0,765 1,479 1,976 0,738 0,909
70
Datum
29/nov
5/dec
Vanger A D G B E H C F I Gemiddeld STDEV
m] 0,215 0,011 0,061 0,019 0,063 0,014 0,038 0,127 0,017 0,063 0,068
m] 0,121 0,015 0,775 0,289 0,130 0,039 0,435 0,159 0,381 0,260 0,242
15/12(1) 15/12(2) 15/apr m] 0,076 0,682 0,115 0,679 0,592 0,941 0,117 6,137 0,546 1,098 1,914
m] 0,018 0,131 0,033 0,361 0,098 0,514 0,052 0,039 0,111 0,151 0,171
m] 1,680 1,157 0,054 0,977 2,219 1,693 0,143 10,877 1,173 2,219 3,322
Figuur C-1: parameter
71
D. Beta-variaties
A B C D E F G H I Gemiddeld STDEV
29/nov σ [m] R² 0,038199 0,915492 0,047997 0,995344 0,035242 0,984852 0,042446 0,999917 0,12175 0,998527 0,02474 0,892835 0,036186 0,992168 0,030891 0,994242 0,043468 0,99475 0,047 0,974 0,029 0,040
5/dec σ [m] 0,101243 0,121894 0,150124 0,093462 0,180415 0,37967 0,171154 0,162329 0,196628 0,173 0,085
R² 0,982554 0,986054 0,990201 0,981772 0,995222 0,982328 0,967724 0,980971 0,99134 0,984 0,008
15/12 (1) σ [m] R² 0,147449 0,993566 0,164287 0,969423 0,164726 0,997441 0,066292 0,973805 0,114193 0,980011 0,111331 0,607155 0,142414 0,998132 0,120981 0,973807 0,224865 0,984364 0,140 0,942 0,044 0,126
15/12 (2) σ [m] R² 0,111497 0,977476 0,085853 0,968469 0,080859 0,997852 0,032777 0,991272 0,049334 0,995782 0,073236 0,998327 0,097543 0,994305 0,063084 0,970818 0,097385 0,997393 0,077 0,988 0,025 0,012
15/apr σ [m] R² 0,087282 0,871744 0,096454 0,926862 0,327051 0,988175 0,131858 0,913547 0,189463 0,89325 0,286872 0,60726 0,112593 0,992526 0,165527 0,906898 0,199018 0,859081 0,177 0,884 0,084 0,114
15/12 (2) σ [m] R² 0,090247 0,983917 0,066994 0,96396 0,06573 0,99897 0,024094 0,989409 0,037199 0,994179 0,055727 0,998917 0,076354 0,996542 0,046848 0,966957 0,07716 0,996017 0,060 0,988 0,021 0,013
15/apr σ [m] R² 0,066281 0,862071 0,074008 0,918329 0,262086 0,990599 0,102771 0,903922 0,146267 0,883362 0,223878 0,591 0,089604 0,994511 0,127995 0,897476 0,164525 0,844243 0,140 0,876 0,067 0,119
Figuur D-1: Beta = 2,5
A B C D E F G H I Gemiddeld STDEV
29/nov σ [m] R² 0,031666 0,910051 0,040213 0,99736 0,029428 0,989809 0,03437 0,999776 0,10004 0,999418 0,020487 0,884165 0,030427 0,989409 0,026154 0,996036 0,036498 0,996748 0,039 0,974 0,024 0,044
5/dec σ [m] 0,083802 0,095332 0,119051 0,074687 0,146799 0,325741 0,132365 0,132858 0,155834 0,141 0,075
R² 0,96979 0,983539 0,977192 0,987161 0,995847 0,98869 0,962152 0,987015 0,98774 0,982 0,011
15/12 (1) σ [m] R² 0,1192 0,995611 0,128202 0,964973 0,133886 0,998092 0,048701 0,970396 0,086032 0,976247 0,084096 0,592835 0,111393 0,99805 0,089851 0,97009 0,177967 0,979759 0,109 0,938 0,037 0,130
Figuur D-2: Beta = 2,6
72
A B C D E F G H I Gemiddeld STDEV
29/nov σ [m] R² 0,026243 0,904802 0,033671 0,998693 0,024553 0,993425 0,027823 0,999427 0,082164 0,999849 0,016961 0,875659 0,025572 0,986395 0,02213 0,997161 0,030628 0,998091 0,032 0,973 0,019 0,047
5/dec σ [m] 0,06819 0,074532 0,093819 0,059309 0,119341 0,279195 0,102322 0,108631 0,123423 0,114 0,066
R² 0,967068 0,980884 0,973193 0,98654 0,995423 0,993118 0,95654 0,991487 0,983734 0,981 0,013
15/12 (1) σ [m] R² 0,096279 0,996548 0,100011 0,96054 0,108725 0,997691 0,035774 0,967141 0,064798 0,972505 0,063529 0,579438 0,087074 0,997344 0,066719 0,966483 0,140761 0,974835 0,085 0,935 0,031 0,134
15/12 (2) σ [m] R² 0,072979 0,988857 0,052261 0,959474 0,053384 0,99901 0,017709 0,987525 0,02804 0,99238 0,042386 0,999064 0,059726 0,997935 0,034785 0,963216 0,061094 0,994025 0,047 0,987 0,018 0,015
15/apr σ [m] R² 0,050324 0,852877 0,056765 0,910037 0,209871 0,992021 0,080067 0,894538 0,112883 0,873813 0,17129 0,670224 0,071252 0,995502 0,098938 0,888335 0,135911 0,829629 0,110 0,879 0,054 0,096
15/12 (2) σ [m] R² 0,058966 0,992565 0,040759 0,955073 0,043324 0,998186 0,013014 0,985661 0,02113 0,99046 0,032226 0,998876 0,046693 0,998659 0,025826 0,959627 0,048344 0,991573 0,037 0,986 0,015 0,017
15/apr σ [m] R² 0,038205 0,844168 0,043528 0,902025 0,167948 0,992614 0,062358 0,885442 0,087098 0,864633 0,136299 0,561438 0,05662 0,9957 0,076457 0,879515 0,112201 0,815304 0,087 0,860 0,044 0,128
Figuur D-3: Beta = 2,7
A B C D E F G H I Gemiddeld STDEV
29/nov σ [m] R² 0,021744 0,899761 0,02818 0,999475 0,020469 0,99592 0,027823 0,999427 0,082164 0,999849 0,016961 0,875659 0,025572 0,986395 0,02213 0,997161 0,030628 0,998091 0,031 0,972 0,020 0,049
5/dec σ [m] 0,055444 0,058255 0,073568 0,047576 0,096943 0,239082 0,079071 0,088746 0,097698 0,093 0,058
R² 0,963612 0,978169 0,981316 0,994269 0,994165 0,995936 0,950963 0,99467 0,97945 0,981 0,016
15/12 (1) σ [m] R² 0,077706 0,996599 0,078 0,956188 0,088223 0,996451 0,026276 0,964059 0,048795 0,968836 0,047998 0,566922 0,068027 0,996163 0,049537 0,96302 0,111275 0,969711 0,066 0,931 0,026 0,137
Figuur D-4: Beta = 2,8
73
A B C D E F G H I Gemiddeld STDEV
29/nov σ [m] R² 0,018014 0,894935 0,023574 0,999813 0,017052 0,997476 0,018223 0,998334 0,055366 0,999711 0,011617 0,859307 0,018043 0,979914 0,015822 0,997908 0,021539 0,999302 0,022 0,970 0,013 0,054
5/dec σ [m] 0,045051 0,045523 0,058212 0,037933 0,078696 0,204561 0,061086 0,072446 0,077299 0,076 0,051
R² 0,959589 0,975452 0,965182 0,996427 0,992249 0,997415 0,945479 0,996794 0,974987 0,978 0,019
15/12 (1) σ [m] R² 0,062675 0,995942 0,060823 0,951961 0,071538 0,994542 0,019299 0,961161 0,036739 0,965275 0,036269 0,555244 0,053123 0,994626 0,036776 0,959719 0,087926 0,964477 0,052 0,927 0,021 0,140
15/12 (2) σ [m] R² 0,04761 0,995262 0,031782 0,950802 0,035135 0,996673 0,009563 0,983847 0,015919 0,98848 0,024494 0,998439 0,036485 0,998857 0,019172 0,95621 0,038235 0,988782 0,029 0,984 0,012 0,018
15/apr σ [m] R² 0,029003 0,83594 0,03337 0,894319 0,134319 0,992518 0,048554 0,876665 0,06719 0,855844 0,106342 0,548032 0,044966 0,995271 0,059072 0,871041 0,092576 0,801313 0,068 0,852 0,036 0,131
Figuur D-5: Beta = 2,9
74
E. Zevingen strandzand 17/11/2011:
Zevingen 17/11/2011
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00
zeving 1
40.00
zeving 2
50.00
zeving 3
60.00
zeving 4
70.00
zeving 5
80.00 90.00 100.00 0.0625 0.125
0.25
0.5 1 2 4 8 16 Zeefopening [mm] Figuur E-1: Zeefkrommes 17/11/2011 Tabel E-1: 17/11/2011 zeving 1 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,74
1278,74
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,90
1231,90
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,15
1274,15
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,83
994,80
0,03
0,03
0,01
99,99
1
918,55
918,06
0,49
0,52
0,19
99,81
0,5
886,81
877,20
9,61
10,13
3,68
96,32
0,25
922,01
773,05
148,96
159,09
57,87
42,13
0,125
881,38
766,09
115,29
274,38
99,80
0,20
0,063
721,73
721,26
0,47
274,85
99,97
0,03
0
898,50
898,43
0,07
274,92
100,00
0,00
75
Tabel E-2: 17/11/2011 zeving 2 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,74
1278,74
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,90
1231,90
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,14
1274,14
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,86
994,81
0,05
0,05
0,02
99,98
1
918,51
918,07
0,44
0,49
0,23
99,77
0,5
889,02
877,13
11,89
12,38
5,89
94,11
0,25
925,64
773,30
152,34
164,72
78,31
21,69
0,125
810,96
765,99
44,97
209,69
99,69
0,31
0,063
721,82
721,26
0,56
210,25
99,95
0,05
0
898,54
898,44
0,10
210,35
100,00
0,00
Tabel E-3: 17/11/2011 zeving 3 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
16
1278,74
1278,74
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,90
1231,90
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,19
1274,19
0,00
0,00
0,00
100,00
2
995,01
994,83
0,18
0,18
0,08
99,92
1
918,87
918,06
0,81
0,99
0,46
99,54
0,5
887,96
877,24
10,72
11,71
5,46
94,54
0,25
914,51
773,01
141,50
153,21
71,49
28,51
0,125
826,40
765,93
60,47
213,68
99,70
0,30
0,063
721,85
721,23
0,62
214,30
99,99
0,01
0
898,50
898,48
0,02
214,32
100,00
0,00
Tabel E-4: 17/11/2011 zeving 4 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,74
1278,74
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,91
1231,91
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,43
1274,20
0,23
0,23
0,08
99,92
2
994,99
994,80
0,19
0,42
0,15
99,85
1
919,24
918,03
1,21
1,63
0,60
99,40
0,5
886,66
877,20
9,46
11,09
4,07
95,93
0,25
939,76
773,07
166,69
177,78
65,27
34,73
0,125
860,09
765,97
94,12
271,90
99,82
0,18
0,063
721,75
721,26
0,49
272,39
100,00
0,00
0
898,48
898,48
0,00
272,39
100,00
0,00
76
Tabel E-5: 17/11/2011 zeving 5 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,75
1278,75
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,92
1231,92
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,20
1274,20
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,79
994,79
0,00
0,00
0,00
100,00
1
918,48
918,03
0,45
0,45
0,16
99,84
0,5
887,12
877,19
9,93
10,38
3,73
96,27
0,25
940,81
773,08
167,73
178,11
64,07
35,93
0,125
865,50
765,97
99,53
277,64
99,87
0,13
0,063
721,63
721,28
0,35
277,99
100,00
0,00
0
898,49
898,48
0,01
278,00
100,00
0,00
gemiddelde zeving 17/11/2011 0.000 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 gemiddelde zeving
60.000 70.000 80.000 90.000 100.000 0.0625 0.125
0.5 1 2 4 8 16 Zeefopening [mm] Figuur E-2: Gemiddelde zeefkromme 17/11/2011
zeef [mm]
0.25
Tabel E-6: Gemiddelde zeving 17/11/2011 zeef + lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve zeefrest [g] [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,74
1278,74
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,91
1231,91
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,22
1274,18
0,05
0,05
0,02
99,98
2
994,90
994,81
0,09
0,14
0,05
99,95
1
918,73
918,05
0,68
0,82
0,33
99,67
0,5
887,51
877,19
10,32
11,14
4,46
95,54
0,25
928,55
773,10
155,44
166,58
66,63
33,37
0,125
848,87
765,99
82,88
249,46
99,78
0,22
0,063
721,76
721,26
0,50
249,96
99,98
0,02
0
898,50
898,46
0,04
250,00
100,00
0,00
77
28/11/2011:
Zevingen 28/11/2011 0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00
zeving 1
40.00
zeving 2
50.00
zeving 3
60.00
zeving 4
70.00 80.00 90.00 100.00 0.0625 0.125
0.25
0.5 1 2 4 8 16 Zeefopening [mm] Figuur E-3: Zeefkrommes 28/11/2011 Tabel E-7: 28/11/2011 zeving 1 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
16
1278,65
1278,65
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,80
1231,80
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,10
1274,08
0,02
0,02
0,01
99,99
2
995,14
994,99
0,15
0,17
0,08
99,92
1
918,52
917,97
0,55
0,72
0,34
99,66
0,5
888,83
877,10
11,73
12,45
5,95
94,05
0,25
922,84
772,42
150,42
162,87
77,82
22,18
0,125
811,99
765,94
46,05
208,92
99,82
0,18
0,063
773,43
773,06
0,37
209,29
100,00
0,00
0
898,43
898,42
0,01
209,30
100,00
0,00
Tabel E-8: 28/11/2011 zeving 2 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,67
1278,67
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,88
1231,82
0,06
0,06
0,03
99,97
4
1274,17
1274,08
0,09
0,15
0,07
99,93
2
995,11
995,00
0,11
0,26
0,12
99,88
1
918,71
918,00
0,71
0,97
0,46
99,54
0,5
886,32
877,11
9,21
10,18
4,84
95,16
0,25
910,42
772,41
138,01
148,19
70,42
29,58
0,125
827,83
765,90
61,93
210,12
99,84
0,16
0,063
773,49
773,16
0,33
210,45
100,00
0,00
0
898,46
898,46
0,00
210,45
100,00
0,00
78
Tabel E-9: 28/11/2011 zeving 3 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,67
1278,67
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,87
1231,87
0,00
0,00
0,00
100,00
4
1274,16
1274,09
0,07
0,07
0,03
99,97
2
995,18
994,99
0,19
0,26
0,12
99,88
1
919,02
918,01
1,01
1,27
0,59
99,41
0,5
885,31
877,16
8,15
9,42
4,35
95,65
0,25
903,16
772,48
130,68
140,10
64,67
35,33
0,125
842,31
765,92
76,39
216,49
99,93
0,07
0,063
773,20
773,05
0,15
216,64
100,00
0,00
0
898,48
898,48
0,00
216,64
100,00
0,00
Tabel E-10: 28/11/2011 zeving 4 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,70
1278,70
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,92
1231,91
0,01
0,01
0,00
100,00
4
1274,18
1274,18
0,00
0,01
0,00
100,00
2
994,96
994,96
0,00
0,01
0,00
100,00
1
918,48
918,14
0,34
0,35
0,17
99,83
0,5
885,01
876,60
8,41
8,76
4,22
95,78
0,25
900,55
772,43
128,12
136,88
66,02
33,98
0,125
838,05
767,82
70,23
207,11
99,89
0,11
0,063
773,80
773,57
0,23
207,34
100,00
0,00
0
897,10
897,10
0,00
207,34
100,00
0,00
79
gemiddelde zeving 28/11/2011
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 50.00 gemiddelde zeving
60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.0625 0.125
0.5 1 2 4 8 16 Zeefopening [mm] Figuur E-4: gemiddelde zeefkromme 28/11/2011
zeef [mm]
0.25
Tabel E-11: Gemiddelde zeving 28/11/2011 zeef + lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve zeefrest [g] [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
16
1278,67
1278,67
0,00
0,00
0,00
100,00
8
1231,87
1231,85
0,02
0,02
0,01
99,99
4
1274,15
1274,11
0,05
0,06
0,03
99,97
2
995,10
994,99
0,11
0,18
0,08
99,92
1
918,68
918,03
0,65
0,83
0,39
99,61
0,5
886,37
876,99
9,38
10,20
4,84
95,16
0,25
909,24
772,44
136,81
147,01
69,70
30,30
0,125
830,05
766,40
63,65
210,66
99,87
0,13
0,063
773,48
773,21
0,27
210,93
100,00
0,00
0
898,12
898,12
0,00
210,93
100,00
0,00
80
19/12/2012:
Zevingen 19/12/2011 0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00
zeving 1
40.00
zeving 2
50.00
zeving 3
60.00
zeving 4
70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur E-5: Zeefkrommes 19/12/2011 Tabel E-12: 19/12/2011 zeving 1 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,25
1274,25
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,94
994,93
0,01
0,01
0,00
100,00
1
918,69
918,15
0,54
0,55
0,25
99,75
0,5
892,31
877,23
15,08
15,63
7,18
92,82
0,315
927,38
820,47
106,91
122,54
56,26
43,74
0,25
825,18
772,38
52,80
175,34
80,50
19,50
0,224
807,57
801,45
6,12
181,46
83,31
16,69
0,16
781,59
749,59
32,00
213,46
98,00
2,00
0,125
770,14
766,05
4,09
217,55
99,88
0,12
0
894,18
893,92
0,26
217,81
100,00
0,00
Tabel E-13: 19/12/2011 zeving 2 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,26
1274,26
0,00
0,00
0,00
100,00
2
995,02
994,92
0,10
0,10
0,05
99,95
1
918,94
918,12
0,82
0,92
0,42
99,58
0,5
889,05
877,32
11,73
12,65
5,80
94,20
0,315
907,75
820,52
87,23
99,88
45,81
54,19
0,25
835,32
772,70
62,62
162,50
74,52
25,48
0,224
813,79
801,35
12,44
174,94
80,23
19,77
0,16
787,23
749,50
37,73
212,67
97,53
2,47
0,125
771,10
765,96
5,14
217,81
99,89
0,11
0
894,42
894,18
0,24
218,05
100,00
0,00
81
Tabel E-14: 19/12/2011 zeving 3 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
4
1274,26
1274,26
0,00
0,00
0,00
100,00
2
995,03
994,96
0,07
0,07
0,03
99,97
1
919,03
918,15
0,88
0,95
0,44
99,56
0,5
885,56
877,38
8,18
9,13
4,18
95,82
0,315
876,44
820,63
55,81
64,94
29,76
70,24
0,25
846,25
772,64
73,61
138,55
63,49
36,51
0,224
818,26
801,52
16,74
155,29
71,16
28,84
0,16
805,59
749,50
56,09
211,38
96,86
3,14
0,125
772,71
766,06
6,65
218,03
99,90
0,10
0
894,75
894,54
0,21
218,24
100,00
0,00
Tabel E-15: 19/12/2011 zeving 4 lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,20
1274,17
0,03
0,03
0,01
99,99
2
994,91
994,88
0,03
0,06
0,03
99,97
1
918,45
918,02
0,43
0,49
0,22
99,78
0,5
885,34
877,33
8,01
8,50
3,81
96,19
0,315
875,89
820,58
55,31
63,81
28,59
71,41
0,25
849,94
772,64
77,30
141,11
63,23
36,77
0,224
824,59
801,45
23,14
164,25
73,60
26,40
0,16
802,83
749,45
53,38
217,63
97,52
2,48
0,125
771,44
765,99
5,45
223,08
99,96
0,04
0
894,92
894,83
0,09
223,17
100,00
0,00
82
gemiddelde zeving 19/12/2011
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 50.00 gemiddelde zeving
60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
zeef [mm]
0.25
0.5
1 2 4 8 16 Zeefopening [mm] Figuur E-6: Gemiddelde zeefkromme 19/12/2011
Tabel E-16: Gemiddelde zeving 19/12/2011 zeef + lege zeef zeefrest op cumulatieve cumulatieve zeefrest [g] [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,24
1274,24
0,01
0,01
0,00
100,00
2
994,98
994,92
0,05
0,06
0,03
99,97
1
918,78
918,11
0,67
0,73
0,33
99,67
0,5
888,07
877,32
10,75
11,48
5,23
94,77
0,315
896,87
820,55
76,32
87,79
40,03
59,97
0,25
839,17
772,59
66,58
154,38
70,39
29,61
0,224
816,05
801,44
14,61
168,99
77,05
22,95
0,16
794,31
749,51
44,80
213,79
97,48
2,52
0,125
771,35
766,02
5,33
219,12
99,91
0,09
0
894,57
894,37
0,20
219,32
100,00
0,00
83
16/03/2012 A:
Zevingen 16/03/2012 A 0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00
zeving 1
50.00
zeving 2
60.00
zeving 3
70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur E-7: Zeekrommes 16/03/2012 A Tabel E-17: 16/03/2012 A zeving 1 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,21
1274,21
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,88
994,84
0,04
0,04
0,02
99,98
1
918,95
918,10
0,85
0,89
0,36
99,64
0,5
885,71
877,18
8,53
9,42
3,78
96,22
0,315
867,80
820,80
47,00
56,42
22,64
77,36
0,25
843,88
772,85
71,03
127,45
51,14
48,86
0,224
819,64
801,57
18,07
145,52
58,39
41,61
0,16
839,80
749,43
90,37
235,89
94,65
5,35
0,125
778,60
765,72
12,88
248,77
99,82
0,18
0
888,67
888,22
0,45
249,22
100,00
0,00
Tabel E-18: 16/03/2012 A zeving 2 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,21
1274,21
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,87
994,84
0,03
0,03
0,01
99,99
1
919,03
918,10
0,93
0,96
0,40
99,60
0,5
885,96
877,18
8,78
9,74
4,05
95,95
0,315
871,64
820,80
50,84
60,58
25,21
74,79
0,25
841,14
772,85
68,29
128,87
53,63
46,37
0,224
819,31
801,57
17,74
146,61
61,02
38,98
0,16
830,80
749,43
81,37
227,98
94,88
5,12
0,125
777,63
765,72
11,91
239,89
99,84
0,16
0
888,61
888,22
0,39
240,28
100,00
0,00
84
Tabel E-19: 16/03/2012 A zeving 3 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,19
1274,19
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,86
994,84
0,02
0,02
0,01
99,99
1
919,00
918,10
0,90
0,92
0,32
99,68
0,5
887,45
877,18
10,27
11,19
3,87
96,13
0,315
885,19
820,80
64,39
75,58
26,14
73,86
0,25
856,33
772,85
83,48
159,06
55,01
44,99
0,224
824,02
801,57
22,45
181,51
62,78
37,22
0,16
843,08
749,43
93,65
275,16
95,16
4,84
0,125
779,30
765,72
13,58
288,74
99,86
0,14
0
888,62
888,22
0,40
289,14
100,00
0,00
gemiddelde zeving 16/03/2012 A 0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 50.00 gemiddelde zeving
60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
zeef [mm]
0.25
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur E-8: Gemiddelde zeefkromme 16/03/2012 A
Tabel E-20: Gemiddelde zeving 16/03/2012 A zeef + zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeefrest [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,20
1274,20
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,87
994,84
0,03
0,03
0,01
99,99
1
918,99
918,10
0,89
0,92
0,36
99,64
0,5
886,37
877,18
9,19
10,12
3,90
96,10
0,315
874,88
820,80
54,08
64,19
24,73
75,27
0,25
847,12
772,85
74,27
138,46
53,35
46,65
0,224
820,99
801,57
19,42
157,88
60,83
39,17
0,16
837,89
749,43
88,46
246,34
94,91
5,09
0,125
778,51
765,72
12,79
259,13
99,84
0,16
0
888,63
888,22
0,41
259,55
100,00
0,00
85
16/03/2012 B:
Zevingen 16/03/2012 B 0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00
zeving 1
50.00
zeving 2
60.00
zeving 3
70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur E-9: Zeefkrommes 16/03/2012 B Tabel E-21: 16/03/2012 B zeving 1 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,12
1273,98
0,14
0,14
0,06
99,94
2
994,96
994,81
0,15
0,29
0,13
99,87
1
919,58
918,06
1,52
1,81
0,80
99,20
0,5
893,56
877,17
16,39
18,20
8,05
91,95
0,315
878,28
820,46
57,82
76,02
33,64
66,36
0,25
837,87
772,88
64,99
141,01
62,40
37,60
0,224
815,96
801,48
14,48
155,49
68,81
31,19
0,16
810,98
749,42
61,56
217,05
96,06
3,94
0,125
774,37
766,01
8,36
225,41
99,76
0,24
0
888,55
888,00
0,55
225,96
100,00
0,00
Tabel E-22: 16/03/2012 B zeving 2 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,28
1273,98
0,30
0,30
0,11
99,89
2
995,09
994,81
0,28
0,58
0,22
99,78
1
919,45
918,06
1,39
1,97
0,73
99,27
0,5
891,02
877,17
13,85
15,82
5,88
94,12
0,315
888,57
820,46
68,11
83,93
31,19
68,81
0,25
862,55
772,88
89,67
173,60
64,51
35,49
0,224
816,18
801,48
14,70
188,30
69,97
30,03
0,16
821,20
749,42
71,78
260,08
96,65
3,35
0,125
774,40
766,01
8,39
268,47
99,77
0,23
0
888,63
888,00
0,63
269,10
100,00
0,00
86
Tabel E-23: 16/03/2012 B zeving 3 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,15
1273,98
0,17
0,17
0,07
99,93
2
994,83
994,81
0,02
0,19
0,08
99,92
1
919,12
918,06
1,06
1,25
0,52
99,48
0,5
890,07
877,17
12,90
14,15
5,92
94,08
0,315
879,85
820,46
59,39
73,54
30,75
69,25
0,25
842,50
772,88
69,62
143,16
59,86
40,14
0,224
819,91
801,48
18,43
161,59
67,57
32,43
0,16
816,42
749,42
67,00
228,59
95,58
4,42
0,125
775,82
766,01
9,81
238,40
99,69
0,31
0
888,75
888,00
0,75
239,15
100,00
0,00
gemiddelde zeving 16/03/2012 B 0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 50.00 gemiddelde zeving
60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
zeef [mm]
0.25
0.5
1 2 4 8 16 Zeefopening [mm] Figuur E-10: Gemiddelde zeefkrome 16/03/2012 B
Tabel E-24: Gemiddelde zeving 16/03/2012 B zeef + zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeefrest [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,18
1273,98
0,20
0,20
0,08
99,92
2
994,96
994,81
0,15
0,35
0,14
99,86
1
919,38
918,06
1,32
1,68
0,69
99,31
0,5
891,55
877,17
14,38
16,06
6,56
93,44
0,315
882,23
820,46
61,77
77,83
31,80
68,20
0,25
847,64
772,88
74,76
152,59
62,35
37,65
0,224
817,35
801,48
15,87
168,46
68,83
31,17
0,16
816,20
749,42
66,78
235,24
96,12
3,88
0,125
774,86
766,01
8,85
244,09
99,74
0,26
0
888,64
888,00
0,64
244,74
100,00
0,00
87
16/03/2012 C:
Zevingen 16/03/2012 C
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00
zeving 1
50.00
zeving 2
60.00
zeving 3
70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur E-11: Zeefkrommes 16/03/2012 C Tabel E-25: 16/03/2012 C zeving 1 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,26
1273,98
0,28
0,28
0,12
99,88
2
994,91
994,81
0,10
0,38
0,17
99,83
1
918,85
918,06
0,79
1,17
0,52
99,48
0,5
886,12
877,17
8,95
10,12
4,50
95,50
0,315
884,23
820,46
63,77
73,89
32,87
67,13
0,25
842,94
772,88
70,06
143,95
64,03
35,97
0,224
810,98
801,48
9,50
153,45
68,26
31,74
0,16
812,62
749,42
63,20
216,65
96,37
3,63
0,125
773,76
766,01
7,75
224,40
99,82
0,18
0
888,41
888,00
0,41
224,81
100,00
0,00
Tabel E-26: 16/03/2012 C zeving 2 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,20
1274,20
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,85
994,83
0,02
0,02
0,01
99,99
1
918,51
917,97
0,54
0,56
0,25
99,75
0,5
883,73
877,33
6,40
6,96
3,11
96,89
0,315
872,08
820,67
51,41
58,37
26,08
73,92
0,25
838,71
772,82
65,89
124,26
55,52
44,48
0,224
818,66
801,50
17,16
141,42
63,18
36,82
0,16
820,40
749,38
71,02
212,44
94,91
5,09
0,125
776,82
765,97
10,85
223,29
99,76
0,24
0
888,70
888,16
0,54
223,83
100,00
0,00
88
Tabel E-27: 16/03/2012 C zeving 3 zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,12
1274,12
0,00
0,00
0,00
100,00
2
994,91
994,81
0,10
0,10
0,04
99,96
1
918,79
918,08
0,71
0,81
0,29
99,71
0,5
885,37
877,44
7,93
8,74
3,17
96,83
0,315
889,32
820,69
68,63
77,37
28,11
71,89
0,25
855,97
772,80
83,17
160,54
58,32
41,68
0,224
821,06
801,65
19,41
179,95
65,37
34,63
0,16
831,90
749,44
82,46
262,41
95,32
4,68
0,125
778,25
765,98
12,27
274,68
99,78
0,22
0
888,70
888,10
0,60
275,28
100,00
0,00
gemiddelde zeving 16/03/2012 C 0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 50.00 gemiddelde zeving
60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur E-12: Gemiddelde zeefkromme 16/03/2012 C
zeef [mm]
0.25
Tabel E-28: Gemiddelde zeving 16/03/2012 C zeef + zeefrest op cumulatieve cumulatieve lege zeef [g] zeefrest [g] zeef [g] zeefrest [g] zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
4
1274,19
1274,10
0,09
0,09
0,04
99,96
2
994,89
994,82
0,07
0,17
0,07
99,93
1
918,72
918,04
0,68
0,85
0,35
99,65
0,5
885,07
877,31
7,76
8,61
3,57
96,43
0,315
881,88
820,61
61,27
69,88
28,96
71,04
0,25
845,87
772,83
73,04
142,92
59,23
40,77
0,224
816,90
801,54
15,36
158,27
65,59
34,41
0,16
821,64
749,41
72,23
230,50
95,52
4,48
0,125
776,28
765,99
10,29
240,79
99,79
0,21
0
888,60
888,09
0,52
241,31
100,00
0,00
89
F. Zevingen eolisch zand : Hoogte 1:
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00
A1+B1
40.00
C1+D1
50.00
E1
60.00
F1+G1
70.00
H1+I1
80.00 90.00 100.00 0.0625
0.125
0.25
0.5 1 2 Zeefopening [mm] Figuur F-1: Zeefkrommes hoogte 1
4
Tabel F-1: Zeving hoogte 1: A+B
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,77 918,14 877,54 828,47 797,08 809,60 801,88 771,81 721,89 893,84
lege zeef [g] 994,77 918,11 877,32 820,92 772,53 801,56 749,33 766 721,59 893,83
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
0,00 0,03 0,22 7,55 24,55 8,04 52,55 5,81 0,30 0,01
0,00 0,03 0,25 7,80 32,35 40,39 92,94 98,75 99,05 99,06
0,00 0,03 0,25 7,87 32,66 40,77 93,82 99,69 99,99 100,00
100,00 99,97 99,75 92,13 67,34 59,23 6,18 0,31 0,01 0,00
90
Tabel F-2: Zeving hoogte 1: C+D
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,88 918,09 877,89 835,38 811,84 814,53 814,48 773,44 721,92 893,82
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,88 918,09 877,31 821,18 773,22 801,83 749,49 765,95 721,56 893,78
0,00 0,00 0,58 14,20 38,62 12,70 64,99 7,49 0,36 0,04
0,00 0,00 0,58 14,78 53,40 66,10 131,09 138,58 138,94 138,98
0,00 0,00 0,42 10,63 38,42 47,56 94,32 99,71 99,97 100,00
100,00 100,00 99,58 89,37 61,58 52,44 5,68 0,29 0,03 0,00
Tabel F-3: Zeving hoogte 1: E
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,85 918,11 877,63 831,60 803,91 811,16 795,86 771,09 721,80 893,87
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,71 917,98 877,22 821,31 773,57 801,89 749,54 766,03 721,58 893,79
0,14 0,13 0,41 10,29 30,34 9,27 46,32 5,06 0,22 0,08
0,14 0,27 0,68 10,97 41,31 50,58 96,90 101,96 102,18 102,26
0,14 0,26 0,66 10,73 40,40 49,46 94,76 99,71 99,92 100,00
99,86 99,74 99,34 89,27 59,60 50,54 5,24 0,29 0,08 0,00
Tabel F-4: Zeving hoogte 1: F+G
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,84 918,11 877,97 837,69 814,42 814,05 810,79 772,88 821,85 893,84
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,84 918,10 877,27 821,46 773,84 802,24 749,61 765,94 821,64 893,84
0,00 0,01 0,70 16,23 40,58 11,81 61,18 6,94 0,21 0,00
0,00 0,01 0,71 16,94 57,52 69,33 130,51 137,45 137,66 137,66
0,00 0,01 0,52 12,31 41,78 50,36 94,81 99,85 100,00 100,00
100,00 99,99 99,48 87,69 58,22 49,64 5,19 0,15 0,00 0,00
91
Tabel F-5: Zeving hoogte 1: H+I
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,81 918,06 877,83 840,98 826,61 818,56 821,07 773,40 721,80 893,83
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,81 918,06 877,37 821,64 774,03 802,24 749,58 766,01 721,66 893,82
0,00 0,00 0,46 19,34 52,58 16,32 71,49 7,39 0,14 0,01
0,00 0,00 0,46 19,80 72,38 88,70 160,19 167,58 167,72 167,73
0,00 0,00 0,27 11,80 43,15 52,88 95,50 99,91 99,99 100,00
100,00 100,00 99,73 88,20 56,85 47,12 4,50 0,09 0,01 0,00
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 gemiddelde zeving
50.00 60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur F-2: Gemiddelde zeefkromme hoogte 1 Tabel F-6: Gemiddelde zeving hoogte 1
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,83 918,10 877,77 834,82 810,77 813,58 808,82 772,52 741,85 893,84
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,80 918,07 877,30 821,30 773,44 801,95 749,51 765,99 741,61 893,81
0,03 0,03 0,47 13,52 37,33 11,63 59,31 6,54 0,25 0,03
0,03 0,06 0,54 14,06 51,39 63,02 122,33 128,86 129,11 129,14
0,02 0,05 0,42 10,89 39,80 48,80 94,73 99,79 99,98 100,00
99,98 99,95 99,58 89,11 60,20 51,20 5,27 0,21 0,02 0,00
92
Hoogte 2:
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00
A2-D2
50.00
E2-I2
60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.0625
0.125
0.25
0.5 1 2 Zeefopening [mm] Figuur F-3: Zeefkrommes hoogte 2
4
Tabel F-7: Zeving hoogte 2: A-D
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,84 918,09 877,62 829,66 795,02 809,55 784,09 769,34 721,67 893,84
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,77 918,08 877,30 821,80 773,77 802,42 749,58 765,93 721,56 893,78
0,07 0,01 0,32 7,86 21,25 7,13 34,51 3,41 0,11 0,06
0,07 0,08 0,40 8,26 29,51 36,64 71,15 74,56 74,67 74,73
0,09 0,11 0,54 11,05 39,49 49,03 95,21 99,77 99,92 100,00
99,91 99,89 99,46 88,95 60,51 50,97 4,79 0,23 0,08 0,00
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,81 918,03 877,25 821,93 774,58 802,36 749,55 765,93 721,60 893,83
0,00 0,01 0,71 17,80 44,44 15,39 55,42 5,56 0,16 0,00
0,00 0,01 0,72 18,52 62,96 78,35 133,77 139,33 139,49 139,49
0,00 0,01 0,52 13,28 45,14 56,17 95,90 99,89 100,00 100,00
100,00 99,99 99,48 86,72 54,86 43,83 4,10 0,11 0,00 0,00
Tabel F-8: Zeving hoogte 2: E-I
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,81 918,04 877,96 839,73 819,02 817,75 804,97 771,49 721,76 893,83
93
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 gemiddelde zeving
50.00 60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.125
0.25
0.5 1 2 4 Zeefopening [mm] Figuur F-4: Gemiddelde zeefkromme hoogte 2 Tabel F-9: Gemiddelde zeving hoogte 2
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,83 918,07 877,79 834,70 807,02 813,65 794,53 770,42 721,72 893,84
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,79 918,06 877,28 821,87 774,18 802,39 749,57 765,93 721,58 893,81
0,04 0,01 0,51 12,83 32,85 11,26 44,96 4,49 0,13 0,03
0,04 0,05 0,56 13,39 46,24 57,50 102,46 106,95 107,08 107,11
0,03 0,04 0,52 12,50 43,17 53,68 95,66 99,85 99,97 100,00
99,97 99,96 99,48 87,50 56,83 46,32 4,34 0,15 0,03 0,00
94
Hoogte 3:
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00
A3-I3
50.00 60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.0625
0.125
0.25 0.5 1 Zeefopening [mm] Figuur F-5: Zeefkromme hoogte 3
2
Tabel F-10: Zeving hoogte 3
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,79 918,01 877,88 835,24 803,06 810,77 780,42 768,42 721,73 893,81
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,79 917,97 877,22 821,86 774,18 802,24 749,57 765,90 721,56 893,80
0,00 0,04 0,66 13,38 28,88 8,53 30,85 2,52 0,17 0,01
0,00 0,04 0,70 14,08 42,96 51,49 82,34 84,86 85,03 85,04
0,00 0,05 0,82 16,56 50,52 60,55 96,83 99,79 99,99 100,00
100,00 99,95 99,18 83,44 49,48 39,45 3,17 0,21 0,01 0,00
95
Hoogte 4:
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 A4-I4
50.00 60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.0625
0.125
0.25
0.5 1 2 Zeefopening [mm] Figuur F-6: Zeefkromme hoogte 4
4
Tabel F-11: Zeving hoogte 4
zeef + zeef [mm] zeefrest [g] 2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,80 918,03 877,62 829,12 778,06 805,44 759,02 766,56 721,65 893,81
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
994,80 918,03 877,28 821,83 774,09 802,30 749,50 765,96 721,56 893,81
0,00 0,00 0,34 7,29 3,97 3,14 9,52 0,60 0,09 0,00
0,00 0,00 0,34 7,63 11,60 14,74 24,26 24,86 24,95 24,95
0,00 0,00 1,36 30,58 46,49 59,08 97,23 99,64 100,00 100,00
100,00 100,00 98,64 69,42 53,51 40,92 2,77 0,36 0,00 0,00
96
Hoogte 5:
0.00 Gecumuleerde zeefrest [%]
10.00 20.00 30.00 40.00 A5-I5
50.00 60.00 70.00 80.00 90.00 100.00 0.0625
0.125
0.25
0.5 1 2 Zeefopening [mm] Figuur F-7: Zeefkromme hoogte 5
4
Tabel F-12: Zeving hoogte 5
zeef [mm]
zeef + zeefrest [g]
lege zeef [g]
zeefrest op zeef [g]
cumulatieve zeefrest [g]
cumulatieve zeefrest [%]
cumulatieve doorval [%]
2 1 0,5 0,315 0,25 0,224 0,16 0,125 0,063 0
994,76 918,01 877,27 822,19 773,76 802,39 749,94 766,02 721,63 893,83
994,76 918,01 877,27 821,81 773,36 802,25 749,53 765,93 721,58 893,80
0,00 0,00 0,00 0,38 0,40 0,14 0,41 0,09 0,05 0,03
0,00 0,00 0,00 0,38 0,78 0,92 1,33 1,42 1,47 1,50
0,00 0,00 0,00 25,33 52,00 61,33 88,67 94,67 98,00 100,00
100,00 100,00 100,00 74,67 48,00 38,67 11,33 5,33 2,00 0,00
97
G. Foutenanalyse Fout -3 mm: Tabel G-1: Fout f(z) -3 mm
Met fout
A -2
Origineel
A
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)2[g. m . s ] 37,087 9,850 3,411 1,539
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)2[g. m-2. s-1] 41,341 10,457 3,482 1,526
1
1,034
1
1,011
-2
-1
-1
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m . s ] 29,352 11,475 3,515 0,706
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1 z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1
0,142 f(z)4[g. m-2. s-1] 29,353 11,475 3,514 0,706 0,142
1 z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1
0,137 f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)5[g. m-2. s-1] 26,108 12,126 4,525 1,163
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566 1,149
1
0,295
1
0,288
Tabel G-2: Fout Q -3 mm
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Origineel Met fout Verschil
2,740 2,644 -0,096
5,817 5,445 -0,371
5,817 5,445 -0,371
5,306 4,947 -0,359
PA(%)
-3,520
-6,386
-6,385
-6,759
98
Fout +3 mm: Tabel G-3: Fout f(z) +3 mm
Met fout
Origineel
z [m]
A f(z)2[g. m-2. s-1]
z [m]
A f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
46,188 11,119 3,559 1,514
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
0,988
1
1,011
-2
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m . s ] 33,511 12,664 3,717 0,704
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,133
1
0,137
-2
-1
-1
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m . s ] 33,512 12,664 3,716 0,704 0,133 f(z)5[g. m-2. s-1] 29,363 13,115 4,740
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,189
0,5
1,149
1
0,298
1
0,288
Tabel G-4: Fout Q +3 mm
Met fout Verschil
Q2 [g.m-1.s1 ] 2,740 2,852 0,113
Q3 [g.m-1.s1 ] 5,817 6,222 0,405
Q4 [g.m-1.s1 ] 5,817 6,222 0,405
Q5 [g.m-1.s1 ] 5,306 5,575 0,269
PA(%)
4,115
6,960
6,961
5,078
Origineel
99
Transportverlies: Tabel G-5: Fout f(z) transportverlies
Met fout
A -2
-1
Origineel
A
z [m]
f(z)2[g. m . s ]
z [m]
f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
41,345 10,458 3,483 1,527
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
1,011
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,356 12,052 3,613 0,705
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,137
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,357 12,052 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,222 12,655 4,726
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,215
0,5
1,149
1
0,308
1
0,288
Tabel G-6: Fout Q transportverlies
Q2 [g.m-1.s-1] Q3 [g.m-1.s-1] Q4 [g.m-1.s-1] Q5 [g.m-1.s-1] Origineel Met fout Verschil
2,740 2,734 -0,006
5,817 5,817 0,001
5,817 5,818 0,001
5,306 5,158 -0,147
PA(%)
-0,219
0,010
0,012
-2,777
100
Verticaliteit catchers -: Tabel G-7: Fout f(z) verticaliteit catchers –
Met fout
A -2
-1
Origineel
A
z [m]
f(z)2[g. m . s ]
z [m]
f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
41,809 10,357 3,392 1,468
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
0,966
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,707 11,911 3,469 0,651
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,122
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,709 11,910 3,469 0,650 0,122 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,040 12,569 4,693
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,207
0,5
1,149
1
0,306
1
0,288
Tabel G-8: Fout Q verticaliteit catchers –
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Met fout Verschil
2,740 2,689 -0,051
5,817 5,889 0,072
5,817 5,889 0,073
5,306 5,124 -0,182
PA(%)
-1,868
1,243
1,247
-3,427
Origineel
101
Verticaliteit catchers +: Tabel G-9: Fout f(z) verticaliteit catchers +
Met fout
A -2
-1
Origineel
A
z [m]
f(z)2[g. m . s ]
z [m]
f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
40,908 10,552 3,569 1,583
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
1,054
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,023 12,185 3,754 0,760
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,154
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,025 12,184 3,753 0,759 0,154 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,386 12,733 4,756
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,223
0,5
1,149
1
0,310
1
0,288
Tabel G-10: Fout Q verticaliteit catchers +
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Met fout Verschil
2,740 2,789 0,049
5,817 5,756 -0,061
5,817 5,756 -0,061
5,306 5,190 -0,116
PA(%)
1,782
-1,044
-1,042
-2,191
Origineel
102
Vervuiling MWAC: Tabel G-11: Fout f(z) vervuiling MWAC
Met fout
A -2
-1
Origineel
A
z [m]
f(z)2[g. m . s ]
z [m]
f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
41,325 10,453 3,481 1,526
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
1,010
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,340 12,046 3,612 0,704
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,137
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,341 12,046 3,611 0,704 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,209 12,649 4,724
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,214
0,5
1,149
1
0,308
1
0,288
Tabel G-12: Fout Q vervuiling MWAC
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Met fout Verschil
2,740 2,739 -0,001
5,817 5,814 -0,002
5,817 5,815 -0,002
5,306 5,156 -0,150
PA(%)
-0,053
-0,040
-0,038
-2,824
Origineel
103
Weegfout begin -0,003 g: Tabel G-13: Fout f(z) weegfout begin -0,003 g
Met fout
A -2
-1
Origineel
A
z [m]
f(z)2[g. m . s ]
z [m]
f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
41,319 10,475 3,494 1,534
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
1,016
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,350 12,068 3,625 0,709
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,139
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,350 12,068 3,625 0,709 0,139 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,246 12,666 4,731
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,216
0,5
1,149
1
0,308
1
0,288
Tabel G-14: Fout Q weegfout begin -0,003 g
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Met fout Verschil
2,740 2,747 0,007
5,817 5,816 -0,001
5,817 5,816 -0,001
5,306 5,163 -0,143
PA(%)
0,249
-0,012
-0,013
-2,693
Origineel
104
Weegfout begin +0,003 g: Tabel G-15: Fout f(z) Weegfout begin +0,003 g
Met fout
A -2
-1
Origineel
A
z [m]
f(z)2[g. m . s ]
z [m]
f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
41,363 10,440 3,470 1,519
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
1,005
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,356 12,034 3,601 0,701
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,136
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,357 12,034 3,601 0,700 0,136 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,193 12,641 4,721
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,214
0,5
1,149
1
0,308
1
0,288
Tabel G-16: Fout Q weegfout begin +0,003 g
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Met fout Verschil
2,740 2,732 -0,008
5,817 5,818 0,001
5,817 5,818 0,001
5,306 5,153 -0,153
PA(%)
-0,276
0,013
0,015
-2,880
Origineel
105
Weegfout eind -0,003 g: Tabel G-17: Fout f(z) weegfout eind -0,003 g
Met fout
A -2
-1
Origineel
A
z [m]
f(z)2[g. m . s ]
z [m]
f(z)2[g. m-2. s-1]
0,1 0,15 0,25 0,5
41,363 10,440 3,470 1,519
0,1 0,15 0,25 0,5
41,341 10,457 3,482 1,526
1
1,005
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,356 12,034 3,601 0,701
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,136
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,357 12,034 3,601 0,700 0,136 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,193 12,641 4,721
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,214
0,5
1,149
1
0,308
1
0,288
Tabel G-18: Fout Q weegfout eind -0,003 g
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Met fout Verschil
2,740 2,732 -0,008
5,817 5,818 0,001
5,817 5,818 0,001
5,306 5,153 -0,153
PA(%)
-0,276
0,013
0,015
-2,880
Origineel
106
Weegfout eind +0,003 g: Tabel G-19: Fout f(z) weegfout eind +0,003 g
Met fout A z [m] f(z)2[g. m-2. s-1] 0,1 41,319 0,15 10,475 0,25 3,494 0,5 1,534
Origineel A z [m] f(z)2[g. m-2. s-1] 0,1 41,341 0,15 10,457 0,25 3,482 0,5 1,526
1
1,016
1
1,011
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,350 12,068 3,625 0,709
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5
f(z)3[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705
1
0,139
1
0,137
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,350 12,067 3,624 0,709 0,139 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,246 12,666 4,731
z [m] 0,1 0,15 0,25 0,5 1 z [m] 0,1 0,15 0,25
f(z)4[g. m-2. s-1] 31,353 12,051 3,613 0,705 0,137 f(z)5[g. m-2. s-1] 27,965 12,570 4,566
0,5
1,216
0,5
1,149
1
0,308
1
0,288
Tabel G-20: Fout Q weegfout eind +0,003 g
Q2 [g.m-1.s-1]
Q3 [g.m-1.s-1]
Q4 [g.m-1.s-1]
Q5 [g.m-1.s-1]
Met fout Verschil
2,740 2,747 0,007
5,817 5,816 -0,001
5,817 5,816 -0,001
5,306 5,163 -0,143
PA(%)
0,250
-0,013
-0,013
-2,693
Origineel
107
H. Notitiebladeren topografische metingen Tabel H-1: Meting raai A
vanuit A punt 1 punt 2 punt 3 punt 4 punt 5 punt 6 punt 7 punt 8 punt 9 punt 10 punt 11 punt 12 punt 13 punt 14 punt 15 punt 16 punt 17 punt 18 punt 19 punt 20 punt 21 punt 22 punt 23 punt 24 punt 25 punt 26 punt 27 punt 28 punt 29 punt 30 punt 31 punt 32 punt 33 punt 34 punt 35 punt 36 punt 37 punt 38 punt 39 punt 40
Hz[gon]
Vz[gon]
vert afst [m]
horiz afst [m]
108
Tabel H-2: Meting raai B
vanuit B punt 1 punt 2 punt 3 punt 4 punt 5 punt 6 punt 7 punt 8 punt 9 punt 10 punt 11 punt 12 punt 13 punt 14 punt 15 punt 16 punt 17 punt 18 punt 19 punt 20 punt 21 punt 22 punt 23 punt 24 punt 25 punt 26 punt 27 punt 28 punt 29 punt 30 punt 31 punt 32 punt 33 punt 34 punt 35 punt 36 punt 37 punt 38 punt 39 punt 40 punt 41
Hz[gon]
Vz[gon]
vert afst [m]
horiz afst [m]
109
Tabel H-3: Meting raai C
Vanuit C punt 1 punt 2 punt 3 punt 4 punt 5 punt 6 punt 7 punt 8 punt 9 punt 10 punt 11 punt 12 punt 13 punt 14 punt 15 punt 16 punt 17 punt 18 punt 19 punt 20 punt 21 punt 22 punt 23 punt 24 punt 25 punt 26 punt 27 punt 28 punt 29 punt 30 punt 31 punt 32 punt 33 punt 34 punt 35 punt 36 punt 37 punt 38 punt 39 punt 40 punt 41
Hz[gon]
Vz[gon]
vert afst [m]
horiz afst [m]
110
Tabel H-4: Onderlinge afstanden meetpunten
vanuit A Hz[gon] punt B punt C nulricht hoogte TS hoogte Refl
Vz[gon]
vanuit B Hz[gon] punt A punt C nulricht hoogte TS hoogte Refl
Vz[gon]
vanuit C Hz[gon] punt A punt B nulricht hoogte TS hoogte Refl
Vz[gon]
vert afst [m] horiz afst [m]
m m vert afst [m] horiz afst [m]
m m vert afst [m] horiz afst [m]
m m
111
I. Topografische metingen Raai A: Tabel I-1: Onderlinge vergelijking raai A
afstand [m] 0,000 1,970 3,000 5,000 7,000 9,000 11,000 13,000 15,000 17,000 19,000 21,000 23,000 25,000 27,000 29,000 31,000 33,000 35,000 37,000 39,000 41,000 43,000 45,000 47,000 49,000 51,000 53,000 55,000 57,000 59,000
11/nov hoogte [m] 10,000 10,023 9,050 9,062 9,175 9,242 9,213 9,138 9,069 8,989 8,908 8,833 8,775 8,752 8,666 8,499 8,277 8,050 7,810 7,572 7,390 7,229 7,052 6,850 6,672 6,528 6,454 6,395 6,223 6,023 5,874
24/nov hoogte [m] 10,000 9,975 8,949 8,995 9,061 9,219 9,337 9,294 9,169 9,008 8,937 8,898 8,808 8,753 8,654 8,485 8,267 8,031 7,785 7,561 7,390 7,218 7,028 6,839 6,690 6,581 6,437 6,365 6,255
19/dec hoogte [m] 10,000 10,001 9,208 9,332 9,504 9,559 9,516 9,447 9,356 9,239 9,122 9,000 8,868 8,708 8,506 8,309 8,122 7,938 7,738 7,503 7,208 6,985 6,800 6,639 6,495 6,356 6,229
112
Onderlinge vergelijking raai A 10.000 9.000 8.000
Strandhoogte [m]
7.000 6.000
11/nov
5.000
24/nov 4.000
19/dec
3.000
2.000 1.000 0.000 0
10
20
30
40
50
60
70
Horizontale afstand [m] Figuur I-1: Grafische vergelijking raai A
113
Raai B: Tabel I-2: Onderlinge vergelijking Raai B
27/okt 11/nov afstand [m] afstand [m] hoogte [m] 0,000 10,000 10,000 1,970 10,004 9,999 3,000 9,348 9,377 5,000 9,555 9,541 7,000 9,580 9,579 9,000 9,506 9,503 11,000 9,421 9,409 13,000 9,325 9,327 15,000 9,217 9,212 17,000 9,055 9,052 19,000 8,898 8,888 21,000 8,765 8,759 23,000 8,630 8,628 25,000 8,493 8,490 27,000 8,342 8,336 29,000 8,198 8,193 31,000 8,029 8,040 33,000 7,849 7,859 35,000 7,656 7,659 37,000 7,449 7,451 39,000 7,229 7,230 41,000 7,019 7,016 43,000 6,815 6,821 45,000 6,667 47,000 6,502 49,000 6,425 51,000 6,344 53,000 6,194 55,000 6,000 57,000 5,851 59,000 5,726
24/nov 19/dec hoogte [m] hoogte [m] 10,000 10,000 10,001 10,004 9,117 9,236 9,247 9,536 9,246 9,640 9,241 9,610 9,298 9,551 9,326 9,460 9,340 9,343 9,261 9,189 9,085 9,015 8,897 8,843 8,716 8,684 8,575 8,526 8,413 8,341 8,269 8,210 8,020 8,075 7,886 7,911 7,677 7,662 7,452 7,341 7,199 7,033 7,048 6,814 6,862 6,643 6,736 6,482 6,517 6,335 6,432 6,203 6,348 6,085 6,202 5,976
114
Onderlinge vergelijking raai B 10.000 9.000 8.000
Strandhoogte [m]
7.000 6.000 27/okt
5.000
11/nov 24/nov
4.000
19/dec 3.000 2.000 1.000 0.000 0
10
20
30
40
50
60
70
Horizontale afstand [m] Figuur I-2: Grafische vergelijking Raai B
115
Raai C: Tabel I-3: Onderlinge vergelijking Raai C
afstand [m] 0,000 1,970 3,000 5,000 7,000 9,000 11,000 13,000 15,000 17,000 19,000 21,000 23,000 25,000 27,000 29,000 31,000 33,000 35,000 37,000 39,000 41,000 43,000 45,000 47,000 49,000 51,000 53,000 55,000 57,000
27/okt hoogte [m] 10,000 9,996 9,128 9,177 9,289 9,327 9,311 9,265 9,189 9,120 9,013 8,847 8,678 8,515 8,316 8,108 7,868 7,624 7,416 7,226 7,029 6,831 6,629 6,491 6,378
11/nov hoogte [m] 10,000 10,018 9,280 9,202 9,294 9,338 9,311 9,263 9,198 9,118 8,997 8,852 8,687 8,487 8,306 8,115 7,874 7,632 7,421 7,226 7,035 6,833 6,649 6,518 6,415 6,293 6,074 5,935 5,804 5,687
24/nov hoogte [m] 10,000 10,004 9,202 9,164 9,181 9,257 9,280 9,254 9,203 9,131 9,052 8,936 8,814 8,751 8,474 8,219 7,992 7,655 7,414 7,205 6,996 6,824 6,633 6,499 6,405 6,291 6,103 5,929
14/dec hoogte [m] 10,000 10,014 9,308 9,342 9,447 9,507 9,455 9,373 9,251 9,114 8,966 8,806 8,629 8,442 8,322 8,074 7,848 7,580 7,253 6,941 6,725 6,542 6,400 6,264 6,154 6,038
19/dec hoogte [m] 10,000 10,007 9,320 9,379 9,495 9,525 9,482 9,385 9,271 9,128 8,974 8,813 8,634 8,475 8,287 8,079 7,859 7,587 7,266 6,987 6,767 6,593 6,431 6,286 6,160 6,049
116
Onderlinge vergelijking Raai 10.000 9.000 8.000
Strandhoogte [m]
7.000 6.000 27/okt 11/nov
5.000
24/nov
4.000
14/dec 19/dec
3.000 2.000 1.000 0.000 0
10
20
30
40
50
60
Horizontale afstand [m] Figuur I-3: Grafische vergelijking Raai C
117