ONDERHOUD & INSPECTIE VALBEVEILIGINGSMIDDELEN TBV EEN VEILIG GEBRUIK Harnassen, lijnen en klemmen, gordels en valdempers Inspectie Bij elk individueel product wordt een inspectie registratiekaart in de verpakking toegevoegd. Deze dient u in te vullen bij ontvangen van het product: De volgende gegevens dient u hierop in te vullen: • Productnaam. • Product nummer. • Serienummer. • Productiedatum. • Datum eerste ingebruikname. Bewaar dit document en bied deze aan bij de volgende inspectie. Alle samenstellende onderdelen van uw valbeveiligingssysteem dienen een formele visuele en functionele inspectie te ondergaan door een ter zaakkundige functionaris. De inspectie frequentie wordt door uw werkgever bepaald en is afhankelijk van de gebruiksfrequentie, gebruiksomstandigheden en andere beïnvloedende factoren. Volgens de EN 365, dienen de inspecties minimaal één maal per 12 maanden te worden uitgevoerd. Het blijft echter de volledige verantwoordelijkheid van de daadwerkelijke gebruiker om voor gebruik een visuele en functionele inspectie uit te voeren voor elk samenstellend onderdeel van het te gebruiken valbeveiligingssysteem, elke keer dat dit systeem wordt toegepast. In geval van twijfel over de staat van onderhoud, dient zowel tijdens het gebruik als tijdens een inspectie het betreffende valbeveiligingsmiddel onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld. Het verdachte middel dient vernietigd te worden of in geval van valstopapparatuur, voor service of reparatie, naar de leverancier of fabrikant te worden geretourneerd.
PROBEER NOOIT ZELF VALBEVEILIGINGSMIDDELEN TE REPAREREN! DIT IS VERBODEN!
Inspectiechecklist gordels en harnasgordels Het bandenstel Controleer alle banden zorgvuldig op de aanwezigheid van slijtageplekken, inscheuringen, rafels, insnijdingen, verharding, smelt- of brandplekken en verkleuringen, chemische aantasting enz. Indien een van deze beschadigingen wordt aangetroffen, dient het (harnas)gordel voor verder gebruik eerst te worden beoordeeld door een deskundig persoon. Stiksels Elk stikpatroon dient zorgvuldig te worden geïnspecteerd. Er mogen geen gebroken, doorgesneden, losse of anderszins beschadigde draden, aanwezig zijn. Sluitingen Alle sluitingen en “D-ringen” dienen volledig vrij te zijn van corrosie, breuk- of slijtageplekken. Bewegende onderdelen zoals schuifgespen e.d. dienen vrij bewogen te kunnen worden. Er dient speciale aandacht te worden besteed aan de integriteit van de “D-ringen” die voor valopvang bestemd zijn. Karabijnhaken en overige koppelingen Hiervoor gelden dezelfde keuringscriteria als voor de sluitingen en “D-ringen”. Alle bewegende delen dienen schoon gehouden te worden en te worden gesmeerd met een siliconenhoudende spray. Verzekert u zelf ervan dat de sluitlip automatisch sluit en het blokkeermechanisme onder stevige druk niet opent. Controleer bij een zelfborgende sluitlip de goede werking ervan en bij een handmatig borgen het gemakkelijk kunnen vast- en losdraaien. Controleer de uitlijning van de sluitlip en de complete staat van de haak. Er mag geen enkele vorm van beschadiging aanwezig zijn. Lijnklemmen en lijnopkorters Ook hier gelden dezelfde keuringscriteria als voor sluitingen en “D-ringen”. Men dient zich ervan te verzekeren dat alle bewegende- en werkende onderdelen naar behoren functioneren.
Lijnen en banden Controleer zorgvuldig op enige slijtage in de vorm van o.a.: losse kardelen, losse garens, insnijdingen, doorslijten, oppervlakte slijtage, afvlakking, chemische aantasting, verharding, smelten, brandplekken of verpoedering van de vezels. De lengte van de lijnen dient, ten minste eens per drie maanden, ten opzichte van de “ als nieuw “ lengte te worden gecontroleerd. Een verlenging van meer dan 10% duidt op een overmatige belasting, waarop de lijn onmiddellijk buiten gebruik moet worden gesteld en dient te worden vernietigd. Blootstelling aan sterk zonlicht kan degradatie van de lijn bewerkstelligen wat vaak aan het verbleken van de lijn herkend kan worden. De beste bescherming hiertegen is het voorkomen van langdurige blootstelling aan sterk zonlicht (of andere UV-stralingsbronnen). Overmatige hittebelasting kan eveneens degradatie (verzwakking) van de lijn veroorzaken. Dit kan echter niet visueel worden waargenomen! Lijnen dienen daarom NOOIT voor een vuur of andere hittebron te worden gedroogd of te worden opgeslagen. Valstopapparatuur Bij elk valstopapparaat wordt een individuele gebruiksaanwijzing meegeleverd. Deze gebruiksaanwijzing dient zorgvuldig, door zowel de eventuele gebruikers als door de voor training, onderhoud en inspectie verantwoordelijke functionaris, te worden gelezen. Valstopapparaten dienen minimaal een maal per 12 maanden aan een erkende service instantie, ter inspectie te worden aangeboden. Er dient hierbij speciale aandacht te worden besteed aan de “CHECK-LIST” procedures.
Opslag Valbeveiligingsmiddelen dienen op een droge, koele plaats te worden opgeslagen, niet blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige hitte of chemische stoffen. De voor opslag bestemde ruimte dient alleen voor de valbeveiligingsmiddelen te worden gebruikt, waarbij zorg gedragen dient te worden dat de middelen niet bloot staan aan: druk, hitte, vocht of enige andere vorm van belasting. Het wordt ten zeerste aanbevolen dat van een deugdelijk ontworpen en goed geventileerde opslagruimte gebruik wordt gemaakt en dat alle valbeveiligingsmiddelen, na gebruik, hierin onmiddellijk worden
opgeborgen. Natte of vochtige middelen dienen voor opslag eerst op natuurlijke wijze te worden gedroogd. Indien de middelen voor enige tijd buiten de hoofdopslagplaats worden bewaard, wordt aanbevolen dit in een daartoe geschikte en daarvoor speciaal bestemde transportkist of draagtas te doen.
Levensduur Voor alle kunststof materialen (lijn en of bandmateriaal) wordt er verwacht dat zij een potentiële levensduur van 5 jaar zullen hebben, op voorwaarde dat ze worden gebruikt, geïnspecteerd, onderhouden en opgeslagen in overeenkomst met het product gebruiksinstructies zoals deze in deze handleiding worden vermeld. De daadwerkelijke levensduur kan aanzienlijk verschillen door de frequentie van het gebruik en de condities waaronder het individuele product is gebruikt en opgeslagen. De meeste fabrikanten hanteren een levensduur van 5 jaar na eerste ingebruikname. Wanneer deze niet bekend is zal de productiedatum als lijdraad gelden.
Opleiding Het wordt ten zeerste aanbevolen dat alle gebruikers van valbeveiligingsmiddelen volledig worden opgeleid in zowel het gebruik van deze middelen op zich als in de praktische toepassing ervan op de werkplek zelf. Als aanvulling op dit gebruikershandboek worden de meeste producten geleverd met een bijgesloten specifieke gebruiksaanwijzing waarin duidelijk de aantrekprocedure en het goed passend maken van het middel wordt beschreven. Het is een verplichting voor elke gebruiker van valbeveiligingsmiddelen dat hij/zij zich volledig vertrouwd maakt met dit gebruikershandboek en de specifieke aantrek instructies. ISFAS kan ondersteuning verlenen bij het geven van klassikale trainingen in het praktische gebruik van valbeveiligingsmiddelen dan wel het aanbevelen van het geven van dergelijke opleidingen.
Chemische aantasting Vermijdt elk contact met chemicaliën (o.a. ook alle oplosmiddelen) en stel verontreinigde valbeveiligingsmiddelen onmiddellijk buiten gebruik. Olie, vet, creosoot en verfspatten zijn onschadelijk. In een aantal gevallen kan verontreinigen door chemicaliën worden vastgesteld door bv. verkleuring, verharding of juist slapper worden van de banden of in extreme gevallen zelfs door verpulvering van het materiaal.
Minerale zuren zorgen zelfs voor een extreem snelle verweking van het bandenmateriaal. In geval van enige twijfel dient het verontreinigde product niet meer gebruikt te worden en dienen er ook maatregelen te worden getroffen dat niemand anders het betreffende middel meer kan gebruiken! Het middel dient vernietigd te worden. Voor verdere informatie dient u zich tot uw leverancier te wenden.
Onderhoud / reinigen Lichte vervuiling van weefsel en banden kan met behulp van een vochtige spons worden verwijderd. Dieper doorgedrongen vuil kan met behulp van warm water en pure zeep of een mild reinigingsmiddel worden verwijderd. Voorkom dat zeep (of zeepresten) in de stelgespen terecht komt. Het middel dient met schoon leidingwater afgespoeld te worden waarna het overtollige vocht met een handdoek kan worden afgenomen. De gordels dienen daarna, vrij hangend, niet blootgesteld aan enige hittebron, op natuurlijke wijze te worden gedroogd. Zware vervuiling met creosoot of vet kan met behulp van een verdunde oplossing van een sterk reinigingsmiddel en water worden verwijderd. Grondig afspoelen met schoon leidingwater en daarna, vrij hangend, niet blootgesteld aan enige hittebron, op natuurlijke wijze laat drogen. Na het drogen dient het valbeveiligingsmiddel zorgvuldig te worden geïnspecteerd en naar behoren te worden opgeslagen.
Wat U wel en wat U niet moet doen
Wel • • •
•
• • • • • •
•
Voer voor elk gebruik een volledige visuele inspectie uit van alle samenstellende onderdelen van u valbeveiligingssysteem. Zorg ervoor dat alle onderdelen van uw valbeveiligingssysteem verenigbaar met elkaar zijn. Gebruik in geval van valgevaar alleen een harnasgordel. Andere gordels, zoals positionerings- en gebiedsbegrenzing gordels, zijn NIET geschikt voor valopvang. Indien gebruik wordt gemaakt van een vanglijn, dient deze voorzien te zijn van een valdemper. Lijnen zonder valdemper zijn NIET geschikt voor valopvang! Maak gebruik van een verankeringspunt (NEN-EN795) dat zich direct boven de werkplek bevindt. Maak gebruik van een permanent verankeringspunt dat door een professionele installateur is aangebracht. ( NEN-EN795) Maak alleen gebruik van toegelaten bevestigingsmiddelen. Deze zijn grondig beproefd, verenigbaar met de middelen en goedgekeurd. Controleer of de sluitlip van de karabijnhaak gesloten en geblokkeerd is. Kwiklok karabijnhaken sluiten en blokkeren automatisch, de werking hiervan dient toch altijd gecontroleerd te worden. Screwgate karabijnhaken sluiten automatisch maar dienen handmatig d.m.v. het dichtschroeven van de beveiliging geblokkeerd te worden. Dit is te controleren door druk uit te oefenen op de schroefbeveiliging. Verzekert u ervan dat een eventuele valweg vrij is van obstakels en andere gevaren.
Niet • • • •
•
Bevestig uzelf nooit aan een wankel object dat zelf kan vallen of omvallen zoals een vrijstaande ladder of andere losse bouwsels. Maak geen gebruik van verankeringspunten die niet minimaal een schokbelasting van 1000 kg (10 kN) kunnen weerstaan. Maak geen gebruik van een verankeringspunt dat zich onder het bevestigingspunt op uw gordel bevindt. Maak geen gebruik van de heupbevestigingspunten op uw gordel voor valopvang. Heupbevestigingspunten zijn alleen bestemd voor werkpositionering! Laat de vanglijn of vangband niet over scherpe hoeken of randen lopen, NOOIT indien de radius kleiner is dan 5 mm of 7/32”.
•
•
• • •
•
•
•
•
Maak geen gebruik van uw valbeveiligingsmiddel zonder dat u zowel het gebruikershandboek als de bij het middel (of middelen) behorende gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen heeft. Maak geen gebruik van enig valbeveiligingsmiddel als u geen introductietraining of liefst zelfs een praktische opleiding heeft gevolgd. Maak geen gebruik van valbeveiligingsmiddelen welke slijtage vertonen. Laat deze middelen aan een formele keuring onderwerpen. Maak in geval van twijfel met betrekking tot de staat van onderhoud of de geschiktheid van het middel voor betreffende toepassing geen gebruik van dat middel. Gebruik nooit een vanglijn die langer is dan 2 meter. Indien er grotere werkafstanden noodzakelijk zijn, dient u van een valstopapparaat gebruik te maken. Vanglijnen dienen in principe zo kort mogelijk te zijn (maar nooit langer dan 2 meter) om de lengte van een mogelijke valweg en de tijdens een val optredende krachten te beperken. Gebruik bij valgevaar geen positionerings- of gebiedsbegrenzing gordel. Deze vormen geen onderdeel van een valbeveiligingssysteem. Gebruik geen verschillende fabrikanten (merken) valbeveiligingsmiddelen in één systeem door elkaar, zonder de verenigbaarheid ervan te hebben gecontroleerd. Gebruik geen valbeveiligingsmiddelen welke geen CE markering hebben met het hierbij behorende nummer van een Notified Body (keuringsinstantie aangewezen door Europees parlement). Hierdoor bent u verzekerd dat het valbeveiligingsmiddel voldoet aan de gestelde normen. Bij twijfel vraag een conformiteitverklaring aan bij de leverancier.
Aan de informatie in dit document kunnen geen rechten worden ontleend en geldt zeker niet als opleidingsdocument