Enquête over ruimtelijke kwaliteit - Effectsmeting tv-serie Moai Fryslân
Samenvatting In het voorjaar van 2014 voerde de FMF een enquête uit onder Friezen. De enquête werd goed ingevuld, 504 Friezen lieten hun mening weten.
Het algemene cijfer voor het landschap is een 7,7. Suggesties voor verbetering worden vooral gegeven op het gebied van inpassing van woningbouw, industrieterreinen, wegen en windmolens. Over het algemeen zijn respondenten tevreden met het Friese landschap en de ontwikkelingen daarin.
De enquête bestond uit twee delen: het eerste gedeelte ging over de ruimtelijke kwaliteit van de eigen omgeving, het tweede gedeelte ging over de tv-serie Moai Fryslan.
Ruim de helft van de respondenten heeft de tv-serie Moai Fryslan gezien. Deze serie riep gevoelens van trots op en werd door mensen als mooi ervaren, maar ook als weinig controversieel.
Het doel van de enquête was mensen betrekken bij de ruimtelijke kwaliteit van hun eigen omgeving en ze hier over na te laten denken. In die opzet is de FMF ruimschoots geslaagd: niet alleen vulden veel mensen de enquête in, ook kwamen er honderden wel-doordachte suggesties en meningen over de omgeving binnen.
Een aantal mensen werd ook gemotiveerd om zelf aan de slag te gaan met ruimtelijke kwaliteit.
1
Inleiding In 2014 voerde de FMF een enquête uit onder Friezen. Dit was een voortzetting van een enquête uit 2012: de vragen zijn hetzelfde gebleven. Wel is de enquête uitgebreid met vragen over recente ontwikkelingen op het gebied van zonnepanelen. Ook zijn vragen gesteld over de TV-serie. Daarnaast zijn – in vergelijking met de enquête uit 2012 – open vragen gesteld.
vonden de enquête via het tv-programma Moai Fryslan, via een artikel in de Leeuwarder Courant, via de website moaifryslan.nl, social media (Ik hou van Fryslan op Facebook) of de nieuwsbrief van de Friese Milieufederatie of Landschapsbeheer Friesland. Daarmee zijn de respondenten overwegend mensen die “iets” hebben met natuur of milieu, en niet een volledige dwarsdoorsnede van de Friese populatie.
Door open vragen te stellen, is het mogelijk om meer te weten te komen wat de inwoners van Fryslan vinden van het landschap en de kwaliteit daarvan. De twee enquêtes zijn niet één op één met elkaar te vergelijken: in 2012 is een aselecte groep respondenten gekozen en heeft er een correctie plaatsgevonden op leeftijd, geslacht, e.d. In 2014 hebben respondenten uit eigen beweging de enquête ingevuld.
Respondenten die de hele vragenlijst invulden, konden een emailadres achterlaten om kans te maken op een paar wandelschoenen. Er werden twee paar wandelschoenen verloot, prijswinnaars konden deze zelf uitzoeken met een kadobon. In dit verslag zijn de belangrijkste of opvallendste resultaten weergegeven. In de bijlage zijn alle exacte gegevens terug te vinden.
Naast het algemene deel over ruimtelijke omgeving was er ook een deel waarbij mensen vragen konden beantwoorden over de tv-serie Moai Fryslan. Hiermee wordt in beeld gebracht wat de serie met mensen doet: kijken mensen er alleen naar, of gaan ze er ook over nadenken en bezig met de onderwerpen die aan de orde gesteld werden? De enquête is in totaal door 504 mensen ingevuld. De enquête is alleen digitaal uitgevoerd. De respondenten
2
Algemeen cijfer
Om een eerste indruk te krijgen van de mening van de respondenten, werd gevraagd het Friese landschap een cijfer te geven (schaal 1- 10). De verdeling is als volgt: 1 0.5% 2 0% 3 0.76% 4 2.02% 5 1.26%
6 7,81% 7 24,69% 8 43,58% 9 13,10% 10 6,30%
Het gemiddelde cijfer is hiermee een 7,7. In vergelijking met 5 jaar geleden vinden de meeste mensen dat het landschap ongewijzigd is (27%) of iets minder mooi (46%)
In 2012 is dezelfde vraag gesteld, toen kreeg het landschap gemiddeld een 8,1. In 2006 werd gevraagd naar de tevredenheid over het Friese landschap, dit kreeg toen een 6,2.
Redenen die vaak werden genoemd door de groep die het landschap (veel) mooier vond geworden waren: meer wandelpaden, beter onderhoud, meer aandacht voor oorspronkelijke situatie, weidsheid. Een paar reacties van mensen die het landschap (veel) minder mooi vonden, waren: aanleg wegen (o.a. Centrale As) en industrieterreinen waardoor het originele landschap lijkt te verdwijnen, windmolens, het gevoel dat het groen verdwijnt.
3
Nieuwe gebruiksfuncties
Er werd gevraagd of respondenten het goed vinden dat nieuwe gebruiksfuncties (zoals woonboerderijen en golfbanen) het platteland veranderen. Een ruime meerderheid geeft aan het hier mee eens te zijn: ruim 60% is het helemaal of grotendeels eens. Zo’n 35% is het er niet mee eens. Dit is een opvallend verschil met 2012: toen gaf een kleine meerderheid (51%) aan het goed te vinden dat nieuwe gebruiksfuncties het platteland veranderen, 41% was daar juist 9% op tegen. Het lijkt er op dat deze functies in twee jaar tijd aan populariteit hebben gewonnen en meer gewaardeerd en geaccepteerd worden door de respondenten.
Helemaal mee eens
52% Grotendeels mee eens
24%
“Met elkaar in gesprek blijven, zoeken naar oplossingen, niet denken vanuit beperkingen. Omgeving katlijk wijst uit dat dit kan.”
Grotendeels mee oneens
10% Helemaal mee oneens
“Vooruit kijken, niet achterom. We zijn hier geen bejaardenhuis.”
5% Weet niet/geen mening
4
Diversiteit van het landschap
In de enquête werden een aantal stellingen neergelegd, waarbij mensen konden aangeven of ze dat wel of niet belangrijk vonden voor het Friese landschap. Bij de volgende kenmerken gaf meer dan 60% van de respondenten aan dit zeer belangrijk te vinden: • • • • • • • • • •
De mate waarin de agrarische sector goed omgaat met natuur en landschap (waterpeilen, verkaveling, boerenerven) (74%) De indrukken die je kunt opdoen: duisternis, geuren en kleuren en geluiden (73%) Goede inpassing van industrieterreinen in het landschap (72%) Natuurverscheidenheid (verschillende planten en dieren) (70%) Natuurvariatie per seizoen (70%) Herkenbaar en onderscheidend van andere provincies (bijvoorbeeld de vele vergezichten) (66%) Goede inpassing van woningbouw in het landschap is het dat woningbouw in het landschap past (64%) De mate waarin woongebieden, werkgebieden, landbouwgebieden, natuurgebieden etc in het landschap passen (63%) Inpassing van natuurgebieden in het landschap passen (62%) De mate waarin windmolens in het landschap passen (61%)
• Aanwezigheid cultuurhistorische elementen in het landschap (60%) Minder dan 60% van de respondenten vond de volgende punten belangrijk: eigen verantwoordelijkheid van bewoners voor het landschap, beheer en onderhoud van bermen, sloten en wegen, en de aanwezigheid van cultuurhistorische elementen. In vergelijking met 2012 valt het op dat de elementen “natuurlijkheid van het aangelegde groen” en “eigen verantwoordelijkheid van burgers” lager scoren in 2014. In 2012 noemde zo’n 80% deze aspecten zeer belangrijk
5
Duisternis in de nacht, rust en stilte
In de enquête werd de volgende stelling geponeerd: “ik vind dat de mate van duisternis in de nachten in mijn omgeving onvoldoende is”. 21% van de respondenten was het hier helemaal mee eens, 37% was het hier grotendeels mee eens, 21% was het hier grotendeels mee oneens. Ruim 60% van de respondenten had het idee dat de situatie in de afgelopen vijf jaar hetzelfde was gebleven, niet meer of minder duisternis in de nacht.
In 2012 is de inwoners gevraagd of er voldoende duisternis in de nacht in hun omgeving is en voldoende rust/stilte. Meer dan de helft van de Friese bevolking vindt deze aspecten voldoende, meer dan een derde vindt dit onvoldoende. In 2012 vond driekwart van de bevolking dat de situatie gelijk was gebleven, een vijfde vond dat het was verslechterd. In het onderzoek uit 2006 bleek de bevolking redelijk tevreden met de mate van rust en stilte. Zij waardeerde dit aspect met een 6,5. Over het aspect aanwezigheid van duisternis in de nacht was men iets minder tevreden en waardeerde dit aspect met een 5,4.
4% Beter geworden (donkerder)
61% Hetzelfde gebleven
35% Slechter geworden
6
Aantasting van het landschap
Er werd gesteld “ik vind dat het landschap in mijn omgeving wordt aangetast door nieuwe wegenaanleg”. 21% van de respondenten was het hier helemaal mee eens, 26% was het hier grotendeels mee eens, 29% was het hier grotendeels mee oneens, en 17 % was het hier helemaal mee oneens. Daarna werd gevraagd over de inpassing van nieuwe wegen in het landschap. In vergelijking met 5 jaar geleden vond 12% dat de inpassing beter was geworden, 48% vond dat de inpassing van wegen hetzelfde gebleven was en 39% vond dat de inpassing slechter was geworden. In 2012 is de inwoners gevraagd of zij vinden dat het landschap in hun omgeving wordt aangetast door nieuwe wegen. Een ruime meerderheid vindt van niet (65%) en ongeveer een derde vindt van wel. Over de afgelopen periode van vijf jaar is de situatie qua horizonvervuiling volgens driekwart van de mensen gelijk gebleven, volgens bijna een kwart verslechterd en volgens een enkeling (2%) verbeterd. Voor aantasting door nieuwe wegen gaat het om 63% (situatie gelijk gebleven) en 26% (situatie verslechterd).
“Beperk de invloed van de agrarische sector. Stop met het plaatsen van windmolens.”
“Geen lelijke goedkope gebouwen meer. Gewoon gebakken klinkers gebruiken voor de straten, niet die lelijke nietszeggende betonklinkers.”
7
Woongebied en woningbouw
Op de vraag of nieuwe woningbouw in het landschap past, antwoord ruim 60% van de respondenten dat dit grotendeels of helemaal niet het geval is. Een kleine 30% vindt dat nieuwe woningbouw grotendeels in het landschap past. Een ruime meerderheid, 53%, vindt dat de situatie in de afgelopen vijf jaar hetzelfde is gebleven.
“Geef beheer gemeentegrond in woonwijken aan bewoners w.b. onderhoud.”
In 2012 vond 51% van de mensen nog dat nieuwe woningbouw in de omgeving past, 45% zei dat dit niet het geval was. Dit resultaat is opvallend, omdat de cijfers van de twee metingen verschillen maar mensen ook aangeven dat er in de afgelopen vijf jaar niet veranderd is. Mogelijk is er een ander gevoel of sentiment ontstaan bij nieuwe woningbouw.
“Opknappen oude dorpskernen en oude woningen, en gebruik maken van leegstand in dorpen en steden in plaats van steeds maar nieuwe wijken te bouwen. Oude bedrijfsterreinen opknappen.”
“Geen uitbreiding van dorpen en steden maar inbreiding.”
8
Bedrijventerreinen
Over bedrijfsterreinen zijn mensen niet vaak positief gestemd: ruim 70% vindt dat nieuwe bedrijfsterreinen niet goed in de omgeving passen. Daarnaast vindt bijna de helft van de respondenten dat de inpassing van bedrijfsterreinen in de afgelopen vijf jaar hetzelfde is gebleven, 45% vindt dat het slechter is geworden.
g( nin me We e
tn
iet
/ge
me al ma He le
“Om de bedrijventerreinen veel meer groen creëren, huizen en gebouwen veel meer in de oudestijl aanpassen.”
en
eo ne
ee ls m ee nd Gr ote
6% )
0% ) en s (4
ns ee on
ns ee
ls m ee nd
Gr ote
He le
ma
al
me
ee
ee
en
s( 3%
)
(19
%)
(32
%)
In 2012 vond 48% van de mensen dat nieuwe bedrijfsterreinen goed in het landschap pasten, 43% vond dit niet. Het lijkt er op dat mensen tegenwoordig negatiever tegenover de inpassing van bedrijfsterreinen staan.
“Voor het onderdak van bedrijven moet beter gekeken worden naar bestaande locaties en leegstaande gebouwen op de huidige industrie terreinen. Geen nieuwbouw van industrieterreinen meer.”
9
Windmolens
De vraag of windmolens in het landschap passen roept ook in deze enquête discussie op. Bijna 40% is het helemaal of grotendeels eens met de stelling dat windmolens in het landschap passen. Bijna 60% geeft aan dit niet zo te vinden. Een groot deel van de suggesties voor verbetering gingen over windmolens. Ruim de helft van de mensen zegt dat de inpassing van windmolens in het open landschap hetzelfde is gebleven, ruim een derde geeft aan dat de situatie slechter is geworden. In 2012 vond bijna 60% van de respondenten dat windmolens goed in het open landschap passen, 40% vond van niet. De inpassing in de afgelopen vijf jaar was toen volgens 75% gelijk gebleven.
De algemene houding tegenover windmolens in het landschap is dus flink veranderd. Mogelijk werden de antwoorden sterk beïnvloed door het huidige debat over het plaatsen van windmolens op land in de Provincie Fryslan. In 2014 is voor het eerst de vraag gesteld of velden met zonnepanelen in het landschap passen. 13% gaf aan het hier helemaal mee eens te zijn, 37% geeft aan het grotendeels eens te zijn. 22% is het er grotendeels mee oneens, 23% is het helemaal oneens, 3% heeft hier geen mening over.
“Goed nadenken over het type windmolens dat geplaatst wordt. Een wat traditioneler uiterlijk zal veel doen voor de aantrekkelijkheid van het landschap.“
10
Landbouw
Volgens 75% van de respondenten is er voldoende landbouwgebied in Fryslan. Over de vraag of de agrarische sector goed omgaat met natuur en landschap was men verdeeld: zo’n 40% vindt dat dit het geval is, bijna 50% vindt dat dat niet het geval is. 8% geeft geen antwoord op deze vraag. De omgang met natuur door agrariërs is volgens de meeste mensen in de afgelopen 5 jaar niet veranderd. In 2012 vond 86% van de inwoners dat er voldoende landbouwgebied was in de omgeving. Dit is een stuk hoger dan het cijfer in 2014.
75 %
20 %
5%
Zeer belangrijk
Tamelijk belangrijk
Onbelangrijk/ geen mening
“Grotere bomen om de boerenerven. Slimmere/ kleinere windmolens (Archimedes). zonneenergie. Afhankelijkheid van energieopwekking verminderen: Landbouw met intelligentere teeltplannen (Pablo Tittonell) opdat minder energie verloren gaat.”
11
Recreatie
Het overgrote deel (72%) van de respondenten vindt dat er voldoende recreatiegebieden zijn in de omgeving. Het grootste deel daarvan vindt ook dat de recreatiegebieden goed in de omgeving passen. Volgens 80% is deze situatie de afgelopen vijf jaar niet veranderd. In 2012 vond 74% van de inwoners dat er voldoende
17% Helemaal mee eens
recreatiemogelijkheden waren, 84% vond dat de mogelijkheden de afgelopen vijf jaar gelijk waren gebleven.
61% Grotendeels mee eens
Over wandelpaden zijn mensen minder positief gestemd: zo’n 55% is het helemaal of grotendeels eens met de stelling dat er voldoende wandelpaden in de omgeving zijn. In 2012 was dit nog 72%. In 2014 geeft een meerderheid van de mensen aan dat de hoeveelheid wandelpaden in de afgelopen vijf jaar gelijk is gebleven.
11% Grotendeels mee oneens
3% Helemaal mee oneens
Over fietspaden zijn mensen meer te spreken: in 2014 geeft 75% aan dat er voldoende fietspaden zijn, tegenover 84% in 2012. Een ruime meerderheid geeft weer aan dat de situatie in de afgelopen vijf jaar niet veranderd is.
8% Weet niet/geen mening
12
Natuur
Op de vraag of er voldoende natuur is in Fryslan antwoorde bijna 20% van de respondenten dat dit zeker het geval is, 44% was het hier grotendeels mee eens. In 2012 was een percentage van 71% het hier (grotendeels) mee eens. Slechts 10% van de mensen geeft aan dat er in de afgelopen vijf jaar natuur is bijgekomen, de overige 90% geeft aan het idee te hebben dat er even veel of minder natuur is. Zo’n 55% vind dat er niet voldoende nieuwe natuur wordt aangelegd, tegenover een kleine 40% die dat wel vindt. In 2014 vindt bijna 65% dat de natuur voldoende gevarieerd is. 86% van de mensen geeft wel aan dat de gevarieerdheid hetzelfde is gebleven of slechter is geworden. In 2012 gaf 78% van de mensen aan de natuur voldoende gevarieerd te vinden, en vond 73% dat de gevarieerdheid hetzelfde was gebleven.
In 2006 is niet specifiek gevraagd of men vindt dat er voldoende natuur is. Wel is gevraagd of er voldoende natuuraanleg is. Dit aspect kreeg met een 5,5 een krappe voldoende. Hierbij wilde 59% de natuuraanleg vermeerderen, 36% zou het zo laten en 5% wilde dit vermeerderen.
“De niet bij het oorspronkelijke natuurlandschap onderdelen moeten geconcentreerd worden, of zodanig aangepast dat ze beter integreren in de natuur.”
“Meer de natuur de kans geven; boeren geen groene weilanden meer maar alles wat er door de natuur zelf in wordt ‘gezet’.”
13
Cultuurhistorie
Ruim 60% van de respondenten vindt de aanwezigheid van cultuurhistorische elementen zeer belangrijk. Onder cultuurhistorische elementen worden o.a. verstaan terpen, watermolens, eendenkooien, klokkenstoelen en elzensingels. Van die 60% is 10% het helemaal eens, 50% is het grotendeels hier mee eens. 18% is het grotendeels oneens en slechts 10% is het helemaal oneens. 12% van de respondenten vindt dat de situatie in de afgelopen 5 jaar beter is geworden, 66% vindt dat de situatie hetzelfde is gebleven, en 21% vindt dat de situatie slechter is geworden. In 2012 vindt 77% van de Friese bevolking dat goed wordt omgegaan met historische elementen en 10% vindt dit niet.
Volgens 76% van de mensen is de situatie over de afgelopen 5 jaar op dit punt gelijk gebleven, 15% vindt de situatie verbeterd en 10% vindt de situatie verslechterd. In 2006 was men redelijk tevreden over hoe men in Fryslân met historische elementen omging en waardeerde dit aspect met een 6,1.
“Handhaven van bestaande elzensingels, voorkom illegale kap vooral door grote boeren. Stimuleren van herstel oude boomwallen met paden. Eerst groenstrook aanleggen rond uitbreiding dorp/bedrijfs- en parkeerterreinen. Boeren verplichten tot boomwal rondom erf en opruimen van hun erf.”
14
Resultaten tv serie
Zo’n 45% van de respondenten heeft de tv serie gezien. Er werd gevraagd welk gevoel de serie op riep. Respondenten konden meerdere antwoorden kiezen. De meest gegeven reacties op de tv-serie waren: • • • •
Interessant (58%) Informatief (49%) Zet me aan het denken (30%) Prachtig (26%)
Het minst werd de serie door de respondenten ervaren als: • Controversieel (3%) • Saai (1%) • Ontroerend (1%)
heel veel nieuwe informatie. De meeste respondenten kozen hierbij voor een 7. Driekwart van de invullers voelde zichhh evenveel of meer betrokken bij de eigen omgeving. Geen enkele respondent voelde zich minder betrokken.
Mensen konden aangeven hoeveel nieuwe informatie de serie gaf, waarbij 1 stond voor weinig nieuwe informatie en 10 voor
Bijna 35% van de respondenten werd door de tv serie gemotiveerd zelf iets te ondernemen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Mensen voelden zich vooral gemotiveerd tot: • Praten over het landschap met anderen (72%) • Nadenken over de eigen ruimtelijke omgeving (55%) • Een bijeenkomst over ruimtelijke kwaliteit bijwonen (41%)
Alles bij het oude laten is verkitsching van de omgeving. De bepalende elementen voor het “Friese” van onze provincie moete uiteraard gerespecteerd worden, maar daar mag wel (graag) met een creatieve instelling mee omgegaan worden. Uit de serie blijkt dat dat op dit moment ook het geval is.
15
Citaten “Er mag best wat veranderd worden, ook de tijden veranderen, het moet mee in de tijdsgeest. Prachtig blijft het toch wel. “
Dat de tv-serie mensen aan het denken zette over hun omgeving en Provincie werd wel duidelijk. Allerlei ideeën kwamen binnen via de enquête. Hier zijn een paar van de meest bijzondere, leuke, slimme of opvallende ideeën.
“Diepteboringen naar erg heet water/stoom en hier energiecentrales op laten draaien, restwarmte gebruiken voor verwarmen van woningen etc. Afgekoelde water retour. Geeft meer rendement dan horizonvervuilende windmolens en zonnepanelen, dus die kunnen dan verdwijnen en betaalbare energie is er dan voor iedereen!!“
“Benoem een ambassadeur die gevraagd ongevraagd het debat over het landschap voert. Iemand met statuur en invloed. Deze ambassadeur heeft een niet vrijblijvende rol voor politiek/bestuur op zowel provinciaal als gemeentelijk niveau.”
“Mooi laten zo als het is.” “Luister goed naar wat mensen willen en bedenk dat mensen die tevreden zijn zich minder luidruchtig roeren dan ontevreden mensen. Vb is de windmolen discussie. Heel veel mensen voor maar die hoor je niet!”
16
“Men moet makkelijk het landschap kunnen bereiken (app?). Wat is waar?”
“Bermen vol laten groeien door (biologische)planten zoals klaproos,cichorei en lavendel. De bijen, andere insekten zijn daar erg blij mee en het staat prachtig langs autowegen bv. Bovendien is maaien niet nodig als het een dicht plantenmengsel betreft.”
“Met elkaar in gesprek blijven, zoeken naar oplossingen, niet denken vanuit beperkingen. Omgeving Katlijk wijst uit dat dit kan.”
“Doorgaan met de ingeslagen weg, want er moet nog veel gebeuren. Friesland is of wordt de mooiste provincie van Nederland.”
“Inrichting landschap/stedenbouw niet door projectontwikkelaars en wethouders zonder smaak en kraak, maar naar ideeën van bewoners/omwonenden plus duurzaam!!!”
“Meer wilde bloemen langs de randen van weilanden. Landbouw moet beter rekening houden met de weidevogels. Land wordt bemest met enorme buizen stront die over het weiland worden getrokken en daarbij wordt niets ontzien. Jacht, m.n. op hazen, verbieden. Weet uit ervaring hoe dieronvriendelijk dit er aan toe gaat. Stoppen met kievitseieren rapen. Deze vogels hebben het al zo moeilijk.“
17
Conclusies Hoewel de vragen van de enquêtes uit 2006, 2012 en 2014 op elkaar aansloten, vertonen de enquêtes verschillen. Zo is in 2012 gekozen voor inwoners van Fryslân van 18 jaar en ouder. In 2014 werd niet naar de leeftijd gevraagd. Ook is er een verschil in steekproefgrootte en samenstelling. Om die reden zijn er geen hele harde conclusies te trekken uit de verschillen tussen de enquêtes. Wel geven de resultaten van de enquêtes een beeld hoe er over het Friese landschap door de inwoners van Fryslân gedacht wordt. Voor de resultaten van de huidige enquête geldt bovendien dat deze een weergave zijn wat de respondenten uit Fryslan van het Friese landschap vinden.
volgende stellingen het hoogst; - De indrukken die je kunt opdoen: duisternis, geuren en kleuren en geluiden (73%) en - De mate waarin de agrarische sector goed omgaat met natuur en landschap (waterpeilen, verkaveling, boeren erven) (74%). Opvallend was dat eigen verantwoordelijkheid laag scoorde. Ook lager dan in 2012. In 2012 vond 80% eigen verantwoordelijkheid belangrijk. Gezien de ruime aandacht die burgerparticipatie krijgt, is dit opmerkelijk. Slecht een klein deel van de respondenten (17%) is het eens met de stelling dat de aanleg van nieuwe wegen het landschap niet aantasten in Fryslân. In 2012 vond nog 65% van de respondenten dat wegen het landschap niet aantasten. Deze daling is mogelijk te verklaren door de vele wegenprojecten die momenteel in uitvoering zijn.
Over het algemeen zijn de respondenten ruim tevreden met het Friese landschap. Het algemene cijfer wat de respondenten aan hun landschap gaven, bedroeg een 7,7. Vergeleken met de 8,1 in 2012 is dat redelijk constant. Ruim 60% van de respondenten vindt het goed dat nieuwe gebruiksfuncties - zoals woonboerderijen en golfbanen - het platteland veranderen. Vergeleken met de enquête uit 2012 is dat een stijging. Deze stijging is mogelijk te verklaren doordat op het platteland te zien is dat vele boerderijen leeg staan of een andere functie krijgen en mogelijk door de aandacht voor leegstaand op het platteland.
Voor wat betreft de inpassing van nieuwe woningen in het landschap geeft 60% van de respondenten aan dat nieuwe woningen niet in het landschap passen. Ten opzichte van 2012 – 45% vond dat nieuwe woningen niet in het landschap passen - is dat een stijging. Opvallend is dat ruim de helft van de respondenten evengoed aangeeft dat er in de afgelopen vijf jaar niets is veranderd. Mogelijk zijn de respondenten uit 2014 bewuster van de inpassing van woningbouw in het landschap.
Op stellingen waarin respondenten konden aangeven wat zij belangrijk vinden voor het Friese landschap scoorden de
18
Ook voor bedrijventerreinen is een stijging te zien. Meer respondenten dan de respondenten in 2012 gaven aan dat bedrijventerreinen niet goed in het landschap zijn ingepast (70% ten opzichte van 45%). Ook hier zou een verklaring kunnen zijn dat de respondenten uit 2014 bewuster zijn van de invloed van bedrijventerreinen op het landschap. Ook zou de zichtbare leegstand op bedrijventerreinen - als gevolg van de economische crisis - een rol kunnen spelen in de perceptie.
erin om zorgvuldig om te gaan met het plaatsen van zonneweides in het landschap. Of er voldoende recreatiegebieden zijn, is het merendeel van de respondenten het eens. Dat was ook het geval bij de enquête in 2012. Een verschil is dat minder respondenten het eens zijn met de stelling dat er voldoende wandelpaden zijn. Nagenoeg de helft van respondenten heeft de tv-serie Moai Fryslan gezien. De reacties van de respondenten die de serie gezien hadden, waren overwegend positief. Veel respondenten gaven aan de serie informatief te vinden. Dit aspect werd daarom gewaardeerd met een 7 (schaal 1 – 10). Opvallend was dat driekwart van de respondenten zich evenveel of meer betrokken bij de eigen omgeving voelde na het zien van de serie. Veel respondenten wilden dan ook graag zelf iets ondernemen voor de kwaliteit van de ruimte.
Een meerderheid van de respondenten - 60% - geeft aan dat windmolens niet goed in het landschap passen. In 2012 gaf 40% van de respondenten aan dat dit het geval was. Een mogelijke verklaring hiervoor ligt hoogst waarschijnlijk in de aandacht voor windenergie de afgelopen maanden. Een ding is duidelijk; windenergie leeft enorm onder de respondenten gezien de vele opmerkingen hierover in de enquête. Een nieuw onderwerp wat in de enquête was opgenomen, ging over zogenaamde zonneweides; een groot aantal zonnepanelen geplaatst op de grond. De helft van de respondenten vond dat deze nieuwe vorm van duurzame energieopwekking past in het landschap. Daarentegen vond een kleine helft van de respondenten dat niet. Hoewel er in Fryslân er nog geen zonneweides bestaan, is een groot deel van de respondenten daar al uitermate kritisch over. De toekomstige uitdaging ligt
Dat het landschap en de kwaliteit daarvan leeft, blijkt wel uit de vele reacties die mensen gegeven hebben bij de open vragen. Veel respondenten hebben de moeite genomen om – veelal uitgebreide – persoonlijke reacties te geven.
19
Aanbevelingen
Een groot deel van de respondenten heeft aangegeven iets te willen doen met ruimtelijke kwaliteit. De energie die in de samenleving zit, zou benut kunnen worden om Fryslân mooier te maken. Door dit samen met burgers te doen, wordt het draagvlak vergroot. Dit past ook bij de tendens van een terugtrekkende overheid en meer verantwoordelijkheid nemende burgers (burgerparticipatie).
van het landschap - zodat mensen kunnen genieten van bijvoorbeeld de duisternis en de rust - zou een impuls kunnen geven aan het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap. Om de verschillende enquêtes beter met elkaar te kunnen vergelijken zou een gestandaardiseerde versie – eventueel aangepast met actuele onderwerpen – de voorkeur genieten.
Inpassing van woningbouw en bedrijventerreinen krijgen nog altijd een lage waardering. Met name bedrijventerreinen scoren laag. Hier ligt een opgave om – samen met burgers – de inpasbaarheid van bedrijventerreinen te verbeteren. Ook ligt er een toekomstige opgave om zonneweides zorgvuldig in te passen. Informatie geven/laten zien wat ruimtelijke kwaliteit voor het landschap kan betekenen/burgers betrekken bij ruimtelijke kwaliteit – zoals is gebeurd in de tv-serie Moai Fryslân – wordt gewaardeerd. Deze eenmalige inzet zou meer aan kracht winnen door het meermalig/structureler te maken. Zeker gezien de reactie dat een groot deel van de respondenten zich graag actief wil inzetten. Een groot deel van de respondenten heeft aangegeven het belangrijk te vinden om indrukken (duisternis, rust, geluid) op te doen in het landschap. Het meer beleefbaar maken
20
Colofon September 2014 Tekst en verwerking gegevens: Friese Milieu Federatie Vormgeving: MAS-outreach te Leeuwarden Deze enquête is mede mogelijk gemaakt door de provincie Fryslân.
21