Engineerfase Lifespan based sustainable infocentre Bertold van der Meijden 0716795
Inhoudsopgave Inleiding
2
Samenvatting Onderzoek- en Conceptverslag
3
Materiaalkeuze
4
Varianten
5
Situatie
6
Plattegronden infocentrum
7
Plattegronden appartementencomplex
10
Doorsneden
13
Detials
15
Aanzichten
21
Constructie
25
Installatie
29
Impressies
34
Evaluatie
36
Bronvermelding
37
Bijlage
38
Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
1
Inleiding Nu de conceptfase achter de rug is, zal het conceptontwerp verder worden uitgewerkt. In dit verslag wordt het ontwerp voor het Olympisch infocentrum technisch uitgewerkt tot een definitief ontwerp. Door mijn keuze voor lifespan zal het gebouw in zijn geheel technisch worden uitgewerkt doormiddel van de uitgangspunten uit de vorige fase. Het belangrijkste uitgangspunt voor het ontwerp is een zo flexibel mogelijk gebouw creeeren, waardoor het infocentrum na 2028 gemakkelijk een functiewisseling kan ondergaan. Er is gekozen om één toekomstscenario voor een herbestemming verder uit te werken in deze fase. Het toekomstscenario na 2028 zal een seniorenappartementencomplex worden. Er is gekozen om dit toekomstscenario verder uit te werken naast het Olympisch infocentrum, omdat deze functies erg van elkaar verschillen. Door een ingewikkelde herbestemming te kiezen zal er veel flexibiliteit aan het gebouw gevraagd worden, waar ook de nodige oplossingen voor moeten worden gezocht. De oplossingen voor de problemen in ontwerp zullen doormiddel van technische tekeningen bouwtechnisch worden uitgewerkt. De technische tekeningen bestaan uit plattegronden van gebouw dat tot en met 2028 zal dienen als Olympisch infocentrum, plattegronden voor zowel het infocentrum als voor een eventuele herbestemming tot seniorenappartementen, lengtedoorsnede en een breedtedoorsnede. Met behulp van details zullen uitwerkingen worden gegeven van de opbouw en bevestiging van de gevel t.o.v. de vloer en de constructie. Verder zal er een ontwerp worden gemaakt voor de constructie en de installatie van het gebouw. Tot slot zal een impressie worden gegeven van het ontwerp doormiddel van 3D modellen.
Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
2
Samenvattingen onderzoek- en conceptfase Fase 1 van het master 1 project bouwtechniek bestond uit een onderzoek. Het doel van dit project is het ontwerpen van een Olympisch informatiecentrum. In fase 1 is er onderzoek gedaan om de context van het Olympisch informatiecentrum te onderzoeken. Hier is gekeken naar de duurzaamheidsthema’s slimbouwen, cradle to cradle, autarkie, energie neutraal en lifespan. Het Olympisch plan is onderzocht om de doelstellingen van de Olympische organisatie duidelijk te krijgen. Gezien de tijdelijkheid van de gebouwfunctie is er onderzoek gedaan naar hoe om te gaan met het gebouw na de Olympische spelen. Er is gekeken naar de mogelijkheid tot sloop, herbestemmen en een combinatie van die twee. Uiteindelijk is er aan de hand van het programma van eisen besloten om het gebouw na de olympische spelen te herbestemmen. Er zal dus een een flexibel infocentrum met een lange levensduur worden ontwikkeld, die na de Olympische spelen van 2028 een nieuwe functie zal krijgen. Verder is in deze fase een locatie voor het infocentrum gekozen. Mogelijke Olympische steden voor de Olympische spelen van 2028 zijn Rotterdam of Amsterdam. In de gebieden rondom deze steden zullen de mensen de meeste veranderingen door de Olympische spelen gaan merken. De functie van het Olympisch infocentrum is de bevolking informeren over de Olympische spelen van 2028, dus is het belangrijk dat de bewoners van beide steden en de Randstad het infocentrum gemakkelijk kunnen bereiken. De definitieve keuze voor de locatie van het infocentrum is gevallen op Hoofddorp. Hoofddorp, dat vlakbij luchthaven schiphol ligt, heeft een grote aantrekkingskracht op bedrijven & internationale bezoekers. Dit is voor ons nu niet relevant (relatief geen buitenlandse bezoekers). Maar gezien de toekomstwaarde biedt de locatie Hoofddorp een ideale locatie voor bedrijfsinstellingen.
kantoorpark “park 20|20”. De locatie is erg uniek, doordat het centraal in de Randstad gelegen is, naast het centraal station Hoofddorp, vlakbij de afslag van de autosnelweg A4 en op een paar kilometer van de internationale luchthaven Schiphol. Het gebied waar het infocentrum in komt te staan, genaamd Beukenhorst-zuid, wordt grotendeels ontwikkeld tot kantoorpark. De locatie van het Olympisch infocentrum ligt naast dit kantoorpark, genaamd Park20|20. Park 20|20 heeft de ambitie om het meest duurzame kantoorpark van Nederland te worden en zal helemaal volgens het Cradle-to-cradle concept ontwikkeld worden. Bij de ontwikkelingen van dit kantoorpark is ook de medebedenker van het Cradle-to-cradle concept William mcDonough betrokken. Het masterplan van dit park heeft ook een zogenaamde Honor Award gewonnen, uitgereikt door de American Society of Landscape Architects. Hierdonder zijn foto’s van de omgeving te zien en een plaatje met daarop de belangrijke plaatsne in het gebied en in het rood de plaats van het infocentrum aangegeven Op de locatie van het infocentrum zijn de zichtlijnen vanaf het station(zie geel gearceerde gedeelte in
de afbeelding) erg belangrijk. De bezoeker moet bij het verlaten van het station meteen het infocentrum zien staan en moet verleid worden er een bezoek aan te brengen. Het gebouw moet de concurrentie aan gaan met de grotere volumes van de omringde gebouwen. Om het gebouw vanaf de stationzijde niet weg te laten vallen achter de kantoortoren, die tussen het infocentrum en het station ligt, is het gebouw gedeeltelijk naar voren over de weg getrokken. Hierdoor is een overstek over de weg ontstaan en is meteen een open en representatief ogende entree gecreëerd. De gebogen vorm van het gebouw is komt voort uit de gebogen vormen van de omringde gebouwen en vormt een eenheid met de waterkant. Het gebouw krijgt daardoor een ronde dynamische uitstraling, die continu verandert wanneer je om het gebouw heen loopt. Belangrijk is ook het zicht op de Geniedijk aan de achterzijde van het gebouw. Hiernaast is de belangrijke zichtlijn vanaf het station te zien en de plattegronden en een doorsnede van het conceptontwerp voor het Olympisch inofcentrum.
Plattegrond begane grond infocentrum
Hoofddorp is een stad met ruim 73.000 inwoners. De stad zal in 2021 een groei kennen van 6% t.o.v. 2010. Genoeg ontwikkelingen dus. Ten oosten van Hoofddorp lopen de A4 en de A5, waarop het een aansluiting heeft. Ten westen van Hoofddorp loopt de Drie Merenweg (N205). De Ring Hoofddorp wordt gevormd door de Weg om de Noord (N201) in het noorden. Per trein is Hoofddorp sinds 1981 beschikbaar met onder andere lijnen naar Den Haag, Leiden, Schiphol, Amsterdam Centraal, Zaanstad.
Plattegrond eerste verdieping infocentrum
De exacte locatie in Hoofddorp is het treinstation van Hoofddorp en het in ontwikkeling zijnde
Lengtedoorsnede concept ontwerp Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
3
Materiaalkeuze De resultaten van de onderzoeksfase hebben uitgewezen dat het infocentrum na de Olympische Spelen in 2028 zal worden herbestemd. Doordat er op dit moment nog geen uitspraak gedaan kan worden over de behoefte van de locatie na 2028 is het belangrijk dat het gebouw een flexibele indeling heeft met een vaste kern, waaromheen nog alle vrijheid is om de ruimten in te delen. In de conceptfase zijn een aantal voorstellen gedaan over mogelijke scenario’s. De scenario’s waren als volgt: - - -
Sportfitnesscentrum Congres- en vergadercentrum Kantoor en/of flexibele kantoorruimten
De scenario’s zijn gekozen, omdat het infocentrum relatief weinig aanpassing nodig heeft om te transformeren naar deze scenario’s. Om het gebouw zo flexibel mogelijk te maken en daardoor bruikbaar voor de toekomst, is het echter interasssanter om het gebouw zo te ontwerpen dat het gemakkelijk te herbestemmen is naar een functie die veel verschilt van de functie als infocentrum. Hierbij zijn woningen interessant, doordat woningen andere behoeften hebben met betrekking tot bijvoorbeeld installaties en sanitaire voorzieningen. Ook moet een oplossing gezocht worden voor de constructie en de gevel. De constructie moet zo ontworpen worden dat deze ook voor een appartementencomplex geschikt is. Dit houdt in dat de constructie niet in de weg moet staan, doordat er bijvoorbeeld kolommen of windverbanden in de woningen staan. Verder moet de gevel moet gemakkelijk te vervangen zijn. In het infocentrum zijn een aantal ruimten die geen of weinig behoeften hebben aan daglicht. De buitengevels van de appartementen hebben echter wel behoefte aan een transparante gevel.
Gevel: Voor de gevel is het belangrijk dat deze moet voldoen aan de wensen van het infocentrum en aan de wensen van een appartementencomplex. Het infocentrum heeft ruimtes die behoefte hebben aan veel daglicht en ruimtes die behoefte hebben aan weinig daglicht. Een appartementencomplex heeft behoefte aan veel daglicht en dus een transparante gevel. Er is gekozen voor een binnen- en buitengevel, die niet direct met elkaar verbonden zijn. Daarom is gekozen voor een dubbele huidfacade met een brede luchtspouw. Hierdoor staan de binnen- en buitengevel los van elkaar en kan een dichte binnengevel bijvoorbeeld gemakkelijk worden vervangen door een transparante gevel, wanneer hier behoefte aan is. De gehele buitengevel bestaat uit een aluminium gevelsysteem dat is voorzien van beweegbare glazen lammelen. Door de glazen lammelen over de gehele gevel toe te passen vormt de gevel toch één geheel. De glazen beweegbare lamellen zorgen ook nog voor een efficient binnenklimaat. Ze zorgen er namelijk voor dat de ongunstige effecten van een tranparante gevel, warm in de zomer
en koud in de winter, worden tegengegaan. De brede luchtspouw kan in de zomer worden gevetileerd door de beweebare lamellen en zorgt in de winter voor een warmtebuffer. De glazen lamellen hebben aan de zuidzijde van het gebouw ook een zonwerende functie, doordat ze voorzien zijn van een zonwerende print. De binnengevel bestaat gedeeltelijk uit houten puien, die voorzien zijn van dubbel glas. Deze puien kunnen open worden gezet, waardoor de buitengevel kan worden bereikt en waardoor natuurlijk kan worden geventileerd. Het andere gedeelte van de binnengevel, waardbij de aanliggende ruimte geen behoefte heeft aan daglicht bestaat uit prefab houtskelet elementen, die zijn afgewerkt met een houten gevelbekleding. Deze binnengevel kunnen bij een transformatie tot woningen gemakkelijk worden verwijderd en vervangen door glazen puien.
Referentieproject binnengevel: Martini ziekenhuis, Groningen glazen buitengevel en een houtskeletbouw binnengevel
Vloeren:
Referentieproject gevel: Kraanspoor, Amsterdam, Trude Hooykaas Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Kijkend naar de flexibiliteit, die het gebouw moet hebben is ervoor gekozen om een infra+ vloer toe te passen. De infra+ vloer bestaat uit een dunne betonnen schil aan de onderzijde, met daarboven stalen IPE profielen, die in de betonlaag zijn gestort. De dekvloer bestaat uit een demontabel vloer systeem. De ruimte tussen de staalprofielen kan gebruikt worden voor het wegwerken van leidingen. Deze vloer leent zich dus ideaal voor een gebouw dat een metamorfosse moet ondergaan van een infocentrum naar seniorenappartementen. Hier is een grote mate van flexibiliteteit in de vloeren gewenst. Er zullen namelijk extra leidingen moeten worden geplaatst t.b.v. de sanitaire voorzieningen. Ook kan in de betonnen schil van een infra+ vloer gebruik worden gemaakt van betonkernactivering. Verder is er bij deze vloer geen verlaagd plafond nodig, waardoor extra verdiepingshoogte kan worden bespaard.
4
Varianten Om tot een goed ontwerp te komen zijn een aantal varianten gemaakt met betrekking tot de verdiepingshoogte. In het infocentrum zijn verschillende ruimten met verschillende behoefte aanwezig dus was het noodzakelijk om de verschillende mogelijkheden tegenover elkaar te zetten. Een ander punt waar rekening mee gehouden moet worden is de mogelijkheid tot herbestemmen van het gebouw. Het gebouw zal na 2028
dienst doen als een appartemtencomplex voor seniorenwoningen. Hieronder zijn van drie varianten de positieve en negatieve punten tegenover elkaar gezet, waardoor de juiste keuze kon worden gemaakt.
Variant 1: 2 verdiepingen met een schuin dak
+
Opwekken van duurzame energie door gebruik te maken van zonnepanelen op schuine dak dat op het zuiden is gericht
-
Conferentieruimte heeft meer hoogte nodig dan de kantoorruimte, door het podium in deze ruimte
Het schuine dak is niet gewenst bij een herbestemming tot kantoren of woningen. De hoogte van de conferentieruimte is niet hoog genoeg om een tussenverdieping te plaatsen. De kern met de lift en de sanitaire ruimte hebben geen extra hoogte nodig.
Variant 2: 2 verdiepingen met een verdiepingshoogte van 3,5m
+
Extra verdiepingshoogte voor de ontmoetingsruimte en de conferentieruimte.
-
Minder rendement bij plaatsen van zonnecellen op het dak
-
Minder rendement bij plaatsen van zonnecellen op het dak
Door de extra verdiepingshoogte is het gebouw gemakkelijk te herbestemmen naar woningen, doordat installaties in de extra ruimte kunnen worden toegevoegd. De vaste kern kan gebruikt worden voor verschillende herbestemmingsfuncties Variant 2: 3 verdiepingen met een dubbele verdiepingshoogte
+
Extra hoogte voor conferentie- en ontmoetingsruimte Er kan een tussenvloer geplaatst worden, waardoor het vloeroppervlak wordt vergroot. De vaste kern en lift hoeft niet te worden aangepast.
Een verdiepingshoogte van 7 meter is erg hoog en niet wenselijk Plaatsen van de tussen vloer is ingewikkeld en duur.
Bij een herbestemming tot woningen kunnen de tussenvloer gelijk worden voorzien van de benodigde leidingen Extra schachten kunnen worden gecreeerd Na de drie varianten te hebben geanalyseerd, is er uiteindelijk gekozen om met variant 2 verder te gaan. Wanneer men naar de kwaliteit van de ruimten kijkt in combinatie met het oogpunt op de flexibiliteit van het gebouw komt variant 2 hier het beste uit. Variant 1 heeft toch een aantal nadelen met betrekking tot de herbestemming van
het gebouw door het schuine dak. Variant 3 biedt een aantal mogelijkheden die positief zijn om het gebouw kwaliteit te geven bij een toekomstige herbestemming, doordat er een extra tussenvloer kan worden geplaatst. Nadelen zijn echter dat deze tussenvloeren lastig te plaatsen zijn en dat een verdiepingshoogte van 7 meter erg hoog is en
eigenlijk niet gewenst voor de conferentieruimte. Bij variant 2 is een extra verdiepingshoogte over het gehele gebouw gebruikt, waardoor het gebouw gemakkelijk tot een functie als een appartentencomplex kan worden herbestemd. Hierbij zal echter al wel in de ontwerpfase rekening gehouden moet worden met bijvoorbeeld installaties.
Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
5
Situatie Hoofddorp
Station
Polder
Geniedijk
Park 20|20
Locatie infocentrum Bestrating Spoor Weg Water Bebouwing Groen
A4 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Situatie omgeving infocentrum Schaal: 1:100.000
6
Plattegrond begane grond infocentrum Ruimtes begane grond infocentrum: - entree met infobalie - informatiecentrum - ontmoetingsruimte - sanitaire ruimte - gardarobe - berging en fietsenstalling
Plattegrond begane grond infocentrum Schaal: 1:200 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
7
Plattegrond eerste verdieping infocentrum Ruimtes eerste verdieping infocentrum: - conferentie- en expositieruimte - kantoorruimte - techniek t.b.v. conferentieruimte - stoelenberging - sanitaire ruimte
Plattegrond eerste verdieping infocentrum Schaal: 1:200 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
8
Plattegrond kelder infocentrum Ruimtes kelder infocentrum: - Installatieruimte
Plattegrond kelder infocentrum Schaal: 1:200 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
9
Plattegrond begane grond seniorenappartementencomplex Ruimtes begane grond appartemtencomplex - 6 seniorenappartementen - bergingsruimte
Plattegrond begane grondvloer seniorenappartementen Schaal: 1:200 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
10
Plattegrond eerste verdieping seniorenappartementencomplex Ruimtes eerste verdieping appartemtencomplex - seniorenappartementen - bergingsruimte
Plattegrond eerste verdieping seniorenappartementen Schaal: 1:200 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
11
Plattegrond kelder seniorenappartementencomplex Ruimtes kelder appartementencomplex: - Installatieruimte
Plattegrond kelder seniorenappartementen Schaal: 1:200 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
12
Doorsnede A-A
Doorsnede A-A Schaal: 1:150 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
13
Doorsnede B-B
Doorsnede B-B Schaal: 1:150 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
14
Detail 1 11 15 Detail: aansluiting automatische schuifpui entree Op dit detail is de aansluiting van de begane grondvloer op de fundering bij de entree te zien. De begane grondvloer bestaat uit een Inrfa+ vloer met een betonnen schil van 80mm aan de onderzijde en met daarin gestort IPE 300 profielen. Aan de buitenkant is een UNP 300 profiel gestort. De IPE en UNP profielen zorgen ook gelijk voor de oplegging van de vloer, doordat ze zijn geintegreerd met de hoofddraagconstructie. De ruimte tussen de IPE profielen kan gebruikt worden voor het wegwerken van de waterleidingen en electrische installaties. De vloer is afgewerkt met een demontabele topvloer waardoor de leidingen gemakkelijk kunnen worden gewijzigd, verwijderd of leidingen worden toegevoegd. Verder is de bevestiging van de automatische schuifpui aan de voorzijde van het gebouw bij de entree te zien. Aan de buitenzijde is ook de oplegging van de prefab betonnen buitentrap op de fundering te zien. De buitentrap is afgewerkt met natuurstenen tegels.
Detail 1: aansluiting automatische schuifpui begane grondvloer Schaal: 1:10 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
15
Detail 2 & 3 Detail: Aansluiting pui op verdiepingsvloer en aansluiting verdiepingsvloer op de hoofddraagconstructie In dit detail is de aansluiting van de automatische schuifpui op de verdiepingsvloer ter plaatse van de entree aan de voorzijde te zien. De automatische schuifpui is geplaatst in een houten vliesgevel. De houtenvliesgevel is doormiddel van een stijl- en regelwerk aan de bovenzijde bevestigd aan de verdiepingsvloer. Aan de buitenzijde is een overstek gecreëerd, waardoor de verdiepingsvloer aan de onderzijde is geisoleerd. Dit is aan de buitenzijde afgewerkt met een verlaagd plafond. Ook is de oplegging van de verdiepingsvloer op de staalconstructie te zien. De IPE liggers van de infra+ vloer worden doormiddel van een aangelaste nok op het HEA profiel gelegd. Het HEA profiel is aan de onderzijde bekleed met een brandwerende bekleding. De verdiepingsvloer bestaat ook uit een infra+ vloer met een demontabele topvloer. In de betonschil van verdiepingsvloer zijn leidingen verwerkt, waardoor betonkernactivering kan worden toegepast.
Detail 2 & 3: aansluiting automatische schuifpui verdiepingsvloer en verdiepingsvloer op staalconstructie Schaal: 1:10 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
16
Detail 4 & 5 Detail: aansluiting gevel op constructie en verdiepings- en dakvloer. Voor de gevel is gekozen voor een dubbele huidfaçade. De buitengevel bestaat uit glazen beweegbare lamellen, die gedeeltelijk voorzien zijn van een zeefdruk zodat ze een zonwerende functie hebben. Tussen de binnen en de buitengevel bevindt zich een brede spouw, die natuurlijk wordt geventileerd door de automatisch beweegbare glaslamellen. De vakwerkconstructie van het gebouw, bestaande uit stalen vierkante kokers en HEA profielen, staat tussen de binnengevel en de buitengevel, waardoor de constructie voor de buitengevel direct aan de staalconstructie kan worden bevestigd. De binnengevel staat los van de constructie en de buitengevel en is daardoor gemakkelijk te vervangen. In de spouw tussen de binnenen de buitengevel is een looprooster geplaatst, waardoor de gevels gemakkelijk gereinigd kunnen worden. Op dit detail is de binnengevel afgewerkt met een hardhouten gevelbekleding bevestigd op stijlen. Aan de onderzijde van de verdiepingsvloer is een verlaagd plafond gecreeerd, omdat deze aan de onderzijde is geisoleerd. Verder is aan de gevelzijde van de verdiepingsvloer een convectorrooster met daaronder een convector geplaatst, die de extra nodige warme en koude lucht de ruimte in kan brengen. Deze zorgt samen met de betonkernactivering in de betonschil van de vloer voor een gewenst binnenklimaat. De staalconstructie is ter plaatse van binnengevel extra geisoleerd om zo de koudebrug zo klein mogelijk te maken. Het dak is opgebouwd uit een infra+ vloer voorzien van leidingen t.b.v. betonkernactivering, geprofileerde staalplaten, een dampremmende laag, harde isolatie en daarop een kunststofdakbedekking. De luchtspouw is aan de bovenzijde dichtgemaakt met gehard glas in een aluminium constructie.
Detail 4 & 5: - aansluiting constructie op dubbele huid façade en verdiepingsvloer ter plaatse van het overstek - aansluiting constructie op dubbele huid façade en dakvloer Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:10
17
Detail 6 Detail: aansluiting gevel verdiepingsvloer Op dit detail is de aansluiting van de dubbele huid facade op de constructie en de verdiepingsvloer te zien. Op dit detail bestaat de buitengevel zoals overal in het gebouw uit beweegbare glazenlamellen. De constructie staat tussen de geisoleerde binnengevel en de buitengevel. In de spouw tussen de gevels is ook hier een stalen looprooster geplaatst, om de gevel gemakkelijk te kunnen reinigen. De binnengevel bestaat hier uit een houten vliesgevel, die geopend kan worden om natuurlijk te ventileren. In dit detail is ook de convector en het convectorrooster in de verdiepingsvloer te zien om de ruimte boven de vloer te voorzien van de extra nodige warme of koude lucht. De betonnen schil van de verdiepingsvloer is ook hier voorzien van leidingen t.b.v. betonkern activering. De constructie is op de plaats waar hij de binnengevel ingaat extra geisoleerd, zodat de koudebrug wordt verminderd.
Detail 6: Aansluiting dubbele gevel op staalconstructie en verdiepingsvloer Schaal: 1:10 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
18
Detail 7 Detail: aansluiting gevel en begane grondvloer op constructie. In dit detail is de aansluiting van de gevel en de begane grondvloer op de constructie te zien aan de achterzijde van het gebouw ter plaatse van het buitenterras. In het detail is te zien dat de buitengevel, bestaande uit glazen lamellen aan de onderzijde open is waardoor constant lucht tussen de gevels kan bewegen. Ook is de aanslluiting van de binnengevel op de begane grondvloer te zien. Aan de de gevelzijde van de vloer is ook hier de convector en het convectorrooster te zien. Aan de buitenzijde van de gevel is gedeeltelijk het houten vlonder te zien die bestaat uit een constructie van houten balken, afgewerkt met hardhouten planken aan de bovenzijde. Hier is ook te zien dat de constructie op de fundering afdraagt, die als het ware buiten het gebouw is geplaatst. Een dubbele huidfaçade heeft een aantal voordelen. De koellast in de zomer neemt af, doordat de straling van de zon gedeeltelijk wordt geweerd door de lamellen. De tocht, die ontstaat door natuurlijke ventilatie, tussen de binnenste en buitenste gevel zorgt ervoor dat de warmte van de zon niet direct de binnenste gevel bereikt, waardoor de achterliggende ruimte minder snel opwarmt. De warmtelast in de winter neemt af, doordat afgevoerde warme lucht uit de binnenruimte in de spouw wordt afgevoerd. Deze warme lucht werkt als een buffer en zorgt ervoor dat er minder snel een koudefront langs de binnengevel wordt gevormd. Een tweede huid heeft tevens een geluidswerende functie.
Detail 7: Aansluiting dubbele gevel op staalconstructie en begane grondvloer en aansluiting van de constructie op de gevel Schaal: 1:10 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
19
Detail 8 & 9 Detail: aansluiting constructie-gevel Op het eerste horizontale detail is de aansluiting van de dubbele gevel op de constructie te zien. Hier is ook te zien dat de kolommen tussen de binnen- en buitengevel zijn geplaatst met daartussen een brede spouw. De ruimte tussen de constructie en de binnengevel is voorzien van een looprooster. De binnengevel bestaat in dit geval uit een houten pui. In het tweede detail is een doorsnede te zien, die iets lager is genomen op de plaats waar de constructie door de binnengevel gaat. De HEA-ligger gaat door de binnengevel en wordt daar geintegreerd met de infra+ vloer. Om de koudebrug zo klein mogelijk te maken ter plaatse van de kruising met de binnengevel is er extra hoogwaardige isolatie aangebracht, die als een mal om de staalconstructie is aangebracht.
Detail 8 & 9: Horizontale detail gevelaansluiting Schaal: 1:10 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
20
Aanzicht westzijde
Aanzicht Westzijde Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:150
21
Aanzicht oostzijde
Aanzicht Oostzijde Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:150
22
Aanzicht zuidzijde
Aanzicht Zuidzijde Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:150
23
Aanzicht noordzijde
Aanzicht Noordzijde Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:150
24
constructie begane grond Constructie Voor de constructie van het infocentrum is gekozen voor een staalconstructie door zijn flexibiliteit en lichte gewicht. De skeletvormige structuur vergemakkelijkt het verplaatsen van binnenwanden, het vervangen van kabels en leidingen of het vernieuwen van gevelelementen. Bij een skeletvormige staalconstructie gaan ruime vloeroverspanningen en flinke netto-verdiepingshoogten samen met relatief lichte en kleinschalige constructie-elementen, bestaande uit kolommen en liggers. Doordat er gebruik wordt gemaakt van een infra+ vloer kan de staalconstructie worden geïntegreerd binnen de vloerconstructie, wat leidt tot een lagere bruto-verdiepingshoogte. De constructie en de binnenwanden zijn geplaatst op een raster van 1,80 m meter, omdat deze maat zowel in kantoren als in woningen standaard wordt gebruikt. Het overstek aan de voorzijde van het gebouw kan met een stalen vakwerkconstructie goed gerealiseerd worden. Om het gebouw zo flexibel mogelijk te maken is de staalconstructie buiten het gebouw geplaatst zodat er geen hinder ontstaat van het stalen vakwerk met zijn windverbanden in het gebouw. Het stalen vakwerk aan de buitenzijde van het gebouw bestaat uit gebogen liggers, kolommen en diagonalen, bestaande uit vierkante. Door de constructie aan de buitenzijde van het gebouw te plaatsen staat het ook het (ver) plaatsen van binnenwanden, of het wijzigen van de buitengevel niet in de weg. Bij een herbestemming tot bijvoorbeeld woningen of zorgwoningen is het namelijk niet wenselijk om een windverband in de ruimte voor je gevel te hebben. De constructie overspant over de gehele breedte van het gebouw, om op twee kolommen na een geheel vrij vloerveld te creëren. De liggers In het gebouw bestaan uit IPE-profielen en zijn geïntegreerd in de infra+ vloer. De stabiliteit van het gebouw wordt verzorgd door de betonnen kern in het gebouw, waar de staalconstructie aan is verbonden. In deze kern bevinden zich de sanitaire ruimten, het trappenhuis, de lift en de leidingschachten. Verder wordt de stabiliteit verzorgd door de windverbanden in de staalconstructie.
Constructie begane grond Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:200
25
constructie begane grond Constructie Voor de constructie van het infocentrum is gekozen voor een staalconstructie door zijn flexibiliteit en lichte gewicht. De skeletvormige structuur vergemakkelijkt het verplaatsen van binnenwanden, het vervangen van kabels en leidingen of het vernieuwen van gevelelementen. Bij een skeletvormige staalconstructie gaan ruime vloeroverspanningen en flinke netto-verdiepingshoogten samen met relatief lichte en kleinschalige constructie-elementen, bestaande uit kolommen en liggers. Doordat er gebruik wordt gemaakt van een infra+ vloer kan de staalconstructie worden geïntegreerd binnen de vloerconstructie, wat leidt tot een lagere bruto-verdiepingshoogte. De constructie en de binnenwanden zijn geplaatst op een raster van 1,80 m meter, omdat deze maat zowel in kantoren als in woningen standaard wordt gebruikt. Het overstek aan de voorzijde van het gebouw kan met een stalen vakwerkconstructie goed gerealiseerd worden. Om het gebouw zo flexibel mogelijk te maken is de staalconstructie buiten het gebouw geplaatst zodat er geen hinder ontstaat van het stalen vakwerk met zijn windverbanden in het gebouw. Het stalen vakwerk aan de buitenzijde van het gebouw bestaat uit gebogen liggers, kolommen en diagonalen, bestaande uit vierkante. Door de constructie aan de buitenzijde van het gebouw te plaatsen staat het ook het (ver) plaatsen van binnenwanden, of het wijzigen van de buitengevel niet in de weg. Bij een herbestemming tot bijvoorbeeld woningen of zorgwoningen is het namelijk niet wenselijk om een windverband in de ruimte voor je gevel te hebben. De constructie overspant over de gehele breedte van het gebouw, om op twee kolommen na een geheel vrij vloerveld te creëren. De liggers In het gebouw bestaan uit IPE-profielen en zijn geïntegreerd in de infra+ vloer. De stabiliteit van het gebouw wordt verzorgd door de betonnen kern in het gebouw, waar de staalconstructie aan is verbonden. In deze kern bevinden zich de sanitaire ruimten, het trappenhuis, de lift en de leidingschachten. Verder wordt de stabiliteit verzorgd door de windverbanden in de staalconstructie.
Constructie begane grond Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:200
25
constructie eerste verdieping en dak Bij het ontwerpen op functieverandering van het gebouw, moet er rekening gehouden worden met eventuele veranderingen in variabele belastingen op de constructie. Het infocentrum heeft een bijeenkomstfunctie en is dus gemakkelijk te herbestemmen tot woningen(Klasse A) of kantoren(klasse B). De variabele belastingen per functieklasse liggen vast in NEN-EN 1991-1-1. Variabele belastingen per functieklasse volgens NEN-EN 1991-1-1.
Brandwerendheid: Om aan de brandwerendheideis van 90 minuten te voldoen is de staalconstructie bewerkt met een brandwerende coating. De constructie is op plaatsen van de oplegging van de infra+ vloer bekleed met een brandwerende bekleding( zie detail 2).
Constructie verdieping en dak Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:200
26
Aanzicht constructie
Aanzicht constructie voorzijde t.p.v. overstek Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Schaal: 1:150
27
Aanzicht constructie
Aanzicht constructie zijkant Schaal: 1:150 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
28
Binnenklimaat Installaties De installaties van het gebouw bestaan uit de volgende deelinstallaties: - - - -
Klimaatinstallaties Sanitaire installaties Elektrotechnische installaties Transport installatie (lift).
Klimaat Algemeen Voor realiseren van een comfortabel klimaat in het gebouw wordt gebruik gemaakt van betonkernactivering. Hierbij worden de vloer/plafond uitgevoerd met leidingen waar warmwater (CV) en gekoeld water door stroomt. Het eventueel naverwarmen gebeurt doormiddel van convectoren en roosters in de vloer. De verse buitenlucht wordt aangevoerd doormiddel van een luchtbehandelingsysteem, wat aansluit op de convectorroosters in de vloer. De lucht wordt afgezogen doormiddel van roosters hoog in de wanden of aan het plafond. Warmte- en koudeopwekking. Bij betonkernactivering wordt altijd uitgegaan van lage temperatuur verwarming (LTV). Dit is dus bij uitstek geschikt voor het toepassen van een warmtepomp in combinatie met een WKO installatie (warmte- en koude opslag). Hierbij wordt in de winter de warmte opgewekt door de warmtepomp, waarbij de koude die hierbij vrijkomt in de bodem wordt opgeslagen. In de zomer wordt deze koude gebruikt voor koeling van de gebouwmassa. De warmtepomp wordt geplaatst in de technische ruimte in de kelder van het gebouw. De distributie van warm water en gekoeld water naar de afgiftepunten gebeurt via de leidingen door de schachten en per verdieping een aftakking naar de ringleiding door de infra+ vloeren. Vanaf de schachten worden ook de leidingen in vloeren aangesloten. De luchtbehandelingkast wordt eveneens geplaatst in de technische ruimte. De distributie van
Klimaatconcept Doorsnede gevel en verdiepingsvloer Schaal: 1:50 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
29
Installaties begane grond infocentrum lucht gebeurt via kanalen door de schachten naar de verdiepingen. Op de verdiepingen worden ze afgetakt naar de ringleiding door de infra+ vloer. De retourkanalen voor de afgezogen lucht lopen vanaf de roosters in de vloer en via de schachten weer naar de luchtbehandelingkast. In de luchtbehandelingkast wordt doormiddel van een warmtewisselaar en met behulp van de retourlucht, de buitenlucht in de winter verwarmd en in de zomer gekoeld. Door bij de dimensionering van de leidingen en luchtkanalen rekening te houden met een toekomstige functie, zullen de leidingen in de schachten overgedimensioneerd worden. Bij de nieuwe bestemming als appartementencomplex kunnen bij een verhoogde comfortvraag warmtewanden worden toegepast, die aangesloten kunnen worden op het ringleidingsysteem in de infra+ vloeren. De installatieruimte kan bij de toekomstige bestemming in de kelder behouden blijven. Sanitaire installaties Warm- en koudwater Voor de warmwaterverbruikers wordt een centrale (elektrische) boiler in combinatie met een zonneboiler installatie in de technische ruimte geplaatst. De aanvoer van warm- en koud water naar de gebruikers gebeurt via de leidingen door de schachten en per verdieping een aftakking naar de warm- en koudwaterringleiding door de infra+ vloeren. Hemel- en vuilwaterafvoerinstallatie Voor de afvoer van het vuilwater wordt gebruik gemaakt van het vrij verval systeem, waarbij vuilwater gescheiden van hemelwater wordt afgevoerd. De leidingen van de vuilwaterafvoer worden verzameld in de schachten en via standleidingen aangesloten op de riolering onder het maaiveld.
leidingen warm water t.b.v. convector leidingen koud water t.b.v. convector Installatie begane grond infocentrum Schaal: 1:150 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
30
Installaties eerste verdieping infocentrum De hemelwaterafvoerinstallatie, uitgevoerd als een volvulsysteem. Dit functioneert als het ware als een drukleiding, waardoor het volvulsysteem de navolgende voordelen heeft ten opzichte van het traditionele systeem: - Kleinere buisdiameters benodigd; - Er is in horizontale leidingen geen afschot benodigd; - Leidingen hebben een zelfreinigend effect; Het hemelwater kan opgevangen worden een buffervat, waarna het gebruikt kan worden voor toiletspoelingen of aangesloten op een open water of riolering. Elektrotechnische installaties Algemeen De elektrische installaties worden vanuit een centrale verdeler in de technische ruimte naar eventueel subverdelers in de schachten en vervolgens door de infra+ vloeren gevoed. Transport Het transport wordt verzorgd door één lift in de kern. Voor de capaciteit van het aantal personen zal deze gedimensioneerd moeten worden op de grootste vraag vanuit de bestemming.
leidingen warm water t.b.v. convector leidingen koud water t.b.v. convector Installatie eerste verdieping infocentrum Schaal: 1:150 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
31
Installaties begane grond seniorenappartementen
leidingen warm water t.b.v. convector leidingen koud water t.b.v. convector Installatie begane grond seniorenappartmenten Schaal: 1:150 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
32
Installaties eerste verdieping seniorenappartementen
leidingen warm water t.b.v. convector leidingen koud water t.b.v. convector Installatie eerste verdieping seniorenappartemten Schaal: 1:150 Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
33
Impressies
Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
34
Impressie interieur ontmoetingsruimte
Impressie gevel Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
Impressie interieur conferentie- en expositieruimte
35
Evaluatie Het resultaat van dit verslag is een technische uitwerking van het conceptontwerp voor een Olympisch infocentrum. Het conceptontwerp van de vorige fase is eerst op de nodige punten verbeterd, waarna verder is gegaan met de technische uitwerking. Dit infocentrum zal van 2013 tot 2028 dienst doen als informatiecentrum en bezoekerscentrum voor mensen, die betrokken zijn bij of belangstelling hebben voor de Olympische Spelen van 2028. Na 2028 zal het gebouw een andere functie krijgen zoals is beschreven in de vorige fasen. In dit verslag is ook een herbestemming tot een seniorenappartementencomplex uitgewerkt. Om het gebouw gemakkelijk te kunnen herbestemmen tot een andere functie heeft het gebouw een bepaalde flexibiliteit nodig. In dit verslag zijn de nodige oplossingen voor deze problemen gezocht en uitgewerkt. In dit verslag is zo goed mogelijk de feedback meegenomen die tijdens de tussenpresentatie en de begeleidingen is gegeven. Het project over het algemeen was tijdrovend maar interessant, vooral omdat het uit verschillende fasen bestond. Lastig was dat het van te voren niet altijd duidelijk was wat er verwacht werd van het eindresultaat, waardoor ik voor mezelf niet tevreden ben over het resultaat van de vorige fasen. Ik heb geprobeerd om de laatste fase, die mij toch het meest interesseert, zo goed mogelijk uit te werken.
Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
36
Bronvermelding Literatuur: Davids R., Killory C. 2008, Detail in Process, Princeton Architectural Press, New York Voordt van der, T, 2007, Transformatie van kantoorgebouw, uitgeverij 010, Rotterdam Johannes K, Vos H, 2005, Flexibele leidingvloer in de praktijk , SBR, Rotterdam Tijdschriftartikelen: Borg ter, I, 2003, Kraanspoor Amsterdam, Bouwen met staal Bos F.P. ir, 2004, Minimaal skelet biedt maximale flexibiliteit, Bouwen met staal, 178, juni Schaik van M, Architectuur op recept, Martini ziekenhuis Groningen, 2008, Architectenweb magazine, nr 16 Blok R. 2005, Ontwerpen op duurzaamheid en levensduur, Gezond Bouwen en Wonen, nr 4 Niet officieel rapporten: Verhaegh R.P.A. 2009, Duurzaam, flexibel en transformeerbaar woon- werkcomplex, afstudeerverslag, Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven Wagemans D. 2008, Functieneutraal bouwen ´onvoorspelbaarheid ingekaderd´, afstudeerverslag, Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven Rietkerk J. 2005, Betonkernactivering, Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven Internetsites: www.duurzaaminstaal.nl www.bouwwereld.nl www.slimlinebuildings.com www.slimbouwen.nl www.bouwenmetstaal.nl www.duurzaambouwen.nl www.senternovum.nl Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
37
Bijlage Programma van Eisen entree garderobe 20m2
20m2
conferentieruimte zaal 300m2 podium 100m2 techniek 20m2 stoelenberging 40m2
460m2
informatiecentrum archief 20m2 leesruimte 50m2
70m2
ontmoetingscentrum foyer met bar 150m2 keuken 20m2 bergruimte 20m2 spreekkamer 20m2 spreekkamer 40m2 buitenterras PM
250m2
kantoorruimten directie 20m2 administratie (3 personen) 24m2 coördinatie (3 personen) 24m2 beheer (2 personen) 16m2 archief/opslag 6m2
90m2
sanitaire ruimten 100m2 toiletten dames incl. voorportaal 30m2 toiletten heren incl. voorportaal 30m2 toiletten personeel incl. voorportaal 10m2 douche incl. voorportaal 5m2 kleedruimte (incl. toilet, douche) heren 10m2 kleedruimte (incl. toilet, douche) dames 10m2 miva-toilet 5m2 bergruimten werkkast 20m2 containerruimte 20m2 rijwieloverkapping 20m2 serverruimte 5m2
65m2
substotaal 1 1055m2 horizontaal verkeersoppervlak 180m2 vertikaal verkeersoppervlak 27m2 installatieruimte 64m2 constructies 134m2 substotaal2 405m2 BRUTO VLOEROPPERVLAK
1460m2
Engineerfase Masterproject 1 Lifespan Based Sustainable infocentre
38