Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 1 happy to drive to write cat rhyme mathematics foreign teacher friend coach newspaper first north English country number foreign nervous continent too to play comic French different history bus driver job shepherd dog parents music
-
blij rijden schrijven kat rijmpje wiskunde vreemd leraar vriend touringcar krant eerste noorden Engels land nummer buitenlands zenuwachtig vasteland ook spelen strip Frans verschillend geschiedenis buschauffeur beroep herdershond ouders muziek
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 2 geography science to learn I am …… you are …… he is …… she is ……
-
aardrijkskunde natuurkunde leren ik ben …… jij bent …… hij is …… zij is ……
Zeggen of je iets leuk vindt Zeggen dat je iets niet leuk vindt Vragen waar iemand vandaan komt Zeggen waar je vandaan komt Vragen hoe oud iemand is Zeggen hoe oud je bent Vragen hoe iemand heet Zeggen hoe je heet Iemand voorstellen time late too late hour minute a.m. p.m. open closed when week month year Monday
-
-
I like ...... I don’t like …… Where are you from? I am from …… How old are you? I am ……… years old. What’s your name? Mij name is …… This is ……
tijd laat te laat uur minuut voor 12 uur ’s middags na 12 uur ’s middags open gesloten wanneer week maand jaar maandag
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 3 Tuesday Wednesday Thursday Friday Saturday Sunday season spring summer autumn winter dinner guide to strike to celebrate neighbour April Fools’ Day summer holidays World Animal Day January February March April May June July August September October November December
-
dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag seizoen lente zomer herfst winter avondeten gids slaan vieren buurman 1 april zomervakantie dierendag januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 4 Vragen hoe laat het is. Zeggen hoe laat het is: Heel uur: Half uur: Over: Voor: Voorstellen om iets te gaan doen. morning evening to get up kitchen to walk hour to go home tennis court to wash bedroom dinner to eat to learn news shower to go on traffic P.E. from … till afternoon night bathroom breakfast before
-
-
What’s the time?
-
It’s ……o’clock It’s half past …… It’s …… minutes past …… It’s …… minutes to …… Let’s ……
morgen avond opstaan keuken lopen/wandelen uur naar huis gaan tennisbaan wassen slaapkamer avondeten eten leren nieuws douche doorgaan verkeer gymnastiek van … tot middag nacht badkamer ontbijt voordat
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 5 homework to practise face lunch to watch TV programme to read the weather again to cook break to draw
-
Vragen wat iemand heeft Zeggen wat je hebt: - Ja: - Nee: Zeggen wat je regelmatig doet pet parrot to look for chimney thought said garden hedgehog nail innocent pin cushion daft knitting-pen
-
huiswerk oefenen gezicht middageten televisie kijken programma lezen het weer opnieuw koken pause tekenen -
Have you got (French)?
-
Yes, I have. No, I haven’t I play (football on Saturdays) I go (to school at 8.30)
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 6 suspicious empty cupboard broom woman women to touch tooth teeth doll evening air-sickness tomorrow kitchen paperboy tea marmalade cheese orange pancake apple slice egg bacon cup syrup saucer to bark newspaper breakfast
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 7 peanut butter coffee hot chocolate juice milk bread jam meat here you are banana glass sausages meat loaf
-
Vragen of iemand iets lust Zeggen dat je het niet lust Zeggen dat je het wel lust Alstublieft als je iets vraagt. Alstublieft als je iets geeft. a glass of water a cup of tea alarm clock early roof boot clothes sky through church quiet bag
-
pindakaas koffie warme chocolademelk sap melk brood jam vlees alstublieft banaan glas worstjes gehaktbrood -
Would you like (cornflakes)? No, thank you. Yes, please. Please. Here you are.
een glas water een kopje thee wekker vroeg dak kofferbak kleren lucht door kerk rustig zak
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 8 wheel basket seat to arrive poor big small garden garage stairs upstairs living-room dining-room hall toilet shower parents sister to sleep near in on under behind next to between in front of around tap dinner
-
stuur mand stoel aankomen arme groot klein tuin garage trap boven woonkamer eetkamer hal toilet douche ouders zus slapen bij in op onder achter naast tussen voor rond kraan avondeten
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 9 CD many wardrobe wall door window map curtain desk bookcase lamp chair table floor bag tree
-
Vragen waar iets is (één) Vragen waar iets is (meer) Zeggen waar iets is (één) Zeggen waar iets is (meer) Vragen hoeveel er zijn: Zeggen hoeveel er zijn (één) Zeggen hoeveel er zijn (meer) death mountain tree I’d rather letter met each other waited
-
cd veel kledingkast muur deur raam landkaart gordijn tafel boekenkast lamp stoel tafel vloer tas boom -
Where is (the radio)? Where are (my CDs)? It is (on the table). They are (in my room). How many (bedrooms) are there? There is (one bedroom) There are (two bedrooms)
dood berg boom Ik heb liever brief ontmoetten elkaar wachtte
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 10 ugly thought died wrote stole happened became It’s a pitty nodded to clean teeth uncle to need letter people to use different to receive to mail member list capable suitable typing errors age fashion to travel skating fishing collecting music
-
lelijk dacht stierf schreef stal gebeurde werd jammer knikte schoonmaken tanden oom nodig hebben brief mensen gebruiken verschillend ontvangen verzenden ledenlijst in staat/bekwaam geschikt tikfouten leeftijd mode reizen schaatsen vissen verzamelen muziek
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 11 stamp shell guitar instructions to practise penfriend country pet to hunt table tennis cycling dancing painting coin horse piano to check between interest
-
Vragen naar een hobby Vragen of iemand goed in iets is Antwoorden: Ja Nee Een beetje Vragen of iemand iets leuk vindt Antwoorden: Ja Nee
postzegel schelp gitaar opdrachten oefenen penvriend(in) land huisdier jagen tafeltennis fietsen dansen schilderen munt paard piano controleren tussen interesse/belangstelling -
Have you got a hobby? What is your hobby? What are your hobbies? Are you good at it? Yes, I am. No I am not. Well, so-so. Do you like (swimming)? Yes, I do. No, I don’t.
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 12 juggling brakes clothes shirt blouse trousers sock jeans sweater jacket shoe fur tie skirt dress shorts coat hat boot glasses hair eye blond colour red pink orange yellow black grey
-
jongleren remmen kleren overhemd bloes lange broek sok spijkerbroek trui jasje schoen vacht stropdas rok jurk korte broek jas hoed laars bril haar oog blond kleur rood roze oranje geel zwart grijs
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 13 purple brown green white blue dark light fashion shopping shopping centre nice
Zeggen welke kleren iemand draagt Ogen en haar omschrijven Zo wijs je dingen aan: - één ding dichtbij - één ding verder weg - meer dingen dichtbij - meer dingen verder weg to travel bus boat plane airport to fly ticket return to buy to visit island canal right
She is wearing (a green shirt) He has got (Brown eyes/hair)
-
this that these those
Engels woordpakketten In de klas worden elke keer data gepland voor Engels dictees. Het dictee bestaat uit vijf woorden van het Engels naar het Nederlands en vijf woorden van het Nederlands naar het Engels. We willen graag dat de kinderen thuis met deze woordpakketten oefenen. 14 left businessman path street map Queen palace tower people first second third fourth fifth guide sight to take a picture ghost story
-
Zo vraag je de weg Zo wijs je de weg: - Sla linksaf - Sla rechtsaf - Ga rechtdoor - Neem de eerste straat rechts - Neem de tweede straat links
links zakenman pad straat kaart koningin paleis toren mensen eerste tweede derde vierde vijfde gids bezienswaardigheid een foto nemen spookverhaal -
Excuse me, can you tell me the way to ……?
-
Turn left Turn right Go straight on Take the First street on the right Take the second street on the left