Energiebehoefte voor onderhoud
bij vleesvarkens
Henk Everts Afdeling Voeding Departement Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht
Onderwerpen: 1. Wat is de onderhoudsbehoefte? 2. Hoe kun je de onderhoudsbehoefte meten? 3. Datasets: Rostock vs Noblet
4. Afleiding nieuwe onderhoudsbehoefte 5. Conclusies
1.Wat is de onderhoudsbehoefte? 293 kJ NE per kg
0.75
a. Wat is NE? b. Wat is de onderhoudsbehoefte?
a. NE = Netto Energie
Verwerking van voerenergie door een dier Bruto Energie (BE)
Energieverlies via feces Verteerbare Energie (DE) Energieverlies via urine en gassen
Metaboliseerbare Energie (ME) Energieverlies in de vorm van warmte
Netto Energie (NE)
b. Onderhoudsbehoefte = de energie nodig om in leven te blijven
Voorwaarden: • Thermoneutraal milieu • Geen fysieke activiteit • Geen verwerking van voedsel Energie nodig voor : • Hartslag (in rust) • Ademhaling (in rust) • Hersenactiviteit (in rust) • Handhaven membraanpotentialen • Basale eiwitturnover • Basale lever- en nierfunctie
Groeiend dier:
groei per dag (kg)
1
0.8 0.6 0.4 0.2 0 0
0.5
1
1.5
voer per dag (kg)
Voer voor onderhoud
Voer voor groei
2
2.5
snelheid (km)
140 120 100 80 60 40 20 0 0
1000
2000
3000
toerental
Brandstof voor stationair
Brandstof voor beweging
4000
5000
2. Hoe kun je de onderhoudsbehoefte meten? Voorwaarden: • Thermoneutraal milieu • Geen fysieke activiteit • Geen verwerking van voedsel Dier in een respiratiekamer • Stil staand/liggend • >12 uur na de laatste maaltijd
Warmteproductie meten: Fasting Heat Production(FHP)
FHP = NEm ? Bezwaren:
• Fysieke Activiteit = 0? • Geen constante waarde: • Hoe langer vasten, hoe lager FHP • Afhankelijk van voerniveau voor het vasten • Benutting van lichaamsenergie voor NEm = 100%?
Voordelen: • • • •
Meetbare waarde Met een vast protocol betrouwbaar te meten Individuele waarden (i.t.t. regressie analyse) Geen aanname of extrapolatie
Afleiding van NEm via meting FHP
95
RE (kJ per kg*)
45
FHP
-5 -55
0
500
1000
-105 -155 -205 -255 -305
ME (kJ per kg*)
1500
Afleiding van NEm middels lineaire regressie
NEm 291 kJ
MEm = NEm/0,6523 = 446 kJ
1 punt anders:
• Helling steiler • NEm omhoog
Meten van NEm:
FHP * Individueel meetbaar (mits vast protocol)
Indirect via regressie * snel afwijkingen bij hogere voerniveau ’s
3. Datasets : Rostock vs Noblet
Rostock data (< 1971) 398 varkens 67 proeven Lichaamsgewicht 95 tot 184 kg Voornamelijk vetaanzet
Wel RE , geen REp en REf
900 800 700
RE kJ / W0,75
600 500 400 300 200
100 0 0
200
400
600
800
1000
ME kJ /W0,75
1200
1400
1600
1800
Noblet data (1989 en later) 122 varkens
61 proeven Lichaamsgewicht 38 tot 47 kg Snel groeiend (gem. 130 g eiwitaanzet) RE, zowel REp als REf
800 700 600
RE kJ / W0,75
500 400 300 200 100 0
0
200
400
600
800
1000
-100 -200
ME kJ /W0,75
1200
1400
1600
1800
800
700
RE kJ / W0,75
600
500
400 RE* Rostock RE* Noblet 300
200
100
0 0
200
400
600
800
1000
ME kJ /W0,75
1200
1400
1600
1800
Dataset Noblet past beter bij huidige vleesvarken: - Lichaamsgewicht - Groei en groeisamenstelling - Voerniveau
- Schatten van NEm liever via FHP i.p.v. via regressie
4. Afleiding nieuwe onderhoudsbehoefte
a. Welke exponent voor LW? b. Welke waarde voor onderhoud? c. Wat zijn de gevolgen voor kp en kf ?
Noblet, Karege & Dubois ( 1989)
• 101 vleesvarkens • Lichaamsgewicht 20- 100 kg • Energiebalans in respiratiekamers
Optimalisatie model: ME = a x LWb + c x eiwitaanzet + d x vetaanzet (in kJ /dag)
Optimalisatie model: ME = a x LWb + c x eiwitaanzet + d x vetaanzet Model
a
b
c
d
RSD
1
470 (20)
0,75
2,07 (0,08)
1,25 (0,04)
782
2
1033 (33)
0,60
1,58 1,24 (0,07) (0,03)
598
Model
MEm (kJ)
1
470 per kg
2
1033 per kg
0,75
0,60
kp
kf
NEm (kJ)
0,48
0,8
~300
0,63
0,8
~750
Referentie
NEm ( kJ/LW0,60)
Noblet et al. 1989b
749
Van Milgen et al., 1998
962
Van Milgen et Noblet, 1999
630-730
Noblet et al., 2001
765
Le Bellago et al, 2001
750
Van Milgen et al, 2001
734-798
Le Goff et al., 2002
711 -743
Noblet et al., 2003
661-774
De Lange et al., 2006
609-729
gemiddeld
751
(609-962)
Keuze voor NEm van 750 kJ /W
0,60
• betere fit (Noblet et al., 1989a,b)
• Vaak gemeten waarde: • Na correctie voor activiteit • Variatie tussen rassen • Variatie tussen borg, beer, zeug • Geen verschil in NEm tussen groep en individueel gehuisvest (Bosch et al., 2010)
Wat zijn de gevolgen voor kp en kf ? kp wordt ~ 0,63 Kf wordt ~ 0,80 Bij gemiddelde groeisamenstelling wordt kg ~ 0,74
2000
1500
RE kJ/ W0,60
1000
NEm =600 kJ Kg = 0,69
500
0 0
-500
500
1000
1500
2000
NEm = 900 kJ Kg = 0,79
-1000
ME kJ / W0,6 -1500
NEm =750 kJ kg =0,74
2500
3000
3500
2000
1500
NEm = 600 kJ Kg = 0,79
RE kJ/ W0,60
1000
500
0 0
500
1000
1500
2000
2500
-500
-1000
-1500
NEm = 900 kJ Kg = 0,69
ME kJ / W0,6
3000
3500
NEm , MEm en kg, kp en kf horen bij elkaar Selectief winkelen geeft foutieve uitkomsten
5. Conclusies:
Voor groeiende varkens tot ~115 kg: • LW0,60 fit beter dan LW0,75
• 750 kJ NE / W0,60 • Onderhoudsbehoefte en partiële efficiëntie van energieaanzet zijn onlosmakelijk gekoppeld • kp van 0,63 sluit goed aan bij de huidige biochemische kennis NB: Gebruik van eiwitmassa of metabool actieve organen als basis voor de onderhoudsbehoefte lijkt theoretisch correcter, maar is niet praktisch.
Nu is de onderhoudsbehoefte 750 kJ NE per kg0,60