EN81-28 Wat is EN81-28?

®

EN81-28

Wat is EN81-28?

Zit u vast in de lift?

DUTCH V. 1.10 06.2009

GEEN PANIEK! SAFELINE WAAKT OVER U... Hisselektronik ontwikkelt en vervaardigt elektronische componenten voor liften. Onze belangrijkste producten zijn noodtelefonen (auto-dialers) voor het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN) en het draadloze GSM netwerk. Daarnaast bieden wij een uitgebreid assortiment van andere liftcomponenten aan: verdiepingsdisplays, spraakmelders, noodlichten, GSM alarmzenders, etc. Open protocollen SafeLine geeft de voorkeur aan open protocollen. Al onze noodtelefonen bevatten verscheidene open communicatieprotocollen, die op elk gewenst moment door de klant geselecteerd kunnen worden, op afstand of ter plaatse.

WAT IS EN81-28? • • • •

EN81-28 is een uitbreiding van de Europese norm EN81. EN81-28 is van toepassing op alle nieuwe liften. Na 2003 werd de EN81-28 norm in de wetgeving van alle EU-lidstaten opgenomen EN81-80 (SNEL) werd aangenomen met als doel de veiligheid van bestaande liften te verbeteren en is in de nationale wetgeving van de meeste EU-lidstten opgenomen. Deel 28: Afstandsalarm voor personen- en personengoederenliften.

© 2009 SafeLine and all the SafeLine products and accessories are copyrighted by law.

2

WAAROM WERD DE EN81 UITGEBREID? • • • •

De veiligheidsregels van de EN81 waren toe aan herziening m.b.t. de veiligheidscomponenten. Het ontwerp en het aanbrengen van de “lift noodtelefonen” waren ongeschikt voor gebruik in liften. Veel lifttelefonen werkten niet waneer het nodig was. De toegankelijkheid voor mindervalide personen moest verbeterd worden.

3


WAT BETEKENT DIT VOOR ONS? WELKE PARAGRAFEN ZIJN VAN TOEPASSING? §4.1.6 Identificatie •

De norm vereist dat de alarmcentrale in staat moet zijn om de precieze locatie van de lift te bepalen, zelfs als de persoon die in de lift vast zit een buitenlandse taal spreekt of indien de microfoon/luidspreker defect is.

Alle Safeline telefonen identificeren zichzelf via protocollen of een opgenomen spraakbericht. Met de SafeLine™ telefonen kunnen spraakberichten en cabinemededelingen eenvoudig ingesproken worden t.b.v. plaatsidentificatie.


4

§4.2.1 AUTOMATISCHE ZELFTEST MAXIMAAL ELKE DRIE 3 DAGEN Volgens de EN81-28, moet het functioneren van een noodtelefoonsysteem tenminste elke 3 dagen gecontroleerd worden. Storingen en defecten moeten zo spoedig mogelijk opgespoord en doorgeseind worden. Vroeger werd de lifttelefoon en de telefoonlijn tijdens ieder onderhoudsbezoek gecontroleerd. Dit hield in dat de lifttelefoon gedurende een langere periode buiten werking kon zijn zonder dat iemand dit merkte.

Alle Safeline noodtelefonen maken automatisch test oproepen naar de alarmcentrale of naar een controlerende computer. Het SafeLine Call Centre (SLCC) is opgezet om zulke testoproepen te kunnen ontvangen. Indien de test mislukt of er wordt geen oproep volgens plan verstuurd, zal de SLCC een alarm versturen via email en/of SMS (tekstbericht) naar één of verschillende personen.

5


§4.1.4. (EN81-70 §5.4.4.3.) PICTOGRAMMEN IN DE LIFTCABINE •

•

Een pictogram is een verlicht symbool. In overeenstemming met EN81-21 dienen er twee pictogrammen in de liftcabine te worden aangebracht om de opgesloten personen te informeren over de status van de spreekverbinding. Het gele pictogram geeft aan dat er een telefoonverbinding met de alarmcentrale gemaakt wordt, het groene pictogram geeft aan dat er een spreekverbinding tot stand is gebracht is, d.w.z. de opgesloten persoon kan nu met de operator in de alarmcentrale praten. Deze pictogrammen visualiseren de status van de spreekverbinding voor doven en slechthorenden.

Bij de SafeLine™ MX2 zijn de pictogrammen in het bedieningspaneel aan de voorkant geïntegreerd. SafeLine™ 3000 en SafeLine SL1, beschikken tevens over twee potentiaalvrije relaisuitgangen voor het activeren van de pictogramindicators..


6

§4.1.2. ACTIEF ALARM / EINDE ALARM •

•

Er moeten middelen voorzien worden waarmee het alarmsysteem de alarmcentrale kan mededelen dat een noodoproep (actief alarm) behandeld is en dat alle personen de cabine verlaten hebben. Het “einde alarm” signaal mag uitsluitend geactiveerd worden vanuit het lift noodoproep systeem waar de noodoproep vandaan kwam. De “einde alarm” activering dient zich daarom buiten het bereik van onbevoegden te bevinden; alleen de lifttechnicus is geautoriseerd om het “einde alarm” signaal te activeren. Het resetten op afstand van het “einde alarm” signaal kan tevens worden uitgevoerd door naar de lifttelefoon te bellen. Dankzij deze procedure is de alarmcentrale verzekerd van de aanwezigheid van een lifttechnicus ter plaatse (terugkoppeling).

SafeLine™ noodtelefonen voldoen aan deze vereiste. De “SLCC” alarmontvanger kan automatisch die alarmen, ontvangen, registreren, bevestigen en doorsturen (via email/SMS).

7


§4.1.3. BATTERIJCONTROLE • •

In geval van stroomuitval dient de noodtelefoon ten minste één uur onafhankelijk te kunnen werken (bijv. noodstroomvoorziening). De batterijcapaciteit moet automatisch bewaakt worden. Indien de capaciteit te laag is, moet een alarm gegenereerd en verstuurd worden. SafeLine™ noodtelefonen bewaken en testen automatisch de status en de capaciteit van de batterij. De “SLCC” ontvanger kan zulke batterijalarmen ontvangen en doorsturen (via email/SMS).

§5.3. SPREEKVERBINDING MET DE LIFT •

De alarmcentrale moet op elk moment in staat zijn om een tweeweg spreekverbinding tot stand te brengen met de opgesloten personen, om deze te kalmeren, om geregeld met hen te spreken en om hen te informeren over de status van de reddingsoperatie. Alle SafeLine telefonen hebben de mogelijkheid om de liftcabine op elk gewenst moment te bellen. Maximaal negen SafeLine telefonen kunnen op dezelfde telefoonlijn aangesloten worden en nog steeds selectief gebeld worden.


8

§4.1.5. FILTEREN VAN NOODOPROEPEN •

Het afstandsalarmsysteem dient in staat te zijn om onechte noodoproepen te filteren. Hiertoe moet het filter zo ingesteld worden dat het niet-noodsituaties kan waarnemen, bijv. wanneer de cabine zich in het deurgebied bevindt en de schachtdeuren geheel geopend zijn (“filteren van onechte noodoproepen”).

SafeLine™ noodtelefonen beschikken over een afzonderlijk ingang voor het filteren van oneigenlijke noodoproepen.

9


OVERIGE VEREISTEN VAN EN81 Intercomfunctie • Bij het ontbreken van direct contact tussen de machinekamer en de liftcabine of de schachtput (bijv. bij hydraulische liften of bij hefhoogten van meer dan 30 meter), is spreekverbinding vereist tussen de machinekamer en de liftcabine, het cabinedak of de schachtput.

SafeLine™ 3000 is uitgerust met een volledige intercom en biedt volledige alarmgeneratie d.m.v. extra communicatiemodules in de machinekamer, het cabinedak en de schachtput. De SafeLine™ SL1 maakt bijkomende communicatie mogelijk vanaf de machinekamer en boven/onder de cabine. SafeLine™ MX maakt communicatie mogelijk tussen machinekamer en de cabine. In dit geval kan een onderhoudstechnicus zich in verbinding stellen met de opgesloten personen of, in geval van onderhoudswerkzaamheden, met zijn collega’s communiceren.


10

SPRAAKUNITS IN DE SCHACHT EN DE PUT • •

Het moet mogelijk zijn om noodoproepen vanuit de liftschacht of vanaf het cabinedak te activeren. De opgesloten lifttechnicus moet een tweeweg spreekverbinding met de alarmcentrale hebben.

SafeLine™ 3000 (optie) verbindt drie additionele spraakunits (machinekamer, cabinedak, schacht). SafeLine™ SL1 verbindt twee extra spraakunits (machinekamer, cabinedak, schacht) en SafeLine™ MX verbindt één extra spraakunit (machinekamer)

11


®

safeline.eu SafeLine is a registered trademark developed by:

SAFELINE EUROPE Blvd de la Woluwelaan 42, 1200 Brussel BELGIUM

Phone: Fax: E-mail: Support:

+32 (0)2 762 98 10 +32 (0)2 762 97 10 [email protected] www.safeline.eu/support

EN81-28 Wat is EN81-28?

Recommend Documents