werkt. Kwartaalmagazine van Cedris , de brancheorganisatie van sociale werkvoorzieningsbedrijven
nummer 3 • oktober 2013 • 3e jaargang
Sectoral association for sheltered employment and labour reintegration
DOssieR bespaRingen:
Wat er nog af kan en wat niet meer Reportage: Olieman in regionale samenwerking
Job Cohen: ‘Het Rijk moet er niet tussendoor emmeren’
Dilemma: lokaal maatwerk versus willekeur
Zelfbewustheid en initiatief is niet vanzelfsprekend in de SW. Thea verandert dat.
Werkt. februari 2013
1
Van binnen naar buiten
Mogelijke besparing volgens rapport: 0 - 450 euro per Wsw’er
Op de COVeR
‘Zelf doen’ Bij schoonmaakmiddelenfabriek SC Johnson Europlant BV in Mijdrecht bestaat een afdeling geheel uit medewerkers van SW-bedrijf Promen. Voorvrouw Thea de Wit (44) heeft een missie: haar mensen vooruit helpen in het leven.
Bruins-Slot: “Als SW-bedrijven moeten we consequent onze eigen werksoorten tegen het licht blijven houden. Wat wil ik zelf blijven doen en wat kunnen we beter anders organiseren? Een alternatief is bijvoorbeeld een joint venture aangaan. Dan kunnen externe partners de business doen, omdat zij beter toegang hebben tot de markt. Vaak gaat dan de productiviteit omhoog, het ziekteverzuim omlaag en levert het de SW-werknemers ook nog eens een ander soort trots op, merken wij uit ervaring. Natuurlijk moeten er dan wel bedrijven zijn met wie samen te werken is; in een regio waar de werkgelegenheid slecht is, is de ruimte van het SW-bedrijf om hiermee geld te besparen, klein. En uiteraard maken de mensen die het meeste kunnen als eerste de stap naar buiten. Maar vaak blijkt dan dat de volgende laag medewerkers, die daar vlak achter zit, meer blijkt te kunnen dan we dachten. Zo’n beweging van binnen naar buiten kan je dus een aantal keer herhalen. Individuele arbeidsontwikkeling is dat, die gericht is op het maximaliseren van de verdiencapaciteit. Ook daar valt nog winst te behalen.”
Optimaliseren van werksoorten
Acquireren van werk
Mogelijke besparing volgens rapport: 100 – 550 euro per Wsw’er Bruins Slot: “Heb ik mijn sales op orde? Heb ik optimale relaties met het bedrijfsleven? Zijn onze processen lean ingericht? In het verleden was het nog wel eens zo dat we bij een opdracht uit automatisme liever tien dan zeven personen inzetten. Maar we moeten ons constant afvragen of de bezetting omlaag kan. Heel vaak kunnen we met elkaar een tandje harder lopen, zodat we iedereen naar een maximale productiviteit krijgen. Daarmee bereiden we medewerkers bovendien veel beter voor op de stap naar buiten. En het levert nog meer op ook.”
Geen besparing, maar randvoorwaardelijk volgens rapport Bruins Slot: “Acquireren is iets voor professionals. Voor mensen met een commerciële HBO-opleiding bijvoorbeeld. Dat moet je er niet even ‘bij’ doen. Als professionals dat gaan doen, in plaats van medewerkers elders in hetschuift aan waar ArjandieKampman bedrijf overbodig zijn geworden, samenwerking op de regionale dan verdien je dat gegarandeerd arbeidsmarkt vanzelf gaat. Een terug. Daarbij vinden wijniet het van reportage. belang om waar mogelijk partnerships aan te gaan voor langere tijd. Geen kale klantcontacten meer, maar langdurige verbintenissen. Dat voorkomt dat klussen voor een paar cent bij je weggehaald worden door andere partijen. Met name in de assemblagesector zijn de prijzen daardoor veel te laag geworden.”
6
OLIEMAN
€ 100 - 550
Joinutre vent
Foto: Tessa posthuma de boer
Voorvrouw ‘promen-team’ Thea de Wit:
“Voor ik bij Promen kwam, heb ik veel werkgevers versleten. Bij elke baan liep het mis, meestal omdat ik te lastig was. Als kind heb ik in tehuizen gezeten, ik had geen fijne jeugd. Behalve mijn oma had ik niemand. Dat heeft ertoe geleid dat ik problemen heb met autoriteit. Dat speelt nog dagelijks, maar bij de sociale werkvoorziening snappen ze hoe ik in elkaar zit. Dankzij Promen en Johnson kan ik mijn leven nu goed op de rails houden. Ik heb allerlei opleidingen gedaan om leiding te geven aan mensen met een beperking. Daar ben ik een ster in. Op onze afdeling worden producten waarvan de verpakking beschadigd is opnieuw verpakt of, als dat niet kan, vernietigd. Ik zie het niet alleen als mijn taak om snotneuzen af te vegen en iedereen aan het werk te houden, ik wil dat mijn medewerkers zich ontwikkelen. Ik geef ze daarom ook persoonlijke begeleiding. Een van mijn mensen, een vrouw van 2
Werkt. oktober 2013
vijftig, kon niet lezen of schrijven. In de pauzes heb ik haar het alfabet geleerd en intussen zit ze op school, waar ze verder leert. Mensen met een beperking worden in onze maatschappij naar mijn idee ten onrechte gepamperd en klein gehouden. Met Promen en Johnson ben ik een project begonnen, ‘Zelf Doen’, om onze medewerkers zelfbewuster te maken en te leren zelf initiatief te nemen. Dat is niet vanzelfsprekend in de SW. Het komt voor dat mensen hun vinger moeten opsteken als ze naar de wc willen. Daar moet ik niets van weten. Onze teamcoach Hildwin is geweldig. Hij steunt mij honderd procent.” Teamcoach afdeling Logistiek Hildwin Haarsma:
“Thea is een spontane, leuke meid met wie ik graag samenwerk. Eentje die van aanpakken weet. Ze kan heel goed met de medewerkers omgaan en is erg betrokken. Vaak worden mensen met een beperking stil in een hoekje gezet,
terwijl ze best tot dingen in staat zijn. Thea wil de mensen stimuleren om zich te ontplooien. Ik ben daar vol lof over en wil daar graag aan bijdragen. Voor mij is het alleen maar een voordeel als medewerkers op meerdere plekken in het bedrijf inzetbaar zijn. Nu durven ze bijna niet tegen me te praten als ik binnenloop; de bedoeling is dat we hen meer bewust maken van hun eigen kunnen, en hen zelfstandiger en sterker maken. Dat past ook erg goed bij Johnson, wij willen zowel voor de medewerkers als voor de omgeving een sociaal bedrijf zijn.” Bij Johnson Europlant BV heeft SWbedrijf Promen een ‘eigen’ afdeling. Het aantal medewerkers wisselt per week en schommelt tussen de vier en de twaalf. Het streven is om de mensen op te leiden en te laten doorgroeien naar een passende functie, al dan niet binnen Johnson. Zo zijn enkele verpakkingsmedewerkers inmiddels opgeleid tot heftruckchauffeur.
12
de inHOuD
BESPArINgEN
Huren
€ 200 - 600
€ 0 - 450
Auteur: brigit Kooijman
het finananciële toekomstperspectief SW-bedrijven realiseren zich dat het het SW-bedrijf? En wat is er mogelijk geen zin heeft om te wachten tot de haalbaar? Het onderzoek is een aanvu vastgoedmarkt verandert. We beginling op een onderzoek dat Cedris al h nen er gewoon mee, en kijken dan hoe laten uitvoeren naar de optimaliseren ver we komen. van het verdienvermogen van Ook hebben we een slag gemaakt in SW-bedrijven. het beheersen van de vervoerskosten. Wie mag er wel mee in de bus en wie De twee onderzoeken vindt u op niet? Wij hebben op een bepaald www.cedris.nl/publicaties moment gezegd: mensen met een WMO-indicatie4hebben op Hetrecht moment vervoer. Daarmee hebben we er een 5 Het getal | Lees! objectief criterium van gemaakt, en 9 uitHaagse zaken Grondig onderzoek naar de mogelijkdeze beoordeling handen van de En de loonkosten? 10 Interview: heden voor besparing perst de laatste bedrijfsarts gehaald. Dat was even Job Cohen Bruins Slot: “De loonkosten zijn bij slikken, maar 16 is nu geen meer.” maatwerk Hetitem dilemma: of78 willekeur druppels uit de SW-sector. Een direcAlescon procent van de totale begroting. Veel daarvan ligt wettelijk 18 Het antwoord: Siewert Pilon teur van een SW-bedrijf g kijkt waar híj de n i d vast. Toch zijn daar op beperkte scha 20 Het feuilleton - echte ervaringen broekriem nog verder elei aan kan trekken. mogelijk. Bijvoorbeeld: Beg uit het SW-bedrijf besparingen zo veel mogelijk SW’ers begeleid late werken. Dat kan – mits goed begeleid Partnerships – tot aanzienlijk lagere loonkosten leiden. Daarnaast hebben alle 2.000 medewerkers van Alescon een s oer functieherwaardering gekregen. Dat Verov sten heeft geleid tot meer SW’ers met k garantieloon. In onze cao staat dat zij moeten meewerken aan externe detacheringen. Om dit middel toe te passen is wel wat lef vereist. Als begeleiding moet je bereid zijn je nek uit te steken; en je moet heel zorgvul dig coachen en begeleiden! Tot slot hebben we alle pauzes onbetaald gemaakt. Dat betekent een half uur meer per dag productietijd voor hetzelfde salaris. In die tijd voeren we extra opdrachten uit, waardoor de brutomarge hoger is geworden.” anders. Onze filosofie is bovendien dat we iedereen proberen extern aan het werk te krijgen. Daarnaast laat het onderzoek van Capel haarfijn zien hoe de verschillende SW-bedrijven hun begeleiding en staf ingericht hebben. Daar kan je vervolgens je eigen gegevens naast leggen, en kijken waar jouw bedrijf afwijkt van de norm. Is jouw ICTafdeling groter dan bij anderen?”
€ 300 tot per
€ 1750 Wsw’er
‘Zuinig aan? Graag!’
€ 0 - € 150
Elly Mladenovic is coach re-integratieprojecten bij SW-bedrijf Alescon. De uitdaging ‘meer doen met minder’ gaat zij vol vertrouwen aan.
‘F
actureren. Dat was echt nieuw in het welzijnswerk, jaren geleden. Ik was direct gefascineerd. Een manier om het geld dat er altijd ‘was’, dat ik kostte, zichtbaar te maken. Ik had me verbaasd over de overvloed – ik kom oorspronkelijk niet uit Nederland. Des te ambitieuzer werd ik om echt iets te betekenen voor dat gemeenschapsgeld. Die wens heb ik nog steeds als jobcoach. Mijn taak? Mensen helpen zichzelf te ontdekken. Ondertussen kan ik die mensen leren kennen, zodat ik op zoek kan naar werkgevers die iets aan ze hebben. Ik wil zo min mogelijk geld uitgeven voor zo veel mogelijk win-win. Voor mijn deelnemers én voor de ondernemers waar zij komen werken. Ik heb het dossier over besparen (p. 12) dus met veel interesse gelezen! Mijn slechte voorbeeld? Een organisatie
waar bij de receptie één kolom naambordjes van cliënten hingen en zes kolommen hulpverleners. Goed voorbeeld? Een vrouw die na vier jaar inburgeren – € 24.000 – haar examen niet dreigde te halen en die ik aan het werk kreeg bij een zorginstelling. Kosten: € 1.700. Van drie ochtenden school naar vijf dagen werken. Na twee weken zat ze in haar witte uniform bij mij aan tafel. Trots. Ze werkte. Voor het eerst van haar leven. Dat bedoelt Job Cohen volgens mij met het belang van werk (p. 10). Hoe zuiniger ik ben, of mijn bedrijf is, hoe meer mensen we kunnen helpen van het gemeenschapsgeld dat er nog wel is. Daarvoor is improvistatieruimte nodig. Het Dilemma (p. 16) laat dat ook zien. En
het geld dat SW’ers zelf kunnen verdienen, helpt natuurlijk ook. Zo bouwen we een verantwoord systeem.
Werkt. juli 2011
3
Het mOmenT Het geTaL
Harry Michon is halverwege zijn vierjarige termijn als lector Duurzaam Werken aan de Fontys Hogeschool. “We weten eigenlijk al heel veel over wat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt nodig hebben om te kunnen participeren.”
€ 170.025 is de opbrengst van een project dat nadrukkelijk inzet op mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De kosten waren € 149.295. Ook voor deze groep mensen loont begeleiding dus. En niet alleen financieel.
b
aanbrekers (uitvoeringsorganisatie SW en WWB) heeft samen met woningcorporatie Casade en zorgverzekeraar CZ in 2012 zo’n 80 mensen geholpen om een stap te zetten op de ‘participatieladder’: van een geïsoleerd bestaan naar contacten buitenshuis, of naar vrijwilligerswerk. De verzekeraar deed mee vanuit de vraag: is zo’n stap ook een stap naar een betere gezondheid? De corporatie vooronderstelde: de stap naar een betere (financiële) situatie voorkomt huurachterstanden en
‘Het gaat écht om meters maken’ ‘V
errassende inzichten zijn fijn voor een onderzoeker, maar net zo nuttig is het wanneer je dankzij studies en analyses beseft dat je op de goede weg zit. Dat laatste is wat sociaal psycholoog Harry Michon de afgelopen twee jaar als Fontys-lector bij de opleiding HRM en Psychologie geregeld overkwam. Hij vertelt: “Onze studenten hebben bij negen SW-bedrijven onderzoek verricht naar ‘eigen kracht’ - hoe kunnen werknemers met een arbeidsbeperking zelfvertrouwen krijgen en zelf initiatief leren nemen. Het ging om mensen die veel hebben meegemaakt en grote problemen hebben gehad - enorm gepest zijn bijvoorbeeld, of een ernstige verslaving achter de rug hebben, en om die reden lang aan de kant hebben gestaan. De studenten waren geraakt door hun verhalen, en juist daarom raakte ikzelf ook opnieuw weer onder de indruk: hoe mensen ondanks alles uit een neerwaartse spiraal weten te komen en het hen lukt om zich met de nodige hulp weer ‘op te werken’ op de arbeidsmarkt. Dit is geen nieuw inzicht, verre van, maar
4
Werkt. oktober 2013
170.025
bevordert veiligheid in de wijk. Het uitgangspunt was: wat kun je en wat wil je, en wat heb je nodig om een stap te zetten? Daarbij is gebruik gemaakt van lokale netwerken om mensen uit een isolement te helpen. Er is dus geen ‘re-integratietraject aangekocht’, maar er is voor deze mensen daadwerkelijk een ‘participatieplek’ gemaakt bij buurthuizen, scholen en lokale ondernemers. Van alle deelnemers is driekwart in één jaar gestegen op de participatieladder, tegen 5% in een groep zonder begeleiding.
Baanbrekers stelde iemand vrij om met deze mensen gesprekken te voeren: de participatiecoach. Dat was een grote investering. Ook zijn er opstartkosten gemaakt. De resultaten zijn uit te drukken in geld (bijvoorbeeld bespaarde bijstandsuitkeringen) in maatschappelijke opbrengst (een
nieT Te sneL
De SW-sector heeft werknemers met een arbeidsbeperking veel goeds te bieden, meent Michon, maar de dingen mogen wat hem betreft wel wat systematischer, gerichter en sneller gebeuren. “Als je iemand vraagt wat hij nou écht graag zou willen, en hij zegt: ‘piloot worden’, kun je zeggen: ‘helaas, dat zit er niet in,’ maar je kunt ook een dagje samen naar Schiphol gaan om hem beter te leren kennen en de juiste vragen te kunnen stellen. Misschien is er een andere baan op Schiphol te vinden waar hij ook heel gelukkig van wordt. Neem de wensen en dromen van mensen serieus, en denk niet te snel dat je iemand kent.” Professionals in de SW hebben hart voor de doelgroep, daarvan is Michon overtuigd. Men zoekt ook werkelijk creatief naar mogelijkheden voor hun cliënten,
maar veel zijn ‘te zorgend en beschermend ingesteld’, vindt hij. “Meer dan ze zouden willen toegeven, want het zijn doeners.” Wennen
Niet alleen dromen en wensen, ook angsten van werknemers moeten serieus genomen worden, benadrukt Michon. “Mensen die lang in een beschutte omgeving hebben gewerkt, zijn bang om de stap naar regulier werk te zetten. Ook dan is het - niet altijd, maar vaak wel - heel zinvol om vooraf met die persoon naar zo’n bedrijf toe te gaan en hem of haar langzaam te laten wennen. Alweer: geen nieuwe gedachte, integendeel, maar de vraag is of we er met zijn allen wel genoeg aan doen. Sommige professionals bereiken op dit gebied heel mooie dingen. Wij willen kijken hoe we daar met de SW-sector meters in kunnen maken.”
Tekst: Brigit Kooijman/Foto: De Beeldredaktie
H
et is een aanstekelijk pleidooi om de nieuwe zorgarrangementen niet vanuit het Rijk dicht te regelen, maar in gemeenten te laten gebeuren, in samenwerking met uitvoerders. Maar, zo schrijven de onderzoekers, ‘daar hoort ook bij dat de weg terug van uitvoerder naar gemeenten en van gemeenten naar
Tekst: Marije van den Berg
IPW op cong res Op het cong res dat
Pleidooi voor ruimte In het essay Van 3 decentralisaties naar 3-dimensionaal, met als ondertitel ‘een pleidooi voor ruimte’, zetten de onderzoekers van het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) op verzoek van bestuurders van de g32 uiteen hoe gemeenten de drie decentralisaties kunnen aangrijpen om ruimte te maken voor écht lokale oplossingen.
Informatie over het project staat op www.baanbrekers.nl . Trude Rietveld (
[email protected]) en Jeanette den Hartog (
[email protected]) vertellen u graag meer.
21 novembe r:
Lees! ik besefte daardoor wel weer hoe belangrijk het is voor mensen dat ze werkervaring opdoen, liefst zoveel mogelijk in een omgeving waar ze zelf graag zijn, en niet een die wij voor hen uitzoeken.”
prettigere buurt door sociale contacten) en in individuele waarde voor de deelnemers. De zorgverzekeraar en de corporatie hebben in dit kleine en korte experiment nog niet kunnen vaststellen dat er significante gezondheidswinst, of een daling van huurachterstand was. Baanbrekers, CZ en Casade zetten de samenwerking voort; die is goed bevallen. Zij zullen dan ook deze vragen gaan beantwoorden.
Rijk ontwikkeld wordt. Want maatwerk en willekeur zijn twee kanten van dezelfde medaille. En dat vereist politieke legitimatie.’ Ze laten in het essay wethouders aan het woord die die ruimte zoeken en soms al vinden. Ze onderzochten wat deze experimenten deelden en vonden uitgangs-
Divosa en Ce samen orga dris ni houdt AJ Kru seren op do. 21 novembe iter van het r Instituut voor Publieke Waa daarover op rden een lezing. Meer www.divosa. nl.
punten voor decentralisatie die niet leidt tot willekeur, maar wel tot verschil. Kleinschalige experimenten beschrijven ze, in lerende teams. En ze doen bijvoorbeeld suggesties voor horizontale en kwalitatieve verantwoording in plaats van kwantitatieve metingen en verticale verantwoording. Voor iedereen die op enige manier betrokken is bij de decentralisaties biedt het essay opritten voor verder denken en wellicht anders handelen. Het essay ‘3 decentralisaties’ is te downloaden op www.publiekewaarden.nl/publicaties. En op pagina 16 van dit nummer gaat A.J. Kruiter, één van de auteurs van het essay, in gesprek met Marike Langebeek van de Abvakabo over maatwerk versus willekeur in de SW-sector.
Werkt. oktober 2013
5
reportage
‘Het gaat om fundamenteel anders nadenken en inrichten’ Er zijn weken dat Arjan Kampman meer dan 25 uur in de trein doorbrengt. Werken vanuit de trein is dus zijn gewoonte. En als nodig: een overnachting her of der. Onder: “Ik mag alles roepen en vinden, als het de samenwerking maar bevordert.”
Arjan Kampman ja agt de samenwerking aan Een kennismaking met de nieuwe wethouder in Roermond, die wil weten wat hij van het Rijk kan verwachten. En een pittige discussie in goede banen leiden voor een nieuw samenwerkingsmodel voor service aan werkgevers. Arjan Kampman van de Programmaraad krijgt vandaag alle gelegenheid om zijn rol als ‘aanjager’ van arbeidsmarktregio’s waar te maken.
Regionale samenwerking heeft als doel: de werkgevers én werkzoekenden beter te bedienen. 6
‘M
ijlpalen vieren is van groot belang”, zegt Arjan Kampman, voordat hij op het perron van station Roermond in de binnenrollende intercity naar Utrecht stapt. Hij heeft net uitgelegd dat hij een borrel en een hapje eten geregeld heeft als zijn begelei-
Werkt. oktober 2013
dingsopdracht voor een van zijn arbeidsmarktregio’s binnenkort klaar is. Uiteindelijk is het allemaal niet zo moeilijk, zegt hij. “Als je lol hebt met elkaar, dan heb ik een goede werkdag gehad. Je moet het simpel houden. Hoe zeggen de Duitsers dat zo mooi… In der Beschränkung zeigt sich der Meister.”
De klus die hij eerder deze middag te verstouwen kreeg, leek echter allerminst eenvoudig. Hij helpt in de regio in Zuid-Nederland bij het ontwikkelen van een nieuw model voor werkgeversdienstverlening. Als aanjager heeft hij daarbij een vrije rol. “Ik mag van alles roepen en vinden, want ik heb maar één belang: de samenwerking aanjagen en werkzoekenden en werkgevers bij elkaar brengen.” Op deze middag komen drie partners bij elkaar voor de laatste besprekingen: één van het UWV en twee vertegenwoordigers van het Werkgeversplein. De gemeente en het SW-bedrijf doen ook mee aan dit samenwerkingsverband, maar zijn in verband met vakantie vandaag niet aanwezig. De drie dames hebben haast, want de deadline voor de eindpresentatie is in zicht. Toch ontspint zich ineens een heftige discussie over publieke en private financiering. Gaan de werkgevers daar straks iets van merken als ze gebruik maken van de diensten van het Werkgeversplein? Of regelt het nieuwe samenwerkingsverband achter de schermen wat er publiek en wat er privaat gebeurt? De drie deelnemers aan het overleg kijken elkaar verbouwereerd aan. Hebben ze nu al die tijd langs elkaar heen zitten praten over zo’n belangrijk inhoudelijk onderdeel? Kampman blikt of bloost niet en geeft de discussie alle ruimte. “Nu al voorschrijven wat het ideale model is, heeft geen enkele zin”, verklaart hij later. “Ze moeten zelf het proces door. De slag van papier naar praktijk is altijd het moeilijkste. Waar liggen de grenzen? Iedere partij heeft een ander vertrekpunt.” Collegecrisis
De arbeidsmarktregio’s waar Kampman als aanjager optreedt, liggen verspreid over het land: Rijnmond, Drenthe, de Gooi- en Vechtstreek, Limburg en een groot deel van Brabant. Omdat hij bij voorkeur per trein reist, is de eersteklas coupé zijn belangrijkste werkplek. Hij leest stukken, plant afspraken, voert telefoongesprekken en doet af en toe een kwartier zijn ogen dicht. Van het station Roermond weet hij precies de weg naar het statige stadhuis aan de Markt. Vandaag maakt Kampman kennis met Wim Kemp, die na een recente collegecrisis de vrijgekomen portefeuille sociale zaken en arbeidsmarktbeleid heeft overgenomen. Tot verrassing van Kampman zit er vandaag ook een nieuwe beleidsmedewerker aan tafel. Altijd goed om de lijntjes weer open te leggen, stelt hij vast. Waar het in de besprekingen over de werkgevers-
Werkt. oktober 2013
7
Haagse zaken
reportage dienstverlening om uitvoeringsvraagstukken draaide, staan nu vooral bestuurlijke en politieke punten op de agenda. De grootste zorg van de gemeente Roermond is dat Midden-Limburg een aparte arbeidsmarktregio wil blijven. Het UWV heeft echter geen zelfstandige vestiging in deze regio, maar opereert vanuit Venlo. Om dat op te lossen runt regiomanager Don Thijssen, ook aanwezig bij dit overleg, inmiddels een tweede UWV-vestiging in Roermond. De gemeente wil weten of deze oplossing ook landelijke instemming heeft. “Op papier dreigde onze arbeidsmarkt te verdwijnen”, zegt wethouder Kemp. “Maar het is van groot belang dat we een zelfstandige regio blijven, want we hebben hier in Midden-Limburg een andere cultuur.” Zegen
Ook moet Midden-Limburg nog een keuze maken voor het ICT-systeem. Het is gemakkelijker als het Rijk dit soort keuzes gewoon landelijk voorschrijft, vindt Roermond. Meestal is eigen beleidsvrijheid prettig, maar in deze situatie komt voor Roermond de ‘zegen’ toch vanuit Den Haag. Arjan Kampman belooft het door te geven aan de Programmaraad, die regelmatig contact onderhoudt met staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. “Ik peil overal de sfeer, maar daar heb ik hier wel een goed gevoel over”, zegt Kampman tegen Kemp. Als voormalig directeur van het Werkplein en Sociale Zaken van de gemeente Enschede weet Kampman hoe de hazen lopen. ‘Ontmythologiseren’ is een van de vaste onderdelen van zijn werk. “Iedere partij denkt dat hij het beter doet dan de andere partij. Dat beeld moet je ontzenuwen.”
Bij dat werk ziet hij dat de Haagse werkelijkheid en de regionale praktijk vaak ver uiteen liggen. Veel samenwerkingsplannen lopen stuk op verschillende culturen en bestuurlijke controverses. Daarnaast kampen veel gemeenten met een hoop andere kopzorgen rondom de overheveling van de AWBZ en de Jeugdzorg. Als aanjager heeft hij de rol om al die kwesties te ontrafelen, alle partijen te inspireren én de moed erin te houden. Opklaring
Voor de werkgeversservice in Zuid-Nederland kan Kampman vandaag zijn rol als aanjager waarmaken. Want na veel heen en weer gepraat over de scheiding van private en publieke kosten klaart de discussie tussen de drie toekomstige partners ineens op. “We bedoelen eigenlijk hetzelfde”, zegt een van de dames. Binnen twee weken moeten ze ‘hun dansje’ doen: het hele voorstel presenteren aan het bestuur. En zo eindigt deze bespreking wederom met het plannen van een nieuwe afspraak om de definitieve keuzes te maken. Binnen een week treffen ze elkaar opnieuw, om 9 uur in de ochtend in Brabant. Een vroegertje voor Kampman, die vanuit zijn woonplaats Enschede weer per trein zal arriveren. En dan moet er dus ook nog een afsluitend feestje gepland worden als het eindrapport écht klaar is. De dames weten alvast een fijn hotel waar Kampman kan blijven overnachten. Tekst: Sigrid van Iersel/Foto’s: De Beeldredaktie
Vanuit de praktijk van de sociale werkgelegenheid kijken naar de Werkbedrijven ‘in oprichting’, dat levert een aantal pragmatische afwegingen op.
De praktijkbril op de Werkbedrijven Vakbonden en vertegenwoordigers van werkgevers en gemeenten komen bij elkaar in de Werkkamer om te bespreken hoe de Werkbedrijven uit het sociaal akkoord vorm moeten krijgen. Iedereen die werkt op dit dossier (van wethouders en SW-directeuren tot ondernemers) kijkt naar deze lastige opgave door de bril van hun lokale praktijk. Wat levert die praktijkbril op aan denkrichtingen voor de Werkbedrijven? Dat is allereerst: kansen ontstaan in de ruimte voor regionale verscheidenheid. De regio Zuid-Limburg vraagt om een ander Werkbedrijf dan de regio Schiphol. En dat leidt tot een ander uitgangspunt: sluit aan bij wat er is. De regio’s zijn bedrijvige gemeenschappen; wanneer de Werkkamer uitgaat van een lege, groene weide, zullen de Werkbedrijven niet passen. Geen geld verspillen
Samen voor de klant Divosa, VNG, UWV en Cedris hebben de handen ineen geslagen om UWV en gemeenten in de 35 arbeidsmarktregio’s te ondersteunen in de vormgeving van de betere dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers. Daarvoor zijn in de regio’s vijf aanjagers actief, van wie Arjan Kampman er één is. De arbeidsmarkt-
8
Werkt. oktober 2013
regio’s moeten afspraken maken over een werkgeversaanpak en per regio zorgen voor één aanspreekpunt voor werkgevers. Ook moeten ze afspraken maken over de dienstverlening aan werkzoekenden. Meer informatie over het werk van de Programmaraad is te vinden op www.samenvoordeklant.nl.
Gelukkig realiseren alle partijen zich dat het niet vanzelf spreekt dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk komen. Er is een schakel nodig. Maar wat moet je ondernemers en werknemers minimaal bieden om die schakelfunctie optimaal te kunnen (blijven) vervullen? Wat praktische aandachtspunten. - Bij detacheren is er een ‘club’ nodig van waaruit mensen gedetacheerd kunnen worden: de formele werkgever. - Bij groepsdetachering moet de ‘club’ een begeleider mee kunnen sturen: om die groep te leiden en als aan spreekpunt voor de inhurende ondernemer.
Lokaal bouwen we door aan het netwerk om mensen aan het werk te helpen. Het gezamenlijke congres van Divosa en Cedris op 21 november is daar ook voor. U bent van harte uitgenodigd! Op www.divosa.nl vindt u meer informatie.
- Wanneer een ondernemer wil innoveren in zijn bedrijfsproces met gebruikmaking van mensen met een arbeidshandicap, heeft hij een gesprekspartner nodig met expertise van jobcarving. - Een pragmatische houding rond ‘loonwaarde’. Loonwaardemetingen zijn nauwelijks te objectiveren en protecolleren. Je kunt loonwaarde immers alleen bekijken op de daadwerkelijke werkplek. Om het voorbeeld te gebruiken dat de staatssecretaris zelf vaak aanhaalt: op een ministerie is haar loonwaarde onbetwist 100%. Maar als serveerster in een strandtent? 5%? 15%? - Mensen aan het werk helpen, lukt slechts als er aansluiting is op bestaande lokale werkgeversnetwerken en het aanbod past bij de
behoefte én mores van die regio. In het bestuur van de Werkbedrijven nemen zeer waarschijnlijk ook werkgevers zitting. Dat biedt kansen, omdat deze lokale ondernemers gewoon hun ondernemernetwerk meebrengen aan tafel. De praktijk vraagt om ruimte voor samenwerking die logisch en praktisch is. Ruimte voor lokale invulling, aansluiten bij wat er al is aan goed werkende netwerken en niet de relaties onnodig verbreken. En op het gebied van structuren en voorwaarden: slechts dat doen wat goed werk voor mensen oplevert - en niet meer dan dat. Tekst: Marije van den Berg/Foto: R. van ’t Woudt
Werkt. oktober 2013
9
Het inTeRVieW: JOb COHen Job Cohen is de nieuwe voorzitter van sW-brancheorganisatie Cedris. ‘mensen in staat stellen om te doen waar ze goed in zijn. Daar kun je mij goed voor inzetten.’
‘Ik ga op zoek naar anders-dan-anderen-bedrijven’ Job Cohen (65) studeerde rechten in groningen en begon zijn loopbaan bij de universiteit Leiden en later de universiteit maastricht, waar hij uiteindelijk rector magnificus werd. in 1993 was hij staatssecretaris van Onderwijs. Vanaf 1994 zat hij in de eerste Kamer en in 1998 werd hij in het kabinet-Kok ii opnieuw staatssecretaris, ditmaal van Justitie. in 2001 werd hij burgemeester van amsterdam. Van 2010 tot 2012 was hij politiek leider en fractievoorzitter in de Tweede Kamer voor de partij van de arbeid. Job Cohen is getrouwd en heeft een zoon en een dochter.
10
‘K
ende u de sector van binnen?
‘(lacht) Nou! Je moet weten, als je partijleider bent van de PvdA, dan komt je zo’n beetje elk werkbezoek wel terecht bij het SW-bedrijf of een project rond sociale werkgelegenheid. Ik heb dus echt een héleboel gezien.’ En maakte dat de vraag van Cedris of u voorzitter wilde zijn, makkelijker?
‘Ja. De sociale werkgelegenheid laat me niet koud. Het doet iets goeds met mensen als ze werken. Mensen die ondanks een beperking zinvol werk doen, en de professionals die in de sector werken: zij bewijzen het belang van zinvol werk, voor het individu én voor de maatschappij. En werk levert plezier op.’ Waar wilt u als voorzitter vooral op inzetten?
de mensen, en zodra er verschillen tussen gemeenten ontstaan: dat mag niet. Wanneer je de sector vanuit het Rijk te veel gaat dichtregelen, smoor je elk lokaal ondernemerschap.’ De sector is er toch niet in de eerste plaats om geld te verdienen?
‘Laten we inderdaad niet verstoppen dat het aan het werk helpen van mensen met een arbeidshandicap, geld kóst. De overheid heeft hier dus een rol te spelen. Bovendien: als deze mensen thuis belanden, jarenlang, kost dat ook veel geld. Dat er maatschappelijk geld naar deze mensen gaat, is een feit. En dat moet niet meer geld zijn dan echt nodig. Daar werkt de sector hard aan. Maar het moet ook niet mínder zijn dan nodig. Laat ook dat duidelijk zijn. En dat zal ik Jetta Klijnsma natuurlijk vertellen, voor zover zij dat niet al lang weet.’
‘Mensen met een beperking willen werken. Er zijn geen pasklare banen voor deze mensen, maar er is wel wérk voor deze mensen. Niet de mensen zoeken bij een baan, maar de baan bij de mensen. Dat kan deze sector als geen ander. Ik ga mijn tijd vooral besteden aan de bedrijven die experimenteren, die met verrassende partners samenwerken, die iets anders dan anderen doen. Op zoek naar slimme concepten en er dan voor zorgen dat we die concepten realiseren. En ja, ik zal tegen het Rijk zeggen dat ze daar zo min mogelijk tussendoor moeten emmeren.’
Daar zegt u zo wat. Waar kan uw netwerk en bestuurlijke ervaring van nut zijn?
Want?
Wat is de toegevoegde waarde van SW-bedrijven in dat samenspel?
‘Er zijn geen antwoorden die voor alle problemen gelden. In een krimpregio als Oost-Groningen is het SW-bedrijf de grootste werkgever. Daar moeten mensen allereerst gewoon aan het werk blijven. In de Randstad kunnen ze zich daar minder bij voorstellen en zie je talloze kleine sociale ondernemingen ontstaan. Dan kan het Rijk niet op dag één zeggen: gemeenten kunnen dit beter want ze staan dichter bij
Werkt. oktober 2013
‘In onze branche gaat het om slim samenwerken. En dat begint bij elkaars wereld kennen. Dan gaat het om Rijk, gemeenten en hun sociale diensten, de expertise van de sociale werkbedrijven en natuurlijk de bedrijven en organisaties waar werk is. Dan helpt het best als je staatssecretaris, Kamerlid, burgemeester en bestuurder in Limburg bent geweest. Ik ga op zoek naar manieren om partijen zo veel mogelijk van elkaar te laten profiteren.’
‘Het is goed om iedereen die niet op eigen kracht aan het werk kan komen, onder één regeling te brengen. Op dit moment zorgen SW-bedrijven daarbinnen voor relatief weinig mensen. Tegelijkertijd hebben SW-bedrijven vaak een prima netwerk bij lokale ondernemers. En heel veel ervaring. Ze weten hoe ze er achter kunnen komen wat een ondernemer
nodig heeft om ‘ja’ te kunnen zeggen tegen het in huis halen van iemand die nu nog niet werkt. Die kennis is opgebouwd met publiek geld, en die expertise kunnen we nu breder gaan inzetten binnen die ene regeling, voor meer mensen. Een van de eerste drempels die we aan het slechten zijn, is die tussen de wereld van de sociale dienst en de wereld van het SW-bedrijf. Ik heb in Amsterdam gezien hoe die van elkaar kunnen verschillen. Terwijl we allemaal mensen aan werk willen helpen.’ Hoe krijg je die werelden meer bij elkaar?
‘Een belangrijke sleutel ligt bij de gemeentebesturen. Zij moeten richting geven aan hun SW-bedrijven én aan hun sociale diensten. Dan moeten ze ook financieel weten aan welke knoppen ze kunnen draaien. Een aantal SW-bedrijven heeft daarom hun bedrijfsvoering helemaal blootgelegd en laat zien waar het nog goedkoper kan [zie daarover het dossier op pagina 12, red.]. En dat kan. Dat onderzoek laat ook zien waar nog meer bezuinigingen ten koste gaan van de basis die nodig is om mensen aan het werk te helpen en houden. Het gaat ons dan niet om die werkbedrijven op zich, maar om onze opdracht: mensen aan werk helpen voor wie dat niet vanzelf gaat. De directeuren van SW-bedrijven, willen dienstbaar zijn aan die opdracht. En meedenken met gemeentebesturen: welke expertise is nodig, wat mag dit kosten, welke keuzes kunnen we maken, hoe kunnen gemeentebesturen hun invloed op de koers van de sector optimaal benutten, waar kunnen sociale diensten en SW-bedrijven elkaar wederzijds versterken? Daar worden wij allemaal wijzer van. En de mensen die willen werken nog het meest. Want we gaan die 100.000 plekken in het sociaal akkoord waarmaken. En als we dat kunnen, kunnen we ook 200.000 mensen aan het werk helpen.’
‘Het Rijk moet er niet te veel tussendoor emmeren’
Tekst: Marije van den Berg/Foto: Tessa Posthuma de Boer
Werkt.
oktober 2013 11
Het DOssieR: Bedrijfsvoering
Besparingen: wat kan wel en wat niet meer
werkende overleggen we hoe we samen een volgende stap kunnen zetten.” Hij ziet nu al de voordelen van zo’n pragmatische aanpak: “Van de AWBZinstellingen leren wij hoe we kunnen omgaan met ingewikkelde doelgroepen, en mensen van de GGZ laten ons
B
Gemeenten krijgen de komende jaren steeds minder subsidie per Wsw’er. Was dat in 2010 nog € 27.010 per jaar, in 2020 is dat nog maar € 22.050. Uit onderzoek van Cedris (zie kader pag. 15) blijkt dat SW-bedrijven een deel van de bezuinigingen van de Participatiewet kunnen opvangen tot maximaal € 1750 per Wsw’er. Meer zit er volgens de onderzoeker niet in. Belangrijk daarbij: de mogelijkheden hangen sterk af van de uitgangspositie van het SW-bedrijf. De wet van de remmende voorsprong geldt hier zeker. Als er heel veel is bezuinigd op overhead, kan er minder af dan wanneer dat nog niet is gebeurd. Als er al veel naar marktpartijen is gebracht, valt er nu niet veel meer te verkopen. En natuurlijk speelt de regionale arbeidsmarkt een rol. Is er veel werk, dan is er iets mogelijk. Is er geen werk, dan is de bodem veel sneller bereikt. Bruins Slot is het met de onderzoeker eens: “Natuurlijk kunnen wij zelf een deel van de bezuinigingen opbrengen binnen de bedrijfsvoering [zie pag. 14 en 15, red.] Maar daar zit wel een einde 12
Werkt. oktober 2013
aan. Als SW-bedrijven in de toekomst louter een bezuinigingstaakstelling krijgen en alleen verantwoordelijk zijn voor een dalend aantal beschutte werkplekken (de ‘onderkant’ van de huidige Wsw’ers), dan komen deze in een permanente staat van reorganisatie terecht. De besparingen die zij opbrengen worden in dat geval grotendeels teniet gedaan door reorganisatiekosten.” Anders ligt dat voor die SW-bedrijven die straks met de brede doelgroep van de Participatiewet aan de slag mogen, een keuze die gemeenten moeten maken. Bruins Slot: “De onderzoeken van Cedris geven daar een helder antwoord op: instroom van nieuwe doelgroepen maakt dat we ons werk efficiënter en slimmer kunnen doen. Dat
‘Dat kan gemeenten geld besparen’ kan gemeenten geld besparen. Daar liggen dus kansen. Dat zou bovendien een logische keuze zijn, want we hebben al heel veel ervaring met doelgroepen als Wajongers en WWB’ers. Wij zijn als geen ander in staat om mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt te bege-
leiden, zowel intern als extern. Binnen de SW-sector is daarvoor veel kennis en kunde aanwezig. Ik zou tegen gemeenten willen zeggen: benut die kennis en vaardigheden!”
te nemen. “En er zijn AWBZ-instellingen die graag het beschut werken bij SW-bedrijven weg willen halen. Mijn mening is: laten we het samen doen. Gemeenten zijn nu aan zet om ons dat te gunnen.” >>
Lonen Wsw’ers Opbrengsten Wsw’ers
75 % gaat naar de lonen van Wsw’ers. Gemeenten kunnen Wsw’ers niet ontslaan. Deze kosten staan vast.
Een deel van de bezuinigingen die het gevolg zijn van de Participatiewet kunnen SW-bedrijven opbrengen. Maar lang niet genoeg.
reder samenwerken in de ‘keten’ is nodig om de bezuinigingen van de Participatiewet het hoofd te kunnen bieden. Dat stelt Albert Bruins Slot, directeur van SWbedrijf Alescon: “We zullen het samen met gemeenten moeten doen.”
zien hoe zij mensen met een psychiatrische problematiek begeleiden. Omgekeerd zijn SW-bedrijven heel erg output-gericht. Dat kunnen wij leren aan onze AWBZ-collega’s.” Volgens Bruins Slot zijn er collega’s die ervan dromen AWBZ-instellingen over
Subsidie
VingeRTJe
Alescon is er klaar voor, stelt Bruins Slot. “En met ons zijn veel andere SWbedrijven dat ook.” Daarbij gelooft hij sterk in partnerships met gemeenten. “Dat begint met een goede dialoog, waarin we elkaar de tijd gunnen om samen op te lopen. Binnen de SWsector willen we nog wel eens met het vingertje wijzen omdat wij denken te weten hoe de wereld eruit ziet. Maar dat levert uiteindelijk niets op.” Volgens Bruins Slot is het de hoogste tijd om, met de Participatiewet in aantocht, de hele keten nog eens in ogenschouw te nemen. Maar laten we vooral ook nu al aan de slag gaan, stelt hij. “Op dit moment is er nog veel onduidelijk en zitten we volop in de verkenningsfase. Maar mijn stelling is dat we niet alles nu al hoeven te weten. Zodat we leren elkaars taal te spreken en profiteren van elkaars verschillen. Daarom zijn wij bijvoorbeeld met de GGZ Drenthe en Promens Care gestart met een samenwerking tussen tuincentrum Calendula en bloemenshop Ridderspoor, waar medewerkers vanuit de GGZ en de SW gezamenlijk werken. Er was geen volledig businessplan: we zijn gewoon in het tuincentrum bij elkaar gaan zitten. Al
100.000 mensen zitten in de Wsw Hun lonen en begeleiding worden grotendeels betaald met subsidie die gemeenten van het Rijk krijgen.
Subsidie 30000
Als gevolg van de Participatiewet loopt de subsidie van het Rijk per Wsw’er de komende jaren fors terug. In 2010 was de subsidie € 27.000 per persoon per jaar. Dat wordt € 22.700 per persoon per jaar.
Totalieging bezuin
16%
Lonen Wsw’ers
€ 27.000
Gemeenten krijgen te maken met dit oplopende verlies. Om het verlies zo beperkt mogelijk te houden moet het werk anders en slimmer georganiseerd worden.
€ 26.000
€ 25.500 € 22.700
25000
20000
15000
Invoering Participatiewet
10000
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Werkt. oktober 2013
13
Het dossier: Bedrijfsvoering
Bezuinigen in praktijk
Mogelijke besparing volgens rapport: 0 - 450 euro per Wsw’er Bruins-Slot: “Als SW-bedrijven moeten we consequent onze eigen werksoorten tegen het licht blijven houden. Wat wil ik zelf blijven doen en wat kunnen we beter anders organiseren? Een alternatief is bijvoorbeeld een joint venture aangaan. Dan kunnen externe partners de business doen, omdat zij beter toegang hebben tot de markt. Vaak gaat dan de productiviteit omhoog, het ziekteverzuim omlaag en levert het de SW-werknemers ook nog eens een ander soort trots op, merken wij uit ervaring. Natuurlijk moeten er dan wel bedrijven zijn met wie samen te werken is; in een regio waar de werkgelegenheid slecht is, is de ruimte van het SW-bedrijf om hiermee geld te besparen, klein. En uiteraard maken de mensen die het meeste kunnen als eerste de stap naar buiten. Maar vaak blijkt dan dat de volgende laag medewerkers, die daar vlak achter zit, meer blijkt te kunnen dan we dachten. Zo’n beweging van binnen naar buiten kan je dus een aantal keer herhalen. Individuele arbeidsontwikkeling is dat, die gericht is op het maximaliseren van de verdiencapaciteit. Ook daar valt nog winst te behalen.”
Optimaliseren van werksoorten
Acquireren van werk
Mogelijke besparing volgens rapport: 100 – 550 euro per Wsw’er Bruins Slot: “Heb ik mijn sales op orde? Heb ik optimale relaties met het bedrijfsleven? Zijn onze processen lean ingericht? In het verleden was het nog wel eens zo dat we bij een opdracht uit automatisme liever tien dan zeven personen inzetten. Maar we moeten ons constant afvragen of de bezetting omlaag kan. Heel vaak kunnen we met elkaar een tandje harder lopen, zodat we iedereen naar een maximale productiviteit krijgen. Daarmee bereiden we medewerkers bovendien veel beter voor op de stap naar buiten. En het levert nog meer op ook.”
Infrastructuur
Bruins Slot: “Veel SW-bedrijven hebben van oudsher een gemengde staf met daarin SW’ers en niet-SW’ers. Maar leidinggeven gaat steeds meer over sturen op gedrag, en daar heb je bepaalde vaardigheden voor nodig. Dus selecteren SW-bedrijven nu anders. Onze filosofie is bovendien dat we iedereen proberen extern aan het werk te krijgen. Daarnaast laat het onderzoek van Capel haarfijn zien hoe de verschillende SW-bedrijven hun begeleiding en staf ingericht hebben. Daar kan je vervolgens je eigen gegevens naast leggen, en kijken waar jouw bedrijf afwijkt van de norm. Is jouw ICTafdeling groter dan bij anderen?”
Bruins Slot: “Alescon heeft twee grote productielocaties afgestoten, in Hoogeveen en in Assen. De helft van die ruimtes huren we weer terug. Huren geeft flexibiliteit. Hebben we voor een klus extra ruimte nodig? Dan huren we die gewoon bij. Ook andere SW-bedrijven realiseren zich dat het geen zin heeft om te wachten tot de vastgoedmarkt verandert. We beginnen er gewoon mee, en kijken dan hoe ver we komen. Ook hebben we een slag gemaakt in het beheersen van de vervoerskosten. Wie mag er wel mee in de bus en wie niet? Wij hebben op een bepaald moment gezegd: mensen met een WMO-indicatie hebben recht op vervoer. Daarmee hebben we er een objectief criterium van gemaakt, en deze beoordeling uit handen van de bedrijfsarts gehaald. Dat was even slikken, maar is nu geen item meer.”
Mogelijke besparing volgens rapport: 200 – 600 euro per Wsw’er
Volgens het rapport ‘Optimaliseren van het verdienmodel’ van organisatieadviseur Robert Capel kunnen SW-bedrijven in eigen huis – afhankelijk van hun uitgangssituatie – 300 tot 1750 per Wsw’er per jaar bezuinigen. Alescon-directeur Albert Bruins Slot over de mogelijkheden en onmogelijkheden.
Van binnen naar buiten
Begeleiding en staf
Geen besparing, maar randvoorwaardelijk volgens rapport Bruins Slot: “Acquireren is iets voor professionals. Voor mensen met een commerciële HBO-opleiding bijvoorbeeld. Dat moet je er niet even ‘bij’ doen. Als professionals dat gaan doen, in plaats van medewerkers die elders in het bedrijf overbodig zijn geworden, dan verdien je dat gegarandeerd terug. Daarbij vinden wij het van belang om waar mogelijk partnerships aan te gaan voor langere tijd. Geen kale klantcontacten meer, maar langdurige verbintenissen. Dat voorkomt dat klussen voor een paar cent bij je weggehaald worden door andere partijen. Met name in de assemblagesector zijn de prijzen daardoor veel te laag geworden.”
Be
Werkt. oktober 2013
ing
Partnerships
erso v r Ve osten k
Huren
€ 100 - 550
Joinutre vent
14
id gele
Mogelijke besparing volgens rapport: 0 – 150 euro per Wsw’er
€ 200 - 600
€ 0 - 450
€ 300 tot per
€ 1750 Wsw’er
De twee onderzoeken
Gemeenten en SW-bedrijven misten voldoende handvatten bij het opvangen van de bezuinigingen die het gevolg zijn van de Participatiewet. Daarom zijn er twee onderzoeken gedaan. In ‘Een financieel toekomstperspectief voor het SW-bedrijf na 2013’ van organisatieadviseur Robert Capel geeft gedetailleerd antwoord op de vraag: in hoeverre beïnvloedt de Participatiewet het finananciële toekomstperspectief van het SW-bedrijf? En wat is er mogelijk en haalbaar? Het onderzoek is een aanvulling op een onderzoek dat Cedris al heeft laten uitvoeren naar de optimaliseren van het verdienvermogen van SW-bedrijven. De twee onderzoeken vindt u op www.cedris.nl/publicaties
En de loonkosten?
Bruins Slot: “De loonkosten zijn bij Alescon 78 procent van de totale begroting. Veel daarvan ligt wettelijk vast. Toch zijn daar op beperkte schaal besparingen mogelijk. Bijvoorbeeld: zo veel mogelijk SW’ers begeleid laten werken. Dat kan – mits goed begeleid – tot aanzienlijk lagere loonkosten leiden. Daarnaast hebben alle 2.000 medewerkers van Alescon een functieherwaardering gekregen. Dat heeft geleid tot meer SW’ers met garantieloon. In onze cao staat dat zij moeten meewerken aan externe detacheringen. Om dit middel toe te passen is wel wat lef vereist. Als begeleiding moet je bereid zijn je nek uit te steken; en je moet heel zorgvuldig coachen en begeleiden! Tot slot hebben we alle pauzes onbetaald gemaakt. Dat betekent een half uur meer per dag productietijd voor hetzelfde salaris. In die tijd voeren we extra opdrachten uit, waardoor de brutomarge hoger is geworden.” Tekst: Eric Went/Infographics: Loek Weijts
€ 0 - € 150
Werkt. oktober 2013
15
Het dilemma
Maatwerk versus willekeur Decentralisatie betekent ook: verschil tussen gemeenten. Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden ziet kansen voor maatwerk en daarmee ook efficiëncy. Marike Langebeek, bestuurder bij AbvaKabo FNV vreest ongelijke behandeling van arbeidsgehandicapten en zet vraagtekens bij de deskundigheid van gemeenten.
‘D
it is een theoretische exercitie. Hoe die wetten er precies uit gaan zien weten we nog niet. Hoe gemeenten ze uitvoeren ook niet”, zegt Albert Jan Kruiter, oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden vooraf. Hij sprak in opdracht van 32 grote steden met wethouders over de ‘uitdaging van drie decentralisaties’ waarvoor ze gesteld worden [zie Lees! op pagina 5, red.]. “Maar die decentralisaties bieden kansen”, zegt hij. “Nu gaan we uit van gelijkheid. Worden bij mij en jou een rechterbeen geamputeerd, dan hebben we allebei recht op een scootmobiel. Maar misschien is jouw situatie wel heel anders. Werk ik op de universiteit, en kan jij zonder been niet meer het werk doen wat je deed. Heb ik een gezin en woon jij alleen. Moet jij een scootmobiel en kan ik volstaan met thuiszorg. “Met nieuwe wetgeving gaan gemeenten uit van het compensatiebeginsel. Gemeenten kunnen ongelijke gevallen behandelen naarmate ze verschillen. Het recht vervalt. Bij de sociale werkplaatsen is vaak sprake van gestapelde problemen. Behalve niet vanzelfsprekend capabel om regulier werk te verrichten is er vaak ook schuldenproblematiek of is andere zorg nodig. Een gemeente kan dat integraal bekijken. Als het goed is komt er meer ruimte voor combinaties in wonen, zorg en sociale zekerheid.” “Of we bang moeten zijn dat gemeenten met verschillende oplossingen komen? De WMO in Groningen is nu ook al anders dan in Maastricht. En ongelijke gevallen gelijk behandelen – denk aan dat voorbeeld met het geamputeerde been – is even onrechtvaardig. Door de context erbij te betrekken, kom je tot betere oplossingen en ik denk dat gemeenten dat kunnen.”
maatwerk
16
Werkt. oktober 2013
Uit mijn onderzoek bleek dat wethouders er veel vertrouwen in hebben. Natuurlijk moet er nog veel gebeuren in training van ambtenaren. Zoals het ook de vraag is of regering en Tweede Kamer zullen beseffen dat ze niets meer te zeggen hebben over de uitvoering van die wetten. En de gemeenteraad niet over elke niet toegekende traplift een debat zal moeten aanvragen.” Juist die gemeentelijke vrijheid baart Marike Langebeek, bestuurder bij Abvakabo FNV zorgen. “Op deze manier dreigen er 400 regelingen te ontstaan. Dan ligt willekeur op de loer. Als ik me beperk tot de Participatiewet, dan gaat het om mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Zeker in deze tijd is het heel lastig om in dat segment banen te vinden. In sommige regio’s valt het ongetwijfeld mee, maar in de meeste niet.” “Ik vrees dat als gemeenten al die dossiers onder ogen krijgen, de moeilijkst bemiddelbare mensen onderaan de lijst komen te staan. Gemeenten zijn niet meer verplicht om arbeidsgehandicapten die nieuw instromen, beschut werk aan te bieden. Die mensen komen dan gewoon niet meer aan de bak.” “Nee, die angst geldt niet voor alle gemeenten. Maar ik zie gemeenten die nu pas een beetje gaan nadenken over wat er op hen afkomt. En terwijl sociale werkplaatsen jarenlang expertise hebben opgebouwd om mensen te bemiddelen naar de reguliere arbeidsmarkt, denken die gemeenten: dat kan ik zelf wel en goedkoper.” “De huidige Wsw is een gemeenschappelijke regeling. Daar hangt ook een loonwaardensysteem aan. Werk en beloning zijn belangrijk, voor eigenwaarde en zelfstandigheid. Dat wordt bij nieuwe gevallen losgelaten. Wij pleiten daarom voor een zorgplicht voor gemeenten: of gemeenten moeten arbeidsgehandicapten bemiddelen naar regulier werk, óf gemeenten moeten zorgen voor beschut werk. Ze moeten mensen perspectief bieden. Interessant hierbij is dat de VNG behalve uitvoerder van de wet ook werkgever is van arbeidsgehandicapten.” “We lobbyen nu bij de Tweede Kamer en bij de uitwerking van het Sociaal Akkoord praten we erover met werkgevers en de VNG in de zogeheten ‘Landelijke Werkkamer’ over het ontwikkelen van de voor de 35 werkpleinen en Werkbedrijven.”
Tekst: Robin Ouwerkerk/Foto’s: De Beeldredaktie
gelijkheid
Albert Jan Kruiter
Marike Langebeek
Instituut voor Publieke Waarden
bestuurder bij AbvaKabo FNV
‘De beste oplossingen ontstaan binnen hun context’
‘We vrezen dat willekeur op de loer ligt’ Werkt. februari 2013
17
Het anTWOORD
Siewert Pilon, afdelingshoofd onderwijs, zorg en welzijn bij de VNG, bezoekt elektrotechnisch bedrijf Pentec in IJsselstein. Daar wordt de assemblagehal helemaal gerund door het Utrechtse SW-bedrijf. Zijn beeld vooraf van de sector was: zij leveren altijd ongecompliceerd werk. Zijn beeld nu?
‘Maar dit is precies werk!’ ‘I Het is kort voor de bouwvak en er moet nog van alles af, dus wordt er ondanks de hitte hard doorgewerkt. Pentec maakt onderdelen voor cv-installaties. Zogeheten inlaatcombinaties voor een boiler bijvoorbeeld, die aan de strengste eisen moeten voldoen. Het is eigenlijk lopendebandwerk, maar dan zonder lopende band.
18
Werkt. oktober 2013
emand wurmt op elk verbindingsstuk dat uit een doos komt, een rubberen ringetje, alvorens het in een krat te leggen. Als de krat vol is gaat die naar een collega, die weer een ander onderdeel monteert. En aan het eind van de rit volgt een minutieuze controle. Letterlijk elk exemplaar wordt met een speciaal apparaat getest. De bak voor afgekeurde exemplaren is deze middag nog leeg. Op naar de dagproductie van duizend stuks. Siewert Pilon (VNG) is een en al bewondering. “Ik had bij SW’ers niet het beeld van behoorlijk ingewikkeld productiewerk, dat aan hoge kwaliteitseisen moet
voldoen. Mijn idee was: de groenvoorziening, inpakwerk. Maar dit is heel precies werk, het zit niet ver af van gewoon productiewerk. Misschien is het vooral geschikt voor mensen met een stoornis in het autistische spectrum.” Inderdaad valt zo’n twintig procent van de mensen bij het Utrechtse reïntegratiebedrijf (UW) in die categorie. En repeterend werk kan voor sommigen van hen ideaal zijn. Bij Pentec, vertelt ploegleider Rob de la Fosse, zijn ze sowieso heel goed in mensen precies de taak geven die ze aankunnen. “En er loopt een productontwikkelaar rond, die machines aanpast om het werk te vergemakkelijken.” Vandaar dat zijn 43 mensen, allemaal SW’ers, eigenlijk de hele assemblage draaiende kunnen houden. “Met uitzondering van de laatste kwaliteitscontrole en enkele te gecompliceerde werkzaamheden. Die doen mensen van Pentec.” misbRuiK
Inderdaad blijkt uit bijna niets dat we hier op een aangepaste werkplek staan. De radio staat net zo hard als in een gemiddeld magazijn. De omgangsvormen zijn zoals op elk kantoor. Op een bureaustoel, waarvan de afstelling blijkbaar nauw luistert, zit een sticker ‘Afblijven’. En bij de oud-papiercontainers heeft iemand een briefje met ‘Lege dozen eerst plat maken’ opgehangen. De SW’ers zijn voor het bedrijf natuurlijk relatief goedkope krachten. Maar nu zij de hele productie op zich nemen en daarbij ook keurig aan alle eisen voldoen, gaat Erçan Senler namens UW wel met Pentec praten, verklapt hij alvast. Zou het niet terecht zijn dat de klant voor een deel het honorarium betaalt van de ploegleider, die hem immers op de werkvloer veel werk uit
handen neemt? Senler waakt voor ‘misbruik’ van zijn mensen. Ze doen werk waar het bedrijf blijkbaar geen vast personeel voor wil aannemen, maar het is wel werk.
Tekst: Job de Kruijff/Foto’s: De Beeldredaktie
‘Stevige onderhandeling is terecht’
niet gespeeld Siewert Pilon: “Sinds een paar maanden heb ik bij de VNG de portefeuille werk en inkomen in mijn pakket. We praten in Den Haag veel over de WSW en de WWB, maar ik weet eigenlijk nog te weinig van de sector. Ik wilde nu wel eens een SW-bedrijf en gedetacheerde SW’ers ‘in het echt’ zien. In de Jumbo waar we tijdens dit werkbezoek eerst langs gingen, was ik zelf één keer geweest toen ik net in Utrecht woonde. Inmiddels heb ik een andere supermarkt waar ik vaste klant ben, maar Jumbo verdient natuurlijk wel een plusje voor het inzetten van die SW’ers. Mooi om te horen dat ze hen betrouwbaarder vinden om mee te werken dan scholieren. Ik vond het erg aardig om de mensen aan het werk te zien. Je ziet de tevredenheid. Ook bij Pentec trof het enthousiasme me waarmee gewerkt werd. Dat leek me niet gespeeld. Deze mensen zijn duidelijk niet zielig, ze doen gewoon hun werk. Terecht dus ook dat er namens hen stevig wordt onderhandeld met de bedrijven waar ze gedetacheerd zijn.
Anderzijds: terecht worden er vraagtekens gezet bij het feit dat WSW’ers soms op 140 procent van het minimumloon zitten. Dan verdienen ze door hun beperking meer dan iemand anders in zo’n functie, terwijl hun productie lager is. En zo zitten ze in een soort gouden kooi. Je gaat dan natuurlijk ook niet op zoek naar een reguliere baan waarin je niet veel boven het minimumloon verdient. Terwijl er druk is vanuit gemeenten om mensen uit de SW – met begeleiding en subsidie – op de loonlijst te krijgen bij gewone werkgevers.”
Werkt.
Cedris is de brancheorganisatie van 90 sociale werkvoorzieningsbedrijven. SW-bedrijven ondersteunen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om aan de slag te komen. Op een beschutte werkplek, maar bij voorkeur bij een gewone werkgever. SW-bedrijven hebben ervaring met de doelgroep, kennen de regionale arbeidsmarkt en hebben de expertise om een goede match te maken met werkgevers. Ze kunnen werkgevers alle administratieve rompslomp, risico’s en begeleiding uit handen nemen. Werkt. is een uitgave van Cedris. Uitspraken in dit magazine vertegenwoordigen niet per se de mening van Cedris. Hoofdredacteur: Marleen Damen Eindredactie: Sabine Jimkes (Cedris), Marije van den Berg Redactionele ondersteuning Monique van der Eijk Artikelen: Afke van der Toolen, Birgit Kooijman, Eric Went, Job de Kruijff, Marije van den Berg, Robin Ouwerkerk, Sigrid van Iersel Beeld: Tessa Postuma de Boer, De Beeldredaktie, R. van ‘t Woudt, Pieter Frank de Jong (illustratie), Loek Weijts (infographics) Bladconcept: Marije van den Berg Basisvormgeving: Studio Paul Pollmann Vormgeving: Vormix Druk: HSGB Tiel. Exemplaren bestellen of een gratis abonnement? Mail
[email protected]. Rechten van artikelen vallen onder de Creative Commonslicentie. Overname onder vermelding van Cedris en de naam van de auteur is toegestaan. Op www.cedris.nl staan alle edities en losse artikelen in PDF. Graag horen wij via
[email protected] wanneer u artikelen overneemt.
Werkt. oktober 2013
19
Het FeuiLLeTOn
Niet achterlijk
‘I
k ben niet achterlijk.’ Dat was een van de eerste dingen die ze tegen me zei. Haar grijze haar was weggeverfd met een harde kleur rood, en ze droeg te jonge kleren. Maar ze kon het hebben. Lies was op haar achtenveertigste nog best een verschijning. ‘Natuurlijk ben je niet achterlijk,’ zei ik. Maar voor ik verder kon gaan onderbrak ze me al. De armen over elkaar, afwijzende blik. ‘Nou, wat doe ik hier dan?’ Ik begon: ‘De sociale werkvoorziening is voor heel gewone mensen, die soms alleen een beetje beperkt…’ Maar het werkte als een rode lap op een stier. Kin omhoog: ‘Ik bén niet achterlijk!’ Het was niet de eerste keer dat we dit gesprek hadden. En ook niet de tweede. Ik zag Lies voor het eerst vlak nadat ze had gehoord dat ze af zou moeten vloeien. Reorganisatie bij het ziekenhuis waar ze jaren als cateringmedewer-
ker had gewerkt. Lies kreeg loopbaanbegeleiding, en uiteindelijk kwam ze terecht bij mij. Uit de tests was gebleken dat ze enige beperkingen had. Abstracte begrippen bijvoorbeeld begreep ze slecht. ‘Afvloeiïng’ bijvoorbeeld. En ‘reorganisatie’. Het had even geduurd voordat ze doorhad dat ze ontslagen was. Ik probeerde het opnieuw. ‘Het punt is dat we hier niet uitgaan van wat mensen níet kunnen, maar van wat ze wél kunnen.’ Deze keer onderbrak ze me niet. ‘En ik heb begrepen dat jij heel goed bent in je werk.’ Respect. Dat bleek de sleutel in het geval van Lies. Later, toen zij zich eindelijk had laten overhalen tot een probeerstage bij ons cateringbedrijf, heb ik haar aan het werk gezien. Het was fascinerend. Verdwenen was haar onwil, haar afwijzende houding. Ze werkte razendsnel. Bordje pakken, broodje opensnijden,
beleg erop, toefje rauwkost ernaast, cellofaantje erover, klaar, nieuw bordje pakken, enzovoorts. Ondertussen zat ze druk met een collega te kletsen over de nieuwste jurk van Máxima. Ik heb minutenlang naar haar staan kijken. Het was pure kunst. De werkbegeleider vertelde me dat ze het naar haar zin had met haar collega’s. En dat de omschakeling van het ene soort broodje naar het andere wel altijd even duurde, maar eenmaal de slag te pakken haalde ze de verloren tijd zo weer in. Ze bleef. En deed het goed. Zó goed, dat ik haar straks ga vertellen dat ze bij een extern bedrijf gedetacheerd kan worden. Ik weet al precies wat ik ga zeggen: ‘Of blijf je liever hier?’ En ik hóór haar antwoord al: ‘Ik ben toch niet achterlijk!’ Tekst: Afke van der Toolen Illustratie: Pieter Frank de Jong
Verhalen uit het SW-bedrijf zijn gebaseerd op echte ervaringen, maar omwille van de privacy niet met naam en toenaam opgeschreven.
20
Werkt. oktober 2013