“EN TOEN VIELEN DE BOMMEN!” Een stadswandeling Op zoek naar sporen uit de Tweede Wereldoorlog in Roosendaal
Norbertuscollege Sectie Geschiedenis Derde klas havo / vwo December 2011
Stadswandeling:
“En toen vielen de bommen!” Roosendaal tijdens de Tweede Wereldoorlog Roosendaal is een stad die tijdens de Tweede Wereldoorlog relatief veel materiële en immateriële schade heeft opgelopen in vergelijking met andere Nederlandse steden van dezelfde omvang. Een oorzaak hiervoor is de aanwezigheid van het spoorwegknooppunt dat de Nederlandse spoorwegen verbindt met die van België en Frankrijk. Het spoorwegemplacement vormt op zich een belangrijk strategisch doelwit in tijd van oorlog, zo is gebleken. Tot tweemaal toe werd de stad tijdens de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd: 1. Het Duitse bombardement van 11 mei 1940 en 2. Het Geallieerde bombardement van 31 mei 1944 De meeste sporen uit de Tweede Wereldoorlog in het hedendaagse Roosendaal houden direct verband met één van deze twee bombardementen. Traumatische ervaringen die vele mensenlevens hebben gekost en pijnlijke herinneringen oproepen bij veel oudere Roosendalers . Deze groep wordt echter ieder jaar weer kleiner. Reden te meer dus om via de stadwandeling aandacht te besteden aan dit onderdeel van het verleden van Roosendaal en zo de herinnering levend te houden. Een ander belangrijk moment uit de oorlog, een vreugdevollere gebeurtenis, is de bevrijding van de stad die plaatvond op 30 oktober 1944. Uiteraard zijn er in de vorm van monumenten nog sporen van deze gebeurtenis terug te vinden en maken zij deel uit van de stadswandeling. 1. Het Norbertuscollege We beginnen onze stadswandeling op het Norbertuscollege (Lyceumlaan 10). In en rond het schoolgebouw zelf treffen we al een aantal sporen aan die verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog. Het eerste spoor waar we naar op zoek gaan, is een gevelsteen die is opgericht ter nagedachtenis van het overlijden van de zestienjarige Olaf Geerts, leerling van onze school en zoon van de docent klassieke talen Arthur Geerts. Op het monumentje kunnen we (vertaald uit het Latijn) het volgende lezen: Aan Olaf Geerts, een eminente medeleerling, zijn medeleerlingen, Ontrukt is aan hem, In een voor het vaderland vijandige tijd, Het leven op onrijpe leeftijd, Door de grimmigheid van de oorlog, Hij is een sieraad van ons gymnasium geweest, Eminente Olaf, Hem gedachtig zullen wij altijd vrienden zijn. Hij is samen met zijn achttienjarige zus Paula omgekomen op 11 mei 1940 bij het Duitse bombardement op Roosendaal, toen ze op weg waren naar de schuilloopgraaf op de hoek van de Ludwigstraat-Vincentiusstraat. Terwijl ze samen met hun moeder vluchtten, kwam één van de vele verdwaalde bommen bij hun woonhuis aan de Ludwigstraat 3 neer, waardoor ze geraakt werden door granaatscherven.
Olaf en Paula waren op slag dood, moeder raakte gewond. Later tijdens de stadswandeling komen we hier nog op terug. Naast Olaf Geerts, kwamen bij het bombardement ook lerares Mej. H. Rijkholt (woonachtig aan de Ludwigstraat 1) en de echtgenote van docent scheikunde C. van Eck om. Het dochtertje van de natuurkundedocent H. van Laarhoven verloor een voetje. Het tweede spoor houdt nauw verband met de gebeurtenis waarbij Olaf omkwam. Een drietal bommen viel namelijk op het schoolterrein van het Norbertuscollege. Eén kwam terecht net achter de huidige garderobe, daar waar de kantine begint. Een scherf van één van de andere twee bommen sloeg een stukje uit de gevel van de conciërgewoning. De schade bleef verder beperkt. Het derde spoor bevindt zich op de zolder van de school. Tijdens de oorlog waren verschillende soldaten ingekwartierd in het schoolgebouw. In het begin van de oorlog waren dit uiteraard Duitsers, zij vorderden de linkervleugel van het gebouw. Zij hebben naar ik weet geen sporen achtergelaten. De Britten, die de stad Roosendaal op 30 oktober 1944 hadden bevrijd en vanaf dat moment het schoolgebouw als onderkomen gebruikten, echter wel. Op de zolder van de A-vleugel, te bereiken via de trap tegenover lokaal A101, is op één van de balken met wit schoolbordkrijt de tekst; The fighting 49th Polar Bear geschreven. Het was dit regiment, de Polar Bears, dat in 1944 de stad heeft bevrijd. Het begin van de oorlog voor Roosendaal en het einde ervan hebben zo dus hun sporen op het Norbertuscollege achtergelaten.
2. Het Bevrijdingsmonument We verlaten nu het schoolterrein en lopen rechtsaf de Lyceumlaan uit richting het kruispunt met de Parklaan. Nabij de kruising bevindt zich het officiële bevrijdingsmonument waar ieder jaar op 4 mei tijdens de dodenherdenking de Gemeente Roosendaal de slachtoffers uit o.a. de Tweede Wereldoorlog herdenkt. Het beeld stelt een vrouw voor die zichzelf bevrijd uit haar ketens. In het monument zijn de namen van de slachtoffers uitgebeiteld. Zoek de naam van Olaf Geerts maar eens op. Wellicht dat je is opgevallen dat de naam Van Loenhoud nogal vaak voorkomt. Dit hele gezin is tijdens de gevechten om de bevrijding van Roosendaal omgekomen. Het huis van de familie Van Loenhoud aan de Nispensestraat kreeg op 29 oktober 1944 een voltreffer te verwerken van een Brits vliegtuig. Vader, moeder en de vijf kinderen kwamen daarbij allemaal om. Verder bevinden zich onder de namen veel slachtoffers die gevallen zijn om en nabij het terrein van Melkfabriek Het Anker aanwezig waren op het tijdstip van de luchtaanval. De fabriek veranderde in een ruïne, veel boeren die hun melk kwamen afleveren en arbeiders van de fabriek vonden een verschrikkelijke dood. Tenslotte is het waard om te vermelden dat er een speciale plaquette is gewijd aan de Joodse Roosendalers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Op een aantal plaatsen in de stad zijn zogenaamde Stolpersteinen in het trottoir aangebracht op plekken waar o.a. Roosendaalse
Joden en verzetstrijders hebben gewoond of verbleven voordat ze gedeporteerd werden. Onze school heeft ook een bijdrage gedoneerd aan het project en heeft één van deze stenen geadopteerd. Het gaat in dit geval om de Stolpersteine voor Elly Bertha Monach aan de Kalsdonksestraat 89, voor de ingang van het voormalige ziekenhuis Charitas, tegenwoordig een verzorgingstehuis met de naam Wieckendael. Tijdens deze wandeling zullen we deze Stolpersteine helaas niet te zien krijgen, maar wel voert de wandeling ons langs een aantal andere van deze stenen. 3. Het station We verlaten de Parklaan door via de Lyceumlaan verder te lopen richting Spoorstraat (langs het bedrijf Taxi De Groen). We slaan linksaf en volgen de Spoorstraat tot het Stationsplein aan onze rechterhand verschijnt. We steken voorzichtig de Spoorstraat over en lopen richting de hoofdingang van het station. Net voor de trappen van de ingang blijven we staan bij het monument aan onze rechterhand. Het monument De Vrede is een gemetselde bakstenen zuil bekroond met een sculptuur van geglazuurd, gebakken aardewerk. Op de zuil is een bronzen plaquette aangebracht. De tekst op de plaquette luit 'TER GEDACHTENIS AAN HEN DIE VIELEN 1940 – 1945’ met daaronder de burgerslachtoffers die zijn gevallen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De meeste onder hen zijn omgekomen bij het geallieerde bombardement op het station op 31 mei 1944. Ook hier valt weer een Van Loenhoud te betreuren! Ook het stationsgebouw zelf kwam er in 1944 niet ongeschonden vanaf. Het kreeg een aantal voltreffers te verwerken. Hier is niet veel meer van terug te zien, maar met behulp van de foto op de volgende bladzijde kan er toch een beeld worden gevormd van de schade die werd aangericht. 4. Twee Stolpersteinen We lopen nu over de stoep verder met aan onze rechterhand de gevel van het stationsgebouw. Aan de overkant bevindt zich de fontein, we steken voorzichtig over en wandelen hier naartoe. Vervolgens steken we de Stationsstraat over en lopen rechtdoor de Dr. Lemmensstraat in. In de Dr. Lemmensstraat lopen we aan de linkerkant over het trottoir heen. We komen ter hoogte van huisnummer ?? de eerste Stolperstein tegen, gewijd aan Pieter Penneweert (1896 - 1944). Pieter werd geboren op 12 mei 1896 te Utrecht. Hij woonde en werkte als hoofd werktuigkundige NS te Roosendaal. Samen met Herman van Aalderen, chef seinwezen te Zwolle, wilde hij de telefoonlijnen van het seinwezen gaan gebruiken als geheim telefoonnetwerk voor het verzet. Pieter werd in juli 1944 gearresteerd en in september 1944 overgebracht naar concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 11 december 1944 overleed. Herman van Aalderen werd ook opgepakt en overgebracht naar concentratiekamp Sachsenhausen, overgeplaatst in april 1945 naar Bergen Belsen waar hij eind mei, na de bevrijding van het kamp, overleed aan vlektyfus. We slaan de eerste weg rechtsaf de Burg. Schoonheijtstraat in. Voor de Burg. Schoonheijtsstraat 37 ligt een Stolperstein ter nagedachtenis aan Mina Cozijn (1896-1942). Op vrijdag 28 augustus 1942 werden de Roosendaalse Joden Mina Cozijn, Rosette van Nierop en haar dochters Blondina en Simone opgehaald door de politie van Roosendaal en overgebracht naar Kamp Westerbork. Op dinsdag 1 september 1942 zijn zij gedeporteerd naar vernietigingskamp Auschwitz (Polen) en daar
direct bij aankomst op 3 september vermoord in de gaskamers. Deze kille feiten vertellen ons niet alleen iets over de dood van Mina Cozijn, maar maken ons ook duidelijk hoe efficiënt de Duitse vernietigingsmachine draaide, maar ook dat hier gewoon aan mee werd gewerkt door Roosendaalse politieagenten. Te bizar voor woorden. Even een moment om bij stil te staan!
5. Beeldje voor Olaf? We lopen de Burg. Schoonheijtstraat uit en keren zo terug op de Stationstraat. We houden links aan en lopen over de stoep verder tot de kruising met de Vincentiusstraat en de Ludwigstraat die hier samen op de Stationstraat uitkomen. Houd in gedachten dat veel oudere panden die we passeren vrijwel allemaal schade hebben opgelopen tijdens minimaal één van de bombardementen. Bij de kruising zien we een klein driehoekig plantsoen. Er staat gedeeltelijk nog een hekwerkje omheen. Het was op dit veldje waar zich in de oorlog een schuilloopgraaf bevond waar mensen uit de omgeving dekking konden zoeken bij luchtaanvallen. We weten dat het Olaf Geerts en zijn zus Paula helaas niet gelukt was zich tijdig in veiligheid te brengen. Op de plaats waar zij wellicht sneuvelden, staat nu een klein bronzen beeldje. Stelt de jongen met schooltas Olaf voor? 6. De Polar Bear We slaan de Ludwigstraat in. In de straat woonde op nummer 3 de familie Geerts, op nummer 1 mej. Hildegonde Rijkholt, lerares van het Norbertuscollege. We lopen verder tot aan het einde van de straat. Hier slaan we rechtsaf de Vughtstraat in. De Vughtstraat komt weer terug uit op de Stationsstraat. Hier slaan we linksaf. Aan de overkant zie je een spoorwegovergang. We steken over en maken gebruik van het tunneltje onder de spoorwegen door om de Kade te bereiken. We houden uit het tunneltje gekomen rechts aan. We lopen rechtdoor naar het Kadeplein en houden de kerk
aan onze linkerhand. Op het plein zie je een monument staan. Een zwarte zuil van basalt gekroond door een ijsbeer staande op een wereldbol. De ijsbeer was het symbool van de Britse 49th West Riding and Midland Infantry Division, oftewel de Polar Bears, de bevrijders van Roosendaal. Deze divisie werd geformeerd in 1907 en nam deel aan de Eerste Wereldoorlog. Zij vestigde zich in 1940 in IJsland waar de manschappen hun opleiding kregen. De eerste frontervaring tijdens de Tweede Wereldoorlog deden sommige regimenten op in Noorwegen rond de stad Narvik in 1940. Na de landing in Normandië in 1944 kwam de Polar Bear Division onder het bevel van het Canadese leger en rukte langs de kuststrook op als de linkerflank van Montgommery’s leger richting België. Tijdens de bevrijding van Roosendaal werd door de Polar Bears samengewerkt met het 9th Royal Tank Regiment. Op 30 oktober 1944 kwamen zij met hun tanks Roosendaal binnenrijden na een driedaagse tankslag tussen Wouw en de stad uitgevochten te hebben. Voordat de Britten goed en wel de stad binnen konden rijden moesten ze eerst nog een noodbrug over de Watermolenbeek aanleggen, omdat de Duitsers het bruggetje hadden laten springen. Zo konden de Britten gelijk demonstreren hoe stoer ze waren. Ze werden daarna voorgoed in de armen gesloten van de Roosendalers. De stad was bevrijd! Je zal misschien denken dat iedereen op die dag uitzinnig van vreugde was. Natuurlijk overheerste die sfeer bij de meeste mensen, maar we moeten niet vergeten dat het geweld dat met de bevrijding gepaard ging het leven kostte van 32 Roosendalers. Er werden 198 huizen verwoest en 567 raakten min of meer beschadigd. Heel veel gezinnen stonden dus letterlijk met lege handen op straat en in de kou. Het was per slot van rekening oktober en het moest nog winter worden. Het drong bij de meeste mensen natuurlijk wel door dat ze niet mochten klagen: ze hadden per slot van rekening de oorlog overleefd! Ieder jaar vindt hier op 30 oktober nog een herdenking plaats waar oud-strijders aan deelnamen. Je kunt je wel voorstellen dat deze groep helaas al sterk uitgedund is. Tijdens de 60-jarige bevrijding van Roosendaal in 2004 is er nog een groepje leerlingen en docenten van het Norbertuscollege geweest dat deel heeft genomen aan de ceremonie. Er hangt een fotocollage van in lokaal A101 op onze school. Het was heel speciaal, vonden de leerlingen en docenten, om met de bevrijders oog in oog gestaan te hebben.
7. De Bunker We laten de Kade achter ons en lopen in dezelfde richting, maar nu aan de overkant van de straat terug richting de spoorwegovergang. We lopen langs een kerk, in de volksmond de Paterskerk. Op het pleintje voor de kerk staat ook nog een klein monumentje. Het beeld stelt St. Michaël voor die de draak verslaat. Tijdens de oorlog beloofde de rector een beeld te zullen schenken als kerk en klooster de oorlog goed doorstonden. Aartsengel Michaël symboliseert de strijd tegen het kwaad (het Nazisme). Aan de voorzijde van het natuurstenen bovenstuk staat St. Michaël verdedig ons in de strijd' en aan de achterzijde 'in dank voor uw bescherming 1940-1945. Gewoonlijk wordt deze engel afgebeeld met het zwaard in ene en een weegschaal in de andere hand. Dit laatste symbool is niet zo gebruikelijk. Het is ontleend aan de uitvaartliturgie waar gezongen wordt: 'moge de aanvoerder (vaandeldrager) Michaël hen binnenleiden in het eeuwige licht'. Dit is een verwijzing naar de taak die de volksvroomheid aan Michaël toekent: het wegen van de gestorvenen om te kijken of ze waardig zijn voor het eeuwige licht. We wandelen verder het spoor over en steken de Stationstraat over wanneer de voetgangerslicht op groen springt. We lopen nu de Markt op met aan de rechterkant het VVV-kantoor met daarnaast het oudste gebouw van Roosendaal De Cleyne Cat (17de eeuw). We lopen alsmaar rechtdoor en merken dat de Markt steeds breder wordt. We blijven stilstaan voor het oude postkantoor, thans Chinees restaurant De Postkoets (Markt 31). Het gebouw rechts van het restaurant huisvest het Gemeentearchief van Roosendaal. Tussen deze twee gebouwen in bevindt zich een steegje. We lopen stilletjes dit steegje in op zoek naar… de bunker! Wat doet die bunker nu (nog) hier? Deze Duitse bunker uit 1943 bevindt zich naast de telefooncentrale van de voormalige PTT (Post Telegraaf Telefoon), de huidige KPN. De bunker was bedoeld als een kabelschakelpunt voor de telefoonlijnen van de Duitsers. Zij wilden namelijk naast het reeds bestaande net een ‘noodnet’ aanleggen, zodat de Duitsers bij een eventueel bombardement op de telefooncentrale van de PTT, konden blijven telefoneren. Het ‘noodnet’ is echter nooit voltooid. Apart dat de bunker er nog steeds staat. Een stille getuige van de Tweede Wereldoorlog in hartje stad! De bunker is niet geruimd omdat dit alleen mogelijk zou zijn door gebruik te maken van explosieven. Het gevaar dat de explosie schade zou veroorzaken aan de omliggende gebouwen waaronder de telefooncentrale is te groot, waardoor de bunker er nog steeds staat en wellicht nooit geruimd zal worden. 8. Monument voor het verzet Onbekend, Onbemind, Oranje Dat was de bunker. We lopen weer terug naar de Markt en steken schuin over richting de onderdoorgang naast de Bibliotheek. We bevinden ons nu in het Emile van Loonpark. Op de gevel van het gebouw aan de rechterkant is een kunstwerk op de gevel terug te vinden dat een man, een kindje en een vrouw (een gezin) lijkt voor te stellen. Het is een vrij jong monument dat onthuld is op 4 mei 2010 in het bijzijn van een aantal oud-verzetstrijders. Initiatiefnemer was John Braat, die er niet alleen voor heeft gezorgd dat er Stolpersteinen in Roosendaal gelegd zijn, maar ook onderzoek heeft gedaan naar de rol die het verzet gespeeld heeft in Roosendaal. Deze rol was veel groter dan
aanvankelijk altijd werd gedacht. Wil je hier meer over weten dan kan ik je het boek wat hij over het onderwerp geschreven heeft : Ere wie ere toekomt, Onbekend Onbemind Oranje aanraden. Het monumentje waar we nu voor staan, laat drie cirkels zien (de hoofden van de figuren), drie o’s, die staan voor de drie woorden Onbekend, Onbemind, Oranje, de ondertitel van het boek.
9. Bloemenmarkt We wandelen verder door het park en houden voortdurend rechts aan. We lopen het park uit een parkeerplaats op. We vervolgen onze weg rechtdoor richting een groot rond appartementencomplex dat we aan onze rechterhand houden. We lopen nu en steegje in: de Panneboeter. Het steegje lijkt dood te lopen, maar we kunnen als voetgangers toch echt doorlopen, want er bevindt zich aan het einde een onderdoorgang. Hier langs gelopen, komen we uit op de Bloemenmarkt tegenover Hotel Tongerlo. Kijk nog eens terug naar de onderdoorgang. Er is niets meer van terug te zien, maar ooit is op deze plaats tijdens het bombardement van 31 mei 1944 een bom gevallen die de gebouwen die er stonden zwaar toetakelde. Er ontstond een passage naar het erachter gelegen terrein. Toen er in de jaren vijftig op deze plaats nieuwbouw verscheen, besloot men de doorgang te handhaven. Zonder dat je het door hebt dus eigenlijk ook een spoor van de Tweede Wereldoorlog! Hieronder zie je een foto van de verwoesting die het bombardement had aangericht.
10. Het vuur dat woedt, getemd door moed We laten de Bloemenmarkt achter ons en lopen de Molenstraat in. We lopen aan de rechterkant van de straat langs museum Het Tongerlohuys dat zich aan onze rechterhand bevindt. De Molenstraat heeft ook zwaar te lijden gehad onder het bombardement, maar hier gaat het om het Duitse bombardement van 11 mei 1940. Vele huizen werden tijdens het bombardement beschadigd of compleet verwoest. We lopen richting het kruispunt met de Burg. Prinsensingel. De Binnensingel zoals deze straat werd genoemd is in 1942 ontstaan. Er werd besloten om een aantal huizen in de Molenstraat niet meer terug op te bouwen, zodat er plaats ontstond voor een nieuwe weg dwars door het centrum van de stad. Het pand Molenstraat 68 herbergt een gevelsteen die ons aan deze periode herinnert. We zien een steigerend paard dat vuur spuwt en door de ruiter getemd wordt. De tekst vertelt ons: Het vuur dat woedt getemd door moed. Hieronder kun je een foto zien van het gapende gat in de Molenstraat dat ruimte maakte voor de Burg. Prinsensingel, die genoemd is naar de oud-burgemeester van de stad, Claudius Prinsen (1896-1952), door veel Roosendalers gezien als een held door zijn moedige houding tegenover de Duitse bezetter.
11. Burg. Prinsensingel We slaan linksaf de Burg. Prinsensingel in. We lopen aan de linkerkant van de straat over het trottoir langs de apotheek en steken even later de Kloosterstraat over. We lopen rechtdoor totdat er aan onze linkerhand een stenen muur begint. Dit is de muur van de tuin van klooster Mariadal. Bovenop de hoek van de muur staat een monument. We zien twee bouwvakkers die aan het metselen zijn. Zij bouwen als het ware Roosendaal terug op na de verwoestingen uit de Tweede Wereldoorlog, die worden uitgebeeld door de twee bommen onderaan op het monument. Het is een beeld uit 1950. We lopen verder tot aan het kruispunt met de Vincentiusstraat. Hier slaan we linsaf de Vincentiusstraat in.
12. Pater Alphonsus (Gerardus Averdieck) We wandelen nu langs het klooster in de Vincentiusstraat. Rechts van de hoofdingang in de gevel bevindt zich een gevelsteen. Het is een monumentje ter nagedachtenis aan de verzetstrijder pater Alphonsus, geboren als Gerardus Averdieck op 6 februari 1899 te Alphen. Pater Averdieck kwam op 11 juli 1942 aan in Roosendaal en verbleef in het klooster. Vanaf die tijd was hij dag en nacht in touw voor het verzet in Roosendaal. Hij smokkelde samen met andere verzetstrijders Joden, Franse soldaten, neergeschoten geallieerde piloten, Engelendvaarders en andere vluchtelingen, de grens over en schonk hulp aan onderduikers. Helaas werden zijn acties door verraad (hier kun je over lezen in het boek van John Braat over het verzet), bekend bij de Duitsers. Op 19 juli 1944 werd hij gearresteerd door twee leden van de Sicherheitsdienst (SD), de Duitse inlichtingendienst. Averdieck werd naar Den Bosch gebracht en vanuit daar overgeplaatst naar de beruchte strafgevangenis in Scheveningen ook wel Oranje Hotel genoemd. Begin augustus werd hij na strenge verhoren en martelingen overgebracht naar Kamp Vught. Hier werd hij op 11 augustus gefusilleerd! Averdieck wordt niet alleen herdacht door de gevelsteen, maar wanneer we verder lopen komen we bij de andere ingang van het klooster ook een Stolpersteine tegen ter nagedachtenis aan de verzetsheld die stierf voor andermans vrijheid! 13. Johannes Heijnen Na dit indrukwekkende verhaal, lopen we terug naar onze school, maar niet voordat we eerst nog een Stolpersteine bekeken hebben. De laatste voor vandaag. Om deze te vinden, moeten we verder wandelen door de Vincentiusstraat. We slaan de eerste weg rechtsaf de Dr. Lemmensstraat in. We lopen over de stoep langs de rechterkant van de straat. Voor huisnummer ?? zien we de Stolpersteine liggen voor Johannes (Jan) Heijnen. Jan Heijnen was op 25 oktober 1918 geboren te Roosendaal. Hij was leider van een verzetsgroep, Voor God en de Koning en bracht samen met de andere leden van zijn groep een illegaal blad uit. De groep hield zich veel bezig met spionage- en inlichtingenwerk. Helaas werden zijn ondergrondse praktijken hem ook fataal. Hij werd op 2 juli 1944 opgepakt. Via het Oranjehotel belandde hij in Kamp Vught en werd begin september 1944 bij de ontruiming van het kamp overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen. In oktober werd hij op transport gesteld naar Neuengamme, hier komt hij waarschijnlijk op 14 januari 1945 om het leven! Laten we de laatste meters op weg naar school, we slaan rechtsaf de Burg. Schoonheijtsstraat in, lopen door, steken de Brugstraat over en zijn weer in de Lyceumlaan, gebruiken om nog even stil te staan bij alle personen die we tegen zijn gekomen en voor wie de Tweede Wereldoorlog noodlottig werd. Denk nog eens terug aan de Familie van Loenhoud, Mina Cozijn, Pieter Penneweert, Pater Averdieck, Johannes Heijen en natuurlijk niet tet vergeten Olaf en Paula Geerts. Olaf een jongen van 16 jaar oud, een leerling van onze school… Het komt ineens wel erg dichtbij die Tweede Wereldoorlog! Bedankt voor jullie aandacht. Meneer Kuijpers 16-12-2011
Roosendaal: Paula Geerts, geboren 11 februari 1922 te Roosendaal, studente te Nijmegen, overleden 11 mei 1940 bij een Duitse luchtaanval op Roosendaal, samen met haar jongere broer Olaf. Als scholiere hield zij een dagboek bij dat later werd uitgegeven onder de titel Mijn dagboek. In Hoofddorp is een scoutingvereniging naar haar vernoemd.
Roosendaal (1930): Misdienaars en acolieten, in de tuin van de Paterskerk: zittend 1e rij v.l.n.r.: Olaf Geerts, Tiest Vos, Piet Holtzer, Adrie Vermeulen. Knielend: Jan Dierckxsens, Jan Vermeulen, Ad Mol, Fons Rademakers. Staand v.l.n.r.: Broeder Felix, Hubert Stoop, Gelsing, Joop v.d. Made, Joop van Haren, Harrie Verhaak, M. Lazeroms, Toon Bruglemans, H. Welling, pater J. van de Velde