Verleningsbeschikking 2015/8349/SS
Verleningsbeschikking datum ons kenmerk
: :
26 juni 2015 2015/8349/SS
Naar aanleiding van uw aanvraag van 22 april 2015 met kenmerk 20150427 lc/FL waarin u ons verzoekt om een bijdrage in de kosten van het project Beter Benutten vervolg, Zuidas Amsterdam, kunnen wij u berichten dat het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam (hierna: de subsidieverlener) heeft besloten u, bij besluit van 25 juni 2015, een subsidie te verlenen op grond van; de Subsidieverordening BDU Infrastructuur 2011 (hierna: de Verordening) en de Algemene Subsidieverordening Stadsregio Amsterdam. Het op 16 april 2015 getekende plan van aanpak van Zuidas Amsterdam in het kader van het Rijksprogramma Beter Benutten door de Plv. directeur generaal Bereikbaarheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Secretaris Stadsregio Amsterdam, de directeur van Dienst Zuidas gemeente Amsterdam, de directeur van Hello Zuidas, de voorzitter van Green Business Club Zuidas, de voorzitter Taskforce Bereikbaarheid Zuidas. Hello Zuidas, Green Business Club Zuidas Taskforce Bereikbaarheid Zuidas en Dienst Zuidas worden hierna gezamenlijk aangeduid als Zuidas Amsterdam. en met inachtneming van: Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). de Wet Infrastructuurfonds, alsmede het Besluit Infrastructuurfonds. en de overige in het onderhavige besluit gestelde voorwaarden ter realisatie van het project Fietscoalitie Smart City met projectcode 30590004. Op deze subsidie zijn de algemene bepalingen en de bepalingen uit hoofdstuk 2 van de Verordening van toepassing, voor zover zij betrekking heeft op een project waarbij de subsidie lumpsum verleend wordt. BESLUIT: Artikel 1 (gegevens aanvrager) Aan gemeente Amsterdam (hierna: de subsidieontvanger) als vertegenwoordiger van Zuidas Amsterdam wordt een subsidie verleend, met inachtneming van de navolgende artikelen en bovengenoemde wet- en regelgeving. De subsidie komt ten goede aan de samenwerkende organisaties in Zuidas Amsterdam op grond van het ondertekend Plan van aanpak Zuidas Amsterdam. De subsidie wordt overgemaakt aan Dienst Zuidas gemeente Amsterdam die als bestuurlijk rechtspersoon namens de gezamenlijke opdrachtgevers zorgdraagt voor spreiding van de financiële middelen binnen Zuidas Amsterdam. Artikel 2 (subsidiebedrag) 1. De subsidie wordt bepaald op basis van de daarvoor in aanmerking komende kosten van het project, waarbij een vast bedrag aan subsidie (lumpsum) wordt verleend van
Pagina 1 van 5
Paraaf
Verleningsbeschikking 2015/8349/SS
€ 1.624.500,- (zegge: één miljoen zeshonderdvierentwintigduizend en vijfhonderd euro) exclusief BTW. In het subsidiebedrag is inbegrepen een vergoeding voor de kostenpost onvoorzien en kosten van voorbereiding, administratie en toezicht (VAT). Artikel 3 (algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger) 1. De subsidieontvanger vrijwaart de subsidieverlener voor alle risico’s en kosten in verband met de aanbesteding van het project. 2. De subsidieontvanger is gehouden, om vanaf dagtekening van de beschikking, te komen tot afstemming van de diverse publiciteitsmomenten en start- of openingshandelingen met de subsidieverlener. 3. De subsidieontvanger is gehouden tot het beschikbaar stellen van de resultaten van de niet infrastructurele maatregelen opgenomen in artikel 4, te weten de ingewonnen data van fietsritten, ten behoeve van monitoringssystemen subsidieverlener en gemeente Amsterdam, met inachtneming van de door de deelnemers geaccepteerde voorwaarden op het gebied van privacy. Artikel 4 (prestatieverplichting, subsidiedoel en specifieke verplichtingen) 1. De bijdrage (rijk en regio) is uitsluitend bedoeld voor: a. Stimuleren gebruik van de fiets - het faciliteren van het gebruik van de fiets door grootschalig te investeren in fietsinfrastructuur en fietsstimulering bij werkgevers te promoten; b. Reizen buiten spits stimuleren – het scheppen van een aantrekkelijk OVaanbod dat reizen buiten de spits stimuleert en ‘Het nieuwe werken’ bij werkgevers promoten; c. De werkgeversaanpak - De reeds lopende aanpak richting de werkgevers op de Zuidas intensiveren en resultaatgerichter aanpassen, deels ter ondersteuning van de andere acties, deels met eigen resultaten als doel; d. Monitoring en evaluatie – Het onderdeel onderzoek en monitoring wordt grotendeels getrokken door de Taskforce Bereikbaarheid en krijgt een prominente plaats in de uitvoering van dit plan van aanpak. Artikel 5 (aanvang project) 1. De subsidieontvanger heeft in haar aanvraag aangegeven met de uitvoering van dit project te zijn gestart. Artikel 6 (voortgang project) 1. Jaarlijks op uiterlijk 15 oktober bespreken projectleiding subsidieontvanger, programmamanager BB-MRA en I&M de voortgang van het project. 2. De subsidieontvanger rapporteert formeel eenmaal per kalenderjaar, uiterlijk 15 oktober, over de voortgang van het project aan de programmamanager BB-MRA, I&M en Stadsregio Amsterdam, op basis van de in het plan van aanpak opgenomen mijlpalen per kalenderjaar. 3. Indien de termijn genoemd in lid 1, overschreden wordt, dient de subsidieontvanger voor afloop van voornoemde termijn, een gemotiveerd verzoek tot uitstel in bij de subsidieverlener.
Pagina 2 van 5
Paraaf
Verleningsbeschikking 2015/8349/SS
Artikel 7 (voorschotten) 1. De subsidieverlener verleent haar voorschotten op basis van de resultaten van de jaarlijkse voortgangsgesprekken. 2. De subsidieverlener verstrekt na afgifte van de verleningsbeschikking een voorschot van € 265.000,-, zijnde het in het plan van aanpak opgenomen begrote kasritme van de rijksbijdrage 2015 (m.u.v. de rijksbijdrage van de Mahlerstalling groot € 275.000,-) minus het in april 2015 verleende voorschot. De subsidieverlener verleent het voorschot onder voorbehoud van de formele resultaten van de voortgangsrapportage periode oktober 2015 onder voorbehoud van het go/nogo besluit van het bestuurlijk trio. 3. De subsidieverlener verstrekt na positief besluit van het bestuurlijk trio over 3.000 plaatsen Mahlerstalling de rijksbijdrage van € 275.000,-. 4. De subsidieverlener verstrekt in januari 2016 een voorschot van € 519.500,- onder voorbehoud van de formele resultaten van de voortgangsrapportage en bespreking daarvan uiterlijk 15 oktober 2016. 5. De subsidieverlener verstrekt in januari 2017 een voorschot van € 565.000,- onder voorbehoud van de formele resultaten van de voortgangsrapportage en bespreking daarvan uiterlijk 15 oktober 2017. Artikel 8 (oplevering project) 1. De subsidieontvanger dient, rekening houdend met de startdatum als genoemd in artikel 5, lid 1 van deze beschikking, en de in de subsidieaanvraag opgenomen uitvoeringsduur van het project uiterlijk 31 december 2017 een verklaring van formele oplevering in bij de subsidieverlener, vergezeld van een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de infrastructurele maatregelen en voortgangsrapportage d.d. oktober 2017. 2. Indien de termijn, genoemd in het lid 1, overschreden wordt, dient de subsidieontvanger, voor afloop van voornoemde termijn, een gemotiveerd verzoek tot uitstel in bij de subsidieverlener. Artikel 9 (aanvraag subsidievaststelling, eindverantwoording) 1. De subsidieontvanger dient binnen 3 maanden na datum oplevering project, zijnde uiterlijk 31 maart 2018, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij de subsidieverlener. 2. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt vergezeld van een door de subsidieverlener voorgeschreven prestatieverklaring, welke is opgenomen in de bijlage “prestatieverklaring” bij deze beschikking. 3. Indien de termijn, genoemd in lid 1, overschreden zal worden, dient de subsidieontvanger, voor afloop van voornoemde termijn, een gemotiveerd verzoek tot uitstel in bij de subsidieverlener. Artikel 10 (vaststelling subsidie) 1. De subsidieverlener stelt de subsidie vast binnen 3 maanden na ontvangst van de volledige aanvraag tot subsidievaststelling. 2. Indien er geen aanvraag tot subsidievaststelling binnen de gestelde termijn is ontvangen, kan de subsidieverlener, na eenmalig rappel, binnen 3 maanden na de in artikel 9, lid 1 van deze beschikking opgenomen termijn, de subsidie ambtshalve vaststellen.
Pagina 3 van 5
Paraaf
Verleningsbeschikking 2015/8349/SS
3. Indien blijkt dat door de subsidieontvanger in onvoldoende mate is voldaan aan de prestatieverplichtingen zoals opgenomen in artikel 4 van deze beschikking, kan de subsidieverlener het subsidiebedrag lager vaststellen. Artikel 11 (betaling) 1. De subsidieverlener verstrekt het subsidiebedrag overeenkomstig de subsidievaststelling, genoemd in artikel 10, lid 1 van deze beschikking, onder verrekening van de verstrekte voorschotten. 2. Het subsidiebedrag wordt binnen 4 weken na de subsidievaststelling, genoemd in artikel 10, lid 1 van deze beschikking, verstrekt. 3. Indien de vastgestelde subsidie lager is dan het totaal van de verstrekte voorschotten, zal de subsidieverlener het teveel uitgekeerde subsidiebedrag terugvorderen.
Pagina 4 van 5
Paraaf
Verleningsbeschikking 2015/8349/SS
Bijlage “De prestatieverklaring” zie onderstaand Modelblad
aan:
de Stadsregio Amsterdam t.a.v. het dagelijks bestuur dagtekening, Geacht bestuur, Ondergetekende verklaart hierbij dat met betrekking tot het project: Beter Benutten Vervolg, Zuidas Amsterdam met projectcode 30590004, waarvoor wij een verleningsbeschikking, d.d. 26 juni 2015 met kenmerk 2015/8349/SS hebben ontvangen:
het project conform onze aanvraag d.d. 22 april 2015 met kenmerk 20150427 lc/FL is uitgevoerd en formeel opgeleverd zodat voldaan is aan hetgeen in artikel 4 is opgenomen hetgeen betekent dat de aantoonbare fysieke infrastructurele maatregelen/voorzieningen zijn gerealiseerd en dat in de verslaglegging van de voortgangsrapportage oktober 2017 is aangetoond dat de niet infrastructurele maatregelen akkoord zijn bevonden door de programmamanager BB-MRA en I&M;
vanaf het besluit tot subsidievaststelling: - de continuïteit van het gebruik van de infrastructurele voorziening, voor het specifieke doel waarvoor de subsidie wordt verleend en de technisch-functionele instandhouding van de infrastructurele voorziening voor de termijn van 10 jaar te waarborgen, conform artikel 20, lid 1, sub c, en artikel 20, lid 1 sub d onder i van de Verordening. - zij zich verplicht binnen voornoemde termijn van 10 jaar het dagelijks bestuur van de Stadsregio formeel te informeren omtrent veranderingen in de continuïteit van het specifieke gebruik dan wel de technisch-functionele instandhouding van de betrokken infrastructurele voorziening.
Ondertekend door / namens de directie van stuurgroep Beter Benutten Zuidas Amsterdam,
Pagina 5 van 5
Paraaf