Jeremia (2) – boete Gemeente van onze Heer, Jongens en meisjes, waar denken jullie aan bij het woord … Slide
Boete
… Vaak denk je aan: Slide
Een boete krijgen (plaatjes van bekeuring)
Als je te hard rijdt. Of door rood. Als je brutaal bent tegen de politie. Of zonder licht fietst. Als je geen ID bij je hebt. Of bij wildplassen. Er zijn heel veel redenen waarom jij een boete zou kunnen krijgen. Je krijgt een boete als je de wet overtreedt. Daar kun je het niet mee eens zijn. Maar zo werkt het. Als je een overtreding begaat. Dan moet je daarvoor boeten. Slide
Een boete betalen (plaatje van bekeuring blijft staan)
En dan kun je die boete betalen. En dan is de overtreding weer weg. Werkt dat in de kerk ook zo? Nou, er waren kerken, vroeger, hier in Rotterdam. Daar preekte de dominee zo lang. Dat er op een gegeven moment een regel is ingesteld. Al hij te lang preekt, dan moet hij een boete betalen. Dat was een kleine boete. Drie stuivers. Maar toch. De dominee kreeg op de kansel een zandloper. Slide
Plaatje zandloper (andere plaatjes en tekst blijven staan)
Die had drie kwartier. En dan mocht de dominee hem één keer omdraaien. Dus hij mocht anderhalf uur preken. Maar ja, dominees dachten daar anders over. En vroeger speelden die nogal de baas. Dus toen een dominee anderhalf uur gepreekt had, toen draaide hij de zandloper nog eens om en zei: ‘we doen nog een glaasje’. En zomaar kon hij weer drie kwartier aan het woord zijn. Zonder de boete te betalen. Maar dat bedoelde ik natuurlijk niet. Met de vraag: werkt dat in de kerk ook zo? Wij hebben ook wetten in de kerk. De tien geboden worden iedere week voorgelezen. Maar als je die nou overtreedt. Kun je dan betalen met een boete? Kun je dan door terug te betalen. Kun je daardoor je schuld opheffen? Slide
Boete doen
1
In de kerk spreken we vaak niet van ‘boete betalen’. Maar van ‘boete doen’. En vroeger was dat wel zo. Als je dan iets fout gedaan had. Dan ging je biechten. En dan zij de pastoor: dan moet je zoveel keer een ‘Weesgegroetje’ bidden en nog andere dingen doen. En dan is je schuld weg. Dan heb je boete gedaan. En wij geloven dat niet zo. Wij zeggen hier in de kerk dat je leeft van genade. En dat is volgens mij Bijbels. Maar hoe zit het dan met boete doen? Weet je, in de Bijbel komt dat niet zo vaak voor. En dan is het meestal het woord ‘boeten’. Afgelopen dinsdag nog in Psalm 34, de laatste zin ‘nooit zal boeten wie schuilt bij hem.’ En dat betekent ook een soort ‘boete doen’. Jeremia gebruikt dat woord samen met Ezechiël het meest van allemaal. Vandaar dat ik er voor heb gekozen dat woord een keer te bekijken. Boeten. Boete doen. Met de Reformatie zijn we dat woord kwijtgeraakt. En de vraag is: zijn we daarmee iets belangrijks kwijtgeraakt? Of is de term ouderwets en moeten we het vervangen door andere termen? Slide
Poster Jeremia
Ik wil het dus hebben over ‘boete doen’. En dan gaat het me niet om de term zelf, maar om de inhoud er van. Vandaar dat we vanochtend lezen in Jeremia 3 en 4. In de Statenvertaling staat daarboven: ‘Opwekking tot boete’ (boven hoofdstuk 3) En ‘hernieuwde boetprediking’ (boven hoofdstuk 4). Slide
Jeremia 3:6-14a
Mijn broeder en mijn zuster, Jeremia is aangesteld tot profeet. We zagen vorige keer dat dat een zware taak is. Hij had niet altijd een fijne boodschap. Wel consequent. God wil graag dat zijn volk naar hem verlangt. Ziet dat hij de enige is van wie ze heil kunnen verwachten. Maar dat is vaak aan dovemansoren gericht. Ook vandaag. Je zoekt je heil zo vaak in andere dingen. In relaties, in geld of een huis, in gezondheid of je eigen mogelijkheden. Jeremia moet daar tegen optreden. Dat is soms stevig. Zoals hier in het deel dat we lazen. Je zou maar van overspel beticht worden. En dan gaat het hier om het tienstammenrijk. Het noordelijke deel van Israël (slide landkaart). God zegt daarover: ze gingen achter iedere god aan die ze maar konden vinden. Alle bergen hadden hun eigen godheid. Onder allerlei bomen werden tempels opgericht. Met alles wat daar bij hoort. Rituelen die soms te ranzig zijn om te benoemen. Kinderoffers. Tempelprostitutie. En God dacht, zo staat er: daar krijgen ze wel een keer genoeg van. Als blijkt dat al die goden en rituelen geen steek helpen. Dan komen ze wel terug. Maar het blijkt van niet. Het leek wel of ze terugkeerden. Maar dat gebeurde niet echt. Wel met de mond. En uiterlijk. Zo staat in vers 10. Maar het gaat om je hart. Kom je van harte bij de HEER terug? Wil je echt bij hem horen? Of alleen maar als een poging om het lot toch nog te keren? God zag dat het niet echt was. En laat dan vervolgens Israël in ballingschap voeren. Het noorden ligt er in de tijd van Jeremia verwoest bij. En andere volken dan de Joden zijn er komen wonen. Dat zou toch te denken moeten geven…
2
Maar het gekke is: Juda die ziet dat. Dat volk heeft het van nabij gevolgd. Het kwam echt heel dichtbij. En Jeremia die dreigt dat hen hetzelfde zal overkomen. Maar er gebeurt niks. Ook Juda zoekt andere goden. Dient verkeerde doelen. Is vooral bezig met wat ze zelf willen doen. En laten zich niets gelegen liggen aan de HEER. Hoe Jeremia ook waarschuwt. En God roept opnieuw. Hij belooft zelfs dat hij genadig is. Kom terug! Kom terug! Alsjeblieft. Bij mij heb je het goed. Maar Juda luistert niet. Het is indringend hoe God zijn volk terugroept. En ontluisterend dat Juda niet gehoorzaamt. Waarom leren ze niet van wat er gebeurde met het tienstammenrijk? Waarom gaan ze zo laconiek om met wat ze zien aan straffen? En het gekke is: ook wij zijn vaak niet onder de indruk. Wij denken vandaag: zo’n vaart zal het niet lopen. Dat Jezus terugkomt? Ach, ik hoef dat toch niet zo serieus te nemen!? Zo leven we vaak. Ik-gericht. Veel te weinig bewust. En nee, we lopen geen afgoden achterna. Toch? Of toch wel? Bouwen we zekerheden in naast God? Waar vertrouwen wij op? Jeremia roept ons op. Om serieus na te denken over ons leven. Zoals Jezus later ook zegt dat je moet leren van wat anderen overkomt. Er valt een toren om en sommige mensen sterven. De leerlingen vragen: zijn deze mensen zondiger dan anderen? Jezus houdt ze als antwoord een spiegel voor: bekeer je, want anders zul je op dezelfde manier omkomen. (Lucas 13) Leren van wat anderen overkomt. Een schokeffect. Oproep tot boete. Dat is wat Jeremia en Jezus gemeen hebben. Het is aan ons om te luisteren. Slide
Jeremia 3:19-25
Hier lees je de pijn van je Vader in de hemel. God weet dat het bij hem goed is. Hij weet wat hij te bieden heeft. En dat geen enkele andere godsdienst dat kan. Dat er geen zekerheid is die groter is dan die van God. Hij smeekt zijn kinderen om terug te keren. En God laat ook zien dat hen geen straf wacht. Ik vind dat enorm aandoenlijk. God wijst de weg. En dat is een weg van boete. Zo zou je dat kunnen noemen. Maar wat is dat dan, boete? Nou, ik vind dat Jeremia dat prachtig verwoordt. Het is vooral: eerlijk zijn over jezelf. Niet schijnheilig. Maar echt. Als God je terugroept. Dat je je dan niet gaat verdedigen. Zo van: ja maar ik merkte zo weinig van u. Ik heb het wel geprobeerd om te geloven, maar ja, het lukte niet. Of: ach, die zonden. Daar hoeft u toch niet zo zwaar aan te tillen. Nee, wees maar eerlijk en open. Daar begint boete doen. Eerlijk zijn. Over je zonden. Over je gebrek aan vertrouwen. God schrijft precies voor hoe het zou moeten gaan. En dat je niet bang hoeft te zijn als je niet eerlijk bent. We lezen verder: Slide
Jeremia 4:1-4
God belooft zegen als je zo terugkeert. Zo eerlijk bent over jezelf. En echt een nieuw begin maakt. Waarom is het dan zo moeilijk?
3
De beeldspraak die Jeremia gebruikt is geweldig. Besnijdt de voorhuid van je hart. Besnijdenis dat is dat een hapje uit de voorhuid van je penis gesneden wordt. En elke keer als je die dus gebruikt. Als je naar de wc gaat. Of als je seks hebt. Dan word je er aan herinnerd dat je van God bent. Dat jij toegewijd moet leven. Kijk, je raakt er vast aan gewend, dat je besneden bent. Maar juist als je over de schreef gaat. Als je vreemd gaat. Juist dan zal het misschien toch even door je hoofd schieten. Je wordt er steeds weer mee geconfronteerd. Als je je hart moet besnijden. Dan vraagt God dus: confronteer jezelf met je zonden. Als je je hart op andere dingen zet. Als je naast God van harte andere goden dient. Dat je je dan telkens herinnert dat je God verdriet doet. Dat je hem tekort doet. Het heeft dus te maken met zondenbewustzijn. Niet uiterlijk, maar van binnen. Ga de confrontatie aan, zegt God. Alsjeblieft, loop niet weg voor je zonden. Verberg je niet voor me. Maar kom er voor uit. Hier ben ik, God, Vader. Ik heb het fout gedaan. Ik ben vreemdgegaan. Ik ben schuldig. En ik baal er van. Ik nam me voor om u geen pijn te doen. Maar echt oprecht was ik niet. Want het gebeurde zomaar weer. Eerlijk zijn over jezelf. Je zonden durven zien en benoemen. Volgens mij is dat het begin van boete doen. Slide
Het begin van boete doen
God roept je terug. Als je de verkeerde weg ingaat. En dat begint met dat je inziet en toegeeft dat je fout zit. Dat is ook zo in de gelijkenis van de verloren zoon. Hij zit tussen de varkens. Ver weg van huis. En denkt: wat heb ik gedaan? Bij mijn vader was het beter. Dat is het begin van boete doen… Slide
… en het einde!
En ook het einde! Want meer kun je niet. Meer hoef je ook niet. Als je je zonden werkelijk serieus neemt. Als je jezelf heel eerlijk onder ogen komt. Dan kan het toch niet zo zijn dat jij daarna denkt: nou, dat ga ik even compenseren. Ik ga betalen. En dan is het weer uit de lucht. Honderd weesgegroetjes en een kaars aansteken. En vragen om vergeving. En dan is het weer klaar. Maar zo werkt het toch niet!? Dan besef je toch niet werkelijk hoeveel pijn je God doet! Dan onderschat je je zonden opnieuw. God zegt ook niet: als je dat doet, dan heb je het weer goedgemaakt. God zegt: als je eerlijk bent, dan maak ik het weer goed. Vers 22 bijvoorbeeld: Ik zal jullie genezen van je ontrouw. Niet jijzelf. Niet jouw goede inborst of je voornemens. Nee, God zelf. Boete doen betekent in de Bijbel niet dat jij ook nog eens je fouten compenseert. Het betekent dat jij toegeeft. Maar dat God je fouten teniet doet. Dat is het grote wonder, dat hier in Jeremia al wordt aangekondigd. Het gaat niet om offers, zodat je betaalt. Het gaat niet om de hoeveelheid toewijding die jij hebt. En dan is het weg. Nee. Het gaat er om dat jij eerlijk bent. Dat je de voorhuid van je hart besnijdt. Dat je je hart openlegt voor God. Dat je de confrontatie met je zonden aangaat. En wat gebeurt er dan? Slide
Jezus betaalt onze boete
4
Jezus is gekomen om jouw boete te betalen. Het is onvoorstelbaar gelukkig en onbetaalbaar beschamend. Hij draagt de straf. Hij betaalt de boete. Hij doet boete. En wij… zijn vrij! Heel mooi zie je dat bij Johannes de Doper. Als Jezus bij hem komt. Johannes die iedereen oproept tot boete. Dat betekent daar: erkennen van zonden. Je laten onderdompelen. En een nieuw leven beginnen. Johannes roept iedereen op tot boetedoening. En dan komt Jezus. En dan zegt Johannes: dat kan ik niet. Ik zou door u gedoopt moeten worden. En dan zegt Jezus: Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen. Jezus, de man zonder zonde. Hij doet boete. Geeft gehoor aan de oproep van Johannes de doper. En op deze manier krijgt jouw Heiland dus deel aan jouw leven. Hij ondergaat wat jij moet boeten. Op Golgota wordt dat werkelijkheid. En hier, in Jeremia, wordt die weg dus als gewezen. Het evangelie, de blijde boodschap van de Bijbel, breekt dus met ons idee van boete doen. Wij denken dan: wij moeten betalen. Als wij maar genoeg… Als wij maar genoeg door het stof gaan, dan raken we onze zonden kwijt. Als wij maar genoeg naar de kerk gaan, dan komt het goed. Als wij maar genoeg compenseren door goede werken, dan komt het goed. Als wij maar genoeg bidden, dan verhoort God ons misschien. Als wij maar genoeg aan God denken, dan zal hij ons niet straffen. En ga zo maar door. Nee, Jezus doet genoeg. Genoegdoening. Boete. Voor mij. Voor jou. En dat is een wonder. Hij komt in jouw plaats staan. En jouw zonden worden teniet gedaan. Geen biecht is nodig. Geen weesgegroetjes. Alleen maar eerlijk zijn over jezelf. Erken dat je total loss bent. Dat jij niks te bieden hebt. En vluchten in Gods armen. Schuilen bij Jezus en geloven in hem. Als losers. Als zondaars. Meer is niet nodig. En dan ben je vrij. Amen
5