Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO

Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO 14064-1

Europcar Autoverhuur BV september 2013 definitief

Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO 14064-1

dossier : BC5053-101-100 registratienummer : MD-AF20131605 versie : definitief classificatie : Klant vertrouwelijk

Europcar Autoverhuur BV september 2013 definitief

HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

HaskoningDHV Nederland B.V.

INHOUD

BLAD

1

INLEIDING

2

2 2.1 2.2

AFBAKENING Organisatiegrenzen Operationele grenzen

3 3 5

3 3.1 3.2

RESULTATEN CO2 emissies scope 1 en 2 in 2012 Onzekerheid in de resultaten

7 7 12

4 4.1 4.2

CONCLUSIE Conclusies Aanbevelingen nauwkeurigere voetafdruk

14 14 14

5

COLOFON

15

BIJLAGEN Bijlage 1 – Berekeningen van de scope 1 en 2 emissies Deze CO2 inventarisatie is opgesteld overeenkomstig de eisen uit ISO 14064-1;2006, paragraaf 7: ISO § 7.3 GHG Beschrijving Hoofdstuk Overig 14064-1 report /paragraaf content onderhavig rapport A Reporting organization 1 B Person responsible Mevr. M. Zandvliet C Reporting period 1 01-01-2012 t/m 31-12-2012 4.1 D Organizational boundaries 2 4.2.2 E Direct GHG emissions 3 4.2.2 F Combustion of biomass Niet van toepassing 4.2.2 G GHG removals Niet van toepassing 4.3.1 H Exclusion of sources or sinks Niet van toepassing 4.2.3 I Indirect GHG emissions 3 5.3.1 J Base year 2012 (1) 5.3.2 K Changes or recalculatons Niet van toepassing 4.3.3 L Methodologies Bijlage 1 4.3.3 M Changes to methodologies Niet van toepassing 4.3.5 N Emission or removal factors 2.2 used 5.4 O Uncertainties 3 P Statement in accordance with 1 ISO 14064

Europcar Autoverhuur BV/Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO 14064-1 MD-AF20131605

september 2013, versie 1 -1-


1

INLEIDING

Europcar Autoverhuur BV, hierna te noemen Europcar, is één van de grootste autoverhuurbedrijven van Nederland met vestigingen in alle grote steden en op de luchthavens. Europcar hecht veel waarde aan een schone leefomgeving en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Door MVO hoopt Europcar haar positieve bijdrage aan mens en milieu verder te verhogen. Daarom beschikt Europcar in haar wagenpark over een energiezuinig autoverhuurlabel; GoforGreen met uitsluitend A en B energielabel auto’s. Europcar is zich bewust van haar klimaatimpact en heeft de behoefte om inzicht te hebben in de eigen CO2 voetafdruk. Europcar is daarom gestart met het systematisch en structureel in kaart brengen van de CO2 emissies van de eigen bedrijfsvoering. Het jaarlijks in kaart brengen van de CO2 voetafdruk biedt Europcar de kans om de uitstoot te monitoren, te sturen op maatregelen om de CO2 emissies te reduceren en de bedrijfsvoering te verduurzamen. Onderdeel van de klimaatambities van Europcar is het behalen van een certificaat op de CO2-Prestatieladder. Een CO2 bewust certificaat stelt Europcar in staat om haar klimaatimpact en –beleid duidelijk te communiceren naar (potentiële) klanten en contacten en het milieubeleid aan te scherpen. In dit rapport wordt de CO2 voetafdruk van Europcar over het gehele jaar 2012 (1 januari 2012 – 31 december 2012) besproken. Het basisjaar voor de emissie inventarisatie is tevens 2012. De CO2 voetafdruk geeft een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen1, uitgedrukt in CO2 equivalenten. Daarnaast geeft ze inzicht in de herkomst van deze emissies, door een onderverdeling te maken naar de verschillende locaties en emissiebronnen van Europcar en naar directe en indirecte broeikasgasemissies. Aan de hand van de resultaten uit dit rapport kan Europcar haar klimaat- en energiebeleid op gerichte wijze monitoren en sturen. De CO2-Prestatieladder is in 2009 ontwikkeld door ProRail met als doel bedrijven te stimuleren tot CO2 bewust handelen en dit te kunnen belonen in aanbestedingen. Inmiddels is de CO2-Prestatieladder verzelfstandigd en in eigendom bij de onafhankelijke Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Ook andere (publieke en commerciële) organisaties maken nu gebruik van de CO2Prestatieladder bij aanbestedingen. De Prestatieladder kent 4 invalshoeken: A. Inzicht (het opstellen van een CO2 voetafdruk, conform de mondiale ISO 14064 normen). B. CO2 reductie (de ambitie van het bedrijf de uitstoot te verminderen). C. Transparantie (de wijze waarop een bedrijf daarover intern en extern communiceert). D. Deelname aan initiatieven (in sector of keten) om CO2 te reduceren. Elke invalshoek is onderverdeeld in 5 niveaus, hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren. Een certificerende instantie zal de activiteiten beoordelen om het niveau van het CO2 bewust certificaat te bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen A t/m D van de ladder. De in dit rapport opgeschreven emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO2Prestatieladder, te weten: “het bedrijf beschikt over een uitgewerkte emissie inventaris voor haar scope 1 en 2 CO2 emissies conform ISO 14064-1”.

1

Het gaat hier om de 6 geïdentificeerde Kyotogassen: CO2, CH4, N2O, HFCs, PFCs en SF6.




In dit rapport wordt de footprint gerapporteerd volgens § 7.3.1 van deze norm. In de inhoudsopgave is een verwijzingstabel opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken van dit rapport de te rapporteren aspecten van de ISO 14064-1 norm staan.

2

AFBAKENING

Dit rapport is gebaseerd op de methodiek van de CO2-Prestatieladder (versie 2.1). De Prestatieladder borduurt voort op het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol)2, dat een internationaal erkende stapsgewijze aanpak beschrijft om een CO2 voetafdruk te berekenen.

2.1

Organisatiegrenzen Europcar Autoverhuur BV is onderdeel van de Spuigroep. De organisatiestructuur van de Spuigroep is weergegeven in onderstaande figuur:

Figuur 1 Organogram Spuigroep (incl. Europcar Autoverhuur BV)

Europcar Autoverhuur BV heeft een A/C analyse uitgevoerd om te bepalen of zich ook A-aanbieders onder deze concernbedrijven bevinden. Uit de A/C analyse blijkt dit niet het geval te zijn. Bij het bepalen van de organisatiegrenzen zijn alle activiteiten waarover Europcar Autoverhuur BV (KvK nummer 24154583) de regie voert, meegenomen in de CO2 inventarisatie3. Hierbij is gebruik gemaakt van de ‘operational control’ methode conform het Greenhouse Gas Protocol. Om de CO2 uitstoot van het bedrijf te bepalen is de organisatie onderverdeeld in ‘bedrijfsonderdelen’. Dit zijn de locaties (zie tabel 1) Per bedrijfsonderdeel is er een onderverdeling gemaakt in ‘subbedrijfsonderdelen’, ‘subsubbedrijfsonderdelen’ en ‘subsubsubbedrijfsonderdelen’. Deze zijn voor alle locaties gelijk (m.u.v. de locatie in Rotterdam Centraal Station, welke wordt verwarmd d.m.v. stadswarmte in plaats van aardgas). Een voorbeeld is weergegeven in tabel 2.

2

3

Informatie over het Greenhouse gas Protocol is te vinden op www.ghgprotocol.org. Greenhouse Gas Protocol Hoofdstuk 3 Setting Organizational Boundaries.




Tabel 1 Indeling bedrijfsonderdelen (locaties) Europcar.

Tabel 2 Voorbeeld onderverdeling per locatie (bedrijfsonderdeel)




2.2

Operationele grenzen De internationale normen schrijven voor dat naast CO2 nog vijf broeikasgassen4 worden meegerekend in het bepalen van een CO2 voetafdruk, te weten, CH4, N2O, HFCs, PFCs en SF6. Vervolgens kan de CO2 uitstoot (uitgedrukt in CO2 equivalenten) aan de hand van specifieke conversiefactoren worden bepaald. Deze conversiefactoren verschillen sterk per broeikasgas. HFCs, die vrijkomen bij lekkage van koelvloeistoffen in koel-/vriesapparatuur en airconditioning, hebben bijvoorbeeld een broeikasgaseffect dat honderden malen hoger kan liggen dan dat van CO2. Conform het GHG Protocol wordt onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (scopes) in twee categorieën: directe emissies (scope 1) en indirecte emissies (scope 2 en 3).

Figuur 2 Scopediagram emissiebronnen conform GHG en SKAO

Scope 1 De CO2 uitstoot in scope 1 betreft alleen de directe broeikasgasemissie van het bedrijf zelf, dus veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen (diesel, aardgas, benzine) en overige directe emissie van broeikasgassen (bijvoorbeeld de lekkage van koelvloeistoffen ter plaatse) als gevolg van de activiteiten die het bedrijf zelf uitoefent.

4

Het gaat hier om de 6 geïdentificeerde Kyotogassen: CO2, CH4, N2O, HFCs, PFCs en SF6.




Scope 2 Daarnaast wordt in een CO2 voetafdruk ook indirecte CO2 uitstoot ten gevolge van het elektriciteitsgebruik meegenomen. Bij het gebruik van elektriciteit door het bedrijf komt weliswaar geen CO2 emissie vrij (m.a.w.: in een elektrisch apparaat vindt geen verbrandingsproces plaats), maar bij de productie van elektriciteit in de elektriciteitscentrale wel. Door het inkopen van elektriciteit stoot het bedrijf op indirecte wijze CO2 uit. Ook de inkoop van rest- of stadswarmte wordt om deze reden tot scope 2 gerekend. In de CO2-Prestatieladder worden ‘zakelijke kilometers met privé auto’ (personal cars for business travel) en ‘zakelijke vliegtuigkilometers’ (business air travel) tevens tot scope 2 rekent, in tegenstelling tot het GHG Protocol, die deze onderdelen aan scope 3 toeschrijft. Scope 3 Tenslotte komt bij een organisatie indirecte CO2 emissie vrij door activiteiten waar men zelf geen invloed op kan uitoefenen; bijvoorbeeld emissies die vrijkomen bij de afvalverwerking door een externe partij, door productie van materialen die de organisatie inkoopt, of door woon werkverkeer van medewerkers (OV of eigen auto). Deze indirecte emissies worden scope 3 emissies genoemd. Voor eis 3.A.1. van de CO2-Prestatieladder is het verplicht scope 1 en scope 2 emissies te rapporteren. Emissies die in scope 3 vallen komen om deze reden niet terug in deze voetafdruk. Voor Europcar zijn de scopes als volgt ingevuld: Scope 1 Kantoorgebonden emissies  Brandstofverbruik: aardgasverbruik voor de verwarming van de locaties  Koelvloeistoffen: een aantal locaties van Europcar is voorzien van airconditioning. De lekkage van koelvloeistoffen (typen R22 en R407c) wordt meegenomen in scope 1. Vervoersgebonden emissies  Intern zakelijk (brandstoffen zijn benzine en diesel): onder “Intern Zakelijk” vallen voertuigen die ingezet worden voor intern zakelijk gebruik, waarbij de werknemer geen recht heeft op een auto van de zaak. Redenen kunnen zijn: cursus, salesbezoek, pendelvoertuig, onderhoud, schade, etc.  Intern privé (brandstoffen zijn benzine en diesel): onder “Intern Privé” vallen alle voertuigen die rijden voor werknemers welke recht hebben op een auto van de zaak.  Transporters: autotrailers, achtladers en oprijwagens vallen onder de categorie “Transporters”. Dit zijn altijd dieselvoertuigen (brandstof diesel). Scope 2 Kantoorgebonden emissies  Elektriciteitsverbruik: indirecte emissie van ingekochte elektra op de locaties.  Stadswarmte: inkoop van stadswarmte t.b.v. de verwarming op de locatie Rotterdam Centraal Station. Vervoersgebonden emissies  Zakelijke kilometers met privé-voertuigen: in 2012 zijn er geen zakelijke kilometers met privévoertuigen gedeclareerd, zij komen daardoor niet tot uiting in deze voetafdruk.  Zakelijke vliegtuigkilometers.




Verwijderingsfactoren Europcar wekt zelf geen duurzame energie op. Ook verbranding van biomassa vond binnen scope 1 en 2 niet plaats in 2012. Verwijderingsfactoren (removal factors) die de hoeveelheid voorkomen CO2 emissie per energie-eenheid door eigen duurzame energieproductie weergeven zijn derhalve niet van toepassing.

3

RESULTATEN 3.1

CO2 emissies scope 1 en 2 in 2012

Europcar heeft in 2012 in scope 1 en 2 2.034 ton CO2 uitgestoten De totale emissie in 2012 komt overeen met het energiegebruik van 9,6 miljoen autokilometers5. Het grootste deel van de emissies is het gevolg van directe emissies: - scope 1: 1.677 ton (82%) - scope 2: 357 ton (18%) Het totaalbeeld van de emissies per bedrijfsonderdeel is in tabel 3 weergegeven.

5

Een gemiddelde autokilometer veroorzaakt 210 gram CO2 uitstoot (CO2-Pestatieladder 2.1).




Tabel 3 CO2 emissies (in ton) van Europcar, 2012




Figuren 3 t/m 6 geven een grafische weergave van de uitsplitsingen van de CO2 emissies per bedrijfsonderdeel, subbedrijfsonderdeel, scope en emissiebron.

Figuur 3 CO2 emissie naar bedrijfsonderdeel, 2012.




Figuur 4 CO2 emissie naar subbedrijfsonderdeel 2012

Figuur 5 CO2 emissie naar scope 2012


september 2013, versie 1 - 10 -


Figuur 6 CO2 emissies per emissiebron 2012

Onderverdeling CO2 uitstoot bedrijfsonderdelen Uit figuur 3 blijkt dat het hoofdkantoor van Europcar in Den Haag (Europcar autoverhuur BV) zorgt voor het grootste deel van de emissies. Dit wordt veroorzaakt doordat alle zakelijke vliegkilometers van het bedrijf via het hoofdkantoor geregistreerd worden en ook hier in de voetafdruk zijn opgenomen. Ook gaat het hier om een relatief grote vestiging (m2). Ook overige relatief grote vestigingslocaties als Amsterdam, Den Haag West, Rotterdam Zuid, Utrecht en Groningen nemen een een groter deel van de emissies voor hun rekening. De bijdrage van de airportlocaties aan de totale voetafdruk is redelijk klein. Dit wordt met name veroorzaakt door het kleine vloeroppervlak dat Europcar hier in gebruik heeft.

Onderverdeling CO2 uitstoot subbedrijfsonderdelen Uit figuur 4 blijkt dat het grootste gedeelte, namelijk 69%, van de CO2 emissies van Europcar voor de rekening van vervoer komt. Het gaat daarbij zowel om intern zakelijk, intern privé als tranportvervoer. Het energieverbruik op de locaties (aardgas, stadswarmte, elektriciteit en de lekkage van koelvloeistoffen) veroorzaakt de overige 31% van de emissies. Onderverdeling CO2 uitstoot naar scope Vervoersgebonden emissies vormen het grootste gedeelte van de totale emissies van Europcar. Dit is terug te zien in scopeverdeling van de emissies (zie figuur 5) waaruit blijkt dat 82% van de emissies in scope 1 vallen. Het gaat dan met name om emissies als gevolg van de verbranding van diesel en benzine, maar ook het aardgasverbruik ten behoeve van de verwarming van de verhuurlocaties komt in scope 1 terug. Scope 2 emissiebronnen veroorzaken 18% van de totale emissies. In deze scope valt naast elektriciteit ook zakelijk vliegverkeer en de verwarming van locaties door middel van stadswarmte. In 2012 was er bij Europcar geen sprake zakelijke kilometers afgelegd met privévoertuigen, zij komen tengevolge niet terug in de voetafdruk.




Onderverdeling CO2 uitstoot emissiebronnen Figuur 6 geeft de uitsplitsing van emissies naar de verschillende emissiebronnen bij Europcar. Van de totale emissies van Europcar is 44% afkomstig van de verbranding van diesel ten behoeve van het intern zakelijke en interne privé vervoer en de transporters. Benzine, dat wordt gebruikt ten behoeve van het interne zakelijke en interne privé vervoer veroorzaakt 24% van de emissies. Elektriciteit voor de locaties zorgt voor 17% van de uitstoot. 14% van de emissies wordt veroorzaakt door de verbranding van aardgas op de locaties. Kerosine (voor het zakelijke vliegverkeer) veroorzaakt 1% van de emissies van Europcar. De bijdrage van de lekkage van koelvloeistoffen en stadswarmte aan de voetafdruk is zeer beperkt (minder dan 1 %). In 2012 was er bij Europcar geen sprake zakelijke kilometers afgelegd met privévoertuigen, zij komen tengevolge niet terug in de voetafdruk. In bijlage 1 staan de berekeningen in detail beschreven.

3.2

Onzekerheid in de resultaten De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid wordt op basis van expert judgement geschat op circa 20% als gevolg van: 1.

2.

Voor een aantal panden ontvangt Europcar zelf de energiefacturen (aardgas- en elektriciteitsverbruik). Echter, deze facturen worden op jaarbasis ontvangen en beslaan niet in alle gevallen een volledig kalenderjaar (januari - december 2012), maar een andere periode van 12 maanden. Er is in dit rapport aangenomen dat de jaarverbruiken representatief zijn voor het verbruik in kalenderjaar 2012. De onzekerheidsmarge die volgt uit de vertaling van de gegevens richting het kalenderjaar 2012 wordt geschat op circa 15%. Op de totale voetafdruk van Europcar leidt dit tot een onzekerheidsmarge van circa 5%. Europcar is niet van alle panden eigenaar. Een aantal panden wordt gehuurd, waarbij de servicekosten inclusief zijn. Ook zijn er panden die Europcar deelt met andere organisaties en waarvan het energieverbruik dat aan Europcar toebedeeld kan worden niet duidelijk is. Het gaat om de locaties in Den Haag Centrum, Rotterdam Centraal Station, Den Haag West, Rotterdam Zuid, Den Haag Hoofdkantoor, Amsterdam, Eindhoven, Utrecht de Uithof, Zeist, Enschede, Veendam, Hoogeveen, Maastricht, Amsterdam Zuidoost, Amersfoort en Almere.




3.

4.

5.

6.

Op de vliegvelden (Den Haag, Amsterdam Schiphol, Eindhoven en Maastricht) huurt Europcar een aantal m2 in een open ruimte (de luchthaven). Op basis van energieverbruikfacturen en het aantal vierkante meters van de locaties in eigendom (waarvan het werkelijke verbruik bekend is) is een gemiddeld werkelijk verbruik van aardgas en elektriciteit per vierkante meter bepaald. Om het verbruik van de locaties met onbekende verbruiksgegevens te bepalen, is het gemiddelde werkelijke verbruik van de overige locaties als uitgangspunt gebruikt. Op de totale verbruiksgegevens van aardgas betekent dit dat 67% berust op een inschatting, terwijl 33% werkelijk bekende waarden zijn. Van het totale elektriciteitsverbruik dat in dit rapport is gebruikt, is 64% gebaseerd op bovenstaande aanname. De onzekerheidsmarge die deze aannames met zich mee brengen wordt geschat op circa 15% van het totale aardgas- en elektriciteitsverbruik. Op de totale voetafdruk van Europcar leidt dit tot een onzekerheidsmarge van circa 5%. Stadswarmte: de locatie in Rotterdam Centraal Station wordt verwarmd door middel van stadswarmte. Aangenomen is dat de energievraag (aantal GJ) voor het verwarmen van het gebouw gelijk is aan de energievraag bij verwarming op aardgas. Met een energieinhoud van 31,65 MJ/m3 aardgas (Nederlandse lijst van energiedragers en standaard CO2-emissiefactoren, AgentschapNL) Dit betekent een energievraag van 0,5 GJ/m2. De conversiefactor van warmte bedraagt 20 kg CO2/GJ. De uitstoot voor de warmtevraag van de locatie in Rotterdam Centraal Station in 2012 bedraagt 145 m2 x 0,5 GJ x 20 kg CO2/GJ = 1,5 ton CO2. Op de totale voetafdruk van 2012 is dit een afwijking van minder dan 1% en derhalve niet significant. Intern zakelijk verkeer: De liters in deze categorie zijn geschat, aangezien de administratie van Europcar het momenteel niet toelaat om op liters of soort brandstof te zoeken. Deze schatting is gemaakt op basis van de werkelijke brandstofkosten, welke rechtstreeks uit het financieel pakket van Europcar komen. Vervolgens zijn de werkelijke brandstofkosten teruggerekend naar liters op basis van de landelijke adviesprijzen minus de gemiddelde korting die Europcar van de verschillende brandstofmaatschappijen krijgt. De scheiding in het soort brandstof (diesel of benzine) geschat aan de hand van het gemiddelde aandeel diesel of benzinevoertuigen in de vloot. De onzekerheidsmarge die hieruit volgt wordt geschat op circa 10%, vertaald naar de totale voetafdruk is dit circa 2%. Intern privéverkeer: De liters in deze categorie zijn geschat, aangezien de administratie van Europcar het momenteel niet toelaat om op liters of soort brandstof te zoeken. Deze schatting is gemaakt op basis van de werkelijke brandstofkosten, welke rechtstreeks uit het financieel pakket van Europcar komen. Vervolgens zijn de werkelijke brandstofkosten teruggerekend naar liters op basis van de landelijke adviesprijzen minus de gemiddelde korting die Europcar van de verschillende brandstofmaatschappijen krijgt. De scheiding in het soort brandstof (diesel of benzine) geschat aan de hand van het gemiddelde aandeel diesel of benzinevoertuigen in de vloot. Werknemers mogen maximaal 4x per jaar van voertuig wisselen, dus bij het bepalen van de soort brandstof is gekeken naar de brandstofvoorkeur van de werknemer. Indien een medewerker 10 maanden in een benzinevoertuig rijdt en 2 maanden in een diesel, dan is er van benzine voor de totale periode uit gegaan en v.v. De onzekerheidsmarge die hieruit volgt wordt geschat op circa 20%. Op de totale voetafdruk leidt dit tot een onzekerheidsmarge van 4%. Transporters: autotrailers, achtladers en oprijwagens vallen onder de categorie “Transporters”. Dit zijn altijd dieselvoertuigen. De liters in deze categorie zijn geschat, aangezien de administratie van Europcar het momenteel niet toelaat om op liters of soort brandstof te zoeken. Deze schatting is gemaakt op basis van de werkelijke brandstofkosten, welke rechtstreeks uit het financieel pakket van Europcar komen. Vervolgens zijn de werkelijke brandstofkosten teruggerekend naar liters op basis van de landelijke adviesprijzen minus de gemiddelde korting die Europcar van de verschillende brandstofmaatschappijen krijgt. De onzekerheidsmarge die hieruit volgt wordt geschat op circa 5%. Op de totale voetafdruk leidt dit tot een onzekerheidsmarge van maximaal 2%.




4

CONCLUSIE

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de CO2 emissie inventarisatie van Europcar bespoken. Tevens worden in dit hoofdstuk aangrijppunten gegeven voor een nauwkeurigere voetafdruk.

4.1

Conclusies CO2 emissie scope 1 en 2 De totale scope 1 en 2 CO2 uitstoot van Europcar bedroeg in het jaar 2012 2.034 ton. Hiervan is 1.677 ton het gevolg van directe emissies (scope 1) en 357 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit, zakelijk vliegverkeer en zakelijke autokilometers (scope 2). De emissies zijn vooral het gevolg van vervoersgebonden activiteiten (intern zakelijk en intern privéverkeer, en transporten) hier wordt 69% van de emissies veroorzaakt. 31% van de CO2 uitstoot van Europcar wordt veroorzaakt door het energieverbruik van de locaties. Van de totale emissies van Europcar is 44% afkomstig van de verbranding van diesel ten behoeve van het intern zakelijke en interne privé vervoer en de transporters. Benzine, dat wordt gebruikt ten behoeve van het interne zakelijke en interne privé vervoer veroorzaakt 24% van de emissies. Elektriciteit voor de locaties zorgt voor 17% van de uitstoot. 14% van de emissies wordt veroorzaakt door de verbranding van aardgas op de locaties. Kerosine (voor het zakelijke vliegverkeer) veroorzaakt 1% van de emissies van Europcar. De bijdrage van de lekkage van koelvloeistoffen en stadswarmte aan de voetafdruk is zeer beperkt (minder dan 1 %). In 2012 was er bij Europcar geen sprake zakelijke kilometers afgelegd met privévoertuigen, zij komen tengevolge niet terug in de voetafdruk.

4.2

Aanbevelingen nauwkeurigere voetafdruk Om in de komende jaren een nauwkeurigere voetafdruk te kunnen berekenen worden een aantal aanbevelingen gedaan: 1. 2. 3.

Het plaatsen van tussenmeters op de gehuurde locaties zodat het aardgas- en elektriciteitverbruik nauwkeuriger gemonitoord kan worden. Het monitoren van het aardgas- en elektriciteitverbruik op de eigen locaties, waardoor de verbruiken over een compleet kalenderjaar geadministreerd worden. Het aanpassen van de administratie, waardoor het type en aantal liters brandstof per voertuigcategorie bijgehouden en gerapporteerd kan worden.




5

COLOFON

Europcar Autoverhuur BV/Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO 14064-1 MD-AF20131605 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf

: Europcar Autoverhuur BV : Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO 14064-1 : BC5053-101-100 : 15 pagina's : Laura van Heeswijk : Henriette Former : Henriette Former : Rob van Tilburg : september 2013 :



HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (088) 348 20 00 F (088) 348 28 01 E [email protected] W www.royalhaskoningdhv.com

BIJLAGE 1

Berekeningen van de scope 1 en 2 emissies

De emissie van de verschillende subbedrijfsonderdelen van dit bedrijf is bepaald met behulp van de door Royal HaskoningDHV ontwikkelde CO2 scanner. De scanner is een rekeninstrument dat als volgt is opgebouwd: Op twee niveaus kunnen per (sub)bedrijfsonderdeel de CO2 emissies worden bepaald: 1) Invoer van energie gebruiksgegevens; 2) Invoer van activiteitendata. Ad 1: Invoer van energie gebruiksgegevens In veel gevallen zijn gegevens over het energiegebruik bekend. Deze energie gebruiksgegevens kunnen in de scanner worden ingevoerd, waarna automatisch met de juiste conversiefactoren de CO2 emissies worden berekend. Hierbij wordt de volgende formule gehanteerd:

CO2 uitstoot = (energiegebruik) x (conversiefactor)

Conversiefactoren Voor de inventarisatie van de CO2 uitstoot van Europcar over het jaar 2012 zijn de conversiefactoren uit de CO2-Prestatieladder 2.1 gehanteerd. Omdat het gaat om zeer specifieke conversiefactoren op nationaal niveau zijn de gehanteerde conversiefactoren zeer geschikt voor het omrekenen van broeikasgas activiteiten data naar de daardoor veroorzaakte CO2 emissie. Alle gebruikte conversiefactoren zijn opgenomen in de hierna weergegeven tabellen, kolom ‘conversiefactor’. Ad 2: Invoer van activiteitendata. In een aantal gevallen zijn energie gebruiksgegevens niet bekend. In dat geval kan het niveau van de ‘(sub)bedrijfsonderdeel gerelateerde activiteiten’ worden gebruikt (bijv. aantal gereden autokilometers). Dit niveau is gebaseerd op onderstaande formule:

CO2 uitstoot = (activiteit van het bedrijfsonderdeel) x (energie-indicator) x (conversiefactor)

Voorbeeld: het is niet bekend hoeveel liter kerosine er in 2012 gebruikt is voor de voor Europcar uitgevoerde zakelijke vliegtuigkilometers. Het is echter wel bekend dat er in 2012 70.968 zakelijke vliegtuigkilometers zijn afgelegd op enkele vluchten langer dan 2500 kilometer. Per afgelegde vliegkilometer in deze categorie wordt gemiddeld 135 gram CO2 uitgestoten6. In deze 135 gram is de energie-indicator reeds verrekend met de conversiefactor. De CO2 uitstoot door zakelijke vliegtuigkilometers wordt voor 2012 voor Europcar daarom geschat op 70.968 km x 135 g/km = 9,58 ton CO2. Alle data is door middel van berekeningen (calculaties) tot stand gekomen, er zijn geen metingen uitgevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te bepalen.

6

Bron: CO2 Prestatieladder versie 2.1, versie 18 juli 2012

Europcar Autoverhuur BV MD-AF20131605

bijlage 1

Leeswijzer tabellen:

In deze bijlage worden de berekeningen van de CO2 emissies weergegeven. Onder elke tabel is aangegeven welke aannames er gedaan zijn. De tabellen zijn als volgt opgebouwd (waarbij tussen haakjes steeds een voorbeeld van Europcar vermeld staat):

Bedrijfsonderdeel: Subbedrijfsonderdeel: Subsubbedrijfsonderdeel: Subsubsubbedrijfsonderdeel: Scope: Emissiebron: Energieverbruik: Eenheid: Bron: Conversiefactor: CO2 uitstoot (in ton):


Geeft aan op welk bedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. Den Haag Centrum) Geeft aan op welke subbedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. kantoorgebonden emissies) Geeft aan op welke subsubbedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. aardgasverbruik) Geeft aan op welke subsubsubbedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. minder dan 700 km) Geeft aan in welke scope de emissie geplaatst wordt (bijvoorbeeld scope 1) Geeft aan welke vorm van energie gebruikt wordt (bijv. aardgas) Geeft aan hoeveel energie er in het rapportagejaar is verbruikt (bijv. 9.865,8) De meeteenheid waarin het energiegebruik wordt uitgedrukt (bijv. m3) De informatiebron van de conversiefactor (bijv. CO2-prestatieladder versie 2.1) De omrekenfactor van het energiegebruik naar CO2 emissie (bijv. 1,825 kg/m3) De CO2 emissie, uitgedrukt in ton (1 ton = 1 duizend kg) (bijv. de locatie in Den Haag Centrum veroorzaakt een uitstoot van 18,01 ton CO2 door aardgasgebruik)

bijlage 1

Berekening (zie ook Excelbestand)


bijlage 1


bijlage 1


bijlage 1


bijlage 1


bijlage 1


bijlage 1


bijlage 1


bijlage 1


bijlage 1

Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO

Recommend Documents