Black plate (31,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
1
Elektronisch probleemgestuurd onderwijs
Maurice De Volder Docent Open Universiteit Nederland Onderzoeker Provinciale Hogeschool Limburg
Rita Dobbelaere Directeur onderwijs Provinciale Hogeschool Limburg
Frans Lemmens Lector verpleegkunde Provinciale Hogeschool Limburg
Agnes Ginkels Lector verpleegkunde Provinciale Hogeschool Limburg
1. Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) 2. E-learning aan de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) 3. Elektronisch Probleemgestuurd Onderwijs (EPGO) 3.1. Thematisch blok 3.2. Onderwijsgroep 3.3. Tutor 3.4. Vakexpert 3.5. Studielandschap 3.6. College 3.7. Practicum 3.8. Stage 3.9. Toets 3.10. Afstudeerwerk 3.11. Kwaliteitszorg 4. Voorbeelden en conclusies 5. Literatuur 6. Nuttige links
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 31 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (32,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 2
Krachtlijnen In Belgie¨ is probleemgestuurd onderwijs (PGO) alleen op grote schaal ingevoerd in het departement gezondheidszorg van de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) in Hasselt. In probleemgestuurd onderwijs wordt het onderwijs niet meer opgesplitst in los van elkaar staande vakken of disciplines, maar wordt tijdens de opleiding een reeks van thema’s aangeboden die ontleend zijn aan de beroepsuitoefening. De Provinciale Hogeschool Limburg is de eerste Belgische instelling voor hoger onderwijs die op grote schaal gebruikmaakt van e-learning, namelijk in alle eerste en tweede studiejaren van alle opleidingen. Elearning — of onderwijs met behulp van ICT — is een vorm van onderwijs die als belangrijkste troef heeft dat de leeractiviteiten onafhankelijk van plaats en tijd georganiseerd kunnen worden via elektronische weg. De meerwaarde die door ICT geboden wordt voor probleemgestuurd onderwijs wordt beschreven aan de hand van de voornaamste kenmerkende bestanddelen van probleemgestuurd onderwijs : thematisch blok, onderwijsgroep, tutor, vakexpert en studielandschap. Maar ook de minder typische bestanddelen van probleemgestuurd onderwijs passeren de revue : college, practicum, stage, toets, afstudeerwerk en kwaliteitszorg. De ervaring leert dat het gebruik van ICT in probleemgestuurd onderwijs niet overal even ver gevorderd is in de opleidingsonderdelen. Het multimediaal maken van blokboeken is een ‘work in progress’ en de leerkrachten leren al doende voortdurend bij in hun rol van virtuele tutor en begeleider in elektronische forums.
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 32 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (33,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
&
3
1. Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) In 1969 werd het medisch onderwijs van de Canadese McMaster University op een totaal nieuwe leest geschoeid onder impuls van Howard Barrows, die wordt beschouwd als de grondlegger van het probleemgestuurd onderwijs, in het Engels bekend als : problem-based learning (Barrows en Tamblyn, 1980). In Europa was de Universiteit van Maastricht een voorloper wat de implementatie van en het onderzoek naar probleemgestuurd onderwijs betreft (Schmidt en De Volder, 1984). In Belgie¨ is probleemgestuurd onderwijs (PGO) alleen op grote schaal ingevoerd in het departement gezondheidszorg van de Provinciale Hogeschool Limburg in Hasselt : in 1998 in de opleiding kinesitherapie, later ook in de opleidingen ergotherapie en verpleegkunde.
thematisch blok
In probleemgestuurd onderwijs wordt het onderwijs niet meer opgesplitst in los van elkaar staande vakken of disciplines, maar wordt tijdens de opleiding een reeks van themata aangeboden die ontleend zijn aan de beroepsuitoefening. De leerstof wordt met andere woorden interdisciplinair georganiseerd. Per thema worden alleen de disciplines bestudeerd die voor dat thema relevant zijn. De onderwijsgevenden moeten dus het nut van hun discipline expliciteren voor het deskundig handelen op het gebied van het bestudeerde thema. Themata komen achtereenvolgens aan bod gedurende een bepaalde periode die enkele (vier tot acht) weken duurt en een blok wordt genoemd.
taken
Per thema en dus per blok, moeten studenten werken aan bepaalde taken. Een bekende taakvorm is de probleemtaak. Een probleemtaak bestaat uit een beschrijving van een aantal verschijnselen of gebeurtenissen waarvoor een verklaring moet worden gezocht met als doel de achterliggende structuren en processen te begrijpen. De probleemtaak wordt ook wel eens aangeduid als verklaringstaak. Aan dit taaktype heeft probleemgestuurd onderwijs zijn naam te danken, wat eigenlijk onterecht is aangezien probleemtaken niet de enige taakvormen zijn. Andere bekende taakvormen zijn de discussietaak, de strategietaak, de studietaak en de toepassingstaak (Moust, Bouhuijs en Schmidt, 1997).
tutor
De zelfwerkzaamheid van de student speelt een grote rol in probleemgestuurd onderwijs. Er zijn relatief weinig contacturen en meer tijd voor studie met betrekking tot de bloktaken. Tijdens bijeenkomsten in kleine groepen (circa tien studenten) worden de vorderingen bij het bestuderen van de taken met elkaar besproken onder begeleiding van een docent in de rol van groepstutor. De rol van de tutor bestaat erin de groep te stimuleren tot effi-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 33 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (34,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 4
cie¨nt werken. Hoorcolleges horen niet thuis in de kleine onderwijsgroepen, maar worden apart georganiseerd voor alle studenten samen in plenaire sessies. De bloktaken zijn verzameld in een blokboek. Het blokboek is een soort
blokboek
spoorboekje voor de betreffende blokperiode en bevat niet alleen de studietaken maar ook verwijzingen naar leermiddelen en het tijdrooster voor onderwijsgroepsbijeenkomsten, hoorcolleges, practica en andere activiteiten. Het nodige studiemateriaal is te vinden in het studielandschap. Dit is een ruimte waar alle benodigde literatuur en didactisch materiaal aanwezig zijn en waar individueel en groepsgewijs gestudeerd kan worden. Natuurlijk worden er in de loop van de opleiding ook heel wat vaardigheden bijgebracht en ingeoefend. Daarvoor dienen practica, studiebezoeken en stages die de beroepspraktijk dichterbij brengen. Hoorcolleges en practica sluiten zo nauw mogelijk aan bij de blokthemata om de onderlinge samenhang en de beroepsrelevantie van de leerstof zo groot mogelijk te maken. Naast het aanleren van beroepsspecifieke kennis, vaardigheden en attituden focust probleemgestuurd onderwijs ook sterk op zelfstandig werken en functioneren in een team, zijnde algemene vaardigheden die in het moderne beroepsleven aan belang winnen. De docent is veranderd van een leverancier van kennis in iemand die leerlingen leert ze´lf te leren en die de voorwaarden schept waaronder het leren optimaal kan plaatsvinden. Van Grinsven (2003) onderzocht in welke mate hedendaagse onderwijsvormen het zelfstandig (zelfregulerend) leren bevorderen. Voor haar onderzoek nam Van Grinsven de volgende onderwijsvormen in het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs onder de loep : klassikaal onderwijs, probleemgestuurd onderwijs, projectonderwijs en individueel leren in een open leercentrum. De onderwijsvorm die het zelfregulerend leren het sterkst bevordert, blijkt het probleemgestuurd onderwijs te zijn.
&
2. E-learning aan de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL)
onderwijskundige
De rol van ICT in probleemgestuurd onderwijs kan niet los worden gezien
meerwaarde
van de algemene trend naar e-learning bij de Provinciale Hogeschool Limburg. E-learning, of onderwijs met behulp van ICT, is een vorm van onderwijs die als belangrijkste troef heeft dat de leeractiviteiten onafhankelijk van plaats en tijd georganiseerd kunnen worden via elektronische weg. Voor universiteiten en hogescholen is het niet de bedoeling het contactonderwijs te vervangen door e-learning, maar een onderwijskundige meerwaarde te realiseren door een verantwoorde integratie van ICT en contactonderwijs. Het e-learningproject, ook wel laptopproject genoemd, kadert in het streven
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 34 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (35,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
5
van de Provinciale Hogeschool Limburg naar minder ex-cathedra onderwijs en naar meer probleemgestuurd onderwijs (PGO), projectonderwijs, opdrachtgestuurd onderwijs en competentiegericht onderwijs. De beoogde meerwaarde van e-learning is dat het studenten niet alleen klaarstoomt voor de geı¨nformatiseerde maatschappij, maar ook hun zelfstandigheid en zin voor initiatief stimuleert. Deze meerwaarde komt echter niet uit de lucht gevallen. Het implementeren van e-learning in een instelling van hoger onderwijs vergt serieuze investeringen in ICT. Met ruim 3.000 gebruikers heeft de Provinciale Hogeschool Limburg e´e´n van de grootste draadloze netwerken in Europa anno 2003. De Provinciale Hogeschool Limburg is tevens de eerste onderwijsinstelling die op grote schaal gebruikmaakt van e-learning, namelijk in alle eerste en tweede studiejaren van alle opleidingen. Naarmate studenten doorstromen, zal e-learning gradueel doordringen tot alle studiejaren van alle opleidingen. Via het draadloze netwerk van de school hebben studenten en docenten toegang tot het internet en een aantal e-learningtoepassingen. Daartoe werden meer dan 3.000 studenten en docenten uitgerust met een draagbare computer en een draadloze netwerkkaart. Ook van thuis uit kan men via het internet inloggen. De Provinciale Hogeschool Limburg streefde ernaar dat zoveel mogelijk studenten en docenten zouden drempels verlagen
beschikken over een laptop door drempelverlagende maatregelen te nemen : n
zo laag mogelijke kostprijs, ver beneden de winkelwaarde van het toestel;
n
eventuele intrestloze spreiding van betaling (leasingformule tot maximum drie jaar);
n
n
goedkope laptopverzekering tegen verlies of diefstal; betoelaging tot 50 % van het aankoopbedrag voor minvermogende studenten.
Om de hele studieduur mee te kunnen gaan, werden betreffende de performantie van de laptop geen toegevingen gedaan : Intel 1.33 MHz processor, 256 SDRAM, harde schijf van 20 GB, DVD-ROM en cd-writer. Daarbij wordt een draagtas meegeleverd, een volledig Microsoft Windows- en Office XPpakket en een virusscanner. De garantieperiode is uitzonderlijk drie jaar. In het departement Kunst werd een Apple iBook aangeboden. rol docent verschuift
Maar het e-learningproject behelst veel meer dan het ter beschikking stellen van laptops tegen een aantrekkelijke prijs. Het feit dat alle studenten en docenten ‘anytime anywhere’ het intranet van de Provinciale Hogeschool Limburg kunnen bereiken, maakt het mogelijk dat de hogeschool een virtuele leergemeenschap wordt. De campus wordt e´e´n groot studielandschap. De gebouwen worden uitgerust met nieuwe luchtige studeerhoeken. Op elke plek, ook in de tuinen tussen de gebouwen, kunnen studenten met hun laptop de virtuele leeromgeving benutten. In deze virtuele leeromgeving
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 35 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (36,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 6
vinden studenten hun agenda, hun opdrachten en de nodige informatiebronnen en communicatiemogelijkheden om de opdrachten uit te voeren. E-learning heeft belangrijke voordelen voor de student. Het betekent aantrekkelijker onderwijs, onafhankelijker van plaats en tijd, met meer mogelijkheden voor zelfstudie, meer communicatiekanalen en een grotere toegankelijkheid van informatiebronnen. De rol van docenten verschuift naar die van leerprocesbegeleider en onderwijsontwikkelaar. De school wordt de plaats waar studenten vooral informatie en ervaringen uitwisselen, al dan niet onder begeleiding van docenten. Niet alle laatstejaarsstudenten van het middelbaar onderwijs starten hun studies in het hoger onderwijs met voldoende praktische kennis van informatica. Daarom wordt de mogelijkheid geboden om in te tekenen op een introductiecursus in het gebruik van laptops, het besturingssysteem (Windows) en de software voor e-learning. E-learning vergt vanzelfsprekend ook een grote inspanning van de docenten. Het vergt een cultuuromslag in de hogeschool, een totaal herdenken van het onderwijs. De Provinciale Hogeschool Limburg is daarom gestart met een ICT-centrum, dit is een navormingscentrum waar docenten leren hoe ze e-learning in hun lessen kunnen inpassen en gebruiken.
&
3. Elektronisch Probleemgestuurd Onderwijs (EPGO) De meerwaarde die door ICT geboden wordt voor probleemgestuurd onderwijs wordt beschreven aan de hand van de voornaamste kenmerkende bestanddelen van probleemgestuurd onderwijs : thematisch blok, onderwijsgroep, tutor, vakexpert en studielandschap. Maar ook de minder typische bestanddelen van probleemgestuurd onderwijs passeren de revue : college, practicum, stage, toets, afstudeerwerk en kwaliteitszorg. Om probleemgestuurd onderwijs zonder behulp van ICT te onderscheiden van probleemgestuurd onderwijs met behulp van ICT, gebruiken we respectievelijk de afkortingen PGO en EPGO. Voor de leesbaarheid wordt soms ook PGO met ICT als alternatief voor EPGO gehanteerd. 3.1. Thematisch blok
flexibel onderwijs
Het blokboek, het spoorboekje voor elk thematisch blok, wordt niet alleen meer in papieren versie verspreid, maar staat ook in elektronische versie op het intranet en is dus altijd beschikbaar via de laptop en het draadloze netwerk van de Provinciale Hogeschool Limburg. De voordelen hiervan hebben alle te maken met een grotere flexibiliteit van e-blokboeken. De informatie
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 36 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (37,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
7
in het blokboek is niet alleen altijd en overal toegankelijk, maar kan te allen tijde worden geactualiseerd, zoals lessenroosters, locaties, samenstelling van onderwijsgroepen, verwijzingen naar recente (web)publicaties en natuurlijk ook de correctie van errata. Informatie in het elektronische blokboek kan indien gewenst ook worden aangepast aan de individuele gebruikers die met hun paswoord inloggen naargelang zij behoren tot een bepaalde doelgroep. Bissers kunnen bijvoorbeeld vrijgesteld worden van een introductiecursus over het onderwijssysteem. Het e-blokboek is interactiever, omdat de keuze en volgorde van taken, maar ook de presentatiewijze (bv. de taal) kunnen worden gestuurd door beginkenmerken van de studenten. Opdrachten en informatie kunnen just-in-time worden toegevoegd wanneer studenten een bepaalde studiefase hebben bereikt. Bijvoorbeeld feedback en vervolgopdrachten worden pas verstrekt wanneer studenten eerdere opdrachten hebben voltooid of vragen hebben beantwoord. Het e-blokboek is attractiever en meer didactisch door de toepassing van multimedia : kleur, beweging, geluid en interactie. Een probleemtaak kan veel levensechter worden gemaakt door bijvoorbeeld een korte beeldband van een hulpverlener in actie. 3.2. Onderwijsgroep zevensprong
In probleemgestuurd onderwijs worden bloktaken in een onderwijsgroep besproken, maar uiteraard is er, afhankelijk van het type taak, heel wat leeractiviteit nodig vo´o´r en/of na de onderwijsgroepsbijeenkomst. De meeste taken vergen een eerste kennismakende bespreking in de groep, gevolgd door (zelf)studie of andere activiteiten (bv. interviews of bezoeken), waarna een tweede meer inhoudelijk gestoffeerde bespreking in de groep plaatsvindt, meestal gevolgd door meer (zelf)studie als voorbereiding op het toetsmoment. Bekend is de zogenaamde zevensprong waarbij in een eerste bijeenkomst het probleem wordt gedefinieerd, voorkennis geactiveerd en leerdoelen geformuleerd. Dan is het tijd voor (zelf)studie aan de hand van de leerdoelen, waarna in de tweede bijeenkomst de gevonden verklaringen worden geanalyseerd en vergeleken.
virtueel forum
De voordelen van EPGO (Elektronisch Probleemgestuurd Onderwijs) zijn vooral evident voor de grote perioden die studenten buiten de fysische onderwijsgroep doorbrengen. Via ICT wordt immers een virtuele onderwijsgroep (virtueel forum of e-groep) gecree¨erd, waardoor de uitwisseling van informatie en de discussie ook buiten de twee fysieke bijeenkomsten kunnen plaatsvinden. Vooral na de eerste fysieke bespreking is de e-groep nuttig om gevonden informatie uit te wisselen, vragen te stellen en een discussie te starten. Het maken van afspraken en het gezamenlijk werken aan producten kunnen verlopen via e-mail en de functie ‘shared documents’. In pro-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 37 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (38,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 8
bleemgestuurd onderwijs klaagden studenten over het tijdgebrek in de feitelijke bijeenkomsten, omdat twee uur vaak niet volstaat voor het grondig nabespreken van de vorige taak en het serieus voorbespreken van de volgende taak. Elektronisch probleemgestuurd onderwijs werkt dan niet alleen motivatieverhogend, maar bevordert ook de efficie¨ntie van zowel de zelfstudie als de daaropvolgende feitelijke bijeenkomst. Hoewel de voordelen van een virtuele groep in het oog springen, heeft het gebruik van ICT ook tijdens de feitelijke groepsbijeenkomst een meerwaarde. Tijdens de bijeenkomst van de onderwijsgroep kan het nuttig zijn om een laptop te gebruiken om bijvoorbeeld iets aan te tonen, te verduidelijken of te illustreren. De notulist kan de geformuleerde leerdoelen en afspraken rechtstreeks intypen. Indien er een LCD-projector aanwezig is, kunnen illustraties, leerdoelen, enz. geprojecteerd worden. Direct na afloop van de bijeenkomst kunnen de afspraken, leerdoelen en nuttige links onmiddellijk beschikbaar gesteld worden van de leden van de onderwijsgroep. mindmap
Ten slotte is er nog een ICT-toepassing die zowel binnen als buiten de feitelijke onderwijsgroep een bijzondere meerwaarde biedt, namelijk software voor mindmapping. Een veelgehoorde klacht over probleemgestuurd onderwijs is dat studenten zich vaak beperken tot een uitwisseling van informatie gerelateerd aan leerdoelen en nalaten om eindconclusies te formuleren in relatie tot de oorspronkelijke probleemformulering. Deze eindconclusies kunnen heel goed worden bereikt via mindmapping. Mindmapping is o.a. geschikt om schema’s voor lezingen en uittreksels te maken die de structuur verduidelijken. Mindmapping maakt gebruik van een visuele opzet met kernwoorden en lijnen die relaties aangeven en bevordert het leren en onthouden van uitgebreide en complexe informatie (Buzan, 2002). MindManager is een applicatie waarmee driedimensionele mindmaps gemaakt worden om processen als brainstorming en conceptualisering te ondersteunen en het resultaat ervan te visualiseren. Een voorbeeld van een eenvoudige mindmap voor elektronisch probleemgestuurd onderwijs is te vinden in Figuur 1.
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 38 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (39,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
9
Figuur 1: voorbeeld van een eenvoudige mindmap voor EPGO
3.3. Tutor virtuele tutor
Door het gebruik van ICT kan de tutor het leerproces ook begeleiden buiten de feitelijke groepsbijeenkomsten door gebruik te maken van e-mail, een virtueel forum en een website met Frequently Asked Questions (FAQ). Het leerproces van de student wordt veel zichtbaarder, omdat een tutor veel vroeger dan voorheen kan vaststellen welke problemen zich voordoen. De student kan sneller en efficie¨nter worden opgevangen. Studenten die minder assertief zijn in een ree¨le groep kunnen zich gemakkelijker uiten via een virtueel forum en via e-mail, waardoor hun mogelijkheden en competenties toch aan bod komen en zij gestimuleerd worden in hun leeractiviteiten. 3.4. Vakexpert De tutor is niet noodzakelijk een expert op het gebied van alle taken die in een blok worden behandeld. Indien de groep er zelf niet in slaagt met behulp van de tutor bepaalde moeilijke leerstofonderdelen onder de knie te krijgen, kunnen andere leerkrachten dan de tutor in hun rol van vakexpert aangesproken worden. In probleemgestuurd onderwijs gebeurt dit via telefonische raadpleging tijdens de bijeenkomst of op afspraak tijdens een latere bijeenkomst. Dit is vaak organisatorisch complex en er is ook een zekere drempelvrees om die stap te zetten. Met behulp van ICT is het organisatorisch en psychologisch gemakkelijker om andere leerkrachten in te schakelen voor bepaalde vragen, bijvoorbeeld door de vraag per e-mail te stellen.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 39 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (40,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 10
Het is ook niet noodzakelijk om te wachten tot een latere groepsbijeenkomst, want het antwoord en bijkomende vragen kunnen op een virtueel forum besproken worden. 3.5. Studielandschap elektronische
In elektronisch probleemgestuurd onderwijs bestaat het studielandschap
leeromgeving
niet alleen uit een bibliotheek met boeken, maar wordt ook een elektronische leeromgeving gecree¨erd waarin studenten de informatie kunnen vinden om hun bloktaken uit te voeren. Naast speciaal ontwikkelde zelfstudiepakketten omvat het elektronische studielandschap tekstdocumenten, beeldfragmenten, databestanden, links naar websites, enz. Zoekstrategiee¨n en het gebruik van zoekmachines worden aangeleerd om de meest relevante literatuur op te sporen. Belangrijk is de toegang tot softwarepakketten. Via een speciale campusovereenkomst beschikken studenten over alle nodige software. Met ‘zware’ programma’s bijvoorbeeld voor architectuur en grafische reclamevormgeving kan worden gewerkt via een verbinding met de centrale server van de school, zodat studenten hiermee ook thuis aan de slag kunnen. 3.6. College
e-college
Hand-outs, transparanten en PowerPoint-presentaties worden via ICT ter beschikking van de studenten gesteld. Via e-mail en een virtueel forum kunnen vooraf vragen gesteld worden aan de docent die hierop kan antwoorden tijdens het college of na afloop via het virtueel forum. De drempel om tijdens of na het college vragen te stellen, wordt zo deels gesloopt en colleges krijgen een interactiever karakter. Het hele college is real-time of in uitgesteld relais te volgen via intranet en internet. Op die manier kunnen ook colleges gevolgd worden van docenten van andere, eventueel buitenlandse, instellingen. 3.7. Practicum
e-practicum
De practica zijn eveneens opgebouwd volgens de basisprincipes van probleemgestuurd onderwijs. Kennis wordt opgedaan door zelfstudie vo´o´r de practicumsessies. Of er voldoende kennis aanwezig is om op zinvolle wijze de sessies bij te wonen, zonder het tempo van de groep te vertragen, wordt vooraf via elektronische zelftoetsen nagegaan. Alle handleidingen die bij practica horen, zijn steeds elektronisch beschikbaar. Op een virtueel discussieforum kunnen tips worden uitgewisseld over de vaardigheden die in practica geoefend worden. Patie¨ntsimulatieprogramma’s laten studenten toe beroepshandelingen te oefenen waar en
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 40 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (41,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
11
wanneer ze willen. Feedback is ingebouwd of wordt via e-mail verstrekt door een begeleider. Een niet-onbelangrijk neveneffect van een elektronische leeromgeving is dat studenten leren vanzelfsprekend omgaan met hard- en software. Dit zijn geen onbelangrijke vaardigheden in onze kennismaatschappij. De kwaliteit van de opleiding wordt verhoogd door steeds de meest recente hardware en software ter beschikking te hebben. 3.8. Stage e-casus
Vanaf het tweede of derde jaar van de opleiding gaan de studenten op stage, soms in andere provincies. Het stageleerplan kan elektronisch gebruikt worden door de studenten die op stage gaan. Op geregelde tijdstippen worden supervisiebijeenkomsten georganiseerd waarbij studenten zelf problematieken mogen voorleggen aan hun medestudenten. Deze problematieken worden ook vaak in casuı¨stiekvorm aangeboden. Voor sommige studenten is het niet mogelijk om tijdig op school aanwezig te zijn vanwege de afstand tot de stageplaats. Deze studenten kunnen via internet meewerken aan de casus. De casus wordt besproken in de groep en de conclusies worden telkens ingevoerd in het virtuele forum. Vanop de stageplaats kunnen de studenten reageren en hun bijdrage leveren aan de discussie. 3.9. Toets De bloktoetsen aan het einde van het blok kunnen elektronisch worden afgenomen in een lokaal onder toezicht, waardoor de resultaten sneller verwerkt kunnen worden. Nieuwe onderwijssystemen zoals probleemgestuurd onderwijs vergen andere beoordelingsmethoden. Stilaan wordt het eenmalig toetsen van kennis vervangen door het nagaan van competentiegroei bij de student. In het kader van een innovatieproject werd bij de Provinciale Hogeschool Limburg een elektronische portfolio ontwikkeld voor het beoordelen van competenties. Zowel docenten als studenten hebben hierdoor een softwaretool ter beschikking waarmee zij te allen tijde het studentportfolio kunnen raadplegen om na te gaan hoever ze gevorderd zijn in de vereiste competenties. 3.10. Afstudeerwerk In het laatste jaar van de opleiding maken de studenten een eindverhandeling. Studenten komen hiervoor in kleine groepjes bij elkaar en wisselen ervaringen uit in relatie tot opzoekwerk, methodiek, lay-out, structuur en opbouw onder begeleiding van een tutor. Wanneer de studenten op stage gaan, werken deze groepjes op virtuele wijze voort aan hun afstudeerwerk.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 41 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (42,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 12
3.11. Kwaliteitszorg Na ieder blok wordt op elektronische wijze een blokevaluatie ingevuld door studenten. De gegevens komen in de centrale databank terecht en worden automatisch verwerkt. De blokcoo¨rdinator ontvangt een rapport en bespreekt de resultaten met de leden van de blokplanningsgroep in de aanloop naar het volgende academiejaar.
&
4. Voorbeelden en conclusies De meest gebruikte toepassing van ICT bij probleemgestuurd onderwijs is het overal en altijd beschikbaar stellen van het blokboek als spoorboekje voor de student. In Figuur 2 wordt hiervan een voorbeeld gegeven, waarbij de studenten via het netwerk actuele en volledige informatie krijgen over de taken, het tijdrooster en de toetsen die in een bepaald blok aan de orde zijn. Figuur 2 : screenshot van een startpagina van een blok
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 42 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (43,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
e-portfolio
13
Verder is het met behulp van ICT goed mogelijk extra oefeningen te geven en de kennisvorderingen van de student op de voet te volgen. In Figuur 3 wordt hiervan een voorbeeld gegeven. Elke student geeft antwoord op enkele vragen over anatomie. Door opname van de resultaten in een elektronisch portfolio wordt het mogelijk om leerproces en eindbeoordeling meer op elkaar af te stemmen. Figuur 3 : screenshot van een invuloefening over anatomie
Als laatste voorbeeld worden in Figuur 4 foto’s getoond van cognitieve, motorische en affectieve aspecten van het menselijk handelen. Dit soort beeldmateriaal (al dan niet met geluid en beweging) dat in het klassikale onderwijs tijdens de colleges wordt getoond, wordt in het elektronische blokboek opgenomen, zodat het te allen tijde kan worden bekeken.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 43 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (44,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 14
Figuur 4 : screenshot uit een cursus over menselijk handelen
work in progress
Het spreekt vanzelf dat het gebruik van ICT in probleemgestuurd onderwijs niet overal even ver gevorderd is in de opleidingsonderdelen. Het multimediaal maken van blokboeken is een ‘work in progress’ en de leerkrachten leren al doende voortdurend bij in hun rol van virtuele tutor en begeleider in elektronische forums. Uit de nog prille ervaringen blijkt dat de invoering van ICT in probleemgestuurd onderwijs, net zoals alle onderwijsinnovaties, een dynamische pioniersgeest vergt. De heer Lavigne, algemeen directeur van de Provinciale Hogeschool Limburg, verwoordde dit als volgt aan de wieg van het e-learningproject : ‘‘Wij verwachten niet dat onze docenten al van bij de start specialisten zijn, maar dat hun deskundigheid zal groeien. Integratie van ICT hoeft ook niet voor alle vakken tegelijk, een bescheiden begin kan een eerste stap zijn. Niet alle opleidingen zijn even sterk gemotiveerd. Bij informatica is dat honderd procent, bij andere opleidingen is dit percentage uiteraard lager. Er zijn studenten en docenten die principieel het nut niet inzien van het gebruik van ICT in het onderwijs, het draadloze netwerk en de
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 44 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (45,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 &
15
aanschaf van laptopcomputers. Maar ik ben ervan overtuigd dat deze twijfelaars, zodra ze het effect hebben kunnen ervaren van deze nieuwe manier van studeren, ook over de streep gehaald zullen worden’’.
&
5. Literatuur Barrows, H.S. en Tamblyn, R.M., Problem-based learning, New York, Springer, 1980. Buzan, T., How to mind map : The ultimate thinking tool that will change your life, Londen, Thorsons, 2002. Moust, J.H.C., Bouhuijs, P.A.J. en Schmidt, H.G., Probleemgestuurd leren, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1997. Schmidt, H. en De Volder, M. (eds.), Tutorials in problem-based learning, Assen, Van Gorcum, 1984. Van Grinsven, L.C.M., Krachtige leeromgevingen in het Middelbaar Beroeps Onderwijs : effect op motivatie en strategiegebruik bij zelfregulerend leren ?, Leiden, promotieproefschrift Universiteit Leiden, 2003.
&
6. Nuttige links Proefversie van de mindmapping software MindManager http ://217.69.76.137/siteservices/sitemap.htm. ICT-centrum van de Provinciale Hogeschool Limburg http ://www.phlimburg.be/ict-centrum.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 45 ONDERWIJS EN LEREN
Black plate (46,1)
DIDACTIEK & PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS 1 & 16
AFL. 5, NOVEMBER 2003, 46 ONDERWIJS EN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING