Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview) I Wat ik beleefde lijkt me nu allemaal zeer vreemd. Het zou inderdaad een ellenlange comateuze droom geweest kunnen zijn, zoals iedereen schijnt te denken als ik erover spreek. Maar toch kan ik het niet uit mijn hoofd zetten dat het echt gebeurd is. Er zijn teveel zaken die ik niet kan verklaren. De littekens op mijn lichaam die precies dezelfde zijn als degene die ik gekregen heb in mijn “droomwereld.” Enkele voorwerpen die ik op mijn kamer heb liggen, waarvan niemand me kan vertellen hoe ik ze verkregen heb. Zelfs personen waarmee ik nu omga, waarvan ik zeker ben dat ik hen nog nooit gezien had voor het ongeluk. Mijn geheugen over het echte leven is een grote zeef geworden. De dokters schrijven dit toe aan de lange coma, en ze hopen nog steeds dat alles terug komt. Ik herinner me mijn kindertijd en vele andere dingen. Ook het ongeluk zelf herinner ik me haarscherp. Nog steeds kan ik de beelden die ik toen zag heel precies voor de geest halen. Maar wat er eerder gebeurd is in het jaar voor het ongeluk is me nog steeds onduidelijk. Het is te vaag, als een droom, alsof ik het zelf helemaal niet heb meegemaakt. Als een film die ik te lang geleden heb gezien en enkele belangrijke scènes totaal vergeten ben. Anderzijds zijn er gebeurtenissen waarvan ik ze me wel herinner, maar waarvan anderen zeggen dat ze nooit hebben kunnen voorvallen. En vooral alles wat ik heb meegemaakt in mijn lange slaap staat me zeer levendig bij. De comateuze droom. Iedereen, de doktoren, mijn ouders, mijn familie, mijn vrienden en kennissen van ieder van hen, zij hebben me ervan verzekerd dat mijn lichaam die lange tijd in dat bed in het ziekenhuis heeft gelegen, gekoppeld aan draden en machinerieën. Toch staan die herinneringen, uit deze droomwereld, zo scherp in mijn geest. De littekens, waarvan elk een aannemelijke verklaring bestaat, zijn te toevallig gelijkend. Ik geloof niet in zulk toeval, zelfs niet als het gedroomd is. Bestaat er dan iets als een alternatieve wereld? Een parallelle wereld, volledig afgescheiden van de onze, maar net zo echt op de
1
Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview) aarde, zei het in een andere, totaal onaanraakbare dimensie? Waarnaar mijn geest gedwaald heeft, mogelijk omgevormd tot een eigen losstaand zijn, mijn echte lichaam onbeweeglijk achterlatend in de gewone tastbare wereld? Of was het inderdaad slechts een droom, waarbij de weinige activiteiten in de hersenen de omgeving vertalen in de verbeelding van een jongeman? Die reageren als een verpleegster een fout maakt en een naald verkeerd steekt, met een schram als gevolg, en die in mijn droomwereld omgezet wordt naar een schram van een wapen? Ik weet zelf niet hoe het in elkaar steekt. Het ene moment ben ik overtuigd dat het de eerste, alternatieve mogelijkheid is, een ander moment voel ik meer voor het rationelere tweede. Ik kan je niet vertellen wat DE waarheid is, als er al een waarheid bestaat in zulke gevallen. Dat moet je maar voor jezelf uitmaken, na het lezen van mijn verhaal. Ik zal niet over mijn leven vertellen zoals ik die geleefd heb in onze wereld. Iedereen kent dat leven. Ik ben nog geen beroemd iemand, zelfs geen rariteit. Ondanks mijn coma was ik een gewone jongen, zoals er honderden, duizenden, rondlopen. Mijn leven ging een alledaags gangetje. Ik ging naar school, maakte huiswerk, hing rond met vrienden, maakte ruzie met de ouders. Iedereen kent dat wel. Daarom geen autobiografie van mijn hand. Daarom blijf ik alleen bij mijn ervaringen tijdens die coma. Er zijn meer mensen die net zulke coma’s ervaren hebben, met net zulke vreemde dromen. Ik heb geen idee hoeveel van hen zo gek werden het uit te schrijven in een boek. Ik heb er zelfs geen idee van wat ik er mee zal bereiken, of ik goed zal verkopen, of mensen graag over mijn belevenis zullen lezen. Dat maakt eigenlijk niet zo veel uit. Ik schrijf dit omdat ik dit ergens kwijt moet. Het blijft me achtervolgen, maar ik weet zelfs niet of ik er eindelijk aan zal ontsnappen eens ik het laatste woord beëindig en dat laatste leesteken plaats. Ik zal dus schrijven over mijn droom. Over mijn leven tijdens de
2
Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview) slaap. Over mijn mogelijke reis naar Elders. Maar voor ik dit doe moet ik beginnen met het ongeluk. Hoe ik in die toestand was geraakt. Ik kijk echt niet uit naar dat moment. Het liefste zou ik het gewoon achterwege laten, maar dat kan ik niet doen. Dat mag ik niet doen. Het is een belangrijk sleutelmoment. Het is het werkelijke begin van mijn avontuur, als ik dat zo mag noemen. Zonder die gebeurtenis ben je niet helemaal mee. Je zal het waarschijnlijk wel kunnen volgen, maar je zou iets missen. Daarom zal ik beginnen met het laatste dat ik me werkelijk herinner. Het laatste waarvan ik met de volle honderd procent zeker weet dat het gebeurde. God, ik ga dit werkelijk doen...
3
Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview)
II Die dag begon zoals zo vele eerdere. Met een aflopende wekker. Iedereen herkent het wel. Dan lig je rustig in bed te maffen, tot plots een irritant geluid herhaaldelijk weerklinkt, je uit je slaap dwingend. Nog moe en helemaal niet uitgerust, kan je echter geen weerstand geven aan dat irritante geluid. De wekker moet afgezet worden. Daarvoor moet je bewegen. Ikzelf laat het alarm niet herhalen na een tiental minuten, hoewel de optie er is. Ik wens maximaal maar één keer per dag door die klank geplaagd te worden. Mijn vader daartegen laat het tot drie of vier keer herhalen, soms daarbij elk ander ook wekkend. Ik druk op de knop. Blijf nog een aantal seconden liggen, mijn krachten verzamelend, om mezelf dan recht te hijsen. Ook op die bewuste dag. Ik kleedde me aan, schikte mijn dekens zodat ze aanvaardbaar proper liggen (mijn moeder is van mening dat ik mijn bed nooit echt opmaak), ging naar beneden om aan de ontbijttafel aan te schuiven. Snel eten, toilet maken, boekentas checken en wegwezen. Afscheid nemen van moeder – geen van beide beseffend dat het de laatste keer was in een heel lange tijd. Mijn vader was reeds naar zijn werk vertrokken, zoals op elke ochtend in de weekdag. Het was het begin van een zonnige dag in de late lente. Ik kon me de precieze datum niet meer herinneren, maar men vertelde mij dat het 22 mei geweest was. Het was alleszins ergens op het einde van het schooljaar, niet zo heel erg lang meer voor de examens, dat wist ik wel nog. De zon was al op, gaf zelfs al een goede warmte af. Er was nauwelijks een zuchtje wind. Vogels floten vrolijk. De weinige mensen op straat waren opgewekt, of misschien leek het enkel zo door de zonnige dag, en doordat ikzelf, na opgefrist te zijn, een goed humeur had. Het einde van het
4
Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview) schooljaar, het laatste middelbaar zelfs, en nog een paar weken voor de examens. Het is bijna zo goed als de zomervakantie zelf. Ik neem zoveel aandacht om de dag te beschrijven, omdat ik hoop dat je daarmee een goed idee hebt hoe ik me voelde. Vrolijk en onbezorgd. Er waren inderdaad die saaie lessen die bijna een hele dag zouden duren. Maar er was ook het vooruitzicht te dollen met mijn vrienden, welke ik nog voor de schoolpoort zou ontmoeten. En hoewel ik toen nooit veel aandacht schonk aan die vogels, of die zon, of die mensen op straat welke ik niet kende, moet ik toegeven dat ik van al die indrukken genoot. Zoals elke vijf dagen per week nam ik die dag mijn fiets uit de garage. Ik ging de straat op, volgde dezelfde route zoals ik steevast had gedaan op weg naar de stad zelf. Eerst en vooral ging ik naar de drukke hoofdstraat van het dorp waar ik woonde. Ik noem nu geen naam van mijn gemeente, kwestie om de aantal mensen die ik in dit werk zal vernoemen niet al te bekend te maken. Zij zullen het wel weten zodra ik het over hen heb, maar overigens hoeft niemand anders de bijzonderheden over hen te weten. Privacywetgeving, zoals daar soms zoveel om te doen is. Hoe dan ook, ik woonde in een deelgemeente net naast de stad waar mijn middelbare school was. Die eindigde in een rotonde, met een volgende straat naar de stad zelf. Iets voorbij die rotonde, op een kleine parking aan de rand van de weg, zouden een aantal vrienden van mij staan wachten – of niet, als ik de eerste was die aankwam, wat niet vaak voorkwam. Onze gezamenlijke stoet was ooit begonnen door naar ieders deur te rijden, maar na een jaartje of zou hadden we het gehouden op een verzameling aan die parking. Nu, op die rotonde zijn in het verleden een aantal ongelukken gebeurd. Meestal ging het maar om kleine zaken. Twee auto’s die elkaar een stamp gaven, met wat blikschade, of een koplamp die gebroken is. Slechts eenmaal is er een dodelijk ongeluk gebeurd, toch sinds zo lang ik mij kan herinneren. Een jongen die nog op
5
Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview) mijn lagere school had gezeten, in het jaar boven mij, was toen onder de wielen van een vrachtwagen geraakt. Ik had nog met hem gespeeld, voor hij veranderde van school, een in de stad zelf. Hij was ook op een ochtend verongelukt. Gegrepen door die vrachtwagen en zeer ongelukkig terecht gekomen. Ook al had ik hem toen al een viertal jaren niet meer gezien, toch deed het me heel wat. Dat was gebeurd in het eerste jaar dat ik naar het middelbaar ging. Hij ging naar het tweede, maar we hadden toen al lang geen contact meer, ondanks weer op dezelfde school te zitten, of zelfs in hetzelfde dorp te wonen. Maar goed, ik ben aan het uitstellen. Dat eerdere ongeluk, dat overigens op een donkere ochtend in de late herfst was gebeurd, heeft niks te maken met het mijne. Op mijn ongeluksdag leek het of zoiets onmogelijk leek. Het paste niet in het plaatje, terwijl iedereen weet dat je in de winter extra voorzichtig moet zijn. Dat je in het donker je licht moet aansteken en blabla. Op mijn dag was het al licht sinds zes uur of zo. Maar het gevaar schuilt dan ook vaak in een klein hoekje. Ik was de rotonde net opgereden, bijna aan de eerstvolgende straat, toen het gebeurde. Het startte allemaal met een luide knal, heel vlakbij, ergens naast me. In de richting van acht uur, als je de indicaties van een wijzerklok gebruikt om je te oriënteren. En uiteraard schrok ik. Uiteraard wist ik niet wat er gebeurde. Het klonk als een bom. Want het was niet de knal van een botsing, nog niet. Er weerklonk geen krakend staal, noch rinkelend glas. Mijn reflexen lieten mij remmen – misschien het stomste wat ik toen deed, want ik had moeten maken dat ik weg was. Ik wierp een blik langs achteren, en zag de vrachtwagen slingeren. Die was vanuit de tegenoverliggende straat de rotonde opgereden, meedraaiend naar de straat waar ik net uit kwam. De kolos slingerde gevaarlijk, met gierende remmen terwijl de chauffeur het gevaarte recht probeerde te houden. Ik denk dat onder de omstandigheden – de kapotte band, de nauwe bocht, en
6
Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview) vermoedelijk ook door de niet al te hoge snelheid, al moest hij weer aan het optrekken geweest zijn – deed die man dat goed. Schuin reed hij mijn straat in, zonder enig gevaar voor mij te vormen. Door het spektakel zag ik het werkelijke gevaar pas veel te laat. Ik heb vermeld dat de vrachtwagenchauffeur de dorpsstraat kon inrijden, ondanks dat slingeren van zijn wielen. Hij overschreed echter de witte middenlijn, en wie kan hem dat werkelijk kwalijk nemen? Hoeveel zouden zich precies aan die ene rijstrook hebben kunnen houden als god weet hoeveel ton ongebalanceerd begint heen en weer te zwaaien achter zijn zetel? Er waren echter auto’s die uit de dorpsstraat kwamen. Daar de vrachtwagen zijn richtingaanwijzers had gebruikt, moest de eerstvolgende wagen nauwelijks afremmen om de bocht te nemen, want hij moest geen voorrang verlenen. Hij kwam dan ook in de problemen toen de laadwagen te ver over het midden uitweek. Getuigen zeggen dat de witte wagen in eerste instantie naar rechts uitzwenkte, om een botsing te vermijden. Hij overschreed dus het fietspad, en ging recht in mijn richting. Ik zag slechts een bleke flits achter me. De autobestuurder, die mij te laat gezien moest hebben, moet keihard geremd hebben, want ik hoorde gierende banden. De wagen begon daardoor enkel te slippen, zeker toen de bestuurder nogmaals het stuur naar een andere kant omgooide. Getuigen hebben een afbuiging naar links gezien. Dat stond in het politieverslag en de krantenartikels welke ik heb ingekeken. Ook mijn vrienden, zij die toen op de parking waren, hebben me verteld wat zij gezien hebben. Het volgende is dan ook een mengeling van getuigenissen en mijn eigen ervaring. Want in mijn eigen belevenis zou uiteraard een heel stuk ontbreken om de hele situatie te kennen, zo warrig was het. Ikzelf zag die wagen dus veel te laat. Ik zat nog op mijn fiets, stilstaand naar de vrachtwagen te kijken. Ik zag beweging in de
7
Elders © 2015 Philippe Rooman (Preview) uithoek van mijn linkeroog, draaide, en zag iets snel op mij afkomen. Zoiets is verschrikkelijk om te zien. Zoiets op je af te zien komen. En bovendien al weten dat het al te laat is. Ik stond bijna recht op mijn trappers om weg te komen. Er was helaas geen ontsnappen aan. Iets ging mis met mijn ketting, en zelfs al was alles goed gegaan, was er waarschijnlijk te weinig tijd geweest. De wagen greep mij, terwijl de motorkap te langzaam weer een andere richting koos. Ik hoorde later dat het ongeveer ter hoogte van de rechterkoplamp was geweest. De pijn was overweldigend. Wat volgde was zeer chaotisch, toch vanuit mijn oogpunt. Ik vloog over de motorkap, rollend, bollend, zonder enige controle van mijn richting en van mijn lichaam. Waar mijn fiets heen ging weet ik zelfs niet. Het is goed mogelijk dat die een eindje mee ging. De lucht en de grond leken van plaats te wisselen. Er was chaos rondom mij. Alles deed pijn. Ik botste tegen de voorruit van de wagen, die, vanuit mijn oogpunt, omgekeerd boven mij leek te zweven, in plaats van ik boven de wagen. Glas versplinterde, metaal krijste. En alles werd zwart.
8