Uitwerkingen Biologie voor jou Havo 5 Thema 3 Mens en Milieu www.uitwerkingensite.nl 25
Mens en milieu
a
De relatie mens en milieu
Vervuiling is ongewenste toevoeging van stoffen aan het milieu, uitputting is ongewenste onttrekking van stoffen aan het milieu en aantasting is ongewenste verandering van het milieu. De mens brengt deze ongewenste effecten teweeg. 2 Het heeft dertig jaar geduurd om het derde miljard wereldbewoners bij elkaar te krijgen. Om het vierde miljard vol te maken duurde het vijftien jaar, om het vijfde miljard vol te maken twaalf jaar en om het zesde miljard vol te maken ook twaalf jaar. 3 Gemiddeld komen er elke seconde 2,5 mensen bij op de wereld. 4 Volgens de llASA zal de wereldbevolking minder snel groeien dan tot nu toe werd verwacht, doordat de vruchtbaarheid in de meeste delen van de wereld daalt. 5 Door veel technische ontwikkelingen is het energieverbruik sterk gestegen. Bovendien ontstaan als gevolg van veel technische ontwikkelingen (giftige) afvalstoffen. 6 Door de verandering in infrastructuur en de gewijzigde voedselprnductiemethoden is de voedselproductie sterk gestegen. Dit heeft een sterke grnei van de wereldbevolking mogelijk gemaakt.
7
El
2
3
4
5 6
Voedselproductie
3
2
3
2
De onderzoeksvraag was welke invloed verkeerslawaai heeft op vogels die bij een snelweg brneden. Je kunt ook het percentage uitgekomen eieren vergelijken van vogels die langs snelwegen broeden met vogels die brneden op plaatsen zonder verkeerslawaai. 'Vrijwel alle onderzochte vogelsoorten vertonen bij een verkeersintensiteit van tienduizend voertuigen per etmaal (een niet al te drukke snelweg) een afname van het brnedsucces van tien prncent.' Uit het onderzoek is de conclusie te trekken dat verkeerslawaai het broedsucces van veel vogelsoorten doet afnemen. In 1900 was er ongeveer 24% natuurlijk tenein en bos in Nederland. In 2000 was dat ongeveer 11%. Dat er in Nederland steeds minder natuurlijk tenein en bos overblijft, komt, doordat dorpen en steden zich steeds uitbreiden en de infrastructuur wordt gewijzigd. Ook is natuurgrnnd in cultuur gebracht voor land- en tuinbouw.
Dieren zijn in het verleden o.a. uitgerneid vanwege het vlees (bijv. de dodo en de trekduif) en vanwege de jachtwoede van de mens (bijv. de atlas leeuw). Ook zijn veel dieren met uitsterven bedreigd vanwege hun waardevolle producten, bijv. zeeotter en bever (vanwege hun pelzen) en olifanten (vanwege het ivoor). Andere antwoorden ter beoordeling aan je docent.
4 5
6
7 8
Mineralen worden gebruikt bij de vorming van organische stoffen waaruit een plant bestaat. Door het oogsten van voedingsgewassen worden mineralen aan de kringloop van stoffen op landbouwgrond onttrokken. Door bemesting worden weer mineralen toegevoegd aan de bovenste lagen van de landbouwgrnnd. Uitspoeling wil zeggen dat mineralen met het regenwater wegzakken naar diepere lagen van de bodem. De mineralen zijn dan onbereikbaar voor de wortels van planten. Voor de vorming van nitraat in de bodem is zuurstof nodig. In een zuurstofrijke bodem worden ammoniumionen door nitrificerende bacteriën omgezet in nitrietionen, die vervolgens worden omgezet in nitraationen. Een luchtige bodem is zuurstofrijk. We spreken van een monocultuur als op een groot landbouwareaal één soort gewas wordt geteeld. Monoculturen vergroten de kans op het ontstaan van plagen, doordat er voldoende voedselaanbod is voor de organismen die de plaag vernorzaken. (Doordat monoculturen door de mens zijn aangelegd en weinig soorten organismen bevatten, heerst er geen biologisch evenwicht.) Het voordeel van pesticiden is dat ze effectief zijn. Ziekten en plagen kunnen met pesticiden meestal goed worden bestreden. Pesticiden die niet soortspecifiek zijn, doden veel soorten organismen, ook onschadelijke soorten. Een niet-soortspecifiek insecticide zal in het algemeen voor de chemische industrie gemakkelijker te maken zijn dan een soortspecifiek insecticide. Voor een soortspecifiek insecticide moet veel meer onderzoek worden gedaan. Er moet een stof worden gevonden waar alleen de te bestrijden soort speciaal gevoelig voor is, en andere soorten niet.
26
THt:
MENS
EN
MILIEU
BASISSTOF
In veel populaties blijken individuen voor te komen met gemuteerde genen, waardoor ze resistent zijn tegen een pesticide. Vooral deze resistente individuen overleven en planten zich voort. Hierdoor ontstaat na enkele generaties een resistente populatie. 10 Accumulatie is het ophopen van bestrijdingsmiddelen in dieren die aan het eind van een voedselketen staan. Een aantal pesticiden wordt zeer langzaam langs natuurlijke weg afgebroken. Bij dieren worden pesticiden opgeslagen in vetweefsel. Ze worden doorgegeven aan de volgende schakel in de voedselketen en daar weer opgeslagen in vetweefsel. 11 Roofvogels staan aan het eind van een voedselketen. In hun lichaam vindt accumulatie plaats van pesticiden. Dit heeft geleid tot een sterke afname van het aantal roofvogels in Nederland. 12 Dioxine komt via het voedsel in de moedermelk terecht. Bijvoorbeeld via de voedselketen gras - koeien (vlees of melk) - vrouw. In het lichaam van de mens vindt accumulatie plaats. 13 De voedselrelatie die er bestaat tussen een sluipwesplarve en een witte vlieg larve heet parasitisme. 14 Het voordeel van preventief inzetten van sluipwespen kan zijn dat de bestrijding onmiddellijk kan beginnen bij het optreden van witte vlieg. De schade door witte vlieg blijft dan beperkt. 15 Het nadeel van preventief inzetten van sluipwespen kan zijn dat de sluipwespen niet in leven blijven wanneer er geen witte vliegen komen. De aankoop van sluipwespen levert de tuinder dan geen voordeel op. 16 Men past bij de teelt van aardappelen vruchtwisseling toe om het optreden van aardappelmoeheid te voorkomen. Aardappelmoeheid is een ziekte waarbij wormpjes (aardappelcystenaaltjes) de wortels van aardappelplanten aantasten. Wanneer men na een jaar van aardappelteelt drie jaar lang een ander gewas op de akker verbouwt, gaan alle wormpjes dood. 17 De opbrengst van gewas G op veld 2 is hoger dan die van gewas G op veld 1, doordat de insectensoort op veld 1 eerder een plaag kan worden dan op veld 2. Veld 1 is een monocultuur. Op veld 2 heeft de insecten soort meer predatoren, doordat er meer soorten organismen zijn. Ook kan van de gewassen van veld 2, gewas 1en/of gewas H de groei van gewas G bevorderen. 18 De opbrengst van gewas G op veld 2 is hoger dan die van gewas G op veld 1, doordat een abiotische factor (wind, mineralen e.d.) minder snel beperkend kan zijn dan op veld 2. Op veld 2 heeft wind minder invloed op gewas G. Op veld 2 heeft gewas G meer mineralen tot zijn beschikking. 19 Het onvruchtbaar maken van de mannetjes en ze daarna weer in hetzelfde gebied loslaten, zal het aantal insecten in de volgende generatie het sterkst beperken. De onvruchtbare mannetjes zullen paren met vrouwtjes. Vrouwtjes die éénmaal gepaard hebben, verliezen daarna hun belangstelling voor mannetjes. Zij paren niet meer en brengen dus geen nakomelingen voort. 9
20
Het doden van mannetjes zal minder effect hebben. Men kan niet alle mannetjes vangen. Eén mannetje kan met zeer veel vrouwtjes paren. Zo zullen toch veel vrouwtjes nakomelingen voortbrengen. Dit is biologische plaag bestrijding.
4
2
3
4
Bij het bestrijden van spintmijten in kassen worden natuurlijke vijanden gebruikt. Deze methode van bestrijding is vooral bruikbaar in kassen, doordat de natuurlijke vijanden (de roofmijten) binnen de kassen blijven en daar hun voedsel (de spintmijten) zoeken. Wanneer je natuurlijke vijanden loslaat op een akker, kunnen zij hun voedsel ook elders gaan zoeken. Het aantal spintmijten is weergegeven met rood. De spintmijten nemen eerder in aantal toe (en nemen eerder in aantal af) dan de roofmijten. Na enige weken zijn alle spintmijten door de roofmijten leeggezogen. Er is dan geen voedsel meer voor de roofmijten. De roofmijten gaan dan dood.
5 Men probeert door veredeling een combinatie van gunstige eigenschappen in één nakomeling te verkrijgen (bijv. een grote vruchtbaarheid en een hoge voedingswaarde). Op die manier kan veredeling bijdragen aan een grotere voedselproductie. 2 Door het gebruik van voedingsgewassen die resistent zijn tegen bepaalde ziekten en plagen hoeven er in de land- en tuinbouw veel minder pesticiden gebruikt te worden. 3 Koeien kunnen van nature geen lactofenine maken. Stier Herman heeft door de recombinant-DNA-techniek een gen gekregen waardoor zijn vrouwelijke nakomelingen lactofenine produceren in hun melk. Lactofenine is een eiwit dat de groei van bacteriën remt en daardoor uierontsteking voorkomt. Uierontsteking heeft een enorm melkproductieverlies tot gevolg. Door het experiment met de stier Herman en zijn nakomelingen wordt de melkproductie verhoogd. 4 De stieren die het sperma leveren waarmee de koeien worden geinsemineerd, hebben gunstige eigenschappen. Op deze manier worden de gunstige eigenschappen doorgegeven aan de nakomelingen. 5 Het sperma van een fokstier wordt opgevangen en ingevroren. Het sperma kan dan worden opgestuurd naar Amerika. Daar wordt het sperma ontdooid en in de baarmoeder van koeien ingebracht. 6 IVF heeft als voordeel boven kunstmatige inseminatie dat op deze manier zowel een koe als een stier met gunstige eigenschappen worden gekruist. De klompjes cellen die zich uit de bevruchte eicellen ontwikkelen, worden ingebracht in de baarmoeder van 'normale' koeien. Deze draag koeien brengen zo kalfjes met een combinatie van gunstige eigenschappen ter wereld. 7 De kalfjes die via in-vitrofertilisatie van een koe en een stier ontstaan, hebben verschillende genotypen. De eicellen en de zaadcellen krijgen nooit precies dezelfde combinatie van erfelijke eigenschappen.
27 BASISSTOF
6
2
3 4
5 6
7 8 9
10
11
12
13
14
15
Krachtvoer bevat veel energierijke stoffen en de juiste mineralen (o.a. stikstofhoudende mineralen en fosfaat). Door de speciale samenstelling van het voer leveren de landbouwhuisdieren een optimale hoeveelheid melk, vlees of eieren. In afbeelding 7 wordt uitgebeeld dat hormonen die worden toegevoegd aan veevoer, invloed kunnen hebben op de mens. In 2001komt18,1% van de mestproductie en 59% van het mestoverschot voor rekening van de varkenshouderijen. Varkenshouderijen hebben zo'n groot aandeel in het mestoverschot, doordat de varkens veel meer mest produceren dan men op het eigen bedrijf voor bemesting nodig heeft. Een varkensfokker had in 1950 gemiddeld 7 varkens en in 2003 gemiddeld 1062 varkens. In 'gemengde bedrijven' was de mest nodig om het eigen land te bemesten. De boeren hadden toen meestal een kleine en gevarieerde veestapel: koeien, varkens en kippen. Iedere Nederlander zou dan gemiddeld per jaar 100 kg varkensvlees eten. Nederland exporteert jaarlijks 900 miljoen kg varkensvlees. De invoer van grondstoffen voor veevoer verstoort in Nederland de kring loop van stoffen, doordat er stoffen aan de kringloop worden toegevoegd. In het land van herkomst verstoort het de kring loop van stoffen, doordat er stoffen aan de kringloop worden onttrokken. Het verhuizen van de bio-industrie naar landen waar de grondstoffen voor het veevoer vandaan komen, levert een enorme besparing in vervoerskosten op. Slechts een klein gedeelte van de energie in het voedsel wordt vastgelegd in vlees. De hoeveelheid vlees die na de verhuizing moet worden vervoerd, is veel kleiner dan de hoeveelheid grondstoffen voor veevoer die nu wordt vervoerd. Bovendien kan dan de mest van de bioindustrie ter plaatse worden gebruikt voor bemesting van de landbouwgronden, waarop de grondstoffen voor het veevoer worden verbouwd. Voor de Nederlandse economie zou deze verhuizing een enorme financiële strop opleveren. Ook zou de werkeloosheid toenemen (niet alleen voor varkenshouders, maar bijv. ook voor slachters in slachtbedrijven). Met onbespoten groenten en fruit wordt bedoeld dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt bij het verbouwen van het gewas. De vogels die nestelen in de bosjes en houtwallen, zoeken hun voedsel op de akkers. Veel schadelijke insecten zullen door de vogels worden opgegeten, waardoor de schade aan de gewassen op de akkers beperkt blijft. Door het verbouwen van enkele akkerbouwgewassen wordt het probleem van mestoverschot voorkomen. De mest van het vee kan op het eigen bedrijf worden gebruikt om het land te bemesten. Bij het telen van ecologische voedingsmiddelen wordt geen kunstmest gebruikt. Ecologische voedingsmiddelen zijn afkomstig van de biologische landbouw. (In de biologische landbouw wordt geen kunstmest gebruikt.)
16 Steeds meer mensen kiezen voor ecologische voedingsmiddelen, omdat ze vinden dat we landbouwmethoden moeten toepassen die rekening houden met het milieu.
Il
De lucht
7
2
3
4
5
6
7
8
Steen kool, aardolie en benzine worden fossiele brandstoffen genoemd, omdat het brandstoffen zijn die zijn ontstaan uit de vergane resten van organismen. Eiwitten in de resten van organismen dragen bij aan het ontstaan van zwaveldioxide en stikstofoxiden bij het verbranden van fossiele brandstoffen. Alle eiwitten bevatten stikstof en sommige eiwitten ook zwavel. Koolhydraten en vetten bevatten geen stikstof of zwavel. Bij verbranding van fossiele brandstoffen in industrieën, elektriciteitscentrales en het verkeer, komen zwaveldioxide en stikstofoxiden vrij. Samen met waterdamp en zuurstof uit de lucht ontstaat uit zwaveldioxide zwavelzuur en uit stikstofoxiden salpeterzuur. Met regen (of mist) komen zure stoffen naar beneden. Planten kunnen in een verzuurde bodem minder goed mineralen opnemen, doordat: - belangrijke mineralen die normaal zijn gebonden aan andere stoffen, door verzuring vrijkomen en uitspoelen naar diepere bodem lagen waar ze onbereikbaar zijn voor de wortels van planten; - de wortelharen van de plant door verzuring worden beschadigd. De bladeren van planten hebben vooral last van de droge zuurdepositie, doordat de huidmondjes worden beschadigd. Ze blijven dan langer open staan, waardoor de verdamping uit de bladeren toeneemt. Als in de bodem uitspoeling (als gevolg van verzuring) plaatsvindt, zijn sommige vogels minder succesvol bij de voortplanting, doordat ze geen goede schaal om hun eieren kunnen produceren. Voor de vorming van de schaal is calcium nodig. Zonder stevige kalkschaal kunnen de eieren niet worden uitgebroed. Loofbomen krijgen ieder jaar nieuwe bladeren. De naalden van naaldbomen zitten het hele jaar door aan de bomen. Dit zou de oorzaak kunnen zijn dat naaldbomen gevoeliger zijn voor zure regen dan loofbomen. De verzuring remt de voortplanting van de onderzochte vissen. Dat blijkt uit de volgende drie aanwijzingen in de tabellen: - het aantal eileggende vrouwtjes bij Natalbaarzen daalt naarmate de zuurgraad van het water toeneemt; - de eileg-interval bij Natalbaarzen neemt toe naarmate de zuurgraad van het water toeneemt; de overlevingspercentages van de afgezette eieren van de Atlantische zalm, de bronforel en de tandkarper nemen af naarmate de zuurgraad van het water toeneemt.
28
T
2
A
MENS
EN
MILIEU
BASISSTOF
9 10
11
12
13
14
15
16
17
Gebouwen en beeldhouwwerken worden aangetast door zure regen. Het heeft weinig zin om alleen in Nederland maatregelen te nemen tegen zure regen, omdat een groot deel van de zure regen wordt veroorzaakt door andere Europese landen. Bij de bio-industrie komt uit de mest erg veel ammoniakgas vrij, o.a. als gevolg van het mestoverschot. Het ammoniakgas vormt samen met zwaveldioxide in de lucht ammoniumsulfaat, dat met de regen in de bodem terechtkomt. Nitrificerende bacteriën in de bodem zetten ammoniumsulfaat om in nitraat. Bij deze omzetting komen zure stoffen vrij die leiden tot verzuring van de bodem. In het oosten en in het zuiden van ons land zijn veel bedrijven voor intensieve veehouderij gevestigd. Natuurgebieden en bossen in deze regio's worden extra belast, doordat deze bedrijven in belangrijke mate bijdragen aan de verzuring. Koolwaterstoffen en koolstofmono-oxide gaan onder invloed van zonlicht (foto)chemische reacties aan met stikstofoxiden, waardoor o.a. ozon ontstaat. Dit ozon verontreinigt de lucht. De zonkracht is in de zomer veel hoger, waardoor deze reactie vooral in de zomer plaatsvindt. Een bio-indicator is een organisme dat door de mens wordt gebruikt om schadelijke stoffen in het milieu te signaleren. Korstmossen worden door de mens gebruikt om te bepalen in welke mate de lucht vervuild is in een gebied. Woestijnen zijn gebieden die vrijwel onbegroeid zijn; in korstmossenwoestijnen komen vrijwel geen korstmossen meer voor. Doordat korstmossen alle stoffen die ze nodig hebben uit de lucht halen (o.a. uit de regen), zijn ze speciaal gevoelig voor luchtvervuiling. Geluidhinder is te beschouwen als een vorm van luchtvervuiling, omdat er elementen (trillingen) aan de lucht worden toegevoegd die ongewenst zijn.
2
elektriciteitscentra les industrie l!!llll landbouw verkeer andere bronnen
Verder ter beoordeling aan je docent. 9
2
3
4
5
6
7
8
- Elektriciteitscentrales: 12,7% {6,25% vanwege uitstoot zwaveldioxide en 5,25% vanwege uitstoot stikstofdioxiden). - Industrie: 21,45% (15% vanwege uitstoot zwaveldioxide, 5,25% vanwege uitstoot stikstofdioxiden en 1,2% vanwege uitstoot ammoniak). - Landbouw {bio-industrie): 37,6% (vanwege uitstoot ammoniak). - Verkeer: 23,75% {2,75% vanwege uitstoot zwaveldioxide en 21% vanwege uitstoot stikstofoxiden). - Andere bronnen: 5,7% {1% vanwege uitstoot zwaveldioxide, 3,5% vanwege uitstoot stikstofoxiden en 1,2% vanwege uitstoot ammoniak).
8
9
10
11
De broeikasgassen in de atmosfeer houden de warmteuitstraling van de aarde tegen, waardoor wordt voorkomen dat de aarde te veel warmte verliest. (Zonder broeikasgassen zou de temperatuur van de aarde ruim 30 °C lager zijn.) Het broeikaseffect van de atmosfeer wordt vooral versterkt door de toename van koolstofdioxide. De toename van koolstofdioxide in de atmosfeer wordt vooral veroorzaakt door de toename van het energieverbruik. Om deze energie te verkrijgen, worden fossiele brandstoffen verbrand. Door het verbranden van fossiele brandstoffen ontstaat koolstofdioxide. Dit koolstofdioxide wordt toegevoegd aan de kringloop van koolstof, waardoor deze wordt verstoord. Een proces waardoor C0 2 uit de atmosfeer verdwijnt, is fotosynthese. (Door fotosynthese wordt koolstof vastgelegd in organische verbindingen.) Door het platbranden van tropisch regenwoud komt er veel koolstofdioxide in de lucht (koolstofdioxide ontstaat bij verbranding). Bovendien nemen de planten die dan verdwenen zijn geen koolstofdioxide meer op uit de lucht {planten verbruiken koolstofdioxide bij de fotosynthese). Hierdoor wordt het broeikaseffect (tijdelijk) versterkt. Bij secundaire successie ontstaat er weer een levensgemeenschap met plantengroei op het platgebrande stuk tropisch regenwoud. Bij deze successie is de assimilatie {fotosynthese) groter dan de dissimilatie (verbranding). De veeteelt {de intensieve veehouderij) zorgt voor versterking van het broeikaseffect, doordat uit mest methaan vrijkomt. Methaan is een broeikasgas. Door stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde zal de zeespiegel stijgen door uitzetting van water. Bovendien zal een deel van het poolijs en van het ijs op gletsjers smelten. Het broeikaseffect neemt toe als door extra verdamping uit de oceanen de waterdampconcentratie in de atmosfeer toeneemt. Waterdamp is een broeikasgas. 'Bij suikerbieten bijvoorbeeld neemt het bladoppervlak toe, wat leidt tot een verhoging van de productiviteit met bijna twintig procent.' Dit blijkt uit: 'Onderzoek in Engeland wijst uit dat sommige voedingsgewassen gunstig reageren op de langzaam veranderende samenstelling van de atmosfeer.' en 'Andere voedingsgewassen echter reageren slecht op het toenemen van het broeikaseffect. Sommige soorten planten blijken te weinig eiwitten te maken.'
29
Het water
10
2
3
4
5
6 7 8
9
10
11
12
De ozon laag in de atmosfeer absorbeert ultraviolette straling, waardoor slechts weinig van deze schadelijke straling de aarde bereikt. Door verdunning van de ozonlaag kan het aantal gevallen van huidkanker toenemen, doordat er meer UV-straling tot de aarde kan doordringen. UV-straling kan veranderingen in het DNA veroorzaken en o.a. huidkanker tot gevolg hebben. De stijging van de C0 2 -concentratie en de verdunning van de ozonlaag zijn de twee milieuproblemen die dr. A. Visser combineert in zijn promotieonderzoek. Een hogere dosis C0 2 zal de aanmaak van nieuwe wortels, stengels en bladeren bevorderen, doordat er meer fotosynthese kan plaatsvinden. De toename van de hoeveelheid UV-B-straling zou dit effect teniet kunnen doen, doordat dit licht DNAschade veroorzaakt en daardoor de celdeling verstoort. Ook wordt vermoedelijk het fotosynthetische elektronentransport geremd door UV-B-straling. Cfk's uit koelinstallaties komen nog steeds in de lucht terecht, doordat veel koelinstallaties lekken. Cfk's werden bij de productie van piepschuim gebruikt als blaasmiddel. Cfk's werden in spuitbussen gebruikt als drijfgassen. Door een drijfgas wordt de inhoud van een spuitbus naar buiten geperst. Cfk's werken mee aan de gevolgen van versterking van het broeikaseffect op de volgende twee manieren: - ze werken als broeikasgas, doordat ze de warmteuitstraling van de aarde tegen houden; - ze tasten de ozonlaag aan, waardoor meer warmtestraling van de zon doordringt naar de aarde en het zeewater opwarmt. In Nederland is de handel in oude koel- en vrieskasten verboden, omdat grote hoeveelheden koelkasten vaak lekkend en wel naar Afrika werden getransporteerd. Daar stonden ze vaak, na een tijdje gebruikt te zijn, als oud schroot weg te roesten. De cfk's die vrijkwamen, gingen op weg naar de ozonlaag. De stabilisatie van de concentratie van cfk's in de ozonlaag begon pas in 1992, doordat cfk's drie jaar nodig hebben om hoog in de atmosfeer te komen. Het herstel van de ozonlaag zal nog zeker een halve eeuw duren, doordat cfk's vele jaren actief blijven.
12
2
3
4
5
6
7
8
9 10
11
12
f1
Ter beoordeling aan je docent.
13
14
Het zelfreinigend vermogen van water is het vermogen alle organische afvalstoffen langs natuurlijke weg te mineraliseren (door reducenten). We spreken van overbemesting als landbouwgrond te veel bemest wordt met stalmest. We spreken van eutrofiëring (vermesting) van oppervlaktewater als de hoeveelheid mineralen in het water sterk toeneemt. De organische afvalstoffen die door overbemesting met stalmest in het water terechtkomen, worden door reducenten omgezet in mineralen. Dit kan leiden tot eutrofiëring van het water. De stikstofhoudende mineralen en fosfaat in kunstmest spoelen uit naar het grondwater. Via het grondwater komen de mineralen in het oppervlaktewater terecht. Dit kan leiden tot eutrofiëring van oppervlaktewater. Door eutrofiëring zijn in Nederland veel voedselarme wateren en bodems voedselrijker geworden. Sommige plantensoorten verdwijnen dan, doordat ze alleen in een voedselarm milieu kunnen leven. Andere soorten verdwijnen, doordat ze worden overwoekerd door soorten die beter zijn aangepast aan voedselrijke milieus. Waterbloei is het verschijnsel dat water een groene kleur krijgt door een sterke toename van sommige soorten waterplanten (o.a. kroos en bepaalde soorten algen). Wanneer door waterbloei het water troebel wordt, dringt er minder licht in het water door. In onder water levende planten wordt daardoor de fotosynthese beperkt, zodat deze planten zich minder goed ontwikkelen en sterven. De voedselketen is: alg - watervlo - brasem - snoek. Het water wordt door het happen in de modder van brasem nog troebeler, doordat: - het zand in het water blijft zweven; er nog meer algen komen, doordat de watervlooien worden opgegeten. Algen leven betrekkelijk kort en veroorzaken door hun sterfte grote hoeveelheden organische afvalstoffen in het water. Door de grote hoeveelheden organische afvalstoffen in het water zullen reducenten zich snel vermeerderen. Doordat de reducenten veel zuurstof verbruiken, kan in het water zuurstofgebrek ontstaan. 's Nachts vindt er geen fotosynthese plaats en produceren de algen en andere waterplanten dus geen zuurstof. Doordat alle organismen in het water wel zuurstof verbruiken, is aan het eind van de nacht het zuurstofgehalte van het water het laagst. Hierdoor gaan vissen vooral aan het eind van de nacht dood door zuurstofgebrek. Men wilde de hoeveelheden fosfaat en nitraat in het water verkleinen, omdat vooral deze mineralen waterbloei kunnen veroorzaken. Men zal brasems hebben weggevangen. Brasems eten watervlooien. Watervlooien eten algen. Wanneer brasems watervlooien eten, daalt het aantal watervlooien. Dat zal een toename van het aantal algen tot gevolg hebben.
30
T
E
MENS
EN
MILIEU
BASISSTOF
15 Men zal snoeken hebben uitgezet. Snoeken eten brasems. Wanneer het aantal brasems daalt, worden er minder watervlooien opgegeten en zal het aantal algen daardoor dalen. 13
2
3
4
5
6
7 8
Zware metalen als cadmium, kwik, lood en zink zijn zo schadelijk, omdat deze stoffen voor veel organismen, ook voor reducenten, al in kleine hoeveelheden giftig zijn. Het zelfreinigend vermogen van het water kan door de lozing van industrieel afvalwater op de volgende twee manieren worden verminderd: - chemische afvalstoffen zijn giftig voor reducenten, zodat reducenten sterven; - industrieel afvalwater is meestal zuurstofarm. Door watervervuiling kan de kwaliteit van ons drinkwater achteruitgaan, omdat soms niet alle schadelijke stoffen uit het water kunnen worden gehaald. Door accumulatie is het kwikgehalte van een kilogram vis uit het meer veel hoger dan het kwikgehalte van een kilogram ongezuiverd water uit het meer. Mensen lopen daardoor meer gevaar door het eten van een kilogram met kwik verontreinigde vis uit het meer. Met biologische zuivering in waterzuiveringsinstallaties wordt bedoeld dat bij het zuiveren van rioolwater gebruik wordt gemaakt van reducenten. Door het water in zuiveringsinstallaties te 'beluchten', wordt het zuurstofgehalte van het water vergroot. Hierdoor kunnen meer reducenten in het water leven, zodat het zelfreinigende vermogen van het water toeneemt. Voor het verdunnen moet gesteriliseerd water worden gebruikt, omdat dat geen bacteriën bevat. Het onderzochte drinkwater voldoet niet aan de wet. Het gemiddelde aantal bacteriën per 0,1 ml onverdund drinkwater is (25 + 41 + 71 + 29 + 51 = 217: 5 =) 43A· Per milliliter komen er dus ongeveer 430 bacteriën voor. Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacteriën bevatten.
14
2
3
Volgens de milieubeweging is de voornaamste oorzaak van het ontstaan van waterbloei het fosfaat. Volgens de onderzoeker Scholten is de voornaamste oorzaak van het ontstaan van waterbloei de aanwezigheid van giftige stoffen, zoals zware metalen en resten van pesticiden. (Omdat deze stoffen giftig zijn voor watervlooien, worden in vervuild water de algen niet meer onder de duim gehouden, waardoor waterbloei ontstaat.) Scholten kon in een schone plas (in Geesteram bacht) tot 1,5 milligram fosfaat per liter toevoegen, zonder dat er waterbloei optrad. In vervuild water (het IJsselmeer of het Mar kerm eer) trad al bij drie tot vijf keer lagere concentraties waterbloei op.
4
De fosfaatvrije wasmiddelen hebben de waterbloei op de volgende twee manieren eerder versterkt dan verzwakt: - fosfaatvrije wasmiddelen bevatten meer gifstoffen voor watervlooien dan wasmiddelen die wel fosfaat bevatten; - er is naar verhouding meer fosfaatvrij waspoeder nodig, waardoor het effect van algengroei wordt versterkt. 5 Scholten zegt: 'Dit alles in theorie' omdat het effect van wasmiddelen op de algengroei niet groot is. De toestroom van gifstoffen uit de landbouw en de industrie is namelijk veel groter en bepalend voor de waterkwaliteit. 6 Men wilde in de Veluwerandmeren de hoeveelheden fosfaat en nitraat in het water verkleinen, omdat men dacht dat vooral deze mineralen waterbloei zouden veroorzaken. Uit de gegevens van het artikel blijkt dat vooral giftige stoffen zoals zware metalen en resten van pesticiden waterbloei veroorzaken. Door het uitzetten van snoeken en het wegvangen van brasems zou het aantal watervlooien in de Veluwerandmeren moeten toenemen. Omdat watervlooien algen eten, zou hierdoor het aantal algen moeten afnemen. Uit de gegevens van het artikel blijkt dat het aantal watervlooien niet zozeer afneemt door de brasems, maar vooral door de giftige stoffen die in de Veluwerandmeren worden geloosd.
El
De bodem
15
Bij zwerfbouw wordt de grond vaak na enkele jaren ongeschikt voor landbouw, doordat de grond dan geen mineralen meer bevat (de grond is 'uitgeput'). 2 Kaalkap kan leiden tot erosie, omdat door het verwijderen van de begroeiing de bodem bloot komt te liggen. De vruchtbare humuslaag kan dan door de wind worden weggeblazen of door de regen worden weggespoeld. 3 Woestijnvorming kan bijdragen aan de versterking van het broeikaseffect, doordat de vegetatie verdwijnt. Hierdoor neemt het gehalte aan koolstofdioxide op aarde toe, doordat er minder fotosynthese plaatsvindt. Koolstofdioxide is een van de belangrijkste broeikasgassen. 4 Hardhout komt uit de tropen. Voor het aanleggen van geluidsschermen van tropisch hardhout moeten tropische regenwouden worden gekapt (om te voldoen aan de vraag naar hardhout). In de tropen worden meestal geen nieuwe bomen aangeplant. 5 Door de vraag naar tapioca in Europa worden in Thailand grote stukken land ontbost om er landbouwgrond van te maken.
31 BASISSTOF
6
7 8
9
10
11
Door het opslaan van genetisch materiaal uit tropische regenwouden in zogenoemde genenbanken blijft dit materiaal bewaard en kan het later worden onderzocht en gebruikt. De oorzaak van de verdroging van bossen in Nederland is de dalende grondwaterstand. Het voordeel van kanalisering voor het beheersen van de waterhuishouding in landbouwgebieden is dat in natte perioden overtollig water snel kan worden afgevoerd en bij droogte water snel kan worden aangevoerd. Een andere oorzaak van de daling van het grondwaterpeil is het toenemend waterverbruik van consument, landbouw en industrie. Door daling van het grondwaterpeil neemt het aantal soorten planten en dieren in natte bossen af. Door verdroging van de bodem worden de bomen minder gezond.
16
De laag van dood veenmos is in verhouding tot zandgrond zeer arm aan mineralen, doordat in het zure en zuurstofarme milieu organische afvalstoffen niet kunnen worden afgebroken door reducenten. 2 Een stikstofhoudende stof die met regenwater op het hoogveen terecht kan komen, is NOx (stikstofoxiden). Deze stof ontstaat, doordat bij onweer stikstofgas reageert met ozon (0 3). Ammoniak, ammonium en nitraationen zijn andere stikstofhoudende stoffen die met regenwater op het hoogveen terecht kunnen komen. 3 Zo'n verandering van soortensamenstelling van een ecosysteem noemen we successie. 4 Andere abiotische milieufactoren die van invloed zijn op de plantengroei: - de pH wordt hoger; - het gehalte aan mineralen neemt toe; - het zuurstofgehalte neemt toe; - de hoeveelheid licht op het bodemoppervlak neemt af; - de warmtecapaciteit van de bodem neemt af. 17
Bodemsanering is het afgraven of reinigen van vervuilde grond. 2 De bodemverontreiniging in de wijk 't Zandgat is waarschijnlijk veroorzaakt door chemisch afval. Dat afval is in het verleden gestort op de stortplaats waarop later een deel van de wijk 't Zandgat is gebouwd. 3 Het grondwater onder de gesloopte huizen wordt net zolang gereinigd tot er geen uitspoeling van giftige stoffen meer plaatsvindt, omdat deze giftige stoffen anders via het grondwater in het oppervlaktewater terecht kunnen komen. 4 De opgeslagen giftige stoffen op het terrein in Buggenhout kunnen een bedreiging vormen voor het water in de Schelde, doordat uit lekkende vaten giftige stoffen in het grondwater terecht kunnen komen. Via het grondwater kunnen de giftige stoffen vervolgens in het water van de Schelde terechtkomen.
5
Tot een tiental jaren geleden werd aan benzine lood toegevoegd om de motor soepel te laten lopen. Via de uitlaatgassen kwam het lood in de wegbermen terecht. Doordat planten het lood opnamen, kwam het lood in de kring loop van stoffen terecht. Hoewel de meeste auto's tegenwoordig op loodvrije benzine rijden, komt in de bodem langs snelwegen relatief veel lood voor, doordat lood niet door reducenten kan worden afgebroken.
18
Een Nederlander geeft gemiddeld per jaar 400 kg huishoudelijk afval aan de vuilnisman mee. 2 Door gescheiden inzameling van afval kunnen veel afvalproducten op een milieuvriendelijke manier worden verwerkt. 3 Het logo is een afvalcontainer met een kruis erdoor. 4 Correctievloeistof, nagellakremover en spaarlampen zijn kca. 5 Recycling is een milieuvriendelijke manier van afvalverwerking, doordat er door recycling minder grondstoffen aan de natuur hoeven te worden onttrokken. 6 Composteren is te beschouwen als een vorm van recycling, omdat gft-afval, na mineralisatie door reducenten, als compost weer kan worden gebruikt om de bodem te verbeteren. 7 Afval is biologisch afbreekbaar als reducenten het afval kunnen mineraliseren. 8 Reducenten in gft-afval hebben zuurstof nodig. Door lucht door de afvalhopen van gft-afval heen te blazen, gaat de afbraak van gft-afval sneller. 9 Storten en verbranden zijn methoden van afvalverwerking die verspilling van grondstoffen tot gevolg hebben. 10 Afvalverbranding kan luchtvervuiling veroorzaken door het vrijkomen van stikstofoxiden, dioxine en andere kankerverwekkende stoffen. Deze stoffen gaan via schoorstenen de lucht in.
Il
Milieubeleid en milieubeheer
19
2
3 4
Met het principe 'de vervuiler betaalt' wordt bedoeld dat diegene die verantwoordelijk is voor de vervuiling, ook opdraait voor de kosten om de vervuiling ongedaan te maken. Alternatieve energiebronnen, zoals zonne-energie en windenergie, hebben als voordelen dat ze veilig zijn voor het milieu en dat ze nooit uitgeput raken. Door de uitstoot van koolstofdioxide te beperken, wil men versterking van het broeikaseffect tegengaan. Door vermindering van de uitstoot van zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak wil de overheid het milieuprobleem van de zure regen tegengaan.
32
MENS
EN
MILIEU
BASISSTOF
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
De overheid wil de uitstoot van stikstofoxiden door het wegverkeer verminderen door het gebruik van de auto terug te dringen en het openbaar vervoer te bevorderen. Verder moeten sinds enkele jaren alle nieuwe auto's voorzien zijn van een katalysator die de uitlaatgassen van de auto reinigt. Met evenwichtsbemesting wordt bedoeld dat de aanvoer van mineralen (fosfaat en stikstofhoudende mineralen) gelijk is aan de hoeveelheid die met de agrarische producten wordt afgevoerd plus een acceptabel verlies aan het milieu. De verliesnormen voor fosfaat en stikstof worden de komende jaren steeds lager gesteld om het mineralenoverschot terug te dringen. Voor boeren is het nu vaak aantrekkelijker om hun mestoverschot op het eigen land uit te rijden. Dat is goedkoper en gemakkelijker. Door de mineralenheffing wordt het voor de boeren juist onaantrekkelijk om dat te doen. Bovendien zullen boeren door de mineralenheffing efficiënter omgaan met het gebruik van kunstmest. Het uitrijden van mest is in een bepaalde periode verboden, omdat de planten dan geen mineralen uit de bodem opnemen. De mineralen zouden dan kunnen uitspoelen en via het grondwater in het oppervlaktewater terecht kunnen komen. Mestbanken regelen dat de mest van bedrijven met een mestoverschot wordt vervoerd naar gebieden in ons land met een mesttekort. De overlevingskansen van dieren nemen in zo'n gebied toe, doordat: - er minder dieren slachtoffer zullen worden van het verkeer; - er meer voedsel beschikbaar is; - onderlinge voortplanting van de dieren uit de verschillende ecosystemen dan mogelijk wordt. De omzetting van mest in biogas is een anaëroob di ssimil atieproces. De lucht bevat in ieder geval ammoniak, voordat het de zuiveringsinstallatie is gepasseerd. - Door varkensmest om te zetten in mestkorrels wordt overbemesting van land voorkomen. Er zullen dan geen mineralen in het grondwater terechtkomen. De eutrofiëring van het oppervlaktewater zal hierdoor verminderen. - Door biogas te gebruiken (in plaats van fossiele brandstof), komt er geen extra CO, in de atmosfeer. Bovendien komt door de verwerking van mest minder methaan vrij. Beide maatregelen dragen bij tot vermindering van de versterking van het broeikaseffect. - Beperking van de uitstoot van ammoniak draagt bij aan vermindering van zure regen.
20
2
3
De norm voor lood is 0,15 mg·m-i lucht en 4 µg·l- 1 in oppervlaktewater. De bronnen van verontreiniging met lood zijn o.a. auto's zonder katalysator die rijden op superbenzine. Lood is zeer giftig. Te grote blootstelling aan lood veroorzaakt bloedarmoede, nierziekte, blindheid en geestelijke achterstand.
4 5 6
De norm voor benzeen is 7,5 mg·m-i lucht en 0,2 µg·l- 1 in grondwater. De bronnen van verontreiniging met benzeen zijn o.a. auto's en de industrie. Benzeen is kankerverwekkend. Te grote blootstelling aan benzeen veroorzaakt schade aan bloedcellen en kan leukemie veroorzaken.
21
Ter beoordeling aan jezelf en aan je docent.
33
23
2
Een voorbeeld van een goed antwoord is: - onderzoek doen naar schade die veroorzaakt wordt door bodemverontreiniging; - aangeven hoe schade aan de natuur zoveel mogelijk kan worden voorkomen; - aangeven welke maatregelen er genomen kunnen of moeten worden bij het overschrijden van wettelijke milieunormen; - adviezen geven over de inrichting van natuurgebieden in relatie tot de uitslag van bodemkundig onderzoek. Een voorbeeld van een goed antwoord is: - nauwkeurig kunnen werken; - in een complex geheel de hoofdlijnen blijven zien; creatieve oplossingen bedenken; overtuigingskracht hebben.
3 A milieuvoorschriften
B economische motieven
C bestuurlijke motieven
D natuurwaarde van het gebied
v
U,V,X
U,X
w
4
5
Een voorbeeld van een goed antwoord is: - Kleine vervuilde gebied saneren. - Projectontwikkelaar betaalt saneringskosten en mag alleen dit gebied bebouwen. - Grootste gedeelte gebied (met grutto's wordt natuurgebied) en mag niet bebouwd. Ter beoordeling aan jezelf.
34
Diagnostische toets E
Onjuist. Juist. 3 Juist. 4 Juist.
2
E
3
4
c c
2
c
2
2
3
4
5
6
7 8
9
10
2
3 4 5
- Door bodembewerking zoals ploegen komt er meer zuurstof in de bodem. - Nitrificerende bacteriën zijn actief in een zuurstofrijke bodem. Oorzaken van toename van de hoeveelheid stikstofverbindingen in Nederland zijn: - invoer van veevoer (eiwitten bevatten stikstof); - invoer van kunstmest; - invoer van fossiele brandstoffen. Door het oogsten van de gewassen die de Surinamers op de akkertjes telen, worden mineralen aan de kringloop van stoffen op de akkertjes onttrokken. Na verloop van enkele jaren bevat de bodem nog zo weinig mineralen dat de akkertjes niet voldoende landbouwgewassen meer opleveren. Twee andere nadelen van pesticiden: - veel pesticiden zijn niet soortspecifiek (ze doden veel soorten organismen); - sommige pesticiden zijn persistent (ze worden zeer langzaam afgebroken): er vindt accumulatie plaats. De methodiek die is gebruikt bij het verkrijgen van de transgene aardappelplant heet recombinant-DNAtechniek. Het bt-eiwit (is een organische stof en) wordt (door reducenten) afgebroken; veel chemische bestrijdingsmiddelen zijn niet of slecht afbreekbaar. Alleen de maïsboorder. De bioloog moet groep 2 met groep 3 vergelijken. Bij groep 1 kan de afwezigheid van sluipwespen ook worden veroorzaakt door de afwezigheid van rupsen. Door groep 2 en groep 3 met elkaar te vergelijken kan men nagaan of terpenoïden door sluipwespvrouwtjes worden gebruikt als wegwijzer naar rupsen. Uit het gegeven dat in boomgaard P steeds opnieuw werd gespoten, terwijl dat in boomgaard Q nauwelijks gebeurde, kun je afleiden dat de biologische bestrijding meer effect had dan de chemische bestrijding. Uit het gegeven dat het aantal fruitspintmijten in boomgaard P steeds weer toenam, terwijl dat in boomgaard Q niet of nauwelijks gebeurde, kun je afleiden dat de biologische bestrijding efficiënter was dan de chemische bestrijding.
Onjuist. Onjuist. Juist. Onjuist. Onjuist.
B 3
B
4
C
2
3 4
2
3
4
5
6
7
Juist. Onjuist. Juist. Onjuist. (Door het gat in de ozonlaag dringt meer warmtestraling door tot de aarde. Door uitzetting van het water en door het smelten van een deel van het poolijs en het ijs op gletsjers zal de zeespiegel stijgen.)
Twee oorzaken van fosfaatbelasting van de Noordzee door de landbouw zijn: - overbemesting met stalmest; - bemesting met kunstmest. Dit zuurstofgebrek in het water wordt veroorzaakt, doordat de reducenten die de dode algen afbreken veel zuurstof gebruiken. Twee oorzaken voor massale vissterfte door het sterven van zeebodembewoners zijn: - het gebrek aan voedsel, doordat de zeebodem bewoners sterven aan zuurstofgebrek; - het gebrek aan zuurstof, doordat reducenten veel zuurstof verbruiken. Een verklaring voor dit verschil is dat blijkbaar de concentratie fosfaationen een beperkende factor is voor de groei van de algen en de concentratie kaliumionen niet. Vruchtbare grond bevat een hoog gehalte aan voedingsstoffen; algen gaan hierdoor groeien en zo het water vertroebelen. Door fosfaatvermindering neemt het aantal algen af. Vissen die algen eten, hebben dan minder voedsel. Zij zullen hierdoor in aantal afnemen. Door afname van het aantal vissen zal de visvangst geringer worden. Door afbraak van organische stoffen komen er mineralen in het water, algen groeien, snoeken kunnen niet goed meer jagen, witvissoorten als brasem nemen toe, brasem eet veel watervlooien waardoor hun aantal klein wordt.
35 DIAGNOSTISCHE TOETS
DOELSTELLING
2
3
4
5 6
7
8
Juist. Juist. Onjuist. (Deze waterbloei is veroorzaakt, doordat de organismen die algen eten zijn gestorven. Cadmium en lood zijn al in kleine hoeveelheden giftig voor veel organismen.) Onjuist. Juist . Onjuist. (De bacteriën hebben alcohol als energiebron nodig.) Onjuist .
DOELSTELLING
1 DOELSTELLING12
Nadelen: hoge kosten voor overheid, forse belastingverhoging, door overbelasting moet het openbaar vervoer uitgebreid worden, waardoor de kosten nog hoger worden, minder gemak en individuele vrijheid. Voordelen: schoner milieu, mensen die auto wegdoen, zijn ondanks belastingverhoging goedkoper uit; sociale vorm van vervoer.
2
9
B 2
A
3
c
1DOELSTELLING101
2
3 4
s 6
Bij storten en verbranden. Bij het verwerken van lege blikjes wordt gebruikgemaakt van recycling. Verbranden. Storten is relatief goedkoop, doordat het afval alleen maar op een vuilnisbelt hoeft te worden gestort. Er gebeurt daarna niets meer met het afval. Alleen biologisch afbreekbaar afval (gft-afval) kan door reducenten worden omgezet in compost. Compost kan de vruchtbaarheid van de grond gedurende langere tijd verhogen, doordat compost nog veel organische stoffen bevat, zodat in de bodem het mineralisatieproces wordt voortgezet.
DOELSTELLING 11
2
3 4
5 6
Juist. Juist. Juist. Onjuist. (Bij evenwichtsbemesting is de aanvoer van mineralen gelijk aan de afvoer plus een acceptabel verlies aan het milieu.) Onjuist . (Door mestinjectie wordt de uitstoot van ammoniak verminderd.) Juist.
I
3
Aanvaardbaarheid: ter beoordeling aan jezelf (persoon lijke keuze wordt niet beoordeeld, de onderbouwing wel). Nadelen: hogere investeringskosten (energie, geld). Voordelen: lagere kosten (energie, geld) op langere termijn, lagere milieubelasting op langere termijn. Aanvaardbaarheid: ter beoordeling aan jezelf (persoon lijke keuze wordt niet beoordeeld, de onderbouwing wel). Nadelen: duurder vlees voor consument, investeringskosten voor bio-industrie, saneringskosten overheid en mogelijke werkloosheid. Voordelen: hoger dierenwelzijn, vermindering mestoverschot, minder desastreuze gevolgen bij infectieziekten (evt. gezonder en lekkerder vlees). Aanvaardbaarheid: ter beoordeling aan jezelf (persoon lijke keuze wordt niet beoordeeld, de onderbouwing wel).
36
Hoe zuur is regen? 1
Leren en werken
1 PRACTICUM
De pH van regen- en oppervlaktewater Ter beoordeling aan je docent.
Il
Thermische waterverontreiniging
We spreken van thermische verontreiniging van het water als de temperatuur van oppervlaktewater voortdurend hoger is dan onder natuurlijke omstandigheden. 2 Door thermische waterverontreiniging neemt het aantal bacteriën van de soort Clostridium botulinum in het water enorm toe. Deze bacterie veroorzaakt botulisme, een vergiftigingsziekte die leidt tot de dood van eenden en andere watervogels. 3 We spreken van horizonvervuiling als je (in een natuurgebied) aan de horizon fabrieken of andere grote gebouwen ziet staan. Koeltorens zie je vaak van grote afstand staan. 4 Ter beoordeling aan jezelf en aan je docent. s Het traject van een bepaalde abiotische factor waarbinnen organismen van een bepaalde soort zich kunnen handhaven, noemen we het tolerantiegebied. 6 In plas 2 is sprake van thermische verontreiniging. In deze plas wordt de kiezelwiersoort samen met de garnaalsoort aangetroffen. De garnaal soort is de indicatorsoort, omdat hij zich alleen kan handhaven bij temperaturen tussen +20 °C en +36 °C. De kiezelwiersoort kan zich ook handhaven bij veel lagere temperaturen (tot -20 °C). De normale temperatuur van het oppervlaktewater is lager dan 20 °C.
Het door jou gekozen beroep. De werkzaamheden verschillen per beroep. Je vindt de benodigde informatie door op de leerlingen-cd-rom de gegevens over het beroep op te vragen. Op het tabblad 'werkzaam heden' vind je de werkzaam heden die je in dit beroep uitoefent. 3 De capaciteiten verschillen per beroep. Je kunt de benodigde capaciteiten vinden door op de leerlingencd-rom de gegevens over het beroep op te vragen. Op het tabblad 'capaciteiten' vind je de capaciteiten die je in dit beroep nodig hebt. 4 De opleidingseisen voor deze beroepen verschillen per beroep. Je kunt de gegevens over de vereiste opleiding en de duur van de opleiding voor dit beroep vinden door vanuit de gegevens over het beroep te klikken op 'opleidingen' en 'gegevens'. 5 De opleidingseisen verschillen per opleiding. Klik vanuit de gegevens over het gekozen beroep op de knoppen: 'opleidingen', 'gegevens'. Op het tabblad 'vereist' vind je de benodigde informatie. 6 Je vindt deze informatie door vanuit de gegevens over het beroep onder 'opleidingen' en 'gegevens' te kijken. 7 Ter beoordeling aan jezelf. In het antwoord vergelijk je jouw capaciteiten met de benodigde capaciteiten voor dit beroep en geef je antwoord op de vraag of je de werkzaam heden die je in dit beroep uitoefent interessant lijken. Daarna trek je de conclusie of het beroep voor jou geschikt zou kunnen zijn. 2
Als voorbeeld de antwoorden van het beroep: milieubeheerder. 2 Een voorbeeld van een goed antwoord is: - bepalen of bedrijven die (schadelijke) stoffen in het milieu lozen daarvoor een vergunning moeten krijgen of niet; - bedrijven adviseren hoe er zo milieuvriendelijk mogelijk kan worden gewerkt; - klachten behandelen over illegale lozingen; - met het a:fdelingshoofd bespreken welke aanvragen er in behandeling worden genomen. 3 Een voorbeeld van een goed antwoord is: - kennis hebben van milieuwetgeving; - contactuele eigenschappen (contacten met allerlei mensen en bedrijven) hebben; - mondelinge en schriftelijke vaardigheden (mondeling helder kunnen uitleggen en besluiten kunnen toelichten) bezitten. 4 Een voorbeeld van een goed antwoord is: Aquatische ecotoxicologie (hbo). s Voor de opleiding Aquatische ecotoxicologie (hbo) worden de volgende toelatingseisen gesteld: - havo-Natuur en Gezondheid; - havo-Natuur en Techniek; - vwo-Natuur en Gezondheid; - vwo-Natuur en Techniek. 6 De opleiding Aquatische ecotoxicologie (hbo) duurt 168 studiepunten; dat is vier jaar. 7 Ter beoordeling aan jezelf.