EINSTEIN
ballon weer opblaast. Maar mijn assistenten vertellen dat het komt doordat de stikstof heel erg koud is en dat de lucht in de ballon dan kleiner wordt. Later warmt de lucht weer op en wordt weer groter. En een spekje, een gewone zachte lekkernij, wordt een soort spekjesijsje in de stikstof. ‘En dat is wetenschap?!’ vraagt mijn neef zich af? ‘Dan is wetenschap best interessant!’. Maar het meest spectaculaire moet nog komen: stikstof en warm water levert een rookgordijn waarachter alles verdwijnt, zelfs de leerlingen van De Dreske. Maar die leerlingen dringen naar voren en willen de geheimzinnige rook aanraken. ‘Brr, dat is koud’ roept er één. Nu willen zij wel meer weten over wetenschap en zij willen mij ook wel helpen om mijn neef van alles te laten ontdekken.
Het is toch wat: die neef van mij vindt wetenschap helemaal niets. En leren vindt hij ook al niet leuk … Hoe kan ik hem toch motiveren? Hoe krijg ik, Einstein, nu ooit een opvolger in de familie? Gelukkig zijn er leerlingen van De Dreske, zouden zij misschien kunnen helpen? Weet je wat, ik neem mijn neef mee naar het laboratorium. Daar werken mijn assistenten met stikstof. Dat vindt hij vast mooi. Neef is vol verbazing wanneer een opgeblazen ballon in de stikstof helemaal krimpt! En daarna uit zichzelf weer opblaast! Dat is bijzonder. Alsof een onzichtbaar persoon de
De leerlingen doorlopen een circuit waarin ze langs allerlei experimenteerstations komen. Dat is mooi, dan kan ik mooi meelopen en alles bekijken. En mijn neef kan mooi mee; wie weet vindt hij wetenschap dan wel leuk.
Moet je zien, daar is een kwal in een fles. Die kwal zweeft een beetje boven in de fles. Maar dan, wat gek: die kwal komt op een stukje koek af! He? Hoe kan dat nou? Mijn neef mag het ook proberen, maar hem komt de kwal niet. Mijn neef snapt er niets van. Maar hij blijft het maar proberen! Dat is wel mooi. Je moet niet snel opgeven als je gaat experimenteren. De kinderen stellen allerlei vragen. Dan ontdekken ze het: het werkt met luchtdruk! Dat is interessant!
Kijk, een eindje verderop doen ze ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’. Dat is toch een gewoon spelletje? Of niet? Er staan ook allerlei microscopen bij. Eens even kijken. Tsjonge, moet je zien: een hagelslagkorreltje: dat ziet er gek uit onder de microscoop. Op het computerscherm lijkt een haar wel een boomstam! En één van de leerlingen zet de microscoop op haar tanden: zo ziet de tandarts dus of je schone tanden hebt of niet. Mijn neef vindt dit ook erg interessant. Er gaat een nieuwe wereld voor hem open. Hij probeert ook van alles uit en hij geniet enorm.
Daarnaast hebben ze bordjes met melk neergezet. Hm, het lijkt wel of ze de kat gaan voeren. Maar kijk, nu doen ze kleurstoffen in de melk. Ach, dat is niet zo bijzonder. Maar dan, een drupje afwasmiddel erbij en opeens lopen de kleuren uit. De kleuren lopen in elkaar over. Dat is mooi. En weer stellen de kinderen vragen, want ze willen precies weten hoe dit zit. Dat komt doordat het afwasmiddel het vet oplost en daarmee de barrières voor de kleuren wegneemt. Wat een prachtige schilderijen ontstaan er zo.
Buiten zijn de leerlingen aan het bellenblazen. Nou ja, bellenblazen: ze maken een enorme bellenbaard lijkt het wel. Met een sok en een halve fles. Dat is ook mooi. Een klein meisje zegt ’Ik vind dat niet leuk’. Oei, daar moet mijn neef maar niet mee gaan praten, want hij is net zo goed bezig met zelf experimenteren.
Verderop klinkt luid gejuich: op het veld wordt een waterraket gelanceerd. Dat is spectaculair. Water in een fles, ventiel er op en dan heel hard pompen om druk op te bouwen en dan … Poef, de raket vliegt de lucht in. En met een enorme voortstuwende kracht want degenen die er achter staan worden helemaal nat van water en gras. Ha, dat is mooi. En wat komen die raketten ver! Als ik naar die enthousiaste leerlingen kijk dan denk ik dat daar vast de nieuwe André Kuipers bij zit. Misschien mijn neef wel, want hij is ook weer enthousiast als hij ziet hoe de kinderen betrokken bezig zijn. En ze snappen ook heel goed hoe het werkt! Uiteindelijk schieten de kleinste kinderen hun raket het verste weg.
De auto’s die op zonne-energie lopen zijn ook mooi. Nou ja, je moet ze wel eerst zelf ontwerpen. Maar als dan uiteindelijk het eigen ontwerp ook echt rijdt dan mag je daar wel trots op zijn. Eén van de leerlingen doet een bijzondere ontdekking: als je je hand boven het zonnepaneel houdt dan stopt de auto! Het lijkt een simpele ontdekking , maar het is de observatie van een wetenschapper in de dop! Mijn neef staat er met open mond bij: zoiets had hij natuurlijk nooit kunnen bedenken.
Mijn neef komt altijd in de dierentuin maar hij heeft zich nooit afgevraagd hoe de olifanten aan hun witte tanden komen. Nou, poetsen natuurlijk. Maar niet met een klein tubetje, maar met een enorme fles olifantentandpasta. En die tandpasta wordt gemaakt door de kinderen. Die vinden dat zelf ook spectaculair. Je hebt een beetje van de ene stof nodig en een beetje van de andere stof. Die doe je in een fles, beetje gist erbij en dan … krijg je een enorme hoeveelheid olifantentandpasta! ‘De fles wordt warm’ merkt een meisje op. Later ontdekken de studenten dat olifantentandpasta ook erg explosief kan zijn, maar ja, dat is ook wetenschap!
Vroeger speelde ik met mijn neef altijd met het licht: dan stond ik beneden en drukte ik het licht op de overloop uit, maar dan deed mijn neef het boven weer aan. Hij vond dat altijd heel vreemd hoe dat kon, dat we met twee lichtknopjes dezelfde lamp aan en uit konden doen. Maar vandaag kan hij leren hoe dat precies werkt. Hij mag namelijk een hotelschakelaar maken. Samen met de leerlingen komt hij er wel uit. Hij geeft bijna licht van blijdschap!
Spelen met licht is ook mooi in het lichtatelier. Eén van de kinderen doet van alles, maar zegt ’Ik heb niet op de muur geverfd hoor’ wanneer de muur geel oplicht van de gele voorwerpen die hij op de overheadprojector heeft gelegd. Een ander zegt ernstig: ‘Wit is geen kleur, dus dit wordt zwart op de muur’. Ook erg verbazingwekkend zijn de vlekken op je handen die je wel in de kamer met blackligth kunt zien maar die bij daglicht helemaal verdwenen zijn: het is net tovenarij. Mijn neef vindt spelen met stikstof heel erg mooi. Gelukkig mag hij ook nog een spekje in de vloeibare stikstof onderdompelen. Hij geniet van z’n zelfgemaakte spekjesijsje en wil
er natuurlijk nog één. Wetenschap en eten horen ook al bij elkaar.
Als alle kinderen weer terug zijn zie ik dat ze allemaal erg genoten hebben van de wetenschappelijke experimenten die ze hebben uitgevoerd. Dat is fijn, want de belangstelling voor wetenschap & technologie begint natuurlijk al op heel jonge leeftijd en vandaag hebben de studenten die belangstelling bij hen gewekt. Daar kan ik als wetenschapper erg blij van worden. En nog blijer ben ik dat ook mijn neef vandaag erg geïnteresseerd is geraakt in wetenschap & technologie.
Einstein ~ 2 juli 2014