Eindrapportage Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers MBO Raad April 2012
Eindrapportage Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers MBO Raad April 2012
Contactgegevens: Opdrachtgever
Opdrachtnemer:
MBO Raad Houttuinlaan 6 3447 GM Woerden
Markteffect BV Keizersgracht 21c 5611 GC Eindhoven
Tanja Krieger 0348 – 75 35 78
[email protected]
Edgar de Beule 040 – 239 2290
[email protected] Marleen Hermans 040 – 239 2290
[email protected]
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 1 van 36 April 2012
Voorwoord De MBO Raad is de brancheorganisatie van de onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Alle onderwijsinstellingen in de mbo-sector zijn aangesloten bij de MBO Raad welke de belangen van deze instellingen behartigt. Om inzicht te krijgen in het keuzeproces van vmbo-leerlingen heeft de MBO Raad marktonderzoeksbureau Markteffect benaderd voor het uitvoeren van een studiekeuzeonderzoek. In dit onderzoek zal het oriëntatieproces dat vooraf gaat aan de keuze voor een opleiding en mbo-instelling in kaart worden gebracht. Ook de verschillende bronnen die een rol kunnen spelen in het oriëntatie- en keuzeproces zullen uitvoerig besproken worden. Bijgaand document betreft het eindrapport van dit onderzoek. Wij danken de MBO Raad hartelijk voor het vertrouwen en de prettige samenwerking. Voor vragen of nadere analyses zijn wij graag voor u beschikbaar. Markteffect B.V. Edgar de Beule Marleen Hermans
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 2 van 36 April 2012
Management Summary De MBO Raad is de brancheorganisatie voor alle mbo-onderwijsinstellingen in Nederland. Om hun leden inzicht te geven in het studiekeuzeproces van vmbo-scholieren heeft de MBO Raad door Markteffect een onderzoek laten uitvoeren dat inzicht verschaft in het oriëntatieproces met betrekking tot de vervolgopleiding. Oriëntatieproces De meeste scholieren beginnen in hun derde leerjaar met de oriëntatie op hun vervolgopleiding (53%), een derde van de scholieren begint al aan het begin van het derde leerjaar aan dit proces (34%). Scholieren die de theoretische leerweg volgen en scholieren uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en uit regio West beginnen zich relatief vaak later (aan het begin van het vierde jaar) te oriënteren. Bijna de helft van de scholieren wil na hun vmbo-opleiding een mbo-opleiding op niveau 4 gaan volgen (44%), 19% van de vmbo-scholieren kiest voor havo. Scholieren uit de theoretische leerweg geven vaker aan een havo-opleiding te willen gaan volgen (28%) vergeleken met scholieren van andere leerwegen (7%). Informatie over vervolgopleiding De meeste vierdejaars scholieren (88%) hebben de keuze voor de vervolgopleiding al gemaakt. 58% van de derdejaars scholieren heeft deze keuze al gemaakt. Ruim de helft van de scholieren bezoekt voorlichtingsdagen of open dagen om informatie te verzamelen voor een vervolgopleiding (57%). Ook de decaan (49%), familie (47%), websites van scholen (44%) en vrienden (44%) worden vaak genoemd als informatiebron in de zoektocht naar een vervolgopleiding. Scholieren die de theoretische leerweg volgen en scholieren uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag maken vaker gebruik van brochures dan andere scholieren. Aan de scholieren is gevraagd te benoemen hoe belangrijk zij de informatie uit verschillende bronnen vinden. Alle informatiebronnen worden door de scholieren als belangrijk ervaren bij het kiezen van een vervolgopleiding. Meeloopstages en voorlichtingsdagen of open dagen zijn het meest belangrijk Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 3 van 36 April 2012
wanneer het de keuze van een opleiding betreft. Daarentegen geven scholieren aan informatie uit de krant en van vrienden als de minst belangrijke bron van informatie te beschouwen. Bijna alle vmbo-scholieren (86%) vinden dat er voldoende informatie beschikbaar is over studiekeuze. Factoren belangrijk bij de keuze voor een vervolgopleiding De meest belangrijke factor bij de keuze voor een vervolgopleiding is de opleiding zelf. Op de tweede plaats komt de mbo-instelling en de plaats wordt het minst belangrijk gevonden. De aspecten van mbo-instellingen waar de scholieren het meeste belang aan hechten zijn de leuke sfeer (69% vindt dit heel belangrijk), goed onderwijs (80% vindt dit heel belangrijk) en dat de instelling de opleiding aanbiedt die de scholier graag wil gaan volgen (77% vindt dit heel belangrijk). Alle aspecten die betrekking hebben op de opleiding worden door de scholieren belangrijk gevonden (98% tot 74% per aspect). Het belangrijkste aspect bij de keuze voor een opleiding is de kans op een baan (98%), gevolgd door de diversiteit aan richtingen die je met de opleiding op kunt (93%). Het belangrijkste aspect van de plaats is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. 87% van de scholieren geeft aan dit belangrijk tot heel belangrijk te vinden. Ook in de aspecten die betrekking hebben op de toekomstige baan staat de kans op werk op de eerste plaats. Scholieren geven aan dat ouders het meeste invloed hebben op hun keuze voor een vervolgopleiding. 78% van de scholieren zegt beïnvloed te worden door hun ouders. Ook studenten die op dit moment een mbo-opleiding volgen en vrienden hebben een relatief grote invloed op de keuze voor een vervolgopleiding. Scholieren noemen veelal het roc als ze spontaan mbo-opleidingen opnoemen. Hieruit valt af te leiden dat de kennis over mbo-instellingen veelal algemeen is. Specifieke mbo-instellingen die het meest worden genoemd zijn: Landstede, Zadkine, ROC Eindhoven, ROC ASA, Deltion College en ID college.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 4 van 36 April 2012
Inhoudsopgave Voorwoord ...................................................................................................... 2 Management Summary................................................................................... 3 Inhoudsopgave ............................................................................................... 5 1. Inleiding ................................................................................................... 6 1.1 Onderzoeksopdracht ........................................................................ 6 1.2 Onderzoeksopzet ............................................................................. 7 1.3 Respons en betrouwbaarheid ........................................................... 8 2. Steekproefsamenstelling.......................................................................... 9 3. Deelvragen ............................................................................................ 13 3.1 Oriëntatieproces ............................................................................. 13 3.2 Keuzeproces mbo-opleiding ........................................................... 19 4. Hoofdonderzoeksvraag .......................................................................... 26 5. Conclusies ............................................................................................. 27 Bijlage 1: Vragenlijst ..................................................................................... 29
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 5 van 36 April 2012
1. Inleiding 1.1 Onderzoeksopdracht De MBO Raad is de brancheorganisatie van de onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. De MBO Raad zet zich in om de positie van het mbo in de markt van beroepsopleidingen te versterken, om de relatie met het bedrijfsleven te verbeteren en om de publieke opinie tegenover het mbo-onderwijs te optimaliseren. De MBO Raad en de bij haar aangesloten instellingen wensen inzicht te krijgen in het studiekeuzeproces van vmbo-leerlingen met betrekking tot de toekomstige mbo-opleiding. Door inzicht te krijgen in dit proces wordt er meer kennis verschaft over de vmbo-scholier waardoor communicatiestrategieën op de juiste manier en in de juiste periode kunnen worden ingezet. Om het keuzeproces op een overzichtelijke en gestructureerde manier te onderzoeken en te rapporteren zijn een hoofdonderzoeksvraag en een aantal deelvragen geformuleerd. Het doel van het onderzoek is om deze vragen eenduidig te beantwoorden, te analyseren en te interpreteren. De hoofdonderzoeksvraag luidt: “Hoe oriënteren vmbo-scholieren zich op hun studiekeuze en waarom kiezen zij voor een bepaalde mbo-opleiding of mbo-instelling?” Ter ondersteuning van de hoofdvraag zijn de volgende deelvragen opgesteld: 1. Hoe ziet het oriëntatieproces van vmbo-scholieren met betrekking tot hun vervolgopleiding eruit? 2. Welke bronnen worden geraadpleegd bij het oriëntatieproces? 3. Welke aspecten worden meegenomen bij de keuze voor een opleiding of onderwijsinstelling en wat is het belang van deze aspecten?
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 6 van 36 April 2012
1.2 Onderzoeksopzet Doelgroep De doelgroep voor dit onderzoek bestaat uit vmbo-scholieren in Nederland uit de laatste twee jaar van hun vmbo-opleiding. Om landelijke uitspraken te kunnen doen zijn de data van de scholieren gewogen naar regio zodat de resultaten representatief zijn voor de scholieren in geheel Nederland. Hiervoor is gebruik gemaakt van de verdeling naar Nielsen regio’s. In deze verdeling is Nederland opgedeeld in 5 regio’s: Nielsen regio
Provincie
Nielsen regio 1
Amsterdam, Den Haag, Rotterdam
Nielsen regio 2
Zuid-Holland, Noord-Holland of Utrecht
Nielsen regio 3
Friesland, Groningen, Drenthe
Nielsen regio 4
Overijssel, Gelderland, Flevoland
Nielsen regio 5
Zeeland, Brabant, Limburg
Tabel 1.1
Nielsen regio’s
Vragenlijst Om een antwoord te vinden op de hoofdonderzoeksvraag en de deelvragen is in overleg met de MBO Raad een vragenlijst opgesteld. De basisvragenlijst bestaat uit 24 vragen waarvan 20 gesloten en 4 open vragen. Veldwerk De data is verzameld door middel van online veldwerk. De respondenten zijn leden van het online panel van Markteffect, jijbentbelangrijk.nl. Markteffect heeft de respondenten uit haar eigen panel geselecteerd en per e-mail uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 7 van 36 April 2012
1.3 Respons en betrouwbaarheid In totaal hebben 393 vmbo-scholieren deelgenomen aan dit onderzoek. Het veldwerk is uitgevoerd in de periode van 21 maart tot 27 maart 2012. Doelgroep
Veldwerkperiode
Respons
Vmbo-scholieren
21-03-2012 t/m 27-03-2012
393
Tabel 1.12
Respons en veldwerkperiode
Op basis van deze respons zijn de antwoorden van de middelbare scholieren met een zekerheid van 95% en met een nauwkeurigheid van 4,9% generaliseerbaar naar de volledige onderzoekspopulatie.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 8 van 36 April 2012
2. Steekproefsamenstelling 35% Van de scholieren is man, 65% is vrouw. Het grootste deel van de vmboscholieren is woonachtig in regio West (29%).
Figuur 2.1
Steekproefverdeling naar Nielsen regio
De meeste vmbo-scholieren in het laatste of een na laatste jaar van hun opleiding zijn 15 jaar oud (61%). Bijna een derde (30%) is 16 jaar oud.
Figuur 2.2
Steekproefverdeling naar leeftijd.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 9 van 36 April 2012
Driekwart van de vmbo-scholieren is autochtoon en 22% is tweedegraads allochtoon. Dit wil zeggen dat een van de ouders (of beide ouders) afkomstig is (zijn) uit een ander land dan Nederland. De eerstegraads allochtonen komen uit Aruba (1%), Ghana (1%), Groot-Brittannië (1%) en Marokko (1%). De ouders van de tweedegraads allochtonen zijn veelal afkomstig uit Turkije (8%), Suriname (8%), Marokko (4%), Ghana (4%) en Afghanistan (3%).
Figuur 2.3
Steekproefverdeling naar herkomst
De verdeling van allochtonen onder regio Zuid, Oost en Noord is nagenoeg gelijk. Er zijn echter meer tweedegraads allochtonen in regio West dan in de hiervoor genoemde regio’s. In de regio Amsterdam, Rotterdam, Den Haag zijn niet alleen de tweedegraads allochtonen beter vertegenwoordigd dan in de andere regio’s maar er zijn ook meer eerstegraads allochtonen in deze regio.
Figuur 2.3a
Steekproefverdeling naar herkomst per regio
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 10 van 36 April 2012
Meer dan de helft (59%) van de vmbo-scholieren in de steekproef volgt de theoretische leerweg.
Figuur 2.4
Steekproefverdeling naar opleiding.
Ruim drie vijfde van de scholieren uit deze steekproef zit in het 4de leerjaar van hun vmbo-opleiding (64%).
Figuur 2.5
Steekproefverdeling naar leerjaar.
Van de vmbo-scholieren woont 44% in een stad en 56% woont in een dorp.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 11 van 36 April 2012
Bijna de helft van de steekproef volgt een opleiding in de economische sector (47%). De sector landbouw is het minst vertegenwoordigd in de steekproef, maar 3% volgt een opleiding in deze richting. In de categorie ‘Anders’ worden “sport”, “bloem” en “intersectoraal” genoemd.
Figuur 2.6
Steekproefverdeling naar sector
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 12 van 36 April 2012
3. Deelvragen 3.1 Oriëntatieproces 3.1.1 Start oriëntatieproces Het oriëntatieproces begint bij ruim een derde van de scholieren in het begin van het derde leerjaar. Bijna een vijfde (18%) van de leerlingen begint al voor het derde leerjaar met het oriëntatieproces.
Figuur 3.1.1
Wanneer beginnen de scholieren met het oriënteren op een vervolgopleiding?
Scholieren die de theoretische leerweg volgen beginnen gemiddeld later met de oriëntatie op een vervolgopleiding (27% begint in het 4de leerjaar) dan de leerlingen die een andere leerweg volgen (16% begint in het 4de leerjaar). Scholieren die de richting ‘Zorg en Welzijn’ volgen geven vaker aan in het tweede leerjaar al te beginnen met de oriëntatie op een vervolgopleiding (17%) dan leerlingen die de richting ‘Economie’ (7%) volgen. In regio Zuid wordt er vaker in het begin van het derde leerjaar begonnen met de oriëntatie op een vervolgstudie (40%) dan in regio West (29%) en Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (30%). Hier beginnen leerlingen relatief vaak pas aan het begin van het vierde jaar aan hun oriëntatie (23% en 22%).
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 13 van 36 April 2012
Bijna de helft van de scholieren (44%) wil na hun vmbo-opleiding een mboopleiding op niveau 4 gaan volgen. Bijna een vijfde (19%) geeft aan havo te willen gaan doen na hun vmbo-opleiding.
Figuur 3.1.2
Welke opleiding willen de vmbo scholieren volgen na hun vmbo opleiding?
Vmbo-scholieren die de theoretische leerweg volgen geven vaker aan dan scholieren die een andere leerweg volgen een opleiding op havo- (28% versus 7%) of mbo-niveau 4 (56% versus 28%) te willen starten. Scholieren in het derde leerjaar geven vaker aan een havo-opleiding te willen volgen (25%) dan scholieren in het vierde leerjaar (16%). Scholieren in het vierde leerjaar geven het vaakst aan een mbo-opleiding op niveau 4 te willen starten (54% versus 27%). Mannen hebben vaker interesse in een havo-opleiding (24%) dan vrouwen (17%) en vrouwen geven vaker aan een mbo-opleiding op niveau 4 te willen volgen (50%) dan mannen (33%). Allochtonen willen vaker nog een havo-opleiding volgen (31% (eerstegraads) en 33% (tweedegraads) versus 16%) terwijl autochtone scholieren vaker aangeven een mbo-niveau 4 opleiding te willen volgen (48% versus 17% (eerstegraads) en 36% (tweedegraads)).
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 14 van 36 April 2012
Van de derdejaars scholieren heeft ruim de helft al een keuze gemaakt voor een vervolgopleiding. Bij de vierdejaars scholieren heeft al bijna iedereen een keuze gemaakt (88%).
Figuur 3.1.3
Links: Hebben de derdejaars scholieren al een keuze voor een specifieke vervolgopleiding en een school gemaakt? Rechts: Hebben de derdejaars scholieren al een keuze voor een specifieke vervolgopleiding en een school gemaakt?
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 15 van 36 April 2012
3.1.2 Bronnen gebruikt in het oriëntatieproces Ruim de helft van de scholieren bezoekt voorlichtingsdagen of open dagen om informatie te verzamelen voor een vervolgopleiding (57%). Ook de decaan (49%), familie (47%), websites van scholen (44%) en vrienden (44%) worden vaak genoemd als informatiebron in de zoektocht naar een vervolgopleiding.
Figuur 3.1.4
Welke informatiebronnen gebruiken scholieren om informatie te zoeken voor een vervolgopleiding?
Vmbo-scholieren die de theoretische leerweg volgen maken vaker gebruik van brochures van mbo-instellingen (35%), voorlichtingsdagen of open dagen (62%) en studiekeuze testen (34%) dan scholieren die een andere leerweg volgen (resp. 26%, 50% en 22%). In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag maken scholieren vaker gebruik van brochures (42%) dan in de andere regio’s (26% tot 35%). Scholieren uit de andere regio’s gaan meer naar open dagen en voorlichtingsdagen (53%) dan scholieren uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (72% versus 42%). Vrouwen gaan vaker naar voorlichtingsdagen (62%) dan mannen (47%). Scholieren uit een dorp geven vaker aan een meeloopstage te volgen (28% versus 16%), en informatie van vrienden (49% versus 37%) en familie (54% versus 38%) te gebruiken als bron voor de keuze van een vervolgopleiding. Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 16 van 36 April 2012
Aan de scholieren is gevraagd te benoemen hoe belangrijk zij de informatie uit verschillende bronnen vinden. Bij alle bronnen geeft meer dan de helft van de scholieren aan dat zij deze bron belangrijk of heel belangrijk vinden. De voorlichtingsdagen en open dagen vindt het grootse percentage scholieren heel belangrijk (69%). Ook de meeloopdagen worden door meer dan de helft van de scholieren heel belangrijk gevonden.
Figuur 3.1.5
Wat is het belang van de verschillende informatiebronnen bij de oriëntatie op een vervolgopleiding
Scholieren in het vierde leerjaar geven vaker aan brochures van mboscholen een belangrijke informatiebron te vinden (92%) dan scholieren in het derde leerjaar (77%).
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 17 van 36 April 2012
Maar een klein percentage scholieren (13%) geeft aan dat er te weinig informatie over studiekeuze beschikbaar is.
Figuur 3.1.6
Vinden de scholieren dat er voldoende informatie over studiekeuze beschikbaar is?
Autochtonen geven vaker aan dat er voldoende informatie over studiekeuze beschikbaar is (80%) dan tweedegraads allochtonen (52%). Verder zijn er geen verschillen gevonden op basis van de achtergrondkenmerken met betrekking tot de perceptie van scholieren op de beschikbaarheid van informatie over studiekeuze.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 18 van 36 April 2012
3.2 Keuzeproces mbo-opleiding 3.1.1 De keuze voor een mbo-instelling De scholieren hebben verschillende aspecten die van invloed kunnen zijn op de keuze voor een mbo-instelling beoordeeld. De aspecten goed onderwijs (80%) en het aanbieden van de gewenste opleiding (77%) worden door het grootste percentage scholieren heel belangrijk gevonden. De grootte van de school en de religieuze achtergrond wordt het minst belangrijk gevonden.
Figuur 3.2.1
Het belang van verschillende aspecten van een mbo instelling
Scholieren die de theoretische leerweg volgen geven minder vaak aan de diversiteit aan opleidingen belangrijk (belangrijk plus heel belangrijk) te vinden (59%) dan scholieren die een andere leerweg volgen (74%). Scholieren die de theoretische leerweg volgen geven minder vaak aan de
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 19 van 36 April 2012
samenwerking met bedrijven heel belangrijk te vinden (43%) dan scholieren die een andere leerweg volgen (53%). Scholieren die de theoretische leerweg volgen vinden een religieuze achtergrond minder belangrijk (7% antwoordt heel belangrijk) dan scholieren die een andere leerweg volgen (25% antwoordt heel belangrijk); 3.2.2 Keuze voor een mbo-opleiding Scholieren vinden de kans op een baan het meest belangrijk bij de keuze voor een opleiding (74% heel belangrijk). De bijdrage aan de samenleving wordt het minst belangrijk gevonden door de scholieren.
Figuur 3.2.2
Het belang van verschillende aspecten van een mbo opleiding
Scholieren die de theoretische leerweg volgen vinden de praktijkgerichtheid van de opleiding gemiddeld minder belangrijk (26% heel belangrijk) dan scholieren die een andere leerweg volgen (46% heel belangrijk).
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 20 van 36 April 2012
Scholieren die de landbouwrichting volgen vinden de praktijkgerichtheid van de opleiding gemiddeld belangrijker (71% heel belangrijk) dan scholieren die een technische of economische richting volgen (19% en 29% heel belangrijk). Scholieren die de economische richting volgen vinden salaris van het toekomstige beroep belangrijker (49%) dan scholieren die een andere richting volgen (27% tot 36%). 3.2.3 Keuze voor de plaats van een opleiding Het meest belangrijke aspect met betrekking tot de plaats van de opleiding is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, gevolgd door de mogelijkheid te blijven wonen waar de scholier nu woont. De grootte van de plaats wordt door de scholieren veelal het minst belangrijk gevonden.
Figuur 3.2.3
Het belang van verschillende aspecten van een mbo opleiding
Scholieren in het vierde leerjaar geven vaker aan dat de kosten om naar een opleiding toe te reizen belangrijk is bij de keuze voor de plaats van een opleiding (54%) dan scholieren uit de derde leerjaar (43%).
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 21 van 36 April 2012
3.2.4 Belang factoren vervolgopleiding Aan de scholieren is gevraagd aan te geven welke factor zij het meest belangrijk vinden bij de keuze voor een vervolgopleiding. De belangrijkste factor bij de keuze voor een vervolgopleiding is de opleiding. De mbo-instelling is de een na belangrijkste factor en de plaats van de instelling is de minst belangrijke factor.
Figuur 3.2.4
Het belang van de factoren bij de keuze voor een vervolg opleiding.
Op basis van de achtergrondkenmerken van de scholieren zijn er geen significante verschillen zichtbaar met betrekking tot het belang van de factoren die invloed hebben op de keuze voor een vervolgopleiding.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 22 van 36 April 2012
3.2.5 Belang factoren voor toekomstige baan Het belangrijkste aspect met betrekking tot de toekomstige baan is de kans op werk (57% vindt dit heel belangrijk). Ook flexibiliteit, status en een baan waarbij je mensen kan helpen vinden de scholieren belangrijk. Minder belangrijk vinden de vmbo-scholieren dat ze een baan hebben in een sector die snel verandert en dat ze een baan hebben waarvoor ze naar het buitenland moeten.
Figuur 3.2.5
Het belang van verschillende aspecten van een toekomstige baan.
Vrouwen geven vaker aan het heel belangrijk te vinden in hun toekomstige baan mensen te kunnen helpen (36%) dan mannen (22%); Scholieren uit de economische sector vinden een baan met grote kans op werk belangrijker (63% heel belangrijk) dan scholieren uit andere sectoren (46% tot 54%). Scholieren uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag geven vaker aan flexibiliteit in hun toekomstige baan heel belangrijk te vinden (40%) dan scholieren uit andere regio’s (16% tot 32%). Scholieren die de theoretische leerweg volgen geven minder vaak aan in hun toekomstige baan het belangrijk te vinden met hun handen bezig te zijn (44%) dan scholieren van andere leerwegen (71%).
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 23 van 36 April 2012
3.2.6
Invloed verschillende mensen op de keuze voor een vervolgopleiding
Ouders hebben duidelijk de grootste invloed op scholieren met betrekking tot de keuze voor een vervolgopleiding (78%). Op afstand volgt de invloed van studenten die nu aan een mbo-instelling een opleiding volgen en vrienden.
Figuur 3.2.6
De mate waarin verschillende personen invloed hebben op de keuze voor een vervolgopleiding
Op basis van de achtergrondkenmerken van de scholieren zijn er geen significante verschillen zichtbaar met betrekking tot de invloed van verschillende personen op de keuze voor een vervolgopleiding.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 24 van 36 April 2012
3.2.7 Naamsbekendheid mbo-instellingen De scholieren is gevraagd welke mbo-instellingen zij kennen. We maken hierbij onderscheid tussen: Top of Mind Spontaan De top of mind naamsbekendheid van mbo-instellingen is de mbo-instelling die scholieren spontaan als eerste noemen op de vraag met welke instellingen zij bekend zijn. De spontane naamsbekendheid van mbo-instellingen zijn alle mbo instellingen die scholieren spontaan kunnen opnoemen. De naamsbekendheid wordt weergegeven in een wordcloud. De antwoorden die het meest worden genoemd zijn het grootst afgebeeld. Scholieren antwoorden vooral “roc” op de vraag welke mbo-instellingen ze kennen. Dit wil zeggen dat scholieren vaak geen specifieke opleiding noemen maar algemeen blijven. De specifieke opleidingen die het meest als eerste worden genoemd zijn Koning Willem 1 College en Landstede.
Figuur 3.2.7
Wordcloud top of mind naamsbekendheid.
Scholieren blijven veelal algemeen en noemen “roc” als mbo instelling. Echter bij de spontane naamsbekendheid springen er ook een aantal specifieke mbo instellingen uit. Zo worden Landstede, Zadkine, ROC Eindhoven, ROC ASA, Deltion College en ID college relatief vaak genoemd.
Figuur 3.2.8
Wordcloud spontane naamsbekendheid.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 25 van 36 April 2012
4.Hoofdonderzoeksvraag “Hoe oriënteren vmbo-scholieren zich op hun studiekeuze en waarom kiezen zij voor een bepaalde mbo-opleiding of mbo-instelling? De meeste scholieren beginnen in het derde jaar aan de oriëntatie voor hun vervolgopleiding (53%). 34% begint al aan het begin van het derde leerjaar. Bijna de helft (44%) is geïnteresseerd in een mbo-opleiding op niveau 4, en 19% wil een havo-opleiding volgen na voltooiing van de vmbo-opleiding. Van de vierdejaars scholieren heeft al bijna iedereen een keuze gemaakt voor een vervolgopleiding (88%). 58% van de derdejaars scholieren heeft deze keuze al gemaakt. De meest gebruikte informatiebron bij het maken van deze keuze zijn voorlichtingsdagen of open dagen (57%), de decaan, leraar of loopbaanbegeleider staan op de tweede plaats. 49% gebruikt deze bron om informatie over een vervolgopleiding te verzamelen. Scholieren geven aan dat er voldoende informatie beschikbaar is met betrekking tot de studiekeuze (86%). Alle informatiebronnen worden door de scholieren belangrijk gevonden bij de oriëntatie op een vervolgopleiding. De voorlichtingsdagen of open dagen worden door de meeste scholieren heel belangrijk gevonden (69%), gevolgd door de meeloopstages (53%). De opleiding zelf is de belangrijkste factor in de keuze voor een vervolgopleiding, gevolgd door de mbo-instelling. De plaats van de opleiding vinden scholieren het minst belangrijk. Goed onderwijs (80%) en dat de opleiding die de scholier wil volgen beschikbaar (77%) is, zijn volgens de scholieren de belangrijkste aspecten van de mbo-instelling. De grootte van de school en de religieuze achtergrond vinden de scholieren het minst belangrijk. Het belangrijkste aspect van de opleiding zelf is de kans op een baan na afronding van de opleiding. Bijna drie kwart van de scholieren geeft aan dit heel belangrijk te vinden. Ook de andere aspecten die betrekking hebben op de opleiding worden door meer dan de helft van de scholieren belangrijk gevonden. Ouders hebben de meeste invloed op de keuze voor een vervolgopleiding, 78% van de scholieren geeft aan dat hun ouders een sterke of zeer sterke invloed hebben op deze keuze. Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 26 van 36 April 2012
5. Conclusies Oriëntatieproces Ruim de helft van de vmbo-scholieren begint zich in het derde leerjaar te oriënteren op een vervolgopleiding, 35% van de scholieren begint aan het begin van het derde leerjaar en 19% begint aan het einde van het derde leerjaar; Het meeste scholieren willen een mbo-opleiding op niveau 4 gaan volgen (44%) of willen naar het havo (19%). Dit zijn vooral scholieren die de theoretische leerweg volgen (56% naar mbo-niveau 4 en 28% wil naar het havo); Scholieren die in de economische sector hun vmbo-opleiding volgen willen relatief vaak havo doen (27%), terwijl scholieren in de landbouwsector relatief vaak een mbo-opleiding op niveau 2 kiezen; Ruim drie vierde van de scholieren heeft al een keuze voor een specifieke vervolgopleiding en instelling gemaakt; De bronnen die veelal gebruikt worden in het oriëntatieproces van de keuze voor een vervolgopleiding zijn voorlichtingsdagen en open dagen (57%), de decaan, leraar of loopbaanbegeleider (49%) en familie (47%); Opvallend is dat scholieren die de theoretische leerweg volgen meer gebruik maken van brochures, voorlichtingsdagen,open dagen en studiekeuzetesten (35%, 62% en 34%) dan scholieren die een andere leerweg volgen. resp. 26%, 50% en 22%; Alle informatie wordt door meer dan de helft van de scholieren belangrijk gevonden. De voorlichtingsdagen of open dagen worden door het grootste percentage scholieren (69%) heel belangrijk gevonden, gevolgd door de meeloopstages; Scholieren vinden dat er voldoende informatie over studiekeuze beschikbaar is (86%); Keuzeproces mbo opleiding Bij de keuze voor een mbo-instelling is de sfeer op de school het meest belangrijke aspect (97% van de scholieren vindt dit belangrijk); De kwaliteit van het onderwijs (80%) en dat de instelling de opleiding aanbiedt die de scholier wil gaan volgen (77%) worden door de meeste scholieren heel belangrijk gevonden; De religieuze achtergrond en de grootte van de school vinden scholieren het minst belangrijk (32% en 39%); Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 27 van 36 April 2012
Bij de keuze voor een opleiding is het perspectief op een baan het belangrijkste aspect (74% van de scholieren vindt dit heel belangrijk), iets bijdragen aan de samenleving en de moeilijkheidsgraad van de opleiding vinden scholieren het minst belangrijk (resp. 31% en 27% vindt dit belangrijk); Het aspect dat betrekking heeft op de plaats van de opleiding dat het meest belangrijk wordt gevonden is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer (87% vindt dit belangrijk); De belangrijkste factor bij de keuze voor een vervolgopleiding is de opleiding zelf (85%), gevolgd door de mbo-instelling (11%). De plaats is de factor die scholieren het minst belangrijk vinden (4% vindt dit het belangrijkst); Kijkende naar aspecten die betrekking hebben op een baan vinden scholieren het erg belangrijk dat er kans op werk is, 57% vindt dit heel belangrijk en 38% vindt dit belangrijk; Ook flexibiliteit (79%), een baan met status (75%) en een baan waarmee je andere mensen helpt (75%) zijn aspecten die scholieren belangrijk vinden in een toekomstige baan; De grootste invloed op de keuze voor een vervolgopleiding hebben de ouders, 29% van de scholieren geeft aan dat deze invloed zeer sterk is en 49% geeft aan dat deze invloed sterk is; Op de tweede plaats volgt de invloed van studenten die aan de mboinstelling een opleiding volgen (45%), op de derde plaats vrienden (43%) en op de vierde plaats staat de invloed van de decaan (43%). Naamsbekendheid Als scholieren worden gevraag naar de naamsbekendheid van mbo instellingen antwoorden vele dat ze het roc kennen. Relatief weinig scholieren geven spontaan als eerste aan een specifieke mbo instelling te kennen; Specifieke instellingen die spontaan worden genoemd door de scholieren zijn veelal Landstede, Zadkine, ROC Eindhoven, ROC ASA, Deltion College en ID college.
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 28 van 36 April 2012
Bijlage 1: Vragenlijst Fijn dat je mee wilt doen aan dit marktonderzoek. Markteffect B.V. zal je gegevens uitsluitend voor dit onderzoek gebruiken. Je antwoorden zijn volledig anoniem. Het invullen van deze vragenlijst zal ongeveer 8 minuten duren. We stellen je mening op prijs! Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het onderwerp van dit onderzoek heeft te maken met je toekomst. We beginnen met wat achtergrondinformatie.
1. Welke opleiding volg je? a. Vmbo basis b. Vmbo kader c. Vmbo gemengd d. Vmbo theoretisch e. Anders, namelijk einde vragenlijst 2. In welk schooljaar zit je? a. b. c. d. e.
1e jaar einde vragenlijst 2e jaar einde vragenlijst 3e jaar 4e jaar Anders, namelijk…… einde vragenlijst
3. Wat is je huidige studierichting? a. Zorg en welzijn b. Techniek c. Economie d. Landbouw e. Anders, namelijk……. De volgende vragen gaan over je studiekeuze. 4.
Wanneer ben je je gaan oriënteren op je vervolgopleiding? a. Vóór mijn vmbo-opleiding b. 1e leerjaar
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 29 van 36 April 2012
c. d. e. f. g. h.
2e leerjaar 3e leerjaar (begin) 3e leerjaar (eind) 4e leerjaar (begin) 4e leerjaar (eind) Ik ben me nog niet aan het oriënteren 10
5. Welke opleiding wil je hierna gaan doen? a. Havo b. Mbo-niveau 1 c. Mbo-niveau 2 d. Mbo-niveau 3 e. Mbo-niveau 4 f. Ik twijfel nog g. Anders, namelijk………. 6.
Heb je de keuze voor een vervolgopleiding en school al gemaakt? a. ja b. nee
De volgende vragen gaan over je oriëntatie op een vervolgopleiding 7.
Waar heb je het afgelopen jaar informatie gezocht voor een vervolgopleiding? Meerdere antwoorden mogelijk. Antwoordopties random weergeven a. Keuzegids mbo b. www.mbostad.nl c. www.beroepenbeeld.nl d. Skills Masters e. Websites van mbo-scholen f. Brochures van mbo-scholen g. Meeloopstages h. Studiekeuzetesten op school i. Voorlichtingsdagen of open dagen j. Vrienden k. Familie l. Decaan, leraar of loopbaanbegeleider of studieadviseur m. Het vak loopbaanoriëntatie op school n. Informatie uit kranten o. Anders, namelijk… p. Geen van bovenstaande
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 30 van 36 April 2012
8.
Hoe belangrijk is deze informatie bij het kiezen van een opleiding? Laten zien de opties bij gekozen bij 7. Antwoordopties random weergeven
Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk belangrijk Geen mening a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. 9.
Belangrijk
Heel
Keuzegids mbo www.mbostad.nl www.beroepenbeeld.nl Skills Masters Websites van mbo-scholen Brochures van mbo-scholen Meeloopstages Studiekeuzetesten op school Voorlichtingsdagen of open dagen Vrienden Familie Decaan, leraar of loopbaanbegeleider of studieadviseur Het vak loopbaanoriëntatie op school Informatie uit kranten Anders, namelijk…
Vind je dat er genoeg informatie is over studiekeuze? a. Nee, ruim onvoldoende b. Nee, onvoldoende c. Ja, voldoende d. Ja, ruim voldoende e. Geen mening
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 31 van 36 April 2012
De volgende vragen gaan over wat je belangrijk vindt bij een school. 10.
Wat vind je belangrijk bij de keuze van een mbo-school? Antwoordopties random weergeven
Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk belangrijk Geen mening a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. 11.
Belangrijk
Heel
De reistijd van en naar de school De goede naam van de school (reputatie) Dat het een moderne school is Goed onderwijs Goede persoonlijke begeleiding Leuke sfeer Veel opleidingen Goede aansluiting op het vmbo Kleine school De veiligheid die de school uitstraalt Dat ze de opleiding aanbieden die ik wil gaan doen De samenwerking met de bedrijven en instellingen voor stage Dat de school een religieuze achtergrond heeft die bij mij past
Wat vind je belangrijk bij de keuze van een opleiding? Antwoordopties random weergeven
Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk belangrijk Geen mening a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Belangrijk
Heel
De moeilijkheidsgraad van de opleiding De kans op een baan na de opleiding De praktijkgerichtheid van de opleiding Het salaris van het toekomstig beroep Dat je met de opleiding veel verschillende kanten op kunt Dat de opleiding iets bijdraagt aan de samenleving De mogelijkheid om stage te lopen Dat ik nieuwe dingen kan bedenken en creëren Dat ik leer leiding geven
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 32 van 36 April 2012
12.
Wat vind je belangrijk bij de keuze van de plaats waar je een opleiding gaat volgen? Antwoordopties random weergeven
Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk belangrijk Geen mening a. b. c. d.
13.
Belangrijk
Heel
De grootte van de plaats De bereikbaarheid met openbaar vervoer Dat ik kan blijven wonen waar ik nu woon De kosten die ik moet maken om naar de opleiding toe te reizen
Bij de keuze voor een vervolgopleiding spelen meerdere factoren een rol: de opleiding zelf, de school die de opleiding aanbiedt en de plaats van de opleiding. Wat is voor jou het meest belangrijk? Zet het meest belangrijke op 1, wat daarna het meest belangrijk is op 2 en het minst belangrijke op 3. a. De school b. De opleiding c. De plaats
14.
In hoeverre vind je onderstaande kenmerken belangrijk voor je toekomstige baan? Antwoordopties random weergeven
Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk belangrijk Geen mening a. b. c. d. e. f. g. h.
Belangrijk
Heel
Een baan waarmee je andere mensen helpt Een baan waarmee je grote kans op werk hebt Een baan die je flexibel in kunt vullen Een baan waarin je met je handen bezig bent Een baan in een sector die snel verandert Een baan waarin je leiding geeft Een baan met status Een baan waarvoor je veel naar het buitenland gaat
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 33 van 36 April 2012
15.
Welke mensen hebben invloed op je keuze voor je vervolgopleiding?
Zeer weinig a. b. c. d. e. f. g. h. i. 16.
Weinig
Sterk
Zeer Sterk
Je ouders Broers en/of zussen Andere familieleden Klasgenoten Studenten die nu aan de mbo-school een opleiding volgen Vrienden Decaan Mentor Docenten van je middelbare school
Welke mbo-scholen ken je? Typ welke scholen het eerst in je opkomen. a. b. c. d.
………………………. …………………….... ………………………. ………………………
Tot slot nog een aantal achtergrondvragen… 17.
Geef aan wat voor jou van toepassing is. a. Ik woon in een stad b. Ik woon in een dorp
18.
Wat is je postcode? ………………..
19.
In welk jaar ben je geboren? ………………
20.
Wat is je geslacht? Man / Vrouw
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 34 van 36 April 2012
21.
Waar ben je geboren? a. Aruba b. België c. Denemarken d. Duitsland e. Finland f. Frankrijk g. Groot Brittannië h. Ierland i. Indonesië j. Italië k. Luxemburg l. Marokko m. Nederland n. Nederlandse Antillen o. Noorwegen p. Oostenrijk q. Portugal r. Spanje s. Suriname t. Turkije u. Zweden v. Zwitserland w. Anders, namelijk…
22.
Waar is je vader geboren? a. Aruba b. België c. Denemarken d. Duitsland e. Finland f. Frankrijk g. Groot Brittannië h. Ierland i. Indonesië j. Italië k. Luxemburg l. Marokko m. Nederland n. Nederlandse Antillen o. Noorwegen p. Oostenrijk q. Portugal r. Spanje s. Suriname
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 35 van 36 April 2012
t. u. v. w. 23.
Waar is je moeder geboren? a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w.
24.
Turkije Zweden Zwitserland Anders, namelijk…
Aruba België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Groot Brittannië Ierland Indonesië Italië Luxemburg Marokko Nederland Nederlandse Antillen Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje Suriname Turkije Zweden Zwitserland Anders, namelijk…
Heb je nog vragen of opmerkingen over dit onderzoek?
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… Hartelijk dank voor je deelname!
Eindrapportage MBO Raad Studiekeuzeonderzoek vmbo’ers Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 36 van 36 April 2012