Eindrapportage project Nieuwe Mark (1e en 2e fase)
Gemeente Breda Directie Programma & Projectmanagement
april 2010
Eindrapportage project de Nieuwe Mark (1e en 2e fase)
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Doelen en resultaten
3 3 3 4 5
2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
doelen samenvatting resultaten facts en figures van wat is gerealiseerd incl. bouwlocaties bevindingen gebruikers en ondernemers
3. Financiële verantwoording
3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
totale projectbudget subsidies nadeelcompensatieregeling bouwschades
5 5 5 6 7
4. Restant werkzaamheden 2010 e.v. incl bijbehorende kosten
7
5. Projectevaluatie
7
6. Relatie met 3e fase.
9
7. Conclusies en besluitvorming
9
2 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010
1. Inleiding e
Het kenmerk van een project is dat er een begin aan zit en een eind. Zowel de haven als de 2 fase Nieuwe Mark zijn met een openingsfeest afgesloten , maar daar mee is het project nog niet afgerond cq. afgesloten. Afsluiten betekent terug kijken hoe zaken zijn gelopen, of de resultaten voldoen aan de verwachtingen, of het financieel binnen de afspraken is gebleven etc. Middels deze eindrapportage van het project Nieuwe Mark willen we dit een keer volgens het ‗boekje‘ doen. Waarbij ik meteen moet aantekenen dat hier tot nu toe geen boekjes voor bestaan. De Nieuwe Mark is een langlopend project. Na de studies voor de oost- en westflank eind jaren negentig is in december 1999 opdracht gegeven om het project Nieuwe Mark verder uit te werken. Hiervoor is destijds een plan van aanpak (projectdefinitie) op- en vastgesteld en bij de verschillende nieuwe fase herijkt. In 2005 heeft de gemeenteraad het uitvoeringsbudget vrijgemaakt en is de e opdracht voor realisatie verstrekt. In de zomer van 2007 was vervolgens de 1 fase, de haven, gereed en kon deze feestelijk worden geopend. e De 2 fase is eind 2008 geopend. Daarna restten nog een aantal eindjes. Achtereenvolgens komen in deze eindrapportage aan de orde ‗doelen en resultaten‘ (hfst. 2), de financiële verantwoording (hfst. 3), restant werkzaamheden (hfst. 4), projectevaluatie (hfst. 5), e besluitvorming (hfst. 6) en de relatie met 3 fase Nieuw Mark (hfst. 7).
2. Doelen en resultaten 2.1. De doelen Met de plannen voor het water en de herinrichting van de openbare ruimte werd een aantal doelstellingen nagestreefd: 1. Herwaardering van het cultuur-historisch erfgoed ( de Haven is een ―begraven‖ monument te midden van redelijk geconserveerde wanden en het ―Spanjaardsgat‖); 2. Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit Westflank 3. Versterking van de woonfunctie in de binnenstad (wonen boven winkels/ horeca/ dienstverlening). Voorwaarde is een structurele verbetering van het woonmilieu; 4. Economische structuurverbetering westzijde binnenstad (detailhandelsvoorzieningen, horeca, versterking relatie westelijke inloper Haagdijk en het Stadshart 5. Bevordering toerisme en recreatie (versterking van het leisure-element in de binnenstad nabij het Kasteel van Breda, complementair aan bestaand aanbod in het Stadshart; ―Breda Waterstad‖ maakt onderdeel uit van het toeristisch-recreatief ontwikkelingsplan, inclusief passantenhaven/ jachthaven); Aantrekkelijkheid voor bewoners, bedrijven en voor bezoekers uit de regio 6. Versterking van de ruimtelijke en functionele relatie tussen het sleutelproject Stationsomgeving en de binnenstad (de enige route naar de binnenstad loopt nu via het park Valkenberg aan de oostzijde van de binnenstad); 7. Versterking van de kwalitatieve randvoorwaarden voor de aanpak van de stedelijke vernieuwing in het westelijk deel van het gebied binnen de singels (de van oudsher ―schrale‖ kant van de Bredase binnenstad); 8. Een betere doorstroming van het water door de binnenstad in het kader van de hoogwaterproblematiek.
2.2. Samenvatting resultaten Door SSC/onderzoek en informatievoorziening is het project Nieuwe Mark geëvalueerd. Daarbij zijn de bovenstaande doelstellingen tegen het licht gehouden. Zie de bijlage ‗Nieuwe Mark, evaluatie project‘ waarin op al de doelen en de bereikte resultaten wordt ingegaan. Dit heeft geleid tot de volgende constateringen. Het primaire projectdoel was het terugbrengen van het water in de binnenstad en het herstel van een deel van het historisch erfgoed van Breda. Dat heeft men gedaan door het water terug te brengen in de binnenstad van Breda en de openbare ruimte aan de oevers van het ―nieuwe water‖ opnieuw te ontwerpen en in te richten.
3 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010
Doelstelling 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
realisatie
Herwaardering van het cultuur-historisch erfgoed Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit Versterking van de woonfunctie in de binnenstad Economische structuurverbetering westzijde binnenstad Bevordering toerisme en recreatie Versterking van de relatie tussen station en de binnenstad Start stedelijke vernieuwing in de aangrenzende buurten Bijdrage aan hoogwaterproblematiek in de binnenstad Niet bedoelde resultaten
ja ja ja ja ja nee nee nauwelijks ja, positieve
De primaire doelen van het project zijn, met uitzondering van de bijdrage aan een oplossing voor de hoogwaterproblematiek, volledig gerealiseerd. In het volgende hoofdstuk wordt ook duidelijk dat men bij het project getracht heeft een bijdrage aan de hoogwaterproblematiek te leveren, maar dat het beschikbare budget dit niet mogelijk maakte. In alle openheid heeft de gemeenteraad van Breda ook gekozen voor het (nog) niet realiseren van deze doelstelling. De secundaire doelen, daar waar de doelen van het project Nieuwe Mark raken aan doelen van andere projecten/programma‟s, zijn (nog) niet gerealiseerd. Het gaat dan om doelen die vooral betrekking hebben op (de relatie met) aangrenzende gebieden (relatie met station en start stadsvernieuwing). Het project Nieuwe Mark is een enorm PR-kanon voor Breda geweest. Het project is voor bewoners en ondernemers het tastbare en zichtbare resultaat van (het beleid van) de gemeente. De aanleg van het water heeft er mede toe bijgedragen dat in oktober 2009 Breda is verkozen tot „de beste binnenstad van Nederland‟. Mede door de Nieuwe mark is er sprake van een aanzienlijke toename van toerisme en recreatie (versterking van het leisure-element in de binnenstad). Het aantal toeristen neemt sinds 2004 elk jaar toe. In 2008 tot ruim 1,5 miljoen. Breda kent inmiddels één van de hoogste toeristische herhaalbezoeken van Nederland en staat in de landelijke top waar het gaat om het totaal aantal bestedingen. Na Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, wordt in Breda in totaal het meest uitgegeven. In 2008 besteedden toeristen € 216 miljoen euro in Breda. Het watertoerisme van buiten de stad is beperkt doordat de pleziervaart niet tot in de haven kan varen vanwege de lage onderdoorvaart van de Gasbrug. Daarnaast zijn er nog enkele wensen van horecaondernemers om het vertoeven aan de haven nog aantrekkelijker te maken.
2.3. Facts en figures van wat is gerealiseerd incl. bouwlocaties Openbare ruimte: Herinrichting openbare ruimte ca. 45.000 m2 De haven is ca. 200 lang, 25 a 35 meter breed, 1.70 meter diep, 2 bruggen De rivier is ca. 400 meter lang, 7 tot18 meter breed, 1.5 meter diep, 2 bruggen Resultaat van de 6 particuliere bouwlocaties langs de Markendaalseweg: Marken- Carré Marquant Dok64 Loods M daal Markenh. Aantallen woningen; appartementen huur 44 31 appartementen koop 19 24 39 39 grondgebonden koop 12 11 totaal aantal woningen 75 31 35 39 39 m2 bvo
3000
aantal openbare parkeerpl.
235
1200
450
Aan de Kade
Totaal
23
75 144 23 242
300
4950
23
235
Toename horeca 4 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010
Het aantal horecavestigingen rondom de haven is toegenomen van 10 in 2004 tot 19 eind 2007. Er zijn m.n. grotere café s/restaurants bij gekomen. Rondvaartboten Het aantal betalende passagiers is op de nieuwe ligplaats gestegen van 4875 in 2005 tot 15222 in 2008. Publicaties/Artikelen enz. - Artikel in blad Monumenten 11/2002: de haven, acht eeuwen lang de navelstreng van Breda. Berends/Oudshoorn - Nieuwe Mark Magazine 1 t/m 18 – 2004 - 2009 - Artikel in het blad Monumenten 03/ 2006: weer water in de haven. Van der Toorn/Oudshoorn - Havenboek, over het ontstaan van Breda en de terugkeer van zijn bron. Juni 2007 Uitgave sectie D, W. van der Calseyde. - Water In Historic City Centres. Uitgave in kader van Interreg IIIB programma NW Europa. Uitgave gemeente Breda / Jaap Huisman
2.4. Bevindingen gebruikers/burgers/ondernemers Gezien de vele positieve en nauwelijks negatieve reacties op het gerealiseerde project kan gesteld worden dat het projectresultaat breed wordt gedragen. Dit geldt voor bewoners binnenstad/Breda, ondernemers, bezoekers (individueel en groepen) als de positieve berichtgeving van bijvoorbeeld BN/De Stem en TV & Co / TV 10. Dit is een subjectieve waarneming, niet onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek. Door de ondernemers om de haven zijn na de opening van de haven wel een aantal zaken geconstateerd die wat hen betreft nog aangepakt / verbeterd zouden kunnen worden. Te noemen zijn: de hinder van wind in de lengterichting van de haven maakt het zitten op de terrasjes af en toe onaangenaam. Parasols waaien bij windstoten soms om wat leidt tot gevaarlijke situaties. Ondernemers komen met een gezamenlijk voorstel om de parasolvoeten in het straatwerk te integreren. Het plaatsen van windschermen is afgewezen omdat daarmee het open karakter van de haven wordt aangetast. de kosten van het neerleggen van een ponton bij evenementen in de haven is een kostbare zaak en gaat het gezamenlijk draagvlak van de ondernemers momenteel nog te boven. Zij hebben aangegeven graag te beschikken over een ponton dat bij evenementen vanuit bijv. de Krouwelaarshaven ingevaren kan worden. Door de lage onderdoorgang van de Gasbrug over de Mark (Academiesingel) kunnen er geen boten naar de haven varen die hoger zijn dan 1.20 meter. Dat wil zeggen dat het bootbezoek van de haven beperkt is tot sloepen en roeiboten. Toeristische vaartuigen kunnen niet naar de haven doorvaren maar moeten aanleggen in de Mark ten noorden van het spoor. Het gemis van de levendigheid van toeristische vaartuigen in de haven wordt in toenemende mate gevoeld.
3. Financiële verantwoording 3.1.
Totale projectbudget
Door de raad is een voorbereidings- en een uitvoeringsbudget gevoteerd van in totaal € 29.500.000 Werkelijke kosten: Totaal programma en ontwerpfase € 1.590.500 Totaal werkvoorbereidingsfase € 2.425.000 Werken buiten bestek € 1.416.000 Uitvoeringskosten, engineering, begeleiding, toezicht, risico, onvoorzien, indexering, communicatie, nadeelcompensatie etc. ca. € 19.730.000 waarvan maximaal voorziene restant uitgaven 2010 e.v. € 780.000, zie hfst. 4. BTW correctie ivm. invoering BCF € 1.738.000 Totaal benodigd budget vrijvallend restant budget
€ 26.900.000 € 2.600.000
5 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010
Voorgesteld wordt - het project Nieuwe Mark financieel af te sluiten, - het restant budget te laten terug vloeien naar de algemene middelen (deels al gebeurd) - een bedrag van € 780.000.- als aparte post te reserveren voor restant werkzaamheden, schade uitkeringen etc. Zie hoofdstuk 4.
3.2.
Subsidies
Door de raad is meegegeven om te streven naar 30 % externe bijdragen binnen het totale budget Nieuwe Mark. De inzet rond mogelijke externe bijdragen is gericht geweest op particuliere bijdragen (ingevolge de ontwikkelstrategie op de Westflank) en op provinciale, nationale en europese subsidies. Kernthema‘s bij de subsidie-aanvragen zijn water en groen, milieu en ecologie, meervoudig ruimtegebruik, economische structuurverbetering, verbetering infrastructuur, verbetering kwaliteit openbare ruimte, cultuurhistorisch erfgoed, duurzame stedelijke vernieuwing. Deze bijdrage van 30 % is niet gehaald. De Ontvangen bijdragen externe partijen laten het volgende beeld zien; Fl 200.000 processubsidie StiR/VROM (1999) Fl 25.000 onderzoeksbijdrage van de provincie voor haalbaarheidsstudie (1999) Fl 25.000 onderzoeksbijdrage Hoogheemraadshap West Brabant (2000) 1.500.000 van het Ministerie van VROM in het kader van ‗de maatwerkafspraken Verstedelijking tot 2010‘. ten behoeve van het verplaatsen van de ondergrondse infrastructuur in het deel Markendaalseweg Noord. (2002)
Bij het Ministerie van VROM is in februari 2003 samen met s‘Hertogenbosch een aanvraag gedaan ten behoeve van de uitvoering van het Interregproject. Gevraagd is 10 % van de kosten van het Interreg demonstratieproject en 25 % van de totale procesactiviteiten en projectmanagement in het kader van de Interreg aanvraag. Deze aanvraag is gehonoreerd met ca. 195.000 voor Breda. (2003). Interreg IIIB. In het kader van interreg IIIB is een aanvraag gedaan onder de titel; ‗Water in the city‘. Deze aanvraag is samen met s‘Hertogenbosch, Gent (BE), Mechelen (BE), Chester (GB) en Limerick (IRE) ingediend. Het door Breda ingediende deel betreft ca. 1.250.000 waarvan max. 50 % europese bijdrage is verkregen. De bijdrage is specifiek gevraagd voor de aanleg van de lage kade in de haven als onderdeel van de economische- en ruimtelijke structuurverbetering. De aanvraag is in 2003 gehonoreerd. Provincie Noord Brabant: Fietsvoorziening Haven – Nieuwe Mark € 159.000 (2006) Interreg IIIb – extra call 2006 Er is een bedrag van € 146.205.—euro beschikbaar gesteld voor de aanlegkosten van het verdiept aan te leggen riool onder de Markendaalseweg, om daarmee in de toekomst diep liggend water mogelijk te maken. Hiermee is een totale bijdrage in de vorm van subsidiering ontstaan van ca. € 2.735.000, Daarnaast zijn bijdragen via het Grondbedrijf aan het project toegerekend die deels ontstaan zijn door grondverkoop en deels door Benefitsharing van vastgoedontwikkelingen langs de Markendaalseweg. In totaal is hierdoor ca. 15 % van het totale budget voor de Nieuwe Mark via externe bijdragen gefinancierd.
3.3.
Nadeelcompensatieregeling
Ter voorkoming van omzetschade als gevolg van het verkeersbesluit waardoor ondernemingen minder goed bereikbaar zijn, is in ……. een nadeelcompensatieregeling Nieuwe Mark in het leven geroepen. Onderdeel van deze regeling is een onafhankelijke schadeadviescommissie die aan het college van B & W rapporteert. In totaal hebben een twintigtal ondernemers langs de haven en directe omgeving een beroep op deze regeling gedaan. Per 1 januari 2010 heeft dit tot het volgende beeld geleid:
6 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010
-
-
3.4.
een tweetal aanvragen zijn niet in behandeling genomen omdat geen omzetgegevens konden worden aangeleverd. Xxx aanvragen zijn door de advies commissie en college afgewezen, Xxx aanvragen hebben geleid tot een schade uitkering Naar aanleiding van de 18 collegebesluiten zijn 7 ondernemers in beroep gegaan bij de commissie beroep en bezwaar. Dit heeft in één geval geleid tot het alsnog toekennen van een omzetschadeuitkering en in één geval tot een aanvullende uitkering. Vier ondernemers zijn vervolgens in beroep gegaan bij de rechtbank. Hiervan is één bezwaar ongegrond verklaard, één ondernemer heeft zijn bezwaar voor de rechtszitting alsnog ingetrokken en twee zaken lopen nog. In totaal is ca. € 400.000 omzetschade vergoed, incl. de wettelijke rentevergoeding, De onafhankelijke advisering heeft ca. € 65.000.- gekost. In het meest ongunstige geval is nog een aanvullende schadeloosstelling noodzakelijk van ca. € 300.000
Bouwschades
Het aantal bouwschades is mede door een goede werkvoorbereiding en permanente monitoring erg beperkt gebleven. Een aantal schades betreft kleine scheurvorming in panden. Deze schade is onderhands afgedaan. Een wat grotere schade door een verzakt deel van de lage kade is grotendeels door de verzekeringsmaatschappij vergoed. Het niet vergoedde deel is voor rekening van de gemeente en Rasenberg opgelost. Er resteert nog één bouwschade, de verzakking van een vm. postzegelhandel aan de Nieuweweg. Onderling overleg (zowel ambtelijk als bestuurlijk) tussen de eigenaar en de gemeente heeft niet geleid tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing. De standpunten liggen dermate ver uiteen dat de afhandeling in handen is gelegd van de verzekeringsmaatschappij; Centraal Beheer Achmea. De uitkomsten hiervan zijn moeilijk in te schatten.
4. Restant werkzaamheden 2010 e.v. incl bijbehorende kosten In de loop van 2010 zullen nog een aantal werkzaamheden worden uitgevoerd en kosten worden gemaakt. Dit betreft de volgende kostenposten en ingeschatte kosten: -
Nadeelcompensatie en bouwschades 1. Diverse nadeelcompensaties incl de bezwaren t/m Raad van State tegen collegebesluiten. Inclusief kosten nadeelcompensatie-cie (Van Heesbeen cs) en kosten stadadvocaat (AKD) 2. Bouwschade afhandeling Nieuweweg, incl huurderving In het meest ongunstige geval kan dit in totaal bedragen ca. € 500.000
-
Uitvoeringswerkzaamheden 2010. € 250.000 Dit betreft o.a. straatwerkzaamheden rondom de kapel, bij het gemaal, laatste herstel werkzaamheden, ontluchting diepriool en geurfilterinstallatie zijde Nieuweweg, talud deel Spanjaardsgat, incl. voorbereidingskosten.
-
Uren projectbegeleiding restant werkzaamheden, mn. PMP en IBB Laatste werkzaamheden, afsluiting project en presenties/rondleidingen voor specifieke groepen. Ca. € 30.000 +
Totaal maximaal voorziene restant uitgaven Nieuwe Mark fase 1 en 2
€ 780.000
5. Projectevaluatie Door SSC/onderzoek en informatievoorziening is het project Nieuwe Mark geëvalueerd. Zie de bijlage ‗Nieuwe Mark, evaluatie project‘.
7 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010
Aanbevelingen Wat betreft het realiseren van doelen c.q. de resultaten: De primaire doelen van het project Nieuwe Mark waren het terugbrengen van het water in de binnenstad en het herstel van een deel van het historisch erfgoed van Breda. Die zijn volledig gerealiseerd, met uitzondering van een bijdrage aan de oplossing voor de hoogwaterproblematiek. Mogelijk kan op een later tijdstip (misschien gelijktijdig met de derde fase) de verdieping van het tweede deel van de Nieuwe Mark alsnog worden uitgevoerd. De voorbereidende voorzieningen zijn reeds getroffen. De secundaire doelen, daar waar de doelen van het project Nieuwe Mark raken aan doelen van andere projecten/programma‟s, zijn (nog) niet gerealiseerd: - versterking van de relatie met het stationsgebied - start van de stedelijke vernieuwing in de aangrenzende buurten. De versterking van de relatie met het stationsgebied kan worden meegenomen bij de ontwikkeling van het Stations- en Havenkwartier en de Markoevers binnen het project Via Breda. De aanpak van de Nieuwe Prinsenkade en het gebied rond de Etnastraat kunnen hierbij een belangrijke rol vervullen. Het proces van stedelijke vernieuwing in de buurten Fellenoord en Schorsmolen is niet op gang gekomen. Mogelijk is de noodzaak vanuit de buurten, de corporaties en/of de gemeentelijke beleidsafdelingen nog onvoldoende groot om initiatieven hierin te nemen. Het is raadzaam om de derde fase Nieuwe Mark, het Seeligterrein en de stedelijke vernieuwing in de twee buurten in samenhang te zien en mogelijk binnen één programma (Programma Binnenstad West) te ontwikkelen. De doelstelling om het project binnen het budget van € 29,5 miljoen te realiseren is ruimschoots gehaald. Het project is voor circa € 27 miljoen all in tot stand gekomen. Daarnaast zijn er enkele zaken die nog een oplossing behoeven om het verblijf aan de haven aantrekkelijk(er) te maken. Die hebben voornamelijk betrekking op de openbare ruimte rondom de haven: terrassenproblematiek en de behoefte aan (tijdelijk) ponton bij evenementen. Hierbij dienen de wensen en belangen van bewoners, ondernemers en bezoekers en de toezicht- en handhavingstaken van de gemeente in het oog te worden gehouden. Wat betreft de werkwijze, het projectmatig werken: Projectmanagement bestaat uit drie componenten: faseren, beslissen en beheersen. In het project Nieuwe Mark zijn alle fasen herkenbaar en elke fase is begonnen met een startdocument en geëindigd met een afsluitdocument. Deze documenten vormden de mijlpalen binnen het project en waren tegelijkertijd ook de beslismomenten in het project. Heel duidelijk is ook dat het resultaat van project Nieuwe Mark steeds concreter werd. Het resulteerde in een bestek in de voorbereidingsfase. Dat bestek maakte het mogelijk om in de realisatiefase sterk te sturen op kwaliteit, geld en tijd. Daarbij is de Plan-Do-Check-Act-cyclus voor beheersing van de realisatiefase goed toegepast. Het project Nieuwe Mark was zeker in deze fase „in control‟. Een compleet en perfect bestek is bij fysieke projecten de basis voor een succesvolle realisatiefase. In het kader van de financiële risicobeheersing en bedrijfsprocessen rond programma‟s en projecten is een overzicht opgesteld van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. In de notitie „Administratieve Organisatie Project‟ zijn deze voor alle partijen die een rol spelen in een project vastgelegd. Op basis van opgedane ervaringen tijdens het project Nieuwe Mark met de Administratieve Organisatie kan geconcludeerd worden dat deze goed functioneerde. De opgedane ervaringen bij het project Nieuwe Mark hebben intussen al geleid tot een verdere aanscherping van de ―taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden‖ voor projecten waarbij de directie PMP, de afdeling Planeconomie en de afdeling SSC/Financiën samenwerken. Bij de keuze van een projectmanager en een projectleider dient men rekening te houden met de benodigde competenties voor beide functies en deze dienen ook aanvullend te zijn. Voor beide functies geldt dat naast hun leidinggevende, organiserende en communicatieve kwaliteiten ook vakinhoudelijke kennis gewenst is om als volwaardig lid van de projectgroep te kunnen functioneren. Teamleden kunnen met hun (inhoudelijke) problemen bij hen terecht. Zorg voor goede interne (richting opdrachtgever en binnen het projectteam) en externe communicatie (met de omgeving, met de buitenwacht: burgers, bedrijven, belangenorganisaties etc.). Het is gewenst bij een groot project extra aandacht te geven aan communicatie met de omgeving. Een projectteam dient alert te zijn op signalen uit de omgeving en snel te reageren als er zich problemen voordoen, mede om te voorkomen dat problemen escaleren. Gebruik risicomanagement als een vast onderdeel van projectmanagement en maak gebruik van professionele methoden en technieken en eventueel van professionals op het betreffende terrein. Een
8 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010
verbeterpunt zou kunnen zijn om periodiek de risico‟s opnieuw te inventariseren. Doordat aan de risico‟s ook bedragen hangen, worden ook toekomstige financiële risico‟s geactualiseerd. In de realisatiefase is de post onvoorzien overschreden. Het is raadzaam om (achteraf) de post onvoorzien nader te analyseren en op zoek te gaan naar de oorzaken van deze kosten. In de toekomst kunnen deze onvoorziene posten mogelijk voorkomen worden (door meer voorwerk, toezicht of controle) dan wel aan de lijst van risico‟s worden toegevoegd. De gerealiseerde bedragen kunnen dan bij volgende projecten als raming worden opgenomen. De regeling nadeelcompensatie dient een beter hanteerbaar en meer op de situatie toegesneden instrument te zijn. Een aanpassing van deze regeling is wenselijk. Daarnaast is er behoefte aan een geactualiseerd overzicht van alle vergunningen met bijbehorende procedures, doorlooptijden en beslismomenten, die projectleiders, projectmanagers en projectteamleden kunnen raadplegen
6. Relatie met 3e fase. Het succes van de eerste twee fases van de Nieuwe Mark was voor de gemeenteraad mede e aanleiding om een budget voor een verkennend onderzoek naar de 3 fase vrij te maken. Inmiddels is dit onderzoek afgerond en eind februari 2010is dit onderzoek in het college van B & W vastgesteld. In de verkenning is op basis van archeologisch onderzoek en overleggen met het Watyerschap een modellenstudie verricht. Uit de modellenstudie zijn een advies- en basismodel voortgekomen. Beiden met twee varianten, namelijk hoog water en bevaardbaar laag water. Voor beide modellen is een bouwkostenraming gemaakt. Tevens is vooruitgekeken naar een realisatiestrategie en een mogelijk vervolg. Een belangrijke constatering daarbij is dat de aanleg van de derde fase Nieuwe Mark bijdraagt aan, en kansen biedt voor, de gebiedsontwikkeling van het Seeligterrein en de ontwikkeling langs de Markendaalseweg en daarmee aan de realisatie van de doelstellingen uit het besluit over de Oost/Westflank binnenstad (september 2000). Verkenning modellen en varianten Met de ruimtelijke, technische en financiële verkenning van het advies- en basismodel, zowel met hoog als bevaarbaar water, is duidelijk waar mogelijkheden liggen en wat de bijbehorende kosten zijn. Tevens is inzichtelijk wat stromend laag water betekent voor de juist opgeleverde 2e fase van de Nieuwe Mark. Aanlegkosten voor de onderzochte varianten voor de 3e fase variëren van ongeveer €6 miljoen (basismodel hoog water) tot €20 miljoen (adviesmodel bevaarbaar water). Natuurlijk zijn de aanlegkosten niet de enige kosten, er moet ook gedacht worden aan planontwikkelings- en verwervingskosten. e Wanneer gekozen wordt voor diep en bevaarbaar water zal de 2 fase Nieuwe Mark verdiept moeten worden. In de kostenraming zijn deze kosten meegenomen. Tevens is het lage water in het rapport gevisualiseerd. e
In het onderzoeksrapport ‗3 fase Nieuwe Mark Verkennend onderzoek‘ (febr. 2010), de hierbij horende bijlage en het bestuursvoorstel (reg.nr. 36033) is nadere informatie te vinden.
7. Besluitvorming Op basis van deze eindrapportage wordt aan het college van B & W voorgesteld: - het project Nieuwe Mark financieel af te sluiten, - het restant budget te laten terug vloeien naar de algemene middelen (deels al gebeurd) - een bedrag van € 780.000.- als aparte post te reserveren voor restant werkzaamheden, schade uitkeringen etc. Zie hoofdstuk 4. D.O.
9 Eindrapportage project Nieuwe Mark – april 2010