Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
werkgroep F,()lieoon$ltu~ies
EINDRAPPORTAElE· ,
'
•••••.
'.
,,'
.'_"
WERKGROEP ..... ..
F······
.
'.:.
·0····
.
..
voor accoord hoofd afdeling Tunnelbouw:
<
.•
~
L···· ...
...•.....·L······
.
'. ....
:,:,~N_'~.
:::~t~;·:·:·: ~-',"
1···.·.·.··..····.&·············;··········':.'/ .Ó:
- ."
,.;;
.l<"
, ".
'"::"<-.:
CONSTRUCTII;:S
dmum: status:
.'
19seprember1995 definitief
:.<,;:.~/
.~
"
"
.
,0'
.:
c
: - '_\'
INHOUDSOPGA ~
deel I
EINDVERSLAG WERKGROEP FOLIECONSTRUCTIES
deel II
RICHTLUNEN ONTWERP FOLIECONSTRUCTIES
deel III
RICHTLUNEN UITVOERING FOL1.E:CONSTRUCTIES
deel IV
TECHNISCHE DETAILS KLEMCON'STRUCTIES FOLIE
deel V
BEHEER EN ONDERHOUD FOLIECONSTRUCTIES
EN BEËINDIGING
Bouwdienst RW.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
EINDVERSLAG WERKGROEP FOLIECONSTRUCTIES
datum:
8 maart 1995
document: status: opstellers:
definitief
WFC-94-001 D.W. Hemelop I ir. G.M. Wolsink
werkgroep Folieconstructies
INHOUDSOPGAVE 1. IN:LEIDING.......................................
1
2.
TAKEN EN DOELSTELliNGEN " . . . . . . . .. 3.1. Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 3.2. Levensduur folieconstructies 3.3. Elektrisch lekdetectiesysteem 3.4. Interactie folie-slib 3.5. Stabiliteit Folieconstructie . . . . . . . . . . . . . . . . .. 3.6. Evenwicht Folieconstructie
2 3 3 6 8 10 12
4.
AANBEVEliNGEN..................................
13
5.
DOCUMENTATIE bijlage A Stukkenlijst werkgroep bijlage B Literatuurlijst werkgroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. bijlageC, Overzicht normen bijlage D, Financieel overzicht onderzoek folieconstructies over de jaren 1992, 1993 en 1994
15 16 18 21 22
Bouwdienst R. W.S. DrogeJ~tmçU1ur afdeling•• ·~J'JIlelbouw 1.
Eindverslag. werkgroep Folieeonstructies
INLEIDING Door.d,~~rva.ringel1bij de uitvoering. Vanfoliec9ustrueties wasg~blekelldatde veiligheid tijdens diverse bouwfasen mogelijk onvoldoende zou KunneI1zijn. Tevens lagiereen vraag van de werkgroep SATO metbetrekkingt()t de toe te passen detaillering bij het ontwerp Vanfoliec9nstructiesenwaren. bij •afdeling DIO enkele id~ën t.a.v, onderzoek op het gebied van felleconstructies (o.a.~kdetectie) Dit heeft begill 1992 geleid to~~t instellen van de werkgroepF9lieconstmçties door de staf van afdeling Tunnelbouw. Deze werkgroep bestond uit de volgende personen: G.M.Wolsinkvoorzitter D.W~I1~elop secretaris J.H.Bijkerk uitvoeringsexpertise R.M. iFritschy 9o.tw~~xpertise W.L.Leendertse specifieke aspecten F.O.E,Ma.t:hieu specifiekellSpeCten W.lJ!. V.d. Sluijs milieutechnieken E.J. Swaving uitvoeringsexpertise G.L. ·Tan expert~f()li~salge1l1een In de loop van de periode, ~aarinde~erkgroep.actief\Vas,~ft de heerSwaving de werkgroep verlaten in verband met een veranderingVl:1ll~c=n. De produkten van de werkgroep zijn o.a .•dedoçumenteo.:Richtiijnen0lltWerp Folieconstructies.. ....f ...Ri.Plltlijne. ..0....•. U ..i~v~ringFolieconstrueties.·•.,.Deta. .... il..·.s.F.· .•.... 0.·.. li. ·•. ee ....•. onstructies en BeheerenÇ)ndc=rlloudF9lieconstruçt:lçs.Dezedoçumenteo.zijllitlde voorliggelldeeio.drapPOrtageopgen.o~nill4~respectie'Velijked~lenq, 111,IV en V. Deel I van de eindrapportage gaat in op de algemene zaken, verrichte onderzoeken, verzamelde documentatie en toekomstige activiteiten. . Ded.~l~J111,III~pV ~lenind.efhlitlçve. YOf1l1al~l:lfz;()nd~lijkc=. d()cumepten worden u~tgebl'acllt~nbehoeveYaI1 de. desbetreffelldedoeIgrçepe;n.J:)eel. IV, Details Folieq()P$fJ;\lctlçs, ••. h~ftvool1larnc=lijk ge4iendals. ba,sisvO()rSATO. .
. ..••••.......•.
,'
••.........•.
,'>,
','
.....••.
,'
".
".
, ..
'
"',
..
,
""',
",'
.'
•.....
,,'
,..' ..:::.. :: .. :::
""':.:.-"
De werkgroepleden hebben·gezamenliJk ca. 50 mensweken besteed aan activiteiten r.b.v. de werkgroep. Hierin is ook begrepen de inspanningen van afdeling DIO voor de begeleiding van uitbesteed onderzoek, gerelateerd aan de werkgroepactiviteiten. De kosten voor uitbesteed onderzoek in de jaren 1992, 1993 en 1994 bedragen totaal ca. 1740.000,- incl. BTW. Een specificatie van de kosten is weergegeven in bijlage D.
1
Bouwdienst R.W.S. Droge hlfta.stiuctuur afdeling'f'tfrtllelböuw 2.
Eindverslag werkgroep Folieeonstructies
TAKEN EN DOELSTELLINGEN De doelstellingen•.•'Werkwijze.en produkten .van de werkgroep werden geformuleerd in een projectplan(WFC-92-010d)~ De doelstellingenluiddenalsvolgt: a. 1flêttofstandbrengenvan een document llRichtlijnen·Ontwerp J1ólîeconstrUetiesll.; b. aêt tof stand.brengen van een decuiaent .IlRichtlijnenUitvoering Folieconstructies ll; ..c. Uniformeren detaillering van aansluitingen en beëmdigingen fOlieconstructie; d. aet formuleren van een visie m.b.t, de leverisduUfvan folieconstructies; e. Het formuleren van aanwijzingen t.b.v. opdra.chtgevers m.b.t, het beheer en onderhoud van folieconstruetïês: f. Begeleiding Evaluatie Grauw m.b. 1. de folieconstructie; Daarnaast heeft de werkgroep initiatievengeoofuenvoorhêt laten uitvoeren •van diverse onderzoeken: ontwikkeling lekdetectiesysteem; ÎJltera.ctiefolie~slibbijafzinkenen~allasten; mvlOêd van\VeekrnakeI'Vedies.opdemechanischê eigenschappen van PVCfolie (verouderlngsonderzoek); bi~axhde trekproeyen en zijneetltWeetaFbureauswdiesuitgevoerd: gevoeligheidsswdie ••• 1JI.b.t.·.de·•stabiliteit • .·.van.·.de··.folieconstrUctie; gevoe1igheidsstudiem.~. t.het evenwicht Van de folieconstructie. De resultaten en conclusies van dêzeondêrzoekenen studies· zijn samengevat in hoofdstuk3~ . Ook heeft4ewerkgroepzichverdiept .inhet vernieuwen van de bestekstekst .in·het RAW,-suppletiebestandm.b.t.folieconstrucursenheeft xnêdenaar .aanleidillg daarvan een aanzienlijk ·deeI·van·dênormbIaden verzameld,··welke· in de·bêstekstekst wordt genoemd. Een everzichthiervan is gegeven in bijla.ge C.
2
Bouwdienst RW.S. Dr()geJmtlstp.,1Çtl11.lr afdeling~lbouw 3.
RESULTATEN EN CONCLUSIES
3.1.
AlgeD.l~
Eind~ersI~w~rkgt-()ep FQlieçe>nstructies
..
T.a.v . QeQQelstellingena, ..b,c, d(gedeeltelijic)eneheeft .de werkgroep .haar.taak·· volbracht.J:)e.r~sulta,tenhiçrv4lllzijnçlders .in de eindrapportage opgenOlI),en, respectievelijk in de delen II,III,IYen V. De evaluatie van de uitvoering van de folieconstructie van aquaduct Gro1.l'\1V is verrichtdtl0r de heren prof. dr. ir. G. Scherpbier en prof. dr. ir. A. Verruijt. Hun bevind~If\ •• $a.8.t.opgçtekçnd •• .•• in •.1letdoc~ent ••. WFC-92~O. "To~p~sing.Xa.ll•.vlie~n in~Wa.lmo\J;\yf'.J.)e'\1Vçrkgr()çp 0nderscbtijft deconçlusi~s vatl,~he~n. ScherpbiitçnVerruij~. ....•. ••.> ••.> , .•....•..•........•...•.•.••...> ..•. .•......•.... .•. ......> . Door(J~~lWaring~n,o.a ..opgedaa.llbij de evaluatieJ3rouw,heeftdew~rkgroep meer ~iÇhl gekr~genindeoptredendemecbanismenen"valkuüen"qiezich voord9Çl1•• Rij..het ••afzinken ••en ..blllasten ••. v4lll•een •• •.• folieçonsttuctie •..De~ •••• in;z;ichten.zijn voo..r een.........•.•.•.•.•. bê ..... ·......•..... 1ang. •..... n....•. ·.·.~.·icdee .••. l.ve.Jw.erb...,in de... ·.(J()Çwnell .... te..... nl'Richtlijnen .Qntwerp ..·••... Folieconsttucties" en "Richtlijnell Uitvoering Folieconstrueties" •... . . Het heeftmedegeleidtotonde~oek. naar deinte.ractie Jolie ..slibj)ij .•afzinicen. M.b.t. de mechanische eigenschappen van folie biJ bi..axiale belastingssitua.ties heeft de werkgroephetprincipe ..besluit genomen om onderzoek in die. richting te laten uitvoeren.
3.2.
Levenstluur foJieconstructies 'Lb.v. het formuleren van een visie m.b.t, de levensduur van folieconstructies is door het KunststQffçn.. en Rubber Institutlt TNnin opdrasht·.vande Bouwdienst.een Iiteratuur~tl14ieverriSht. •..•• ....•... . •.•. ..:.. ••..•• •...•. .....•.. , •.•...• ..'> . Uitde~~tudiç.TljO ..rapportnr ..660/·92"Literatuur0lld~rz()ek~ç.hetJangeduur weekmaket'verliesv4lllondergrondstoetepassenPVÇ ..Pfoliesll,isgebleken daler vrij weilligbekellClisover de levensduur vanlPVC-folie()nd~<>mstandigheden zoals deze bij f'Qlieç9nstru.ctiesvoqrkomen. namelijlc afgedekt JlJ,etgroDden in het grondw~tç~. Vervolgens is .. onder de "pm:aplu" van.de. haalbaarheids~tudie ItU..polder", uitgev()erqdoorBalla$tNedant~HBW .en VanH:attun1~nBlankevO()rtinopdracht vande~99wdienst .. ~n onderzQek verricht waarbijPV'Ç ..folie een kunstmatig veroud.sprQces{onttrekken yanweelcmal<er)°nderging. Ook zijl,ltwee lI),onstersPVC..foliegenomenuit het kielspit van de Jolieconstructie in de verdiepte weg nabij Amelisweert (RW 27) en biJTljO Onderzocht. De resultaten van het onderzoekzijngerapponeerdin het TNO..rapport nr. 01551'94"Onderzoek naar de invloed van weekmakerverlies op de mechanische eigenschappen van PVC..P folie".
3
BouvvdienstR.VV.S. Droge Infrastructuur afdeling'll.timelbouvv
Eindverslag .werkgroep
Folieconstl"tlCties
De samenvatting uit het rapport luidt als volgt:
In opdracht van Van Hattum en Blankevoort B. V. werd onderzoek verricht naar het verloop van het extractieproces van weekmaker uit PVC-P folie en de invloedvllll extractie.ppdernechanische eigenschappen van de folie. In de eerste fase van het onderzo~kl-VerdentestresultatenVerzanzeldvanfolies die ten tijde van.deaanleg van de snelweg door Arnelisweert ..door·KRJ-TNO waren onderzocht~ De .destijds uitgevoerde· mechanische beproevingen waren bepalingen van: treksterkte en rek bij breuk, dootsèlteutsterkte. De beschtkbaregegevens werden in .de eerstefase van hetonderzoekvergelekenm.et die van een recentelijk vervaardigd monster PVC-P folie en die van· twee opgegraven monste~s/olie, ...ajk0mstig van. de .verdiepte..snelweg .. Van de twee Onderzochte opgegrayenfolieslV~. eréénajkomsti~van.de.bovenzijdevan .een tlllud (monster "droog?e.ll één die in contact. was geweest met het .grondwater·.(monster ."nat").Na eengebru'ksperüxle. van ca.. 10jaarbleekuit· het monster ."nat"·minder weekmaker te zijn geëxtraheerd dan .uit het monster ·"droog".Waarschijnlijkheejt de droge grond als:en .absorber. voorde weekmaker gediend. 1De mechanische eigenschaj:Jpen·van·het·gebruikte materiaal vertonen ten opzichte van hetblanco materitl(!t enige verschillen, ..t.w.: een iets lagere treksterkte en rek bij··breuk, een·.·/togere···aoorscheursterkte. De onderzochte eigenschappen van de folies voldoen echter nog wel aan de destijds gestelde eisen. Ten opzichte van het recentelijk geproduceerde materiaal (monster "nieuw"). vertoonden zowel de mechanische eigenschappen van het oorspronkelijke materiaal. (periode 1980-1983) als die van het opgegraven materiaal verschillen. Hierdoor was een directe vergelijking van de materialen niet mogelijk. In fase 2 werden aan de·hand·van enkele oriënterende extractieproeven de beproevittgscondities voor verder onderzoek bepaald. Het bleek dat, om binnen een redelijk(!#jdY0ldtJende~eek1tllJlser ..te.kunnen. extraheren, .eenextractietemperatuur van lOO~Çwen.Yelijkwas.Gedurende ..7, ..14,·•.21 en 29. dagen. werden stukken folie, zowel opgespannenineenn;etalen jrameals ..vrij, .in contact metactieJJe kool geëxposeerd. Derespeetievelijkete· verwachte percentages weekmakerverlies bedroegen 15, 25, 35 en 45 %. Een referentiemonster werd gedurende dezelfde tijden inluchtbij 100. °C opgesza.gen.Naa/loop van de extractieproeven werden dezelfde.f1l(!chanische.eigenschappen als in fase 1. bepaald .. Uit..de gevonden resultat~n~on .worden ·geconcluáeerddattot. een weekmakerverlies .van .30. % de onderzochte eigenschappen. nogSfeetis aan .degestelde eisen voldoen. Berekeningen tonen aa~.dat - uitgaande vaneen gebruikstemperatuur van lO°C - het enkele honderden jaren duurt alvorens 30·% weekmaker· zal zijn geëxtraheerd. Verwacht mag.wor4en. darde/olie, ondanks de verstijving ten gevolge van ·het weekmak:erverlies, ook dan nog goed zalfunetioneren. noot BD: Kan ook veroorzaakt zijn door het langs de folie vloeiende hemelwater, waardoor de uittredende weekmaker wordt afgevoerd. 4
Bouwdienst R. W .s. Dl:pge.ltirlilstruçt\,lur afdeling· ••J)lmnelbouw
Eindverslag
w~rl\.gl"Qep
Folieconstrueties
KRI- TNO concludeert op basis van het in fase 2 uitgevoerde onderzoek het volgende:
Bij ~ wn hetweekmake..rgeJullteneel1Jt ook het materiaa.lllolu/meaj.1ndien het~ritltll ..vriikan relaxeren, d.w.z ...in le..ngte."breedte.,ellctliJcte;richting, neemtf1e· dikte veél miMer af daf) Wt111neërde. krimp inde .lengte-en breedterichting wordt belemmerd (opgespannen situatie). De krimp ten gevolge vantl~ hqgeternpe.ratlJU.rwaarlJij. de 1Jl4teriale..f)zJjnge~pqsee..rd .lsge..ring. Bij toënameygn. het weekTnakerverlie..s ~ ..(NImml rèkbIJbreukl"l nemecf)de trek$terkte .ende tlqo,-sçheursterkJe toe, i terwijl tie rek bijb!iuk afneemt. Er bestaat een relatie tussen de toename in
[email protected] deg~ in rek .bij .. bretiN·l{erJ11.()ede;ZijkZf.lld~t(jJaaJ . ben44fgae. en:ergie pij de trekproe! vriiJl;lgttJij~lJJijve..n~ TU§.sen~t1tlateri~fdf4iflvrij 100 • •..••..• . ...........> .:
1501Idd .................
cOl1trlJ rnet de actieve kool werd50i. .......................< . geëxjifJséerden. het opgespannen Cl%>.11l% 25% .an .;fB 11J4t..tttJa41is een versçhil· in zowel de ... . . tr.ets~~tk1e.als de rek1Jijbreukwaarneentbaar .. B{iiiilweitklnakervèrlies \van30%b#jkt 1J,etoP8esP4f)f)ellc11jQte..rJ(),(J.l ae.ei,f vogrlf4tiJ~ireJt .de rek bij ·!?reûkniet meer te h{Jlef).()pgr.onp VanfJlfre..keningen blijkt iJat tijdens gebruik· vgntie!qlie., .u~t9tltllUlevtm .eengelJru.il4te:ltlperatuur vanlOOÇ., .f)g.C(.l -. 3s..o.jagr30rcweitklnak~rzaJzijngeëxt,.~erd..1J.e moxiJ!lPJevefl'Onn.in8dieeen.folieVoor~etopvangen vOf)gro11iJz.e;ttingenmag ()~tgagJlbedraggt~l#ckt$enkeleproeenJen~veeltnilU1erdlts(l(JJldeminimale rekiJijbreuk .die ·w(/rdenge..~isi. Aangef)omen11jQgworditn .datndeen gebruiksperiode van ienmiJiste· 4$jaar deg1fonrp.eltin.gen gering.zullenzijne.R dat dit in het materiaal opgetreden spanningen ten gellolgeWf) ..grqnitzettingen inmiddels zijn· ge.r.e~e..rd ...()indeze.. reden i~.hetze..er· warirs;c~iitdijk fJat· ·.tie gebruikte foliezelfi bij· eenweelanakervèrlies· Vall meer dtm30%11JJggoed zal blijven functioneren. Eef)~rf.lC~iep1"oefaa,ntie opge..gr.avenl{)lie ..leve.r.t;ge..engrqteajWijkingen op ten opziçf#e VflJliJeze1!tieproeygllcf.l(lri.111QterilJfil· "llie..ÛW". ZoW..e..th~tQl'gegrdven.nutteria41qlinet11lQferia4fdat1Jijl()()\?Ç' in opge..~l1ioesta1Uli1le{)nJaCt..11l~.ge.weestl1fe..tac..tieyeko(}.Jbleek na tie spl#~tii}1.Hdiepr(}eying.(wat~rrdichtheidstest) nog.dJcntteiijn. ~~tVerli~s1let ..~stbeläp.grij1<:e .Vet'oudering~proces is. kart'
[email protected].~d09rTNObePa8lde]evensduurvanPVC.,folie.
VooroPi~~lldçblth~t.
toegépasfili ondérgrondse.wat~ibQl1.\vkundige werkeu,l11imsçhOOt8 de •eerder veronderstelde levensduur van 75 jaar overtreft.
2
Het betreft hier een bestekseis. De functionele eisen na aanleg .Van de folieconstructie liggen hier ver onder. 5
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling1Jj:nnelbouw 3.3.
Eindverslag werkgroep Folieconstrueties
Elektrischlekdetectiesysteem In opdracht van de Bouwdienst wordt door het Instituut voor Grondwater en Geoenergie'f:N0 gewerkt aan de ontwikkeling van een lekdeteetiesysteem voor folieconstructies. Bij het beoogde lekdetectiesysteem wordt gebruik gemaakt van een meetsystetml voorgeo-electrischbodel11onderzoek. Hetonderzoekisgefaseerd uitgevoerd. De eerste fase betrof het uitproberen van het systeemllletverschillendemeetopstellingen in een proefput •nabij Delft. De proefputbestonduit een ontgraving. van 20 x20 meter.in.oppervlak x2,5 meter diepte met1lçlliAgen vanJ:f, 9P de bodem en taluds een PVC-folie.(uit één stuk), gevuld~l\Vater. ........•.....• •....•.•...•.• Na hetuitlroereJlVan eennul-llletingbijeen waterdichte. folie, .•• is door TNO enige tijd geëxperimenteerd met verschillende meetopstellingen ..en enkele, opzettelijk aangebrachte scheuren inde ••folie.•Daarna werd de folie gerepareerd en werd een nieuwe scheur aangebracht op een voor TNO onbekende lokatie. TNO was in staat om de ~nJ!elesclleur te ~et~cte~en. Daarna. is nog verder geëxperimenteerd met l11eerdete~nin~rootte vari~re~descheuren. Bij een combinatie van scheuren was de grootste scheur (ca. 3 meter) goed te detecteren maar vielen de kleinste scheuren weg. Vervolgens is de put gevuld met een laag zand van ca. 2 meter dikte en is getracht de nog aan\<\'ezigescheuren.vanaf het.zandoppervlak te detecteren. Met de op dat momentbrschikbare meetopstellingenenapparatuur. was dit weinig succesvol. Overdit()n~rzoekisdoorTNO gerapporteerdin TNO-rapport nr; OS 93-07A "Geo-elekttische deteetie van scheuren in kunststoffolies". In tweedeinstatltirheeft'rN0eennioowe meetopstellingbedacht waarmee wel door eenz~aagheenkonworden gedetecteerd. Nadat TNO. op eigen ..initiatiefen kostenenkeleexperinIentenhad~itgevoerdende zin had .aangetoond voor verder onderzoelcis een opdracht verstrekt voor aanvt111end.onderzoek. Dit maal~onde. gr99tste scheur wel.worden gedetecteerd. Hetveryolgongerzoek is gerapporteerd in TNO-rapport nr. OS ·93-84B "Scheurdetectie inproefput gevuld met zand m.b.v. de symetrische elektrodel1opstelling". Nade .experimenten· met het lekdetectiesysteem in deproefput bij .Delft zijn door TNO numerieke simulaties uitgevoerd meteenaan~past. computerpr0graJIUlUlvoor grondwaterstr0lIlingen,TNO-rapport nr. OS· 94-79B"Numerieke simulatie van elektrische tekdetectie· inbouWPlltten" .••Str0ming vangr(}11dwater.enelektriciteit kunnen worden beschreven met dezelfde vergelijking, alleen de fysische grootheden zijn verlSÇ1li1lend. Deberekenin.g~n werd~n uodiggeachtom inziCht te.krijgen in de werkingVanhetsysteemenkostbareexperimentenog .büuwprojeetente. vermijden. Uit de simulaties bleek o.a, dat het systeem ook UI het groot kan worden toegepast mits de electrodenafsta11denvoldoende groot .wordengenotnen. Op basis van deze kennis werd besloten om het lekdetectiesysteem te gaan toepassen in het proefproject "U-polder" en in een later stadium ook bij de folieconstructie in aanleg nabij AkkrurD.. 6
Bouwdienst R.W.S.
Droge ••l~tn1(:tuur
Eindv~lM\VeJ:'lqp:"~p
F~JJStru~es
afdeling••~lbouw
Voor ~~enwerdgebJ:Uik gemaakt .'VaIl. ~p meetfranleWaarOp~rl nl~tkapel metele~nzodanigwasbevestigddat~elektroden(b.Q.b.2.5ru)~ rechthoek;igveld van ·5*25 meter bestreken. Door het meetframestaPsge-wijsdoorqe bouwput te manoeuvreren en bij eike stap een meting uit te.voeren was bet mogelijk om despällningsverdeling over het hele oppervlak van de bouwput in kaart te brengen.At.atl de hand van de spanningsverdeljng kan het lek worden~~wç~ll. DebouvvÏlip .bleek ondanks aangebrachte voorzieningen wel waterdicht .maar niet "elektri~çll"dicht.Een"kortsluiûng"t'P.V.dekQp\VaJ:ldenvverg d()()rhet detectiesysteem gezien als .eengfOQtlekw~QOrde Qpze~1ijkaa)lg~raçhte •.~ afsluitbarf .. ideÏlle lekkenindefQI~~Zi(:btbaar .w~ll.EeJloplossing 'Yerd gevond~~~OQ~1letaaIlbrçngenvanpseudQ~lekkepindevQrlll"an 1l1eta1en voorwel'J!~ ••• ~~••• 4ie••• llgdem.va.n••4~.·kuip.•~t ••een •.djrecte ..• el~~he •.verbb1ding.•• I1aaf. het m~_ttwnellt.:oezeaanpalçih~ftgeçnin'Vl~QP dell1etingenlJa.ngçz~n be~ stromin~~~eld binnen.de foliela.ûp ongewiJzigd,plijft. . . ...... .•••..• ••.... .•••.•.•.•••.... . :>.... ..: > -: De .•p_Iekkçn ..kQnden.uitste~end•.. wQl'4en•.ge4ete(:~nl~ •.QOk••• pa·•• bet •.• ~en van zes~etzandQp~fQlie'lleJ;esttltatenvanhet QnderZoekzijngenmPQ~d in TNQ,-IppQttnr.QS?4 ....74B"El$isc1le lek4e~tectieindebouwpl.lt Goederèê4e~OuddoJ;P". Bij de fo1ieconstructievan het aquaduct Akkrum, TNO-rappqrt nr. OS 94~69B "Elektrische scheurdeteetieinde bol1~tAkknm1",.îs i~v'll1' de~fn1etit1geJ.lYan 720* 16()tnetereen aanpak gekozen waarbij.·vaIlgr()fnaarfijllWer4gevv~rkt.llij afwezig1:ii4vall "e<:hte"i~J.lisQQkJÛer 'Vooqrnelij~rnetPseudQ~le~Jl gewerkt,.~rst wordt met twee lapge meetlad:>elskniisljng§overj;}etwer1çgenleten. Hiermee lmn de positie van een .lek grof worden bepaald. Op deze positie wordt met een meetftame zoals in de U-polder is toegepast de lokatie van het lek nauwkeurig bepaald. ..•••••••••••••... .. .. .. .> . .. .}i. .. . < ...•.•.•.... In ~ •• ·heetl-:het .•• ~ysteenl.·.zjjJl.·bf\likb~beid••. in ••de••. p~jk •• be\VezeJ.l ••eJi·.is...t1uuls geschiktQm QPJ;eguljerçbasiste'Y()n1eningezetopJQek~tigeproje(:~n.~ij een fo1ieconstruetieWQr4ttQeg~ast. Een nadeel is dat het detectiesysteem alleen goed werkt bij·elektrisch goed of voldoendegeisoleerde folieconstructies of speciaal t.b, v, de lekdetectie geisoleerd zijn. De kosten voor .1ekdeteêtrebes~)lJJiteepvast_l~ell~nYarlabe1·gedeelte •. Het .v~ ••• ge
Daamaast.moet rekeDjmt\V()~4eJ.lgeboll~l1JPet'VQQrziepjngeJ.lpmeYel1tgele "k .. .1··.·. .....·11.· te ... .' ...·1······ .: .. .n;;''';'''>k> .•.•··1··•••••.. ••... .•. .."' ••.•••.1""~~· . 1\.Qrts ..~~gÇll ••.•. •• ~ ••. ç~ ..•• ~~ .•••..•.. ()rts..1.l1~ •.ZlJl1·.Q.a .•... ~~~l1g~Jl ..van folieco~Çtil;s ••• aaIl••eeP··.sta1eJl.·QarrJ,'Y$llld.of •• een ••()Yer~ •• J.ll\ar·.·een ••• betQ~n bakconstruetie. DezecollStruCties worden doorhet.lekdeteetiesY~"~eJl"als eens~grQQtlekWa.at"doorS(:heurenin .de fQlienietwordenoP8emerkt.
vgl••.
7
Bouwdienst R.W.S. Drogëblfrastrticmur afdeÜl1g'lllnrielbouw
Eindverslag werkgroep
Folieconstruet1es
Oplossmgen hiervoor worden gevonden in het aan de folieconstructie Iassen van voorhangschermen of de elektrisch geleidende ·constmctiedelenmeteen isolerende coating fe behandelen. 3.4.
Interactiefolie"'slib De werkgroep heeft het imtiatief genomen voor onderzoek .naar het gedrag van slib tijdens hêfafziIlk:ènvan folie en na het ballasten met zand. Het ondetmekismtweefasêtfuitgevoèrdinsamenwermg metdeafdelmg Waterbolrw.BiJdezeafdeling wordt gewerkt •aan het0nt\\rerpvangrootschalige specied~()~ t.b.v.hetsanerenvanvervuild~onderwaterbodems ..•• Hierbij zijn ongeveero.ezelfde· problemen voorhanden als bij .de toepassmg van folies· biJde bouw vande meer gebruikelijkeku.tlstwerken.. Het on~~oekwerdopgedragen aallhetWaterlo?pkundiglaboratorium te ••Delft en is afgesloten metWh'rappott nr. J814 "Resultaten .experimenteel onderzoek folieleggen" (fasel)endeWL-·rapporten ar . J0962· "Vasdeggmg bestaande kennis squeezingproces en "Consolidatie sliblaag" (fase 2). Fase 1 Het ondetZóek in fase 1 laat zich in twee onderdelen opsplitsen: a. BepaUngvan deslibeigenschaPrren; b. Experitnenteel0nderzoèknaarhetgedrag van eensliblaag onder het folie terwijldeze .wordtgebállastmet zand.
ad. a.: Aan de hand van het grondprofiel en de wijze van baggeren bij het reeds in uitvoerillg zijnde \Verkte Akkn.un (Aquaduct in de Boörne) is •een voorspelling gemaakt van de in de praktijk te verwachten "sterkte"· vandè •slib...{n.het laboratorium is deze voorspelde slibkwaliteit kunstmatig nagemaakt. ad. b.: Door middel van het uitvoeren van laboratoriumproeven op ware schaal is getracht inzicht te verkrijgen. in het proces van het afzinken van folie op een laag slib met de te verw~~ten •.satnenstell~bijdeaanl~gvanaquadukt .Akkn.un' Als bel.jkele1tlentjshetbegrip"SClu~.zing"·· naarvorengekOInen .•lIiermee wordt hetversch.ijnsel.bedoeldvanwegdrukkenvaneen "stroperige"materietussen. twee.vlakkenalsopêênvandezevlakk:en~n belasting· wordlaangebracht. De cOncfusiejsdathetachter~lijvelldrslibm~staleenzodanig lage .sterkte•heeft dat de hèlling van het stortfrontrx~ll1kleinmoetzijn ",iIgeen squeezing optredên.Dit heeft tot gevolg dat menmel cchtin· de hand heeft waar het stibblijft. Zo kan het slib zich ergens verzamereneildaardoor"slibbultèll" vormen .. Ook .is het gevaar nietdenkbeeldig dat het slib een taludwordtopgèdreven. Gezien hetbovenstaarideis het veelbetèl"datde relatiêfduriIle4aag bij .hetballastèn op zijn plaats blijft. dus niet gaatsqueezen. -De optredende zettingen zullen dan beperkt eilgëlijkJ:îljtigzijn. Uit de proeven bijhetWLis gebk~kendat· na het ballasten van·zand op' de folie het 8
Bouwdienst R.W.S. Droge~trucmur af~ling .•'[pnnelbouw
Eindverslg ,,~rkgI'f)ep F'oUeconstru.cties
aanwezige slib onder het folie relatief snel consolideert. Hierbij wordt de sliblaag dunnerenlgijgt kleiachtige eigenschappel1'
AtbeeilliriiZ Situatie folie en slib v66rhetbal1asteri
At'beeldil1g3 Simatie folie en slib tijdens het .ballasten (squeezing) Fase 2 In een tweede fasevanheto~rzoekzijnde volgende onderwerpen nader uitgewerkt: a. Verifiçatie van de aanwezige slibeigenschappen in Akkrum t.o.v. de voorspelde eige~happen; b. OndetzoeksqueeziJlg-gedrag van het· slib: literamurstudie naar (reken)modelvorming betreffende het tnechanisl11evan SQ.qeeziJlg; bÇpali11gsterkte.-eigenschappenvanslibals functie van.de consolidatiegraad. ad a.: De werkelijke••. eigenschappen .•vanhet ••• slib.bij •.• Akkrum •kwa'flJ.en •nagenoeg••• . overeen met de eigenschappen van het slib dat bij~pt'Oeveninfase 1werd gebruikt. ad b.: Bij het afziIlken van kunstoffolies .zijn wat betreft.de consolidatieD1Qgelijkhedenbij de kunstwerken van DI drie toestanden aanwezig: 1. consolidatie onder eigen gewicht; 2. consolidatie door tijdelijk aanbrengen van een waterverhogiJlgop de kunststoffolie; 3. consolidatie door de aanwezigheid van aanvulzand op de kunststoffolie.
9
Bouwdienst RW.S. Droge InfrastrUctuur afdeling'l!1.Umelbouw
Eindverslag
werkgroep
FolieconstrtlctÎes
De oplossing ad. 2 heeft de voorkeur. De belasting op de kunststoffolie is door de tijdelijke.w.~rv~rhoging gelijkmatig, Waardoor in··dezê fase geen squeezing zal optreden, terwijl de consolidatiesnelheid t.o.v, ad. 1 aanzienlijk sneller zal zijn. De vraag bij ad. 2js})oeJang de waterstandsverhoging moet worden gehandhaafd totdat desliblaag zodanig geconsolideerd is dat squeezing (gegeven de maximale helling van het stortfront) niet meer kan optreden. De belaJl~jkstevariabelen. in het. onderzoek .waren: a. q,sterktewaarden vaIlfiet slib!09r de consolidatie; b. ~ ••• dikte ••• v~ ••de .•• oorspr()Il1celij}(r••• sliblallg; c. tig~9P~YaJlde])()ye1ll>el~titlgop bectslib (van 0 tot b, v.Im wa.teroverdruk) ; d. de duur van de wateroverdruk. Gevraagd de verandering van de sterkte-eigenschappen van de sliblaag. Om deze. vraag tébeantwoorden is door het Waterloopkundig Laborator1\l1U.opbasis van uitgevoerd onderzoek~n.rekenm~thode ontwikkeld. "Wallrmeerelatief eenvoudig kan word~J:l bepaald ·of het gevaar van het wegdrukken. van de· slibopder de folie aanwezig is. Het ••o~~i()ekett •• ~ ••rekelllll_ ••zij~ ••. lJeschtevenin ••• ~ •.WL-rapPOrten. nr. J0962 ",,~tle~jg ••• PeStaat1de••• }{etmis••• squeezingp~· •• eI)•• ·.lIConsolidatie ·sHblaag."••.
3.5.
Stabiliteit Folieconstructie Ineen folieconstructie ontstaat door het toepassen vaneen waterkerende kunststoffolie in hef talud (enderbodem)een niet--hydrostatisch verloop van.de waterspanningen. Hierdoor heerst een andere spanningstoestand dan bij normale taluds. Om een dieper inzicht te verkrijgen m.b.t. de krachtswerkingen de gevoelige punten in het ontwerp van folieconstructiesisdoor .afdeling DIO ·(G.M ..•WOlsink) een bUreaUstudieUitgevoerd. Voor deze .studie is gehruikgemaakt van het programma PLAXIS .: Ditprogramma is ·geoo~erdopde eindige ele:menten methode en biedt aanzienlijke voordelen t.O.V. meer conventionele methoden. Zo "zoekt" het programma b. v . automatisch naar het meest kritische glijvlak. In destiXliezijIldevolgendeaspecten,dieeeninvloed kunnen· hebben op de stabiliteit van defolieconstructie, geanalyseerd: a. oppervlakteruwheid van de folie; b. ontgravingen binnen de folieconstructie; c. bo-veribelastÎngnaastdekruinvanhet talud; d. dikte horizontale grondlaag op de folie; e. taludheUingen; f. a.•s. ymetrischehovenbelastingnaastdekruin va.nbet •talud; g. ongelijke kruinhoogte taluds; Uit de aard van de constructie volgt dat de waterspanning onder de folie groot is
10
Bouwdienst R.W.S. Droge Inf~tJ.1.lCtuur afdeling'JJlnnelbouw
Eindverslag. werkgroep Folieconstructies
t.o.v. de korrelspanning, waardoor direct onder de folie een.potentieel glijvlak aanwezig is. Dit heeftQQk ·.tQtgevolg dat de beidegrondmassieven t.p. v..de taluds als het ware naar ellgyJftQewo •.dengestuwd. Hetgrondmassief t.p. v.hethorizontaalgedeelte functio~l1(ius~lssteD1pçl tussen detaludmassieven. Dit hoofdrnechanismeis voor een bel~jkdeel be~lend voorde stabiliteit van.de folieconstructie.
L ~
..........................................................•............•.............................•..........•..•......•.•.....
.•....••..:
<••.: • ••... .. . .: .
~-
.........••..........................................
- -..••
-------~ Si ... ~VERZWAKKING ~
•... . ·····.S1'EMPEL.
.....•.....•.......
...
.
..
.. ... .
........•.....
-
~ ~ ..........•.......•.....•.•....... .•.
.
.
-
..........•.........................•...............•....•........•...•.•.....••.•...........•........•.........................
.
GlIJVLAK T.P.V • ·FOUE
Daarnaas~~jn .de:vQlg~~Ç9l:lCl\l~ie~te ~1'l: DeQJPtWVlllktel'U.wbeid(a)~ftweiIrig ÏIlvlot:dopdç~.biliteitvatl de foliecgnstructie omdat de korrelspanningen onder de folie gering zijn. OntgI1).vi~en in lengterichting binnen de folieconstructie (h) hebben grote invloed·op .de stabiliteit~~J.).~ •.gçlij~olltgmvÏllg·. verO()~. illlJJ:l~rS .een verzwakking van het .·ItStem~l'·. Een bovenbelasting •(ç)heetl overhçtalg~JJ:leelleeD.gLl~tigeÏllvloed .•Het veroQrzaakt een hogere.korrel~anning, hetgeen met ·namedirççt ..ond.~rde folie een gll1$tigeÏllvloçdbeeft •.}Yelkan4QQreen(grQte)llovenbelastingqite~lijk eeIlll1lQrxnaal"/glijvlak 911~taaJ.).· ~1l~Qte~~ v~de:l1oljzQll~~egrond.laaglleeftmçtalleen eengunstlg eff~t9phetYertjJ'aal çvenwic1l.tvatlde foliemaafQ.9k op4etotal~stabiliteit. De taluûhellingen bebben invloed op.de stabiliteit .maardç •.vetsclûllentuS~n b. v~l:2.e1'lJ:~w.lIlenlll,ee~J)ÇhelJ.ÏIlgell~4ef9~ie~n i.v.m ..de stapiliteittiJgensdeuitvo.eringec1lter met te steiLwordengçkozen. . •....•... De a-'ytnetti~he· .•Pelastitlgell.·.(f••eJ.)..g).·.verQ.9~eJ.). -:eeJ.). ..U>e~·· ..vap...de korr~1SJ?a~.dl1g .••• Qn4er..l1et·.4t"effend.e •• deel •.. yatl•• de•.• folie99nstrucÛe.waardoor de·.ÏIlv~Qed ..Vatl.·het•Potelltieel.•. . glijvlak··.gnd.çr·.4e •.. folî,e.:wgrdt.·y~rminderd•. Deze studieheeftaangët()9J.).4dateel1stabi1itei~paiY~l1Wtbebulp V8lll1et programmaPLAXIS (of gelijkwaardig) een. goed inzicht.geeft in de stabiliteit en de veiligh~iq~g~nbe~\Vijkenv~ de••tptaJecollStJ.1.lctie·pitheeftertPe8eleiddatin de lIRicht1ijl1!p.QlltwemFolieçg~tructies"·eelldergelijkeberçkelli1'lgsterk. wordt aanbevolen. De volledige resultaten van de studie zijn weergegeven in het document WFC-92002, "Bereke~en naar gevoeligheden met behulp van PLAXIS van de werkgroep Polieconstmcties. 11
11
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling'ftü;melbouw
3.6.
Eindverslag werkgroep
Folieconstructies
EvenwichfFotieconstructie Om meer inzicht te verkrijgen inde benodigde veiligheid tegenopbarsten van de foliec0nstt'Uctièis dooräfdëling DIO (D~W.:Hemelop) •een ·paraxneterstudievemcht. In dezestüdie· is de invloed bepaald van de parameters die deevenwichtssituatie .van de foliecotlStructiebeïnvloeden, te wetemvolumegewichten van het .ballastzand boven e;t1;)epedenhetpolderpeil,d.iepteliggiIlg.van de .folie, diepte van de ingraving binnen defólieconstructie, polderpeil en grondwaterstand. De parameterstudie is in drie stappen uitgevoerd: een eerste, oriënterende berekenillgop spreadsheets, de andere .twee volgens ·de probabilistische methode, gebruiktnàkendvanhetprograllUlla BDr\FDA. Omdat bleek dat hetvohlInegewicht. van hetball~tzand .in de meeste gevallen een aanzien1ij~eiIlvloçd had op de totale veiligheid .tegenopbarsten, is nader onderzoek gedaan naar deze parameter. Uit bodemonderzoek va;td.~\)allastgrond in de folieconstructie van aquadukt Grouw .zijn concrete gegevens v, w.b. het gemiddelde volume~e\Vicllten de standaardafwiikin.g()ntleend..•DaarnaaSt.zijn statistische gegevens verkregen uit onderzoek ten behoeve van de haaibaarheidsst:udie voor.eea Pomp Accumulatie Centrale (PAC) in het Ilsselmeer. Van de andere fölieconstructies, gebou\Vddoorde Bouwdienst, was geen informatie (meer) verkrijgbaar. Voor de -:in del1dr0~eIDmgeleg~efolieconstru5tie is dus volstaan~t~gemeenbekende gegevens m.b.t.··gemiddeldvohtfuegewichten standaardafwijking. Uit de patafue'terstudie.kan 111euhetvolgende concluderen: in de~indsitllati~ ligt defaa!kans indeorde 1:105á 1:106; de v()IUJllegewichtenvandeballastgrondhebbèn grote invloed op de evel1\\llchtssituatie; debQt1wfaselfinden:natte"· is maatgevend voor bet ontwerp t.a.v .•de die~tnliggÜ1gvan.de folie. De faalkans. is daarbiJ in tie orde lYlOOá·.klOOO; t,p.v.hèton~iepegedeelte van de folieconslrU5tieheeftookdediepteiigging vand~folit:yriJgrote invloed·op het evenwicht.··Dit is zowelin debouwfase als in deeindsitllatiehetgeval; . •.... .-:... ..: . . . de huidige,gebrUikelijke()l1twerp~ei1ig~en,te weteJ1:.1,05 (bouwfase) .of 1, 10 (eindsitllatie)-biJvolUJ1lege~c~tengr0nànat19kf'l'l1l:tengr()n~droog ·16 kf'l/1l13 ••••..•••• blijken ••eel1••goede••• WlJ1~ame:.·.te ••• zijn ••1l1aar•bi~l1 • ••• geen••• ruitnte ••tot verlaging,•••• Dlet..• nsme ••in.•• de••b~uwfase ••• l>erêikt ••de ••raalians .•~n ••kritische ••·grens; het isaantebèvelen omtijdens.·de;·bouw het werkelijke volumegewicht van de ballastgr0nàte toe~n IDmhètontwerplli~gang~pWltendegegevens te registrerenhb. v.vemjning. van de ontwerpuitgangspunten. De vonedigeresulta.tenzijnweergegeve~in de notities: ..WFC-92-o24, .WFC ..92..027 en WFe·93-OO1,Parameterstudiel,·· HenRI van de werkgroep Folieconstructies.
12
Bouwdienst R.W.S. Dr9gel~Wur afdeling(~lbouw
4.
Eindve~wçrJi:gr~p Folieconstructies
AANBEVELINGEN Nu de W~rkgrgep v()()r~n~langrijk deel.haar •.w~rk heeft voltooidWQrdt voorges~~l~Qllldewerkgr()epinhllarhui4ige~eDS~U~~o1ltbintlen. Eventu~l~ vervolg~!~iteiten ••op.·Il,~t.gebied.van •• .•. foüe .•en ••• folieç9Il$trLlcties ••kunnen..·w9r~ geco()r.rddoordeafdeiîn~J)I()inoverlegD1et diverseD1edewerlcersv~ulde BouwdieQltinde vorm. vaneen klankbordgroep ...Deze werk\;vij~.isilldelQ9p van het ja~1~94Î1lgepraktijk lillqntstaan·Deklanki)ordgroepwu kunneubesta.a.n.UÎt de v91g~g~~neJl: G.M.Wolsinlc DIO (algemeen advies) D .•Yl•.illeme19P I)IO •.~ge.ei9ipg. ·çnderzoeklsecretariaat) .L.l'a:n J)~IJ(lillg~~advies) R.EÖ~b.Y J)IIJ(El1ltW;~q» G.v.4>Haterd :hnç~tek) J. Hagesteyn PD (uitvoering) Athank~lij~NanhetoJlderwerpka.n.oPlild"hqcbasis pverleg worden gepleegd. Hierna volgen ••~n ••AAntal•huid.ig~en •. .:toekomstige ..lila.D.dach~putlten.
Bestekseisen Momenteêfzijn er overlappingen tussen het RAW-suppletiebestand m.b.t. foliecoDSqucties en de Richtlijnen UitvoerillgFolieçqustr1Jcties. HetY~r<1içllt aanbev~lillgind~toekotn$t.all~n de Richtiij~Jlte0nd~rh~n enhiefllaaf.te verwij~Jl.in ll~t~t~k. Daamaaslwordt door .het Kiwa gewerkt aan certifieerin~regelipgenvoor fabrikanten van folie en folieverwerkingsbedrijven. De huidige stand van zaken is zodanig •.dat .•certif~ripg .IlQg••• ni~ ••• ka.n...word.eJl.•vQ9rge~çll,reven••• • doEll'•~•• ••. })eperkt aantal~rijveJl.dlilt isg~rtifi~r9.DeElntwikkelÎ1lgeJl.l1loetellwel. word~n
gevolgd", De huidige besteksetsen voor foliematerialen zijn voornamelijk gebaseerd op produlctspecifitaties. Dit houdt in dat voor elk foliemateriaal andere eisen gelden. Bij een tElenemend aanbod van verschillende fopietypen neemt ook de omvang van het bestektoe. Dit is te ondervangen door het formuleren van een aantal basale functie-eisen zoals: de folieconstructie waterdicht opleveren (komt nu in bereik door de beschikbaarheid van een lekdetectiesysteem) ; duurzaamheid van het foliemateriaal en laswerk t.b. v. de samenstelling van de folieconstruetie (eisen m.b.t. het materiaal worden momenteel alleen indirect geformuleerd door de hoogst mogelijke kwaliteit te verlangea) Praktijkonderzoek folie Ten aanzien van het laatste punt kan een begin worden gemaakt met het uitvoeren
3
In dit verband heeft D.W. Hemelop zitting in de werkgroep I, Geomembranen van het College van Deskundigen "Kunststoffen in de grond- weg- en waterbouw", ingesteld door KIW A. 13
Bouwdienst R.W.S. Droge Itlf);astructuur afdeling.·.'I1.mnelbouw
Eindverslag werkgroep Folieconstructies
van vergelijkend onderzoek aan folies in praktijk-omstandigheden. Omdat in de praktijk vrijwel elke belasting op een folie bi-axiaal is, lijkt het zinvol om meeriIlzichttehebben in de eigenschappenendedu-urzaamheid van folies, beIastori4.:r dezeomstaridïgbedeIl;· Vooral nuhetaanbodvanverschiIlende foliematelialen~ngroteverscheideJl.heidlcentenerwellichteenkeer .een keuze moet wor<1tengernaakt·tussen -op vertrouwde· basis doorgaan met PVC-folie of één van deriieûwe m.aterialen. Een onderzooksvóorstelvoor bi-axiale trekproeven 'is'besëhrevèn in notitie WFC-93014. Vanwege de betrekkelijke onbekendheid is het onderzoekstraject •stapsgewijs opgebouwd. Op basis van deze notitie is een •offerte aangevraagd voor de eerste fasé' van dit onderzoek .en inmiddels ontvangen van het KUnStstoffen-enRubber Instituut TNO. De eerste. fase houdt in het ontwerpen en bouwen vaneen proefopstelling aan de hand van in het buitenland vigerende (onofficiële) notIrieri en bet beproeven van twee of drie foliesoorten. Een besluit over wel of niet uitvoeren van (één of meer fasen van) het onderzoek is door de werkgroep· niet genomen.· Deklankbordgroep i.o. zal in deze om advies worden gevraagd. Ook •dient een budget te· worden vrijgemaakt door de belanghebbende afdeling( en).
Marktverkennmgen
nieuwe ontwikkelingen
Een aandaChtsgebied zalzijIlhet·verkenDeIlvan vèrvangendematerialen voor PVCfolie. Naast de geflexibiliseerde PE-folies is EPDM-rubberfolie een recent in de belangstelling .gekomen prodUkt. Daamaastisbetbijhooden van de marktontwikkelingen m.b.t. alternatieve lekdetectiësystemen: van belang voor het verkrijgen van concurrentie op het door TNO ontwikkelde systeem.
14
BouwdienstR. W.S. Droge.•• lnfrastrUet\lur afdelingi~elbouw 5.
Eindv~l~werk~p
)i'oliOOonstructies
DOCUMENTATIE Gedure~d.eactieve periode van de werkgroep Folieconstmcties is een aanzienlijke hoeveelh~igdocumentatie verz;nneld inde vot1l1van. (onderzoeks)rappQrten, literatuur alsmede de gebruikelijke werkgroepstuk:ken. ..
,
.. '
','.
De onderi>eiçsrnpporten, genoemd in deze eindraPportagt,en. de overigestükken van deW~I'kgroep, opgesomd in de stukkenlijst (zie bijlage A), liggen ter inzage bij de secretátis van de werkgroep. De itemsygeJloemd in de literawpdijst (zie bijlag;el~), .zijn voor het lllerendeçl·ter inzage biJ ge secretaris, een ander deel is bij.de verschillende werkgroepleden in bezit. Vonedi~igsl1alve volgt hieronder een 0PSOOllllUlgvani<.iejndezeemdrapportage aa.ngehaald,eonderzoeksrnpportenen notities: nummedtitêlpag WFC-~4Q"Toepassing van vHezenill(fe\VateriJ<>uw" TNO-raJ)portnr. 660/'92 "LiteratUlu~0nderzo:k~ake. het langeduur wetk1ijakerverlies van ondergronds toe te passen PVC..p folies". . . . . . .. TNO"rapi'Qrtnr. 01551'94 "Onderzoek naar de invloed van .weekmakerverlies op~gJ.eçhanische eigenschappenvapPVC ..l'folie" ...•.•...•.. ». ••••• TNO"raPppItnr. OS 93-07A "Geo-elektrische detectie vansclleuren in kunsMoffolies" ....................••... ~ .. . . . .•. . . . . .. TNO-rapport>nr.OS 93-84B"Scheurdetectieinproefputgevuld metzand m.b.y.desymetrlsche elektl'odenopstellingl' ...•....' ..•. , .. . . ..;... TNO-rnpjórthr. OS 94-79B "Numerieke simulatie van elektrische lekdetectie in bouwputten" ........•. ; .... ;;;. ....•.•.................. TNO-rapp9rtnr. OS 94-74B "Elektrische leiçdeteteetie in·debQuwput Goêdêreede..Ouddorpl' . . . . . . . . . ~... . ... ~•.. . . . . . . . . . .. TNO-rappqtt nr. OS 94-69B "E~kttische .scl1elJrdeteetiein de bouwput
~"
....•....................
>.......
. ..•...
...
WL..rapp6rtnr. J 814. "Resultatenexperimenteel0tlderzoek folieleggen" ..... . .. WL-rnpportennr. J0962 "Vast1eggingbestaandekenni~squeezingprocesen "COnsolidatiesliblaag" ., . . . . . . . . . .. WFC-92"002; "Berekeningen naar gevoeligheden met behulp van PLAXIS 11 ;. WFC-92..024,WFC-92-D27enWFC ..93-OO1.Paramete:rstudiel, nenm . . ..
15
3 3 3 6 6 6 7 7 8 8 11 12
Bouwdienst R. W. S.
Droge ImtasttucWur
Eindverslag werkgroep Folieconstrueties
afdeling ••'I'tlnnèlbouw bijlage A
Stukkenlijst werkgroep
WFC92 001 19920217
Startilotitie
WFC92 002 19920304
Berekeningen naar gevoel igheden met behulp van PlAXIS
Wolsink
WFC92 003 19920317
Besprekingsverslag
secretaris
WFC92 004 19920317
overzicht
WFC92 005 19920317
Literatuurlijst
WFC92 006 19920401
Opdrachtvoorstel
WFC92 001 19920413
ControLemethode dichtheid
WFC92 008 19920414
Projectplan
WFC92 009 19920422
Besprekingsverslag
WFC92 010 19920514
Projectplan
WFC92 011 19911104
ProbLemen detaiLLering
WFC92 012 19920602
RichtLijnen
WFC92 013 19920609
BesprekingsversLag
WFC92 014 19920610
literatuurlijst
WFC92 015 19920710
Richtl ijnen uitvoering
IoIFC92 016 19920819
BesprekingsversLag
WFC92 017 19920812
RiehtL i jnen ontwerp 2e concept
Hemelop
WFC92 018 19920601
Afweging PVC- versus LOPE-foLie
WoLsink
IoIFC92 019 19920801
Onderz·oek naar een ni euw detecti esysteem •••
loIo1sink
WFC92 020 19920625
Toepassing van vt iezen in de waterbouw
Scherpbier/ Verruilt
WFC92 021 19920811
Offerte
ir, bureau Ears
WFC92 022 19920901
Bundeling evaLuatie en audit afzinken folieconstructie Noordtunnel
TEC/KTB
WFC92 023 19920920
Offerte
T.N.O.
WFC92 024 19921006
Parameterstudie
IoIFC92 025 19920601
Brief m.b.t. toepassen van geflexibi Liseerd PE ats geomembraan
ow
IoIFC92 026 19920710
lite.ratuurtijst
Secretaris
WFC92 027 19921029
parameters tud ie foHecCll'lStructies,
IoIFC92 028 19921110
literatuurstudie
WFC92 029 19920925
RichtLijnen
WFC92 030 19921127
BesprekingsversLag
IoIFC92 031 19921127
Beoordelingsrichtlijn
IoIFC92 032 19921127
werkgroep
Wolsil'lk
werkgroep nr. 9211
eigenschappen folie
HemeLop
werkgroep nr.
WoLsink
audi t Grouw
staf TunneLbouw
foLieconstructies
werkgroep (concept)
HemeL op
werkgroep nr. 92/2
werkgroep vliesconstructies
werkgroep nr. 2
werlcgroep.nr. 9214
folieconstructies
e
secretaris
Hemelop
nr.3 deel II
duurzaamheid PVc-p folie 2e1econcept
werkgroep nr. 92/5 PVC-PfoLie (concept)
nr.4
secretaris
Bijkerk
onderzoek Lekdetectiesysteem
Literatuurlijst
Hemelop LH.O. (KR!)
Bijkerk Secretaris KIWA,
comm.
miLieufoL ies Secretaris
16
SATO
Hemelop
1e cO{lC:ept
fol ieconstructi
projectteem werkgroep
werkgroep nr. 92/3
uitvoering,
secretaris werkgroep
ontwerp 1e concept
Lekdetectie
WoLsink
BouwdienstR, W .S. Dr()g~Jtlt'~f.lVçtu.ur afdeling$~lbouw
Eindver$lag .werkgroep FolieconstruCties
Stukkenlijst (vervolg) IIFC 93 001 19930309
Parllllleterstudie
deel III
Hemelop
IIFC 93 O(l2 19930309
literatuurliJst.
nr.5
Secretaris
'IFC 93 003 19930309
Details
IIFC 93 004 19930417
Besprekingsyers 1agwerksroep .nr •• 93/1
secretaris
IIFC 93 005 19930417
Uittreksel AAII-suppleti.stancl folieconstructies
secretaris
IIFC 93 006- 19930417
OVerzicht normen m.b.t •. fQliemateriaal
Hemelop
IIFC 93 007 19930428
Pro.jectplan versie 2 (concept)
Hemel op
IIFC 93 008 19930429
RichtlHnenOl1twel"p fQliecoi'lstructies
"'FC 93 009 19930511
Besprekingsverslag
folieconstructie
(1econcept)
Mathieu
m.b.t.
3e concept
Hemetop
werkgroep nr. 9312
Secretaris
Or'ldeN:oek$voorstetverouderlI'l9PVC- pfQl ie
T.N.O •• KRI
IIFC 93 OH 19930427
OnderzoekSvoorstel afzinken sl ib QP fol ie
W.l.Delft
IoIFC93 012 19930501
Onderzoek 'I;e
IIFC 93
(11)
19930303
IoIFC93 013 19930617
'Onclerzoeknaar.demechenische
in
eigenschappen van
0P9e9ravenPVIHofie,·rápPortagefasel'
IGG T.N.O. KRI
IoIFC93 014 19930823
Notitie 'Onderzoeksvoorstel· (concept)
"'FC 93 015 19930820
OVerzicht eigenschappen folies, vervaJ"l9t···WFC .:92"'004
IoIFC93 016 19930908
Beheer· en Ol'ldérhOUdvan· Foliec()l'lstructies
Mathieu
IoIFC93 017 19930820
Notitie
Heme10p
IoIFC93 018 19930908
Offerte ontwikkeling
IoIFC93 Oic> 19931116
BeSprekingsverslag
WFC93 020 19931027
Offerte biaxiale
WFC93 021 19931201
Rapport "Resl,ll taten eJCPl!lrimenteelonderzoek foliele99en"
\hlterloopkundig läb.
"'FC 93 022 19931201
Rapp<)rt'~Schlilurdetectle in~fPUt geY',tldmet zand m.b. V•. de··symetriséheelektrOdénopstelting"
TNO
IoIFC94 001 19940119
Eindverslag
secretaris
rek'
Ilemelop
herziene uitgave,
Hemelop
bi-axiale
, RubberfoLie contra PVC-folie' lekdetectiesysteem
(vervolg)
werkgroep nr. 93/3 trekproeven
werkgroep Folieconstructies
17
TNO
Seér'etäris TNO
Bouwdienst •R. W. S. Droge~!1frastruetuur afdeling •.'l1!nnelbouw
bijlage B
Eindverslag ••• werklfoep Fo&ct1nstructies
Literatuurlijst werkgroep
1
Criteria· nr. 57, Niet versterkte gekalanderde afdichtingsfolie vanweekgemaalct Polyyiilylchloride (PVC-P) zOllder cachering - april 1988 - Criteriacommissie C57, •••• Milieufolies r&gels omtrent materiaal·enprodukteigenschappen (is ··inmiddels vervangen döordeftnitieve richtlijnen, zie ·Uteratuurlijst nr.: 27)
2
Onde.rzoek PVC- en PE-fo1ïes- Kunststoffen en rubber instituut TNO -rapport nr. 121'74 ()l1d~rzoek steF~- en rekeig~nsçhappell,~gra.afproef van 4 we~enbij 10 en zeer beperkt onderzoek naar weekmakervedies.
oe
3
Het onder water aanbrengen •van folies inde civiele techniek - K. d' Angremont enH,J.C ...Oud artikel in Civiele &bouwkundigejecbniek-.nr.8 (september 1~83). lieschrijving van verdiepte gedeelte RijbwegA27 (Arnelisweerd).
4
Tecbtûek voor onder watera:fzinkenvanwaterdichtefolieop R. W .Al7 'Midden voor1l.çteerst toegepast- \\l.M.W. ])on,S.L. 'fan en M.A. op 't Hof artikel· in Land + Water
5
MethOde om een bassin "in den natte" te voorzien Van .een waterdichte b()d~llll;lfsluiting door middçl van het afzinlçen van een PVC-folie- Voller SteviJ:I\Vçgen en Asfalt BV EvalUatie van praktijkproef t.b.v. RW27
6
Vootlopige evaluatie afzinken vlies vak 1, RW 27.- juli .1982 - Volker Stevin Baggermaatschappij Nederland etc.
7
Dïäa.ib<>ekD, Vlies afzinken, vak J, RW· 27· - Aveço
8
9
Standaard RAW bepalingen "TeChnische. qepälil1geil.waterdichtevliezen"
augu.~tus1991
- 12
Reconstructie Julianakaaaal, te stenen sterkte eisen aan de waterdichte folre- maart 1990 - R.W.S. dienst Weg- en Waterbouwkunde, Hoofdafdeling Materialen, Afdeling Advies, J.A. Hernandez - MAA-N90038
10 Mogelijke toepassing van geomembranen bij de verbetering van het Julîagakanaal - october 1989 - R.W.S. dienst Weg- en Waterbouwkunde, Hoofdafdeling Materialen, Afdeling Advies, A. van den Burg - MAA-R-90039
18
Bouwdienst R.W. S. Dr()g~.~tn1(;tuur afdelillg••'ll\lnnelbouw
[email protected]
FolieconstruCties
Literatuurlijst werkgroep (vervolg) 11 Desçb:uifweerstand· vanstructuurfoli~ •.een verkennend. praktijkonderzoek - juli 19~"'ll. ..W.S. dienst.Weg- en Wateri>ouwkunde, HO()fdafdeling•Materialen, Afd.êlingAdvies A. van den Burg - MAA-R-90101 12 Onderzoek aan CENO SUPRA 1.5 mm LDPE-folie Ce~ vO()ci>olymereMaterialen. TNO rapPQttnr. 9351'89 A.M. Peters .'
.'
.
13 Alte.tief voor geo~mbranenvanp()lyvinylçlIloride Wàtêrbouw - december 1991·- Info 12, A. vandell Burg en L.A. van Hese 14 Bep~ngwrijvillgtussenzand .en.kunstst()fyl~zen .PVC, .·J{PPE en valeren P.E. Fseptember 1991- Grondmech8nica.Delft ..CO-32572017 15 Pr()~U~n\'()()rhet tOepas~n VliJllafdiçbtillgsfolies-.decem~I' .19$4.M.Oe vanVoJkshuisvesting,Ruhntelijke OrdeniIlgenMilieubeheer 16 c~~.res~tentievangrondf()lies -..T .A-.der:Kinc:le~n, J. Wolf Kunstst<>ffellen Rubber Instituut TNO - rapport nr. 2091'85a 17 TO~asbaarheid van een gewapend en ongewapend folie in Rijksweg 27 te ~~.weeI'd-augustusJ979 -C.J.Kenter, GI'()ndmechanicaDelft~. CO
213f)34-149
18 Het afzinken van een waterdicht vlies ineen cunet voor Rijksweg 27 bij Amel.w~rd.yerslag modeloruieroek MJ361-septell1berl975 - J.H. de Reus, Warerl()OPlauldig.Laooratorium,.Delft 19 Ontwerpen ui~<>eringvliJllb:etverdi~ptaa.ngelegdeg~lte in de A27 -M.A. op '1110f, R.W~S. dir. Sluizen en StUwell-Cement 1984, 11r. 9 ,pag 541-551 20 Ontw~rpellllitv()eI'ÎDg RijksWËgA2,7,mid,den .. september 1982 - R.W.S. dir. Slummen·Sfuwelll Kori..·Vo1kerStevin 21 Deteetion and location of lew in ge()ntembrane,.linedliquki waste impoundments using an eleetrical teehriique-L. S. Fciuntam.,I)ep .of Geosciences SouthWest Research Instinne. SanAnt()ÎlÏo,Texas USA. 22 Evaluatie afzinken vlies, vak X,RW 27, Herziene versie - 27 juli 1982 - Volker
Stevia e.a.
23 Werkbegeleiding Aquaduct Grouw, vliesproblematiek (concept) - januari 1992 Grondmechanica Delft
19
Bouwdienst R.W.S. Droge hlfJ;ast111ctuur afdeling ••• 1jÎnnelbouw
Eindverslag
werkgJ."oep
FoHeconstrueties
Literatuurlijst werkgroep (vervolg) 24 Te_kLezingendag.· .••Met folieconstructies waterdicht" - october 1992 KIvl, afd. "Tunneltechrtiek en ondergrondse werken" en afd. "Geotechniek" 25 Artikel over folieconstructie in RW 58 - october 1992 - Land & Water 26 Eindverslag Folie- en Drainage, Bestek NB 3126, Verdiepte ligging RW 58, Ulvenaout/Breda - 1990 - R. W.S. dir. Sluizen en Stuwen 27 KIWA-beoordelingsrichtlijn .."Niet. versterkte afdichtingsfolie van weekge1l1aà.kt polyyipylchloride (PVC-P) zonder cachering" ~juli 1992 - KIWA - BRL4{ 519/02 28 KIWA-beoordelingsrichtlijn· "Erkemting .voor verwerken en verleggen .van kunststoffolie voor civiele toepassing"mei 1992 - KIWA ~ BRL-K 537/01 29 KIWA.-beo?rdelîngsrichtlijtl" Mdichtingsfolies van hoge dichtheid polyetheen (PE..,HD) zonder versterking"· - september 1992 .. KIWA - BRL"K 538/01 30 Proteeellen voor hyt· toepassen van kunststof geomembranentenbehoeve van bodembescherming, deell: Materialen - 1992 - Kunststoffen en Rubber Instituut TNQ ..,.Rapport Nr. 794r92 31 Protocollen voor .het toepassen van kunststof .geomembranen ten behoeve van bodembescherming, deel H: Aanleg en acceptatie - 1992 - Kunststoffen en Rubber Instituut TNO - Rapport Nr. 7951'92 32 LDPE-folîe als grotldwatêrkering t.b.v. een tUnnetin het projekt RW 73, gedeelte Boxmeer-Venray - april 1994 - Bouwdienst - PDO-rapport 94-1 33 SyUabllsthemadag"GeosYntetic.containJnent systemsforlandfillliners covers" - april 1994 - Nederlandse Geotextiel Organisatie
and
34 Dootdrukproef PVC en rubber ·folie op -een spreidlaag van gebroken grind" mei 1994 - combinatie U-polder 35 Artikelen uifLand&Water -maart CertifiCêting folies; Controle bij de uitvoering; Lassers cursussen
1993:
36 Diverse artikelen uit de paper van "Geosyntetics '93 te Vancouver
20
Bouwdienst R.W.S. DrQgeI~$trtlçtmu' afdeliJlg'1'tJ.Jlllelbouw
Eindverslag werkgr9cp
FolicconStructies
bijlage C, .overzicht normen VERSIE
KIB Eisen belichtingsapparatuur
K
Lengte en.breedte foliebaan
K
d~·9Z··.
Treksterkte Rek bij breuk
KJB
dcc ..·67
......
,
"
"
.
Conditionering Weekmakerverlies Vorm Toelichting tabel. kolom "BRON": K ::;;KI'WA: V ::;;VROM:
~~dçlingsrichtlijnen:8.RI c:K519/02.BRL-K 538/01 enBRL-K 537/01 . "ProtOC()llen.,,()()rbet toepassen van. afdichtingsfolies ten behoeve Y~llodembescherm.iugff .TN"()~J:~PP()rt.llr~. :8.0-39. december 1984.
B ::;;BESTEK:
.
....
.
Conëept-bestekstekstRA.W-suppLbestand,dd.maart
21
1993
Bouwdienst R. W.S. Droge·ItWr~trUctuur afdeling Dîmelbouw
bijlage C,
Eindverslag werkgroep Folieeonstmcties
Overzicht normen
NUMMER
DOEL
BRON
ASTMD3895
Thermische stabiliteit
B
Spanningscorrosie
KJB
BitumenbestendighridKantenrechtheid· foliepaan .Doorslagsterkte Gedra.gnavetWanning
KIB
ASTMD.1693
70
r-.
dec·'86
...Dichtheid Doorscheurweerstand DIN 53495
Chemische.bestendigheid
DIN 53381
Thermische .stabiHteit
DIN 53372
Koude breuk
DIN 53361 DIN 53448
Trekslagsterkte
DIN 53455
Treksterkte Rek. biJ. breuk
v
DIN 54307
Biaxiale door'drûksterkte
KJB
jan '82
Eisenbe1ichtingsappatawtir
K
mei '81
Lengte •elt •• ·breedte.·.·foliebaan
K
. ISO 4892 ISO 4592
KIB
Treksterkte . RekbiJhreuk
NEN 3056
. dec '92
NEN2172
Conditionering
V/B
NEN20176
Weekmakervedies
KJV
VOflD.Pt'()~f~tUldcell
B
Toelichting tabel. kolom nBRON": K =KIWA:
BeóordelingsrlchtlijrienBRL"K519/02,
BRL-K538/01
en BRL-K
537/01 V = VROM: B = BESTEK:
"Pt0tüCöIlenv()orhettoepassenva.nafdichtingsfolies tenbehoeve van bódembescherming", TNO-rapport nr. BO"39, december 1984 Concept-hestekstekst RAW -suppLbestand, dd.maart 1993
21
Bouwdienst R. W .S. Droge Infrastructuur afdeling'l'unnelbouw bijlagen,
Eindverslag werkgroep Foliecoostrudies
Fmancleeloverzicht onderzoek folieconstructies over de Jaren 1992, 1993 en 1994
ONTWlKKEUNG LEKDETECTIESYSTEEM fase 1: ()ijgerzoek in·proefput Delft
OIO
fase 2:A;lnvullendondel7loek proefput Delft fase 3:N~rTleriekesimulatiest.b. v. U-polder fase 4:M~JingenintJ..polder fase 5: M,JiOgeninAkkrum, voorbereiding M,tingenin Akl<.rum,detectiemetingen TOTAAl
16269 40000
SLlaONDERZOEK fase 1: E:iPenmentenfolîeleggen op sUb fase 2: ~queezióg.gedrag slib TOTAAL
OIO
R.pportage
ONDERZOEK VEROUDERING PVC-FOLIE fase 1: .Literatuurstudie fase 2: Qpgravenmonsters LabOratoriumonderzoek TOTAAL
OJU 104340 30550
=
- w=WB - z=DIZ
overig'
19228n 169221
TOTAAL 104340 30550 16269 84155 105838 68820 19228 4291991
overig' 78000 55175 133175
TOTAAL 156000 97525 253525
44155 105838
z z
68820 56269
134890
42350 120350
68820
ss
DlU
e
0
mo
DIU
15000
1650 42400 44050
SS
overig'
15000
OIO DrU EINDTOTALEN 191619 178940 in % 26 24
Noot 1 b~overig: - n N10
as
0
0
ss overig' 68820 302396
9
41
w w
TOTAAL 15000 1650 42400 590501
741774/ 100/
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
werkgroep Folieconstructies
RICHTLIJNEN ONTWERP FOLIECONSTRUCTIES
datum:
document: status: opstellers:
15 maart 1995 WFC-94-002 definitief
D.W. Hemelop/R.M.
Fritschy
INHOUDSOPGAVE 1.
Al.GEMEEN.....................................
1
2.
ONDERZOEK.................................... 2.1. Grondonderzoek................................
3 3
3.
GEOMETRIE..................................... 3.1. Dwarsprofiel.................................. 3.2. Lengteprofiel 3.3. Aanvullingen..................................
5 5 7 7
4.
BEREKENINGSMETHODEN 4.1. Vertikaal evenwicht 4.2. TaIudstabiliteit................................. 4.3. Berekening klemconstructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 4.4. Uit te voeren berekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
9 9 15 17 23
5.
DRAINAGE EN HEMELWATERAFVOER . . . . . . . . . . . . . . . . .. 5.1. Drainagesysteem 5.2. Hemelwaterafvoer 5.3. Waterberging
25 25 25 25
6.
KRITIEKE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
27
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tlmnelbouw 1.
RicbtliJnen Ontwerp Foliecoo.structies
ALGEMEEN Voorliggend document is vervaardigd door de werkgroep "Polieconstraeäes" .·inde Bouwdiensten is bestemd voor projectleiders, ontwerpers en constructeurs-statici. Voor zover van belang bij de uitvoering van folieconstructies lamnenook uitvoeringsleideri,boofdendageUjksloezichten toezichthoudershiervangebmik maken. Voor achtergrondinformatie over toepassingsgebied en bouwmethode van de folieconsttuctiewordtverwezennaarSpecifiekeAspecten'l'unneIOntwerp (SATO), deel 3, bouwmethoden.
1
toolichtilll 2.
ONDERZOEK
2.1.
Grondonderzoek MiniQlaalbenodigdaantal.boringen:kop 100*100 002• Deze.boringen gelij1Qnatigverspreiden over het werkterrein. ZieookNEN 6740, Georechniek art. 8.4.2 en art. 11.6.3. In specifieke omstandigheden kunnen meer boringen vereist zijn. Hètiantalsonderingen bepalena;d.h.v .•oot aantal boringen: .5 sonderingen .op 1 boring. De sonderingen gelijkmatig verdelen tussen de boringen.· De"(-, fI'- en c-waarden zijn met name van belang voor het berekenen van de stabiliteit van de ontgravingen. Dewateroverspanning is met name van belang voor de berekening van de stabiliteit van de bouwputbodem. Uit de gegevens over korrelverdeling en verontreinigingen kan worden vastgesteld of de grond in aanmerking komt voor hergebruik in aanvullingen op de folie. Bij hergebruik is ook-de volumieke massa ("(), zowel nat als droog, van belang. De "(waarde dient te worden gemeten bij een dichtheid, zoals wordt vereist bij zand in aanvullitlglzandbed. Het onderzoek naar de kans op gasvorming onder de folie wordt gedaan om te kunnen aangeven of tijdens de uitvoering extra maatregelen nodig zijn voor het afvoeren van het gas.
2
Bouwdienst R.W. S. Droge Infra,structuur afdeling.1).tnnelbouw 2.
ONDERZOEK
2.1.
Grondonderzoek
Richtlijnen Ontwerp Folieconstnlcties
T.b.v. hetont\V~Jll van de folieconstructie zijn de volgende grondonderzoeken benodigd: boringen t.b. v. vaststellen laagoPbouwellllelllenvan grond.ln0nsters; so~ringell~rond~teuning· van het vaststellen van de laagopbouw; het.nemen van monsters uit de diverse grondlagen in de boringen, het detennineren van de grondsoort van elk monster en het bepalen van de korrelverdeling, "Y-, cp- en c-waarden. Ook worden de monsters onderzocht op verop~~iJli~io.geI1.en· de .1110gelijkheid .tot.gasvorming uitdegt'OI\d; dissiPatietesten voor.het grondwaterstijghoogteverloop en wateroverspanning in diepere grondlagen; geologische interpretati~ vall de grondslägd.l1l.v.een geotechnischproriel.
3
3.
GEOMETRIE
3.1.
Dwarsprofiel 8.K.KELSPIT O"som SOVEN.HOOGSTE GRONDWATERSTAND
I I I
i<
WEGAS·
I I I I
I I I I
POLDERPEIL.
'\
C~.. o,aom
~
FOLIETALUD
>-Q,oom
Afbeelding 1 Overzicht geometrie eindsituatie
3.1.4.
Taluds
T.b, v. het voorontwerp wordt geadviseerd de onderstaande maximale taludhellingen aan te houden: Boventalud: bekleding met gras: bekleding verhard: Folieconstruetie: in den droge: in den natte:
1:2 2:3 1:2 1:3
De helling van het boventalud is tevens afhankelijk van de soort taludbekleding en de wensen van de opdrachtgever m.b.t. onderhoud en visuele aspecten.
4
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw 3.
GEOMETRIE
3.1.
DwarsprOfiel 3.1.1.
Richtlijnen Ontwerp Folieconstructies
Aanlegdiepte De aaIÛegdieptewordt bepaald door: de berekening van het vertikaal evenwicht van de folieconstructie (zie artikel 4.1.) de minimum benodigde diepte voor het aanleggen van het drainage- en hemelwaterafvöersysreem (zieaftikeI5.1.en 5.Z.).
3.1.2.
~anlegbreedte
De aanlegbreedte bepalen uit het dwarsprofiel van de weg en de benodigde bermen. Hetknikpunt in de teen van hetfolietaftldUgt minimaalloOdrecht ónder de teen van.hetboventalud. 3.1. 3.
:Kielspit De bovenkant van het kielspit dient 0,30 m. boven de ltistQ~h waargenomen grondwaterstand te worden gelegd. .. . ...
hoogst
Op het .kielspit dient een gronddekking aanwezig te zijn van minimaal 0,70 m. De onderste 0,20 m dientvanwaterdQQdateP4m(,l.~J:i~1 te zijn. 3.1.4.
Taluds De stabiliteit van de taludhellingen in bouwfasen en eindsituatie dienen te worden aangetoond meteen stabiliteitsberekening (zie artikel 4.2.). T.b.v. berekeningen voor het voorontwerp wordt geadviseerd taludhel1ÎIl.gell. .(,I.(,I.D. te houden volgens de in de toelichting genoemde maximàle·wààrden.
3.1. 5.
Polderpeil De hoogte van het polderpeil binnen de folieconstructie dient minimaal 0,80 m. onder de zijkant wegverharding te liggen, beschouwd in het laagste punt van de verharding binnen de folieconstruetie.
5
toeli~tb:tg 3.2.
Lengteprofiel In verband met het samenvallen van de langshelling met dwarshellingen (folietalud en boventalud), waardoor in schuine richting een steilere helling ontstaat~ verdiel1~ het aanbeveling in het voorontwerp uit te gaan van een maximale langshelling van: in dell droge 1:5 in den natte 1:10
3.3.
Aanvullingen De kleilaag, aansluitend op de wegverharding, wordtaangebrachtÎ11verband met de beperkte bestendigheid van.de folie tegen een aantal.agressieve stoffen (benzine, olie en 'in het~lgemeen koolwaterstoffen). Het is van belang om de~stoffenbij een calamiteitdirect af te kunnen voeren naar de riolering voordat deze stoffen in het zandp~top de fQliek.unnendQontrmgen. lnwate~gebieden kunnenaanVLlllende eisen wQrden gesteld t.a.v -.aanbrengen van de kleilaag. Deze eisen dienen in overleg met de desbetreffende instanties te worden opgesteld.
~I$MIN.1,GOm
eOVENZlJKANT
VERHARDING
I I
~·TALUD
I I
Ï"'E--
WEGAS
Afbeelding 2 Overzicht aanvullingen eindfase
6
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling••. 1'11nneIbouw 3.2.
Richtlijnen Ontwerp
Folieconstructies
Lengteprofiel Het diep~verloop van de folieconstructie in lengterichting zodanig ontwerpen dat wordt völ4aan aan de volgende voorwaarden: de.fçlierechtJ.ijnigin hoogte laten verlopen; knilIlimen ••in·.·1engtetichting· zoveel ••mogelijk·.vermijden; de ••• äi11legdiepte•• van ••de•• ·rolieconstructie••• dient ••• op •• elk·•.wiUekeurig•.• punt •.minimaal teyqldoen aan de eisen t.a.v. het vertik:a:alevenwicht.gesteldinartike13.1.1..
3.3. De eisettV'QOrdeaanvutgrond>op de foliezijnv.w.b.dekorrelverdelingen dichthe@••• athan1<elijk•va.n•. • de••• pla:ats.·.van •aanvulling: •• het~vooraanVUllingindeaardebaanenhetzand yoorzandbedonder·de wegyerh:ardÏ11g dienen te voldoen aan deeisendiewordellgesteldinde Stalld.aardRAW~bepalingen 1989: vet
massa.
In mid~~ .•enzijbennenenindeteen vanhetboveDtaluddient.:aansluitend aan de wegve.ing ••••• een ••kleilaag •.met.een ••• minimale •• dilrte•• ·van.0.5 •.meter ••te •• ·worden verwerkt. Op het talud dient de kleila:agtot minima:allmeterbovende wegverharding te worden aangebracht. De klei gescherft aanbrengen. De grond mag niet verontreinigd zijn.
7
toelichting 4.
BEREKENINGSMETHODEN
4.1.
Vertikaarevenwicht Het algemeen principe voor de berekening van het vertikaal evenwicht .is •gebaseerd ophetf~itdathet totale gewicht van de grond boven de .•folie altijd groter. moet zijn dan deglllndwaterdIl!kQnder de folie. Het vertikaal evenwicht wordt beïnvloed door het volumegewicht van de aanvulling op de folie, de waterstand buiten de folieconstructie en de diepteligging van de folie. Door het oplossen van een evenwichtsvergelijking met de diepteligging van de·.folie als enige onbekende, wordt de benodigde. diepte van de.folie bepaald. De veiligfieidsfactorisgebaseerd>opaannamenvanlagevolwnegewicbtenvande aanvulgrond op de· folie en .een (fictiet)warerpeilopbovenkantldelspit. Dit fictieve peil{ .....rçkenpei1)Jigthogerdanhet.nonnaaloptredend~ waterpeilen kan in principeniethogetstijgendanhet kielspit. 4.1.1.
Volumegewiëht aan.vulgrond O1lldatdevolumegewichten vooraf niet kunnen worden bepaald uithet grondonderzoek moeten deze voor de evenwicatsberekeaingen worden aangenomen. Het is van groot belang deze niet te hoog in te schatten. De voorgestelde volum.egewichtenzijnin de praktijk •goed haalbaar ...Hoger aangenomen volumegewichten kunnen. tijdens de uitvoering leiden tot extra maatregelen zoals ..verdichten of ged~ltelijk vervangen van .de aanvuUing.
4.1.2.
Waterdruk onder de folie In normale gevallen is de maximaal optredende waterdruk de druk t.g.v, het niveauverschil tussen b.k. kielspit (RP) en o.k. folieconstructie (FD). Bij bodemlagen met overspannen water met een stijghoogte boven de normale grondwaterstand is deze druk maatgevend. Ook de door de folieconstructie belemmerde ondergrondse waterstroming kan extra waterdruk veroorzaken. T.b. v, de berekeningen voor ontwerp en bestek worden gedurende enkele jaren de peilbuiswaarnemingen geregistreerd. Voor de stijghoogte t.g.v, grondwaterstroming dient deskundig advies te worden ingewonnen.
8
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
4.
BEREKENmGSMETHODEN
4.1.
Vertikaal evenwicht
Richtlijnen Ontwerp
Folieconstructies
In afwijking van NEN 6702 en NEN 6740 wordt het vertikale evenwicht berekend met een over-aU veiligheidsfactor. Bij de bepaling van de aanlegdiepte van de folie dienen zowel de boowfase(n) als de eindsitu~tietewordenbeschouwd.· De grootste diepte uit de berekeningen is de maatgeveildedieptevOörde folie. Het vertilialevenwichtvandefolie dient. in de eindsituatie en tijdens .de desbetteffe11debou.Wfaseop elk puntm de folieconstructiete voldoen aan de van toepassing zijnde .evenwichtsvergelijking uit artike14.1.4 .. 4.1.1.
Volumegewichtaanvulgrond T.b. v. berekeningen voor het vertikaal evenwicht dienen de onderstaande maximale volumegewichten te worden aangehouden: a. boven het polderpeil: 16 kN/m3 b. onder het polderpeil: 19 kN/m3 Tijdens de uitvoering dient de in de aanvulling toe te passen grond d.m. v. monstemame te worden gecontroleerd op de in het ontwerp en bestek aangehouden volumegewichten.
4.1.2.
Waterdruk onder de folie Voor de waterdruk onder de folie dient te worden uitgegaan van de maximaal optredende waterdruk t.g. v.: hoogste grondwaterpeil buiten de folieconstructie; overspannen water in bodemlagen; waterstroming in de bodem of combinaties hiervan.
9
toelichwI 4.1.3.
Veiligheid tegen opdrijven De veiligheidsfactor is de verhouding tussen de druk t.g.v. het gewicht van grond (en water) op de folie en de waterdruk onder de fQlie. :Doorde onzekerheid bij wateroverspanning in diepere grondlagen wordt bier een partiële veiligheidsfactor aan toegevoegd. lfaseringin den natte: oollwfase••. l: Na.het aanvullen .van grond op de fQlie door middel. van sproeien wordt de waterstand binnen defQUecQnstruetie•• .verla.a.gden wordt de bovenste laagslibhoudendegrondverwijderd .••De aa.n.vankelijkfla.uweh<:llingendie tijdens het aanvullen. zijn ontstaan worden steiler opgezet. bouwfase 2: Zand voor zandbed aanvullen en verdichten tot het opleveringsniveau. De taluds worden.inhetdefmitieveprofiel gebracht. ook de afbeeldingen·indetoelichtingbijartike14
10
.1.4 .•
Bouwdienst R. W.S. Droge Infrastructuur afdeling .'l'unnelbouw 4.1.3.
Richtlijnen Ontwerp
FoliecOJlstructies
Veiligheid tegen opdrijven Voor een folieconstructie, aangelegd in den droge, dienen de volgende v~iligheidsfaçtoren te worden gehanteerd: 3..boûwfase: 1"1 = 1,05 b. eindsituatie: 1"2 = 1,10 !öor.een folieconstructie, aangelegd inden natte, dienen devolgende veiligheidsfactoren te worden gehanteerd: c. bouwfase 1: 1"3 = 1,05 d.bouwfase 2: 1"4 = 1,10 e . eindsituatie: 1"$ = 1,10 Yoorelkèfölieconstructie, waarbij onder··de folie wateroverdruk kan QPtreden, dient in alle bouwfasen de volgeade partiêle veiligheidsfactor te worden gehanteerd:
11
4.1.4.
Evenwichtsvergelijkingen
I I
i~"""."";:"•:•;:~
-
OK}} ••
I 'BOUWFASE
I
...•...... voI$Jendetase
!' I
I' I
I
-
1"ElNDSITUATIE
I
Afbeelding 3 Overzicht peilaanduidingen droog
,~-------------~-
HP - b.k. kleI$pit
SITUATIE
NA NATTE
AANVULLING
---------------
volgende fa8e
HP - bJ<. kleI$pit
:!,b i
.
'Q. -".:.
-'\:;
'-'--'~;,w~1
HP - b.k. kiel!Plt
_-_E-_I-N=OS==mJ_,-,'=A=TI=E=
I
Afbeelding 4 Overzicht peilaanduidingen nat
12
Bouwdienst R. W. S. Droge Infrastructuur afdeling1).l1lnelbouw 4.1.4.
Richtlijnen Ontwerp Folieconstrudies
Evenwichtsvergelijkingen Voor een folieeonstructie, aangelegd in den droge, geldenindebouwfase de volgende evenwiehts- vergelijkingen: -situa.tierttetpolderpeil: (ON"PP)*VGli+(PP.;.FD)*VGn· > = 'Yl*WD + l'6*WOD '-'sîtuatiezondêrpolderpeil: ···(ON"FJ)*VOd···:> = "Yï*WD .-f. 'Y6*WOD Voor een felieconstructie, aangelegd in den natte, gelden in de bouwfase de volgende evenwichts-vergeiijkingen: -t>oUwfase 1, situatie met polderpeil: >(ZN-PP)*VGd··+(pP';'};'D)*VGn>='Y3*WD+'Y6*WOD '*oouwfase 1, situatie zonder polderpeil: (ZN-FD)*VGd :> = 'Y3*WD + 'Yó*WOD ··.;.oouwt'ase2, situatie met polderpeil: (ON-PP)*VGd + (PP-FD)*VGn :> = 1'4 *WD + 'Yó*WOD -oouwfase 2, situatie zonder polderpeil: (ON ..PD)*VGil>=1'4*WD+'Yó*WOD Inde eindsituatie gelden de volgende eveawichts-vergelijkingen: ...••• situatiê·.·met·.polderpeil: (ON-PP)*VGd + (PP-PD)*VOn + (TB-ON)*VGb :>= 'Y2Is*WD + 'Y6*WOD - situatie zonder polderpeil: (ON-PD)*VGd + (TB,..ON)*VGb :> = 'Y2Is*WD + 'Yó*WOD Hierin is: PP:
polderpeil binnen de folieconstructie rekenpeil grondwaterstand buiten de folieconstructie (= bovenkant kielspit) foliediepte PD: sproeiniveau na aanbrengen zand in bouwfase 1 SN: zandniveau vóór aanbrengen zandbed in bouwfase 1, nat ZN: opleveringsniveau zandaanvuUing in bouwfase droog en ON: bouwfase 2, nat TB: teen boven talud in eindsituatie uit te drukken in m' t.o.v. N.A.P.
RF:
en: VOd: VGn: VGw:
VOb: WO: WD: WOD: 1':
volumegewicht droog zand volumegewicht nat zand volumegewicht water volumegewicht grond t.p.v, berm wateroverspanning waterdruk t.g.v. grondwaterpeil = (RF-FD) wateroverdruk = WO * VOw veiligheidsfactor 13
[kN/m3J [kN/m3J [kN/m3J [kN/m3J
* VGw
[mI] [kN/mZ] [kN/mZ] [-]
toelichting 4.2.
Taludstabiliteit 4.2.1.
6rondparameters De parameters van de aanvulgrond óp de foliezijnnietuithet grondonderzoek tevetkrijgen. Deze gegevens dienen zo goed mogelijk te worden ingeschat op advies van deskundigen (Grondtnechanica Delft, Fugro) en later in het werk te worden gecontroleerd op ongunstige afwijkingen.
4.2.2.
Materiaalfactoren Samenvatti:ngvan de meest toegepastemateriaa1factorenuittabel NEN6740:
..3 van
a. Voor de uiterste grenstoestanden •.de volgende partiële .materiaa1factoren aanhoUden: vol. massa grond 'Y1Il;g 1,1 tangent van de hoek •van inwendige wrijving'YIl1;\II1,2 cohesie l' m;c2 1,5 b. Voor de bruikbaarheidstoestand zijn de partiële materiaalfactoren allen gelijk aan 1,0,
14
Bouwdienst R.W. S. Droge Infrastructuur afdeling••• llmnelbouw 4.2.
Richtlijnen Ontwerp
Folieconstructies
Taludstabiliteit 4,2.1.
(ïrondparameters Jl'.b,v . berekeningen •Voorhet voorontWerp mag worden uitgegaan van de representatieve waarden voorgrondeigenscnappen vlgs.ta'betlvanNEN ~740ofmogendeJaludhe1J.ingenworlienbepaa.ld aan de àand van de tichtwaardenzoals dezeilide toelichting (3.1.4.)worden vermeld, *.b~v. berekeningen voor ontwerp en bestek dienen de benodigde ···parameters,. voorZQvermogelijk,tewordenverk.;regenwthet ,lrondonderzoek.Zie ook:detoelichting;
4.2.2.
Materiaalfactoren De materiaalfactorenm.b; t, de ••stabiliteit·van taluds in een folieconstructie moeten worden ontleend aan tabe13 vanNEN 6740.
15
4.3.
Berekening klemconstructie De berekeningen hebben betrekking op de rubberafdichting van de "in den natte" en "in.den
75
......
.....
....
70
••
......
. ....
.....
.
...
•
65 60
1I
55 50 45
I
1 35 40
Force
25 20 15
)
\ \
I
i\
10
5
o
I
'\
;"
""
(kN/m) JO
o
.-
~
-
1 2
3
I
./
/
"7 •.....
\
~
.,. 56
•
I
0,8 0,7
I
0,8 0,5 0,4-
I
Pr es sur« (N/rrm' )
0,3 0,2 0,1
.
Compress
1,0
0,9
o 7 8
9 10 11 12 13 14 15
ion
(rem)
AfbeeldingS Kracht-indrukking grafiek rubberprofiel BKR BeS 135-33 Force: klemkracht; Pressure: klemdruk; Compressioa: indrukking 4.3.1.
Uitgangspunten De klemdmk in het rubberprofiel behoort minimaal 2 maal zo groot te zijn als het waterstandsverschil binnen en buiten de folieconstructie. Om vergissingen te voorkomen bij het monteren en het instellen van de klemkracht is aan te bevelen de klemconstruetie te dimensioneren voor het diepste punt en de eenstructie over de gehele lengte gelijk te houden, ongeacht de variërende diepteligging van de klemconstructie. 16
Bouwdienst R. w. s. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw 4.3.
Richtlijnen Ontwerp Folieconstrueties
Berekening kJemconstructie
4.3.1.
Uitgangspunten Volumegewichten grond volgens artikel 4. 1.1. Veiligheid waterdichting
')tic
=
2,0
I>e klemcpnstructie dimensioneren voor het diepste punt van de ldemconstructie ·en baseren. op de:gegevens van de fabrikant van het mbberprofiel.
17
toelicbtig 4.3.2.
Berekeningsmethode krachtgestuurde k1emconstructie Een k1emconstructie is krachtgestuurd indien de k1emdruk wordt veroorzaakt door een permanent aanwezige en constante k1emkracht. Deze kiemkracht kan b.v. wordeni veroorzaakt door het gewicht van de grond via een grondplaat over te brengen op de k1embalk:met afdichtingsprofiel. Relaxatie van het rubberprofiel wordt hierbij gecompenseerd door verplaatsing van grondplaaten k1embalk:onder invloed van de gronddruk. Het is. dus niet nodig om de .relaxatie inrekening te brengen biJ het bepalen vande kIemkracht. Deze constructie verdient de voorkeur t.O.V. de vervormingsgestuurde kIemconstructie.
GRONtlPLAAT
=.----- ..~:=::::::::t Afbeelding 6 Principe krachtgestuurde klemconstructie in den droge , i
I..-k
l"" I
i
iE
I
i..JI
;
I
i i i i
! I
i >ï i
i GRONDPLMT
__ r.~
F...g
i
i
Afbeelding 7 Principe krachtgestuurde klemconstructie in den natte
18
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling'I'unnelbouw
4.3.2.
Richtlijnen Ontwerp
FoIieco:nstructies
Berekeningsmethodekrachtgestuurdeklemconstructie Bepalen benodigde gemiddeldeklemdruk:
YGw I(letnkrachtFk aflezen op de ktacht ..indrllkking gtafiek(zievoorbeeld op aUbeelding5). van.·het toe te •.passellrubbetprofiel en bepalen conta.ctbreedte: FI:
B =-. r
(J
Ic
Indien de grafiek niet beschikbaar is B, schatten en ldémkracht
F = I:
bepalen:
B
z: (]
Ic
B, naderhand controleren aan de hand van de gegevens van de fabrikant en de berekening eventueel opnietiw11láken met de juisteBr; Bepalen benodig(je verticale drukkracht op grondplaat:
Fg
=
r, * LJLg
Bepalen breedte grondplaat:
F
B g
=.Jal g
Verklaring: waterdrukverschil (WP-PP) hoogte droge grondlaag (TB-PP) ~ hçqgte natte grondlaag (PP-FD) HD VGw volumegewicht water volumegewichtdroge •grond VGd volumegewicht natte grond VGn veiligheidscoëfficient 'Yk kle11ldruk in rubberprofiel Uk ldemkrachtin robberprofiel Fk c()n~etbree(jte rullberprofiel Br U'g verticale korrelspanning ..opgrondplaat verticale drukkracht op grond plaat Fg breedte grondplaat Bg afstand schamier-rubberprofiel 4 afstand schamier-grondplaat Lg
a,
19
[mI] [mI] [mI] [kN/m3j [kNlm3j [kN/m3j [kN/m2] [kN/m1] [m] [kN/m2] [kN/m1] [m] [m] [m]
toelichting
4.3.3.
Berekeningsmethode
vervormingsgestuurde.ldemconstructie
Een ldemconstruetie is vervormingsgestuurdals de ldemdrukin het afdichtingsprofiel wordt veroorzaakt door hetaanbre.ngen. van.eell bepaalde, vaste indrukking van het profiel. Dezeindfukking wijzigt in de loop. van de tijd •niet waardoor als. gevolg van. relaxatie vanhet rubber de llgerndruknaYerl()()pvantij4IamafneD:J.en.Ilie~()()risb.et ll()()dzal{elijk de ~laJr~tieyallhetn:lbberinrekeningtebrengenbijilet bepalellvan de indrukking c.q, spankracht in de draadeinden.
- ---------------------r----..... "
._._._._----.".------ -----.- _." ...
.Afbeelding 8 Principe vervormingsgestnurde ldemconstructie
in den droge
Afbeelding 9 Principevervormmgsgestuurde ldemconstructie in den natte
20
Bouwdienst R. W.S. Droge Infrastructuur afdeling'l'tlooelbouw 4.3.3 _
Richtlijnen Ontwerp Folieconstrndies
Berekeningsmethode vervormingsgestuurde klemconstructie Bepalen benodigde klemdrukna relaxatie: 0l«lJ
= 111;
*
H;
*
VGw
Bepalenbenódigdeaanvangsklemdruk: 0= k(0)
(11(1)
1 - r * lotog(t)
Aanvan.gsklemkracht Fk(o) aflezen op lcracht-indrukking grafiek Van hettoe te passen rubberprofiel en bepalen contactbreedte:
_
B, ---
Fk(G) 0k(O)
Indien de grafiek niet beschikbaar is B, schatten en aanvangsklemkracht bepalen: Fk(o)
= --
s,
°k(O)
B, naderhand controleren aan de hand van de gegevens van de fabrikant en de berekening eventueel opnieuw maken met de juiste B; Bepalen spankracht: Fs
=
Fk(O)
*
LJLs
Verklaring: waterdrukverschil (WP-PP) VGw volumegewicht water ')fk veiligheidscoëfficiënt t tijd r relaxatie per 10 jaar Uk(O) klemdruk in rubberprofiel op tijdstip 0 C1k(t) klemdruk in rubberprofiel op tijdstip t Fk(l}) klemkracht in rubberprofiel op tijdstip 0 Be contactbreedte rubberprofiel Fs spankracht 4 afstand scharnier-rubberprofiel L, afstand scharnier-spanpunt
Hw
21
[m']
[kN/m3] [minuten] [kN/m2j [kN/m2j [kN/ml] [m]
[kN/ml] [m] [m]
4.4.
Uit te voeren berekeningen Voor het maken van stabiliteitsberekeningent.b.v ..folieconstructies zijn·diverse rekenmethoden beschikbaar. Welke rekenmethode wordt toegepast is afhankelijk van het te berekenen constructieonderëeel. Voor hefberekenen van de stabiliteit Va.flta.lqdsKuIUlenwordent<>eg~past: metllQdeBishop voor cirkelvormige glijvlakken; programma MSTAB voor niet-cirkelvormige glijvlakken (b.v. t.g.v.slappe lagen of glijvlak:t.p.v. folie). Een stabiliteitsanalyse van de gehele folieconstructie kan worden uitgevoerd met een
E.E.M:.-prógramma.'b.v.PLAXiSOfPLUTO.··
22
..
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling ..• ':l1mnelbouw 4.4.
Richtlijnen Ontwerp Folieconstructies
Uit te voeren berekeningen 4.4.1.
Voorontwerp T.b. v. het voorontwerp dient minimaal voor elke bouwfase en de eindsituatie. een evenwichtsberekenÏng· te worden uitgevoerd.
4.4.2.
Ontwerp en bestek T.b.v. het ontwerp en bestek dienen de volgende berekeningen te worden uitgevoerd: Foliecó11Struc'tieinden droge,bouwfase: evenwichtsberekening; ..stabiliteit talud van de ontgraving t.b. v.aanbrengen folie bepalen; stabiliteit ··van·•• het··Ooventalud••bepaleD. ··Hiêrbij••·()Ok··.het ••• glijvlak t.p, v. de folie beschouwen. FolieconstruetieÎll den natte, elke bouwfase: evenwichtsberekening; stabiliteit·talud van de ontgraving t. b. v. aanbrengen folie bepalen; stabiliteit··vannetsproeitaludin den natte bepalen; stabiliteit van het boventalud in den droge bepalen; FöliecÓ11Structie,eindsituatie:· evenwichtsberekening; stabilitêifvàri· hêtbóveD.ta.ludmet taludbeldêding(en)bepale11. Deze berekeningen worden aangevuld met een. algehele stabiliteitsanalyse, met daarin meegenomen allebouwfasen en eindsituatie, bodemlagen, waterspanaingenete ..
23
5.
DRAINAGE EN HEMELWATERAFVOER
5.2.
Hemelwaterafvoer Voor het •berekenen .van de capaciteit. van het. hemelwaterafvoersysteem. .en aanvullende informatie wordt verwezen naar "Handleiding Wegenbouw, Ontwerp Hemelwaterafvoer" van Dienst Weg- en Waterbouwkunde.
5.3.
Waterberging Omdat bij toeritten en verdiepte wegen,. uitg<:voerdalsfQliecoDStructie,·de afvoer van hethr1l1elwater niet vrij kan plaatsvindenis~llwaterberging nodig. Vanuit de berging'!9rdthetwaterafgepompt.Debergingscapaciteit is afhankelijk van de hoeveemeiqpinnenkomendwaterpertijdseenheidendepompcapaciteit t.b. v. de afvoer van het water. De hoev~lheid binnenstromend ·waterwordtbepaaldqoorde duur en intensiteit van de regenbui en wordt m.b.v. de kmmrne van Ilraakvastgesteld. De pompcapaciteitwordtinoverleg vastgesteld.
metdeafdelingNIE
Tabel v()()rde bepaling van de bergingscapaciteitt.b.v. de taluds/afstromend water is hierin verdisconteerd. ..
naar dékelder· afstromend verhard ()ppervlak in m2
,
..
"
....
,
.
,
..
1lÛ1ÛIDum
indeB()uwdienst
RWS
hetv()C)l'()ntwerp. Het van
,'.
netto berging in
m3
10.000 15.000 20.000
800
25.000
1000
Voor deberekeningsmethoden wordt verwezen naar "Handleiding Wegenbouw, Ontwerp Hemelwaterafvoer" van Dienst Weg- en Waterbouwkunde. In bepaalde gevallen kan ook gebruik worden gemaakt van de bergingscapaciteit in de folieconstmctie. Bij de bepaling van het polderpeil dient hiermee dan rekening te worden gehouden.
24
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling.'l)lnnelbouw
Richtlijnen Ontwerp Folieconstrueties
5.
DRAINAGE EN HEMELWATERAFVOER
5.1.
Draiuag~ysteem In midden~en zijbermen wordt over de gehele lengte van de folieconstructie een ribbeldraillbuis
5.2.
Hemelwaterafvoer Voor de berekening van de afvoercapaciteit van het afvoerstelsel dient te worden uitgegaan van: berekeningsintensiteit neerslag 167 Ij ~.ha; afvl()Ciingscoêfficiëntwegdek en overige verharde oppervlakken: 1,0; afvloeiingscoêfficiënt grasbegroeide bermen en taluds: 0,1; Vertraging van de afstroming in de riolering en instromend lekwater t.g.v, lekkages. in de riolering mogen worden verwaarloosd. Behalve de uitkomsten van de berekeningen dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden: diameter van de rioleringsbuizen minimaal 250 mm; h.o.h. afstand van de straatkolken maximaal 40 m.
5.3.
Waterberging Voor de berekening van de capaciteit van de waterberging moet worden uitgegaan van een maximale regenbui met een overschrijdingskans van 1 maal in de 250 jaar (T = 250jaar) volgens de kromme van Braak. In de voorontwerpfase mag voor de bepaling van de bergiagscapaciteit worden uitgegaan van een waarde uit de in de toelichting opgenomen tabel.
25
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling'1llnnelbouw 6.
Richtlijnen Ontwerp Fotieconstrueties
KRITIEKE ONDERDELEN Aan de Jttitieke onderdelen van de folieconstructie dient extra aandacht te worden gesch0nkeJlin de ontwerp- en unvoeringsfasèa; Dit houdt o.m. in dat deze construçtie~onderdelen moeten worden opgenomen in de interne kwaliteitsbewaking en toetsing. De kritieke onderdelen van een folieconstructie zijn: a.
volumegewicht (nat en droog) van deaanvulgrond;
b, y(ll'Îatiein de hoogte van de grond op de folie;
c. varia.tieingrondwaterstand· buiten·de. folieconstructie; d. variatie in polderpeil binnen de. folieconstructie; e. varlatieindiepteligging van de folie; f. sC1ladelijirevoorwerpen op de bodem .en de taluds van het cunet; g. sçhadelijke voorwerpenindeaanvulgrond; h. slibinsluitingenonder .de folie bij •afzinken; j .gijsvonnilig onder de folie na .afzinken; k. Welkwijze bijaanvullen; 1. slibophopmgen insluiting op de folie bij nat aanvullen; m. ontgravingen t.b. v. aanleg van de drainage en riolering; n, taludhellingen. ad a. time.: De aanvulgrond functioneert als ballast op de folie en verzorgt het vertikaal evenwicht van·de Jolieconstructie. Het gewicht van de grond op de folie moet groter zijn dan de waterdruk onder de folie-.Bijeen te laag ballastgewicht zal de folie opbarsten. Het vertikaal evenwicht is afhankelijk van de laagdikte en het volumegewicht van.de aanvulgrond, de grondwaterstand, het polderpeil en .de diePteli~gin.gvan de folie. Afwijkingen in ongunstige zin kunnen afzonderlijk of in combina.tiehet. evenwicht verstoren. Tijdens de uitvoering dient men bedacht te zijn op (tij~lijke) afwijkingen van de genoemde parameters. Met name bij graafwel"kzaaniliedenbinnen de folieconstruetie kunnen ongunstige situaties optreden. Het·volumegewicht van de aanvulgrond dient tijdens het ontwerp zo nauwkeurig mogelijk te worden ingeschat en tijdens de uitVoering te worden gecontroleerd in het werk. Indien het volumegewicht te laag is dient het dOOImiddel van verdichting te worden verhoogd.
27
Bouwdienst R.W. S. Droge Infrastructuur afdeling1'Unnelbouw
Richtlijnen Ontwerp Folieconstruetles
ad f. eng.: Scherpevóorwerpen, zoals puntige stenen, boomstronken en -takken die in aanraking komen met de folie kunnen beschadigingen aan de folie veroorzaken. Tijdensd~uitvoering moet de bodem van het cunet vóór het aanbrengen van de folie worden geïnspecteerd op de aanwezigheid van dergelijke voorwerpen. Na aanbrengen van de folie moet worden aangevuld met schone grond, vrij van genoe~ ••• voorwerpen. Bij aanleg in den natte moet tevens aandacht worden geschonken aan het vóórkomen van overboord vallen van bouwmaterialen en bouwmaterieel. ad h.: Bij ontgraving in den natte is, afhankelijk van de bodemsamenstelling, kans op het vrijkomen.van slib. Het aanvankelijk in het water zwevende slib zal zich na enige tijdafzettefi op de bodem. Deze sliblaag, in samenstelling varierend van "dik water" tot slappe/klei, vormt een uiterst onstabiele laag onder de folie. Bij het aanvullen op de folielólnnen slibophopingen worden gevormd en wordt slib tegen de taluds opgeperst'Sliblagen op het talud kunnen afglijdingen van de aangebrachte grond veroorz~n waarbij de folie wordt meegesleurd. Uiteindelijk zal de folie hierdoor scheuren. ad j.: Bij de aanwezigheid van veenlagen is gasvorming onder de folie mogelijk. Bij aanvullen van grond op de folie kunnen onverantwoord grote ophopingen van gasbellen ontstaan doordat het gas onder de folie wordt voortgestuwd door het aanvulfront. Gas onder de folie moet worden verwijderd door het maken van ontluchtingsopeningen ter plaatse van de ophoping.
ad k.: Bij een onjuiste werkwijze bij aanvullen kan afglijden van aanvulgrond op de folietaluds optreden. Aanvullen op de taluds dient van onder naar boven te worden uitgevoerd waarbij ervoor wordt gezorgd dat het vlakke gedeelte van de aanvulling hoger ligtdan de teen van het aanvultalud ter plaatse van de folie. Met name bij aanvullen in den natte op het vlakke gedeelte van de folieconstructie dient enige afstand te worden bewaard van het folietaludin verband met de onnauwkeurigheid in de positionering van de injector. Te hoge fujectiecapaciteit kan leiden tot opstuwing van aanvulgrond op het folietalud.
Afbeelding 10 Methode aanvullen folieconstructie
29
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling••• 1'unnelbouw
Richtlijnen Ontwerp Folieconstructies
ad 1.:
Als de .~vulgrond teveel slib bevat kan bij het aanvullen van grond in den natte zweefslip/in •het water ontstaan. Na enige tijd zet dit slib zich af op de bodem en verz~ltzich op het diepste punt van de folieconstructie. Omdat in lagen wordt aangevuld zal het slib ook in lagen worden afgezet. Deze sliblagen kunnen de consolititie van de aangevulde grond aanzienlijk vertragen doordat ingesloten water niet we~n waardoor een zeer losse pakking Van het zand ontstaat. Dit leidt tot een (aanvanlcqlijk)te laag volumegewicht en (ongelijke) zettingen in de wegverharding ruim nàtitde folieconstructie is afgebouwd. adm.: Ontgravjingen.binnen de folieconstructiekunnen instabiliteit en opbarsten van de folieco~tie veroorzaken, metname.in de ondiepe gedeelten omdat daarde verhoudil1gdiepte:ontgraving klein is. Diepe ontgravingen of over een grote lengte c.q .:o~rylak dienen te worden vermeden. Zonodigaanvullende stabilitei~Perekeningen maken, bij voorkeur met een E.E.M. -programma zoals Plaxis.•Zieook.atbeelding 11. ad n.: De in deze richtlijnen geadviseerde taludhellingen zijn gebaseerd op huidige ervaringen'. Plaatselijke omstandigheden kunnen tot andere hellingen leiden. Bedenk dat biJeen drooggelegde folieconstruetie de korrelspanningen onder de folie gering zijn. De globale taludstabiliteit wordt voornamelijk verkregen door de stempeIW~I'kingvan het vlakke gedeelte van de aanvulling op de folie. VERZWAKKING
~--;---~ GUM.AK
Afbeelding 11 Stabiliteit folieconstructie
31
ToP.V. FOLIE
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
RICHTLIJNEN UITVOERING FOLIECONSTRUCTIES
datum: document: status: opsteller:
15 maart 1995 WFC-94-003 definitief J .H. Bijkerk
werkgroep Folieconstructies
INHOUDSOPGAVE 1.
ALGEMEEN...
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
1
2.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN FOUEMATERIAAL . . . . .. 2.1. Algemeen.................................... 2.2. Eisen foliemateriaal 2.3. Keuringsmethodieken foliemateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
3 3 5 15
3.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN LASNADEN . . . . . . . . . .. 3.1. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 3.2. Eisen lasnaden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 3.3. Keuringsmethodieken lasnaden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
25 25 27 29
4.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN GRONDSLAG ONDER DE FOLIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 4.1. Eisen grondslag onder de folie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 4.2. Keuringsmethodieken grondslag onder de folie . . . . . . . . . . . ..
33 33 37
5.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN FOUELEGGEN . . . . . . . .. 5.1. Folie in den natte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 5.2. Folie in den droge
39 39 39
6.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN AANVULGROND 6.1. In den natte 6.2. In den droge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 6.3. Draineerzand 6.4. Zand voor zandbed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
41 41 41 41 41
7.
KRITIEKE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
43
Bijlage A, Toegepaste normen en keuringsmethoden . . . . . . . . . . . . . . . ..
49
Bouwdiell$t R. W.S. Droge Infrastructuur afdeling1lpmelbouw
1.
Richtlijnen Uitvoering
Folieconstl"uCties
ALGEMEEN Onderligg~J1ddocument is vervaardigd in het kader van de werkgroep "Folie.. cOIlS~~s" -:en is bestemd voor projectleiders, .uitvoeringsleid~rs, hoofden dagelijks toe;zicht.~~~ichthouderse~aanneillers. ··Voorzovervanbelangbjjhetontwerp kutmen()(jk ontwerpers enconstrocteur;.staticihiervan gebruik:lIl3ken.Tevens kan in de betreffende bestekken naar dit document worden verwezen.
1
2.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN FOLIEMATERIAAL
2.1.
Algemee~ 2.1.1.
i9ken tijdensweJ:'1çz;:l~n open a.andefolieis verboden.~treden Van .··q~fo1iealleen.opgymsAboen.en.Destandzekerheidvandefolie· ()nd,eralle ()lllStandighede:ll .•• waa.rlJorge:ll; ;Nietafgedekte folie niet betreden bij een temperatuur lager dan 5 graden €elsius.
2.1.5.
Bij voorkeur folieconstructies aan één zijde met een overlengte maken van minimaal 0,60 m ten behoeve van het nemen van monsters.
2
BouwdienstR, W .S. Droge Infntstrucmur afdeling Tunnelbouw
Richtlijnen Uitvoering Foliecon$lructies
2.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN
2.1.
Algemeen
FOLIEMATERIAAL
2.1.1.
Maatregelen nemen en zorgdragen om schade aan het foliemateriaal te voorkomen.
2.1.2.
Van de toe te passen folie dient een Attest Toxicologische Aspecten (ATA) van de Commissie Gezondheidsaspecten ChemicaUen en Materialen llrinkwatervoorziening (C.G.C.M.D.) te worden overgelegd. Hiervoor
2.1.3.
Het volgende aantal monsters dienen te worden beproefd: a. zes •foliemonsters voordat tot opdracht aan de fabrikant wordt overgegaan; b. per 250 m. baanlengte één monster van de voor de levering bestemde folie.
2.1.4.
De in art. 2.1.3. genoemde monsters moeten tenminste 16 uur oud zijn en de afmetingen dienen 600 * 600 mm te bedragen.
2.1.5.
Beschadigingen,
2.1.6.
De in art. 2.1.3. vermelde monsters beproeven bij KIWA N.V. en TNO.
2.1.7.
Op de folie duidelijke merken duurzaam aanbrengen, waaronder in ieder geval het KIWA-ATA nummer, het cbargenummer en de productiedatum.
ontstaan door het uitsnijden van de monsters, herstellen.
3
Bouwdienst R.W. S. Droge lnÏrllstmctuur afdeling'IJ;funelbouw
2.2.
Richtlijnen Uitvoering Foliocousttucûes
Eisen follemateriaal 2.2.1.
Algemeen
2.2.1.1. Afmetingen folie
l)e. dikte van de folie bepalen overeenkomstig de beproeving in art. 2.3.1.1.. De toelaatbare afwijking in dikte is -0 % en + 5 % bij elke
individuele meting. l)e breedte van de foliebaan dient minimaal 2.00 meter te bedragen. 2.2.1.2. Waterdichtheid »eföliedientdicht
te zijn bij de beproeving volgens art. 2.3; 1.2 ..
2.2.1.3. Doorslagsterkte Na dè. beproeving op doorslagsterkte volgens art.· 2.3.1. 3. dient de folîe dicht te zijn. 2.2.1.4.'W'eerstandtegen
vouwen
Na de beproeving op de weerstand tegen vouwen volgens art. 2.3.1.4. mag de folie geen beschadigingen vertonen.
5
2.2.2.3. Biaxiale rek Deze eis.is nog .onderwerp van discussie en dient. te worden beschouwd als een voorlopige eis. 2.2.2.4. Doorscheurweerstand De doorscheurweerstand is de kracht die nodig is om een proefstuk met vooraf aangebrachte insnijding verder te laten scheuren t.p.v.deinsnijdin.g. 2.2.2.5. Thermische stabiliteit De thermische stabiliteit is een kwalitatieve maat voor de stabiliteit van de chemische samenstelling. Eén van de methoden om dit te meten is het bepalen van het tijdstip waarbij onder invloed van warmte een onomkeerbare chemische verandering in het proefmateriaal is opgetreden. Bij PVC gaat dit gepaard met de afgifte van zoutzuur (Hel) en veroorzaakt een toename van de zuurgraad (Ph-waarde) in het omringende medium (dragergas). De tijdsduur die nodig is om een bepaalde verandering te bereiken wordt de stabiliteitstijd genoemd.
6
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling 1'pnnelbouw 2.2.2.
Richtlijnen Uitvoering Fotiecoustructies
Aanvullende eisen PVC-folie
2.2.2.1. Treksterkte De treksterkte bepalen overeenkomstig de beproeving in art. 2.3.2.1.. De gemiddelde eenzijdige treksterkte dient in beide richtingen minimaal 18 NÎmm2 te bedragen. Geen enkele meting mag lager zijn dan 15 N/mm2• 2.2.2.2. Rek bij breuk De rek bij breuk, bepaald volgens de beproeving in art. 2.3.2.2., dient per inonsterminimaal3oo % te bedragen. 2.2.2.3. Biaxiale rek Beproeven volgens art. 2.3.2.3. Bij de eerste atbuiging van het spanaingsr~kdiagram moet de biaxiale rek ten minste 10% bedragen bij een kracht van400N. 2.2.2.4. Doorscheurweerstand pe doorscheurweerstand, bepaald volgens de beproeving in art. 2.3.2.4., dient minimaal 100 N per mm dikte te bedragen. Geen enkele waarneming mag lager zijn dan 85 % van het gemeten gemiddelde. 2.2.2.5. Thermische stabiliteit De stabiliteitstijd, bepaald volgens de beproeving in art. 2.3.2.5., moet bij het bereiken van een pH-waarde van 3,9 tenminste 20 minuten bedragen. 2.2.2.6.Weekmakervedies
Het weekmak:erverlies mag na de .bepr()eving volgens art. 2..3.2.6 ..met ineel'bed.ra.gendan.l ...%'
7
2.2.3.3. Biaxiale rek Deze eis is oog onderwerp van discussie en dient te worden beschouwd als een voorlopige eis.
2.2.3.5. Thermische stabiliteit De thermische stabiliteit is een kwalitatieve maat voor de stabiliteit van de chemischesamenstelling.··EértVáhderl1ethOdënömditte· bëpalen is het meten van de oxidatieve inductietijd met een versnëldethe:rtnische verouderingsproef.
8
Rouwdienst R. W. S. Droge Infrastructuur afdeling•.Tunnelbouw 2.2.3.
Richtlijnen Uitvoering Folieconstmcties
Aanvullende eisen HDPE-folie
2.2.3.1. Vloeispanning De gemiddelde vloeispanning, bepaald overeenkomstig de beproeving in art. 2.3.3.1., moet in beide richtingen minimaal 18 N1IllIli bedragen. Geen enkele meting mag lager zijn dan 16 N/mm2. Tevens dient de gemiddelde vloeispanning te voldoen aan de door de fabrikant opgegeven waarde met een toelaatbare negatieve afwijking van 10%. 2.2.3.2. Rek bij breuk De gemiddelde rek bij breuk, bepaald volgens de beproeving in art. 2.3.3.1., dient minimaal 500% te bedragen. Geen enkele waarneming mag lager zijn dan 400%. 2.2.3.3. Biaxiale rek Beproeven volgens art. 2.3.3.2. Bij de eerste atbuigingva.nhet spanningsrekdiagram moet de biaxiale rek tenminste 10% bedragen bijeen kracht van 400 N. 2.2.3.4. Doorscheurweerstand De doorscheurweerstand, bepaald overeenkomstig de beproeving in art. 2.3.3.3., dient in beide richtingen van de folie minimaal 130 N per mm dikte te bedragen. 2.2.3.5. Thermische stabiliteit De oxydatieve inductietijd, bepaald volgens de beproeving in art. 2.3.2.4., moet meer dan 20 minuten bedragen. 2.2.3.6. Trekslagsterkte Voor folie met een dikte ~ 1,5 mm dient de trekslagsterkte, bepaald yqlge1lSde1>eProeyillg Îll~.2.3.3. 5.,in beide richtingen van de folie tnirlimaaI35()ld/11ftçb~ag~A. Tev~IlS.·.di~nt ••. gelnidd~lde••treksIagsterkte.··te•\lold~n· •. .•aan..• de. opgave van de fabrikant met een toelaatbare negatieve afwijking van .10%•.
*...
2.2.3.7. Gevoeligheid voor spanningscorrosie De folie mag na een beproeving gedurende 1000 uur niet gevoelig zijn voor spanniagscorrosie. De beproeving uitvoeren overeenkomstig art. 2.3.3.6 .. 9
2.2.4.3. Biaxiale rek
J:)ezeeis is nog onderwerp van discussie en dient te worden beschouwd als .... ~n voorlopige eis.
2.2.4.5. Thermische stabiliteit
netbenniSQhestabiliteit is een kwalitatieveIllWlfvoordesta0iliteit van de 5~eIlli~he ..sam.enstel1ing.·Eéllvan
10
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling••• 'funnelbouw
2.2.4.
Richtlijnen Uitvoering Folieconstructïes
Aanvullende eisen LDPE-folie
2.2.4.1. Treksterkte en vloeispanning De treksterkte bepalen overeenkomstig de beproeving in art. 2.3.4.1.. De gemiddelde eenzijdige treksterkte bij breuk dient in beide richtingen 1llinimaal18 N/mm2 te bedragen. Geen enkele meting mag lager zijn dan 15 Nlmm2• 'freedtbij de beproeving een vloeipunt op dan dient de gemiddelde vloeispanning,.bepaald overeenkomstig de beproeving in art. 2.3.3.1., in bêide richtingen minimaal 18 Nlmm2 te bedragen. Geen enkele meting mag la.gerzijndan 16 NIIllni. Tevens dient de gemiddelde vloeispanning te voldoen aan de door de fabrikant opgegeven waarde met een toelaatbare negatieve afwijking
van 10%. 2.2.4.2. Rek bij breuk De gemiddelde rek bij breuk, bepaald volgens de beproeving in art. 2.3.4.1., moet tenminste 500% bedragen. Geen enkel resultaat mag lager zijn dan ·400%. 2.2.4.3 . Biaxiale rek Beproeven volgens art 2.3.4.2 .. Bij de eerste afbuiging van het spanningsrekdiagram moet de biaxiale rek ten minste 10% bedragen bij een kracht van 400 N. 2.2.4.4. Doorscheurweerstand De doorscheurweerstand, bepaald overeenkomstig de beproeving in art. 2.3.4.3., dient in beide richtingen van de folie minimaal 130 N per mm dikte te bedragen. Geen enkel resultaat mag lager zijn dan 85% van het gemeten gemiddelde. 2.2.4.5. Thermische stabiliteit De oxydatieve inductietijd, bepaald volgens de beproeving in art. 2.3.4.4., moet meer dan 20 minuten bedragen.
n
Bouwdienst R.W.S. Droge.lnfrastmctuur afdeling'Il:umelbouw
Richtlijnen Uitvoering Folieconstructies
2.2.4.6. Trekslagsterkte Voor folie met een dikte ~ 1,5 mm dient de trekslagsterkte, bepaald y()lgens de beproeving in art. 2.3.4.5., in beide richtingen van de folie lllinîmaal500 kJ/m2 te bedragen. Tevens dient de gemiddelde trekslagsterkte te voldoen aan de opgave van de fabrikant met een toelaatbare negatieve afwijking van 10%. 2.2.4.7. Gevoeligheid voor spanningscorrosie De folie mag na een beproeving gedurende 1000 uur niet gevoelig zijn voor spanningscorrosie. De beproeving uitvoeren overeenkomstig art. 2.3.4.6. 2.2.4.8. Lengteverandering De lengteverandering, bepaald overeenkomstig art. 2.3.4.7., mag niet meer bedragen dan 2 %. Na deze bepaling moet de folie vrij zijn van scheuren en blazen.
13
Bouwdienst R.W.S. Droge Inft'astructuur afdeling'runnelbouw 2.3.
Keuringsmethodieken
2.3.1.
Richtlijnen Uitvoering Folieconstrueties foliemateriaal
Algemeen Indien niet anders is vastgelegd dienen de beproevingen te worden uitgevoerd bij 23 ± 2 graden Celsius na een conditionering van de monsters gedurende tenminste 16 uren in dezelfde ruimte.
2.3.1.1. Bepaling afmetingen De dikte bepalen overeenkomstig NEN 3056, artikel 7.2 .. In afwijking met NjEN 3056 dienen de metingen te worden verricht over de gehele fo1iehreedte op onderlinge afstanden van 0,15 m, Qe breedte van de folie bepalen volgens ISO 4592.
2.3.1. 2. Bepaling waterdichtheid Beproeving dient te geschieden volgens DIN 16726, artikel 5.11, met een waterdruk van 0,6 MPa gedurende 72 uur.
2.3.1.3. Bepaling doorslagsterkte Beproeving dient te geschieden volgens DIN 16726, artikel 5.12, met een valgewicht van 500 gram en een valhoogte volgens onderstaande tabel: valhoogte inmm dikte
LDPE
PVC
aDPE
0,5
100
300
0,8
200
1,0
300
750
200
1,2
500
900
300
1,5
700
1200
2,0
1000
1500
150 175
2.3.1.4. Bepaling weerstand tegen vouwen De weerstand tegen vouwen in beide richtingen beproeven overeenkomstig DIN 53361 bij een temperatuur van -20 graden Celsius.
15
Bouwdienst R.W. S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw 2.3.2.
Richtlijnen Uitvoering Folieconstmcties
Aanvullende bepalingen PVC-folie
2.3.2.1. Bepaling treksterkte De treksterkte bepalen volgens NEN 3056 2.3.2.2. Bepaling rek bij breuk De rek bij breuk bepalen volgens NEN 3056. De beproeving uitvoeren met een treksnellieid van 500 mmlminuut, een proefstukbreedte van 25 mm en een inspanlengte van 100 mmo De rek dient te worden gemeten tussen merkstrepen met een onderlinge afstand van 50 mmo 2.3.2.3. Bepaling biaxiale rek De biaxiale rek bepalen volgens DIN 54307. 2.3 .2.4. Bepaling doorscheurweerstand De doorscheurweerstand dient te worden bepaald volgens DIN 53363. 2.3.2.5. Bepaling thermische stabiliteit De thermische stabiliteit dient te worden beproefd overeenkomstig het gestelde in DIN 53381, Teil 1 onder de volgende condities: a. beproeven volgens methode C; b. stikstof als dragergas. c. bij een temperatuur van 200 graden Celsius; d. massa monster 1000 rog ± 50 mg. 2.3.2.6. Bepaling weekmakerverlies Het weekmakerverlies moet worden bepaald overeenkomstig ISO 176, methode B (actieve kool).
17
Bouwdienst R.W.S. Droge Infra.structuur afdeling••• ':rtlnnelbouw 2.3.3.
Richtlijnen Uitvoering Folieconstructies
AJanvuUendebepalingen HDPE-folie
2.3.3.1. Qepaling vloeispanning en rek bij breuk r>e beproevingen uitvoeren volgens NEN 3056 met een treksnelheid van I()O. mmlminuut. De vorm van de proefstukken moet voldoen aan ISO 527, editie 1993, type I. 2.3.3.2. Bepaling biaxiale rek ])e biaxiale rek bepalen volgens DIN 54307. 2.3.3. 3. Bepaling doorscheurweerstand ])e doorscheurweerstand bepalen volgens NEN 3056. De beproeving Uitvoeren met een treksnellieid van 100 mmlminuut. 2.3.3.4 . Bepaling .thermische stabiliteit :Oemethode is gebaseerd Op.ASTM-D 3895. Het.cirkelvormige proefstuk lleeft eenmiddenijn van 4 mm met een dikte tussen O,S en 1,5 mmo De cel ya.nhetapparaat waarin·de proef wordt uitgevoerd eerst .gedurende 10 pfu1uten.doorspoelen met zuurstof (ca. 25 mI/minuut) .•·Terwijl de +Uurstofstroom·voortduurt de cel snel (binnen 3 minuten) opwarmen tot een tempera.tuur van 200gra.den Celsius. De tijd die verstrijkt tot het optreden vaneen exotherme piek van tenminste 2 mW per milligram monster is de oxidatieve inductietijd. 2.3.3.5 . Bepaling treksla.gsterkte De sterkte bepalen volgens DIN 53448 bij een temperatuur van 23 graden Celsius. met een hamer.met een energie-inhoud van 50 Joule. De vorm van het proefstuk moet voldoen aan ISO 527, editie 1993, type 1. 2.3.3.6. Bepa.linggevoeligheid voor spanningscorrosie De gevoeligheid voor spauningscorrosie bepalen volgens ASTM DI693-70, conditie B. De beproeving uitvoerenaau· proefstukken welke zijn genomen uit proefplaten van de.door de norm voorgeschreven dikte. De.proefplaten vervaardigen uit het zelfde granulaat van de voor levering bestemde folie. De kerfdiepte moet voldoen aan a :;::;0,2 x d waarin: a :;::;kerfdiepte in mm; d = dikte proefstuk (afgerond op 0,1 mm). De kwaliteitsbeproeving uitvoeren in .een oplossing van 10 % Igepal CO630 met een temperatuur van 50 graden Celsius.
19
Bouwdienst KW.S. Droge Infrastructuur afdellng'l1lnnelbouw
2.3.4.
.Aanvullende bepalingen
2.3.4.1.
~paling
vloeispanning,
Richtlijnen
Uitvoering
Folieconstmcties
LDPE-folie treksterkte en rek bij breuk
J:)e beproevingen in 5-voud uitvoeren volgens ISO 527 bij een temperatuur Van 23 graden Celsius, met een treksneJ.heid van 100 Inmlmilluut voor fQnetypen met minder dan 1,5 % tlexibilisator en 500 ntml milium voor fqlietypen met tenminste 1,5 % tlexibilisator. De vorm van de proefstukken libben afmetingen als volgt:
vloeigrens
ISO 527, halter type 1
y,nder vloeigrens, foliedikte < = 1,5 mm
proefstrook 25*200 mm
zonder vloeigrens, foliedikte > 1,5 mm
ISO 527, halter type 2
2.3.4.2.
bepalen volgens DIN 53363.
2.3.4.4 . Bepaling thermische stabiliteit De thermische stabiliteit bepalen volgens ASTM-D3895. Het cirkelvormige proefstuk heeft een middellijn van 4 mm met een dikte tussen 0,5 en 1,5 mmo De cel van het apparaat waarin de proef wordt uitgevoerd eerst gedurende 10 minuten doorspoelen met zuurstof (ca. 25 mJ./minuut). Terwijl de zuurstofstroom voortduurt de cel snel· (binnen 3 minuten) opwarmen tot een temperatuur van 210 graden Celsius. 2.3.4.5.
~aling
trekslagsterkte
De trekslagsterkte bepalen volgens DIN 53448 bij een temperatuur van 23 graden Celsius met een hamer meteen energie-inhoud van 50 Joule. De vorm van het proefstuk moet voldoen aan ISO 527, editie 1993, type 1.
21
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling.Tijnnelbouw
Richtlijnen Urtvoering Folieconsttucties
2.3.4.6. Bepaling gevoeligheid voor spanningscorrosie I>e gevoeligheid voor spanningscorrosie bepalen volgens ASTM D1693-70, c9nditie.B. De beproeving uitvoeren aan proefstukken welke zijn genomen u.it proefplaten van de door de norm voorgeschreven dikte. De proefplaten vervaardigen uit het zelfde granulaat van de voor levering bestemde folie. De kerfdiepte moet voldoen aan a = 0,2 x d waarin: a = kerfdiepte in mm; d = dikte proefstuk (afgerond op 0,1 mm). Jj)ekwaliteitsbeproeving uitvoeren in een oplossing van 10 % Igepal CO(i30 met een temperatuur van 50 graden Celsius. 2.3.4.7. Bepaling lengteverandering De lengteverandering bepalenvolgelW DIN 16726, artikel $; 13.1,.bij een temperatuur van 100 graden Celsius gedurende 6 uur.
23
toeJicbtkll
3.1.4.
Zonodig het lassen of kitten onder een tent uitvoeren. Daarbuiten het gebied van de te maken las ·tegenzonlichtbeschennen.
3.1.7.
Roken tijdens werkzaamheden op en aan de folie is verboden. De standzekerheid van de folie onder alle omstandigheden waarborgen. Folies leggen bij temperaturen boven 5 graden Celsius en bij windkracht 4 of lager op de schaal van Beaufort.
24
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
Richtlijnen Uitvoering Folieconstructies
3.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN
3.1.
Algemeen
LASNADEN
3.1.1.
Vooraf door middel van proeflassen aantonen dat lassen kunnen worden gemaakt die voldoen aan de gestelde eisen in paragraaf 3.2 ..
3.1.2.
Te lassen oppervlakken in den droge dienen schoon en droog te zijn.
3.1.3.
Vlakken van andersoortige constructies waartegen de folie wordt gelast moeten schoon, droog, olie- en vetvrij zijn.
3.1.4.
Folie en lasgebieden beschermen tegen UV-straling en wind en regen.
3.1.5.
Alleen lassen bij een temperatuur van de folie tussen de 5 en 35 graden Celsius.
3.1.6.
Kruislassen zijn niet toegestaan.
3.1.7.
De minimale lasbreedte bedraagt voor: a. hoogfrequentlas 10 mm; b. heizkeilmethode 15 mm; c. overige lasmethoden 20 mmo
3.1.8.
Doorlatendheid De lassen dienen dicht te zijn, bepaald volgens één van de proeven genoemd in art. 3.3.1.1.
25
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling1'unnelbouw 3.2.
Richtlijnen Uitvoering Folieconstructies
Eisen lasnaden 3.2.1.
Lassen in PVC-folie
3.2.1.1. Treksterkte De gemiddelde treksterkte bij breuk, bepaald overeenkomstig de beproeving in art. 3.3.2.1. en gemeten loodrecht op de lasrichting vaneen overlappingslas, moet per monster tenminste 13,5 N/mm2 bedragen. Geen enkel resultaat mag lager zijn dan 90 % van de gemeten gemiddelde treksterkte van-de lassen. 3.2.1.2. Jtfjpetkrachi De afpelkracht van elk proefstuk, bepaald volgens de beproeving in art. 3.3.2.2., moet tenminste 6.0 N/mm1 bedragen. De hechting moet over tenminste 80 % van de lasbreedte hebben plaatsgevonden. 3.2.2.
Lassen in BDPE-folie
3.2.2.1. Treksterkte De gemiddelde trekkracht bij vloei, bepaald overeenkomstig de beproeving in art. 3.3.3.1. en gemeten loodrecht op de lasrichting van een overlappingslas, moet per monster tenminste 75 % van de vereiste minimale trekkracht bij vloei van de folie bedragen. Geen enkel meetresultaat mag lager zijn dan 13,5 N/llllD.2. De proefstukken moeten breken na het tweede vloeipunt en mogen niet breken ter plaatse van·het la.svlak. 3.2.2.2. Trekslagsterkte l)e~kslag$tetktevanhet la.svlaJ(c:ijentminimaal 250kJ/m2te· bedragen. De beproeving uitvoeren overeenkomstig art. 3.3.3.2 .. De breuk mag niet in het lasvlak optreden en mag niet bros van aard zijn.
3.2.3.
LàsSeriin LDPE-fo1ie
3.2.2.1. Treksterkte De gemiddelde treksterkte bij breuk, bepaald volgens art. 3.3.4.1. en gemeten loodrecht op de lasrichting van een overlappingslas, moet tenminste 18 N/1l1llt bedragen. Geen enkel meetresultaat mag lager zijn dan 16 N1llllD.2.
27
I~
>-100mm
Afbeelding 1 Afmetingen proefstuk t.b.v. afpelproef
28
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling .'Funnelbouw
3.3.
Richtlijnen Uitvoering Folieconstrueties
Keuringsmethodieken lasnaden 3.3.1.
Algemeen
3.3.1.1. Bepaling waterdichtheid De waterdichtheid dient te worden aangetoond door middel van één van de volgende methoden: afvonken. waarbij tijdens het lassen een koperdraad in de las is aangebracht; lassen dubbel uitvoeren en het ontstane luchtkanaal tussen de lassen afpersen. Voor beproeven van reparaties dient een vacuumklok te worden toegepast.
3.3.2.
PVC-folie
3.3.2.1. Bepaling treksterkte
De treksterkte bepalen volgens NEN 3056. De proefstukken dienen de volgende afmetingen te hebben: - lengte 200 + X mm; - breedte 50 mm; - inspanlengte 100 + X mmo Hierbij is X de breedte van de overlap die bij de proefstukken moet worden opgegeven. De beproevingssnelheid bedraagt 500 mm/minuut. 3.3.2.2. Bepaling afpelkracht De afpelkracht bepalen volgens het principe uit DIN 53357. De afpelsnelheid bedraagt 100 mm/min. Uit één monster vaneen proeflas worden 5 proefstukken gemaakt. De proefstukken hebben een breedte van 50 mm en afmetingen volgens afbeelding 1.
3.3.3.
BDPE-folie
3.3.3.1. Bepaling treksterkte De treksterkte bepalen volgens NEN 3056. De beproevingen uitvoeren met een treksnelheid van 100 mm/minuut. De vorm van de proefstukken moet voldoen aan ISO 527. editie 1993. type I.
29
Bouwdienst.R. W.S. Droge Infrastructuur afdeling1\lfiOelbouw
Richttijnen Uitvoering Folieconstructies
3.3.3. 2,~pa1il1.g trekslagsterkte I)e .trekslagsterkte bepalen volgens DIN 53448 met een hamer met een energie-inhoud van 50 Joule. De vorm van het proefstuk moetvoldoen
3.3.4. 1J1)J»~folie 3.3.4 .1. Bepaling treksterkte .11)e.·.treksterkte bepaienvolgensNEN30S6.Debeproevingenuitvoeren met ~n treksnellieid vantoo IlllllIJllinuut~l)evorm van.
31
toelichting 4.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN GRONDSLAG ONDER DE FOLIE
4.1.
Eisengrolldslag
4.1.1.
onder de folie
In den natte
4.1.1.1. Grondslag bodem Om consolidatie van slib op de bodem mogelijk te maken, zie artikel
4fl.1.4. , en bij deverwijderlngvanondefdefoUeingeslotenwaterbellen lÏ1oefWa:terku.n..n.enuittreden. en afvloeien. HiervoorislIet vsn ·belang dat de. grond onder de sliblaagvoldoendedoorlatend
is.
THEORETISCH
I MATEN. Afbeelding 2
METERS ,
Toleranties grondslag bodem
4.1.1. 2. Grondslag taluds In verband met de instabiliteit van losgestort zand op taluds dient het uitvullen van gaten te worden uitgevoerd met jute-zakken gevuld met zand.
4.1.1.4. Aanwezigheid slib Onder slib wordt Verstaan: grond met een deeltjesgrootte S; 63 mu. Met onderzoek is aangetoond dat bezonken slib op de bodem problemen oplevert bij. het aanvullen van grond op de folie en dat in het water zwevende slibdeeltjes (zwaar water) het op de bodem afzinken van de folie bemoeilijkt. Zowel de vaste sliblaagals "zwaar water" (volumegewicht> kg/~) dient te worden verwijderd, eventueel na bezinken van het zwevende slib. Het slib bij voorkeur verwijderen m.b.v. een dustpanzuiger. In het geval dat onder de folie slib aanwezig is kan bij het ballasten van de folie het slib voor het stortfront uit worden weggeperst. De kans op wegpersen. oftewel "squeezmg", is o.a. afhankelijk van de slibsterkte, de
noo
32
BouwdienstR W.S. Droge Infrastructuur afdeling'll1llnelbouw
4.
Richtlijnen Uitvoering
Folieconstructies
EISEN ENKEUlUNGSMETHO»IEKENGRONDSLAGONDERDE:FOLIE
4.1.1.
In. denpatte
Indien de ondergrond niet uit zand bestaat een grondverbeteriIlg van 0,5 m zand uitvoeren. I)eabsolute gemiddelde hoogte mag maximaal 0,10. mafwijken van de . ·······ttle0reti8ch ••verei~te.·.hO()gte .•.•• I)e ... toleraJltie••• op••4e.·lloogteligging•• Vai1 ••• de ,r()ndslag .•~g ••• maxjtDaal••<J~20•m • ••teJ);•9Pzichte•• • Yan.de..• getnid(J.eI~••• :hoogte ~dragen -.De .toegestane afWijkingenzijnmçlu-sie.fde~l1wk~gheid van de meting. 4.1.1.2 . Grondslag taluds
De absolute gemiddelde hoogte mag maximaa}<J,20mat\vij,l(ellvan de tileoretisch vereiste hoogte. De tolerantie op de hoogteligging. van de grondsl~tnag1llaximaalO,30mtenopzichtevan de gemiddelde hoogte 1:>edragen.Detoegestane afwijkingen zijn inclusief de meetnauwkeurigheid YllJ); de meting. QatenÎDl1eftalpd uitvUllen met zandzakken. 4.1.1.3. FlellmggrQndslag :ae helling'van de grondslagmág maximaal 0,30 m per m' bedragen. 4.1.1. 4.A.anwezigheid slib .,
....
'.
.'
"
...
Slib dient voor het afzinken van de folie te worden verwijdefd. Indien dit niet (volledig) mogelijk is moet de sliblaag·een bepaalde sterkte hebben om de folie te kunnen ballasten zonder gevaar voor opstuwen van de sIiblaag. De vereiste sterkte wordt verkregen door hetslillteJaten COnsoliderenbijeen verhoogde waterstand binnen de folieconstmctie met ~chtnatDe.val11he.tbep~14e.inarti1ceI5.1, 1.•.f)ebenüd.igde çQ1lS{)Ii
toeHebtbtj
ljagdikte van het slib ende heUing van het stortfront I)e slibsterktekan worden vergroot door de sliblaag te laten consolideren. Dit proceskan aanzienlijk .•worden. versneld als de cons?li(iatiespanning wordt vergroot door de waterstand binnen de folieconsttllctiel1ogerop te ~tten dan het grondwaterpeil buaende folieconstmctie. A.lswordt gekozen voor consolidatie van het slib Lp .v. volledig verwijderen zal in de praktijk. het verbogen van de waterstand··· onvermijdelijk zijn om acceptabele consolidatietijden te. verkrijgen. Op •grond van artikel 5.1.1. is een waterstandverhógmggedurellde één week al voorgeschreven. 4.1.1.5 .••Obstakels
·.·..·.•·.Ob .••...••••.••.. ... ·.••.·....•.. .•.•.•. ·.d.· .••.•...••. e.·.•.• x•..••. ....••..••••.• ·.o ..••.•. ·.·.· .•• b.•·•.•. .·•s.·.•·tak1 ...•. •.•. •.•..• ·.•.• ·.••....•.•.•. e.· ••. l-: s.· .•... ·.w •..••. ·.·.•.•..• o..•. •...•... 1 .• •d.· 1 •.••. •..t..•.•... o.·.•.. ·.D .•. ..••.•. •.d...••.. e.·•·.·.rm .•... .•. ·...•.•. ··.•..•. ·.•... ee .•·.·..•... •.·rv.:e.r..••..• s·.taan.· .••........•..•...••...•... :.•...•.....•. s.·.•.te.· ...•. ·.·...n•.•. .••.. ·.e.· ..•••.•. n.· ..\..••... •takke.·.·.··· •.•.•. ··.••....•.••.....• ·.n.·.· ..·....•. .·e.•••.••....... n....• •··.•.• bóö ...•..•.. •· ··..••..••..•.. ·.·.m ...·•.s.tam·tp.en,ijzerenvoorwe~ll,· plinken ·enbalkeDenáUe .an.ä.erevoorwerpen die ..···qefOliêk.timielloosehàdigen. .....
4.1.2.
,', ...
'., ...
"' ....
".,',
.... ', .. ,,'
' .. ,'",.,"",.',',
.. ",,"
">.,,
"",.,'
,"
",,'.'
.'.'
"
..
',",'.,>'
.-', , "".
",.,-"
•.• ,
,','
••.. """"",',,,
,
,
In den droge
4.1.2 .1.l{oogteligging
grondslag
<0,10 <0,10 <0,10 <0,10
1"~"METERS
~I
3
I
'folerantiesgrondslag bodem en .taluds
4.1.2.3. Obstakels
()nder.ohstakels!?rdt ondermeervefStaan:stenell,.takkenenbo°mstamÏl1~n,ijzerenvoorwerpen,planlcenen· balken en alle áI1derevoorwerpen die dê···folie···ktinnen ••• besChadigen..
34
Bouwdienst.R. W .S. Droge Infrastructuur afdeüng··Tunnelbouw
Richtlijnen Uitvoering
Folieoonstnreties
4.1.1.5. Obstakels Uitstekend uit of op de grondslag mogen zich geen obstakels of scherpe 'Voorwerpenbevinden. Tevens dienen klei~ en veenbonken met een grotere diameter dan 0,30 m. te worden verwijderd.
4.1. 2.1.lIloogteüggmll grondslag JDeabsolute geOliddeldelloogte mag maxhnaalO,OSlllat\vijkellvan de theoretisch vereiste hoogte. De tolerantie op .de hoogteligging van de gl'0ndslag mag maximaal 0, 10 m ten opzichte van@geJnidctel
",'
'.'.
,'
....
'
...
gmndslag ,
....
',
..
,"
])ehellingvan de grondslagmagxnaxirnaalO,lOmper
mI bedragen.
4.1. 2. 3. Obstakels Uitstekend.uit of op de grondslag mogen zich geen obstakels of scherpe voorwerpen bevinden,
35
4.2.
Keuringsmethodieken
grondslag onder de folie
4.2.1.
In. den natte
4.2.1.1.
Hoogteligging en helling grondslag Het stramien waarin gepeild moet worden is afhankelijk van. de soort grondslag. Bij. zand kan. worden overwogen in een groter •stran1ien te peilen. De hoogteligging wordt bepaald .door peilen. Dit kan geschiedendoor middel van eenhandpeiling. of door middel van een echoloodpeiling vanaf ········een.·ooot. •••• Rekemng •• höuden.·.met ••• de·.meetfiauwkeurigheid.
4.2ól.2.Aanwezigheidslîb Het aantal steekmonsters is erg afhankelijk van. de. grondsoort. Bij geringe slibverwachting •kan worden volstaan met het. mitfuntUfiàan.tal. .·1\1 naar gelan~deresultaten.ishet~e\Venst. om llleerdere. m011Sterssteken. In de ·······diepste .delen •• van··.de ·.folîecortStructie·.·wordt•• ·over .:·het·•a•lgemeen.··meer slib aangetroffen.· Deze plaatsen. verdienen extra aandacht. 4.2.1.3.
Obstakels Voor het opsporen van grote obstakels kan gebruik worden gemaakt van een sonaropname. Het herkenbaar maken van raaien onder water kan geschieden door middel van een neergelaten staaldraad.
36
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling·.·'Ifumelbouw
4.2.
Richtlijnen Uitvoering Foliecollstrudies
Keuringsmethodieken grondslag onder de folie 4.2.1.
In den natte
4.2.1.1.
Hoogteligging en helling grondslag pehoogteliggingvan de grondsla.ginpeHen en registrerenineen stramien van 2,00 x 2,OOrn.Taludsinpeilen. ineen stramien van 1,00 x 1,00 m.
4.2.1 .2. Aanwezigheidslib Vanhetbodemoppervlak per 10000mz ten minste één steekmonster nemen. Vanuit de ·hoogteligging van de grondslagdepositievandediepeI' gelegen Z delen bepalen. In het diepste deel per 10000 m ten minste één extra tn0nster ••• steken ..••• Het ...steekappamt ••• dient ••te .•·bestaan·.uit··.een•• ·ronde, ••uit ple~glas •gemaakte koker. afsluitbaar aan beide zijden.
>VooI' eengedetaiUeerd onderzoek naat obsiakels dient de grondslag $telselma.tiginraaien te worden geïnspecteerd door duikers. De hart op hart afstand ••van·.·deze·•raaien • ••bedraagt·· rnaxilnaal •• ·•• I,OO•• m .••. Voor. een ••betrouwbare plaatsbepaling dienende raaien onder water herkenbaar te worden gemaakt.
4.2.2.m 4.2.2.1.
den droge Hoogteligging en helling grondslag De hóOgteligging van de grondslag inmeten en registreren in een stramien van 5,00 x 5,00 m.
37
5.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKENFOLIELEGGEN
5.1.
Folies inden natte 5.1.1.
Hoogteligging J)e.afgezonken folie-zal over het algemeen biJ enige wateroverdruk boven
de foliezicbgaan. vormen naar de ligging van ·degrondslag, tenzij zich
gas~ of luchtbellen e.d, onder de folie bevinden. Voordat de folie is afgezonken kan gas worden geconstateerd·door het aan het oppervlak verschijnen van lucht(gas)beUen. 5.1.2.
."Waterdichtheid In opdracht van de Bouwdienstis door·.T.N.O .••een.electrisch lekdetectiesysteenl voorfolieconstmctiesontwikkeld ..·Dit systeem is alleen #lepasbaar als de folie een volledig elektrisch gesloten kuip vormt. Dat wil l,eggen, als de grond binnen de folieconstructie elektrisch geïsoleerd .is van q.egrond buiten de folie. Indien de folieconstmctie aansluit op een 4~mwand~ofbetonconstruetiefungeerthetstaal of beton als "kortsluiting" tijsselldebinnen~ ·enbuitenzijdevandefolieconstmctie ..Alsindat geval l:tet.elektrisch lekdeteetiesysteemII1()etwordentoegepast dienen voorzieningen te wordenaangebmchtom toch een elektrisch gesloten kuip te verkrijgen. Dit kan o.a. door het aanbrengen van "voorhangschermen" die aansluiten op de folieconstructie .
ISOLATIEf'Oue
A.fbeelding 4 Principe isolatie m.b.v. voorhangscherm
38
Bouwdienst R.W.S. Droge Illfrastructuur afdeling'I'unnelbouw 5.
EISEN ENKEURlNGSMETHODIEKEN
5.1.
Folie in den natte 5.1.1.
Richtlijnen Uitvoering Folieoonstructies FOLIELEGGEN
Iloogteligging lQefoliemoet aanliggen op •.de ·.bodemzonderinsluitingvanlucht- ••gas- of Wáterbellenonder de folie" Hiervoor dient dewatetstandbinnen de folieconstructie gedurende ten minste 7 dagen te worden verhoogd boven JWt.grondwaterpeil buiten de foäeeonstructie. D .m. v. inspectie door cftîikêrsdienfhetaanliggen van·de folietewordengeconttoleerd;
5.1.2. i)e?folie dient na afzinken waterdicht te worden opgeleverd .•Controle op <.t~••• waterdichtheid •• dient •• doormiddel .•van.··een.el~ttisch ••• lekdeteetiesysteem tÇworden uitgevoerd. Indien het ontwerp dit •niet toelaat moet de folie door (fuikers worden geïnspecteerd. Beschadigingen dienen te worden gerepareerd. Na reparatie nogmaals een controle uitvoeren m.b.v, het electrisch lekdetecäesysreem,
5.2.
Folie inden droge 5.2.1.
Hoogteligging De folie dient aan te liggen op de bodem. Dit dient visueel te worden gecontroleerd.
5.2.2.
Waterdichtheid De folie dient na aanbrengen waterdicht te zijn. Beschadigingen aan de folie moeten d.m, v. een visuele inspectie worden opgespoord. Beschadigingen dienen te worden gerepareerd.
39
6.
EISEN EN KEURINGSMETHODIEKEN AANVULGROND
6.1.
De periode tussen leggen van de folie en het afdekken met zand zo kort mogelijk houden in verband met beschadigingen en het uitvallen van de bemaling (in den droge).
6.2.
6.1.l.liet·
vereiste volUl11egewichtis het volumegewicht· dat bij ••het ontwerp van clefolieconstructleisaangenomen vootde bepaling van het vertikaal evenwicht.
6.1.2.
Om te voldoen aan de gestelde eis mag de gröndmaximaal 8% deeltjes })evattenkleiner dan 63 rou. Deze eis is gebaseerd op het feit dat een (te) groot gehalte aan fijne deeltjes in het aanvulzand het vormen van Sliblagen ulde aanvulling veroorzaakt. Deze sliblagen belemmeren het uittreden van water··.bij.het .• ••bell):alen.·.van·. de.•folieconstructie .•en ••kunnen .•in ·de··.eindsituatie (>ntoelaatbatezettingenveroorzaken in deverhatdingsconStru.etie.
In den dtQge 6.2.1.
liet vereiste volumegewicht is het volumegewicht dat bij het ontwerp van de folieconstructie is aangenomen voor de bepaling van het vertikaal evenwicht.
40
Bouwdienst.R. W.S. Droge InfrJ:lstmetuur afdeling··.mnnelbouw 6.
Richttijnen Uitvoering Folieconstmdies
EISEN ENKEURlNGSMETHODIEKEN
AANVULGROND
6.1. In den natte 6.1.1.
Volumegewicht Het in het werk gemeten volumegewicht van de aanvulgrond dient te voldoen aan het vereiste volumegewicht.
6.1.2.
Samenstelling Ik aanvulgrond dient vrij te zijn van scherpe voorwerpen, obstakels etc. die de reeds afgezonken folie kunnen beschadigen en moet voldoen aan de eisen, gesteldaan zand voor zaadbed in de RAW 1989, hoofdstuk 22, paragraaf 06, artikel 02.
6.2.
In den droge 6.2. L
Volumegewicht Het in het werk gemeten volumegewicht van de aanvulgrond dient te voldoen aan het vereiste volumegewicht.
6.2.2.
Samenstelling De aanvulgrond dient vrij te zijn van voorwerpen, obstakels etc. die de reeds gelegde folie kunnen beschadigen. en moet voldoen aan de eisen, gesteld aan aanvulzand in de RAW 1989, hoofdstuk 22, paragraaf 06, artikel OL
6.3.
Draineerzand Draineerzand dient te voldoen aan de eisen van de RAW 1989 hoofdstuk 22, paragraaf"06, artikel 02.
6.4.
Zand voor zaadbed zand voor zaadbed moet voldoen aan het gestelde in de RAW 1989, hoofdstuk 22, paragraaf 06, artikel 02.
41
BouwdieasrR. W .S. Richtlijnen Uitvoering Foliec~l1leties
Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
7.
KRITIEKE ONDERDELEN Aan de kritieke onderdelen van de folieconstructie dient extra aandacht te worden geschonIceD.in de ontwerp-en uitvoeringsfasea, Dit houdt o.m. in dat deze constructie-onderdelen moeten worden opgenomen in de interne kwaliteitsbewaking en toetsing. De kritieke onderdelen van een folieconstructie a. b. c. d. e. f. g. h. j. k. L m. n.
zijn:
volumegewicht (nat en droog) van de aanvulgrond; variatie in de hoogte van de grond op de folie; variatie in grondwaterstand buiten de felieeoastructie; variatie in polderpeil binnen de folieconstructie; variatie in diepteligging van de folie; schadelijke voorwerpen op de bodem en de taluds van het cunet; schadelijke .voorwerpen .indeaanvulgrond; slibinsluitingen onder de folie bij afzinken; g~orming onder de folie na afzinken; werkwijze bij aanvullen; slibophoping en insluiting op de folie bij nat aanvullen; ontgravingen t.b.v, aanleg van de drainage en riolering; taludhellingen.
ad a. time.: De aanvulgrond functioneert als ballast op de folie en verzorgt het vertikaal evenwichtvan de felieconstructie. Het gewicht van de grond. op de folie moet groter zijn dan de waterdruk onder de folie. Bij een te laag ballastgewicht zal de folie opbarsten; Het vertikaal evenwicht is afhankelijk van de laagdikte en het volumegewicht Van deaanvulgrond, de grondwaterstand, het polderpeil en de diepteligging van de folie. Afwijkingen in ongunstige zin kunnen afzonderlijk of in combinatie·hetevenwicht verstoren. Tijdens de uitVoering dient men bedacht te zijn op (tijdelijke) afwijkingen van de genoemde parameters. Met name bij graafwerlzaamheden binnen de folieconstructie kunnen ongunstige situaties optreden. Het voll1Inegewicht van de aanvulgrond dient tijdens het ontwerp zo nauwkeurig mogelijk te •worden ingeschat en tijdens de uitvoering te worden gecontroleerd in het werk. Indien het volumegewicht te laag is dient het door middel van verdichting te worden verhoogd.
43
Rouwdienst R. W.S. Droge .Il1ftll~tmctuur afdeling••• '1'lJ,nnelbouw
Richtlijnen Uitvoering Folieconstmcties
ad f. ellg~:
Scherpev()Qrwerpen, zoals puntige stenen, boomstronken en -takken die in aanraking~omen met de folie kunnen beschadigingen aan de folie veroorzaken. Tijdens
Afbeelding 5 Methode aanvullen folieconstructie
4S
BouwdienstR. W .S. Droge Infnt$tructuur afdeling'1)lnnelb<>uw
Richtlijnen Uitvoering
Folieeonstl'ucties
ad 1.: Als dealUJ,vulgrondteveel slib bevat kan bij het aanvullen van grond in den natte zweefslib in het water ontstaan. Na enige tijd zet dit slib zich af op de bodem en verzamelt~chop het diepste punt van de folieconstructie. Omdat in lagen wordt aangevulgzalhetslib ook in lagen worden afgezet. Deze sliblagen kunnen de CQnsolid~tievan de aangevulde grond. aanzienlijk vertragen doordat ingesloten water niet we. waardoor een zeer losse pakking van het zand ontstaat. Dit leidt tot een (aanv~lijk).te.laag volumegewicht en (ongelijke) zettingen in de wegverharding ruim nadilde folieconstructie is afgebouwd. ad ID.:
Ontgravi!len binnen de folieconstructie kunnen instabiliteit en cpbarsten van de folieco~ctie veroorzaken, met name in de ondiepe gedeelten omdat daar de verhoudiJ.lgdiepte:ontgraving klein is. Diepe ontgravingen of over een grote lengte c.q, oPPetWlakdienen te worden vermeden. Zonodigaanvullende stabiliteit$l'>erekeningenmaken, bij voorkeur meteen E.E.M.-programma zoals Plaxis.Zieook afbeelding 6. ad n.; De in deze richtlijnen geadviseerde taludhellingen zijn gebaseerd op huidige ervaringel'1_.Plaatselijke omstandigheden kunnen tot andere hellingen leiden. Bedenk dat bij eeJldrooggelegde folieconstructie dekorrelspanningen onder de folie gering zijn. De •globale taludstabiliteit wordt voornamelijk verkregen door de stempelwerking van het vlakke gedeelte van de aanvulling op de folie.
~ Afbeeldin.g'
__ =1-~ ..... oE
•
QUJVl.AKT.P.V.
Stabiliteit folieconstructie
47
FOLIE
Bouwdienst R. W .S. Droge Il.'lfrastmcmur afdeling Tunnelbouw
Richtlijnen Uitvoering Folieconstrueties
Bijlage A, Toegepaste normen en keuringsmethoden
NEN 3056 NEN 2172 N'EN 21176 DIN 16726 DIN 53381 Teil 1 DIN 53361 DIN·53363 DIN 54307 NEN 3056 ISO 527. editie 1993 DIN 54307 DIN 53448 ASTMD1693-70 ASTM-D3895 Interne Methode TNO
49
Bouwdienst RW.S.
Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
DETAILS FOLIECONSTRUCTIES
datum:
28 februari 1995
document: status: opsteller:
WFC-94-004 defmitief
F. Mathieu
werkgroep Folieconstructies
INHOUDSOPGAVE 1.
ALGEMEEN.....................................
1
2.
INVENTARISATIE................................. 2.1 Toepassing in den natte 2.2 Toepassing in den droge. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
2 2 2
3.
OVERZICHT CONSTRUCTIES EN ONTWERPEN.
3
4.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 4.1 Conclusies 4.2 Aanbevelingen.................................
. . . . . . . . . . ..
5 5 5
Bouwdienst R.W.S. Droge I~~truçtuur afdeling .•• 1).tJlll~lbouw
1.
Details
Folieconstrueties
ALGEMEEN Voorliggend dO
1
Bouwdienst R. W.S. Droge ..• Infrastructuur afde1ing ••'1'\J~lbouw
2.
Details Folieçonstr1Jcties
INVENTARISATIE Fo1iecollsttJlc~i($kunnen mdellml~; itlden droge.
op twee
ma-merenwor4ett
AAngelegd, te weten:
Bij ••UitvQt't1ng••• ill ••• den ••. natte •••• wordt ••• het •.•• fope .vi~·eell ••• pOtttpIl••• 9P••• de ..bûdetn •••• v<m•••• de bouwput~fgezonken.Hierbij is geen verlaging V~hetgç911d\\'a~~il nQdig. Bij-.uitvoe~ngÎIldendr9ge)VQrdthetfolieopdebqdetnelltalud$v~D aaqgebraçltt.0ll1dittll9ge1ij1ctel1laken\\,ord.thejtgwlldwate~iltijdelijk d.m. v.eenoPeDbemaling of spanniqgsbemaling.. .
debQuwP9t. Yer1a
Bij de volgende projecten is gebruikt gemaakt van een felieconstmetie.
2.1
Toepasshtg in den natte werk itW 27, IW 15, :R.W32, RW 32,
2.2
bijlage verdiePte ligging Amelisweerd tunnel onder de Noord Aquaduct Grouw Aquaduct Akkrum (uitvoering)
1,2 3 4,5,6
7,8,9,10
Toepassillg in den droge werk RW 1, Hengelo-Oost, KW 37 RW 1, Hengelo-Oldenzaal, KW 43 RW 10, zeeburgertunnel, Afrit moot R.W 58, Verdi~pte weg Ulvenhout RW 32, Onderdoorgaqg Spitsendijk (uitvoering) Jl.W 22,Wijkertunnel (uitvoering) RW 4, Aquaduct Gaag (ontwerp)
bijlage 11,12,13
14,15 16
17,18 10 19
20
Op de betreffende bijlagen zijn de constructies en details weergegeven zoals vermeld in het bestek en op de besteks- en uitvoeringstekeningen van de genoemde projecten.
2
Bouwdienst R.W. S. DrogelDira.structuur afdelingAYlînell>ouw
3.
Details Folîeeonstrumes
OVERZICHT CONSTRUCTmSEN ONTWERPEN Bij vrijwelan~ constructies betreft het een beëindiging van de folie of de overgang naar een andere constructie door middel vaneen klemconstructie. DaamaastzijIl er een aantal constructies gevonden voor bijzondere toepassingen. De constrUcties zijn
drie categoriën te onderscheiden, namelijk:
constructieswa.a~bij.een .lden1constructie in combinatie met een rubber profiel wordttöegepast,model A; constructies waátbij·alleen eenklemconstructie wordt toegepast; .model B; de overîgeconstructies,·modeIC. Uit de inventarisatie is het volgende overzicht verkregen:
- beëindiging folie met kielspit AtIlelisweerd @ Grouw @ Grouw KW 37
KW 37
@
Wijkertunnel Wijkertunnel
opmerking
cat.
normaal normaal onder wegdek normaal onder wegdek normaal ruimtebesparende oplossing
C C C3 C C3 C Cl
- beëindiging folie op verticale wand (boven grondwaterpeil) Grouw houten wand C2 KW 37 houten wand B2 KW 37 betonnen wand C2 @ KW 43 betonnen wand C2 @ KW 43 houten wand C21 @ KW 43 stalen wand C2" Ulvenbout betonnen wand (met afklemming onder stootplaat) C5 Wijkertunnel houten wand C2 Gaag betonnen wand C2
3
1 4 6 11 13 19 19 4 11 12 14 14 15 18 19 20
Bouwdienst R. W .S. Droge·.lnfi;a.structuur afdeling·.•Wi.ttmelQouw
Details Folieconstrucûes
- aanslu.iting d.m.v, klemconstructie{ond« ..A..melisweerd nat Noordtunnel nat
~m
4roog
~purg~rtuInlel
GtóUw
A.kkfum Uhienhout
Ulvenhout
A A
A'
4J;Qog.
KW 37
- biJmgcJere oplossingen A.melisweerd
polder~l) 2 3 9,10
B2
droog
B2
12 16
beëindiging ollder wegdek
Cl A C2
1
5,6 7,8
C4
17
1fqppe1l>a1i{
. ... . .....••......•...•..
sta.lenw~met pyerslag afscherming 1. p, v. P.P. ~il1digingillwegde1{, ...
17
De details,.·gemerkt met @, worden door deW~~lcgtoepFolieç{)nstrueties aanbevolen voor toepassing als standaardoplossing.
4
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw 4.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
4.1
Conclusies
Details
Folieconstructies
Bij de inventarisatie is een grote verscheidenheid aan constructiedetails aangetroffen. Het is hierdoor niet doenlijk en ook niet zinvol om alle details op duurzaamheid te beoordelen. In de toelichting op de bijlagen zijn, waar nodig, essentiële kanttekeningen en kritische opmerkingen geplaatst. Om een technische levensduur (waterdichting) van min. 75 jaar te garanderen, worden voorstellen gedaan om de primaire klemconstructies aan te passen, zie hiervoor bijlagen 21 en 22.
4.2
Aanbevelingen Gezien de grote verscheidenheid aan constructies en nog afgezien van de duu~id hiervan is het zinvol dat de staf van afdeling Tunnelbouw een keuze maakt en aangeeft welke details I modellen als standaardoplossing moeten worden gehanteerd. De werkgroep heeft voor een aantal veel voorkomende constructiedetails al een aanbeveling gedaan. Zie hiervoor het overzicht in hoofdstuk 3 en de toelichting op de bijlagen. Deze standaardoplossingen kunnen vervolgens via werkgroep SATO worden opgenomen in de Bouwdienst Standaard Geometrie Bibliotheek (BDSGB). Voor de komende, nieuwe projecten moet een evaluatie van het ontwerp en de uitvoering in combinatie met inspectie en onderhoud goed worden vastgelegd. Uit deze gegevens van ontwerp. uitvoering en inspectie kan dan in de toekomst mogelijk wat worden afgeleid over de duurzaamheid in de praktijk.
5
DETAILS FOLIECONSTRUCTIES BIJLAGEN
toelicbtill.1 MODEL C:
bijlage I Kielspit, beëindiging folie op maaiveld. • Normale oplossing indien voldoende ruimte aanwezig is. · Kan worden toegepast bij uitvoering in den natte en in den droge. Voor aanbevolen oplossing zie bijlage 4, model C.
MODEL/Cl:
Beëindiging folie in afrit onder wegdek. • Toendertijd voor deze constructie gekozen uit oogpunt van veiligheid. • Bescherming folie d.m.v. gewapend betonnen klembalk in de afbouw fase kost extra bouwtijd en is duurder dan aanbevolen oplossing. Niet meer toepassen Voor aanbevolen oplossing zie bijlage 6, model C3.
Bouwdienst R.W. S. Droge. Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
Details Folieconstrudies
.I I-
I
I"'''I
1
"1"
J--J'~:L" J . --K1, ,,"<,
____ I
"1'0
.f
/
bijlage!
_e- .~.
L-
.',
I
I•
I
,-_.--_.-"1-_.
····l·
DETA.IL
KIELSPIT
••• ELe -- -- •.....•. -- - - - - .....-, - ..-. - -- '-pg
;çq I
;
*
~
- -- - - - - -
AA9
.. ~ .
••••
I
~\I'iiM,i
w-:.J I I
OOORSNEDE A - A _"l:Ul
_.
-_..•..•.._--
!b90
I
i.... -Md
-$;#IÎlIIM'
440
AANZICHT BALK8EEINDlGiNG
.•
j
"".
':iifA/
.
\
13OP~ •
\
•• DEL C 1 RW 27.AMELISWEERD
-....
I:~
bijlage· 2
toelicbting MODEL A:
Klemconstructie (eerste ontwerp). - Toepassing in den natte; - Niet duiker vriendelijk; -Rlsico'sbij aanbrengen; - Aansluiting rubber opT -profiel. verlijmd; - Dilatatievoegen· tp,v. I-profiel .kwetsbaar. Niet me~rJ9~p~sen !
Voor aanbevolen oplossing zie bijlage 21.
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
Details F olieCoDstrueties bijlage 2
:-.
' •..•
, tW? ••••
•••••.•••.••lc.~ ••••I.l..? •••.•
MODEL A T.170.60
-_.
-.120.60
WIGVCl'l"'(;ê • FOICHnNO C~M.V. iNJE:C ':'iE
r
~
·~UeeeR-METAAI.
VOEG "
GEL•••ST AAN T- i'ROFlEL
.
.
DOORSNspE A-A
RW 27.AMELISWEERD
c.••\
bijlage 3
MODEL A:
Klemconstructie (verbeterd t.o.v. constructie op bijlage 2) -
Toepassil1g.·i11den natte; Constructie:is.aangepast; lt1.lbperprófiel is anders; Vaste scllafnierende constructie dus duikervriendelijk; Gr()l1dplaatontbr~el\.t. Doorhety()o~$~lll1nrllvan~et.rupb~r()fiel. door middel van . een opg~legde.·verplaat$ing van de kletnbalk{aandraaien draadstaligen) houdt deze •constructie .•• een risico. in. voor de waterdichting op langere terolijn - bij relaxatie van het rubber gaateenêrflva~~~v()orsJ?aJ11ling in het rubber verloren en ktm·•9ië~ • •••• )f9f9~P•.•. ~7~()mpenseerd;.
Nietmeerto~passen! Voor aanbevolen. oplossing· zie bijlage 21.
Bouwdienst.R, \V.S. Drege Infrastructuur
Details FOlieC()Dstrueties
afdelil1g!HImelbüuw
bijblge3 55ll
8
••
I I
...• ...•
I I I I
---- ,I
••••
DOORSNEDE
L ...••
RUBBER KLEMPROFIEL
RW 15.deNOORDTUNNEL
bijlage 4
MODEL C:
Kielspit, beëindiging folie op maaiveld . .,.. Normale. oplossing indien. voldoende ruimte aanwezig is. Aanbevolen oplossing· d.m.v. kielspit.
MODEL C2:
voor·· beeiödigingfolie
-ep .maaiveld
Beëindiging folie op verticale wand. -
Toepassing in den natte en. in· den droge; Toepassen indien weinig ruimte beschikbaar is; Bij uitvoering in den droge geen risico' s; Overlap folie moet zodanig zijn dat folie bij zetting niet onder spanning komt; Bij uitv9rj:ing in9rlli~atteve71ti~ico's, insluiting van slib, watere1l1~çl1t.t.p.y.hrtolldeftwater "banket"; Extra spanning in het folie bij sproeien van zand;
Voor aanbevolen oplossing {detaillering klembalk) zie bijlage 14. Bij. toepassing in den natte onderstaande werkwijze volgen: - folie .9PpiIDton()fdtijver. vasthouden totdat het sproeizand op banketniveaui~~gebracht; - daarna ••het folie;lisapartafzinkprocesuitvoeren, afzinken op h~?l1der\Vaterballketen. legende verticale wand; - doorgaan met aanbrengen van zand op het folie.
Bouwdienst R.W.S. Droge. Infrastructuur
Details Folieconstructies
afdeling Tunnelbouw
bijlage.4
T.P.V. SLOOT
.!4.A.e
_
1500
OETAlLI
••• ...•
-- -. -
...-,---
- - - --
PRINCIPE SCHAAL 1:50
ELC
- .-- -- -
- -- _ •..... - ---- - - _ •....•
)U.P
VLIES
••
CA. 1500
EL C
2
32.AGUADUCT GROUW
MODEL A:
Bijzondere toepassing, koppelbalk met klernconsïruerie. tussen
de de
op relaxatie van het rubber van de voorspanning in het rubber verloren en kan niet worden gecompenseerd;
tlzanddicht" in verticale richting kan aanvullen met zand; blijft nu door grondbelasting Voor
naar
klemconstructie wordt verwezen
Bouwdienst R.W. S. Droge Infrastructuur afdeHngl),umelbouw
_
..•
Details
Folieceastruetles bijlage 5
H
DETAILK ----~TYROPOQ
1_... ..,.'~
..
,
17C>O
I
!!>-
.,-r • Oi 0,
S1:~
I
I-
I'
I'
I: ,-:'
vliES
.. ')
-, .5
STM\O~v!Ak k'loeN
_,,,!>'\eftT ~'HER!>'\ :;:::~:'~WANOpu
hAMBeloe (:l>A2. S)
GRI'TSTRI).\ElII
1C1e''''IeouTlH' c>uli!lolll:e e
·,-_~IJ~_~;;:eso._ 'So" 10 .!.~ ö=
I",
'!!:>TUK"!ö PE.R v,,",,&Tt.C.S1i!>E.o.l
~
=(lil;1l ~j:
c
Me;
H.,..Mil: .•••C>li!\l::::>'E"
=~,,"t..C.Nl( )
OOORSNECt.
DOORSNEQ~,. ______ IC::>C::>
._ ~:?C"~..~~..__ . :a.~
\.ofC>O -
'S$O -'
>
_ IoofCtO
l"~O.;;;.O
_
,f~'C:::>'O
100
lOC I
-.-..:---~
.•.. I
..•.
, ol Ol -
-I 'J
--I
t l!><;l>
OOORSNEDE RUBBER PROfiEL IN ON GEKLEMDE TOESTAND 50_
'1!>!!>o -
$""'"
AANZICHT
.:o",~~
I'
Sc'"
KLEMKRACHT PER BOUT: 24 KN
1'::00
H-H
'u..
••'"~ (lll:e1ll:)ll:l)\"~ls"''''IIl<::'
vhs'!:> c.e.T1!1< lIU'C1
MO.EL A RW 32 •.AQ.U
.'
DueT
11 11
•
~1~
I'!>e:..::.
AANZICHT M..M
. \00
•
MODEL A:
Vervolg bijlage 5, model A.
MODELC3:
Kielspit, beëindiging folie in afrit onder wegdek. - Gewapend betonplaat dient ter bescherming van de folie bij het aanbrengen van de fundering in de aardebaan c.q, asfaltbeton; Aanbevolen oplossing voor beëindiging folie in afrit onder wegdek.
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling .Tunnelbcuw
Details F olieeonstruetles bijlage 6
-.- - - - - --_.- ....•
.'
lil!!.::'
.
o
MODEL A
-_--.-----
DETAIL
BEEINDIGING
-
AFRIT
-_--m--_--m-=-..-_-.,.., :·z:::)~~:i·(~~ ~~~~~:J}.:~:. ·x..:.;.::~:
SOiAAt
1: 50
MODEL C
3
RW 32.AGUADUCT GROUW
MODELC2:
Bijzondere toepassing, omslag folie tegen verticale wand. -
Bijzondere toepassmg t.b.v. project Akkrum, Folie wordt tijdelijk over dal:n~iand geleid en na aanvullen
De tijdelijke
bij model Cl op bijlage 4, .m.b.t. de hier ook.
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdelingl'll11Ilelbouw
Details FolieCODstrueties
bijlage 7
I 3000
N.A P
14400
J~ --...•. _--- --- -- --- -~- - I
AZOBÉ
~o
IlISBEI.ORAlN8UIS
ü ~OAHWANO
Tt BRENGEN KLEIlAAG
----
- -----
••••• ATEROItHT
vUES
TE TREKKEN ~. DAM •••••ANO
~
sr-
~2000
~
I
q
,
Ij
OlKHIN.noo
- --'~.• ',-
I,
J.1
I
i-----------. AAN
~
~
fr--T-----; ~I
_
"~
_ J
,"
.200
,--{._-
,
--
---
~ •
~
~ ~ ,I
PVC-RIBBEL
RAINBUIS ~ 200
.~
II
GEOTEXTlEl d GENATEX 1000 p AZOSÉ
CiIWFKORRWG cl 50;;> 3S0llltf
ZANG
.
OAMWAND DIK 10
DOORSNEDE J.J SCHAAL 1: 100
•• gELe
2
RW32~AQUADUCTAKKRUM
toeliebtirag·. MODELC2:
bijlage 8 Bijzondere toepassing, omslag folie tegen verticale wand (vervolg).
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling. Tunnelbouw
Details Folieconstructies bijlage 8 /
.•
-:
TlJOELJJ'
BOROES
:=1.-
_--- ----
DETAil 2
SfOAMWlNO 6Z i2.1L
-110 •• OIfAiNFllTER HD.H ItBY. TIJD. DRAINAGE BIJ IV LEGGEN VAN HET VLIES
DOORSNEDE SCHAAL
1: 200
DETAIL C 2
BORDES
TIJDELIJKE VOORZIENiNG
truDEUJIO
~ •.•.
TIJDELIJKE VOORZIE I P LAAf SEN TER SESOlERHlNli
_ __
-----VERANK€:+lIN
VAN WATERDICHT VliES TIJDENS HET AANBRENGEN
"""IS" TE' BESCHERMING VAN
AzaaÉ
I
'WAT!AOICHT VLIES
" TlJotNS
---I
HET AAN-
BRENGEN
NSTUCTIE
VLIES DAMWAND DIK 70
6EOTEXTIEL GEHATEX lOOG
DETAIL 2 SCHAAL 1: tO
DETAIL 2' SCHAAL 1: 10
lIaDEL C 2 RW 32.AQUADUCTAKKRUM
bijláge.9 Klemcoastructie. is de van het rubber rübber verloren en
zie bijlage 22.
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeHngl'),mnelbouw
Details Fo lieconstr'Uctiès
bijlage 9 100
ISO
2&1
ACHl PlIOFltl rtPf. 2U _ %~IB AA" 1ll10ll Tt " " vUttl!J'IN "
STYROPOR sml'
"'AJElOOll vt.lt!;
SCIlAAt ..\ ,lil
YAtOtmIll
Yll1SI'llOl'llt "Al11USII"'UlOl. \'tllUJHf!l
AAI!
C Hl' 190
DETAIL 4.
RW 32.AQUADUCT AKKRUM
pijlage 10
toeliehtip.g
MobEL A':
Klemconstructie. -
Toepassing in den droge;
-J3.l$ico .•bij het watetdichting op gaa.feerideel van wordfniet Niêtmeert
oplossing zie
Bouwdienst R. W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tl)nnelbouw
Details Folleeonsrruettes
bijlage 10
I ZMQ/tEm"r
SlM!'.ISt. Tlf
P.t.C. BUIS
OVERLAP
AfST~ HET ~~ VASl'tAsstH
ZfS,KAN1llllUI' H~.~-S -Nfll1S68 ""-S-HEM 1!>60.HOOlIlOlm1 AAN 7IXl. HDH. SOO
U'"
IN IE SIORl'EH VEHOI B(!~FtlUlS ti" 116I-A "16, H.O.H '500
.. g
OVEROU! lEllGIE YlJUU.Il1EH OP HET III(lllN OJtV.lClllAAG
DEIAll
VU I
MODEL A
RW 32.AK..K.RUMISPITSENDI.lK
bijlage.ll MODELC: IS;
MODEL·C2:
verticale wand (bout), beschikbaar is;
bijlage 14, model Cl.
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling ll.llli1elbouw
Details Folieconstructies bijlage 11
j 1000!m
KIELSPIT
1S00
l
c
MaDEL
AZCrI QelMWANDSCHERI1 DTK·0. lANG 2500
I I
11 __
_____
;..r--------
'Z x AZOBf
1S0x 65
WATEROicHT VUES
DETAil I SCHAAL 1: 10
MaDEL C RW 1.KW 37
2
tóeliebtipg
MODEl/BI:
bijlage .•12 Beëindiging folie op verticale wand (beton). • Toepassen in den droge. Voor •aanbevolen opb)~$illgzie bijlage 14,...lI1odel C2'.
van de betonnen neus onder de folie is extra • Door de starre insluiting van de folie is waterdichtheid op lange termijn niet gegarandeerd. Niet meer toepassen. Voor aanbevolen oplQ$sing zie bijlage 22.
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw
Details Folieconstrueties bijlage 12
f _1_1l8~---
T
IN LATERE
.m:--~'J
•
ONJGRAVINGSUJN BOUWPUT fASE
AH TE BRENGEN V~IESCONST I
Z"~t91EHT~STA8ILISAnE TUSSEH •••• fGfUHDOIN6 Elf 5.k.1)tol( OOIKER C
, ti 16 ti.O.H. 500
OVER 300 MMKlTlAAG
.AANBRENGEN
OETA'l..•. ~f~~~r'GING VUES
•••
EL 81 " J.
GE WÁP·ENO PVC. FOUE 101111.400 OVERLAP . ' 400' .• .' -f THERMI§CH VERZINKTE ANKtRST~N . . . ~ . EN WORZlE.N VAN PLASTIC BEst·
:8RUO
',.. ...~ ...'."• I 'lAS'
.
.'
~16t4ANG 600
MoaPH
WAtEROICHT VUES
'~'.. C:i
FOt:IE OPOMOER8AlK IN EfNKITLMG vi BETOIM.AK \'OORDIfN BfHAMlfLEN 101fT TEl ... ____
NEDE VERZAMELKELDER SCHAAL
1 :20
,. . : :
. ..
'_00_0. __
..• _ ...
•••
'.
--t
~
EL 82,
RW 1.KW 37
toeliehtilll MODEL C3:
bijlage •.13 Kielspit, beëindiging folie in de afrit onder wegdek. - Zand-cement stabilisatié dient ter bescherming van de folie.
MODEL C:
Kielspit,
ruimte aanwezig is.
Voor .aanbevolen oplossing zie bijlage 4, model C~
Bouwdienst R.W.S. Droge Ingastructuur
Details Foiiecollstfucties
afdeling •tunnelbouw
bijlage 13
EINflE ••••• CEM9ITSETON:VERHAROlNG KM.••1!1:19013l
~"r .
50..02550
1po'll115OO1
•• - --- ---
.•..
. I·
NT-STA8111SATlE
DiEL C 3
--- ---
---
r
I
L 2:0
I
pOOG
500
I I 1500 !
••
2700
DELC
RW 1.KW 37
MODEl/C2:
Beëindiging folie op verticale wand (hout). Dit detail biedt, tezamen met de beëindiging van folie opeen betonnen wand (zieXl1odelC2'). en$tal~nda111wa.nd(;z;i~bijlage tS)een \ll1ifqpne oplossing .voor de beëindiging van folie op .een verticale wand. op houten wand.
MODEL C2':
Beëindiging folie op verticale wand (beton). Dit detail bi~t, tezamen met de beëindiging van folie op houten \V'Wg(Z;i~111~~lC2) enee~stalen. damwan~. (zie bijlage 15) een 1lIliforaneoplossing..voor de beëindiging ya.nfolie .op .een verticale
wand.
Aánbevölënöplo:ssing
voor beëindiging folie op betonnen wand.
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdelingIU11I1elbouw
Details Folieconstructies
bijlage 14 AZOBE 65"150
IRAAOBOUTEN lQmlll. h.oh. 200
1: 40 NOSCHERH AZOBf DIK SO
DETAil III SCHAAL 1: 10 STRAATKOLK·
GfWAPEJ«) P.v.c. FOLIE
BUIS
VERll1MEN Of ANOERszr: VASTZETTEN
.aBEL C 2
1: 20
'.0' I
OVER lOO'200mm KITlAAG AANBRENGEN e
I
~
:::F
.,
0::1
BOORANKERS M 12 H.O.H. 500 (R.V.S.!
>.
I I
H(1013TEBOVfNKAHT
WATEROICHl
.aBELC
RW 1.KW 43
2
DETAIL
SCHAAL
1: 10
Ir
': Beëindiging folie op stalen damwand. Dit detail biedt, tezamen met de beëindiging van folie op houten wand en een betonnen wand (zie bijlage 14) een uniforme oplossing voor de beëindiging van folie op een verticale wand. Aanbev()len oplossing voor beëindiging folie op stalen damwand.
Bouwdienst RW.S. Droge Infrastructuur
Details
afdeling. ]).u111elbouw
Folieconstr'Ucties
bijlag~ 15
rr-AZOBE 22~ 200
~j'
II ....
STALENSIRlP 60-6 11.0;11.2000 [HW. tWIDRAAOllOl1TEN 611111l 3EVE$Tl~HAANGRENEN
~
tUI.1!
~
>1
••. }. lOC .
STALEN STRfP 80-10 1.130
MET SLOaGAf
i I
LASSEN AAN QA!1WAND
,! ..
Q:ELçN WAlElIDICHT
VLIES
1
<:> <:>
•...
VUlLAT
1 GEWAPEND P.V.C. Z • STAAL I . 150 h.c.h. 2000 LASSEN AAN DAMWAND l'!ET ~4
OOORSN. E-E
DETAIL I SCHAAL
\'
-JIL....
FOLIE VERLIJMEN OF ANllERSZINS VASTZETTEN
SCHAAl 1·'0
i: ~ll
BETONSLOOF 500. 300
RING
\
RIB8ELORAIN BUIS
1 : lol)
-------P.P. • P.V.C. BUIS TB.V. DRAINAGE
ï--------
ASBES TCEMENTBUIS UV !lRAIHAGE
I
WATERDICHT VLIES
•• DELe RW 1.KW 43
2~
Klemconstructie.
- Het storten van de betonl1en neus onder de folie .is extra stortfase,
- Door de termijn niet Niet meer toepassen Voor aanbevolen oplossing zie
waterdichtheid op lange
Bouwdienst R. W. S. Droge I~tructuur
Details
F oliecoDslrucfles
aáieling'I'Hnnelbouw
1.
\<.L~~k.
~
.•..'1.oc
c;z:./•. ~\.ee
l.·~
.L,
•••
?9o
OET;::'" ~L.
L 1-
ELB
A
\:\0
-----Y"r -------------.:a.-"" ... -w-'N"Ä"t'~CIC.
••••• ";-
vtl<:"a:.
i$OiIlC-••••••• ,•.•
k~,",,~Lk
I ~·.... :3OQ 'il>"'YQ.Qeo'~
I~l.t~làl"~-
F eG>~"U:)
"'"
~ .•• ~.,~ utT(lII""O.......
-:a.uCt4.v'-,
G.~~oop~
~'"
0"-: ~. i>~<::'1.(.
-L-
o
g
RW 10.ZEEBURGERTUNHEL
SI'Q.\e
2
MODELC4:
Afscherming folie t.p.v. polderpeil. - De str09kLDPE-folie is bedoeld als bescherming. tegen schadelijke~tO:ffen(m;n;brandstoffel1enolie)indien deze in de polder op .het polderpeil terechtkomen, b.v, bij het kantelen van een tankauto. Deze voorziening is .overbodig indien de opvang van schadelijke stoffen direct op maaiveld geschiedt dzn,v. een kleilaag. in.de. berrnen en op de.taluds. De.schadelijke stoffen wordeudall tiirectdQOr het rioleringsstel~elaf~~gerd. - Boyendien· !
Bouwdienst R. W.S. Droge Infrastructuur afdelingJ).lnnelbouw
Details F0 lieconstrUeties
...
~~'-""
/.~.,. ,
..
'.
- .". T.P.V POlllfRPEtl
.§RONDAANVUlLlffG
BREE0100ll.l'JMEN P.V.e. FOUE
SlROOK lOf'[ ftlllE AAN OmJERI..!GGENO
PVC FOlIE
DETAIL schaat 1:20
HART IHSPECTIEPUT
som
FOliE
BREED 1000
PI'"
Ill/.e.
BEEINOJGING
BUIS
Ij 200
~IBBElORAlNeR9UIZEN ::OCOSVEZEl
VU ES
( 9eldl ook voor verbindingswegenen binnent essen ) schaal I: 50
110BEL C
4
RW' 58.ULVENHOUT
0
zoo VOOROMHUL
MODEL cs:
Beëindiging folie op verticale wand. - Specifieke oplossing bij dit project. - Betere oplossing door klemconstructie onder de stootplaat aan te brengen. Voora.anbevolen
oplossing zie bijlage 14, .model C2'.
Bouwdienst R.W.S.
Droge Infrastructuur afdeling Tw:melbouw
Details Folieconstructies bijlage 18
.l.NK(~S7~~F
= ~~
':ei: ::~
ww
:.:.~.
::: 'Jt rL!~:ût:-~ 1~CO~=,t.'t;L,;. $7;C :~~::: i OIR. ~IOCRO :IRA BANT I
FIlt(I?OOU
••••
NlCOLON
ó6S30
L·
es
RW 58.ULVENHOUT
Kielspit, beëindiging -
folie op maaiveld.
Normale oplossing indien voldoende ruimte aanwezig is. In verband met .de scheiding van watervoerende bodemlagen wordt· de1
4, model C. maaiveld (ruimtebesparende
niet toereikend is;
moet aandacht worden langsrichting.
M.()IJ~E]LA';
Klemconstructie. -
Toepassingjn de~Q1'9~7'.< Risic()bij~çt. Z()~RrmqgÇtl,"f1laeklemconstruetie. is de waterdichtmgopla11gere
Nietl11eer zo toepassen. Voor aanbevolen oplossing zie bijlage 22.
Bouwdienst R.W.S.
Details Folieconstrucdes
Droge Infrastructuur af
bijlage 19
\
-
~T:;i'iAVI~G5L:~N
"--VLIES
~VL;E5 ~E~:;EN.~ =E57AANOE ~LE!~AAG EN AFDE~KEN ~E: I ~ KLEl : $00
'I COOl
LAAG EN AfûEKKEN
; 5eo
!I0001
•• DELe •
H.D.H.
-D=
(THERM I SCH VERZ I N KTJ
GEWAPEND
I,
I ...'.,.: .,.
500
I1 coOl
".::= :::cxe
-
:.~.
\i
:.1'
P.V.C.
I,
WATERDiCHT
I I
,--
,
i
,
o '.!'l
"I
~:
N
GEWAPEND
I500
!
P.V.C. fOLIE
o.
:J:
•• DEL C.2 . ....
,.,
, .. ,
,.,"
,.""",.:
.:.""""""",
; 500
..DEL
1-'
SLOTBDUTEN Mil
LEGGEN IN =ESiAANQE
.4Il
RW 22.WI..JKERTUNNEL
e
~Ei
lil
Beëindiging folie op verticale wand (hout). Voor aanbevolen oplossing zie bijlage 14, modelC2.
Bouwdienst R.W.S. Droge. Infrastructuur afdêlil1g1'll1l1le1 bouw
Details Folieconsttueties hijlage20 KLEMKONSTRUKTIE
.,
N.A.P.
P.P.
1000
I""
DOORVOER
6.o.B. T.B.V.
RIOl.ËRING
WA TEROICHT'1
VUES
----_.-..--DOORVOER 13.0.8.
\25200 B.O.B T.B.V. DRAINAGE
1.0.· •.0.·•... ...0.' .1. I,.•29. 60.'.,·. T.B.v. DRAINAGE ~---H--_.
~200
AANZICHT SCHAAL 1;200
.,..•.
~."!'(!'1!~
, &1lI!' "",tw!O
+
+
I
1
M•• El C
2~
RW A4.AQUADUCT GAAG
KLEMCONSTRUCTIE
IN DEN NATTE:
Deze klemconstmctie voor toepassing in den natte is aangepast t.o.v. model A van bijlage 2 en 3. De werking van deze constmctie berust op een permanente en constante kracht op hel afdichtende rubberprofiel ten gevolge van . de grondbelasting welke via een grondplaat en de klembalk wordt overgedragen. Relaxatie van het rubberprofiel wordt direct gecompenseerd en kan niet leiden tot een lekweg. :>;«":::"':
.".,.,;.,>.,.-,.,
•• .:
.. Deafnletingen van de grondplaat zijn afhankelijk van het waterdrukverschil onder en boven de folie~het profieltype en de rubberkwaliteit. Na 100 jaar relaxatie van het rubberprofiel dient de indrukkingskracht .van het rubber nog groter te· zijn dan 2 maal het waterdrukverschiL .In de· Richtlijnen Ontwerp Folieconstmcties is een berekeningsmethode opgenomen. De voorspanning· d.m.v. draadeinden is tijdelijk en afgeleid van definitieve kracht door grondbelasting. Op de klemconstructie wordt een afdichting van klei aangebracht. Om vergissingen bij de. montage uit te sluiten, wordt aanbevolen om één type constructie te ()n{\Verpen..•De .afmetingen van de klemcQnstructie,grondplailtenankersdimensioneren op de tnaX.imalebelasting •in het/diepste punt! Voor~noptimalea.fdiçhtittgishetnoodzakelijk·· dat de ondergH:u.l
Aanbevolen oplossing •vootklemconsfructie
in den natte.
Ogmerking: Getekende details .gevenaUeenhêtprincipeaan en dienen nader te worden uitgewerkt aan de hand van bovenstaande aanwijzingen en de berekeningen.
- Constructiestaal Thermisch verzinken, - Tussen de Idemconstructie en het rubber profiel "gewapende folie" toepassen,
NOOT:
-<
~ot:O
~ ö g
~
llOOR·ANJ(EIIS '6 MET $lEU10EIlEN· IN8POOlENllTE ll~
:=: 00 ~ l::l fI) d
g: ~ä~ go~
-i
00 ••
~ ~
~v,
tr.J
PHT. IClEI'l'KONSTlItJCTI(
llIlMJ)f;INO"1124 -110 U NEN1)" t.A$NEllllIllOlNG
~
(i'
2;f!
~20
(: ~ èn
IlUBBElE .,l)Np Ht T
:E
l(OltEllIlIîOI'ELAUST1lr1PHAS lilT TEVIlI!ReNIM4M11l
""l
'
~ ~
tr.J
a::(J o z
~
CI'.l ~ ~
R ~
""'" tr.J ""'"
z
,..~
o tr.J Z
~
200
cr c::: ••
C§ ~
~~
~
KLEMCONSTRUCTIE
~ •••••
:' f
!.m&:a,i..
VOOR~l'EL ...KLEMCONSTRUCTIE
IN.DEN DROGE:
Deze klemconstructie voor toepassing in den droge is aangepast t.o.v. model A van bijlage 19. De werking van deze ·constructie berust op een permanente en constante kracht op het afdichtende rubberprofiel ten gevolge van de grondbelasting welke via de grondplaat en kante1balk wordt overgedragen. Relaxatie van het rubberprofiel wordt direct gecompenseerd en kan niet leiden tot een lekweg. De afmetingen van de grondplaat zijn afhankelijk van het waterdrukverschil onder en boven de folie, het profieltype en de rubberkwaliteit. Na 100 jaar relaxatie van het rubberprofiel dient de indrukkingskracht van het rubber nog groter ·~.zijn dan 2 maal het waterdrukverschil. In de Richtlijnen Ontwerp Folieconstructies is een berekening$methode ~pg~n()l1len. ... ... .. De voorspanning d.m.v. draadei~en is tijdelijk en afgeleid van definitieve kracht do6rgrondbêl~ing. ..... ... . Tussen grondplaat enbetoncrinStfuctiçWQnit een afdichting aangebracht zodat. de· ruimte .tus$en.klemconstructie .en beton vrij van zand blijft. ....... .. ... • Op de klemconstructie wordt een afdichting van klei aangebracht.
:::( ...-:::.. .-:::::::.:::-..:://:::\::::::::«::::::::::::::(:::::):»:::.: :::::::,:·:::::::::::::::·::>::::":"/::::::t/<:::::::;/:::::".:,." , '.:.:.: '.-)<..::::.:.::
. Om vergissingen bij de montage uit te sluiten, wordt aanbevolen . om één type constructie te ontwerpen. De afmetingen van de klemconstructie, grondplaat en ankers dimensioneren op de maximale belasting in het diepste punt ! Voor een optimale afdichting is het noodzakelijk dat de ondergrond Van het rubberprofiel vlak is. Aanbevolen oplossing voorklemcönstruèti~in
den droge.
Qgmerking:. . ... .. .. ....................//< O~~ekende·••. details ..•. gey~l}.... iill~~ .... ~~t..p~il}(;i~•••• ~ •••• ~~.·.die1len ...nader .te worden uitgewerkt aan de hand van bovenstaandê·aanwijzingenen d~ ber~keningen, ...
Rouwdienst R.W.S.
Droge Infrastructuur
Details Folleconstreetles
afdeling Tunnelbouw
bijlage 22
NOOT:
- Constructiestaal Thermisch verzinken. - Tussen de klemconstructie en het rubber profiel "gewapende folie" toepassen.
;-
..•cp
.•.
KLEJlI/E I\OTA11E MOGEWK
:......
::se
"
•
GEWAPEND pvc FOLlE DIK 1.5 MM
IS
VOORSTEL KLEM CONSTRUCTIE
IN DEN DROGE
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur
afdeling Tunnelbouw
BEHEER EN ONDERHOUD
FOLIECONSTRUCTIES
datum:
28 februari 1995
document: status: opstellers:
WFC-94-00S definitief F. Mathieu I H.B. Evenboer
werkgroep Folieconstructies
INHOUDSOPGA VE 1.
INLEIDING......................................
1
2.
ALGEMEEN.....................................
2
3.
BEHEER EN ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . 3.1. Plaatsen van objecten en beplantingen 3.2. Uitvoeren van graafwerlczaamheden . . . . . 3.3. Verlagen grondwater (polderpeilen) . . . . . 3.4. Onderhoud Drainage- en Rioleringssysteem 3.6. Opsporen mogelijke lekkages . . . . . . . . . 3.7. Overige aandachtspunten
4.
. . . . . . . . . . . . . .. . . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
.. .. .. ..
MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
3 4 4 4 4 5 5 6
Bouwdienst R. W .S. DrogèIliftastructuur afdélinj···.'•l'Prinelbouw 1.
Beheer en OnderhQud FoliecOnsfrumes
INLEIDING Zo'n 20jlr geleden beeftdetgepassing van. "kunststoffoUe"êêngr0te0mwentelillg teweegg",bracht bijo.a··deaanlegvan·verdieptewegenen ongelijkvloerse wegkruismgen. Door toepassing.van "laInstst9ffolie n .werdniet .alleen.technische. vooruitgang geboekt~ar· ook grote kostenbesparingen bereikt. KunststofJ:9liesworden gebruikt voor vele doel",inqen. Functie
Toe12assingèn
Afdichting(en
- tegelll.littr~denvan.'Wateruit betonspecie (yloeren); - tumenenparlcvijvers. .
Bodembeschernïing
- taludbeldeàinjonderbetonblokken steenzettingen; - achter beschoeiingen.
Voorkomenerosie
en
Beheersen grondwater - 0lld:f. verdiePte wegen; - onder. inritten· bij ongelijkvloerse kmisil1gell; - kwelsehermel1. Beschennên.·.miHeu
- onaerpo1llPstations; - onderen01'stol'tplaatsenvan bOven waterWingebieden.
Beschermen tegen worteldootgioei
- daktuinen; - langs .rijwiel- .en voetpaden; - beton en metselwerk.
Scheiden (separeren)
- grondsoorten in parken.
1
vast afval;
Bouwdienst R.W .S.
g~9~.:~~cf.ll\J.~
Beh~ ..·~•••• ().(I$'h9lad
afg~lÎÏ\g~t1)(,.uw
F'Qllet()DStt~
'·:·:·:·:·:··'~""'*·:···i········':·~·"":<·>:,,,,,,,,,,
_
.......................................•.............
2.
ALGEMEEN Waterdiql1t~folies kunnen aspeeten van hel in de grond toepassen van waterdichte folie om de grondwaterstand te beheersen. De waterd.i~htefolie kan zowel "in den drogel>als "indenllatte" worden. aangebracht. .. ... ..•. . ... ..... .. . .... In den droge wordt het folie op de bodem en taluds van de ingraving gelegd en weer aangevuld met zand t.p.v. het weglichaam en metgrondt.p.v. de taluds. Voor een droge ingraving is vaak een tijdelijke bronbemaling nodig welke ongewenste invloed op de ~vÎllgkaph~bben~ • .•. . . . . •.• .....•.. . .........•. Voor situatieS waarbij dê gröndwatetstand niet kan of mag worden verlaagd spreekt men van het in den natte aanbrengen van het folie.··· .. Na het hydraulisch ontgravenya,l:l(Je bouwput wordt het folie in den natte aangebracht op de boderii en talUds van de: bouwput ..· ..... .. Het folie wordt daarna geballast met ee1l1a.a8 zand •. ·· . . .. De bouwput wordt vervolgens drooggepomptenverder in den droge afgewerkt. Er is nog·.weinig.eI'Vafillg·enim:icbt blhet·g«trag en de.duumamheid (levensduur) vai! folies alswaterafslUitende Jaag•..\\'elke reeds~jntoegepast in een groot aantal
boUwprojecten.·
.
.. ..
.
Bij de Bouwdienst is een onderzoek naar bet "w<:etmakqyerlies" van PVC-P folie afgerond. Het onderzoek heeft aangetoonddatteng~ollë van weeknlakerverlies de kwaliteit van de folie slechts mgefi#gë mate temgloopt.Het geeft geen aanleiding de· verwachte leve~uur van minimaal 15 jaar bij te stellen. .....
..
Bellalve mechanische beschadigingen•.die bijvoorbeeld kunnen optreden. als <:en gränu1aireÎáag op het folje wordt gestQrten aansluitend wordt verdicht, is er ook een categorie vän beschadigillgen of aantasting van het lmIlststof die te wijten is aan invloeden van buitenaf. . ... . . Het voorkomen van deze beschadigingen van buitenaf is onderwerp van voorliggend document. .
2
Bouwdienst R. W. S. Droge Infrastructuur afdelingTWmelbouw 3.
Beheer en OnderhQ~p FoliCtoDStr.ueties
BEHEER EN ONDERHOUD Onder hettieheer .van de folieconstructies verstaanwè hefgeheel aan activiteiten, dat er opgericht is de folieconstructie zijn functie gedurende de l~vensduur telà~n vervullen. . .' Het begrip onderhoud öïnvatbetvolëoen. aan alle"ttchniscne acHvitêitenen randvoorwaarden die nodig zijn om functievervulling van de folieconstructie gedurende de levensduur mogelijk te maken. Dit omvatnaástb, v : het schoonmaken van drainage systeem en hemelwaterafvoersystemen oqK:. het begrip." inSPt:ctieft • .. :1:(,- ~ ,:
: '-,'
,'~ ,: .• ' '.
. ':"
.
Onder inspectie wordt verstaan het. inwinnen, ..verwerken en interpreteren van' informatie met het deel de conditie van de .folieconstructie. \tast te stelleil en' . ,.
.;~ : ,
eventuele.sebades op te sporen. .' . ' ".. ' ' •.... .. Voor de beoordeling van de inspectieresuitaten' is••bet. vé,lubelang •om de .schadeoorzaken 0l' te sporen teneinde uitspraken te kunnen "oen over d~restlevènsduur van het·foUeofeffectiviteit van mogelijk te .nemen maàtregelen.'· . . De beheer~erdienfdeBouwdienst degèlegenheid.tebied~llom,. m~teen frequentie van Ix per 10 jaar, enkele monsters uit het 1d~lSpit;aande . . buitenzijde •van de folieconstructiete nemen om de speêifieke' eigêilsèh~pPènte beoordelen. Lokatie monsters: . Nat monster, .arm •.lxI m2, ca. 1 m ..onder hetgron
3
,
•
•
.•
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
4
Bouwdienst R.W. S.
BeheerenOnderhotid~'
Droge infrastructuur
FölièConStru.cftês··' ... ..
afdeling••• 1lijmelbouw
,'"
:'.,'.:
,"
...
"~~"''''_.~
.'.
Indien in plaats van een rioleringssysteemsletea' binnen de tblieebnsttuctie zijn aangebracht, in verband met afvoer van regenwater, dan moeten deze gec01lt1"Oleerd worden op vervuiling en verstopping. . '. Veran4ering van taluds of diepte' van desloot'ismet toegestaan.
3.6.
Opsporen mogelijke lekkages Hefregistreren •van.de totalehoeveellieid .opgepomptWatètuildewaterkeldêrS en. vergelijken met de .totale hoeveelheid neerslag binnen de foliecollStructie. HieriJiJde verdal1lpingop maaiveldrtiveauincalculere~. Grote verschillen ku11neneen indicatie geven ovér:aewatefdîêhthêid"vandè' /" folieconstructie. Twee.maal per jaar. (zoIIlereIlwinter)contrQleren. Eventuele •• lekkages·.zijn,·op.·.te·.·spo~n ••. dOo!•• de.aa~wêziged~~epUttentWeê.··.·' maal pet jaar te controleren .••-Watertransportdoor de putgeëft<áaiIdat· 'inec:11', bepaaldgebieddewatemichtheid onvoldoondtris;; . .,,. Het plaatsen van peilbuizen binnen de foliec0nstrflctîeen hètperiooiek (l:tpêr kwartaal) inmeten van degrondwaterstaoozaleenindiêatie~Venöver. de' .' watemichtheidof het··nietgoedfunctioneren van hetdtàinagesysteem . '<.; ; ..
(-
3.7.
.',,',.
.,.<;.::,.""
'. . ~ :
,.'
: ~" ,"'~ : ',' 't:. ".,0
Overige aandachtspunten Om lekkages van het folie te voorkomen mogen •.dètaiuds,in
worden.
5
4.
Chemisdlebestendiglleid
van bet folie
6
Bouwdienst R.W.S. Droge Infrastructuur afdeling Tunnelbouw Bijlage A,
b9~'~
Beheer" ~~. Onde •.
FoliecoDstl"ûcnes
uit rapport nr. 605/'86 van Kunststoffen en Rubber Institutit'TNO, "., 19 december 1986
;:'
7
;