EINDRAPPORT XML-PILOT INSTALLATIESECTOR Conclusies, aanbevelingen, bevindingen en ervaringen van de XML-pilot in de Installatiesector zoals deze is uitgevoerd in de periode januari 2004 t/m januari 2005.
COLOFON GS1 Nederland
GS1 Nederland speelt een actieve en leidende rol in het bevorderen van de toepassing van wereldwijde open standaards voor automatische identificatie en elektronische communicatie ten behoeve van bedrijven, consumenten en overheid. GS1 Nederland heeft de visie dat iedereen baat heeft bij de toepassing van wereldwijde open standaards. Concreet betekent dit dat GS1 Nederland bedrijven helpt bij het realiseren van kostenbesparingen en kwaliteitsverbeteringen in de primaire bedrijfsprocessen. Zij bereikt dit door het ontwikkelen, beheren en promoten van standaards en het verlenen van daarbij behorende ondersteunende diensten. Hiermee bevordert zij ketenintegratie en voegt zij waarde toe aan ketens van bedrijven.
Instalnet
Stichting Instalnet is in 1991 opgericht om de uniforme, elektronische communicatie binnen de installatiesector te bevorderen en praktisch mogelijk te maken. De doelstelling van de Stichting Instalnet is tweeledig.
Auteur
Copyright
•
Het opzetten, ontwikkelen en vaststellen van de artikelclassificatie voor de installatiebranche
•
Het vaststellen van communicatiestandaards voor de branche.
GS1 Nederland Stef Spaan © April 2005, Amsterdam/Rosmalen. Teksten uit deze brochure mogen zonder voorafgaande toestemming worden overgenomen of verwerkt, mits voorzien van bronvermelding.
Adres
Vragen
GS1 Nederland
Instalnet
Tourniairestraat 3 1065 KK Amsterdam
Westeind 5b 5245 NL Rosmalen
Postbus 90445 1006 BK Amsterdam
Postbus 228 5240 AE Rosmalen
Telefoon: (020) 511 38 20 Fax: (020) 511 38 30
Telefoon: (073) 522 57 88 Fax: (073) 522 57 89
E-mail: Internet: www.gs1.nl
Email:
[email protected] Internet: www.instalnet.nl
Algemene vragen over GS1-activiteiten en/of het gebruik van de GS1-standaards kunt u richten aan de afdeling Customer Service van GS1 Nederland, telefoon (020) 511 38 88. Actuele informatie kunt u vinden op de website: www.gs1.nl Voor algemene vragen over Instalnet-activiteiten kunt u contact opnemen met de Stichting Instalnet, telefoon (073) 522 57 88. Actuele informatie kunt u vinden op de website: www.instalnet.nl
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
INHOUD MANAGEMENTSAMENVATTING
1
INLEIDING
3
PROJECTORGANISATIE
4
RESULTATEN
5
3
INFRASTRUCTUUR DEELNEMERS
8
4
BEVINDINGEN
11
5
ERVARINGEN DEELNEMERS
13
6
KNELPUNTEN EN VALKUILEN
14
7
CONCLUSIES
15
8
AANBEVELINGEN
16
APPENDIX A: DEELNEMENDE BEDRIJVEN
17
APPENDIX B: PROJECTGROEP EN WERKGROEP
18
1 2
2.1 2.2 2.3
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4
4.1 4.2 4.3 4.4
6.1 6.2
Implementaties XML-berichten per bedrijf Functionaliteit Invoeringsconventies XML-berichten uitwisselen vanuit de backoffice
Conversie en communicatie communicatie infrastructuur Communicatie protocol Envelop Beveiliging Synchrone/asynchrone communicatie
Invoeringsconventies met XML-specificaties infrastructuur XML en grote bestanden Testberichten en testservice
Knelpunten Valkuilen
5 5 6
8 8 8 9 9 10
11 11 11 12
14 14
APPENDIX C: COMPONENTEN XML-SPECIFICATIES19 REGISTER
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
21
MANAGEMENTSAMENVATTING In de periode januari 2004 tot januari 2005 heeft de Stichting Instalnet, ondersteund door UNETO-VNI (ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel in Nederland) en GS1 Nederland een pilot uitgevoerd in het kader van haar standaardisatie activiteiten. Bij deze pilot waren toonaangevende bedrijven betrokken uit de installatiesector. Het doel van de pilot was: • Vaststellen, inrichten en testen van de communicatie infrastructuur ten behoeve van het uitwisselen van XML berichten via internet. • Implementeren van de XML-standaard van GS1 Nederland in de producten van de softwarebedrijven, op basis van de Invoeringsconventies voor de installatiesector, en het uittesten van de interoperabiliteit daarvan. • Implementeren van de Invoeringsconventies van GS1 Nederland voor de installatiesector bij de deelnemende bedrijven op basis van de XML standaard van GS1 Nederland. Vijftien bedrijven (fabrikant, groothandel, installateur, softwareleverancier) uit de sector hebben deelgenomen aan de pilot. Zij hebben clusters gevormd en iedere cluster heeft een keuze gemaakt voor een te testen berichtenscenario met één of meerdere daarbij behorende berichten. Voor de fysieke uitwisseling van de berichten is gebruik gemaakt van standaard internet faciliteiten. Conclusies: •
De Invoeringsconventies voldoen in de praktijk en vormen een goede basis voor de verdere uitrol in de gehele installatiesector.
•
De implementatie van XML als techniek is soepel verlopen. Hiermee is XML dan ook een veelbelovende techniek voor de komende jaren.
•
Voor het opzetten en inrichten van een communicatie infrastructuur zijn aanvullende leidraden nodig, waarin afspraken worden vastgelegd over zowel de technische aspecten als over de organisatorische elementen (bv. procedures).
Aanbevelingen: • Stel een plan van aanpak op voor een brede uitrol van XML in de branche. Belangrijke onderdelen van dit plan zullen moeten bestaan uit: o Communicatieplan. Hierbij is dan van groot belang om de voordelen van XML boven de andere communicatie standaarden bij de deelnemers in de sector onder de aandacht te brengen. o
Organisatorische inrichting Het is van groot belang dat de uitrol wordt begeleid door een begeleidingsgroep die de voortgang bewaakt en knelpunten signaleert en verhelpt.
o
Aanvullende afspraken en richtlijnen Aanvullende afspraken en richtlijnen moeten worden gemaakt voor de inrichting van de communicatie infrastructuur en het vaststellen en realiseren van beveiligingsmaatregelen.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 1
•
Onderzoek de mogelijkheden van aanvullende diensten rondom de uitwisseling van elektronische berichten d.m.v. XML en via internet.
•
Stimuleer en faciliteer de toepassing van nieuwe mogelijkheden van XML
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 2
INLEIDING In 2001 is GS1 Nederland begonnen met het definiëren van EAN standaards voor XML berichten. De bedoeling was dat deze EAN XML-standaard toegepast moest kunnen worden door bedrijven die werkzaam zijn binnen onder meer de installatiesector. Er bestond op dat moment interesse en behoefte vanuit de bouw- en installatiesector om de weg van XML in te slaan. In het programma van eisen werd tevens bepaald dat zowel grote bedrijven alsmede het MKB (Midden en Klein Bedrijf) van de XML-standaard gebruik moesten kunnen maken. In 2002 is een inventarisatie uitgevoerd in de installatiesector m.b.t. de toepassing en implementatie van elektronische berichten. Het resultaat daarvan was: • •
EANCOM® werd alleen toegepast tussen fabrikant en groothandel EANCOM® werd niet toegepast bij installatiebedrijven en werd ervaren als duur
•
en complex ASCII berichten waren al voorhanden in standaardpakketten
• Geen eenduidige ASCII standaards Op basis van deze verkenning is een strategie ontwikkeld om ervoor te zorgen dat binnen de sector op een éénduidige manier door de hele keten elektronische berichten zouden worden uitgewisseld. De strategie hield in: • •
Bijblijven met technologische ontwikkeling EANCOM® en ASCII vervangen door XML
• •
Ketenintegratie door gezamenlijke XML definities Verhogen acceptatie door software industrie
In de loop van 2003 zijn activiteiten opgestart en afgerond om uitvoering te geven aan de strategie. De resultaten waren: • Invoeringsconventie Installatiesector is functioneel herzien • •
Definiëren van berichten in XML is afgerond Samenwerkingsverband met de softwarebranche is opgetuigd met als doel
•
ketenintegratie te bevorderen Plan van aanpak is opgesteld
Besloten is om de (functioneel) aangepaste Invoeringsconventies inclusief de XMLdefinities in de vorm van een pilotproject aan een praktijktest te onderwerpen.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 3
1 PROJECTORGANISATIE De XML-pilot heeft ten doel gehad de pilotdeelnemers de ontwikkelde XML specificaties in de praktijk te laten implementeren en evalueren. Opdrachtgever voor de pilot was de Stichting Instalnet. Op organisatorisch en inhoudelijk terrein heeft de Stichting Instalnet zich laten ondersteunen door UNETOVNI en GS1 Nederland. UNETO-VNI vertegenwoordigt branchebreed de installatiebedrijven en de technische detailhandelsbedrijven in Nederland en heeft de rol van secretaris vervuld tijdens de pilot. GS1 Nederland heeft de volgende diensten geleverd tijdens de pilot: • Projectbegeleiding (één aanspreekpunt voor de pilot) en voorzitterschap projectgroep en werkgroep • Inhoudelijke deskundigheid en ondersteuning t.a.v. XML, de XML-standaard van GS1 Nederland, communicatie infrastructuur aspecten en de Invoeringsconventies • Testservice voor het valideren van de XML-berichten De groep pilotdeelnemers bestond uit bedrijven die zaken doen binnen de installatiesector alsmede softwarebedrijven die namens de kleine installateurs in de pilot participeerden. De pilotdeelnemers hebben onderling clusters gevormd die ieder één of meerdere berichten in hun cluster hebben uitgetest. De projectorganisatie heeft bestaan uit een projectgroep en een werkgroep die zich met technische aspecten m.b.t. communicatie infrastructuur bezighield (Werkgroep Communicatie Infrastructuur). De projectleiders van de pilotdeelnemers hebben deelgenomen aan de projectgroep. De projectgroep had ten doel de voortgang en detailplanning te bewaken, de aansturing van de werkgroep te realiseren en de aanbevelingen van de werkgroep te beoordelen. De Werkgroep Communicatie Infrastructuur heeft zich vooral beziggehouden met de aspecten rondom de fysieke uitwisseling van de XML-berichten via internet.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 4
2 RESULTATEN 2.1
IMPLEMENTATIES XML-BERICHTEN PER BEDRIJF
Voor de berichten: artikelgegevens, productgegevens order, orderwijziging, orderbevestiging, verzendbericht en factuur zijn door GS1 Nederland Invoeringsconventies (IC) aangereikt met bijbehorende XML-specificaties. In de IC’s zijn de functionaliteiten beschreven met bijbehorende gegevensdefinities, zoals deze door de Commissie Communicatie Standaards (CCS) van de Stichting Instalnet zijn vastgesteld. Niet alle berichten zijn door de pilotdeelnemers geïmplementeerd. Per bedrijf volgt een overzicht van berichten die tijdens de pilot zijn geïmplementeerd of waarvan de implementatie nagenoeg is afgerond.
Bedrijf 2BA 4PS ACTO ADMEA ECONOSTO ENK Software HOMIJ Installogic ODS Rexel Nederland B.V. Solar Elektro BV Syntess Software Technische Unie VEGRO XIAM Solutions B.V.
2.2
Artikel gegevens X
Product gegevens X
X X
X X
X
X
X
X
X
Order
Orderbevestiging
Factuur
X X
X X
X X
X
X
X X X X X X X
X X X X X X X
X X X X
X
X
X
FUNCTIONALITEIT INVOERINGSCONVENTIES
In de installatiesector wordt gewerkt volgens meerdere scenario's voor handelstransacties. Toepasbaarheid van deze scenario's hangt af van het soort product dat besteld wordt, en van de stap in de keten. De invoeringsconventie ondersteunt de volgende scenario's: - Scenario 1a: Order - Deelleveringen niet toegestaan - Scenario 1b: Order - Deelleveringen wel toegestaan - Scenario 2: Projectorder Scenario 1a is het eenvoudigst, en lijkt sterk op scenario's die worden toegepast in retailbranches zoals de Doe-het-zelf branche. Dit scenario is vooral geschikt voor het aanvullen van artikelen vanuit voorraad. Scenario 1b is complexer, en is vooral van belang indien gewerkt wordt met artikelen die op bestelling geproduceerd worden.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 5
X X X X
Scenario 2 is het meest complex, en is van toepassing wanneer exact gepland moet worden wanneer de bestelde artikelen op een bepaalde plaats aanwezig dienen te zijn. De scenario's worden in de volgende paragrafen in detail beschreven. Het verschil tussen de scenario's zit vooral in de verschillende manieren waarop door de leverancier moet / mag worden omgegaan met situaties waarin hij niet conform order kan leveren. Onder conform order leveren wordt verstaan dat de leverancier kan leveren: 1. De gevraagde artikelen 2. In de gevraagde aantallen 3. Op de gewenste datum/tijd De scenario's leiden tot sterk verschillende manieren van werken bij zowel leverancier als afnemer. Vooraf zullen dus bilateraal afspraken gemaakt moeten worden over het toe te passen scenario. Niet alle scenario’s zijn door de pilotdeelnemers geïmplementeerd. Per bedrijf volgt een overzicht van de scenario’s die tijdens de pilot zijn geïmplementeerd of waarvan de implementatie nagenoeg is afgerond. Scenario 2 is het meest complexe scenario m.b.t. de inrichting ervan in de bedrijfsprocessen en is daarom niet geïmplementeerd.
Bedrijf ECONOSTO HOMIJ ODS Rexel Nederland B.V. Solar Elektro BV Technische Unie
Scenario 1a 1b X X X X X X X
2
Gedurende de pilot zijn enkele functionele aanpassingen in de IC’s doorgevoerd zoals het opnemen van: • een projectnummer t.b.v. referentie in de transactieberichten • Ten behoeve van mensleesbaarheid in bv. een browser, hetgeen een potentie is van XML: o naast de codes voor bv. artikel en verpakkingen ook de mogelijkheid om o
de omschrijvingen mee te geven naast de adrescodes ook de volledige adresgegevens voor alle
mogelijke rollen (besteller, leverancier, afleveradres, e.d.) Hoewel (nog) niet alle scenario’s en functionele gegevensvelden zijn geïmplementeerd tijdens de pilot, blijkt de aanwezige en geteste functionaliteit goed te voldoen. 2.3
XML-BERICHTEN UITWISSELEN VANUIT DE BACKOFFICE
Nagenoeg alle deelnemers hebben een directe conversie vanuit hun backoffice systeem van en naar de XML-berichten gerealiseerd.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 6
Ten aanzien van de kwaliteit van de implementaties dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de conversie van intern formaat naar XML (mapping) en de inbedding van het berichtenscenario in de backoffice. Van het merendeel van de XML implementaties zijn de conversies getoetst. De aangemaakte XML-berichten bleken valide aan het relevante XML-Schema. Het uitwisselingsformaat is hiermee technisch bezien correct. Voor de pilotdeelnemers die nog geen operationele EDI-implementatie gerealiseerd hebben, lag het zwaartepunt juist op de genoemde inbedding. De pilotdeelnemers beschikken over een verscheidenheid aan backoffice systemen. Deze systemen zijn aangepast om de functionaliteit van de berichten te kunnen ondersteunen en daarmee in te bedden in de bedrijfsomgeving. Voor de validatie van de XML-berichten hebben de meeste pilotdeelnemers standaard software aangeschaft en geïmplementeerd. De meest van deze software is als freeware of groupware te verkrijgen of is geïntegreerd in de softwareproducten van gerenommeerde bedrijven als Microsoft, SAP, IBM.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 7
3 INFRASTRUCTUUR DEELNEMERS 3.1
CONVERSIE EN COMMUNICATIE
Alle pilotdeelnemers gebruiken een geïntegreerd logistiek systeem als backoffice. Sommige van deze logistieke systemen bevatten ook voor externe communicatie de vertaal- en communicatie-component. Dit zorgt ervoor dat een intern formaat ondermeer geconverteerd kan worden naar XML en andersom. De bedrijven met deze oplossing hebben in feite hun conversie en communicatie faciliteiten in huis. De meest recente versies van deze componenten zijn in staat XML-Schemas in te lezen ten behoeve van het creëren van mappings en het valideren van XML-berichten. Bij de overige pilotdeelnemers is er sprake van een andere benadering. Zij hebben een gateway verbonden aan hun backoffice. Deze gateway staat veelal bij de gebruiker in huis en biedt de mogelijkheid meerdere talen (EDIFACT, XML en andere) en meerdere protocollen (SMTP, http(S) en andere) te ondersteunen voor de fysieke uitwisseling.
Intern Backoffice
Conversie en Communicatie
3.2
COMMUNICATIE INFRASTRUCTUUR
Alle pilotdeelnemers hebben voor het uitwisselen van de XML-berichten internet ingezet als transportmedium. Daarbij zijn 4 aspecten van belang: 1. communicatie protocol 2. envelop 3. beveiliging 4. asynchrone/synchrone communicatie Op deze 4 aspecten wordt nader ingegaan in de volgende paragrafen. 3.2.1
COMMUNICATIE PROTOCOL
Tijdens de pilot zijn 2 protocollen voor communicatie ingezet en uitgetest, SMTP en HTTP. Per bedrijf volgt een overzicht van de communicatie protocollen die tijdens de pilot zijn toegepast. In algemene zin kan worden gesteld dat de communicatie tussen Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 8
groothandel en fabrikant op basis van HTTP plaatsvindt en tussen groothandel en (kleine) installateur op basis van SMTP. De voorkeur van de pilotdeelnemers gaat uit naar HTTP omdat SMTP als te onveilig wordt gezien (zie ook paragraaf 3.2.3). Onderkend wordt dat dit bij (kleine) installateurs een andere infrastructuur vraagt met bijkomende investeringen en complexiteit. Het opzetten daarvan viel niet binnen de scope van het project. Bedrijf 2BA 4PS ACTO ADMEA ECONOSTO ENK Software HOMIJ Installogic ODS Rexel Nederland B.V. Solar Elektro BV Syntess Software Technische Unie VEGRO XIAM Solutions B.V.
3.2.2
SMTP X X X
HTTP X
HTTPS
X
X
X X X X
X X X X
X X X X X X X
X
ENVELOP
Om de XML-berichten te kunnen transporten is een envelop nodig waarin onder meer wordt aangegeven voor wie de berichten zijn bestemd en wie de afzender is. Tijdens de pilot is ervoor gekozen om daarvoor SOAP toe te passen. In de standaard SOAP envelop zijn enkele wijzigingen aangebracht, t.w.: • Test indicator is toegevoegd om aan te geven dat dit bericht bedoeld is voor •
test doeleinden Capabilities: opsomming van technische mogelijkheden waarover de zender van het bericht beschikt voor de ontvangst van de response. Mogelijke waardes zijn: o o
SMTP HTTP asynchroon
o HTTP synchroon Er zijn afspraken gemaakt over de waardes die moeten worden ingevuld in de elementen van de SOAP envelop. Nagenoeg alle pilotdeelnemers hebben de SOAP envelop geïmplementeerd en toegepast. 3.2.3
BEVEILIGING
Binnen de pilot is ervoor gekozen om Basic-Authentication toe te passen in de uitwisseling via HTTP. Met Basic-Authentication wordt bedoeld dat alleen gebruik wordt gemaakt voor de HTTP sessie van een login id en wachtwoord.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 9
SMTP kent dit mechanisme niet. De berichten via SMTP zijn dus inherent onveilig. Als beveiligde berichten via SMTP moeten worden verzonden moet een oplossing worden gezocht in het toepassen van S/MIME of XML encryptie. Deze aanvullende beveiliging voorzieningen zijn niet toegepast in zowel de HTTP sessie als bij SMTP. 3.2.4
SYNCHRONE/ASYNCHRONE COMMUNICATIE
Synchrone communicatie houdt in dat binnen dezelfde internet sessie op een orderbericht de orderbevestiging wordt teruggestuurd, terwijl bij asynchrone communicatie de internetsessie wordt afgesloten en opnieuw wordt opgebouwd wanneer de orderbevestiging moet worden gestuurd. Beide vormen hebben voor- en nadelen, zowel technisch als procedureel. Binnen de pilot is gekozen om de volgende protocollen toe te passen: o SMTP o o
HTTP asynchroon HTTP synchroon
Eén van de mogelijke nadelen is de vertraging bij asynchrone communicatie. Bilateraal tussen afnemer en leverancier moet worden bepaald en vastgelegd wat deze maximale vertragingstijd mag zijn. Twee niveaus zijn daarbij van belang: o o
wat willen/kunnen de leveranciers ondersteunen wat ondersteunt de software
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 10
4 BEVINDINGEN 4.1
INVOERINGSCONVENTIES MET XML-SPECIFICATIES
Tijdens de pilot is gebleken dat de deelnemers er zeer goed in geslaagd zijn de IC’s in hun eigen organisatie in te voeren en toe te passen. Wel moet worden vastgesteld dat lang niet alle functionaliteiten uit de IC zijn getest. Daarnaast is gebleken dat de deelnemers de mappings realiseren op basis van de aangereikte XML-Schemas. De handelsberichten die zij in de praktijk uitgewisseld hebben bleken technisch bezien valide en goed bruikbaar voor testdoeleinden. XML biedt goede mogelijkheden om de communicatie tussen bedrijven technisch correct te laten verlopen. De XML-berichten kunnen immers voor verzending en bij ontvangst gevalideerd worden aan het relevante XML-Schema. Tijdens het testen van de berichten zijn er verschillende keren onduidelijkheden geweest over de toepassing van de berichten. Moeten bepaalde velden er nou wel of niet in, welke schema’s worden aan beide zijden van de communicatie toegepast en dergelijke. Deze zaken hebben echter niet tot grote problemen geleid. 4.2
INFRASTRUCTUUR
Veel tijd en aandacht is noodzakelijk gebleken voor de vaststelling en inrichting van de communicatie infrastructuur. Er is technisch veel mogelijk, het maken van de juiste afweging om tot een goede keuze te komen is niet eenvoudig gebleken. Hoewel het uitgangspunt was om te streven naar één infrastructuur voor communicatie is dat in de praktijk door de diversiteit aan partijen (fabrikant – groothandel - installateur; groot en klein) niet mogelijk gebleken. Gevolg daarvan is dat bedrijven geconfronteerd kunnen worden met het inrichten van meerdere infrastructuren voor communicatie (asynchroon/synchroon; SMTP/HTTP/HTTPS). Het gebruik van de SOAP standaard voor de envelop is zeker waardevol gebleken voor de HTTP sessies. Voor SMTP wordt het nut als beperkt beschouwd. Gebleken is dat de standaard SOAP header te beperkt was in zijn functionaliteit. Deze functionaliteit is toegevoegd, maar daarmee is de aangepaste SOAP header wel gaan afwijken van de standaard. 4.3
XML EN GROTE BESTANDEN
Tijdens de pilot is gebleken dat het verzenden van grote hoeveelheden artikel- en productgegevens tot problemen kan leiden. Bij het verzenden via HTTP is er geen probleem met limieten. Bij SMTP is er in veel gevallen sprake van diverse limieten op de groottes van mailboxen en beperkingen van providers. De volgende oplossingsrichtingen zijn genoemd: • Technisch d.m.v. het zippen van het bestand met XML-berichten. De aanbeveling vanuit het project is om dan GZIP te gebruiken. Maar het gevaar blijft bestaan dat ondanks het zippen het bestand toch boven de limiet van een mailbox uitstijgt en daarmee niet via SMTP correct kan worden uitgewisseld.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 11
•
Procedureel 1. Via SMTP zouden alleen kleine mutatiebestanden kunnen worden uitgewisseld, terwijl voor grote bestanden (complete catalogi bv.) HTTP kan worden gebruikt. Voor bedrijven die geen HTTP aankunnen zouden dan de grote bestanden op CD-Rom kunnen worden aangeleverd. 2. Altijd ophalen van artikelgegevens bij 2BA volgens een standaard. Daarbij wordt dan niet een push maar een pull toegepast. 2BA stuurt daarbij bv. per email een bericht dat een bestand klaarstaat en door het activeren van een programma worden de artikelgegevens opgehaald (pull). Evenzo kan 2BA ook de gegevens ophalen bij de fabrikanten..
De vraag is dan hoe de leverancier van de gegevens weet welke techniek er gebruikt moet worden. Dit zou kunnen op basis van de vastgestelde grenzen, bilaterale afspraken of door de aanvrager aan te geven in een request. Tijdens de pilot is de push (van fabrikant naar 2BA via HTTP) methode toegepast. De pull methode (van 2BA naar installateur) is wel technisch uitgewerkt, maar wordt na de pilot getest en geïmplementeerd. Er is geen gebruik gemaakt van het zippen van de XML-berichten. 4.4
TESTBERICHTEN EN TESTSERVICE
In de set van XML-specificaties zijn ook voorbeeldberichten opgenomen. Een aantal bedrijven hebben deze goed bruikbaar gevonden om hun XML inrichting vooral technisch te testen. Er bestaat daarnaast grote behoefte aan testberichten, die een bepaald berichtenscenario ondersteunen met betekenisvolle gegevens. GS1 Nederland heeft ook een testservice ingericht en beschikbaar gesteld om XMLberichten syntactisch te kunnen valideren tegen de XML-standaard. Daar is hoegenaamd door de pilotdeelnemers geen gebruik van gemaakt.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 12
5 ERVARINGEN DEELNEMERS Ten behoeve de evaluatie is als leidraad een vragenlijst opgesteld. Van de meeste deelnemende bedrijven is een ingevulde vragenlijst retour ontvangen. De vragen in de leidraad waren gegroepeerd naar de aandachtsgebieden: organisatorische aspecten, technische aspecten XML-conventie, technischorganisatorische aspecten XML-implementatie, operationaliteit XML-implementatie, belang van het bedrijf voor deelname aan de pilot en toekomstverwachtingen. Tenslotte is gevraagd om op een aantal onderdelen een rapportcijfer te geven. De verslagen van de evaluatiegesprekken zijn bij GS1 Nederland beschikbaar. Onderstaand de belangrijkste ervaringen uit deze evaluaties: - Technisch is het invoeren van de EAN standaards in XML geen kunst. De grootste opgave wordt gevormd door de problematiek bij het integreren van de bedrijfsprocessen van de handelspartners met bijbehorende applicatie systemen. -
XML is weliswaar moderner en in veel opzichten handiger, maar de kunst zit hem vooral in het toepassen daarvan bij de integratie van de backoffice systemen.
-
De samenwerking van de deelnemende bedrijven is als zeer positief ervaren en zal leiden tot een grotere interesse bij bedrijven om XML te gaan gebruiken
-
De IC met bijbehorende XML-specificaties is als zeer bruikbaar ervaren XML is het fundament dat nieuwe mogelijkheden voor het bedrijf kan creëren. Gedacht wordt daarbij aan nieuwe handelsrelaties, maar ook Webservices en deeplinks worden genoemd.
Tot slot van dit hoofdstuk volgt een overzicht van de door de bedrijven gegeven rapportcijfers (gemiddeld over alle bedrijven) per aspect. Aspect
Gem.cijfer
Set XML specificaties
7,38
Pilot begeleiding
7,15
Pilot ondersteuning
7,00
Pilot organisatie
7,15
Communicatie (PR)
6,23
Implementatie intern
6,92
Implementatie partners
6,67
Gehele pilot
6,77
Totaal gemiddeld
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
6,91
Pagina 13
6 KNELPUNTEN EN VALKUILEN 6.1
KNELPUNTEN
Tijdens de pilot zijn de volgende knelpunten naar voren gekomen: • Onbekendheid en gebrek aan kennis en ervaring bij softwareleveranciers en gebruikers. Dat geldt voor de implementatie van XML zelf, maar ook voor de inrichting van de infrastructuur voor uitwisselen van de berichten via internet.
6.2
•
Gemis aan testbestanden met betekenisvolle data voor het testen van berichtenscenario’s
•
Ontbreken van een éénduidige set van (procedurele en technische) afspraken voor de branche over de wijze waarop de XML-berichten via internet worden
•
uitgewisseld Ontbreken van een éénduidige oplossing voor het uitwisselen van grote
•
bestanden, met name artikel- en productgegevens Technische complexiteit
VALKUILEN
Tijdens de pilot zijn de volgende valkuilen genoemd: •
De implementatie van de Invoeringsconventies met XML kost meer, het duurt langer en valt nog wel eens tegen
•
De mapping van de eigen bedrijfsgegevens op de XML-definities wordt onderschat
•
Traditionele modellen voor het uitwisselen van gegevens worden “1 op 1” omgezet naar XML
• •
Er wordt onvoldoende gebruik gemaakt van de specifieke voordelen van XML Verkeerde parser gebruiken; niet alle parsers hebben de W3C regels voor de
•
XML-standaard op de juiste wijze ingebouwd Er wordt te veel focus gelegd op techniek en op “leuke dingen bouwen”
•
•
De wijze waarop het werken binnen het bedrijf is gestructureerd en georganiseerd sluit niet aan bij de vereiste graad van gestructureerdheid dat een EDI implementatie vraagt Aanvullende en éénduidige afspraken over de wijze van communiceren van de berichten worden niet gemaakt
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 14
7 CONCLUSIES De Invoeringsconventies zoals deze zijn opgesteld in een samenwerking tussen de Stichting Instalnet i.c. de CCS en GS1 Nederland voldoen in de praktijk en vormen een goede basis voor de verdere uitrol in de gehele installatiesector. De implementatie van XML als techniek is soepel verlopen en heeft geen echte problemen en knelpunten opgeleverd. Hiermee is XML dan ook een veelbelovende techniek voor de komende jaren. Dit hangt echter van de acceptatie bij de overige bedrijven in de installatiesector. Alleen bij brede acceptatie als standaard kan de XML berichtenuitwisseling HET communicatiemiddel voor de komende jaren worden. Voor het opzetten en inrichten van een communicatie infrastructuur zijn aanvullende leidraden nodig, waarin afspraken worden vastgelegd over zowel de technische aspecten als over de organisatorische elementen (bv. procedures).
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 15
8 AANBEVELINGEN Aangetoond is dat XML de potentie heeft om de uitwisseling van elektronische berichten in de gehele keten van de installatiesector te ondersteunen en nieuwe mogelijkheden kan creëren om het elektronische zakendoen te stimuleren. Stel een plan van aanpak op voor een brede uitrol van XML in de branche. Belangrijke onderdelen van dit plan zullen moeten bestaan uit: •
Communicatieplan De voordelen van XML boven de andere communicatie standaards zullen nadrukkelijk onder de aandacht moeten worden gebracht bij de deelnemers in de sector. Indien deze niet duidelijk naar de sector gecommuniceerd worden zullen weinig bedrijven extra investeringen doen om hun ‘oude’ infrastructuur (op basis van ICM of EDI bijvoorbeeld) uit te breiden of te vervangen.
•
Organisatorische inrichting Het is van groot belang dat de uitrol wordt begeleid door een begeleidingsgroep die de voortgang bewaakt en knelpunten signaleert en verhelpt. De projectgroep van de XML-pilot heeft de bereidheid uitgesproken om als begeleidingsgroep
•
door te gaan. Aanvullende afspraken en richtlijnen Aanvullende afspraken en richtlijnen moeten worden gemaakt voor de inrichting van de communicatie infrastructuur en het vaststellen en realiseren van beveiligingsmaatregelen. De Werkgroep Communicatie Infrastructuur heeft aangegeven dat zij als technische groep bij de uitrol door wil gaan. Nieuwe belangstellenden zijn daarbij van harte welkom. Met name moet aandacht worden besteed aan: o
beveiliging/veiligheid aspecten t.a.v. compressie, encryptie, digital signing e.d.
o
SOAP header authenticatie
Onderzoek de mogelijkheden van aanvullende diensten rondom de uitwisseling van elektronische berichten d.m.v. XML en via internet. Te denken valt daarbij aan: •
Testen en certificeren nieuwe deelnemers. Dit betreft dan niet alleen het technisch testen en certificeren van de toepassing van XML en het communiceren daarvan via internet, maar met name ook het testen en certificeren van de berichtscenario’s met de juiste en betekenisvolle gegevens.
•
Centrale webserver t.b.v. HTTP communicatie met kleine bedrijven die niet over de (financiële en organisatorische) mogelijkheden beschikken om zelf een webserver in beheer te nemen. In de pilot is gebleken dat de voorkeur uitgaat naar HTTP communicatie, omdat deze meer security proof is. SMTP is dat niet of veel minder.
Stimuleer en faciliteer de toepassing van nieuwe mogelijkheden van XML bij onder meer: • •
Ontwerpproces (bv. bestek) Incasso
• •
Opvragen voorraad situatie en proforma orderbevestiging Verzoek tot ophalen artikel- en productgegevens bij 2BA
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 16
APPENDIX A: DEELNEMENDE BEDRIJVEN Bedrijf 2BA 4PS ACTO ADMEA ECONOSTO ENK Software GS1 Nederland HOMIJ Technische Installaties bv Installogic ODS Rexel Nederland B.V. Rexel Nederland B.V. Solar Elektro BV Stichting Instalnet Syntess Software Technische Unie UNETO-VNI VEGRO XIAM Solutions B.V.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Contactpersoon Joop v. Rijswijk André Overeem Steven Boelens Anton Slockers Henk Mugge Kick Martens Stef Spaan Aart Veldhuizen Hans Nooitgedagt Jan Pieter Flohil Rob Boesten Patrice Put Eddy Geurts Hein Takkenberg Hans Walrave Johan Kremer Peter Zwakhals Max Faber Bert Blaauw
Telefoon 073-5225786 0342-425622 033 4226800 079-3426115 010 2841296 0251-318548 020-5113820 030-6085441 0515-5749 22 0180-640169 0182-575757 0182-575757 026-3652209 073-5225788 0111-418040 020-5450461 079-3250650 072-5192033 036-5234077
Pagina 17
APPENDIX B: PROJECTGROEP EN WERKGROEP Projectgroep Bedrijf 4PS 4PS ACTO ADMEA ECONOSTO ENK Software GS1 Nederland HOMIJ Technische Installaties bv Installogic ODS Rexel Nederland B.V. Solar Elektro BV Stichting Instalnet Syntess Software Technische Unie UNETO-VNI VEGRO XIAM Solutions B.V.
Contactpersoon André Overeem Arjan Hollebrandse Steven Boelens Anton Slockers Henk Mugge Kick Martens Stef Spaan Aart Veldhuizen Hans Nooitgedagt Jan Pieter Flohil Rob Boesten Eddy Geurts Hein Takkenberg Hans Walrave Johan Kremer Peter Zwakhals Max Faber Bert Blaauw
Werkgroep Communicatie Infrastructuur Bedrijf 2BA/TTT ACTO ADMEA GS1 Nederland Solar Elektro BV Syntess Software TU/OTRA VEGRO XIAM Solutions B.V.
Contactpersoon Erwin-Paul v.d. Waal Steven Boelens Erik Herlaar Stef Spaan Eddy Geurts Erik-Jan Meijer Christian Joosen Max Faber Ronald Muller
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 18
APPENDIX C: COMPONENTEN XMLSPECIFICATIES XML-Schema XML-Schema is een XML-specificatie beheerd door het W3C (World Wide Web Consortium) waarmee de blauwdruk voor een document of berichttype vastgelegd wordt. Zo zal met behulp van een XML-Schema de structuur van bijvoorbeeld een XML-order of een XML-factuur gedefinieerd zijn. Het XML-Schema kan binnen diverse XML-softwarepakketten ingelezen worden voor het opstellen van mappings (zie onderstaande figuur). Het XML-Schema is immers de blauwdruk voor de te verzenden c.q. te ontvangen XML-Instances (werkelijke XMLberichten). De XML-Instances kunnen qua structuur en datatypes gevalideerd worden tegen het genoemde XML-Schema. Deze validatie is een technische kwaliteitscontrole van de XML-berichten. 1 inlezen Representatie
Representatie
XML-Schema
In-house
Out-house
order
ordergegevens
ordergegevens
Mapping 3 opslaan 2 mappen
include
XML-Schema modules
Proces:
Order
‘Maken Mapping’
Handelsberichten vertonen veel overlap qua gebruikte business elementen. Zo wordt er bijvoorbeeld zowel binnen een order als een factuur over ‘leverancier’ gesproken. Ter wille van de consistentie en het beheer is ervoor gekozen om deze ‘bouwstenen’ eenmalig te definiëren binnen een separaat XML-Schema. Dit schema (Modules) wordt vervolgens binnen de berichtdefinities van order, factuur e.d. aangeroepen. De XML-Schemas kennen derhalve een modulaire opbouw. Order
OrderResponse
DespatchAdvice
Invoice
XML-Schema
XML-Schema
XML-Schema
XML-Schema
Modules XML-Schema met her bruikbare ‘bouwstenen’
Modulaire opbouw XML-Schemas
Tijdens de fysieke uitwisseling moeten er meerdere berichten in een keer verzonden kunnen worden. Hiertoe wordt een ‘envelop’ als verzamelinstrument gebruikt. Tevens
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 19
dient er algemene sessie informatie aan de uitwisseling meegegeven te kunnen worden. Er is gekozen voor een SOAP-envelop. SOAP staat voor Simple Object Acces Protocol en kan gebruikt worden binnen de uitwisselingstechnieken: http en SMTP. Het XML-Schema voor de envelop definitie wordt beheerd door W3C.
XML-Instance Een XML-Instance is een XML-bericht met gegevens conform een XML-Schema. Het XML-bericht is tevens gevalideerd aan het betreffende XML-Schema. Dit betekent dat het bericht qua structuur en datatypes voldoet aan het relevante XML-Schema. De XML-Instances zijn handig tijdens het realiseren en controleren van mappings. Er kan immers eenvoudig gecontroleerd worden of technisch bezien goede XMLberichten juist geconverteerd worden naar inhouse formaat of andersom. Van ieder berichttype zijn meerdere XML-Instances aangereikt.
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 20
REGISTER Verklarende woorden/begrippen overzicht EANCOM®
Standaard van GS1 voor het elektronisch uitwisselen van
ebXML
gestructureerde handelsdocumenten electronic business XML: beoogde internationale standaard voor het elektronisch uitwisselen van gestructureerde handelsdocumenten op basis van XML
EDI
Electronic Data Interchange: geautomatiseerde en elektronische uitwisseling van genormeerde en gestructureerde gegevens tussen applicaties van verschillende organisaties
Gateway
Een knooppunt in een netwerk (bv. een LAN (Local Area Network)) dat toegang biedt tot een ander soort netwerk (bv. een WAN (Wide Area Network)) en daarbij alle formaaten adresseringsproblemen oplost. Technisch gezien is een gateway een computer die twee of meer netwerken aan elkaar koppelt en gegevens doorgeeft.
HTML
Hyper Text Markup Language: Taal waarmee internetpagina’s kunnen worden opgemaakt
HTTP
HyperText Transfer Protocol: afsprakenstelsel voor communicatie van gegevens over internet
HTTPS Hyperlink
http Secure Een mogelijkheid om een link te leggen tussen de ene internetpagina en een ander internetpagina en daarmee van interntpagina naar internetpagina te “springen”.
Mapping
Parser
vertaalrecepten: instructie waarin aangegeven is hoe de data van het interne naar het externe formaat (of andersom) overbracht dient te worden Software dat controleert: •
of het XML-bericht volgens de algemene XMLstandaard van W3C is opgebouwd (well-formed)
•
of XML-bericht overeenkomt met het XML-Schema (valid)
SMTP
Standard Mail Transfer Protocol: afsprakenstelsel voor het communiceren van emailberichten
SOAP envelop
Simple Object Acces Protocol: beschrijving van de ‘envelop’ waarin berichten elektronisch kunnen wortden uitgewisseld
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 21
W3C
World Wide Web Consortium: organisatie die onder andere de XML basisstandaard heeft ontwikkeld en beheerd alsmede diverse op XML gebaseerde aanvullende
XML
standaards zoals XML-Schema en Xforms. eXtensible Markup Language Taal waarmee berichten (documenten) kunnen worden gedefinieerd voor uitwisseling via internet tussen computer
XML-Instance
applicaties Instantie: invulling van een XML document/bericht op basis
XML-Schema
van een XML-schema Op XML basissyntax gebaseerde standaard waarmee structuur en definitie van de elektronische berichten kan worden gedefinieerd
Eindrapport XML-pilot Installatiesector
Pagina 22