EINDRAPPORT Expertmeeting ‘Gendersensitief Beleid bij Gemeenten’
oktober 2015
1
Inhoud 1 Inleiding ............................................................................................................................................ 3 2 Aanpak project ................................................................................................................................ 4 3 Resultaten expertmeeting ........................................................................................................... 6 4 Conclusies en aanbevelingen ................................................................................................... 13 Bijlagen ................................................................................................................................................ 22
2
1 Inleiding In dit eindrapport treft u de uitkomsten aan van de expertmeeting ‘Gendersensitief beleid bij gemeenten’ die op 11 juni 2015 werd georganiseerd door de Nederlandse Vrouwen Raad, in samenwerking met Atria, Mezzo en Movisie. Deze expertmeeting werd mogelijk gemaakt door subsidie van het ministerie OCW, mede namens de ministeries SZW en VWS. De expertmeeting maakt deel uit van het project Zorg M/V van de Nederlandse Vrouwen Raad. De aanleiding voor de expertmeeting was de inwerkingtreding op 1 januari 2015 van het lokale beleid na de decentralisaties naar het gemeentelijk sociaal domein. Vanaf dat moment wordt voor ondersteuning aan ouderen, mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of een psychische stoornis en voor kinderen in de knel, in eerste instantie een beroep gedaan op de sociale omgeving: familie, buren en vrienden, waarna wordt bekeken wat in aanvulling daarop nodig is. Daardoor neemt de vraag naar informele zorg toe: mantelzorg, vrijwilligerswerk en burenhulp. De bezuinigingen waarmee de decentralisaties gepaard gaan, zetten de banen bij formele zorgorganisaties onder druk. Dat treft voornamelijk vrouwen in deeltijdbanen omdat die in de zorg oververtegenwoordigd zijn. Zij worden door gemeenten graag ontvangen als vrijwilliger voor de begeleiding van ouderen en jongeren. Ook zullen mensen die nu afhankelijk zijn van een uitkering verder worden gestimuleerd tot werk, eventueel in de vorm van te leveren informele zorg. Voor veel Nederlanders verandert dan ook de verhouding tussen zorg en werk. De vraag is of het nieuwe beleid voor vrouwen anders en minder gunstig uitpakt dan voor mannen. De expertmeeting ‘Gendersensitief beleid bij gemeenten’ heeft als doel in kaart te brengen op welke manier gemeenten hun sociaal beleid na de decentralisaties kunnen inrichten en uitvoeren zodat de (mantel-)zorgtaken meer gelijkelijk over mannen en vrouwen worden verdeeld, waardoor een zo optimaal mogelijke verdeling tussen mannen en vrouwen mogelijk wordt. In hoofdstuk 2 wordt de aanpak van de expertmeeting geschetst. In hoofdstuk 3 treft u een overzicht van de resultaten aan en in hoofdstuk 4 volgen de belangrijkste conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van de expertmeeting. In de bijlagen vindt u achtereenvolgens: het position paper (bijlage 1), de inleidingen die tijdens de expertmeeting werden gehouden (bijlage 2) en het verslag van de expertmeeting (bijlage 3). Het artikel dat op 11 juni 2015 in Trouw verscheen vindt u in bijlage 4.
3
2 Aanpak project
In het projectplan d.d. 13 maart 2015 dat door de Nederlandse Vrouwen Raad is aangeboden aan de ministeries OCW, SZW en VWS staat de voorgenomen aanpak beschreven. Het project is grotendeels volgens dat plan verlopen.
Position paper Er is gestart met het samenstellen van een position paper. De volgende deelnemers werden uitgenodigd recente onderzoeksresultaten samen te vatten en te delen: -
Dr. Ir. Alice de Boer - wetenschappelijk medewerker Zorg, Emancipatie en Tijdsbesteding, Sociaal en Cultureel Planbureau
-
Prof. Dr. Marjolein Broese van Groenou - hoogleraar Informele zorg, Vrije Universiteit
-
Dr. Mariëlle Cloïn - wetenschappelijk medewerker Zorg, Emancipatie en Tijdsbesteding, Sociaal en Cultureel Planbureau
-
Drs. Wilco Kruijswijk - Expertisecentrum Mantelzorg en afdeling Sociale Zorg, Movisie
-
Dr. Ir. Rick Kwekkeboom - lector Community Care, Hogeschool van Amsterdam
Verder is in het position paper verslag gedaan van een korte - niet representatieve inventarisatie bij gemeenten van de implicaties in de praktijk van de transities in de zorg. Dit
position paper is toegezonden aan de deelnemers van de expertmeeting. Zo werd kennis al vooraf met elkaar gedeeld en ontstond een gezamenlijk vertrekpunt voor alle deelnemers aan de expertmeeting. Het position paper is voor een breed publiek beschikbaar gesteld door publicatie op de websites van de Nederlandse Vrouwen Raad, Atria, Movisie en Mezzo.
Expertmeeting Op 11 juni 2015 vond een expertmeeting plaats op de locatie 7AM aan het Buitenhof 47 in Den Haag. Deelnemers zijn geworven bij gemeenten, rijksoverheid, maatschappelijke organisaties, zorgorganisaties en vrouwenorganisaties. In totaal woonden 60 mensen de expertmeeting bij, verdeeld over deze verschillende doelgroepen. Tijdens de expertmeeting zijn, na een kort welkomstwoord door NVR voorzitter Dorenda Gerts, korte inleidingen verzorgd door: -
Jantine Kriens (directievoorzitter Vereniging Nederlandse Gemeenten): Rollen en
kansen voor gemeenten
4
-
Eelco Wierda (senior beleidsadviseur Atria): ‘Gratis’ mantelzorg m/v
-
Dorly Deeg (hoogleraar Epidemiologie van de veroudering Vrije Universiteit): Oud
worden is normaal: epidemiologie, ouderen, jongeren en zorg -
Liesbeth Hoogendijk (directeur Mezzo): Mantelzorg en gender. Resultaten Nationaal
Mantelzorgpanel mei 2015 Vervolgens hebben de deelnemers zich in zes groepen gebogen over de volgende vragen: waar staan we nu, waar willen we naartoe, hoe komen we daar? Het verloop van deze discussies is in elke groep op flipovervellen bijgehouden en de concrete uitkomsten zijn op kaarten genoteerd. Deze kaarten zijn geordend opgehangen in een schema waarin complexiteit (van ‘eenvoudig’ naar ‘complex’) werd uitgezet tegen tijd (van ‘nu’ naar ‘over 5 jaar’). Op deze manier werden de quick wins (eenvoudig en snel uit te voeren) onderscheiden van de taaiere klussen (complex en kost tijd). Sneldichteres Floortje Schoevaart van Humor Werkt! vatte de uitkomsten in een humoristische – gesproken - column op geheel eigen wijze samen. Minister J. Bussemaker (OCW) nam aan het eind van de bijeenkomst de eerste uitkomsten in ontvangst en sprak de wens uit dat alles wat in de expertmeeting bedacht wordt ook bij haar terecht komt. Zij gaf aan dat ze het dan kan bespreken met de collega’s in het kabinet en met de actoren die samen met het rijk voor uitvoering kunnen zorgen. Na afloop van de expertmeeting ontvingen alle deelnemers een verslag van de bijeenkomst en een link naar de slides van de inleiders. Hen is toegezegd dat zij een exemplaar van het eindrapport ontvangen.
Publicatie in Trouw Op 11 juni 2015 publiceerde Trouw een paginagroot artikel over het onderwerp onder de titel: ‘Moeten mannen meer mantelzorgen?’, door Maaike van Houten. Korte interviews met Jantine Kriens, Rick Kwekkeboom, Liesbeth Hoogendijk en Dorenda Gerts werden aangevuld met algemene informatie over de problematiek rond gendersensitief beleid en de achtergronden van de expertmeeting.
5
3 Resultaten expertmeeting Hieronder zijn alle plannen verzameld die tijdens de expertmeeting en in het position paper zijn genoemd: rijp en groen, groot en klein, M/V-gerelateerd of niet, bruikbaar of (nog) niet, inclusief overlap.
Keukentafelgesprekken
Gesprekken plannen buiten kantoortijden zodat ook werkende mantelzorgers (M/V) gemakkelijker aanwezig kunnen zijn. (Bijkomend voordeel voor de gemeenteambtenaar is dat deze wellicht onder kantoortijd mantelzorg in zijn eigen privésituatie kan verlenen.)
Slimme vormen van samenwerking met hulp van moderne technieken zoeken tussen gemeente, professionele zorgverleners, vrijwillige hulpverleners en familie, waardoor de overlegtijd en de bureaucratie vermindert en ‘iedereen kan meedoen’.
Kennis bij Wmo-consulenten vergroten over traditionele familiegebonden patronen, over de verschillende ‘soorten’ mantelzorg die mannen en vrouwen verlenen, hun verschillende reacties op overbelasting als gevolg van die mantelzorg en het verschil in ervaren belasting dat samenhangt met het opleidingsniveau.
In het gesprek moet de behoefte van ouderen centraal staan, niet het aanbod.
Aanwezigheid van een mantelzorger of andere betrokkene verplicht
Vraag ook naar zoons.
Maak een instructie/checklist voor loketmedewerkers, gericht op gendersensitiviteit
Leid genderbewuste Wmo-consulenten op die oog hebben voor het hele (familie)systeem
Kennis van en inzicht bij de consulenten in de verschillende manieren waarop mannen en vrouwen omgaan met mantelzorg en hun ervaren belasting.
Gemeentelijk beleid
Zorg voor een betere aansluiting formele en informele zorg
Maak gebruik van statistische gegevens (lokale, actualisatie)
Meet de urgentiebehoeften van alle ouderen rondom woon- en zorgwensen, dit regelmatig meten
Bij migrantengroepen is vaak een slechtere positie van mantelzorgers
Vanuit beleid wordt alleen op onderdelen gekeken (kokers)
Voorkom bij instanties e.d. dat tegen vrouwelijke mantelzorgers gezegd wordt bij zware belasting: “gaat u minder werken”
6
Met doelgroepenbeleid altijd vanzelfsprekendheid ter discussie stellen (bewust zijn) en aandacht geven aan: - delen zorgtaken (speciale aandacht voor migranten) - economische zelfstandigheid (speciale aandacht voor migranten) - voldoende betaalde arbeid (speciale aandacht voor migranten)
Overheid mag mantelzorg niet uitbuiten en moet ondersteuning bieden die overbelasting voorkomt
Zorg voor voldoende vraag/aanbod in ondersteuningsaanbod → actief kwetsbare mensen opzoeken en goede en tijdige informatie bieden
Zorg dat je op intermediairniveau hoort wat mantelzorgers nodig hebben + oplossingen (maatschappelijke organisaties, wijkteam, kerken, e.d.)
Concretiseer het aanbod
Bied eigen kracht conferenties aan
Breid het dagbestedingsaanbod uit
Zorg ook voor mogelijke nachtopvang als dat de mantelzorger verlicht
Zorg voor diversiteit in de teams die mantelzorgers/mensen helpen (bijv. bij keukentafelgesprek)
Breng partijen bij elkaar en sta open voor creatieve ideeën (bijv. jongeren wonen goedkoop als zij iets doen voor ouderen)
Stimuleer tussenvormen tussen zorg en welzijn
Haal tegengestelde wet- en regelgeving eruit
Zorg voor samenwerking tussen afdelingen gemeente (SoZaWe/Wmo)
Onderzoek of persoonlijke dienstverlening achteruitgang of vooruitgang is: bij aanstellen van ‘au pair voor ouderen’ creëer je een genderprobleem in andere landen (buitenlandse vrouwen komen naar NL, maar laten gezin met kinderen achter)
Nodig meer mensen uit bij de keukentafelgesprekken
Verbeter de opleiding van Wmo-consulenten
Laat de overheid zich bewust zijn van gedeelde verantwoordelijkheid, maar zich niet teveel achter de voordeur bemoeien
Verken het palet van ondersteuningsmogelijkheden: familie, buren, vrijwilligers, professionals: zorg dat men van elkaar weet en elkaar steunt.
Help oplossingen vinden voor familieconflicten/ondersteunen van families (mentor benoemen)
Vergroot de kennis over familiesystemen en doe aanvullend onderzoek indien nodig
Let op de ongelijkwaardige startpositie (werk/inkomen) M/V
Wees alert op een onvoorspelbare overheid en willekeur bij keukentafelgesprek, zeker in de ogen van inwoners
7
Voer gesprekken met migranten om beeldvorming te beïnvloeden (rol gemeente: publiekscampagne)
Betrek meer vrouwen bij lokale diensten
Ondersteun vrouwen bij heroriëntatie op de arbeidsmarkt
Empowerment van vrouwen via lokale democratie
Voorzieningen als dagbesteding overeind houden in voldoende mate!
Systemisch werken invoeren in het keukentafelproces
In de Wmo staat ‘gebruikelijke zorg’. Wat is dat? Hoe vullen gemeenten dat in?
Is de gemeente regisseur van de informele zorg? Of zijn de mensen dat zelf? Maar de gemeente beslist of je het krijgt. Hoe eerlijk is dat? Als je zelf een netwerk hebt, gaat het nog wel. Maar als je dat niet hebt, hoe krijg je dan hulp? En hoe eerlijk is het dat die persoon dan wel hulp krijgt, terwijl bij de buurvrouw wordt gezegd dat haar netwerk (= haar dochter) het maar moet doen? Bij wie ligt de verantwoordelijkheid? Bij de mensen? Maar bij wie ligt de bevoegdheid? Bij de gemeente? Kun je dat scheiden?
Goed inzicht verwerven in bestaande sociale systemen in gemeente, niet nieuwe bouwen.
Meer mix van mannen en vrouwen in gemeentelijke ondersteunende teams.
Besef van eigen normen en waarden bij degene die het keukentafelgesprek voert.
Focus bij gemeenten op voorwaarden scheppen en beleid maken
Werkgevers
Ga als werkgever het gesprek aan met mantelzorger
Maak mantelzorg bespreekbaar op het werk
Aandacht voor verlofregelingen
Flexibele werkuren
Mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid bij werkgevers
Werkgevers financieel compenseren uit potje waar werkgever en werknemer gezamenlijk de kosten voor dragen: - fiscaal aantrekkelijk (overheid) - percentage loonsom - fonds door ZZP’ers
Goed werkgeverschap = mantelzorgvriendelijk
Bedrijfsfonds (evt. % loonsom) om vervangende hulpdiensten in te huren zodat je niet van je werk hoeft
Gemeenten positioneren als ‘mantelzorgvriendelijke’ werkgever: misschien een goede ingang om het perspectief van de werkende ‘kind-mantelzorger’ (met in het
8
ongunstigste geval een zorgafhankelijke ouder ver weg) op het netvlies van gemeenten te krijgen.
Techniek
Investeer in robotica en domotica
Investeren in techniek en daarmee mannen verleiden (dit doen mensen zelf m.b.v. de markt)
Scholing
Vanaf basisschool een vak introduceren “omgangsvormen in de maatschappij”
Aandacht en bespreken binnen onderwijs en verenigingen dat zorgtaken uitvoeren normaal is
Leer hulp te vragen op jonge leeftijd
Kansen maken voor laagopgeleide vrouwen in de zorg. Die vallen tussen wal en schip. Scholing bieden voor vrouwen om een aanvullende opleiding te doen. Van MBO naar HBO, bijvoorbeeld. Houd ze uit de kaartenbak van de gemeente, empowering en economisch zelfstandig.
Zorg aantrekkelijker maken onder jongeren. Snuffelstages in onderwijs bij zorginstellingen. Maatschappelijke stages richten op vrijwilligersorganisaties. Zorg en vrijwilligerswerk moet ‘gewoon’ en ‘cool’ zijn.
Buitenland
Leren van andere landen en culturen
“Het Deense model” = kinderen (& jongens) leren om hulp te vragen op jonge leeftijd. Model in NL is ‘autonoom’ = je moet het zelf redden, onafhankelijk
Onderzoek doen naar ontwikkelingen in het buitenland. In België is men verplicht voor ouders te zorgen. Hoe organiseren ze dat? In Denemarken wordt kinderen al vroeg geleerd om hulp te vragen, jongens en meisjes. In NL is men meer gericht op autonomie: je moet jezelf redden. Dat kan een barrière zijn bij het vragen om hulp.
Communicatie
We hebben het over steun en niet over zorg
Neutrale taal en voorbeelden → niet seksespecifiek: mantelsteun of -hulp
Seniorenprogramma’s in de media → ‘Ik zorg voor jou” in GTST
Alternatief voor de term mantelzorger (geen structurele oplossing)
Voorlichting aan samenleving (Postbus 51) over genderspecifieke valkuilen
Gender hoort wel aan de familie-keukentafel, niet aan de gemeentelijke keukentafel
9
Merknaam ‘mantelzorg’ heeft negatief imago (zwaar, lastig, ongelijk verdeeld, het ‘overkomt’ je)
Positiever beeld van zorgverlening belichten: campagne (nationaal/lokaal)
Taal: zorg = informele zorg, geen persoonlijke verzorging. Het is meer hulp of steun. Ander woord? Dat helpt wellicht ook M om te interesseren.
Campagnes ook op mannen richten: media, soaps, voetbal
Concreet communiceren welke verandering in sociale regels verwacht wordt van burgers. Zijn we ‘verplicht’ persoonlijke verzorging te verlenen aan onze ouders? En ook aan de buurvrouw? Of is mantelzorg meer een kwestie van hulp en ondersteuning bij het huishouden? Wat verwacht de overheid van zorg voor ouders die vele tientallen kilometers weg wonen? Zorgen mannen ook? En hoe dan? Welk soort hulp kan een zorgvrager wel en niet verwachten van de overheid?
In de communicatie letten op de m/v-rolverdeling: laat ook een man zien die zorgt.
Bewustwording van de rol van mannen in de zorg op de lokale agenda zetten. Goede voorbeelden uit de mantelzorg tonen en vanuit de verschillen tussen mannen en vrouwen de verbinding zoeken.
Empowering mantelzorgers
Vrouwen moeten zelf kiezen; ruimte is er
Familie/netwerk is zo georganiseerd dat iedereen een evenredig deel kan leveren in ‘afwisseling’ met externe ondersteuning
Acceptatie van de ouder wordende mens
Iedereen is bewust van (hun) verantwoordelijkheid en rol in zorgen voor elkaar (alle generaties)
Belasting in tijd/mentaal expliciet maken
Overbelasting/wederkerigheid en afhankelijkheid → vraagverlegenheid
Voorlichting (zo vroeg mogelijk) → “jezelf leren wapenen” via mantelzorgers, mantelzorgcafé, huisartsen, gemeente
Vrouwen: ga eens emanciperen! En grenzen stellen
Mantelzorg zelf doen of betalen/inhuren: welke keuze maak je en waarom?
Hoe doen mannen het en hoe doen vrouwen het? → minder werken → waarom doen vrouwen dat?
Hardnekkige patronen en verwachtingen in de samenleving
Ook verschillen tussen zorgontvangers (mannen: moet ik dat huishouden ‘zelf’ doen, vrouwen: liever zorg door een dochter)
Schaamte en onwetendheid meer bij vrouwen → taboesfeer
Mannen die niet voor iemand gezorgd hebben voor wie ze wel wilden zorgen
Mantelzorger: zorg goed voor jezelf M/V
10
Zorgvrager: autonomie → regie houden
Mantelzorger → grenzen stellen
Kennis verzamelen over familiesystemen en verschillende manieren van omgaan met zorgbelasting door M/V. Mensen helpen om zichzelf te helpen.
Leren over eigen begrenzingen: wat doe je wel wat doe je niet?
‘Empoweren’ van mantelzorgers in het overzien van de omvang en intensiteit van de mantelzorg, zodat ze hun draagkracht goed inschatten en bewust keuzes maken over de verdeling en planning van zorg en werk.
Algemeen
Palet van ondersteuningsmogelijkheden verkennen: welke mogelijkheden zijn er allemaal?
Combi’s van betaalde en onbetaalde steun onderzoeken (kenniscentra+overheid+ VNG)
Iedereen een basisinkomen i.v.m. verdeling zorg – werk
Tegengaan bureaucratisering: bij aanvragen van hulp bewijzen dat je mantelzorger bent
Als onderliggende voorwaarde: economische zelfstandigheid vrouwen vergroten
Kennis over familiesystemen en conflicten met het oog op gender (onderzoek nodig door NWO →WO/HBO)
Bewustwording, breed: m/v, beroepskrachten, zorgontvangers, overheden, DOORLOPEND over de prijs die je betaalt als je zorg ten koste laat gaan van je werk
Mannen willen ook graag mantelzorgen
Wat gebeurt er als het zorgpotentieel daalt en je doet niets aan de scheve M/Vverdeling? Verhoogt dat de (morele) belasting op V? Wordt er dan gewoon geen zorg meer verleend?
Verschillende mogelijkheden onderzoeken: combinaties van zelf steun geven, buurman van je ouders erbij betrekken, iets inkopen, vrijwilligerswerk, etc.
Kansen voor bedrijven in persoonlijke dienstverlening. Kwaliteit? Of is dat ‘terug naar het dienstmeisje’? En alleen te betalen voor welgestelden.
Onderzoek (laten) doen naar M/V-verschillen. Ook in VUmc LASA-onderzoek?
Kennis verzamelen over de verschillende manieren waarop M/V omgaan met zorgbelasting en over familiesystemen en omgaan met conflicten met het oog op gender.
Kennis breed verspreiden onder verschillende doelgroepen: zorgorganisaties, gemeenten, vrijwilligersorganisaties en alle mensen. Mensen helpen om zichzelf te helpen door kennis te vergroten.
11
Onderzoek en monitoring van de economische zelfstandigheid van vrouwen. Hoe ontwikkelt hun arbeidsparticipatie zich verder? In welke sectoren verdwijnen banen M/V? Onderliggende voorwaarde voor uitbreiding van mantelzorg.
Oog voor overbelasting. Onderzoek, monitoren van mogelijke overbelastingsignalen. Kennis verspreiden onder iedereen (herken je stress, hoe deel je de zorg?)
Persoonlijke dienstverlening. Au pair voor ouderen. Combinaties van betaalde en onbetaalde zorg door verschillende partijen: kinderen, vrienden, buren, ingekocht, etc. Wat werkt? Goede voorbeelden?
Mogelijke effecten van de decentralisatie van de zorg specifiek gaan monitoren. Meten = weten. Wat we niet meten, weten we niet. Dat is zoals we weten uit de emancipatiegeschiedenis ook een politieke keuze: de onbetaalde arbeid van vrouwen onzichtbaar houden want het is een onderdeel van de privésfeer.
Een groot deel van de werkenden kan werk en zorgtaken goed combineren en blijft gevrijwaard van negatieve effecten, zoals structurele vermindering van de arbeidsduur of een gezondheidsverslechtering. Een beperktere groep, vooral te vinden onder degenen die intensieve of langdurende hulp geven, werd wel geconfronteerd met een gezondheidsachteruitgang en/of langdurend verzuim (zie tabel 3.2.1). Bij hen zitten hulp aan naasten en betaald werk elkaar dus duidelijk in de weg. Dit onderzoek roept de vraag op waar de grens ligt van wat er gevraagd wordt van de “participerende burger”. Het laat zien dat er nu al een groep werkende mantelzorgers is die door de druk van de combinatie van taken uitvalt of minder gaat werken.
Mantelzorg benaderen als een onderwerp dat zich niet afspeelt tussen één mantelzorger en één zorgontvanger, maar iets dat zich afspeelt in een familie of in het bredere sociale netwerk, Daarbij stimuleren om te expliciteren hoe de ‘organisch’ gegroeide zorgverdeling tot stand is gekomen.
12
4 Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk vatten we de belangrijkste uitkomsten van de expertmeeting samen en doen we enkele aanbevelingen voor de praktijk. Niet alleen voor gemeenten, maar ook voor andere partijen die betrokken zijn bij en invloed kunnen hebben op de evenwichtige verdeling van (mantel)zorgtaken tussen mannen en vrouwen. We combineren daarbij informatie uit het position paper, de inleidingen die werden gehouden tijdens de expertmeeting en de discussies tussen de deelnemers tijdens de expertmeeting. Zo komen we tot negen thema’s die aandacht verdienen bij het stimuleren van gendersensitief beleid. Bij elke aanbeveling staan partijen benoemd die betrokken kunnen worden bij de uitvoering.
Stimuleren van bewuste keuzes De grotere rol van vrouwen in de mantelzorg is cultureel bepaald, daarom zullen veranderingen in deze taakverdeling niet snel gaan. Het is dan ook niet aan overheden om persoonlijke keuzes van burgers te beïnvloeden 1. Toch beïnvloedt overheidsbeleid de ruimte voor persoonlijke keuzes altijd. In het decentralisatiebeleid rondom de zorg constateren deelnemers aan de expertmeeting dat lokale overheden de neiging hebben die ruimte voor vrouwen (impliciet, maar niet minder werkelijk) te beperken door een beroep te doen op de ‘familie’. Keuzes in de combinatie van werk en zorg maken vrouwen dus zelf. Een valkuil is echter dat mantelzorg vaak op een niet-gepland moment ‘erbij’ komt. Deze extra taak is niet voorzien, maar wel noodzakelijk. Het is een keuze-die-geen-keuze-is omdat zorg veelal vanuit een mengeling van vanzelfsprekendheid en plicht verleend wordt. Ook ervaren vrouwen dat familieleden en de overheid meer van hen verwachten dan van mannen als het gaat om zorgen voor een ander2, In veel gevallen is de vraag om mantelzorg een ‘nieuwe’ discussie binnen families en met vrienden, buren en verbonden gemeenschappen. Hoe verdelen we de mantelzorgtaken onderling? Voor welke combinaties met betaalde zorg wordt eventueel gekozen? Traditionele patronen spelen vaak een rol bij deze discussies3. Onderzoek naar deze traditionele patronen en tips over hoe daarmee in familieverband om te gaan, kan helpen om ‘gender’ aan de familietafel bespreekbaar te maken.
1
Rick Kwekkeboom in position paper (bijlage 1)
2
Mezzo Mantelzorgpanel in inleiding expertmeeting door Liesbeth Hoogendijk (bijlage 2)
3
Wilco Kruijswijk in position paper (bijlage 1)
13
Belangrijk is dat de keuzes tussen werk en zorg bewust gemaakt worden, met een goed zicht op de consequenties. Wat betekent de extra mantelzorgtaak voor mijn werk? Welke mogelijkheden biedt mijn werkgever? Wat zijn wettelijke regelingen? En waar kan ik in onderling overleg op uitkomen? Kan ik ‘een dagje minder’ werken en later weer ‘een dagje meer’? Welke consequenties heeft dat voor het inkomen? Voor het carrièreperspectief? Voor het pensioen? Maar ook bewuste keuzes omtrent de te leveren zorg zijn van belang. Om welke zorgtaken gaat het, op korte en op langere termijn? Hoeveel tijd kost dat? Hoe belastend is het? Overheden kunnen stimuleren hierin bewuste keuzes te maken. Ook werkgevers kunnen hier hun aandeel in hebben: bekendheid geven aan regelingen, openstaan voor flexibele oplossingen. Ze krijgen er vaak een gemotiveerdere werknemer voor terug. Bewuste keuzes tussen verschillende waarden (zorgen voor een naaste biedt voldoening, ook werk biedt voldoening) en praktische noodzaak (werk is nodig voor brood op de plank) kunnen helpen om de mantelzorg voor alle betrokkenen zo goed mogelijk te regelen. Empowering van vrouwelijke én mannelijke mantelzorgers in het overzien van de omvang en intensiteit van de mantelzorg is daarom van belang. Zo kunnen zij hun draagkracht goed inschatten en weloverwogen keuzes maken in de verdeling en planning van zorg en werk. Dat verkleint wellicht ook de risico’s op ziekteverzuim en overbelasting bij mantelzorgers die Alice de Boer en Edith Josten in het position paper signaleren. Aanbevelingen: -
Brede bewustwording stimuleren bij lokale bestuurders, beroepskrachten, zorgontvangers en mantelzorgers over de effecten van beleidsmatige keuzes rondom werk, (mantel)zorg en economische zelfstandigheid op gemeentelijk niveau. Lokale vrouwenorganisaties kunnen een verbindende en aanjagende rol spelen bij het opzetten van deze discussies. (Betrokkenen: lokale vrouwenorganisaties,
bestuurders, raadsleden, zorgverleners, mantelzorgers) -
Bewustwording stimuleren bij werkgevers en werknemers over de wettelijke regelingen en praktische mogelijkheden die de organisatie kan bieden om werknemers in staat te stellen mantelzorg met werk te combineren. (Betrokkenen:
werkgevers, werknemers) -
‘Empoweren’ van vrouwelijke mantelzorgers in het overzien van de omvang en intensiteit van de mantelzorg, zodat ze hun draagkracht goed inschatten en bewust keuzes maken over de verdeling en planning van zorg en werk. (Betrokkenen:
mantelzorgorganisaties, vrouwenorganisaties, gemeenten, werkgevers)
14
Gedeelde beelden over begrippen en verwachtingen Bij begrippen als ‘participatiesamenleving’, ‘zelfredzaamheid’ en ‘mantelzorg’ bestaan veel verschillende interpretaties; iedereen heeft daar zijn eigen beelden bij. Maar welke beelden zijn dat? En komen die overeen met wat de overheid van ons verwacht? Heeft ‘de overheid’ daar eigenlijk een gemeenschappelijk beeld van? Welke normen hanteert een gemeente voor een begrip als ‘zelfredzaamheid’ of ‘gebruikelijke hulp’? Hoe groot zijn de verschillen onderling tussen gemeenten? Móet je met een pannetje soep naar de zieke buurvrouw? Wat zijn de gevolgen voor de toedeling van zorg als je tientallen kilometers van je naasten woont in een heel andere gemeente? Concrete communicatie over de veranderingen in sociale regels die de overheid van burgers verwacht, kan helpen daarover een ‘gedeeld beeld’ te ontwikkelen. Aansprekende voorbeelden over de aanpak en de verdeling van zorg kunnen op de lokale agenda gezet worden. Ook de rijksoverheid kan hierin een aandeel hebben. Aanbevelingen: -
Helderheid bieden over sociale regels en de daaruit door de gemeente toe te passen beoordelingsnormen. Maatwerk in de beoordeling van elk individuele situatie is belangrijk, maar biedt de samenleving niet altijd concreet houvast. Ook kan de toepassing van maatwerk ertoe leiden dat mogelijke verschillen binnen een gemeente tussen de toedeling van zorg aan individuen onverklaard blijven. (Betrokkenen:
gemeenten) -
Voorlichting aan de samenleving bieden over genderspecifieke valkuilen: de traditionele m/v-patronen die vaak optreden bij de verdeling van zorg en werk tussen mannen en vrouwen. Herkenbare voorbeelden presenteren van minder traditionele verdelingen van zorg en werk tussen mannen en vrouwen: een voorlichtingsspotje waarin een man de zorg verleent. (Betrokkenen: kenniscentra,
vrouwenorganisaties, rijksoverheid) -
Positief beeld van zorgverlening belichten. Geslaagde zorgprojecten verzamelen en deze bekendheid geven. (Betrokkenen: gemeenten, zorgaanbieders)
-
Het imago van mantelzorg verbeteren. Minder nadruk op negatieve connotaties als ‘belastend’, ‘zwaar’, maar meer aandacht voor de positieve kanten: ‘dankbaar werk’, ‘aandacht en zorg voor elkaar’. Dit imago ook stimuleren via minder voor de hand liggende mediakanalen zoals bijvoorbeeld in soaps, seniorenprogramma’s of rondom films en voetbalwedstrijden - bij uitstek een moment waarom met name mannen bereikt worden. Het positievere imago kan mannen stimuleren meer oog en aandacht voor zorg te krijgen en zo helpen de m/v-verdeling tussen zorg en werk evenwichtiger te maken. (Betrokkenen: rijksoverheid, kenniscentra,
vrouwenorganisaties)
15
Keukentafelgesprekken meer gendersensitief Via keukentafelgesprekken bepalen gemeenten welke zorg en ondersteuning passend is. Beoogd wordt maatwerk te leveren. Elke gemeente vult deze gesprekken op haar eigen wijze in. Sommige nodigen altijd een mantelzorger uit, anderen niet. De meeste gemeenten voeren de gesprekken onder kantoortijd4. In de gesprekken is de m/v-verdeling van het sociale netwerk geen issue5. Deelnemers aan de expertmeeting constateerden voorbeelden van drastische vermindering van zorg en onvoorspelbare gemeentelijke beslissingen. In de discussies tijdens de expertmeeting bleek ook dat de indruk bestaat dat de bezuinigingsdoelstelling soms belangrijker is dan de inhoudelijk meest passende maatwerkoplossing. Het Wmo-begrip ‘gebruikelijke hulp’ biedt ruimte voor de invulling van maatwerk in individuele gevallen, maar deelnemers aan de expertmeeting spraken hun zorg uit dat dit kan leiden tot (grote) verschillen in toegekende hulp omdat verschillende gemeenten het begrip op eigen wijze invullen. Deze observaties vanuit de expertmeeting sluiten aan bij de uitkomsten van de digitale raadpleging ‘Zorg naar gemeenten’ die in het kader van het programma Aandacht voor Iedereen werd gehouden. Procedures verlopen moeizaam en de ondersteuning schiet tekort. Men klaagt over te weinig informatie over de spelregels en te weinig deskundigheid bij de gemeente. Aanbevelingen: -
Gesprekken desgewenst plannen buiten kantoortijden zodat ook werkende mantelzorgers (m/v) gemakkelijker aanwezig kunnen zijn. (Betrokkenen: gemeenten)
-
Slimme vormen van samenwerking met hulp van moderne technieken zoeken tussen gemeente, professionele zorgverleners, vrijwillige hulpverleners en familie, waardoor de overlegtijd en de bureaucratie vermindert en ‘iedereen kan meedoen’.
(Betrokkenen: gemeenten, professionele en vrijwillige zorgaanbieders, familie) -
Kennis verzamelen over familiesystemen en -conflicten met het oog op gender
(Betrokkenen: kenniscentra, NWO, WO/HBO) -
Vanuit deze verzamelde kennis de inzichten bij Wmo-consulenten vergroten over traditionele familiegebonden patronen, over de verschillende ‘soorten’ mantelzorg die mannen en vrouwen verlenen, hun verschillende reacties op overbelasting als gevolg van die mantelzorg en het verschil in ervaren belasting dat samenhangt met het opleidingsniveau. (Betrokkenen: kenniscentra, gemeenten, zorgaanbieders)
-
Kennis op lokaal niveau bij gemeenteraadsleden vergroten over de doelen, uitgangspunten, resultaten en opbrengsten van het gemeentelijk zorgbeleid, zodat zij in staat zijn effectief toezicht te houden op de uitvoering van dat zorgbeleid.
(Betrokkenen: gemeenten, politieke partijen, gemeenteraadsleden)
4 5
Inleiding bij expertmeeting door Jantine Kriens , VNG Position paper ‘Gendersensitief beleid bij gemeenten’, juni 2015 (bijlage 1)
16
Scheve m/v-verdeling mantelzorg wordt nog schever Van alle mantelzorgers van (schoon)ouders in de arbeidzame leeftijd (18-64 jaar) is bijna twee derde vrouw6. Bij intensieve mantelzorg neemt het aandeel vrouwen toe: 70% wordt door vrouwen verleend en 30% door mannen7. Naarmate de mantelzorg intensiever wordt, wordt de m/v-verdeling dus schever. De arbeidsparticipatie van vrouwen van 50-plus (de grootste categorie mantelzorgers) is nog nooit zo hoog is geweest en neemt elk jaar met één procentpunt toe. We hebben te maken met een historische stijging van de arbeidsparticipatie (en dus de economische zelfstandigheid) van vrouwen van 50-plus omdat een nieuwe, moderne en hoogopgeleide generatie vrouwen deze leeftijd bereikt en waarvan een groot deel blijft werken tot hun pensioen8. Het traditionele beeld van de ‘beschikbare’ vrouwelijke mantelzorger gaat dus niet meer op. Dit betekent dat ook vrouwelijke mantelzorgers hun participatie in de informele zorg veelal moeten combineren met formele arbeidsparticipatie. De transities in de zorg, gecombineerd met de bezuinigingen, leiden tot ontslagen die relatief meer vrouwen treffen dan mannen omdat zij in deze sector oververtegenwoordigd zijn. Een recente schatting9 geeft aan dat er in de komende twee jaar nog 27.000 banen zullen verdwijnen, met name in de verzorging en de thuiszorg. Dat komt bovenop het verlies van 22.000 banen dat in de afgelopen drie jaar al plaatsvond in de zorgsector. Dit banenverlies samen met het extra beroep op informele zorg, heeft een negatieve invloed op de arbeidsparticipatie en de economische zelfstandigheid van vrouwen en kan de bestaande scheve m/v-verdeling in de mantelzorg nog schever trekken. Aandacht in het beleid voor deze gevolgen voor met name vrouwen, lijkt dan ook gewenst. Aanbevelingen: -
De ontwikkeling van ‘mantelzorgfondsen’ bevorderen, waardoor werknemers, werkgevers en eventueel overheid gezamenlijk financiële ruimte scheppen aan werknemers om vervangende hulpdiensten voor mantelzorg in te huren. Goed werkgeverschap en mantelzorgvriendelijk beleid kunnen zo gecombineerd worden. Dit kan op brancheniveau of binnen een organisatie plaatsvinden. (Betrokkenen:
werkgevers, werknemers, rijksoverheid) -
Monitoren van de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de zorg, met name in de verzorging en thuiszorg. (Betrokkenen: kenniscentra, rijksoverheid, gemeenten)
-
Monitoren van ontwikkeling van arbeidsparticipatie en economische zelfstandigheid van vrouwen en deze ontwikkelingen expliciet vergelijken en verbinden met de
6 7 8 9
Alice de Boer en Edith Josten in position paper (bijlage 1) Alice de Boer en Edith Josten in position paper (bijlage 1) Inleiding bij expertmeeting door Eelco Wierda, Atria (bijlage 2) UWV Arbeidsmarktprognose 2014-2015
17
ontwikkeling van de m/v-balans in de mantelzorg. (Betrokkenen: kenniscentra,
rijksoverheid)
Zorgpotentieel neemt af Aan de Vrije Universiteit wordt sinds 1991 het LASA-onderzoek uitgevoerd: een grootschalig onderzoek naar het dagelijks functioneren van ouderen vanaf 55 jaar dat zich richt op fysieke, cognitieve, emotionele en sociale aspecten, het opsporen van risicogroepen en vroege signalering van knelpunten. Professor Dorly Deeg, hoogleraar Epidemiologie van de veroudering aan het VUmc, presenteerde tijdens de expertmeeting enkele resultaten uit dit onderzoek10: -
De groep mensen tussen 65 en 79 jaar en de groep 80+ers is toegenomen in de afgelopen 20 jaar. De groep tussen 45 en 64 jaar werd kleiner. Verder nam het aantal mensen met een complexe ziektelast - twee of meer chronische ziekten - toe in alle categorieën. Deze combinatie leidt ertoe dat het ‘zorgpotentieel’ (de mensen die gezond en wel - in staat zijn te zorgen voor de hulpbehoevende oudste categorie 80+ers) sterk afneemt, zelfs met 35% in de afgelopen 20 jaar.
-
Het type zorg dat mensen ontvangen in de laatste drie maanden van hun leven, is veranderd in de periode 2005-2009, vergeleken met de periode 1995-1999. Het aantal mensen dat geen zorg nodig heeft in die laatste drie maanden bedroeg 39% tussen 1995-1999. Tien jaar later was dat aantal gedaald tot 12%. Het aantal mensen dat formele en informele zorg thuis kreeg, steeg van 13% naar 27%. Het aantal mensen dat zorg in een kliniek kreeg, bleef vrijwel gelijk: van 37% naar 36%.
-
Het zorgpotentieel bestaat voor een groter deel uit vrouwen dan uit mannen. Vrouwen hebben een langere levensverwachting, maar leven ook langer in slechtere gezondheid.
Statistieken bieden inzicht in trends en kansen, ze geven geen informatie over individuele situaties. Maar de resultaten van het LASA-onderzoek geven, zeker in combinatie met de grotere nadruk op informele zorg en de begrenzing van de formele thuiszorg, een verontrustend beeld. Het lijkt erop dat de verhouding tussen ‘zorgvragers’ en ‘zorgbieders’ uit het lood raakt, juist op het moment dat het aanbod aan formele thuiszorg is teruggebracht. Dit is een kwestie met een lange levensduur; de verhoudingen zullen nog lange tijd scheef blijven. Aanbevelingen: -
Monitoren van deze ontwikkelingen door - met behulp van de gegevens uit het LASA-onderzoek - de gevolgen van het veranderende zorgbeleid voor vrouwen in
10
Inleiding bij expertmeeting door Dorly Deeg, VU (bijlage 2)
18
leeftijdsgroepen 45-65, 65-79 en 80+ in kaart te brengen. (Betrokkenen:
kenniscentra, rijksoverheid) -
Monitoren van veranderingen in de balans tussen ‘zorgvragers’ en ‘zorgbieders’ en deze in verband brengen met de m/v-verhouding in beide groepen. (Betrokkenen:
kenniscentra, rijksoverheid)
Impact van initiatieven voor informele zorg Er zijn verschillende voorbeelden van - vaak particuliere - initiatieven voor het inhuren van hulp voor informele zorg (begeleiding, boodschappen doen, vervoer, huishoudelijke hulp, etc.). Daarin wordt gebruik gemaakt van alternatieve muntsystemen, wederkerigheid en grotendeels vrijwillige inzet. Ook ontstaan steeds meer verschillende vormen van particuliere hulp die ingekocht kan worden. Aan deze initiatieven kleven enkele risico’s, volgens de deelnemers aan de expertmeeting. De inkoop van particuliere zorg is voorbehouden aan redelijk welgestelden en vergroot daardoor de verschillen tussen arm en rijk in de mogelijkheden voor het ontvangen van goede zorg. Ook zou het effect op de verdringing van bestaande arbeid in het oog gehouden moeten worden, evenals de vraag of het mogelijk is hiermee een volwaardige baan met economische zelfstandigheid te bereiken of dat de positie van ‘het dienstmeisje’ terugkeert. Beide soorten initiatieven bieden echter mooie kansen voor werkloze vrouwen (en mannen) om dienstbaar te zijn, aan de slag te komen en zo een gewaardeerde bijdrage aan de maatschappij te leveren. Belangrijke voorwaarde is dat dit met zakelijke en goede arbeidsvoorwaarden wordt omgeven. Aanbevelingen: -
Monitoren van het verdringingseffect op de arbeidsmarkt door de inzet van mantelzorg. Hierbij met specifieke aandacht voor de positie van vrouwen omdat zij oververtegenwoordigd zijn in de zorgsector. (Betrokkenen: kenniscentra,
rijksoverheid) -
Toezicht van de overheid op eerlijke arbeidsvoorwaarden, zodat banen echt bijdragen aan het vergroten van de economische zelfstandigheid van vrouwen. (Betrokkenen:
kenniscentra, gemeenten, rijksoverheid)
Aanvullende scholing specifieke doelgroepen Met name lager opgeleide vrouwen in de zorg lopen het risico tussen wal en schip te vallen. Deelnemers aan de expertmeeting geven aan dat de hoeveelheid banen in de zorg op MBOniveau afneemt doordat banen in de thuiszorg vervallen. Er is echter juist meer vraag naar
19
banen op HBO-niveau, bijvoorbeeld in de wijkverpleging. Gerichte aanvullende scholing bieden voor juist deze lager geschoolde vrouwen houdt hen uit de kaartenbak van de gemeente, vervult openstaande vacatures en geeft ze de mogelijkheid economisch zelfstandig te blijven. Aandacht voor (de kwaliteit van) de werkgelegenheid van deze kwetsbare groep vrouwen op de arbeidsmarkt in de laaggeschoolde uitvoerende beroepen lijkt gewenst. Zeker omdat daar vaak nog traditionele opvattingen leven over de omvang van banen en de prioriteit van het gezin. Mantelzorg treft uiteindelijk iedereen: vroeg of laat geef je mantelzorg of heb je het nodig. Bewustwording hiervan bij jongeren en bij (aankomende) professionals is van belang. Omdat mantelzorg iedereen - mannen èn vrouwen - aangaat, is een brede discussie over de verdeling en aanpak van de taken gewenst. Daar zou al bij de scholing van toekomstige generaties rekening mee gehouden kunnen worden. Aanbevelingen: -
Gerichte informatie over, (financiële) stimulering van en aangepaste bijscholingstrajecten bieden aan vrouwen die hun MBO-baan in de zorg verliezen en willen bijscholen naar HBO-niveau. (Betrokkenen: gemeenten, zorgaanbieders, MBO-
en HBO-opleidingsinstituten) -
Aandacht voor invulling van kwalificaties bij MBO- en HBO-opleidingen: welke competenties zijn nodig? Aansluiten bij veranderende behoefte in de zorg.
(Betrokkenen: MBO- en HBO-opleidingsinstituten) -
In het primair en secundair onderwijs in het lesprogramma (in de lessen maatschappijleer, snuffelstages, maatschappelijke stages) aandacht besteden aan ‘zorgen voor elkaar’. Kinderen (meisjes èn jongens) op jonge leeftijd leren hulp te vragen en te bieden, zodat ‘zorgen voor elkaar’ doodgewoon en wellicht zelfs cool wordt. (Betrokkenen: kenniscentra, primair en secundair onderwijs)
Aandacht voor migrantenvrouwen Speciale aandacht is wenselijk voor allochtone vrouwelijke mantelzorgers. In allochtone bevolkingsgroepen is de zorg nog veel meer traditioneel verdeeld tussen mannen en vrouwen dan onder de autochtone bevolking. Regeltaken worden veelal door mannen verricht, zorgtaken door vrouwen, ook als op basis van de competenties van de betrokken personen een andere verdeling wellicht doeltreffender zou zijn. Dit speelt met name bij hoger opgeleide allochtone vrouwen: de bespreking met familieleden van een andere verdeling van zorgtaken en werk is voor hen vaak niet gemakkelijk. Het risico van overbelasting als gevolg van de combinatie van mantelzorg en werk is in deze groep migrantenvrouwen wellicht nog groter dan in andere groepen vrouwen.
20
Ook wordt gewezen op de mogelijke gevolgen van de ‘au pair voor ouderen’11. Buitenlandse vrouwen laten in het land van herkomst hun gezin achter en komen in Nederland zorg voor ouderen verrichten. Aanbevelingen: -
Monitoren van de belasting door de combinatie van mantelzorg, zorg voor eigen gezin en werk bij migrantenvrouwen. (Betrokkenen: gemeenten, rijksoverheid,
migrantenorganisaties) -
Monitoren van de gevolgen van de ‘au pair voor ouderen’ in zowel Nederland als in het land van herkomst. (Betrokkenen: kenniscentra, rijksoverheid)
M/V-agenda in bestaande en nieuwe projecten Er worden door veel verschillende organisaties op veel verschillende niveaus projecten georganiseerd rond de transities in de zorg en de verdeling van zorg en werk. Het verdient aanbeveling om in deze projecten de ‘m/v-agenda’ aan te brengen: aandacht voor verschillende effecten voor mannen en vrouwen. Mogelijk is dat zelfs effectiever dan projecten zuiver op ‘gender’ te richten. Mannen en vrouwen zullen immers samen de keuzes over de verdeling van werk en zorg moeten maken, maar kunnen gestimuleerd worden dat te doen met oog voor de valkuilen van de traditionele patronen. Aanbevelingen: -
Vrouwen stimuleren aan mannen ruimte te bieden om te zorgen. Aandacht voor valkuilen zoals het ‘claimen’ van de zorg omdat vrouwen vinden dat zij dat het beste zouden kunnen. (Betrokkenen: kenniscentra, rijksoverheid, vrouwenorganisaties)
-
Extra aandacht voor de combinatie ‘mannen en zorg’. Aansprekende voorbeelden verzamelen waardoor het beeld van mannen die zorgen voor iedereen herkenbaar en stimulerend is. (Betrokkenen: kenniscentra, rijksoverheid)
-
In nieuwe en lopende (mantel)zorgprojecten de ‘m/v-agenda’ meenemen: aandacht voor de verschillende effecten op mannen en vrouwen als onderdeel van het project.
(Betrokkenen: gemeenten, rijksoverheid, vrouwenorganisaties, kenniscentra, zorgaanbieders, zorgverzekeraars)
Onderzoek naar deze ontwikkelingen is te vinden in: http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/Site_EM/docs/pdf/Live-in-migrant-care-workers-in-the-NetherlandsExploration-of-the-field.pdf 11
21
Bijlagen 1 Position paper ‘Gendersensitief beleid bij gemeenten’, juni 2015 2 Inleidingen expertmeeting: Eelco Wierda, Dorly Deeg, Liesbeth Hoogendijk 3 Verslag expertmeeting 4 ‘Moet de man meer mantelzorgen?’ Maaike van Houten, Trouw, 11 juni 2015
22