Eindopdracht Naam: Tayyibe Yılmaz
1 SITUATIESCHETS VAN DE TAALGEMEENSCHAP De Turkse taalgemeenschap in België Na de Tweede Wereldoorlog moest de Belgische industrie worden heropgestart. Daarom ging de overheid via akkoorden met andere landen, buitenlandse werknemers rekruteren. Zo wordt in 1946 een bilateraal akkoord met Italië gesloten. Na de mijnramp in Marcinelle in augustus 1956 gaan de Italiaanse overheden betere werkomstandigheden voor hun mijnwerkers eisen. Daarop beslissen België en de mijndirecties om zich voortaan te richten op arbeiders uit andere landen. In 1963 kwamen de eerste werknemers met de Turkse nationaliteit in België aan en in juli 1964 werd een bilateraal akkoord tussen Turkije en België ondertekend dat de migratiestromen moest organiseren, wat de start betekende van de migratiegolf van Turkse migranten naar België. Tijdens die periode (1963-1974) kaderde de rekrutering van buitenlandse arbeidskrachten binnen een tewerkstellingsbeleid op korte termijn, waarbij die rekrutering kon worden afgeremd in periodes van zwakke economische conjunctuur. Daarnaast werd gezinshereniging van bij de ondertekening van het bilaterale akkoord aangemoedigd om de arbeidskrachten, voor wie ook veel belangstelling was vanuit de mijn- en industriële sector in onze buurlanden, aan België te binden. Na de beslissing van de Belgische overheid in 1974 om de grenzen voor de arbeidsmigratie te sluiten, gaat de migratie vanuit Turkije andere vormen aannemen. Sindsdien is gezinsmigratie de belangrijkste manier om België legaal binnen te komen, eerst via gezinshereniging van werknemers en daarna via huwelijksmigratie voor gezinsvorming. De sterke banden tussen de gemeenschap in de herkomstregio en die in België zorgen ervoor dat huwelijksmigratie voor onderdanen met de Turkse nationaliteit de eerste immigratiereden blijft. Opvallend is ook de opkomst van asielmigratie tijdens de jaren 1980 en 1990 die heeft geleid tot een diversificatie van de kenmerken van de populatie van Turkse herkomst die in België verblijft. Emigranten met de Turkse nationaliteit zijn afkomstig uit een beperkt aantal provincies (vooral CentraalAnatolië) en onderhouden nauwe banden met hun herkomstregio. Zo weerspiegelt de verdeling van de populatie van Turkse herkomst in België de geografische verdeling in de herkomstlanden. De eerste migranten met de Turkse nationaliteit in België hebben zich in de mijn- en industriebekkens gevestigd. Ook al blijft er nog altijd een sterke concentratie van met de Turkse nationaliteit geboren populatie in die regio’s, toch stelt men vast dat migranten die in het recentere verleden zijn toegekomen, eerder geneigd zijn naar grote stadscentra te trekken waar zich na de sluiting van de mijnen en het verval van de industrie, nieuwe economische mogelijkheden aandienden. Voorts heeft men ook gewezen op een sterke concentratie van die populatie op gemeentelijk niveau, wat kan worden verklaard door de nauwe banden binnen de Turkse gemeenschap zelf in België. Door de evolutie van deze migratiedynamiek bedroeg de met de Turkse nationaliteit geboren populatie aan het begin van het jaar 2010, 152.000 personen. Deze populatie is goed voor 1,4%van de Belgische populatie en het gaat om de 5de populatie van vreemde herkomst indien we rekening houden met de nationaliteit bij de geboorte van de personen. Onder impuls van de hervormingen van het nationaliteitsrecht, is de met Turkse nationaliteit geboren populatie geleidelijk aan Belg geworden. Zo had begin 2010, niet minder dan 74%van die populatie reeds de Belgische nationaliteit verworven. Een tweede gevolg van die hervormingen was dat steeds meer afstammelingen van immigranten met de Belgische nationaliteit worden geboren. Op basis van de variabele “nationaliteit bij de geboorte” is het dan ook niet langer mogelijk de volledige Turkse migrantenpopulatie in kaart te brengen. Turks onderricht voor kinderen in België Sinds het begin van de jaren ’80 wordt er onderwijs in eigen taal en cultuur aangeboden in de basisscholen in heel België door leerkrachten die aangeworven worden door de Turkse overheid om in het buitenland les te gaan geven voor een periode van vier tot vijf jaar. In steden waar de leerlingen verspreid zijn over de scholen, worden de Nederlandse lessen soms in een lokaal in de moskee gegeven op woensdagnamiddag of in het weekend zodat ze meer leerlingen kunnen bereiken. Hiernaast zijn er ook provinciale initiatieven zoals de Foyer die in enkele Brusselse scholen een parallel curriculum organiseren voor leerlingen van Spaanse, Italiaanse en Turkse origine. Leerlingen die één van deze talen als thuistaal hebben, krijgen een deel van het curriculum in die taal aangeboden. Het project werkt in zes Nederlandstalige basisscholen in Brussel, met subsidies van het Vlaamse ministerie van Onderwijs. Het neemt de moedertaal en de cultuur van de kinderen op in het curriculum en bouwt daarop voort om de kinderen actieve meertalige en interculturele vaardigheden bij te brengen en er evenwichtige
volwassenen van te maken. De kinderen voelen er zich goed bij, ze voelen zich meer betrokken en geïntegreerd en stromen over het algemeen beter door naar het secundair onderwijs. Er is nauw contact met de ouders, de leraren/leraressen vergaderen wekelijks, om de vorderingen van de leerlingen precies op te volgen en snel bijsturing mogelijk te maken. In elk jaar worden een aantal uren moedertaal gegeven, maar dat vermindert gradueel in de hogere jaren ten voordele van het Nederlands Van 2008 t.e.m. 2013 liep het innoverende en netoverschrijdend project ‘Ontwikkelen van schoolse vaardigheden via thuistaal’ door het stadsbestuur van Gent. Er werden in vier Gentse basisscholen en twee buitenschoolse opvanginitiatieven les gegeven in de moedertaal namelijk Turks. Het was de bedoeling om Turkse kinderen die bij de aanvang van de lagere school minder taalvaardig waren in het Nederlands dan in het Turks, eerst te alfabetiseren in hun meer ontwikkelde thuistaal. Door het te benutten van de thuistaal in het onderwijs werd de Nederlandse taalvaardigheid bevorderd. Voor de kinderen die onvoldoende taalvaardig waren beperkte het lees- en schrijfonderwijs zich vaak tot omzetten van schrifttekens naar klanken en omgekeerd. De Turkse taal Het Turks behoort tot de Oeraalse-Altaïsche talenfamilie. Het wordt gesproken in Turkije en door minderheden in aangrenzende gebieden. Het standaard Turks is gebaseerd op het dialect van Istanbul, ook wel Anatolisch-Turks genoemd. Door de arbeidsmigratie uit Turkije naar West-Europa van de laatste 50 jaar, neemt het aantal sprekers van het Turks ook in België toe. Turken noemen hun taal Türkçe. Het Turks maakt sinds 1928 gebruik van het Romeinse (Latijnse) alfabet. Het Turkse alfabet telt 29 letters. Het alfabet bestaat uit 21 medeklinkers en 8 klinkers. Er zijn 2 soorten klinkers, met puntjes (e, i, ö, ü) en gewoon (a, i, o, u), deze klinkers spreek je uit vanuit je keel. Klinkers voorzien van puntjes spreek van voor uit in de mond en gewone klinker vanachter. De letters Q, X en Y komen niet in het alfabet voor. Er zijn 3 belangrijke kenmerken die het Turks onderscheiden van andere talen: klinkerharmonie, samenklontering en medeklinkermutatie. Klinkerharmonie is één van de belangrijkste aspecten van de Turkse taal. Regeltjes reguleren de klinkercombinaties. Deze zorgen voor een betere uitwisselbaarheid en maken de taal gemakkelijker om uit te spreken. Bij samenklontering (van het Latijnse woord agglutinare, betekent: “lijmen aan”) verbindt men achtervoegsels aan woorden om betekenis of grammaticale vormen toe te voegen. Medeklinkermutatie verwijst naar spellingswijzigingen die verschillen duiden in de uitspraak. Turks is een fonetische taal en medeklinkermutatie helpt de fonetische structuur te behouden. Dit gebeurt in het Engels ook (bijvoorbeeld het woord 'pretty' verandert in 'prettier'), maar het komt minder voor. De meest frequente wijzigingen gebeuren bij woorden eindigend op -k-. Deze veranderen in een zachte g (ğ) op het einde. Wanneer een achtervoegsel begint met een -d-, kan het veranderen in -t- wanneer er een medeklinker aan verbonden is. In Turkije is het Turks de meest gesproken en enige officiële taal. Zo'n 85% van de Turkse bevolking spreekt Turks als moedertaal. Zo'n 12% van de bevolking spreekt Koerdisch en 3% een andere taal. Degenen die thuis geen Turks spreken, spreken vrijwel altijd Turks als tweede taal, omdat het Turks overal de taal is van overheid en onderwijs. Turks wordt ook gesproken door minderheden in de landen rondom Turkije. Dit zijn landen die vroeger deel uitmaakten van het Ottomaanse Rijk. Zo zijn er Turkse minderheden in Rusland, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, de Kaukasus en de Balkan Cyprus. Vanaf de jaren zestig kwam er arbeidsmigratie op gang vanuit Turkije naar West-Europa en sindsdien is het Turks een taal die ook in West-Europa aan belang heeft gewonnen. In België wordt het Turks als minder positief bekeken omdat het geen hoge status heeft zoals het Engels. Turks is sterk verwant aan het Turkmeens en Azerbeidjaans. Turks is in mindere mate ook verwant aan het Oezbeeks, Oeigoers, Kazachs, Kirgizisch en Tataars. Het standaard Turks is dat van Istanbul, maar er zijn veel verschillende dialecten die streekgebonden zijn en die onderling ook nog kunnen verschillen in fonologie. De accenten zijn zo klein dat (fonologische en morfologische) verschillen vergelijkbaar zijn met het Nederlands en Vlaams. We kunnen de dialecten indelen in drie soorten, namelijk: Oosterse dialecten, Noord-Oosterse dialecten en Westerse dialecten. Deze soorten kunnen dan nog onderverdeeld worden in groepen naargelang hun geografische ligging. Oosterse dialecten 1. Groep: Ağrı, Van, Muş, Bitlis, Bingöl, Siirt, Diyarbakır, Mardin, Hakkâri, Urfa, Palu, Karakoçan dialecten. 2. Groep: Kars, Erzurum, Aşkale, Ovacık, Narman, Pasinler, Horasan, Hınıs, Tekman, Karayazı, Erzincan, Tercan, Çayırlı, Kemah, Refahiye, Gümüşhane dialecten.
3. Groep: Ardahan, Posof, Artvin, Şavşat, Yusufeli, Ardanuç, Oltu, Tortum, Olur, Şenkaya, İspir dialecten. 4. Groep: Kemaliye, İliç (Erzincan), Elazığ, Keban, Baskil, Ağın, Harput, Tunceli dialecten. Noord-Oosterse dialecten 1. Groep: Trabzon, Rize, Kalkandere, İkizdere, Gündoğdu, Büyükköy dialecten. 2. Groep: Çayeli, Çamlıhemşin, Pazar, Ardeşen, Fındıklı dialecten 3. Groep: Arhavi, Hopa, Borçka, Kemalpaşa, Muratlı, Ortacalar, Göktaş, Camili, Meydancık, Ortaköy dialecten. Westerse dialecten 1. Groep: Afyonkarahisar, Antalya, Aydın, Balıkesir, Bilecik, Burdur, Bursa, Çanakkale, Denizli, Eskişehir, Isparta, İzmir, Kütahya, Manisa, Muğla, Uşak, Nallıhan dialecten. 2. Groep: İzmit, Sakarya dialecten. 3. Groep: Bolu, Zonguldak, Bartın, Kastamonu, Ovacık, Eskipazar dialecten. 4. Groep: Beypazarı, Çamlıdere, Kızılcahamam, Güdül, Ayaş, Göynük, Mudurnu, Seben, Kıbrısçık, Çankırı, Tosya (Kastamonu), Boyabat, Çorum, İskilip, Bayat, Kargı, Osmancık dialecten. 5. Groep: Sinop, Samsun, Ordu, Giresun, Şalpazarı dialecten. 6. Groep: Havza, Ladik, Amasya, Tokat, Sivas, Mesudiye, Şebinkarahisar, Alucra, Malatya, Hekimhan, Arapkir dialecten. 7. Groep: Tarsus, Ereğli, Konya merkez ilçesinin bazı köyleri, Adana, Hatay, Kahramanmaraş, Gaziantep, Adıyaman, Darende, Akçadağ, Doğanşehir, Birecik, Halfeti dialecten. 8. Groep: Ankara, Haymana, Balâ, Şereflikoçhisar, Çubuk, Kırıkkale, Keskin, Kalecik, Kızılırmak, Çorum, Kırşehir, Nevşehir, Niğde, Kayseri, Şarkışla, Gemerek, Yozgat dialecten. 9. Groep: Konya, İçel dialecten. Er zijn vooral verschillen in fonologie bij de dialecten van het Zwarte Zeegebied, de dialecten van het ZuidOostelijk gebied en de dialecten van het Egeïsch gebied. In Turkije zijn deze verschillen aan het verdwijnen door onder andere het gebruik van schrijftaal in het onderwijs vanaf jonge leeftijd. Enkele voorbeelden van deze verschillen in fonologie bij de Westerse dialecten: • Egeïsche dialect: weglating van /r/ zoals: var-vā • Trakya dialect: als er een /ö/ klank is in de eerste lettergreep verandert dit in een /ü/: börek-bürek • Midden-Anatolië dialect: de klank /k/ wordt een /g/: Konya-Gonya, keçi-geçi. De p/klank wordt vervangen door de b klank: piliç-biliç. Enkele voorbeelden van de verschillen in fonologie bij de Oosterse dialecten: • Kayseri dialect: /ö/ wordt een /o/ en /ü/ wordt een /u/: köy-koy, • In de Oosterse dialecten wordt er vooral vanuit de keel gesproken zoals de Arabische keelklanken. Een voorbeeld van de verschillen in fonologie bij de Noord-Oostelijke dialecten: • Karadeniz dialecten: de /b/ verandert in een /p/: bunu-puni
2 CONTRASTIEVE ANALYSE 2.1
FONOLOGIE
NEDERLANDS Vocalen A Aa E Ee I Ie O Oo U Uu Oe Eu Ou Au Ui Ei Ij
NEDERLANDS Consonanten B C Ch D F G
TURKS [ɑ] [a] [a] [əә] [ɛ] [e] [e] [ɪ] [i] [ɔ] [o] [o] [ʏ] [y] [y] [u] [ø] [ʌu] [ʌu] [œy] [ɛi] [ɛi]
kat manen maan De Pet meren meer Pit Lied Top hopen hoop Bus muren muur koek neus Zout Rauw Huis Geit Tijd
A
[ɑ]
masa
E
[ɛ]
erken
E I O
[ɪ] [i] [ɔ]
kek iki zor
Ü
[y]
bütün
U Ö
[u] [ø]
uzun göl
I
[ɯ]
ışık
[b]
baba
[ʃ] [d] [f]
şarap dolu fare
[g] [ɟ] [-] [j] [h] [j] [ʒ] [dʒ]
gaz güzel yağmur değer hayat yol jilet cami
TURKS [b] [k] [s] [χ] [ʃ] [d] [f] [ɣ] [g]*
Boot cactus citroen chaos Chef Dak Fiets Gat garçon
B zie: k zie: s Ş D F g Ğ
H J
[ɦ] [j] [ʒ] [dʒ]*
hand Jas journaal Jazz
H Y J C
Ç [k]
[tʃ] [k] [c]
çiçek kapı kedi
[ɫ] [l] [m] [n] [ŋ]
dolu elli masa nine renk
[p]
para
[r] [s] [t]
ruh ses temiz var
V
als NoordNederlandse [w]
Y Z
[j] [z]
yol zor
kat
K
K
L M N Ng P Q R S T V
[l]
lamp
[m] [n]
maan net
M
[ŋ] [p] [k] [r], [R] [s] [t] [v] [ʋ]
ring pop quote rijp soep tijd vier wie
zie: n P zie: k R S T -
L
W X [ks] Y [j] Z [z] * enkel in leenwoorden
2.2
xylofoon yoga zacht
N
MORFOLOGIE
2.2.1
LIDWOORDEN
NEDERLANDS bepaald lidwoord onbepaald lidwoord
Enkelvoud Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
de man de vrouw
meervoud
het
het boek
de mannen de vrouwen de boeken
een
een man een vrouw een boek
mannen vrouwen boeken
de
TURKS
de
-
Enkelvoud
bepaald lidwoord onbepaald lidwoord
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
meervoud
-
Adam
-
adamlar
bir
bir adam
-
adamlar
Uitleg: Turks kent geen genus bij zelstandige en bijvoeglijke naamwoorden. De Turkse taal kent geen bepaalde lidwoorden, enkel een onbepaald lidwoord, te weten bir. De betekenis hiervan is een of één.
2.2.2
ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN (MEERVOUD)
NEDERLANDS Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig TURKS Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
2.2.3
enkelvoud + ‘-en’/‘-s’
stoelen tafels
enkelvoud + ‘-ler’/’-lar’
sandalye-sandalyeler masa-masalar
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN (CONGRUENTIE)
NEDERLANDS bepaald lidwoord onbepaald lidwoord
Enkelvoud Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
meervoud
+ ’-e’
de kleine man de kleine vrouw het kleine boek
+ ’-e’
een kleine man een kleine vrouw
-
een klein boek
TURKS
+ ’-e’
de kleine mannen de kleine vrouwen de kleine boeken
+ ’-e’
kleine mannen kleine vrouwen kleine boeken
Enkelvoud
bepaald lidwoord onbepaald lidwoord
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
meervoud
-
Küçük adam Küçük kadın Küçük kitap
-
Küçük adamlar Küçük kadınlar Küçük kitaplar
-
Küçük bir adam Küçük bir kadın Küçük bir kitap
-
Küçük adamlar Küçük kadınlar Küçük kitaplar
Uitleg: In het Turks is er geen congruentie van het bijvoeglijk naamwoord met het zelfstandig naamwoord. Bir (een) staat tussen het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord. Bir (één) staat echter voor het bijvoeglijk naamwoord.
2.2.4
VOORNAAMWOORDEN
NEDERLANDS e
enkelvoud meervoud
1 pers e 2 pers e 3 pers e 1 pers e 2 pers e 3 pers
TURKS enkelvoud
e
1 pers
persoonlijk vnw ik jij hij/zij/het wij jullie zij persoonlijk vnw
wederkerend vnw me Je zich ons je/jullie zich wederkerend vnw
bezittelijk vnw mijn jouw zijn/haar ons/onze jullie hun bezittelijk vnw
Ik was me. Ik was mijn zus. Jij wast je. Jij wast jouw zus. Hij wast zich. Hij wast zijn zus. Wij wassen ons. Wij wassen onze zus. Jullie wassen je. Jullie wassen jullie zus. Zij wassen zich. Zij wassen hun zus.
ben
kendimi
benim
(Ben) kendimi yıkıyorum. Ben kız kardeşimi yıkıyorum.
e
sen
kendini
senin
e
o
kendini
onun
e
biz
kendimizi
bizim
e
siz
kendinizi
sizin
e
Onlar
kendilerini
onlarin
2 pers 3 pers 1 pers meervoud
2 pers 3 pers
(Sen) kendini yıkıyorsun. Sen kız kardeşini yıkıyorsun. (O) kendini yıkıyor. O kız kardeşini yıkıyor. (Biz) kendimizi yıkıyoruz. Biz kız kardeşimizi yıkıyoruz. (Siz) kendinizi yıkıyorsunuz. Siz kız kardeşinizi yıkıyorsunuz. (Onlar) kendilerini yıkıyorlar. Onlar kız kardeşlerini yıkıyorlar.
Uitleg: •
Het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp kan altijd weggelaten worden. Het onderwerp wordt alleen uitgedrukt als de nadruk nodig is. Aan de uitgang van het werkwoord weet men altijd wat het onderwerp is.
•
Het wederkerend voornaamwoord: in het Turks bestaan reflexieve werkwoorden waardoor het wederkerend voornaamwoord overbodig wordt. Reflexiviteit wordt uitgedrukt door een uitgang na de stam. Vb. yıkamak (infinitief van wassen) wordt yıkanmak (infinitief: zich wassen of baden)
•
Het bezittelijk voornaamwoord bestaat uit twee delen: uit het persoonlijk voornaamwoord zelf en het achtervoegsel dat het substantief krijgt. Het achtervoegsel is voldoende om als bezittelijk voornaamwoord te dienen. Het bezittelijk voornaamwoord dat hierboven vermeld is, wordt alleen weergegeven om nadruk te leggen. Vb. mijn zus: (benim) kız kardeşim
2.2.5
WERKWOORDEN
NEDERLANDS e 1 pers enkele 2 pers voud e 3 pers e 1 pers meere 2 pers voud e 3 pers
onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) Stam ik werk stam + ‘-t’
jij werkt hij werkt
infinitief
wij werken jullie werken zij werken
onvoltooid verleden tijd (OVT) e
enkelvoud meervoud
1 pers e 2 pers e 3 pers e 1 pers e 2 pers e 3 pers
stam + ‘-te’/’-de’
ik werkte jij werkte hij werkte
stam + ‘-ten’/’-den’
wij werkten jullie werkten zij werkten
toekomende tijd e
enkelvoud meervoud
1 pers e 2 pers e 3 pers e 1 pers e 2 pers e 3 pers
OTT van ‘zullen’ + infinitief
ik zal werken jij zal werken hij zal werken wij zullen werken jullie zullen werken zij zullen werken
voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
OTT van ‘hebben/zijn’ + voltooid deelwoord
ik heb gewerkt jij hebt gewerkt hij heeft gewerkt wij hebben gewerkt jullie hebben gewerkt zij hebben gewerkt
voltooid verleden tijd (VVT) ik had gewerkt jij had gewerkt VTT van hij had gewerkt ‘hebben/zijn’ + wij hadden gewerkt voltooid deelwoord jullie hadden gewerkt zij hadden gewerkt voorwaardelijke tijd ik zou werken jij zou werken VTT van ‘zullen’ hij zou werken + wij zouden werken Infinitief jullie zouden werken zij zouden werken
TURKS e
enkelvoud meervoud
1 pers e 2 pers e 3 pers e 1 pers e 2 pers e 3 pers e
enkelvoud
meervoud
1 pers e 2 pers e 3 pers e 1 pers e
2 pers e
3 pers e
enkelvoud meervoud
-
1 pers e 2 pers e 3 pers e 1 pers e 2 pers e 3 pers
onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
(Ben) çalışıyorum (Sen) çalışıyorsun werkwoordsstam + : (O) çalışıyor - yor + langepersoonssuffi (Biz) çalışıyoruz xen (Siz)çalışıyorsunuz (Onlar) çalışıyorlar onvoltooid verleden tijd (OVT) (Ben) çalışıyordum (Sen) çalışıyordun werkwoordsstam + (O) çalışıyordu : y - yor + - d: + korte (Biz) çalışıyorduk persoonssuffixen (Siz) çalışıyordunuz (Onlar) çalışıyorlardı toekomende tijd (Ben) çalışacağım (Sen) çalışacaksın Werkwoordsstam (O) çalışacak -y + .c.k + lange (Biz) çalışacağız persoonssuffixen (Siz)çalışacaksınız (Onlar)çalışacaklar
(Ben) çalıştım (Sen) çalıştın werkwoordstam + (O) çalıştı d: + korte persoons (Biz) çalıştık suffixen (Siz) çalıştınız (Onlar) çalıştılar voltooid verleden tijd (VVT) (Ben) çalışmıştım (Sen) çalışmıştın werkwoordsstam + (O) çalışmıştı y -m:ş + - d: + korte (Biz) çalışmıştık persoonssuffixen (Siz) çalışmıştınız (Onlar) çalışmışlardı voorwaardelijke tijd (Ben) çalışırsam (Sen) çalışırsan Werkwoordsstam -y y (O) çalışırsa + .c.k + - d: + korte (Biz) çalışırsak persoonssuffixen (Siz) çalışırsanız (Onlar) çalışırlarsa
(:) betekent dat de klinker veranderlijk is. Het Turks wordt gekenmerkt door klinkerharmonie. (Onderscheid tussen voorklinkers en achterklinkers). De klinker is afhankelijk van de klinker die ervoor komt. : kan -i, -ı, -u, -ü zijn. Voordeel: bij het uitspreken van de verschillende lettergrepen moet men weinig moeite doen (bij het articuleren) omdat de volgende klank dicht bij de vorige ligt.
-
(*) betekent dat de klinker en –e of –a kan zijn. y ( )Regel ‘t kofschip -d of -t bij uitgang.
Uitleg: • De werkwoordstijden komen niet volledig overeen met het Nederlands. Naast de OTT heb je in het Turks ook de brede tijd. De brede tijd wordt gebruikt bij gewoonte, algemene waarheden, belofte, wensen, spreekwoorden, verzoek, beleefde vraag, irrealis … Werkwoord: yapmak:
(Ben) yapar-ım (Sen) yapar-sın (O) yapar (Biz) yapar-ız (Siz) yapar-sınız (Onlar) yapar-lar
•
In het Turks heb je meer vormen van de verleden tijd. VTT kan ook vertaald worden als OVT. Vb. verleden tijd gebruikt bij van horen zeggen, bij constatering achteraf…In de spontane taalanalyse komt vooral deze tijd aan bod. Werkwoord: çalışmak: (Ben) çalış-mış-ım (Sen) (O) (Biz)
çalış-mış-sın çalış-mış çalış-mış-ız
(Siz) çalış-mış-sınız (Onlar) çalış-mış-lar
2.3
SYNTAXIS
2.3.1
WOORDVOLGORDE
NEDERLANDS Hoofdzin onderwerp – werkwoord – lijdend voorwerp Bijzin onderwerp – lijdend voorwerp – werkwoord Vraagzin werkwoord – onderwerp – lijdend voorwerp
Jan koopt een appel. Ik denk dat Jan een appel koopt. Koopt Jan een appel?
TURKS Hoofdzin Bijzin
Jan bir elma alıyor. Jan'ın bir elma aldığını düşünüyorum.
Vraagzin
onderwerp- lijdend voorwerp-werkwoord onderwerp- lijdend voorwerp-werkwoord onderwerp- lijdend voorwerp-werkwoordhet vraag partikel (m:)
Jan bir elma alıyor mu?
Uitleg:
2.4
•
In het Turks wordt er onderscheid gemaakt tussen bepaald lijdend voorwerp en onbepaald lijdend voorwerp. Het onbepaald lijdend voorwerp staat altijd vlak voor het werkwoord, het bepaald lijdend voorwerp krijgt het Direct Object achtervoegsel en kan daardoor op een andere plaats staan. Er zal immers geen verwarring mogelijk zijn met het onderwerp.
•
De normale woordvolgorde is onderwerp – object – werkwoord. Aangezien elk zinsdeel een uitgang krijgt volgens functie is het mogelijk om die volgorde om te gooien. Dat gebeurt vaak in de spreektaal. BESLUIT
De moeilijkste elementen voor mensen die Turks als moedertaal hebben en Nederlands leren zijn: Bijvoeglijke naamwoorden: Bijvoeglijke naamwoorden worden geplaatst voor zelfstandige naamwoorden en moeten niet overeenkomen in aantal. Ze veranderen naargelang het woord meervoud of enkelvoud is. Turks is een beschrijvende taal en heeft een overvloed aan bijvoeglijke naamwoorden. Geslacht: Er zijn geen verschillen qua geslacht in het Turks (-o- wordt gebruikt voor hij, zij en het). Onderscheid hij/zij – zijn/haar: het Turks maakt geen onderscheid.. De betekenis moet gezocht worden in de context. Lidwoorden Er zijn geen bepaalde lidwoorden (de/het). Weglating lidwoorden of verkeerd gebruik, vaak de als lidwoord, en verkeerd gebruik die/dat door ontbreken van de kennis van de lidwoorden. Verbuigingen: Verbuigingen komen in vele talen voor: Latijn, Russisch en Duits. Ze veranderen zelfstandige naamwoorden om geslacht, aantal en naamval aan te duiden. Aangezien geslacht en aantal niet bestaan in het Turks zijn er slechts 6 casussen: • Nominatief- dit is de stam zonder achtervoegsel • Genitief- een bezittelijk naamwoord. Bijvoorbeeld, de bal van de jongen... • Datief- toont de beweging naar iemand • Accusatief- duidt het directe onderwerp van het werkwoord aan • Locatief- duidt de plaats aan
•
Ablatief- duidt de beweging ergens vandaan aan
Het Turks heeft een rijke morfologie. Aan de vervoegingsuitgang kan je zien welke persoon onderwerp is. Elke persoonsvorm heeft een andere uitgang. Het persoonlijk voornaamwoord kan in een zin ontbreken omdat in het Turks de suffix het persoonlijk voornaamwoord vervangt. De structuur van het Turks is compleet anders dan het Nederlands. Het belangrijkste verschil is dat het Turks een agglutinerende taal is. Na de stam kunnen ontelbare achtervoegsels aan het woord geplakt worden. Een hele zin in het Nederlands kan bestaan uit één enkel woord in het Turks. Woordvolgorde. Het Turks heeft een SOV, dit is het 'Onderwerp Object Werkwoord'-volgorde maar in de spreektaal kan die volgorde omgegooid worden. Aan de naamvallen ziet men immers wat de functie van zinsdelen zijn. In het Nederlands heb je geen naamvallen maar is de woordvolgorde op zinsniveau zeer belangrijk. Bij bijvoeglijke naamwoorden kan er een foute suffix -e toegevoegd worden terwijl deze geen rol in heeft in de betekenis en dus overbodig is. Vb.: Als ik met een Marokkaanse meisje zou trouwen… Door letterlijke vertaling van het Turks kunnen volgende fouten tevoorschijn komen. • Wanneer ‘het’ zelfstandig gebruikt wordt, kan men het laten wegvallen: o het niet als onderwerp aan het begin van de zin staat vb. In Turkije maakt niet uit. o het lijdend voorwerp is vb. Marokkaanse of Turkse meisjes die begrijpen niet zo. o het deel van een staande uitdrukking is vb. Daar zijn wij dus helemaal niet mee eens. •
‘Er’ weglaten: o Ze komen minder in aanraking mee o Vooral als je niet mee opgegroeid bent
•
Wederkerend voornaamwoord zich weggelaten.
Algemeen kunnen we zeggen dat het Turks zeer gemakkelijk is om te schrijven en te lezen, dit in tegenstelling met het Nederlands. Elke letter heeft namelijk één klank. Het Latijns alfabet is aangepast en uitgebreid. I zonder puntje is de klank vergelijkbaar met een doffe e, maar toch niet helemaal hetzelfde. Ğ is een verbindingsletter en heeft geen klank. Spelling en werkwoorduitgang -dt is een probleem omdat Turks een fonetische taal is. Elke letter heeft één klank en wanneer een medeklinker verdubbeld wordt is dat te horen aan de uitspraak. Open en gesloten lettergrepen/verdubbeling van medeklinkers in het Nederlands kunnen moeilijk zijn. Bij een opeenvolging medeklinkers, constantclusters, kan men de clusters openbreken door een doffe /u/ of /i/ tussen twee medeklinkers te plaatsen of men neemt een pauze tussen de twee medeklinkers. Ook ‘schr’ kan als ‘sr’ uitgesproken worden. Moeilijkheden met tweeklanken.
Bibliografie Centrum voor migratierecht. (2015, mei 13). Opgehaald van Radboud Universiteit Nijmegen: http://cmr.jur.ru.nl/cmr/vc/vc82/DeelC/deelc33/1.pdf Onderwijs eigen taal en cultuur (OETC). (2015, mei 13). Opgehaald van Pedagogisch Begeleidingsdienst Gent: http://www.pbdgent.be/node/3158 Türkiye Türkçesi ağızları. (2015, mei 11). Opgehaald van Wikipedia: http://tr.wikipedia.org/wiki/T%C3%BCrkiye_T%C3%BCrk%C3%A7esi_a%C4%9F%C4%B1zlar%C 4%B1 Abderrahman El-Aissati, L. B. (2005). Turks- en Marokkaans-Nederlands. Den Haag: Sdu. Orhan, A. (2015, mei 11). Agiz. Opgehaald van Anadilim: http://www.anadilim.org/agiz.html Schoonekamp, H. (2015, mei 11). Talennet Turks. Opgehaald van Over het Turks: http://www.turksetaal.org/Turks
Schoonvaere, Q. (2013). Demografische studie over de populatie van Turkse herkomst in België. Demo, UCL: Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.