Effectmeting Bekijk een Bedrijf! 2008

Effectmeting “Bekijk een Bedrijf!” 2008

Inhoud

Effectmeting “Bekijk een Bedrijf!” 2008.............................................................................................. 1 Onderzoeksopzet................................................................................................................................. 2 Resultaten............................................................................................................................................ 2 Sectorkeuze..................................................................................................................................................... 5 Voorspelling van de gedragsintentie................................................................................................................ 8 Effectmeting................................................................................................................................................... 11

Conclusies ......................................................................................................................................... 14 Effectmeting “Bekijk een Bedrijf!” 2008.......................................................................................................... 14 Verschillen tussen BS- en VO-deelnemers.................................................................................................... 14 Verschillen tussen jongens en meisjes .......................................................................................................... 15

Bijlage 1 Bijlage 2

Enquête vragen ........................................................................................................... 16 Indeling Bedrijfsgroepen.............................................................................................. 25


1

Onderzoeksopzet De effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 is een afgeleide van het afstudeeronderzoek “Inzicht in Technische Opleidingskeuze”. De effectmeting bestond uit een voor- en een nameting afgenomen bij deelnemers aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008. Elke deelnemer aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008 is ingedeeld bij óf de voormeting, óf de nameting, zodat elke deelnemer slechts één keer de vragenlijst hoefde in te vullen: voorafgaand aan een bedrijfsbezoek óf na het bijwonen van een bedrijfsbezoek in het kader van “Bekijk een Bedrijf!” 2008. De leerlingen zijn op grond van hun school (basisschool of voortgezet onderwijs) ingedeeld bij de voor- of nameting, verdere indeling is gebaseerd op de bezoekdatum van het eerste bedrijfsbezoek. Zo is ervoor gezorgd dat de leerlingen de vragenlijst invulden na hun eerste bedrijfsbezoek, zodat de vragenlijst aan één bedrijfsbezoek is gekoppeld. Voor de drie verschillende groepen deelnemende leerlingen (basisschool-, VMBO- en HAVO/VWOleerlingen) werd gebruikgemaakt van vragenlijsten met aangepast gebruik van opleidingstermen voor elke groep. De vragen betreffende de voorspelling van de gedragsintentie waren in de vragenlijsten van de voor- en nameting inhoudelijk gelijk. Een van de gebruikte vragenlijsten is opgenomen in Bijlage 1. De vragenlijsten zijn via internet afgenomen. Voor deelname aan de voormeting zijn 220 uitnodigingen verstuurd aan basisschoolleerlingen en 71 aan VO-leerlingen. De respons op de voormeting van deze groepen was respectievelijk 51% en 48%. Er zijn 223 BS-leerlingen uitgenodigd om deel te nemen aan de nameting en 66 VO-leerlingen. De respons van de nameting was een stuk lager, respectievelijk 39% en 30%. Hieronder volgende de resultaten van de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008.

Resultaten In totaal hebben 235 leerlingen, uit groep 7 en 8 van de basisschool en klas 1, 2 en 3 van het voortgezet onderwijs, deelgenomen aan de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008, waarvan 86 meisjes (37%) en 149 jongens (63%) zie Figuur 0-1. De verdeling van de deelnemers naar schooltype zag eruit zoals weergegeven in Figuur 0-2. De verdeling van jongens en meisjes naar schooltype is in Tabel 0-1 te zien. De leeftijd van de deelnemers varieerde van 10 tot en met 16 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 12 jaar.

Schooltype van de deelnemers

Geslacht van de deelnemers Jongens Meisjes

Basisschool

51

Voortgezet onderwijs

86

149 184

Figuur 0-1 Het aantal deelnemers aan de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 naar geslacht. Figuur 0-1 Figuur 0-2 Figuur 0-2 Het aantal deelnemers aan de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 naar schooltype.

BS Aantal Jongens 106 Meisjes 78 Totaal 184

Percentage 58% 42% 78%

VO Aantal 43 8 51


Totaal Aantal 149 86 235


Tabel 0-1 Deelnemers aan de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!”2008.

De gemiddelde tijd die de deelnemers nodig hadden om de vragenlijst in te vullen was 5 minuten en 49 seconden. Van de 235 deelnemers hebben er 138 de vragenlijst van de voormeting ingevuld (59%) en 97 die van de nameting (41%; zie Figuur 0-3).


2

Opbouw van de effectmeting Voormeting Nameting 97 138

Figuur 0-3 Het aantal basisschoolleerlingen dat heeft deelgenomen aan de voor- en nameting.

In de vragenlijst van de voormeting is aan de deelnemers van de effectmeting gevraagd waarom ze deelnemen aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008. De redenen voor deelname zijn nagenoeg onveranderd ten opzichte van vorig jaar. De belangrijkste reden is nog steeds “Ik heb interesse in het bedrijf”, de reden “Ik heb interesse in techniek” staat op de tweede plaats, “Ik wil weten wat techniek inhoudt” komt onveranderd op de laatste plaats (zie Figuur 0-2 en Figuur 0-4). Bij de antwoordmogelijkheid “anders, namelijk:” werd voornamelijk genoemd dat het leuk is om bij een bedrijf te gaan kijken. Voormeting: Reden van deelname aan "Bekijk een Bedrijf!" Ik heb interesse in het bedrijf Ik heb interesse in techniek Ik wil weten welke beroepen er zijn Ik heb interesse in de producten die het bedrijf maakt Ik wil weten welke opleiding ik moet doen voor welk beroep Anders, namelijk: (leuk) Ik wil weten wat techniek inhoudt (in Figuur 0-5: “Techniek?”)

Totaal (N = 138)

Jongens (N = 95)

Meisjes (N = 43)

Aantal 83 64 56


Aantal 56 59 40


Aantal 27 5 16


46

33%

39

41%

7

16%

45 43

33% 31%

37 20

39% 21%

8 23

19% 53%

35

25%

29

31%

6

14%

Tabel 0-2 De reden van deelname aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008 (meerdere antwoorden mogelijk).

Reden deelname "Bekijk een Bedrijf!"

Ik heb interes se in het bedrijf Ik heb interes se in techniek

25%

60%

31%

Ik wil weten welke beroepen er zijn Ik heb interes se in de producten die het bedrijf m aakt

33% 46%

Ik wil weten welke opleiding ik m oet doen voor welk beroep Anders , nam elijk: (leuk en leerzaam )

33% 41%

Ik wil weten wat techniek inhoudt

Figuur 0-4 Percentages van de reden van deelname aan “Bekijk een Bedrijf!”2008 (meerdere antwoorden mogelijk).

Er is ook gekeken of er verschillen zijn tussen jongens en meisjes in de rede van deelname aan “Bekijk een Bedrijf!” (Figuur 0-5). Opvallend is dat meisjes veel minder vaak dan jongens als rede “Ik heb interesse in techniek” opgeven, net als vorig jaar. Echter zijn dit jaar ook de andere verschillen in de reden van deelname significant verschillend tussen jongens en meisjes. Alleen de redenen “Ik heb Effectmeting “Bekijk een Bedrijf!” 2008

3

interesse in het bedrijf” en “Ik wil weten welke beroepen er zijn” worden door jongens en meisjes even vaak genoemd. Verschillen in reden van deelname aan "Bekijk een Bedrijf!" 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

Jongens

? ie k ch n Te

An d

er s

en pl ei O

Pr o

du

ct

di ng

en

n pe oe Be r

ch n Te

Be d

ri j f

ie k

Meisjes

Interesse in / Informatie over Figuur 0-5 Verschillen tussen jongens en meisjes in reden van deelname aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008 (meerdere antwoorden mogelijk).

In de nameting is als ‘controlevraag’ gesteld welke informatie het bedrijfsbezoek of de bedrijfsbezoeken hebben opgeleverd (Tabel 0-3). Nameting: Verkregen informatie tijdens de bedrijfsbezoeken Informatie over het bedrijf Informatie over techniek gebruik Informatie over techniek algemeen Informatie over de producten Informatie over beroepen Informatie over opleidingen Anders, namelijk:

Totaal (N = 97)

Jongens (N = 54)

Meisjes (N = 43)

Aantal 87 64 61 52 47 40 18

Aantal 52 38 38 36 29 28 10

Aantal 35 26 23 16 18 12 8

Percentage 90% 66% 63% 54% 48% 41% 19%

Percentage 96% 70% 70% 67% 54% 52% 19%

Percentage 81% 60% 53% 37% 42% 28% 19%

Tabel 0-3 Verkregen informatie tijdens het bedrijfsbezoek of de bedrijfsbezoeken (meerdere antwoorden mogelijk).

Zoals te zien is in Figuur 0-6, werden vooral “Informatie over het bedrijf” en – in tegenstelling tot vorig jaar - ”Informatie over het gebruik van techniek” en “Informatie over techniek in het algemeen” genoemd door de deelnemers als verkregen informatie. Aan de overige informatie doelen van “Bekijk een Bedrijf!” wordt echter zeker niet voorbij gegaan, want ook informatie over de producten die het bedrijf maakt, opleidingen en beroepen worden in veel gevallen verkregen volgens de deelnemers aan “Bekijk een Bedrijf!”. Ondanks dat de verschillen tussen jongens en meisjes wat betreft beleving van verkregen informatie niet zo groot zijn als bij de redenen van deelname, zijn ook hier meer significante verschillen dan vorig jaar. De verschillen in ervaren verkregen informatie over het bedrijf, de producten en opleidingen zijn significant verschillend tussen jongens en meisjes.


4

Verkregen info tijdens bedrijfsbezoeken

Inform atie over het bedrijf Inform atie over het gebruik van techniek

19% 41%

90%

Inform atie over techniek in het algem een Inform atie over de producten die het bedrijf m aakt

48%

Inform atie over beroepen 66% Inform atie over opleidingen

54% 63%

Anders, nam elijk:

Figuur 0-6 Percentage deelnemers dat aangeeft informatie te hebben gekregen over het betreffende onderwerp tijdens het bedrijfsbezoek (meerdere antwoorden mogelijk).

Aan het einde van de vragenlijst is gevraagd naar opmerkingen over “Bekijk een Bedrijf!”. Deze opmerkingen zijn gecategoriseerd in geen opmerkingen, positieve opmerkingen, negatieve opmerkingen, opmerkingen over gewenste andere vakgebieden om te bezoeken (bijvoorbeeld: economie en zorg & welzijn), andere suggesties (bijvoorbeeld: de mogelijkheid een e-mail te ontvangen als de inschrijving voor volgend jaar wordt geopend) en overige suggesties. Onder “overige opmerkingen” vallen opmerkingen die specifiek over één bedrijf of bedrijfsaspect gaan en opmerkingen die niet als positief of negatief aan te duiden zijn omdat ze gaan over zaken die buiten de doelstellingen van “Bekijk een Bedrijf!” vallen. Figuur 0-7 geeft een overzicht van de gecategoriseerde opmerkingen over “Bekijk een Bedrijf!”. Opmerkingen over "Bekijk een Bedrijf!" 2008 2% 3% 3% 4%

51% 37%

Geen opmerkingen Positieve opmerkingen Andere vakgebieden Overige opmerkingen Negatieve opmerkingen Overige suggesties

Figuur 0-7 Gecategoriseerde opmerkingen van de deelnemers aan de effectmeting over “Bekijk een Bedrijf!” 2008.

Sectorkeuze Voor het bepalen van de sectoren waarvoor de deelnemers belangstelling hebben, is gebruik gemaakt van dezelfde methode als in het afstudeeronderzoek. In de vragenlijst konden de deelnemers subsectoren aanvinken waarvoor ze belangstelling hebben. Deze subsectoren zijn daarna gegroepeerd tot hoofdsectoren. Naar aanleiding van de resultaten van de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2007 was de indeling in subsectoren voor de effectmeting van 2008 aangepast. In Tabel 0-4 is te zien welke antwoordmogelijkheden er dit jaar waren. In Tabel 0-5 is het aantal deelnemers weergegeven dat belangstelling heeft voor de verschillende (hoofd)sectoren en het bijbehorende percentage van het totaal aantal leerlingen. Van de 235 deelnemers hebben er 95 meerdere sectoren aangekruist waarvoor ze belangstelling hebben. In Figuur 0-8 is dit grafisch weergegeven.


5

Meting en vraagstelling Voor- In welke vakgebieden heb jij interesse? NaOver welke andere vakgebieden had je informatie willen krijgen? Antwoordmogelijkheden (meerdere antwoorden mogelijk) Economie, Handel en/of Administratie 1 2 Voeding, Horeca en/of Toerisme 3 Zorg & Welzijn en/of Gezondheid Landbouw, Groen en/of Natuur 4 5 Transport en/of Logistiek Motorvoertuigentechniek 6 Informatica, Technische Computerkunde en/of ICT 7 Elektrotechniek, Installatietechniek en/of Elektronica 8 9 Metaaltechniek en/of Werktuigbouwkunde Bouwtechniek, Bouwkunde, Metselen, Timmeren en/of Schilderen 11 Anders, namelijk: 12 Tabel 0-4 Vraagstelling en antwoordmogelijkheden betreffende sectorbelangstelling van de deelnemers in de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008.

Belangstelling voor sector(en) Techniek Zorg & Welzijn Economie Groen Meerdere Sectoren

Totaal (N = 235)

Jongens (N = 149)

Meisjes (N = 86)

Aantal 141 79 71 41 95

Aantal 121 24 53 30 71

Aantal 20 55 18 11 24

Percentage 60% 34% 30% 17% 40%

Percentage 81% 16% 36% 20% 48%

Percentage 23% 64% 21% 13% 28%

Tabel 0-5 Belangstelling die de deelnemers hebben voor de verschillende sectoren (meerdere antwoorden mogelijk). Belangstelling voor sector(en) Techniek

17%

Zorg & Welzijn Economie 60%

30%

Groen

34%

Figuur 0-8 Het percentage van de deelnemers dat belangstelling heeft voor een sector (meerdere antwoorden mogelijk).

De verschillen tussen jongens en meisjes wat betreft de sectoren waarvoor ze belangstelling hebben is weergegeven in Figuur 0-9. Er zijn een aantal opvallende verschillen met vorig jaar, een mogelijke verklaring hiervoor zijn de veranderde antwoordmogelijkheden ten opzichte van vorig jaar. In tegenstelling tot vorig jaar geven dit jaar meer jongens dan meisjes belangstelling voor meerdere sectoren aan (Figuur 0-9 en Tabel 0-5). Jongens geven veel vaker aan dan meisjes dat ze belangstelling hebben voor techniek. Meisjes hebben juist veel vaker belangstelling voor zorg & welzijn dan jongens. De interesse voor economie en groen zijn onder jongens en meisjes veel gelijker verdeeld. Toch is alleen het verschil in belangstelling voor de sector groen niet significant. Het significante verschil tussen jongens en meisjes op het gebied van economie ligt iets genuanceerder. Het hier gemeten verschil tussen jongens en meisjes kan te maken hebben met het technische karakter van de “Bekijk een Bedrijf!” bedrijven. Mogelijk bezoeken jongeren die een economie-functie Effectmeting “Bekijk een Bedrijf!” 2008

6

binnen een technisch bedrijf ambiëren, bijvoorbeeld autoverkoper, ook bekijk een bedrijf, en dit zijn dan vooral de economie-jongens. Verschillen in belangstelling voor sector(en) 100% 80% 60%

Jongens

40%

Meisjes

20% 0% Techniek

Zorg & Welzijn

Economie

Groen

Meerdere Sectoren

Figuur 0-9 Verschillen tussen jongens en meisjes in de belangstelling die ze hebben voor de sectoren (meerdere antwoorden mogelijk).

De resultaten betreffende de belangstelling van jongens en meisjes voor de verschillende sectoren komen beter overeen met de resultaten op dit gebied met de meer heterogene steekproef uit het afstudeeronderzoek. Toch valt door de grote verschillen tussen de meting van vorig jaar en dit jaar te betwijfelen of de vragen over de belangstelling van de jongeren valide zijn – wordt ermee gemeten wat wordt beoogd ermee te worden gemeten? Uit de antwoorden op de antwoordmogelijkheid “Anders, namelijk:” valt af te leiden dat de deelnemers zeer uiteenlopende voorstellingen en verwoordingen hebben van hun interessegebied. Het spectrum is uiteenlopend van zeer specifiek tot zeer algemeen. Sommige jongeren weten alleen dat ze “iets met techniek” en hebben nog geen idee van welke tak van de techniek; evenzo voor “iets met mensen”. Anderen weten precies welk beroep ze later willen uitoefenen en willen zien, bijvoorbeeld: “licht- en geluidtechnicus” of “kapper”. Maar bij welke technische tak hoort zo’n beroep? Uit de antwoorden van de deelnemers valt af te leiden dat ze hier geen idee van hebben. Een bijkomende moelijkheid van het meten van de interessen is de diversiteit van de doelgroep. Een basisschool leerling uit groep 7 die straks met moeite VMBObasis/kader gaat doen of een HAVO/VWO-3 leerling, is een wereld van verschil. Niet alleen qua intelligentie, want voor beide blijkt deze vraag even moeilijk maar op een andere manier. Een VMBObasis/kader leerling is vaak al veel meer op een beroep geöriënteerd dan de HAVO/VWO leerling die bezig is met het kiezen van een profiel en dan zijn er daarna nog keuzemomenten genoeg. Tevens is voor een HAVO/VWO leerling de moelijkheid dat een mogelijk beroep dat hoort bij zijn toekomstige opleiding veel abstracter en moeilijker definieerbaar en inzichtelijk te maken is. Kortom, een wereld van verschil binnen de deelnemersgroep. De vraag is, hoe de belangstelling en interesse van de jongeren dan te meten in de toekomst. Verschillende vraagstelling en antwoordmogelijkheden voor de verschillende doelgroepen is aan te bevelen. Daarnaast is verder onderzoek, bijvoorbeeld middels focusgropen, gewenst. Van de bestaande vraagstellingen is die van vorig jaar het meest concreet en het best afgestemd op de verschillende schoolstromingen waarin jongeren terechtkomen (Tabel 0-6). Daarom is deze waarschijnlijk het meest betrouwbaar en valide.


7

Meting en vraagstelling Voor- In welke vakgebieden heb jij interesse? NaOver welke andere vakgebieden had je informatie willen krijgen? Antwoordmogelijkheden (meerdere antwoorden mogelijk) Administratie 1 Afwerkingstechnieken 2 17 Mode Bouw 3 18 Motorvoertuigentechniek Bouwtechniek 4 19 Natuur & Gezondheid Commercie 5 20 Natuur & Techniek Consumptieve techniek 6 21 Schilderen Cultuur & Maatschappij 7 22 Sport Economie & Maatschappij 8 23 Timmeren Elektrotechniek 9 24 Toerisme Groen 10 25 Uiterlijke verzorging Handel 11 26 Verzorging Horeca 12 27 Voeding Instalektro 13 28 Voertuigentechniek Installatietechniek 14 29 Zorg & Welzijn Metaaltechniek 15 30 Anders, namelijk: Metselen 16 31 Geen Tabel 0-6 Vraagstelling en antwoordmogelijkheden betreffende sectorbelangstelling van de deelnemers in de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2007.

Voorspelling van de gedragsintentie De variabelen uit het drielaags model voor de voorspelling van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek zijn gemeten met 7-punts meetschaaltjes. De gemiddelde scores voor op de variabelen zijn weergegeven in Tabel 0-7, zie ook Figuur 0-10 en Figuur 0-11.

Attitude (A) Extrinsieke Motivatie (EM) Intrinsieke Motivatie (IM) Subjectieve Norm (SN) Ervaren Controle (PC) Gedragsintentie (BI)

Gemiddelde 1,34 1,25 1,65 -0,42 0,86 0,38

Bereik 3 2 1 0 -1 -2 -3

Betekenis heel positief positief beetje positief neutraal beetje negatief negatief heel negatief

Tabel 0-7 Gemiddelde scores op de variabelen uit het drielaags model voor de voorspelling van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek. Rechts het bereik van de meetschaal met de betekenis van de scores.

De gedragsintentie betreffende de keuze voor techniek kan worden voorspeld door het drielaags model (Figuur 0-10) dat is afgeleid van de theorie van gepland gedrag. De waardes in het model zijn bepaald voor het gedrag van jongens én meisjes betreffende de keuze voor een technieksector. Attitude, subjectieve norm en ervaren controle zijn voorspellers van de gedragsintentie. Intrinsieke en extrinsieke motivatie zijn, samen met het geslacht, voorspellers van de attitude. In Figuur 0-10 is de verklaarde variantie van de attitude is 52% en van de gedragsintentie 74%. Alle predictorvariabelen in het model leveren een significante bijdrage aan de criteriumvariabele, behalve attitude. Uit de meting van vorig jaar is echter gebleken, dat de weegfactoren van de variabelen verschillend zijn voor de verschillende subgroepen deelnemers (jongens/meisjes en BS/VO). Het is daarom beter om voor de verschillende subgroepen elk hun eigen model met bijbehorende weegfactoren af te leiden, in plaats van het drielaagsmodel uit de voorafgaande studie “Inzicht in technische opleidingskeuze” aan te houden. Het drielaagsmodel is hier toch opgenomen, om de effecten van het generaliseren van de deelnemers(groepen) te visualiseren.


8

Geslacht

– 0,32 0,33 Attitude

Extrinsieke motivatie

0,09 0,27

0,30

Intrinsieke motivatie

Subjectieve norm

Gedragsintentie

0,58 In de figuur zijn de Figuur 0-10 Drielaags model voor de voorspelling van de gedragsintentie. Ervaren controle weegfactoren van de variabelen betreffende de keuze voor een technieksector, weergegeven bij de pijlen. (Codering geslacht: jongen=1; meisje=2). Als de scores op de variabelen worden uitgesplitst naar jongens en meisjes (Tabel 0-8) dan is te zien dat er significante verschillen zijn tussen jongens en meisjes voor de scores op alle variabelen (zie ook Figuur 0-11). Door de significante verschillen tussen jongens en meisjes, zijn de weegfactoren voor jongens en meisjes in het drielaags model mogelijk ook verschillend.

Jongens 1,13 1,79 0,08 1,40 2,01 1,44

Gedragsintentie Attitude Subjectieve norm Ervaren controle Intrinsieke motivatie Extrinsieke motivatie

Meisjes -0,92 0,56 -1,23 -0,07 1,02 0,93

Bereik 3 2 1 0 -1 -2 -3

Alle 0,38 1,34 -0,42 0,86 1,65 1,25


Tabel 0-8 Gemiddelde scores op de variabelen uit het drielaags model voor de voorspelling van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek, uitgesplitst naar geslacht in de tweede en derde kolom.

Verschillen tussen Jongens en Meisjes: Scores op variabelen 3 2 1 Jongens Meisjes

0

Alle

rin ek si iv ot at ie

ie at

rm

iv ot

m

m

e

e

no

t ie

le ro nt

ve

n te

co

ie

in

ek si

en ar

in tr

t Ex

In

v Er

ct

de

gs

-3

je

tu tti

ra ed

-2

b Su

A

G

-1

Figuur 0-11 Scores op de variabelen uit het drielaags model, naar geslacht. Betekenis van de scores: 3=heel positief; 2=positief; 1=beetje positief; 0=neutraal; -1=beetje negatief; -2=negatief; -3=heel negatief.


9

Als de scores op de variabelen worden uitgesplitst naar schooltype (Tabel 0-9) dan is te zien dat er significante verschillen zijn tussen deelnemers op de basisschool en in het voortgezet onderwijs voor de scores op alle variabelen, behalve voor de attitude (zie ook Figuur 0-12). Door de significante verschillen tussen basisschool en voortgezet onderwijs, zijn de weegfactoren voor deze groepen in het drielaags model mogelijk ook verschillend.


BS 0,22 1,31 -0,54 0,72 1,54 1,18

VO 0,95 1,45 0,01 1,35 2,03 1,49

Bereik 3 2 1 0 -1 -2 -3

Alle 0,38 1,34 -0,42 0,86 1,65 1,25


Tabel 0-9 Gemiddelde scores op de variabelen uit het drielaags model voor de voorspelling van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek, uitgesplitst naar schooltype in de tweede en derde kolom.

Schooltype: Scores op variabelen 3 2 1

BS

VO

0 e ek si rin

Alle

ie at

ie at iv ot m

iv ot m

le ro nt co

e ek si in tr Ex

t In

n re va Er

rm no

ie

-3

ve tie ec bj Su

de

nt te in gs ra ed

-2

tu tti A

G

-1

Figuur 0-12 Scores op de variabelen uit het drielaags model, naar schooltype. Betekenis van de scores: 3=heel positief; 2=positief; 1=beetje positief; 0=neutraal; -1=beetje negatief; -2=negatief; -3=heel negatief.

Voor basisschool leerlingen is het beste model met bijbehorende weegfactoren weergegeven in Figuur 0-13a. De ervaren controle heeft de meeste invloed op de gedragsintentie, vervolgens de subjectieve norm, het geslacht en de intrinsieke motivatie. De attitude lijkt hier geen rol te spelen. Dit in tegenstelling tot het model dat het beste past bij de VO-leerlingen (Figuur 0-13b). Hierin neemt de attitude de tweede plaats qua invloed op de gedragsintentie ten aanzien voor de keuze voor een technische opleiding, na de ervaren controle. Het geslacht en intrinsieke motivatie bepalen hierbij vooral de attitude. Extrinsieke motivatie is hier een aparte component. Het model voor de basisschool leerlingen heeft echter de grootste verklaarde variantie van 79% tegen 66% voor de VO-leerlingen. Zowel voor basisschool jongens als meisjes geldt dat de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor een technische opleiding vooral wordt bepaald door respectievelijk de ervaren controle en de subjectieve norm. De weegfactoren zijn echter wel verschillend. Voor basisschool jongens is de weegfactor van de ervaren controle 0,65 en van de subjectieve norm 0,26. Voor basisschool meisjes is de weegfactor van de ervaren controle 0,49 en die van de subjectie norm 0,40. In beide gevallen is dus de ervaren mogelijkheid voor het kiezen van een technische opleiding het meest bepalend voor de gedragsintentie en daarnaast in mindere mate de door hun ervaren mening van hun sociale omgeving. De verklaarde variantie voor beide groepen is ongeveer gelijk, respectievelijk 68% en 67% Voor VO-leerlingen is er geen onderscheid gemaakt naar geslacht omdat de groep VO-meisjes te klein is.


10

Ervaren controle 0,51

Figuur 0-13a

0,25 Subjectieve norm Gedragsintentie

-0,18 Geslacht -0,10 Model voor VO

Intrinsieke motivatie

Model voor BS Attitude

0,36 0,33

Ervaren controle

Gedragsintentie

Figuur 0-13 Meest geschikte modellen voor het voorspellen van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor een technische opleiding voor a) de BS-deelnemers en b) de VO-deelnemers aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008. Figuur 0-13b 0,22

Extrinsieke motivatie

Effectmeting Om het effect van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 op de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek en de voorspellers hiervan vast te stellen, zijn de scores op de variabelen uit het drielaags model in Tabel 0-10 uitgesplitst naar voor- en nameting, (zie ook Figuur 0-14).


Voormeting 0,38 1,39 -0,36 0,92 1,68 1,20

Nameting 0,37 1,27 -0,51 0,78 1,61 1,32

Alle 0,38 1,34 -0,42 0,86 1,65 1,25

Bereik 3 2 1 0 -1 -2 -3


Tabel 0-10 Effectmeting: gemiddelde scores op de variabelen uit het drielaags model voor de voorspelling van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek, uitgesplitst naar voor- en nameting in de tweede en derde kolom. Rechts het bereik van de meetschaal met de betekenis van de scores.


11

Effectmeting: Scores op variabelen 3 2 1 Voormeting Nameting

0

Alle

rin ek si iv ot at ie

ie at

rm

iv ot

m

m

e

e

no

t ie

le ro nt

ve

n te

co

ek si

en ar

in tr

t Ex

In

v Er ie

in

-3

ct

de

gs

-2

je

tu tti

ra ed

b Su

A

G

-1

Figuur 0-14 Effectmeting: scores op de variabelen uit het drielaags model. Betekenis van de scores: 3=heel positief; 2=positief; 1=beetje positief; 0=neutraal; -1=beetje negatief; -2=negatief; -3=heel negatief.

De scores op de variabelen in de voor- en nameting zijn niet significant verschillend. Met andere woorden: er kan geen effect van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 worden aangetoond op de gedragsintentie en de voorspellers van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek van de deelnemers. Hiervoor zijn vier redenen: 1. Er zijn veel verschillende motieven om deel te nemen aan “Bekijk een Bedrijf!”, behalve interesse in techniek en interesse in wat techniek inhoudt (zie Figuur 0-4). 2. Jongeren die deelnemen aan “Bekijk een Bedrijf!”, met name jongens, zijn al geïnteresseerd in techniek (zie Figuur 0-11, met name de scores op attitude, intrinsieke en extrinsieke motivatie) dus daarvan valt nauwelijks of geen effect te verwachten. Zij worden hooguit bevestigd in hun attitude, motivatie en gedragsintentie. Natuurlijk wordt door “Bekijk een Bedrijf!” wel hun zicht op techniek uitgebreidt en blijft techniek saillant in hun opleidingskeuze. Ook de subjectieve norm en ervaren controle kunnen door “Bekijk een Bedrijf!” positief worden beïnvloed. 3. Er moet onderscheid gemaakt worden naar geslacht en school en/of opleidingsniveau. De belevingswereld van deze verschillende subgroepen is heel verschillend. 4. Het effect van “Bekijk een Bedrijf!” wordt in zeer sterke mate bepaald door de verschillende bedrijven die te bezoeken zijn. Vaak wordt slechts één bedrijf bezocht door de betreffende deelnemer. De ervaringen van de deelnemers variëren daarom vooral per bedrijf, zodat het totaal “Bekijk een Bedrijf!”-effect een middeling is van de indrukken van deze zeer uiteenlopende bezoeken. Betreffende het laatste punt, is er een aanvullende effectanalyse gedaan per bedrijfsgroep. De indeling van de deelnemende bedrijven in bedrijfsgroepen is weergegeven in Bijlage 2, Tabel B2-1. De scores op de variabelen uit het drielaags model voor de bedrijfsgroepen is opgenomen in Tabel 0-11, hierin zijn de hoogste scores blauw en de laagste scores in oker uitgelicht. Het hoogst scoort de “elektrotechniek” groep, het laagst de groepen “installatietechniek locatie theater” en “architectuur”. Met rood zijn de bedrijfsgroepen aangegeven waar te weinig respondenten zaten om echt iets over te kunnen zeggen (houtbewerking, transport & logistiek, vliegtuigtechniek en installatietechniek locatie schaatsbaan/zwembad). Merk op dat alle respondenten aantallen in de bedrijfsgroepen aan de geringe kant zijn. De verschillen in de scores op de variabelen attitude, extrinsieke motivatie, intrinsiek motivatie, subjectieve norm, ervaren controle en daarmee op de gedragsintentie, zijn wel significant verschillend. Ondanks dat de groepen erg klein zijn, zijn toch de waardes van de voor- en nameting per bedrijfsgroep vergeleken. De scores in de voor- en nameting zijn niet significant verschillend. Er is per bedrijfsgroep geen aantoonbaar effect van de bedrijfsbezoeken op de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor een technische opleiding door de jongeren. Er is ook gekeken naar een effect ten opzichte van de meting van “Bekijk een Bedrijf1” 2007. De gemiddelde scores op de attitude, subjectieve norm, ervaren controle, intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie variabelen van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 zijn allemaal net iets hoger dan vorig jaar. Er is echter geen aantoonbaar effect (significant verschil) van “Bekijk een Bedrijf!” op de scores van deze variabelen. Effectmeting “Bekijk een Bedrijf!” 2008

12

Aantal Bedrijfsgroepen*

Gemiddelde Attitude

Houtbewerking Motorvoertuigentechniek Transport & Logistiek

Extrinsieke Intrinsieke Subjectieve Ervaren GedragsMotivatie Motivatie Norm Controle Intentie

4

1,38

1,63

2,42

-0,31

1,83

1,88

15

1,70

1,60

1,91

0,18

1,56

1,43 1,36

7

1,68

1,43

2,29

0,61

1,05

Elektrotechniek (E)

23

1,93

1,67

2,19

0,02

1,58

1,33

Vliegtuigtechniek

13

1,87

1,40

2,13

0,08

1,64

1,08

Bouwtechniek

19

1,64

1,53

2,05

0,25

1,30

1,00

Metaaltechniek (W)

21

1,76

1,46

2,14

-0,01

1,30

0,86

Elektronica

17

1,79

1,32

2,12

-0,35

1,39

0,68

Procestechniek

37

1,31

1,18

1,42

-0,58

0,72

0,09

Architectuur

33

0,92

0,87

1,05

-1,19

0,26

-0,21

8

0,19

0,84

0,50

-0,69

0,29

-0,81

38

0,64

0,92

1,16

-1,03

-0,18

-0,86

235

1,34

1,25

1,65

-0,42

0,86

0,38

Installatietechniek loc. Schaats/Zwem Installatietechniek loc.Theater Totaal | Gemiddelde

* Kleurindicatie: blauw hoogste score; oker laagste score; rood te gering aantal.

Tabel 0-11 Scores op de variabelen uit het drielaags model voor de verschillende bedrijfsgroepen. ‘Aantal’ is het aantal leerlingdeelnemers waaruit de gemiddelde waardes zijn bepaald.

In de nameting is aan de jongeren gevraag wat ze het leukst en het minst leuk aan het (eerste) bedrijfsbezoek vonden. Als leukste wordt het vaakst genoemd dat rondkijken in het bedrijf, zie verder Figuur 0-15. Bij minst leuk heeft de grootste groep deelnemers niks te melden, zie Figuur 0-16. Rondleiding/Kijken

Leukst van bedrijfsbezoek

Doen

6% 3% 10%

Techniek

31%

Overige

11%

Uitleg/Info Alles

12% 26%

Niks

Figuur 0-15 Gecategoriseerde antwoorden op de nametingvraag: “Wat vond je het leukst aan het bedrijfsbezoek?”

Minst leuk van bedrijfsbezoek 4%

Overige

3%

Slechte organisatie bezoek

7%

Techniek

7% 10%

Niks

55%

Tijdgebrek Bedrijfsfilm

13%

Alles

Figuur 0-16 Gecategoriseerde antwoorden op de nametingvraag: “Wat vond je het minst leuk aan het bedrijfsbezoek?”


13

Conclusies Effectmeting “Bekijk een Bedrijf!” 2008 De scores op de variabelen in de voor- en nameting van zowel basisschoolleerlingen als leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn niet significant verschillend. Met andere woorden: er kan geen effect van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 worden aangetoond op de gedragsintentie en de voorspellers van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek van de deelnemende leerlingen (Figuur 0-14). Redenen hiervoor komen voort uit het vormingsproces van de gedragsintentie en projectspecifieke aspecten. Attitudes, subjectieve norm en ervaren controle en daarmee ook de gedragsintentie ten aanzien van bepaald gedrag, zoals de keuze voor een technische opleiding, worden gedurende het gehele leven gevormd en bijgesteld. Alle invloeden die betrekking hebben op dat specifieke gedrag worden bewust of onbewust en zwaar of minder zwaar meegewogen bij de vorming van de attitude, subjectieve norm en ervaren controle en dus ook in de gedragsintentie. De doelgroep van “Bekijk een Bedrijf!” is jongeren tussen de 10 en 14 jaar. Het techniekbeeld van deze leerlingen heeft zich al 10 tot 14 jaar gevormd. De ervaring van deelname aan een interventie-activiteit als “Bekijk een Bedrijf!” wordt toegevoegd aan de bestaande ervaringen op het gebied van techniek. Het effect van deelname aan één enkele activiteit op gedragsintentie en de voorspellers daarvan die in jaren zijn gevormd, zal naar verwachting niet groot zijn. Er zijn een drietal meer projectspecifieke redenen waarom er geen effect van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 is aangetoond middels de gedane effectmeting: 1. Er zijn veel verschillende motieven om deel te nemen aan “Bekijk een Bedrijf!”, behalve interesse in techniek en interesse in wat techniek inhoudt (zie Figuur 0-4). 2. Jongeren die deelnemen aan “Bekijk een Bedrijf!”, met name jongens, zijn al geïnteresseerd in techniek (zie Figuur 0-11, met name de scores op gedragsintentie, attitude, ervaren controle intrinsieke motivatie) dus daarvan valt nauwelijks of geen effect te verwachten. Zij worden hooguit bevestigd in hun attitude, motivatie en gedragsintentie. Natuurlijk wordt door “Bekijk een Bedrijf!” wel hun zicht op techniek uitgebreidt en blijft techniek saillant in hun opleidingskeuze. Ook de subjectieve norm en ervaren controle kunnen door “Bekijk een Bedrijf!” positief worden beïnvloed. 3. Het effect van “Bekijk een Bedrijf!” wordt in zeer sterke mate bepaald door de verschillende bedrijven die te bezoeken zijn. Vaak wordt slechts één bedrijf bezocht door de betreffende deelnemer. De ervaringen van de deelnemers variëren daarom vooral per bedrijf, zodat het totaal “Bekijk een Bedrijf!”-effect een middeling is van de indrukken van deze zeer uiteenlopende bezoeken. Ondanks dat dit jaar de bedrijven zijn ingedeeld in bedrijfsgroepen voor de analyses van de effectmeting, blijft dit punt van belang. Bijna alle bedrijfsgroepen bestonden immers uit meerdere bedrijven.

Verschillen tussen BS- en VO-deelnemers Bij de effectmeting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008 is de verhouding tussen deelnemende jongens en meisjes van de basisschool (ongeveer 4:3) evenwichtiger dan bij de deelnemende jongens en meisjes van de voortgezet onderwijs scholen (ongeveer 8:1). De belangrijkste redenen voor deelname aan “Bekijk een Bedrijf!” zijn voor basisschoolleerlingen en VO-leeringen hetzelfde. Belangrijkste reden is “ik heb interesse in het bedrijf”, op de tweede plaats “ik heb interesse in techniek” en als derde reden “ik wil weten welke beroepen er zijn” (Figuur 0-4). De opmerkingen over “Bekijk een Bedrijf!” 2008 zijn gemaakt, waren bijna allemaal positief van aard (Figuur 0-7). De deelnemers aan “Bekijk een Bedrijf!”2008 hebben vooral belangstelling voor de techniek sector. Maar ook belangstelling voor de sectoren Zorg & Welzijn en Economie wordt vaak genoemd (Figuur 0-8). De belangstelling voor de sectoren verschilt per doelgroep. Er zijn met name grote verschillen tussen jongens en meisjes (Figuur 0-9). De jongens geven aan vooral interesse te hebben in techniek. De meeste meisjes hebben interesse in de sector zorg & welzijn. Verdere parallellen met vorig jaar zijn er niet te trekken, door de gewijzigde vriaagstelling over dit onderwerp. Het is erg moeilijk om voor zowel basisschool- als voortgezet onderwijs leerlingen de antwoordmogelijkheden op de belangstellingsvraag zo te formuleren dat deze bij beide belevingswerelden aansluit.


14

Verschillen in de voorspelling van de gedragsintentie voor basisschool- en VO-leerlingen zijn vooral te vinden in de weegfactoren van de attitude, subjectieve norm en ervaren controle (Figuur 0-13). Bij de basisschooldeelnemers is de ervaren controle over de keuzemogelijkheid – het kunnen kiezen voor techniek - het meest bepalend voor de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek, op afstand gevolgd door de mening van relevante anderen – ouders, leraren, vriend(inn)en – ofwel de subjectieve norm. Attitude – de algehele evaluatie van de keuze voor techniek – is verwaarloosbaar bij de basisschooldeelnemers, het geslacht en de intrinsieke motivatie zijn bepalender. Bij VO-deelnemers daarentegen, heeft juist de attitude de meeste invloed op de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek. Na de attitude bepalen achtereenvolgens de ervaren controle en de extrinsieke motivatie de gedragsintentie. De invloed (de weegfactoren) van de drie voorspellers van de gedragsintentie is bij de VO-jongeren veel gelijkmatiger verdeeld dan bij de basisschoolkinderen. De best passende modellen voor de voorspelling van de gedragsintentie ten aanzien voor de keuze van techniek zijn wat afwijkend van vorig jaar. Toch zijn er in beide jaren wel overeenkomsten te vinden. In beide jaren is er een duidelijk verschillen tussen het beste model voor de verschillende doelgroepen. Voor basisschoolleerlingen zijn vooral de ervaren controle en subjectieve norm bepalend voor de gedragsintentie. Voor voortgezet onderwijs leerlingen hebben de attitude en ervaren controle de meeste invloed op de gedragsintentie. De verschillen in de weegfactoren tussen basisschool- en VO-deelnemers geven aan dat het twee verschillende doelgroepen zijn, waarop een doelgroepgerichte benadering kan worden toegepast.

Verschillen tussen jongens en meisjes Onder de basisschooldeelnemers en nog sterker onder de VO-deelnemers aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008 zijn beduidend minder meisjes dan jongens (Figuur 0-1). Reden voor deelname aan “Bekijk een Bedrijf!” is voor jongens en meisjes grotendeels gelijk, op één groot verschil na. Jongens geven als op één na meest genoemde reden “ik heb interesse in techniek” aan, terwijl meisjes deze rede juist het minst noemen (Tabel 0-2). Verschillen tussen jongens en meisjes in belangstelling voor de sectoren zijn traditioneel. De jongens hebben vooral belangstelling voor techniek en de meisjes voorals voor de sector zorg & welzijn. Er zijn verschillen tussen jongens en meisjes in de scores op de variabelen uit het drielaags model voor de voorspelling van de gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor techniek. Jongens scoren op alle variabelen positiever dan meisjes. De grootste verschillen zitten in de subjectieve norm en er ervaren controle - deze zijn voor jongens positief en voor meisjes negatief – en daarmee in de gedragsintentie. Kortom: jongens hebben een positieve en meisjes een negatieve gedragsintentie ten aanzien van de keuze voor een technische opleiding.


15

Bijlage 1 Enquête vragen In deze bijlage is de nameting-vragenlijst voor basisschoolleerlingen opgenomen.

Help Bekijk een Bedrijf te verbeteren!

Geef antwoord op de vragen door het keuzerondje aan te klikken dat het beste jouw mening weergeeft. Er zijn geen goede of foute antwoorden.Elke 10de deelnemer krijgt een bioschoopbon van € 15,00!De meeste vragen gaan niet over Bekijk een Bedrijf zelf, maar over wat jij van techniek vindt. Op het einde van de vragenlijst kun je aangeven wat je interesses wel zijn, als je niet van techniek houdt. Dan kunnen we volgend jaar rekening houden met jouw wensen!

In de vragenlijst wordt vaak het woord "techniek" gebruikt. Met techniek wordt in deze vragenlijst bedoeld het profiel Natuur & Techniek en alle technieksectoren en - opleidingen, zoals: bouwtechniek (timmeren, metselen, afwerkingstechnieken, schilderen en bouwkunde), informatica (technische computerkunde, ICT), elektrotechniek, installatietechniek, instalektro, metaaltechniek, mechatronica, (motor)voertuigentechniek... en zo voort.

Geef je mening!Kies het keuzerondje dat het beste jouw mening weergeeft.Zie je steeds dezelfde vraag staan?Let dan op wat er boven de keuzerondjes staat: daar staat dan steeds iets anders! Dus vul bij alle vragen een antwoord in.Neutraal betekent "er tussen in" of "geen van beide uitersten" of "weet niet".

*1

Iets met techniek (gaan) doen, vind ik: -3 heel vervelend

*2

-1 beetje vervelend

-2 vervelend

0 neutraal

1 beetje leuk

2 leuk

3 heel leuk

0 neutraal

1 beetje interessant

2 interessant

3 heel interessant

Iets met techniek (gaan) doen, vind ik:

-3 heel saai

-2 saai

-1 beetje saai


16

Geef je mening!Zie je steeds dezelfde vraag staan?Let dan op wat er boven de keuzrondjes staat: daar staat dan steeds iets anders! Dus vul bij alle vragen een antwoord in.Neutraal betekent "er tussen in"of "geen van beide uitersten" of "weet niet".

3

Iets met techniek (gaan) doen, vind ik:

-3 heel slecht

*4

5 6 7 8

0 neutraal

1 beetje goed

2 goed

3 heel goed

0 neutraal

1 beetje makkelijk

2 makkelijk

3 heel makkelijk

Iets met techniek (gaan) doen, vind ik: -3 heel moeilijk

*

-1 beetje slecht

-2 slecht

-1 beetje moeilijk

-2 moeilijk

Geef je mening over de volgende stellingen.Stel dat je iets met techniek gaat doen. Dan... -3 helemaal oneens

-2 oneens

-1 beetje oneens

0 neutraal

1 beetje eens

2 eens

3 helemaal eens

Dan kan ik veel beroepen doen. Dan werk ik veel met mensen samen. Dan kan ik veel geld verdienen. Dan maak ik veel dingen.


17

* 9 10 11

* 12 13 14 15

16

Geef je mening over de volgende stellingen.Stel dat je iets met techniek gaat doen. Dan... -3 helemaal oneens

-2 oneens

-1 beetje oneens

0 neutraal

1 beetje eens

2 eens

3 helemaal eens

Dan doe ik iets dat ik interessant vind. Dan doe ik iets dat ik leuk vind. Dan doe ik iets dat ik goed kan.

Geef je mening! -3 zeer zeker niet

-2 zeker niet

-1 waarschijnlijk niet

0 twijfel

1 waarschijnlijk wel

2 zeker wel

3 zeer zeker wel

Van mij wordt verwacht dat ik iets met techniek ga doen. Mijn leraren vinden dat ik iets met techniek moet gaan doen. Mijn vrienden vinden dat ik iets met techniek moet gaan doen. Mijn ouders vinden dat ik iets met techniek moet gaan doen.

Iets met techniek gaan doen, is voor mij: -3 totaal onmogelijk

-2 onmogelijk


-1 tamelijk onmogelijk

0 twijfel

1 mogelijk

2 goed mogelijk

3 zeker mogelijk

18

17

Ik kan iets met techniek gaan doen. -3 zeer zeker niet

*18

-2 zeker niet

0 twijfel


2 zeker wel

3 zeer zeker wel

1 beetje eens

2 eens

3 helemaal eens

Het is heel gewoon dat ik iets met techniek ga doen. -3 helemaal oneens

*

-1 waarschiijnlijk niet

-1 beetje oneens

-2 oneens

0 neutraal

Geef je mening! -3 zeer zeker niet

19 20

-2 zeker niet

-1 waarschijnlijk niet

0 twijfel


2 zeker wel

3 zeer zeker wel

Ik denk iets met techniek te gaan doen. Ik wil graag iets met techniek gaan doen.


19

*21

Welk bedrijf heb je bezocht? 013 Popcentrum Alphons Coolen Bouw BV Automobielbedrijf P. van de Ven BV Beerens Projectinrichting B.V. BO.2 Architectuur en stedenbouw Bosch Security Systems BRO Chassé Theater & Strukton Worksphere Chromalloy Holland BV Citroen Bertens Tilburg / Oisterwijk BV Corus Tubes BV Elektrowerk Brabant Essent Netwerk FD Architecten Fri-Jado, warm of koud? FUJIFILM Manufacturing Europe B.V. Gebouw F, centrum voor architectuur Gebr. Versteijnen Transport en Logistiek BV Gemeente Tilburg Grass Valley Nederland BV Hoppenbrouwers Elektrotechniek BV IFF, International Flavors en Fragrances Installatie- onderhoud of servicemonteur Koninklijke Broese & Peereboom BV Koninklijke Luchtmacht Luijten | Smeulders | Architecten Martens en Van Oord - Biesbosch Mol Logistics - vliegtuigen, vrachtwagens, zeecontainers OBM West-Brabant Optisport Breda BV - Techniek op de schaatsbaan Philips Lighting Roosendaal


20

Power Motive, auto\'s en apparatuur Renova Tilburg ROI Zuid-West Nederland Bergen op Zoom ROI Zuid-West Nederland Breda Rommtech Electronics Schildersbedrijven Sinis SSPB - kom zélf iets bouwen! Standard Aero BV Stork-Fokker Aircraft Maintenance & Training School Strukton WorkSphere Van Tilburg-Bastianen Groep Van Uitert BV Van Venrooij Interieurbouw BV Verhoeven Constructie BV Versteijnen Logistics Anders, namelijk: ............................................................

*22

Welke informatie heb je tijdens het bedrijfsbezoek gekregen? (Je mag meerdere antwoorden aanvinken.)

Informatie over het bedrijf

Informatie over de producten die het bedrijf maakt

Informatie over techniek

Informatie over het gebruik van techniek

Informatie over beroepen

Informatie over opleidingen

Anders, namelijk: ............................................................


21

*23

In welke vakgebieden heb jij interesse? (Je mag meerdere antwoorden aanvinken.)

Economie, Handel en/of Administratie

Voeding, Horeca en/of Toerisme

Zorg & Welzijn en/of Gezondheid

Landbouw, Groen en/of Natuur

Transport en/of Logistiek

Motorvoertuigentechniek

Informatica, Technische Computerkunde en/of ICT

Elektrotechniek, Installatietechniek en/of Elektronica

Metaaltechniek en/of Werktuigbouwkunde

Bouwtechniek, Bouwkunde, Metselen, Timmeren en/of Schilderen

*24

Anders, namelijk: ............................................................

Ik ben een: Jongen Meisje

*25

Mijn leeftijd is: Jaar


22

*26

Wat denk je na de basisschool te gaan doen? VMBO Basis- of Kaderberoepsgerichte leerweg VMBO Gemengde of Theoretische leerweg VMBO maar ik weet nog niet welke leerweg HAVO VWO Ik ga iets anders doen Weet ik (nog) niet

27

*28

Wat vond je het leukst aan het bedrijfsbezoek?

Wat vond je het minst leuk aan het bedrijfsbezoek?


23

29

30

Heb je nog opmerkingen over Bekijk een Bedrijf?

Elke 10de deelnemer krijgt een bioscoopbon van €15,00!Wil je kans maken op een bioscoopbon? Vul dan hier je e-mailadres in!


24

Bijlage 2 Indeling Bedrijfsgroepen Bedrijfsgroep | Bedrijf Architectuur BO.2 Architectuur en stedenbouw BRO FD Architecten Gebouw F, centrum voor architectuur Gemeente Tilburg monumentenzorg Luijten | Smeulders | Architecten Bouwtechniek Alphons Coolen Bouw BV Martens en Van Oord - Biesbosch Schildersbedrijven SSPB - kom zélf iets bouwen! Elektronica Bosch Security Systems Grass Valley Nederland BV Rommtech Electronics Elektrotechniek (E) Elektrowerk Brabant Essent Netwerk Fri-Jado, warm of koud? Hoppenbrouwers Elektrotechniek BV Power Motive, auto\'s en apparatuur ROI Zuid-West Nederland Bergen op Zoom ROI Zuid-West Nederland Breda Sinis Strukton WorkSphere zie ook nr 8 Houtbewerking Beerens Projectinrichting B.V. Van Venrooij Interieurbouw BV Installatietechniek loc. Schaats/Zwem Installatie- onderhoud of servicemonteur (Zwembad) Optisport Breda BV - Techniek op de schaatsbaan

Aantal 33 7 7 3 8 6 2 19 5 5 7 2 17 9 4 4 23 3 6 2 6 0 1 2 1 2 4 3 1 8 0 8

Percentage 14,0% 3,0% 3,0% 1,3% 3,4% 2,6% 0,9% 8,1% 2,1% 2,1% 3,0% 0,9% 7,2% 3,8% 1,7% 1,7% 9,8% 1,3% 2,6% 0,9% 2,6% 0,0% 0,4% 0,9% 0,4% 0,9% 1,7% 1,3% 0,4% 3,4% 0,0% 3,4%

Bedrijfsgroep | Bedrijf

Aantal

Installatietechniek loc.Theater 013 Popcentrum Chassé Theater & Strukton Worksphere Metaaltechniek (W) Chromalloy Holland BV OBM West-Brabant vakopleiding metaal Standard Aero BV Van Uitert BV Verhoeven Constructie BV Motorvoertuigentechniek Automobielbedrijf P. van de Ven BV Citroen Bertens Tilburg / Oisterwijk BV Renova Tilburg Van Tilburg-Bastianen Groep Procestechniek Corus Tubes BV FUJIFILM Manufacturing Europe B.V. IFF, International Flavors en Fragrances Koninklijke Broese & Peereboom BV Philips Lighting Roosendaal Transport & Logistiek Gebr. Versteijnen Transport en Logistiek BV Mol Logistics - vliegtuigen, vrachtwagens, zeecontainers Versteijnen Logistics Vliegtuigtechniek Koninklijke Luchtmacht Stork-Fokker Aircraft Maintenance & Training School

Percentage

38 17 21 21 2 0 10 8 1 15 5 2 4 4 37 2 12 11 9 3 7 1 3 3 13 3 10

16,2% 7,2% 8,9% 8,9% 0,9% 0,0% 4,3% 3,4% 0,4% 6,4% 2,1% 0,9% 1,7% 1,7% 15,7% 0,9% 5,1% 4,7% 3,8% 1,3% 3,0% 0,4% 1,3% 1,3% 5,5% 1,3% 4,3%

Tabel B2-1 De voor de data-analyse gebruikte indeling in bedrijfsgroepen van de deelnemende bedrijven aan “Bekijk een Bedrijf!” 2008 met aantal en percentage eerste bedrijfsbezoek van deelnemende leerlingen aan de effectemting van “Bekijk een Bedrijf!” 2008.


25

Effectmeting Bekijk een Bedrijf! 2008

Recommend Documents