EETSTOORNISSEN & ZWANGERSCHAP
INFORMATIEBROCHURE Jan Norré Master Klinische Psychologie Master Seksuologie Psychotherapeut Team lid van L.I.F.E., het Leuven Institute for Fertility and Embryology (www.lifeleuven.be)
INLEIDING Eetstoornissen komen vaak voor in onze Westerse wereld. Van al de psychische problemen in de eerste lijnszorg komen eetstoornissen (15%), na depressie (20%), het vaakst voor. Eetstoornissen gaan bovendien samen met een verhoogd risico op bepaalde lichamelijke aandoeningen. Dit kan ook een negatieve invloed hebben op de vruchtbaarheid, de zwangerschap, de geboorte en de postpartum periode. Dus, wanneer een eetstoornis voorkomt bij een vrouw die zwanger is, dan gaat dit gepaard met een verhoogd risico op verwikkelingen bij moeder én kind zowel tijdens de zwangerschap als bij de geboorte. Ook de moeder kind relatie wordt tijdens de opvoeding gekleurd door de eetstoornis. Heb jij een eetstoornis of heb je een eetstoornis gehad? En wil je zwanger worden of ben je nu al zwanger? Lees dan even deze brochure. Hopelijk vind je hierin een eerste stap naar de informatie en ondersteuning die je nodig hebt. INHOUD WAT WETEN WE OVER EETSTOORNISSEN & ZWANGERSCHAP? 1. Wat zijn eetstoornissen? 2. Vormen eetstoornissen een gezondheidsprobleem? 3. Kan ik zwanger worden als ik een actieve eetstoornis heb? 4. Heeft een eetstoornis invloed op de zwangerschap en na de geboorte? 5. Heeft een zwangerschap invloed op mijn eetstoornis? WAT KUN JE DOEN? 6. Hoe weet je of je een eetstoornis hebt? 7. Waar vind je meer informatie over eetstoornissen? 8. Je wil zwanger worden, maar je hebt een eetstoornis of je hebt vroeger een eetstoornis gehad? 9. Een eetstoornis èn toch zwanger? 10. Zwangerschap en voeding? 11. Een kind (op)voeden terwijl je zelf een eetstoornis hebt? SAMENGEVAT: WETEN & DOEN
2
WAT WETEN WIJ OVER EETSTOORNISSEN? 1
WAT ZIJN EETSTOORNISSEN?
Niet elke vorm van ongewoon eetgedrag verwijst naar een eetstoornis. Wij focussen ons in deze brochure naar vrouwen die worstelen met anorexia nervosa, boulimia nervosa en ‘eetstoornis niet anders omschreven’. Deze vrouwen worstelen met ongewone eetpraktijken in de strijd met hun lichaam én gewicht, vermits dit een cruciale impact heeft op hun zelfbeeld (-vertrouwen) én eigenwaarde.
Anorexia nervosa Anorexia nervosa (AN) verwijst naar meisjes of vrouwen die doelbewust hun eetlust en hongergevoel trachten te onderdrukken. De term magerzucht sluit best aan waar het in essentie om gaat: de onweerstaanbare drang om te vermageren. Die drang uit zich in een ongewone houding zowel in gedachten als in hun gedrag tegenover voeding, lichaamsomvang en gewicht. Voedsel wordt slechts als 'gezond' beschouwd als het weinig calorieën bevat. Zij staan nauwelijks stil bij wat de impact is van hun té lage gewicht op hun gezondheidstoestand. Als de persoon vermagert door strikte beperking van voedselinname, al dan niet in combinatie met hyperactiviteit, dan gaat het om AN van het restrictieve type. De andere vorm van AN is het purgerende subtype. Het eetpatroon van deze personen is een afwisseling van vasten en eetbuien gevolgd door zelfopgewekt braken en/of misbruik van laxeermiddelen.
Boulimia nervosa De diagnose van boulimia nervosa (BN) wordt vaak miskend: uiterlijk valt er niets te merken bij deze meisjes of vrouwen (normaal gewicht) én uit intense schaamte verbergen ze hun vreemde eetgewoonten. We spreken van een eetbui (boulimie) als de betrokken persoon objectief teveel eet in een kort tijdsbestek (bijv. een grote hoeveelheid binnen 1/2 à 1 uur) en hierbij een controleverlies ervaart. Zij wordt overrompeld door een onbedwingbare drang tot eten en blijft dooreten tot ze niet meer kan. Eetbuien gebeuren steeds stiekem. Vermits ze dezelfde strijd leveren met hun lichaam en gewicht, nemen ze hun toevlucht tot zelfopgewekt braken en misbruik van laxeermiddelen. Dus ook hun lichaamsbeleving of gewicht bepaalt exclusief hun zelfwaarde. Afhankelijk van de ziektegeschiedenis kan de ene in de andere stoornis over gaan.
3
Eetstoornis niet anders omschreven In de klinische praktijk komt deze vorm het meest voor. Het gaat om allerlei varianten die niet helemaal voldoen aan de typische kenmerken van AN of BN. Dit betekent echter niet dat het daarom minder ernstig is.
2
VORMEN EETSTOORNISSEN EEN GEZONDHEIDSPROBLEEM?
Lichamelijke, psychische en sociale gevolgen Een eetstoornis wordt in de literatuur omschreven als een psychosomatische problematiek, waarbij het emotionele en het lichamelijke elkaar negatief beïnvloeden. De sterke vermagering (AN) of gewichtsschommelingen (BN) leiden tot een verstoring van vrouwelijke hormonen (menstruaties worden onregelmatig of treden niet meer op) en van groeihormonen (met gevolg een groeivertraging). Ondervoeding kan bovendien tal van organen aantasten en tot verwikkelingen leiden; veelvuldig braken en laxeren leidt tot een levensbedreigend electrolyten onevenwicht, wat de hartspier kan aantasten. Dit kan zelfs fataal aflopen. Maar ook op emotioneel vlak brengen eetstoornissen negatieve gevolgen teweeg: prikkelbaarheid,
neerslachtigheid,
stemmingswisselingen,
slaapproblemen
of
concentratiestoornissen. Vaak gaat dit gepaard met sociaal isolerend gedrag. Dit ondermijnt het al kwetsbare zelfvertrouwen, waardoor de absolute negatieve kijk op zichzelf versterkt wordt.
Spreiding Er is een duidelijk verschil in voorkomen tussen AN en BN. AN komt voor bij 19 vrouwen per 100.000 per jaar en bij 2 mannen per 100.000, terwijl bij BN het voorkomen 29 per 100.000 per jaar en 1 man per 100.000 is. Daarnaast blijkt dat het voorkomen van eetstoornissen toeneemt in de breedte: ze worden vastgesteld op een steeds jongere leeftijd en ook op oudere leeftijd. Globaal is de piek voor het optreden van AN van het restrictieve type (de ‘vasters’) tussen de 14 en de 18 jaar. Na 18 jaar treedt vooral AN van het purgerende subtype op (met eetbuien en braken). BN komt meestal vanaf een leeftijd van 16 jaar voor. AN bij een volwassen vrouw is dikwijls een heropflakkering van een vroeger niet onderkende eetstoornis. Zo kan ook een
4
zwangerschap of geboorte (‘een blijde gebeurtenis’) zelfs leiden tot een reactivatie van een ‘oude’ eetstoornis. Eetstoornissen blijven een therapieresistente problematiek. Bijna de helft herstelt volledig en kan een leven zonder eetstoornis uitbouwen. Eén op drie geneest niet met het huidige arsenaal aan therapeutische middelen en wordt chronisch. De rest behoudt bepaalde symptomen die al dan niet opflakkeren in bepaalde periodes van hun leven.
3
KAN IK ZWANGER WORDEN ALS IK EEN EETSTOORNIS HEB?
Ongepland zwanger? Zowel AN als BN leiden tot menstruatiestoornissen. Veel vrouwen denken dat het uitblijven van de maandstonden (amenorroe) betekent dat er geen risico is om zwanger te worden. Nochtans kan iemand met amenorroe ongepland zwanger worden.
Ongemerkt zwanger? Bij iemand met AN wordt de zwangerschap niet in een vroeg stadium ontdekt. Een aantal verschijnselen is zowel bij AN als bij zwangerschap gelijklopend: het wegblijven van de maandstonden, opgeblazen buik, misselijkheid en braken (hyperemesis gravidarum), vermoeidheid, gevoelige borsten, duizeligheid en obstipatie. Zo kan de zwangerschap in een gevorderd stadium zijn vooraleer ze ontdekt wordt.
Kun je moeilijk zwanger worden? Een eetstoornis kan de hormoonspiegel en dus ook de menstruatiecyclus verstoren. Daardoor vermindert de vruchtbaarheid en is het moeilijker om zwanger te worden. Deze toestand is omkeerbaar. De vruchtbaarheid herstelt zich volledig bij het verdwijnen van de eetstoornis, wat een gezond lichaamsgewicht en gezonde eetgewoonten impliceert. Dan is het starten van een fertiliteitsbehandeling niet aangewezen. Als je graag kinderen wil, is het aangewezen zwanger te worden nadat je hersteld bent van je eetstoornis. Een zwangerschap met een actieve eetstoornis leidt tot negatieve gevolgen zowel voor moeder als kind.
5
4
HEEFT EEN EETSTOORNIS INVLOED OP MIJN KIND TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN NA DE GEBOORTE?
Gevaar voor allerlei verwikkelingen Wetenschappers onderzoeken deze vraag al geruime tijd en hun bevindingen zijn duidelijk: eetstoornissen houden risico’s in voor het verloop van de zwangerschap en het geboorteresultaat.
Je kans is groter op •
een miskraam
•
een keizersnede
•
een premature baby (dit is een baby die te vroeg geboren wordt)
•
een baby met groeivertraging
•
een baby met een lager dan gemiddeld geboortegewicht
•
een baby met een smallere hoofdomtrek dan gemiddeld
•
een postnatale depressie
•
een gestoord voedingspatroon na de geboorte: moeilijkheden bij borstvoeding, overof ondervoeding van je kind
•
gestoorde omgang met je kind: problematisch ouderschap.
Zo snel mogelijk opsporen en begeleiden Het is van groot belang dat je een eetstoornis zo vlug mogelijk kunt opsporen én als vrouw met een eetstoornis is het belangrijk dat je deskundig begeleid wordt (gynaecoloog, psychotherapeut), zowel voor als tijdens als na de zwangerschap.
6
5
HEEFT EEN ZWANGERSCHAP INVLOED OP MIJN EETSTOORNIS?
Tijdens de zwangerschap? Zwanger worden tijdens de actieve fase van je eetstoornis kan leiden tot verhoogde angstgevoelens en stemmingswisselingen. Je bent bang om controle te verliezen over je gewicht én je veranderende lichaam. Daardoor kan je je toevlucht nemen tot nog extremer lijnen of door veelvuldiger te braken of te laxeren. De symptomen kunnen tijdens de zwangerschap ook afnemen of zelfs tijdelijk verdwijnen. Omwille van je bezorgdheid voor je baby uit angst dat je eetpraktijken schade kunnen toebrengen, doe je je best om zo gezond en evenwichtig mogelijk te eten. Merkwaardig genoeg blijkt uit onderzoek dat deze positieve evolutie zich enkel bij een kleine groep vrouwen verder zet na de geboorte. In meer dan de helft van de gevallen verslechteren de eetsymptomen na de geboorte.
En na de bevalling? Als het kind eenmaal geboren is kan de verantwoordelijkheid voor je baby voor jou als moeder zo zwaar gaan wegen dat je een terugval riskeert van je symptomen. Onderzoek leert ook dat het risico op postnatale depressie bij vrouwen met een actieve eetstoornis groter is. De symptomen van je eetstoornis bemoeilijken je dagelijks functioneren en zorg voor de baby. Immers, je hele wereld lijkt te draaien rond voeding en gewicht, waarbij je wil afvallen én je baby aan gewicht dient te winnen. Als je kind ouder wordt leidt de actieve eetstoornis ertoe dat je controlerend met je kind omgaat.
WAT KUN JE DOEN? 6
HOE WEET JE OF JE EEN EETSTOORNIS HEBT?
Een eerste verkenning? Misschien herken je een deel van jezelf in de beschrijving van anorexia, of boulimia nervosa? Betekent dat dan dat je zelf ook een eetstoornis hebt? Je kunt het antwoord op die vraag verkennen met behulp van de volgende vragen. -
Ben ik vaak bezig met voeding en gewicht?
7
-
Is mijn gewicht op korte tijd sterk veranderd?
-
Merk ik dat mijn sociale contacten verminderen als gevolg van bezig zijn met voeding en gewicht?
-
Merk ik een groot verschil tussen hoe ik overkom en hoe ik me voel?
Deze vragen zijn overgenomen uit de website http://www.eetstoornis.be. Als het antwoord ‘ja’ is, dan word je verwezen naar enkele specifieke checklists: ‘Heb ik zelf AN? Heb ik zelf BN? Heb ik zelf een variant ervan?’ Je vindt hier niet alleen veel informatie maar ook tips over hoe je verder kunt zoeken.
Je BMI Een eetstoornis gaat vaak samen met een te laag of een te hoog gewicht. Wil je weten of je gewicht normaal is? Bereken dan je eigen BMI. Die bekom je als volgt: deel je gewicht door je lichaamslengte in het kwadraat. Een normale BMI ligt tussen 20 en 25. Je kunt je BMI ook berekenen via dezelfde website. De informatie die je op deze website krijgt helpt je om inzicht te krijgen in wat er met je gebeurt en hoe je je problemen kan begrijpen. Beslis je dan dat je wil geholpen worden bij lichamelijke of emotionele problemen die verband houden met een eetstoornis, spreek er dan over met je arts of met een gezondheidsmedewerker.
7
WAAR VIND JE MEER INFO OVER EETSTOORNISSEN?
Er bestaan veel boeken over eetstoornissen en er wordt veel over geschreven in kranten en tijdschriften. Maar voor wie zoekt naar goede voorlichting, bestaat er ook veel informatie die gemakkelijk, zonder kosten en bij voorkeur zonder dat anderen het weten, te raadplegen is op het internet.
Via Internet Je kunt beginnen bij enkele betrouwbare websites. Tik gewoon de zoektermen ‘eetstoornissen+zwangerschap’ in en je krijgt – gratis – zowel informatie als tips voor het vinden van hulp. Hieronder een minimale selectie. De ene bron brengt je vanzelf bij tal van andere.
8
-
www.eetstoornis.be - initiatief van An Vandeputte, genoemd naar haar praktijk voor preventie en behandeling van eetstoornissen
-
www.sabn.nl - website van de Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa, Nederland – met veel gebruikte chatbox
-
www.anbn.be - Vlaamse website van de Vereniging Anorexia/Boulimia Nervosa
Liever een boek? Dan zijn dit enkele titels om mee te starten. -
Vanderlinden, J. (2005) Anorexia nervosa overwinnen in dertien stappen. Tielt: Lannoo.
-
Vanderlinden, J. (2008) Boulimie en eetbuien overwinnen in tien stappen. Tielt: Lannoo.
-
Vandereycken, W. (2006).Door dik en dun. Over anorexia en boulimia nervosa. Immerc
9
8
JE WILT ZWANGER WORDEN, MAAR JE HEBT EEN EETSTOORNIS OF
JE HEBT VROEGER EEN EETSTOORNIS GEHAD? Een preventief advies Op de dag van vandaag is gezinsuitbreiding een bewuste en geplande keuze, waar soms een beslissingsproces aan vooraf gaat. Zwanger zijn is geen ziekte. Toch kan een preventieve raadpleging nuttig zijn als je vroeger een eetstoornis gehad hebt of als je nu met een eetstoornis worstelt. Immers, al het gepubliceerd onderzoek komt tot dezelfde conclusie: een zwangerschap terwijl je worstelt met een eetstoornis, kan de gezondheid van moeder en foetus in gevaar brengen. Een actieve of onvoldoende herstelde eetstoornis is dus een tegen-indicatie voor een zwangerschap. Dit wil zeggen: eerst je eetstoornis aanpakken en dan werk maken van je kinderwens/ouderwens. Eens je dan je eetstoornis overwonnen hebt en met jezelf kan leven zonder een eetstoornis, kunnen zwangerschap, geboorte en de periode na de geboorte
zorgeloos
verlopen
én
kan
je
intens
genieten
van
deze
belangrijke
levensgebeurtenis. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen met een eetstoornis meestal niet bereid zijn hun arts of gynaecoloog hierover in te lichten. Vervolgens blijkt dat veel artsen en gynaecologen onvoldoende kennis bezitten over eetstoornissen. Op deze manier kan er veel mis lopen… Wees dus eerlijk en praat er vooraf over, want voorkomen is beter dan genezen. Een preventief advies opvolgen en je levensstijl aanpassen of een psychotherapeutische behandeling volgen is bij een actieve kinderwens geen vanzelfsprekende keuze. Alleen zal het jezelf en ook het toekomstig kind ten goede komen.
Moeilijk zwanger worden? Dit advies geldt ook als je moeilijk zwanger kan worden en je zoekt hulp in een fertiliteitscentrum. Sommige van die klinieken besteden weinig of geen aandacht aan het verband tussen vruchtbaarheidsproblemen en eetstoornissen, andere centra doen dat wel. De centra die je eetstoornis ernstig nemen én de impact niet minimaliseren, zullen je eetstoornis bestempelen als een tegen-indicatie voor een fertiliteitsbehandeling. Als men duidelijke signalen of een ernstig vermoeden van een eetstoornis vaststelt, zal men je doorverwijzen naar een psycholoog voor verdere evaluatie..
10
Misschien wil je dan gewoon afhaken en naar een ander fertiliteitscentrum gaan in de hoop dat ze daar niet verder ‘zoeken’? Misschien accepteer je de doorverwijzing naar een psycholoog wel en probeer je die ervan te overtuigen dat je toch gezond bezig bent? Misschien erken je je eetstoornis wel, maar zie je je actieve kinderwens als een middel om van je eetstoornis af te geraken? Misschien heb je bij je fertiliteitsbehandeling al een aantal mislukte pogingen achter de rug en ga je dan pas je eetstoornis bekennen aan je gynaecoloog en misschien ook voor het eerst aan je partner? Hoe het ook zij, het keerpunt komt er als je bereid bent om therapie voor je eetstoornis te aanvaarden en je fertiliteitsbehandeling uit te stellen tot je genezen bent. Dat is een erg zware opgave. Dat kun je niet alléén. De steun van je partner is onontbeerlijk naast de hulp van een ervaren psychotherapeut.
9 EEN EETSTOORNIS EN TOCH ZWANGER? Zwangerschapscontrole tijdens het prenatale spreekuur Zwangerschap is geen ziekte, het is een heel natuurlijk gebeuren. Toch wordt iedere zwangere vrouw aangeraden regelmatig op zwangerschapscontrole te gaan. Waarom? Omdat er in je lichaam tijdens de zwangerschap ingrijpende veranderingen gebeuren. Omdat je lichaam en jij dus een nieuw evenwicht moeten vinden. De bedoeling van deze controles is je bij deze veranderingen te ondersteunen en mogelijke abnormale veranderingen op te sporen en bij te sturen. Het is daarbij ook heel belangrijk je algemene toestand en de ontwikkeling van je kind in de baarmoeder te kunnen volgen. Ga dus zeker naar het prenatale spreekuur.
Gewichtscontrole en ondersteuning bij gewichtstoename In het eerste vraaggesprek zal je arts/vroedvrouw informeren naar je algemene toestand, maar ook naar ziektes of operaties die je vroeger doorgemaakt hebt of die in de familie voorkomen. Over eetstoornissen zal meestal niet direct iets gevraagd worden. Spreek er zelf over. Meld zelf je voorgeschiedenis of je aandoening op dat moment. Alleen dan kan de arts of vroedvrouw je vertellen bij wie je verder terecht kan voor specifieke hulp met je probleem. Al voor het eerste gesprek wordt je gewicht genoteerd. Het wordt verder gecontroleerd bij elk volgend onderzoek. Zo kan men je informatie geven over de gezonde groei van je baby.
11
Wat je zeker nodig hebt is informatie over je gewichtstoename. Hoeveel moet ik bij komen? Wat zal er allemaal veranderen aan mijn uiterlijk? En in welke stappen gebeurt dat? Waar komt al dat extra gewicht vandaan? Een ervaren diëtist kan je antwoord geven op deze en misschien nog andere vragen die je ongerust maken. Door de juiste informatie kun je gerust gesteld worden. Zo kun je samen met je hulpverlener zorgen voor een zo goed mogelijke start voor je baby.
10
ZWANGERSCHAP EN VOEDING?
Normale gewichtstoename tijdens een zwangerschap? Het lichaamsgewicht van een vrouw is normaal wanneer de BMI tussen 20 en 25 ligt. De normale gewichtstoename tijdens de zwangerschap ligt tussen 11,5 en 16 kilo, gemiddeld dus ongeveer 12,5 kilo.
Eten voor twee? Je kind eet inderdaad mee, maar in de praktijk vraagt dat niet zoveel extra energie als je misschien denkt. Tijdens de eerste helft van de zwangerschap is een normale voeding echt wel voldoende voor je eigen behoeften en die van de baby. Tijdens de tweede helft van de zwangerschap neemt de energiebehoefte lichtjes toe. Maar eten voor twee is dus een mythe.
Nu niet gaan lijnen! Lijnen is helemaal uit den boze als je zwanger bent. Ten eerste neem je dan onvoldoende voedingsstoffen op. Maar ook omdat je dan lichaamsvet gaat verbranden. En daarbij komen afvalstoffen in het bloed terecht die de baby kunnen schaden. Tijdens de zwangerschap is gezond eten van levensbelang. Het houdt je in conditie en het zorgt ervoor dat je baby alle nodige voedingsstoffen krijgt.
Informatie Wil je concrete tips over voeding, ga dan eens kijken op volgende websites of vraag hulp en uitleg aan een goede diëtist. -
www.fitinjehoofd.be/site/index.php?p=/home/
-
www.voedings-advies.com/
-
www.vinnigvlaanderen.be/
12
Liever een boek om mee te starten? -
BARKER, David (2004). De beste start. Hoe jouw eetpatroon tijdens de zwangerschap bijdraagt aan een gezonde toekomst voor je kind.Houten, MOM / Unieboek ISBN 90 269 2872 6.
11
EEN KIND (OP)VOEDEN TERWIJL JE ZELF EEN EETSTOORNIS HEBT?
Dit is geen eenvoudige opdracht. Je bent overmatig met voeding bezig en je fixeert je op je lichaamsgewicht en uiterlijk. Dat heeft een negatieve invloed op de manier waarop je omgaat met de voeding en de opvoeding van je kind. Bovendien kunnen de symptomen van AN of BN verergeren in het eerste jaar na de bevalling.
Borstvoeding Je lichaam zegt je dat je meer moet eten en drinken dan anders, zolang je borstvoeding geeft. En toch wil je je opname beperken. Dit conflict kan leiden tot problemen met je borstvoeding.
Onaangepast gedrag bij het voeden Je voelt aan dat je eigen opvatting over wat normaal eten is, niet correct is. Daardoor ga je tijdens de maaltijden vaker onaangepast gedrag vertonen. Je gaat je baby misschien ondervoeden omdat je bang bent dat die anders te dik wordt of omgekeerd, je gaat je kind misschien net overvoeden uit angst dat het anders onvoldoende krijgt.
Het goede voorbeeld? Je geeft zelf ook niet het goede voorbeeld, ook al leef je met de illusie het te kunnen verbergen voor je kind. Zelfs peuters merken dat al op. ‘Waarom gaat mama naar de badkamer als we gedaan hebben met eten? Waarom eet ze alleen in de keuken en niet samen met ons aan tafel?’ Kinderen leren uit voorbeelden. Dit voorbeeldgedrag heeft een sterke invloed op hun eigen ontwikkeling. Immers, onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die minimaal vijf jaar samen leefden met een moeder met een eetstoornis op de leeftijd van tien jaar méér gestoorde eetgewoonten vertoonden dan een controlegroep. Bovendien zijn er aanwijzingen dat deze kinderen zelf een risicogroep vormen om later een eetstoornis te ontwikkelen.
13
Moeilijke omgang met het kind bij de opvoeding Het gedrag van je kind zal je duidelijk maken dat je zijn/haar realiteit niet zomaar kan controleren, zoals je je eigen gedrag controleert. Dit kan leiden tot innerlijke spanningen die zich vertalen ofwel in een toename van de symptomen ofwel in conflictsituaties met je opgroeiend kind.
Langdurig opvolgen en ondersteunen Een eetstoornis bij de moeder blijft ook na de geboorte risico’s voor het kind in te houden. Om een gezonde ontwikkeling te kunnen verzekeren, zou men dus de kinderen en moeders met een eetstoornis langdurig moeten kunnen opvolgen en ondersteunen.
Spreek erover en zoek steun voor het voeden en opvoeden bij iemand in wie je vertrouwen stelt.
14
WETEN Eetstoornissen komen voor bij een beperkt deel van de vrouwelijke bevolking en vormen een ernstig gezondheidsprobleem. Herstel is mogelijk, alleen kan de behandeling langer duren dan je wil én deze vraagt van je zelf een sterk engagement. Door een eetstoornis heb je een verminderde vruchtbaarheid. Toch kan je tijdens de actieve fase van je eetstoornis zwanger worden. Door een actieve eetstoornis kan je soms ook moeilijk zwanger worden. Mochten er na volledig herstel van je eetstoornis problemen blijven, dan kan je best een gynaecoloog consulteren. Een eetstoornis tijdens je zwangerschap kan schadelijke lichamelijke en psychische gevolgen hebben voor jezelf en voor je kind. Je riskeert heel wat verwikkelingen. Omgekeerd heeft een zwangerschap ook invloed op het verloop van je eetstoornis. Meestal verminderen de symptomen tijdens de zwangerschap, maar bij méér dan de helft zijn de symptomen méér uitgesproken na de geboorte. Je kan dus pas zwanger worden, als je voldoende hersteld bent van je eetstoornis. Dit principe geldt ook voor een fertiliteitsbehandeling.
DOEN Je kan zelf uitzoeken of je een eetstoornis hebt en naar meer informatie zoeken in boeken of via het internet. Durf je er niet over te praten met een bekend iemand, dan kan je je hart luchten – anoniem – via een prikbord of een chatbox op het internet. Alleen kan je de informatie of de adviezen uit boeken of van het internet niet als vervanging zien van medische of psychologische hulp. Dan neem je je eetstoornis niet ernstig. Spreek erover met een deskundige. Als je nog niet zwanger bent, vraag dan een preventieve raadpleging bij een arts of vroedvrouw en wees eerlijk: spreek erover ! Deze zal je adviseren eerst aan je eetstoornis te werken, vooraleer je zwanger wordt. Die zal je wellicht doorverwijzen naar een ervaren
15
psychotherapeut. Probeer deze verwijzing te aanvaarden, ook al heb je hierover tegenstrijdige gevoelens (wat normaal is !) en spreek erover. Ben je al zwanger, ga dan naar het prenatale controleonderzoek en spreek over je eetstoornis. Daar zal men je wellicht doorverwijzen naar een diëtist. Die zal je ondersteunen bij je zorgen over je gewichtstoename en helpen met betrouwbare informatie over gezonde en evenwichtige voeding. Als je een kind opvoedt terwijl je worstelt met een actieve eetstoornis, vraag dan raad en hulp aan een vertrouwenspersoon. Dat kan je partner zijn, dat kan ook iemand uit de medische wereld zijn: een dokter of een psycholoog. Maar neem iemand in vertrouwen en spreek erover én doe er wat aan.
TOT SLOT Wetenschappers bestuderen al geruime tijd het complexe verband tussen eetstoornissen en zwangerschap. De kennis daarover groeit. En dankzij die kennis verbetert de hulpverlening. Je staat dus niet alleen met je probleem. Er zijn mensen die je kunnen helpen. Men weet nu met zekerheid dat eetstoornissen zo vroeg mogelijk opgespoord moeten worden, om de zwangerschap zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. Maar een eetstoornis herkennen voor de omgeving is moeilijk. Want vanuit je actieve eetstoornis ga je je problemen vaak verbergen, minimaliseren of ontkennen. Bovendien hebben artsen niet altijd voldoende basiskennis over deze problematiek. Daarom: Wees eerlijk. Spreek erover! Blijf er niet mee zitten! Want als het gaat over een eetstoornis en zwangerschap, dan heb je nood aan goede informatie en aan ondersteuning. Praten opent de deur naar hulp, voor jezelf en ook voor je kind. Wist je dat …? Er bestaat een Wereldwijd Handvest Eetstoornissen over de rechten en verwachtingen van mensen met eetstoornissen en hun naasten. Dit handvest wordt gesponsord door de Academy for Eating Disorders (AED) en de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE). Je vindt het hier: http://www.aedweb.org/documents/WW_Charter_Dutch_Web.pdf
16