Transparant maatschappelijk werk in verpleeghuizen aanbod
eerstelijns psycho
GGZ
thuisbegeleiding
medisch maatscha
maatschappelijk werk in verpleeghuizen
Medisch maatschappelijk werk in UMC’s Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening
ntra voor jeugd en gezin revalidatie maatschappelijk werk
huisbegeleiding eerstelijns psychologische zorg sociaal psychiatrisch verpleegkundigen
Project: Medisch Maatschappelijk Werk in modulen Opdrachtgever: VU medisch centrum, dienst Medisch Maatschappelijk Werk, namens het LOMAZ (Landelijk Overleg Maatschappelijk Werk Academische Ziekenhuizen). Auteurs: Margot Scholte, Jennifer van Leur en Cora Brink, MOVISIE Eindredactie: Noortje Russel Vormgeving: Suggestie & illusie Participerende UMC’s: VU medisch centrum, Erasmus Medisch Centrum, Leids Universitair Medisch Centrum, Universitair Medisch Centrum Groningen, Universitair Medisch Centrum St. Radboud en Universitair Medisch Centrum Utrecht.
Overname van informatie uit deze publicatie is toegestaan onder voorwaarde van de bronvermelding: © MOVISIE 2009 Eerste druk: september 2007 Ongewijzigde herdruk: juni 2011
Medisch maatschappelijk werk in UMC’s Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening
Inhoudsopgave Inleiding
4
Deel 1: Modulariseren van het medisch maatschappelijk werk in de universitaire medische centra 1. Een typering van het MMW in de universitaire medische centra
7
Doelstelling en taken van het MMW
7
Positie van het MMW
7
Hulpverlening door het MMW
8
Niet-patiëntgebonden activiteiten van het MMW
9
2. Modulariseren algemeen
10
Inleiding
10
Kernbegrippen bij modulariseren
10
Toepassen van modulen
11
Algemene werkwijze modulariseren
13
3. Werkwijze modulariseren van het MMW in de universitaire medische centra
14
Panels van deskundigen
14
Verschillende doelgroepen
14
Het ontwikkelen van de modulen
14
Beschrijving van de modulen
15
Toelichting op de verschillende onderdelen van de modulenbeschrijvingen
16
Deel 2: Modulebeschrijvingen van het MMW Basismodulen voor het MMW per functie
19
1. Intake
20
2. Informatie en advies
22
3. Voorlichting
23
4. Wachttijdbegeleiding
24
5. Begeleiding gericht op verwerking bij langdurend / blijvend gezondheidsverlies
25
6. Begeleiding van patiënten in de palliatieve (terminale) fase
26
7. Begeleiding bij een verstoord evenwicht in de relatie als gevolg van
ziekte en/of behandeling
27
8. Veranderings- en competentiegerichte begeleiding
28
9. Ouderbegeleiding
30
10. Praktische en materiële begeleiding
31
11. Ontslagzorg
32
12. Toeleidingstraject gespecialiseerde zorg (motivatietraject voor verwijzing)
33
13. Ondersteuning bij besluitvorming
34
14. Ondersteuning bij de transitie van jonge patiënten
35
15. Psychosociaal onderzoek
36
16. Rapportage derden
37
17. Signaalverheldering
38
18. Communicatieverbetering patiënt / patiëntsysteem – behandelteam
40
19. Het geven van consultatie
41
20. Crisisinterventie
42
21. Opvang bij ingrijpende gebeurtenissen
43
22. Training ‘Omgaan met …’
44
23. Ondersteunend groepswerk
45
Bijlagen Bijlage 1: Doelgroepen van het medisch maatschappelijk werk
47
Bijlage 2: Functies van het medisch maatschappelijk werk
49
Bijlage 3: Voorbeelduitwerkingen module 8
51
Bijlage 4: Deelnemers panelbijeenkomsten
56
Bijlage 5: Leden begeleidingscommissie
57
Literatuurlijst
58
Inleiding Het medisch beleid en de patiëntenzorg in de UMC’s hebben de afgelopen jaren een aantal veranderingen doorgemaakt die van invloed zijn geweest op het medisch maatschappelijk werk1. * Het inkorten van de opnameduur heeft geleid tot veranderde begeleidingsvragen en -mogelijkheden voor het MMW, met name in het voor- en natraject van de medische behandeling en opname; * Het medisch handelen in de UMC’s is complexer geworden, wat meer druk legt op de communicatie tussen patiënt2 en medisch team; * Patiënten hebben steeds meer toegang gekregen tot informatie over ziekten en behandelingen, wat heeft bijgedragen aan een toenemende participatie en zelfbeschikking van patiënten. Door deze ontwikkelingen wordt van artsen en verpleegkundigen gevraagd dat zij beschikken over een breed repertoire aan communicatieve vaardigheden. Daarnaast maken de ontwikkelingen een duidelijke profilering van de eigen professionaliteit van de medisch maatschappelijk werker steeds meer wenselijk. Samenwerking en afstemming wordt steeds noodzakelijker, en maakt dat meer aandacht nodig is voor gerichte verwijzing en consultatie, zowel tussen de disciplines in het UMC als transmuraal tussen UMC en de eerstelijnszorg. Gezien deze ontwikkelingen hebben de vertegenwoordigers in het Landelijk Overleg van Maatschappelijk Werk in Academische Ziekenhuizen / LOMAZ aangegeven dat een impuls gewenst is om het Medisch Maatschappelijk Werk te profileren en haar positie in de UMC’s te verhelderen. Het doel is de meerwaarde van deze beroepsgroep zichtbaar te maken, niet alleen intern naar de andere disciplines in het UMC, maar ook extern naar de eerstelijnszorg of andere hulp- en zorgverleningsorganisaties (zoals de ambulante GGZ, het AMW, Bureau Jeugdzorg, de verslavingszorg of MEE) waarmee steeds meer wordt samengewerkt. Het LOMAZ heeft ervoor gekozen het aanbod van medisch maatschappelijk werkers transparant te maken om daarmee de positionering in het UMC te verduidelijken en te verstevigen. MOVISIE is gevraagd hierbij te ondersteunen op basis van de eerder door MOVISIE ontwikkelde systematiek van ‘modulariseren’. In deze notitie staat omschreven hoe het transparant maken van het MMW-aanbod in zijn werk is gegaan, en in welke modulen het heeft geresulteerd. Deel 1 gaat in op de positie (taken en rollen) van het medisch maatschappelijk werk in UMC’s en op het proces van modulariseren. Hierbij gaat een omschrijving van de 1 In een aantal ziekenhuizen wordt de term ‘ziekenhuis maatschappelijk werk’ geprefereerd boven de term ‘medisch maatschappelijke werk’. Hierover heeft - losstaand van dit modulariseringstraject – recent een landelijke discussie plaats gevonden, waarbij de UMC’s hebben gekozen voor de term ‘medisch maatschappelijk werk’. Deze term zal daarom consequent worden gebruikt in deze notitie. 2 Overal waar ‘de patiënt’ staat, kan ook patiëntsysteem worden gelezen. Een patiëntsysteem betreft zowel de patiënt zelf als diens naaste(n).
***
4 Inleiding
algemene werkwijze vooraf aan de gemaakte keuzes en gevolgde werkwijze van het modulariseren voor het medisch maatschappelijk werk in UMC’s. In deel 2 worden de ontwikkelde modulen beschreven. In de bijlagen worden de functies en de doelgroepen van het medisch maatschappelijk werk nader omschreven. Als toelichting hierop wordt in een voorbeeld uitgewerkt hoe een ontwikkelde module kan worden toegeschreven naar verschillende specifieke doelgroepen.
Inleiding 5
***
Deel
1
Modulariseren van het medisch maatschappelijk werk in de universitaire medische centra
1 Een typering van het MMW in de universitaire medische centra31 Doelstelling en taken van het MMW Het medisch maatschappelijk werk in de universitaire medische centra (verder: UMC’s) is op te vatten als een verbijzondering van het maatschappelijk werk. Het maatschappelijk werk richt zich op psychosociale problematiek: problematiek die te maken heeft met de interactie tussen het individu en zijn omgeving. Het MMW is gespecialiseerd in het UMC als omgeving. Het MMW richt zich daarbij op gezondheidsgerelateerde problematiek, dat wil zeggen psychosociale problematiek die ontstaan is ten gevolge van, versterkt wordt of aan het licht wordt gebracht door een ziektebeeld, ziekenhuisopname of een medische behandeling. De begeleiding of hulpverlening aan een individuele patiënt en diens naasten heeft als doel het psychosociaal welbevinden van de patiënt te verbeteren in relatie tot de medische problematiek en de behandeling. Getracht wordt de patiënt dusdanig toe te rusten dat hij de opname of behandeling met zo min mogelijke aanslag op emotionele en economische reserves doorstaat. Om dit te realiseren stelt het medisch maatschappelijk werk binnen een UMC zich de onderstaande taakstellingen: * het (preventief) begeleiden en behandelen van (dreigende) psychosociale problematiek bij de patiënt of in het patiëntensysteem ten gevolge van het ziektebeeld, de opname of de behandeling; * het bevorderen van re-integratie van de patiënt nadat het ziektebeeld is vastgesteld of na ontslag uit het UMC; * het verbeteren van het algeheel welbevinden van de patiënt en diens naasten. Het MMW ondersteunt hiermee het primaire proces (de medische behandeling) en de integrale patiëntenzorg. Begeleiding van patiënten met gezondheidsgerelateerde problematiek is het centrale domein.
Positie van het MMW De begeleiding door het MMW is ingebouwd in het patiëntenzorgbeleid van het UMC. Een medisch maatschappelijk werker is doorgaans verbonden aan vaste afdelingen in het UMC. In een aantal UMC’s wordt de MMW’er hiertoe gedetacheerd vanuit een eigenstandige dienst psychosociale zorg. Doordat de begeleiding door het MMW is ingebouwd in het patiëntenzorgbeleid, bevindt de MMW’er zich altijd in een spanningsveld omdat hij enerzijds deel uitmaakt van het multidisciplinaire behandelteam 3 In dit project is gewerkt met maatschappelijk werkers uit UMC’s. Omdat we niet gesproken hebben met maatschappelijk werkers uit perifere ziekenhuizen doen we geen uitspraken over in hoeverre de modulen of deze typering ook voor hen van toepassing is. In deze notitie wordt over medisch maatschappelijk werkers gesproken als we de MMW’ers uit de UMC’s bedoelen.
Een typering 7
***
en anderzijds het patiëntsysteem ondersteunt. Dit spanningsveld kan zich bijvoorbeeld voordoen bij (communicatie)problemen of conflicten tussen de patiënt en de medisch behandelaars; de vraag is dan óf en op welke manier de MMW’er hier een bemiddelende rol in kan spelen. In de modulebeschrijvingen is getracht deze keuzemogelijkheden betreffende de inzet van het MMW zo veel mogelijk te expliciteren.
Hulpverlening door het MMW De patiënt kan langs verschillende wegen worden aangemeld voor begeleiding door het MMW: * De patiënt wordt aangemeld door het medisch team dat de patiënt behandelt. * De MMW’er kan op basis van signalen die hij krijgt het initiatief nemen om een patiënt aan te melden voor begeleiding en waar nodig aansturen op een verwijzing naar het MMW. * In een aantal UMC’s verricht de medisch maatschappelijk werker een protocollaire screening, als onderdeel van de (poli)klinische behandeling. Vanuit deze protocollaire screening kunnen eveneens patiënten worden aanmeld voor hulpverlening vanuit het MMW. * De MMW’er kan op basis van signalen die hij krijgt het initiatief nemen om een patiënt aan te melden voor begeleiding en waar nodig aansturen op een verwijzing naar het MMW. * De patiënt kan zichzelf aanmelden. De begeleiding vanuit het MMW is in de regel kortdurend en resultaatgericht. Duur en inhoud van de begeleiding worden in overleg met de patiënt en zo nodig het behandelteam vastgesteld, al is dit wel afhankelijk van de opnameduur en de fase van de behandeling. Hoewel het maatschappelijk werk (en dus de MMW’er) de cliënt of patiënt altijd bekijkt in zijn context en daarbij diens functioneren op alle levensterreinen als uitgangspunt neemt, kan het bij het MMW voorkomen dat patiënten worden aangemeld met één specifieke vraag en dat andere gebieden van functioneren niet door de MMW’er in de begeleiding worden meegenomen. De psychosociale problematiek die de patiënten ervaren is meestal gerelateerd aan de (poli)klinische behandeling in het UMC en aan specifieke gezondheidsklachten. Derhalve kan één gesprek met het MMW soms genoeg zijn om de patiënt weer op weg te helpen, soms worden het ook meerdere gesprekken. In een aantal UMC’s zijn interne afspraken gemaakt over de inzet van het MMW. Als is afgesproken dat het MMW van een (doorgaans) specifieke groep patiënten standaard alle mensen ziet, dan is er sprake van een protocollaire inzet van het MMW4.2 Aan de leidinggevende wordt verantwoording van de bestede tijd afgelegd. Inhoudelijke terugkoppeling van de begeleiding door het MMW vindt plaats indien dit in het belang is van de betrokken patiënt en/of het medisch team, en gebeurt met toestemming van de betrokken patiënt. 4 Aan deze protocollaire inzet kan geen (juridische) aanspraak worden ontleend door de individuele patiënt.
***
8 Deel 1: Modulariseren
Kenmerkend is dat preventie en nazorg belangrijke taken zijn voor het MMW. Zowel de patiëntenzorg-overstijgende activiteiten als de in modulen beschreven begeleiding van (groepen) patiënten met gezondheidsgerelateerde problematiek kunnen preventief of in het kader van nazorg worden ingezet. De modulen van het MMW vormen samen met de behandeling van het medisch team een geïntegreerd behandelaanbod voor patiënten. Dit geldt ook voor de samenwerking tussen het MMW en externe instanties c.q. organisaties. In beide situaties draagt het MMW wezenlijk bij aan ketensamenwerking. In de regel combineert de MMW’er verschillende methoden, ook wel eclectisch integratief werken genoemd (bijvoorbeeld taakgericht werken, systeemgericht werken, psychodynamisch werken, psycho-educatie, rationeel emotieve therapie).
Niet-patiëntgebonden activiteiten van het MMW Naast de directe patiëntenzorg zet een UMC het MMW vaak op de volgende manieren in: * voorlichting aan en training van groepen en teams, zowel binnen als buiten het UMC; * onderwijs, als onderdeel van het opleidingscurriculum van (doorgaans) hogescholen en universiteiten; * registratie en signalering over (medisch beleid in relatie tot) psychosociale hulpverlening; * advisering aangaande het patiëntenzorgbeleid, beleidsontwikkeling; * (wetenschappelijk) onderzoek naar psychosociale hulpverlening in het kader van de patiëntenzorg; * participatie in sociaal-medische en organisatorische overlegsituaties, zowel binnen als buiten het UMC; * onderhouden van contacten met patiëntenverenigingen en -organisaties, doorgaans in het kader van het geven van voorlichting. Hiermee wordt duidelijk dat het MMW niet alleen psychosociale hulpverlening biedt aan de patiënt en diens familie, maar dat het MMW tevens bijdraagt aan het creëren van voorwaarden waaronder andere disciplines basale psychosociale zorg kunnen bieden. Alleen de patiëntgebonden activiteiten van het MMW worden in het kader van dit project in modulen beschreven.
Een typering 9
***
2 Modulariseren algemeen Inleiding MOVISIE werkt sinds 2005 aan het maken van aanbodbeschrijvingen door het formuleren van landelijk geldende sets modulen (zgn. basismodulen) voor verschillende werkvelden binnen zorg en welzijnswerk. Modulen zijn op te vatten als ‘zorg- of hulpverleningseenheden’ die met elkaar de bouwstenen vormen voor het totale aanbod van een organisatie of werksoort. Hiermee kan in grote lijnen duidelijk gemaakt worden wat een beroepsgroep of werksoort te bieden heeft voor wie, met welke doelen en met welke (beoogde) resultaten. In dit hoofdstuk staan we eerst stil bij de beschrijving van de kernbegrippen van modularisering omdat we ons bewust zijn van het feit dat de in deze notitie gehanteerde begrippen modulen, programma’s en functies geen gemeengoed zijn voor het MMW in de UMC’s. Vervolgens staan we stil bij de toepassingsmogelijkheden van modulen waarbij we aansluiten bij het gebruik in UMC’s. Na deze toelichting wordt ingegaan op de min of meer gestandaardiseerde werkwijze die bij het ontwikkelen van modulen gehanteerd wordt.
Kernbegrippen bij modulariseren In het kader van eerdere modulentrajecten53is een verkenning van begrippen uitgevoerd in de welzijnssector die eerder gebruikt zijn om een ordening van het aanbod aan te geven. Conclusie van deze verkenning was enerzijds dat veel termen door elkaar gebruikt worden en anderzijds dat veel begrippen vanuit een managementperspectief worden ingevuld en toegepast, waardoor de directe relatie met de inhoud van het werk ontbreekt. Gezien de groeiende eisen ten aanzien van het zichtbaar maken van resultaten, is een eenduidige formulering van begrippen waarin een herkenbare verbinding is met de inhoud van het werk van groot belang6.4 In navolging van jeugdzorg en GGZ is gekozen voor de termen modulen, programma’s en functies. Voordeel van het werken met programma’s en modulen is dat ze logisch samenhangen en het aanbod ordenen op een manier die betekenis heeft voor zowel de uitvoering (modulen) als de organisatie van de hulpverlening (programma’s). * Op moduleniveau gelden ordeningsvragen als: Welk type hulp heeft iemand nodig? Waaruit bestaat het aanbod? Wat is het doel van het aanbod? Op programmaniveau: Voor welke doelgroep is het aanbod? Welke deskundigen zijn er voor nodig? Waar wordt het uitgevoerd? Wat kost het? * Op patiëntniveau leidt de indicatie voor een functie tot de keuze voor een passend hulpaanbod, dat wil zeggen modulen die passen bij de problematiek en de hulpvraag van de patiënt. Dit kan direct gebeuren (informatievraag), maar dit kan ook na tussenkomst van een of meer intakegesprek(ken). 5 Onder meer een verkennend onderzoek in opdracht van de MOgroep (M. Scholte e.a., 2003). 6 Zie Transparant aanbod AMW. Modulen als bouwstenen van de hulpverlening, (M. Scholte, 2007).
***
10 Deel 1: Modulariseren
* Op doelgroepniveau spreken we van een programma. Programma’s kunnen zowel monodisciplinair als multidisciplinair uitgevoerd worden. Bij de combinatie van modulen in een multidisciplinaire programma worden de organisatorische aspecten toegevoegd, waaronder afspraken rondom financiering en samenwerking. Op deze manier kunnen programma’s ook zorgen voor samenhang over de grenzen van het UMC door het maken van vaste afspraken met hulpverleners uit lokale / regionale organisaties. De gebruikte termen zijn als volgt gedefinieerd: Functie Een functie is een globaal aangeduide, op een bepaald doel gerichte (hulp- en dienstverlenings)activiteit, zoals het bieden van informatie, begeleiding en training. Uitgaande van functies kan men programma’s maken, opgebouwd uit modulen. Programma Een hulpverleningsprogramma bestaat uit een aantal gespecificeerde en samenhangende afspraken en coördinerende activiteiten, resulterend in een doelgerichte en planmatige inzet van twee of meer modulen ten behoeve van een gespecificeerde doelgroep (Van Yperen, Van Rest en Vermunt, 1999a). In een hulpverleningsprogramma kan aan meerdere functies en doelen gewerkt worden. Module Een module is een homogene eenheid van hulp- en/of dienstverlening die toepasbaar kan zijn bij meerdere doelgroepen (Van Yperen, Van Rest en Vermunt, 1999a). Het is een als zodanig herkenbaar en in tijd en omvang begrensd onderdeel van het hulpverleningsaanbod. Modulen kunnen in hulpverleningstrajecten ingezet worden, en basisonderdeel zijn van een programma. Een module is (meestal) gekoppeld aan één functie. Basismodule Een basismodule maakt – in principe – deel uit van het aanbod van alle hulp- en dienstverlenende organisaties die werkzaam zijn op het betreffende werkterrein. In de praktijk worden basismodulen al dan niet aangepast aan de lokale situatie en verder ingevuld met werkprocessen en methodische principes.
Toepassing van modulen Bij het kiezen en beschrijven van de basismodulen zijn de mogelijkheden voor het gebruik van deze modulen door organisaties in het betreffende werkveld richtinggevend. Organisaties, en in dit geval teams van medisch maatschappelijk werkers in UMC’s en hun leidinggevenden, kunnen de basismodulen op verschillende manieren gebruiken: 1. Voor de uitvoering en de nascholing Medisch maatschappelijk werkers kunnen met elkaar de basismodulen methodisch en
Modulariseren algemeen 11
***
procesmatig verdiepen en zo omzetten in een meer gedetailleerde handelingsrichtlijn. Voordeel daarvan is dat het een gedetailleerde procesbeschrijving wordt voor de uitvoering. Nadeel is dat het steeds minder precies zal passen op het individuele geval. Het gaat immers altijd over ‘gemiddelden’, en elke hulpverlening zal zich daartoe moeten verhouden. Uitgewerkte modulen zijn heel handig om nieuwe medewerkers te scholen in een specifieke werkwijze voor een omschreven doelgroep. Ook vormen ze een goede handleiding voor intervisie en overleg over concrete gevallen. Dit laatste vraagt een flexibele interpretatie zodat het niet als een keurslijf gaat werken. Maatschappelijk werkers moeten altijd kunnen afwijken van zo’n beschrijving als de concrete situatie daarom vraagt. 2. Voor communicatie met de opdrachtgever/collega’s/patiënten Binnen de setting van een UMC kunnen de basismodulen – al dan niet gebundeld tot (multidisciplinaire) programma’s voor specifieke doelgroepen – gebruikt worden om duidelijk te maken wat medisch maatschappelijk werkers bij kunnen dragen aan de psychosociale zorg in het UMC. Dit betreft zowel de communicatie met andere disciplines in het UMC, als de communicatie met patiënten. Dit kan door middel van folders, maar ook door presentaties voor bijv. (nieuwe) artsen, artsen in opleiding, verpleegkundigen enzovoort. Een andere optie is om de basismodulen te gebruiken voor verantwoording achteraf. Wanneer in de registratie wordt bijgehouden uit welke modulen de hulpverlening aan patiënten heeft bestaan, kan in het jaarverslag aan de directie van het UMC duidelijk gemaakt worden welke inzet maatschappelijk werkers gepleegd hebben voor welke categorieën patiënten. Ook kunnen modulen bewerkt worden tot beknopte informatiefolders waarin naast de inhoud ook ervaringen van andere patiënten beschreven zijn. Op die manier krijgen patiënten een beeld van wat medisch maatschappelijk werk is en hoe er gewerkt wordt. 3. Voor afstemming en samenwerking Basismodulen kunnen ingezet worden in de samenwerking en afstemming met andere disciplines. Samen kun je ‘programma’s’ beschrijven voor specifieke doelgroepen. Elke discipline of organisatie geeft dan aan wat hun aandeel is aan de zorgketen. Zulke programma’s kunnen ook de basis vormen voor samenwerking met hulpverleners van buiten het UMC. Samenwerking is een hot issue en basismodulen kunnen bijdragen aan het positioneren en profileren van het medisch maatschappelijk werk. 4. Voor onderzoek naar resultaten en effecten Modulen vormen een basis voor het uitvoeren van onderzoek naar de resultaten van de hulpverlening door maatschappelijk werkers. Methodisch moeten modulen daarvoor verder uitgediept worden met interventies en werkprocessen om zo voldoende gedetailleerd te zijn voor onderzoek naar de bereikte resultaten en de effecten van de hulpverlening daarbij. Dit kan in allerlei onderzoeksdesigns gebeuren waardoor volgens de inzichten van de evidence based practice gewerkt kan worden
***
12 Deel 1: Modulariseren
aan het vullen van een database waarin de interventies van maatschappelijk werkers en de onderzoeksresultaten beschreven staan. In de jeugdzorg wordt al druk gewerkt aan zo’n database met de resultaten van Nederlands onderzoek. Samenvattend kunnen we stellen dat modulen helpen bij het uitvoeren, verbeteren, standaardiseren, etaleren en combineren (ketensamenwerking) van aanbod, en bij het meetbaar maken van de resultaten. Het modulariseren is daarmee voor organisaties / teams een middel om de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening onder de loep te nemen en waar nodig en gewenst bij te stellen.
Algemene werkwijze modulariseren Paneldiscussies Het ontwikkelen van modulen gebeurt samen met hulp-, zorg- of dienstverleners, eventueel aangevuld met andere deskundigen. In zogenaamde paneldiscussies wordt met een groep van ongeveer tien deelnemers aan de hand van een vaste werkwijze bepaald wat de modulen zijn die in de praktijk uitgevoerd worden. Input voor de eerste paneldiscussie vormt een startdocument op basis van literatuur die in de deelsector en de beroepsgroep gebruikt wordt om de inhoud richting te geven. Denk hierbij aan dienstenindelingen, functiebeschrijvingen, beroepsprofiel, visiedocumenten enzovoort. Eventueel worden ook de modulen van aanpalende werkvelden gebruikt als input. De groep start dan met het selecteren van die modulen die ook door hen – al dan niet in aangepaste vorm – uitgevoerd worden. Deze selectie van modulen wordt aangevuld met andere (nieuwe) modulen die relevant geacht worden. De uitkomst van de paneldiscussie wordt steeds verwerkt in dit startdocument en leidt tot een vernieuwde en verbeterde versie. Na drie tot vier panelbijeenkomsten ligt er een set modulen die de stand van zaken van de praktijk op dat moment weergeeft. Van globale taken (functies) naar concrete taken (modulen) Het bouwen van modulen start bij het onderscheiden van de functies (zie ook de definitie op pagina 9). Functies worden vervolgens ingedeeld in kleinere eenheden, de modulen, waarin die taken worden verfijnd en concreter worden beschreven. Uitwerking De concrete beschrijving van de modulen gebeurt volgens een vaste opzet van de volgende onderdelen: doelgroep, doel, duur (globale inschatting), setting, werkwijze/ activiteiten, eventuele aanvullende informatie en mogelijke randvoorwaarden. Het streven hierbij is een beschrijving niet langer te laten worden dan één A4. Deze beknopte beschrijvingen voorkomen dat al te uitgebreid ingegaan wordt op werkprocessen en interventies, en laten ruimte over voor een eigen invulling en toepassing van de modulen. Een module heeft zo de kenmerken van een flexibel inhoudelijk kader. Enerzijds biedt het kader duidelijkheid, anderzijds kan het specifiek op de situatie afgestemd en ingevuld worden.
Modulariseren algemeen 13
***
3 Werkwijze modulariseren van het MMW in universitaire medische centra Panels van deskundigen Medisch maatschappelijk werk is een breed uitgevoerde functie die inzetbaar is bij vele verschillende patiëntengroepen in verschillende fasen van hun ziekte/ gezondheidsprobleem. De modulen die ontwikkeld werden, moesten dekkend zijn voor al het patiëntgebonden werk van medisch maatschappelijk werkers in het UMC. Daarom is ervoor gekozen drie verschillende panels samen te stellen die elk een deel van het aanbod beschrijven. Elk panel legde daarbij de nadruk op een specifieke patiëntengroep. De drie panels zijn samengesteld uit in totaal 26 medisch maatschappelijk werkers met ervaring met die specifieke patiëntengroep waarvoor hij of zij de modulen mee uitwerkt. Deze deskundigen komen uit zes verschillende UMC’s en zijn voorgedragen door de afdeling(en) of dienst(en) waar het maatschappelijk werk is ondergebracht.
Verschillende doelgroepen Zoals gezegd vertegenwoordigden de panels van medisch maatschappelijk werkers elk een andere patiëntengroep. In overleg met het LOMAZ, tevens begeleidingscommissie, is voor de volgende drie doelgroepen gekozen: chronische patiënten, patiënten met acute problematiek en kinderen75(zie bijlage 1 voor een omschrijving van de doelgroepen). De veronderstelling is dat met dit onderscheid de mogelijke verschillen tussen het werk (en dus de modulen) van medisch maatschappelijk werkers die werken voor verschillende patiëntgroepen voldoende aandacht krijgen. In de praktijk zullen niet alle modulen voor alle maatschappelijk werkers relevant zijn. Binnen UMC’s kan ervoor gekozen worden modulen te verbijzonderen voor specifieke doelgroepen. Ook kunnen UMC’s ervoor kiezen bepaalde modulen weg te laten of op onderdelen anders in te vullen (bijvoorbeeld de duur en frequentie).
Het ontwikkelen van de modulen Zoals gezegd start het bouwen van modulen bij het onderscheiden van functies. Voor het medisch maatschappelijk werk zijn, in overleg met het eerste panel medisch maatschappelijk werkers, de volgende functies onderscheiden: Toegangsfuncties * intake, indicatie en verwijzing
7
***
In dit project is niet gewerkt aan modulen voor psychiatrische problematiek
14 Deel 1: Modulariseren
Uitvoeringsfuncties * informatie, advies en voorlichting * begeleiding en ondersteuning * onderzoek en rapportage * bemiddeling * consultatie * crisisinterventie * groepswerk en training (Zie voor een omschrijving van de functies bijlage 2.) Een eerste selectie van modulen is gemaakt door mogelijk relevante modulen uit aanpalende werkvelden te selecteren (AMW) en door literatuuronderzoek waarbij documenten uit de verschillende UMC’s zijn geanalyseerd. Het totale overzicht van AMW- en MMW-modulen dat op deze manier ontstond, is voorgelegd aan het eerste panel van medisch maatschappelijk werkers. Door dit eerste panel zijn daar nog enkele modulen aan toegevoegd en nog enkele modulen verwijderd. De twee volgende panels hebben later ook nog enkele modulen toegevoegd vanuit hun specifieke doelgroepen. Ook zijn soms modulen samengevoegd omdat ze bij nader inzien tot een en dezelfde afgebakende taak leken te behoren. De opeenvolgende panels hebben gewerkt aan de beschrijving van de modulen die past bij de terminologie van het medisch maatschappelijk werk. Zo lag er na drie panels (in totaal negen bijeenkomsten) een beschrijving van het medisch maatschappelijk werk in UMC’s van 23 modulen. Tenslotte heeft de begeleidingscommissie, bestaande uit leidinggevenden uit de UMC’s die bekend zijn met de inhoud van het vak, in twee bijeenkomsten de modulen nog een keer doorgenomen op samenhang en realiteit (“Past dit bij het beleid van het medisch maatschappelijk werk in de betrokken UMC’s?”). Dit gehele pakket is door een redacteur bewerkt en nog eenmaal voorgelegd aan alle betrokkenen in de verschillende UMC’s. Dit heeft tot een allerlaatste bijstelling geleid.
Beschrijving van de modulen De beschrijvingen van de modulen voor het MMW zijn beknopt. Meer detail voor werkprocessen en interventies zou het streven naar een landelijke standaard in de weg staan. Ook zou het Medisch Maatschappelijk Werk dan haar eigen methoden en werkwijze niet meer in kunnen vlechten. Met de beknopte modulen kunnen MMWteams zelf uitgebreidere beschrijvingen maken op basis van hun hulpverleningsvisie en specifieke methodische interventies. Eén module kent in principe ook meerdere uitwerkingen. Zie hiervoor module 8, waarvan in bijlage 3 vier voorbeelduitwerkingen staan. Globaal staat in de module beschreven wat de hulpverlening voor een bepaalde doelgroep inhoudt. Een slag dieper is hoe deze hulpverlening uitgevoerd wordt. Hiervoor kunnen draaiboeken geschreven worden met werkprocessen en specifieke methoden.
Werkwijze modulariseren 15
***
Toelichting op de verschillende onderdelen van de modulenbeschrijvingen Het in dit hoofdstuk omschreven proces van modularisering van het MMW in UMC’s heeft geleid tot 23 modulen die in het tweede deel van deze notitie beschreven worden. De modulebeschrijvingen hebben een aantal vaste onderdelen. We lichten hieronder toe hoe deze onderdelen door het medisch maatschappelijk werk worden gehanteerd. Doelgroep Patiënten zijn mensen die onder behandeling staan bij een arts. Dit kunnen mensen zijn die feitelijk ziek zijn of voor behandeling en operatie zijn opgenomen in het UMC. Maar ook bijvoorbeeld (in geval van erfelijke aandoeningen) risicodragers die (nog) niet ziek zijn of mensen die genezen zijn en nog voor nacontroles bij een arts komen, worden patiënten genoemd. Onder patiënt wordt hier verstaan: de patiënt én – in veel gevallen – het patiëntsysteem. Het MMW betrekt indien nodig alle relevante betrokkenen bij de behandeling van de patiënt, zeker als het gaat om de naaste familie. Bij kinderen wordt doorgaans gewerkt met ouders als intermediair. In de modulen wordt waar dit van toepassing is dan ook gesproken over ‘patiënt / patiëntsysteem’. Doelen In de notitie zijn de moduledoelen beschreven in de vorm van eindtermen: wat wil de patiënt / het patiëntsysteem hebben bereikt bij de afronding van de module? Hierbij gaat het meestal om het kunnen hanteren van de problematiek (zowel op psychisch vlak als op praktisch gebied) en het aanleren van de vaardigheden die hiervoor nodig zijn. Procesdoelen zijn doorgaans gericht op het tussentijdse verloop van de behandeling of op (onderdelen van) de werkwijze en worden in de modulen niet genoemd. Duur Bij het opstellen van de modulen wordt een inschatting gemaakt van het aantal gesprekken of bijeenkomsten dat nodig is om dat specifieke aanbod te kunnen uitvoeren. Hierbij wordt gewoonlijk uitgegaan van gemiddelden. In het geval van de medisch maatschappelijk werkmodulen heeft de begeleidingscommissie een belangrijke rol gespeeld in de vaststelling van de duur van de modulen, omdat er weinig zicht was op de gemiddelde duur in de verschillende UMC’s. Uiteindelijk is vooral de gewenste duur bepalend geweest. De begeleidingscommissie is zich bewust van het feit dat dit in de verschillende UMC’s anders kan liggen. Het aantal contactmomenten dat nodig is hangt onder meer samen met het type problematiek en de mogelijkheden van de patiënt / het patiëntsysteem. Flexibiliteit ontstaat op het moment dat modulen gecombineerd –na of naast elkaar- worden aangeboden.
***
16 Deel 1: Modulariseren
Setting De setting waarbinnen het MMW haar werkzaamheden verricht is het ziekenhuis. Afhankelijk van de voorkeur, de gezondheidstoestand van de patiënt en de aard van de problematiek kunnen de gesprekken plaatsvinden aan het bed van de patiënt, in een spreekkamer op de ziekenhuisafdeling of in de werkkamer van de MMW’er. In overleg met de patiënt wordt tevens bepaald of ook de partner en/of andere gezinsleden voor het gesprek worden uitgenodigd. In sommige gevallen is dit vanzelfsprekend bijv. als de patiënt zelf niet in staat is beslissingen te nemen door lichamelijk letsel (coma, zwaar ongeval). Werkwijze/activiteiten Bij werkwijze/activiteiten wordt beschreven hoe de uitvoering van de betreffende module globaal eruit ziet. De te onderscheiden stappen in de werkwijze worden beschreven en indien relevant wordt ook kort aangegeven volgens welke methoden vooral wordt gewerkt. Algemene randvoorwaarden Bij elk van de modulen staan die randvoorwaarden genoemd die specifiek voor die module gerealiseerd moeten worden. Daarnaast is er een tweetal randvoorwaarden dat voor elk van de modulen geldt: * De samenwerking met en tussen de verschillende hulpverleners in het behandelteam is een centraal element en uitgangspunt voor het werk van de medisch maatschappelijk werker. * Er zijn afspraken met netwerkpartners buiten het behandelteam over samenwerking, consultatie, toeleiding en overdracht. Bij het toepassen / implementeren / specifieker maken van de modulen kunnen de UMC’s extra randvoorwaarden toevoegen, aansluitend bij de situatie in het betreffende UMC.
Werkwijze modulariseren 17
***
Deel
2
Modulebeschrijvingen van het MMW
Deel 2: Modulebeschrijvingen van het MMW Basismodulen voor het MMW per functie Intake, indicatie en verwijzing 1. Intake
20
Informatie, advies en voorlichting 2. Informatie en advies
22
3. Voorlichting
23
Begeleiding en ondersteuning 4. Wachttijdbegeleiding
24
5. Begeleiding gericht op verwerking bij langdurend / blijvend gezondheidsverlies
25
6. Begeleiding van patiënten in de palliatieve (terminale) fase
26
7. Begeleiding bij een verstoord evenwicht in de relatie als gevolg van ziekte
en/of behandeling
27
8. Veranderings- en competentiegerichte begeleiding
28
9. Ouderbegeleiding
30
10. Praktische en materiële begeleiding
31
11. Ontslagzorg
32
12. Toeleidingstraject gespecialiseerde zorg (motivatietraject voor verwijzing)
33
13. Ondersteuning bij besluitvorming
34
14. Ondersteuning bij de transitie van jonge patiënten
35
Onderzoek en rapportage 15. Psychosociaal onderzoek
36
16. Rapportage derden
37
17. Signaalverheldering
38
Bemiddeling 18. Communicatieverbetering patiënt / patiëntsysteem – behandelteam
40
Consultatie 19. Het geven van consultatie
41
Crisisinterventie 20. Crisisinterventie
42
21. Opvang bij ingrijpende gebeurtenissen
43
Groepswerk en training 22. Training ‘Omgaan met …’
44
23. Ondersteunend groepswerk
45
Intake, indicatie en verwijzing
1
Intake
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen met psychosociale klachten die gerelateerd zijn aan opname of behandeling in het UMC. Zowel patiënt / patiëntsysteem als de medische behandelaars en/of de MMW’er kan het initiatief nemen tot deze module op grond van hulpvragen of signalen.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem en de medisch maatschappelijk werker hebben inzicht gekregen in de aard van de probleemsituatie en in de sterke / zwakke kanten van de patiënt en diens systeem. * Patiënt / patiëntsysteem heeft relevante informatie en/of advies gekregen. * Het is duidelijk of patiënt / patiëntsysteem gemotiveerd is voor psychosociale begeleiding en/of een eventuele verwijzing naar andere werksoort/discipline of vervolghulpverlening. * Er is zicht op de mate waarin de hulpverlening binnen de setting van het UMC past.
TT Duur In principe één gesprek, maximaal drie gesprekken.
TT Setting Individueel, relatie of gezin, en/of eventueel naastbetrokkenen. In kantoorruimte MMW’er of op de afdeling. Zo nodig raadpleging van arts, hulpverlener(s) en/of andere betrokkenen en het medisch dossier.
TT Werkwijze/activiteiten * Samen met patiënt / patiëntsysteem een analyse/taxatie maken van de gepresenteerde problematiek en deze omzetten in een werkbare hulpvraag. * Bepalen wat van deze hulpvraag binnen de ziekenhuissetting opgepakt kan worden en wat elders aan de orde is, en in overleg een hulpverleningsplan opstellen. * Betrokkenen wegwijs maken, informatie verstrekken en tips geven, om (voor zover nodig) spanningen en angsten te reduceren.
TT Aanvullende informatie De informatieverzameling / het onderzoek is gericht op: * het bespreken van de reden waarom en de wijze waarop patiënt / patiëntsysteem is verwezen voor een intake; * de actuele leefsituatie (waaronder de relationele context en materiële omstandigheden als huisvesting en financiën); * een relevante biografische schets; * de problemen/klachten in het heden en de aanleiding van de hulpvraag;
***
20 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Intake, indicatie en verwijzing
* in stand houdende factoren c.q. risicofactoren; * de beleving en gevolgen voor het dagelijks functioneren; * de probleemhantering en ziektegeschiedenis / hulpverleningsverleden; * beschermende factoren (waaronder sociale steun); * de doelstellingen, behoeften en verwachtingen ten aanzien van hulpverlening (waaronder acute problemen die nú om een oplossing vragen); * de balans tussen draagkracht en draaglast van het patiëntsysteem. De intake kan onderdeel uitmaken van de protocollaire inzet van het MMW bij de medische behandeling van de patiënt. Afhankelijk van de persoon, de problematiek en/of de vraag van patiënt / patiëntsysteem kan de medisch maatschappelijk werker ervoor kiezen om zich tijdens de intake op een aantal specifieke aspecten te richten en niet alle levensgebieden uitputtend te verkennen. Indien er al psychosociale diagnostiek heeft plaatsgevonden, zal de intake doorgaans gerichter en korter kunnen zijn.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 21
***
Informatie, advies en voorlichting
2
Informatie en advies
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die informatie of advies willen hebben bij sociaalmaatschappelijke en/of psychosociale vragen die gezondheidsgerelateerd zijn.
TT Doelen Patiënt / patiëntsysteem heeft relevante informatie en/of advies gekregen en kan hier zelf mee verder.
TT Duur In principe eenmalig, soms twee gesprekken. Zijn er meer dan twee gesprekken nodig dan worden andere modulen ingezet.
TT Setting Individueel of met patiëntsysteem. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * Mondelinge informatie en advies geven, folders en brochures uitdelen en de patiënt attenderen op relevante websites. De informatie- en adviesverstrekking kan betrekking hebben op de psychosociale, sociaal-maatschappelijke of praktische gevolgen van de ziekte of behandeling voor het dagelijks leven (aanpassingen van de leefomgeving, arbeid, opvoeding, financiën enz.) * Er wordt oplossingsgericht gewerkt waarbij het maatschappelijk werk vaak een actieve werkhouding aanneemt. * In voorkomende gevallen wordt patiënt / patiëntsysteem binnen deze module ook psycho-educatie, emotionele ondersteuning of concrete dienstverlening (zoals het bieden van hulp bij het invullen van formulieren ) geboden. * Indien nodig vindt vooraf een korte vraagverheldering plaats, zodat duidelijk is wat de informatie- en adviesvraag van de patiënt omvat.
TT Aanvullende informatie * Informatie en advisering gebeurt naar aanleiding van een vraag van patiënt / patiëntsysteem. * Het gaat om een eenmalige activiteit, hoewel patiënt / patiëntsysteem altijd terug kan komen voor extra, aanvullende of nieuwe informatie, praktische hulp of advies.
TT Randvoorwaarden * Actuele kennis van wet- en regelgeving op het terrein van welzijn, zorg en wonen. * Een actuele sociale kaart en informatie over bereikbaarheid van andere hulp- en dienstverleners.
***
22 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Informatie, advies en voorlichting
3
Voorlichting
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen (individueel of groepsgewijs) die zich (willen) voorbereiden op de medische behandeling die zij op korte termijn zullen ondergaan.
TT Doelen Patiënt(groep) is voorgelicht over de inhoud en de mogelijke gevolgen van het behandeltraject, waardoor men voorbereid is op wat komen gaat c.q. kan anticiperen op de behandeling en de mogelijke gevolgen hiervan.
TT Duur Eenmalig.
TT Setting Individuele voorlichting in de kantoorruimte van de MMW’er of op de afdeling; groepsgewijze voorlichting in groepsruimte.
TT Werkwijze/activiteiten * Mondelinge informatie verstrekken, eventueel ondersteund door schriftelijke informatie (bijvoorbeeld folders en websites). * De voorlichting richt zich op de psychosociale en materiële gevolgen van de behandeling. * Bij de voorlichting wordt rekening gehouden met specifieke patiënt / patiëntsysteemof patiëntengroepkenmerken.
TT Aanvullende informatie * Bij protocollaire voorlichting is deelname niet vrijblijvend voor patiënt / patiëntsysteem. Of voorlichting al dan niet protocollair wordt gegeven is per UMC verschillend. * Groepsgewijze voorlichting is algemener van aard dan individuele voorlichting. * Voorlichting kan voorafgaan aan de module intake.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 23
***
Begeleiding en ondersteuning
4
Wachttijdbegeleiding
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die op de wachtlijst staan voor medische behandeling en/ of psychosociale hulpverlening door een (gespecialiseerde) externe instelling, en die een hoge psychosociale lijdensdruk ervaren in de tijd dat ze op de wachtlijst staan.
TT Doelen * De spanningen blijven hanteerbaar voor patiënt / patiëntsysteem. * Patiënt / patiëntsysteem heeft dusdanige informatie en ondersteuning gekregen dat voorkomen wordt dat de psychosociale situatie verergert of dat er nieuwe problemen ontstaan.
TT Duur Gedurende de wachttijdperiode is er beperkt contact met patiënt / patiëntsysteem, waarbij de frequentie afhankelijk is van de ervaren lijdensdruk c.q. ernst van de problematiek en wordt afgestemd in gezamenlijk overleg tussen patiënt / patiëntsysteem en de medisch maatschappelijk werker. Afhankelijk van het UMC dat deze module aanbiedt, kan wachttijdbegeleiding ook protocollair worden ingezet. In dat geval vinden de afspraken plaats op vastgestelde momenten.
TT Setting Individueel, relatie of gezin, eventueel met naastbetrokkenen. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten Patiënt / patiëntsysteem helpen om de wachttijd te overbruggen. Daartoe worden activiteiten uitgevoerd die op dat moment nodig zijn om de ergste spanning te reduceren en verergering te voorkomen, bijvoorbeeld: * gesprekken waarin patiënt / patiëntsysteem alvast informatie en tips krijgt (variërend van praktische en financiële zaken tot emotionele ondersteuning); * telefonische of e-mailcontacten om een vinger aan de pols te houden.
TT Aanvullende informatie Er kan een combinatie van methoden toegepast worden, al naar gelang de aard van de problematiek en de behoeften van patiënt / patiëntsysteem.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
24 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
5
Begeleiding gericht op verwerking bij langdurend / blijvend gezondheidsverlies
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die kampen met psychosociale problematiek ten gevolge van langdurend / blijvend gezondheidsverlies (chronische problemen). Het gaat om de gevolgen van de opname, behandeling of ziekte voor het eigen functioneren, de (partner)relatie of het werk en het vinden van een nieuwe balans of evenwicht in de veranderde situatie.
TT Doelen * De zelfredzaamheid van patiënt / patiëntsysteem is vergroot. * De spanningen zijn weer hanteerbaar voor patiënt / patiëntsysteem. * Patiënt / patiëntsysteem heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Patiënt / patiëntsysteem heeft de situatie geaccepteerd, of de (rouw- / verlies-) verwerking is op gang gekomen.
TT Duur In principe maximaal 5 gesprekken. Daarnaast is er zo nodig telefonisch of e-mailcontact met of voor patiënt / patiëntsysteem.
TT Setting Individueel of patiëntsysteem. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten Patiënt / patiëntsysteem ruimte bieden voor het uiten van zijn gevoelens over de ontstane situatie en samen naar een perspectief voor de toekomst zoeken. Hiervoor zijn verschillende gespreksvormen mogelijk, waarbij het uiten van gevoelens en het accepteren van de situatie centraal staan. Twee mogelijke gespreksvormen zijn: * coachende gesprekken (aanmoedigen, stimuleren en motiveren); * inzichtgevende en explorerende gesprekken.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 25
***
Begeleiding en ondersteuning
6
Begeleiding van patiënten in de palliatieve (terminale) fase
TT Doelgroep Patiënten die op basis van hun gezondheidsproblemen het vooruitzicht hebben dat ze binnen afzienbare tijd zullen komen te overlijden.
TT Doelen De patiënt is in staat om op een voor hem passende wijze zijn leven af te ronden. Hierbij wordt gestreefd naar behoud van autonomie.
TT Duur In principe maximaal 5 gesprekken.
TT Setting Individueel, relatie of gezin. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * Psychosociale behandeling bij verlies / rouw: inventariseren en lokaliseren van aandachtsgebieden en knelpunten op het gebied van coping en vervolgens systematische behandeling van de knelpunten. * Psycho-educatie over verlies- en rouwverwerking. * Signaleren van onderliggende of andere probleemgebieden waarvan wordt verondersteld dat zij van invloed zijn op het welbevinden van patiënt / patiëntsysteem en zijn draagkracht in deze levensfase. * Ondersteuning bij ontspanning en verlichten van stress of pijn met behulp van bijvoorbeeld relaxatietechnieken. * Meedenken en eventueel bemiddelen bij praktische zaken zoals verzekeringen, testament, uitvaart, aanvragen van huwelijkse status, erkennen van kinderen enzovoort.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
26 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
7
Begeleiding bij een verstoord evenwicht in relaties als gevolg van ziekte en/of behandeling
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen waarbij door ziekte en/of behandeling sprake is van problemen binnen relaties.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem heeft voldoende inzicht gekregen in de rolveranderingen die gezondheidsgerelateerde problematiek met zich meebrengt voor de relatie en kan hiermee omgaan. * Patiënt / patiëntsysteem heeft voldoende vaardigheden om op eigen kracht verder te gaan en het nieuw hervonden evenwicht te bestendigen.
TT Duur In principe maximaal 5 gesprekken.
TT Setting Patiënt / patiëntsysteem. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * De ondersteuning is gericht op het geven van inzicht, het maken van verbinding en het herstellen van de balans tussen geven en nemen. * Bij relatieproblemen die reeds bestonden voordat de patiënt ziek of behandeld werd, wordt doorgaans doorverwezen naar de eerste lijn. * Twee veelgebruikte methodieken / werkwijzen zijn de systeembenadering en psycho-educatie.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 27
***
Begeleiding en ondersteuning
8
Veranderings- en competentiegerichte begeleiding8
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die kampen met psychosociale problematiek die gerelateerd is aan de ziekenhuisopname, de behandeling of het ziektebeeld, en die bereid en in staat zijn vaardigheden aan te leren en het eigen gedrag te veranderen. Het kan gaan om de gevolgen van de opname, behandeling of ziektebeeld voor het eigen functioneren, de (partner)relatie of het werk. 1 In bijlage 3 zijn vier voorbeelden nader uitgewerkt: zelfmanagement bij chronische problematiek, omgaan met een (verhoogd) risico op een erfelijke aandoening, hulpverlening bij arbeidsgerelateerde problematiek als gevolg van een gezondheidsprobleem en omgaan met fertiliteitsproblemen.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem heeft informatie over het omgaan met ziekte en behandeling. * Patiënt / patiëntsysteem heeft zich (communicatie)vaardigheden eigen gemaakt die nodig zijn om problemen het hoofd te kunnen bieden. * Patiënt / patiëntsysteem heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * De zelfredzaamheid van patiënt / patiëntsysteem is vergroot. * Patiënt heeft een evenwicht gevonden in het somatisch, psychosociaal en maatschappelijk functioneren.
TT Duur In principe maximaal 5 gesprekken.
TT Setting Individueel, relatie of gezin. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten Enerzijds wordt gewerkt aan probleemverlichting, waarbij veranderingen in de omgeving centraal staan. Anderzijds wordt er gewerkt aan cognitie-, emotie- en gedragsbeïnvloeding. Hiervoor zijn verschillende gespreksvormen beschikbaar: coachende gesprekken (aanmoedigen, stimuleren en motiveren); inzichtgevende en explorerende gesprekken; structurerende gesprekken. De werkwijze in deze module komt neer op: * Planmatig werken aan de hand van gespecificeerde doelen, gerelateerd aan de ervaren gezondheidsproblemen die voortkomen uit de intake. 8 Veranderings- en competentiegerichte begeleiding wordt in sommige werkcontexten behandeling genoemd; met name voor maatschappelijk werkers in de gezondheidszorg is dit een gangbare term.
***
28 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
* Patiënt / patiëntsysteem nieuw gedrag leren en laten oefenen; dit staat centraal in deze module. * In de hulp zo veel mogelijk aansluiten bij datgene waar patiënt / patiëntsysteem concreet tegenaan loopt en waar nodig voor onderdelen van de problematiek een specifiekere module inzetten. * Patiënt / patiëntsysteem motiveren om voor verdere begeleiding/behandeling verwezen te worden naar de daarvoor geëigende deskundige(n).
TT Aanvullende informatie Wanneer deze module in multidisciplinaire programma’s (ketensamenwerking) wordt ingezet, wordt doorgaans gespecificeerd naar doelgroep en/of problematiek.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 29
***
Begeleiding en ondersteuning
9
Ouderbegeleiding
TT Doelgroep Ouders van kinderen die voor (poliklinische) behandeling in het UMC komen.
TT Doelen * Ouders kunnen de gevolgen van de ziekte van hun kind hanteren en hebben de regie over het gezinsfunctioneren. * Ouders hebben een aanvang gemaakt met het leren leven met de ziekte van hun kind.
TT Duur In principe maximaal 5 gesprekken.
TT Setting Ouders. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * De ouders ruimte bieden voor het uiten van hun gevoelens over het ziekteproces van hun kind, en samen naar een perspectief voor de toekomst zoeken. * Samen met de ouders nagaan welke impact het ziekteproces van hun kind heeft op het dagelijkse gezinsleven en op hun ouderrol. * Planmatig werken aan de hand van gespecificeerde doelen rondom verschillende gezinstaken in relatie tot de gezondheid van het zieke kind. * Veelgebruikte gespreksvormen zijn: coachende gesprekken (aanmoedigen, stimuleren en motiveren), inzichtgevende en explorerende gesprekken. Een veelgebruikte methodiek is Ouderbegeleiding van Alice van der Pas.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
30 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
10
Praktische en materiële begeleiding
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen met praktische en/of materiële problemen die gerelateerd zijn aan de ziekte, behandeling of opname.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem heeft informatie, hulp en/of advies gekregen die kan helpen zijn (praktische) probleem op te lossen of aan te pakken. * De praktische problemen van patiënt / patiëntsysteem zijn opgelost of de oplossing is in gang gezet. * De zelfredzaamheid van patiënt / patiëntsysteem is zo veel mogelijk vergroot. * Patiënt / patiëntsysteem heeft zo mogelijk praktische vaardigheden aangeleerd.
TT Duur In principe maximaal 3 gesprekken.
TT Setting Individueel, relatie of gezin. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * Gesprekken voeren en concrete hulp bieden aan de hand van een probleemverkenning en gespecificeerde doelen rondom praktische problemen. * De praktische begeleiding en ondersteuning is veelal oplossingsgericht en voorwaardenscheppend. * Het gaat om het bemiddelen en zo nodig verwijzen bij allerhande praktische zaken, zoals het invullen van formulieren, het aanvragen van financiële tegemoetkoming via overheidsregelingen of bij fondsen, of het doorverwijzen/bemiddelen naar andere hulp- en dienstverleners (zoals bijvoorbeeld de thuiszorg of respijtzorg).
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 31
***
Begeleiding en ondersteuning
11
Ontslagzorg
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die vanwege gezondheidsproblemen na afronding van de behandeling of opname intramurale of extramurale zorg nodig hebben.
TT Doelen De patiënt heeft doelmatige en efficiënte (op elkaar afgestemde) zorg.
TT Duur 1 of 2 gesprekken met patiënt / patiëntsysteem. Daarnaast contacten met externe partijen.
TT Setting Patiënt / patiëntsysteem en het professionele en sociale netwerk. Doorgaans in of vanuit het UMC, telefonisch en/of per mail.
TT Werkwijze/activiteiten * De MMW’er brengt de situatie van de patiënt in kaart, met het accent op de zorgbehoefte en de al beschikbare zorg in het sociale en professionele netwerk. * De MMW’er schakelt het sociale netwerk in en legt contact met de professionele zorgverleners. * De MMW’er maakt afspraken met de betrokkenen over adequate zorg.
TT Aanvullende informatie De ontslagzorg is verschillend georganiseerd in de UMC’s. Afhankelijk van organisatie en afspraken voeren maatschappelijk werkers in samenwerking met transferverpleegkundigen een deel van of de hele module uit.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
32 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
12
Toeleidingstraject gespecialiseerde zorg (motivatietraject voor verwijzing)
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die geïndiceerd zijn voor gespecialiseerde hulpverlening, maar die daartoe nog gemotiveerd moeten worden.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem is gemotiveerd voor vervolghulpverlening bij de gespecialiseerde zorg. * Patiënt / patiëntsysteem heeft informatie en advies gekregen die hem kan helpen zijn hulpvraag voor de gespecialiseerde hulp te verwoorden (eventueel samen met de hulpverlener).
TT Duur In principe maximaal 3 gesprekken.
TT Setting Individueel, relatie of gezin, eventueel met naastbetrokkenen. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten Activiteiten die uitgevoerd worden zijn: * Patiënt / patiëntsysteem motiveren en inzicht geven voor verwijzing (intern dan wel extern); * Patiënt / patiëntsysteem helpen met het formuleren van een concrete hulpvraag; * Informatie geven aan patiënt / patiëntsysteem over de instantie en hulpverleningsmogelijkheden waarnaar verwezen wordt; * In overleg met patiënt / patiëntsysteem zorg dragen voor informatieoverdracht aan de instelling waarnaar verwezen wordt; * Contact opnemen met de instelling waarnaar verwezen wordt en zo nodig het effect van de verwijzing evalueren.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 33
***
Begeleiding en ondersteuning
13
Ondersteuning bij besluitvorming
TT Doelgroep * Patiënten / patiëntsystemen die zwaarwegende keuzes moeten maken aangaande hun eigen behandeling of gezondheidstoestand, of die van hun partner of kind. * Patiënten / patiëntsystemen die achteraf, als de keuze reeds is gemaakt en de behandeling heeft plaatsgevonden, worden geconfronteerd met de legitimering van de gemaakte keuzes.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem heeft zicht op de dilemma’s die in dit proces een rol spelen en kan op basis van een weloverwogen afweging een keuze maken. * Patiënt / patiëntsysteem heeft het keuzeproces gereconstrueerd, heeft zicht op de dilemma’s die in dit proces een rol gespeeld hebben en kan zich op een voor hem / haar / hen passende manier verhouden tot de eerder gemaakte keuze.
TT Duur In principe maximaal 5 gesprekken.
TT Setting Patiënt / patiëntsysteem. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten In de gesprekken wordt ruimte geboden voor het benoemen van ambivalentie ten opzichte van keuzes die gemaakt worden of gemaakt zijn. Daarbij worden handvatten geboden om tot een keuze te komen en/of inzicht hierin te verschaffen. Wanneer de keuze al gemaakt is, is het doel zicht te krijgen op de dilemma’s in het keuzeproces om het uiteindelijk te kunnen verwerken. Tijdens dit keuzeproces wordt zo nodig feedback gegeven aan behandelteams.
TT Aanvullende informatie De medische en verpleegkundige informatie met betrekking tot de voor- en nadelen van behandelingen wordt gegeven door artsen en verpleegkundigen; zij bespreken ook de afwegingen met patiënt / patiëntsysteem. Het MMW wordt in consult gevraagd als de afwegingsproblematiek voor patiënt / patiëntsysteem complex is en/of wanneer deze emotionele belemmeringen ervaart die het maken van een keuze in de weg staan.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
34 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
14
Ondersteuning bij de transitie van jonge patiënten
TT Doelgroep Chronische patiënten die de leeftijd bereiken waarop zij de overgang (klinisch of poliklinisch) maken van een kinderziekenhuis/-afdeling naar een ziekenhuis/afdeling voor volwassenen.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem is op de hoogte van de naderende transitie en de bijbehorende consequenties: patiënt wordt nu cliënt van het maatschappelijk werk in plaats van dat ouders de cliënt zijn.
TT Duur 1 tot 3 gesprekken.
TT Setting Patiënt en het patiëntsysteem. Kantoorruimte MMW’er van zowel kinderziekenhuis/afdeling als van ziekenhuis/afdeling voor volwassenen.
TT Werkwijze/activiteiten * Voorlichting patiënt / patiëntsysteem over de naderende transitie en de gevolgen daarvan. * Ondersteunende en coachende gesprekken, waarin de afronding en een overgang naar een volgende fase centraal staat, waarbij met name aandacht is voor de veranderende rollen en posities. * Coördinatie en afstemming tussen patiënt / patiëntsysteem en het multidisciplinaire team van beide ziekenhuizen/afdelingen.
TT Aanvullende informatie * Begeleiding bij transitie kan het eerste contact met de MMW’er zijn. * Parallel aan de uitvoering van deze module vindt de overdracht plaats van de MMW’er van kinderziekenhuis/-afdeling naar de MMW’er van ziekenhuis/afdeling voor volwassenen.
TT Randvoorwaarden * Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 35
***
Onderzoek en rapportage
15
Psychosociaal onderzoek
TT Doelgroep Medische teams met een vraag om informatie ten behoeve van multidisciplinaire diagnostiek, behandeling en samenwerking rond een specifieke patiënt.
TT Doel Het medisch team heeft relevante informatie en/of advies gekregen.
TT Duur In principe maximaal 2 gesprekken met patiënt / patiëntsysteem en eventueel relevante derden.
TT Setting Individueel, patiëntsysteem, eventueel met andere naastbetrokkenen. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten Er vindt informatieverzameling/onderzoek (eventueel heteroanamnese) plaats waarin de volgende thema’s aan de orde zijn: * schets van de actuele leefsituatie (waaronder de gezinssituatie en materiële omstandigheden als huisvesting, financiën en arbeid); * korte biografische schets (met nadruk op ingrijpende levensgebeurtenissen); * patiëntsituatie/ziektebeeld; * gevolgen voor dagelijks functioneren nu en in de (nabije) toekomst; * probleemhantering en mogelijkheden van patiënt / patiëntsysteem; * balans tussen draagkracht en draaglast van patiënt / patiëntsysteem. Afhankelijk van de vraag kan een bepaald thema extra worden uitgelicht in het onderzoek. In overleg wordt een analyse/taxatie gemaakt van de gepresenteerde informatie en wordt hierover gerapporteerd in het kader van de gestelde vraag.
TT Aanvullende informatie Het psychosociaal onderzoek is onderdeel van de multidisciplinaire behandeling.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
36 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Onderzoek en rapportage
16
Rapportage derden
TT Doelgroep * Patiënt / patiëntsysteem met een verzoek om een rapportage te maken ten behoeve van het regelen van een dienst van een andere organisatie. * (Hulpverleners van) organisaties of instanties die vragen om informatie ten behoeve van multidisciplinaire diagnostiek en samenwerking.
TT Doel De vraag van de aanvrager is beantwoord; de aanvrager heeft relevante informatie en/ of advies gekregen.
TT Duur 1 tot 2 gesprekken met patiënt / patiëntsysteem en naastbetrokkenen. Naar aanleiding hiervan wordt een rapportage geschreven. Het geheel is binnen enkele weken afgerond.
TT Setting Individueel, patiëntsysteem, eventueel met andere naastbetrokkenen. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten Informatieverzameling / -onderzoek waarin – afhankelijk van de vraag – een selectie van de volgende thema’s aan de orde is: * schets van de actuele leefsituatie; * korte biografische schets; * patiëntsituatie/ziektebeeld; * gevolgen voor dagelijks functioneren nu en in de (nabije) toekomst; * probleemhantering en mogelijkheden van patiënt / patiëntsysteem; * balans tussen draagkracht en draaglast van patiënt / patiëntsysteem. Er wordt een analyse/taxatie gemaakt van de gepresenteerde informatie en er wordt gerapporteerd in het kader van de gestelde vraag.
TT Randvoorwaarden * In staat zijn kort, bondig en helder te rapporteren. * Actuele kennis van de privacywetgeving.
Basismodulen per functie 37
***
Onderzoek en rapportage
17
Signaalverheldering
TT Doelgroep Hulpverleners die ondersteuning willen bij het omgaan met signalen van bedreigende situaties als verwaarlozing, mishandeling of misbruik van patiënten.
TT Doel * Het signaal is voldoende verhelderd om te kunnen beslissen of vervolgstappen als verdere hulpverlening of melding noodzakelijk zijn. * Het signaal is besproken met patiënt / patiëntsysteem. * Patiënt / patiëntsysteem herkent de besproken problemen en aanvaardt noodzakelijke (vervolg)hulpverlening.
TT Duur Gemiddeld 2 tot 3 gesprekken met signalerende hulpverlener en patiënt.
TT Setting Gesprekken vinden waar mogelijk plaats in het UMC.
TT Werkwijze/activiteiten * De MMW’er brengt het signaal van de hulpverlener en de probleemsituatie van de patiënt zo helder mogelijk in kaart door bij de hulpverlener goed door te vragen naar feiten en ervaringen. MMW’er en signalerende hulpverlener bespreken of het signaal met de patiënt besproken moet worden. * De signalerende hulpverlener maakt het signaal bespreekbaar met de patiënt en legt het contact tussen patiënt en MMW’er. De MMW’er ondersteunt de hulpverlener hierbij of neemt deze taken eventueel over van de hulpverlener. * De MMW’er verheldert het signaal verder met de patiënt en wijst de patiënt op de mogelijkheden voor (vervolg)hulpverlening. * De MMW’er koppelt terug naar het behandelteam waar besluitvorming plaatsvindt over de al dan niet te nemen vervolgstappen.
TT Aanvullende informatie * Als het MMW zélf in haar contacten met patiënten signalen opvangt dat er binnen het patiëntsysteem mogelijkerwijs sprake is van een bedreigende situatie zal de MMW’er deze signalen inbrengen in het team, waarna de werkwijze zoals hierboven beschreven wordt gevolgd. * Waar het vermoeden kindermishandeling betreft, heeft elk UMC haar eigen afspraken(protocollen) over de taakverdeling binnen het multidisciplinaire behandelteam. Indien er sprake is van een levensbedreigende situatie voor het kind wordt rechtstreeks melding gedaan bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.
***
38 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Onderzoek en rapportage
* Wanneer signalen betrekking hebben op volwassenen zijn er regionaal vaak samenwerkingsverbanden en afspraken in het kader van de OGGZ, zoals rondom huiselijk geweld of bemoeizorg, waar vanuit het UMC op afgestemd zal moeten worden.
TT Randvoorwaarden * De veiligheid van de hulpverleners die deze module uitvoeren dient te worden gewaarborgd (bijvoorbeeld in de vorm van een gespreksruimte op een locatie waar indien nodig hulp van derden kan worden ingeroepen). * Feitelijke verslaglegging door alle leden van het multidisciplinaire behandelteam.
Basismodulen per functie 39
***
Bemiddeling
18
Communicatieverbetering patiënt / patiëntsysteem - behandelteam
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen en leden van multidisciplinaire behandelteams die problemen ervaren in de communicatie.
TT Doelen * De communicatie tussen patiënt / patiëntsysteem en behandelaar is verbeterd. * Escalatie van de problemen of het starten van een klachtenprocedure is voorkomen.
TT Duur In principe maximaal 3 gesprekken.
TT Setting Met patiënt / patiëntsysteem en/of een lid van het behandelteam. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * De communicatieproblemen in kaart brengen. * Werken aan een oplossing van de communicatieproblemen. Dit kan door uitleg te geven over de medische behandeling aan patiënt / patiëntsysteem, of door het medisch team te ondersteunen c.q. te begeleiden in de communicatie met patiënt / patiëntsysteem. Doel is een oplossing te vinden die zowel voor patiënt / patiëntsysteem als voor het behandelteam de ruimte geeft om met elkaar verder te kunnen. * Zo nodig patiënt / patiëntsysteem wijzen op het bestaan van de meldings- of klachtencommissie.
TT Aanvullende informatie Bij een klacht kan patiënt / patiëntsysteem een officiële klachtenprocedure starten. Het MMW kan hierin een ondersteunende rol vervullen door de patiënt informatie te verstrekken over de procedure en te ondersteunen bij het formuleren van de klacht.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
40 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Consultatie
19
Het geven van consultatie
TT Doelgroep Medewerkers/hulpverleners van een andere discipline binnen of buiten het UMC die problemen ervaren in de communicatie met een patiënt of waarbij de psychosociale problemen interfereren met de behandeling.
TT Doelen * De consultatievrager heeft inzicht gekregen in de probleemsituatie van de patiënt en het effect van zijn eigen handelen daarop. * De consultatievrager heeft competenties verworven die niet primair tot het kerndomein van zijn discipline behoren. * De consultatievrager heeft oplossingen gekregen voor ervaren belemmeringen.
TT Duur In principe één, hooguit enkele gesprekken.
TT Setting In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * Samen een analyse maken van het gepresenteerde probleem; * Informatie geven over probleemsituatie van de patiënt en/of het handelen van de betrokken hulpverlener. * Adviseren over gedragsalternatieven voor de betrokken hulpverlener.
TT Aanvullende informatie * Wanneer patiënten ernstige problemen ondervinden bij het leren omgaan met de ziekte, en wanneer de bij de medische behandeling behorende emotionele steun door artsen en verpleegkundigen niet voldoende is, wordt de patiënt voor behandeling verwezen naar een (psycho)sociale discipline. * In geval van consultatie blijft de verantwoordelijkheid bij één discipline/hulpverlener (consultatievrager) en helpt de andere discipline (consultatiegever) diens deskundigheid te vergroten zonder de zorg over te nemen.
TT Randvoorwaarden * Er is geen sprake van een gezags- of supervisierelatie; * De consultatievrager is bereid de eigen grenzen en mogelijkheden te onderzoeken en te verruimen.
Basismodulen per functie 41
***
Crisisinterventie
20
Crisisinterventie
TT Doelgroep Patiënten in een gezondheidsgerelateerde crisissituatie van psychosociale aard waarbij direct actie noodzakelijk is. De hulp wordt ingezet op verzoek van patiënt / patiëntsysteem, de verwijzer, of op eigen initiatief van de MMW’er.
TT Doelen * De problemen zijn gestructureerd, er is rust aangebracht in de chaotische situatie waarin de patiënt verkeert en de spanningen zijn beter hanteerbaar voor patiënt. * Patiënt heeft een aanbod voor vervolghulpverlening om uiteindelijk waar nodig doelmatige en efficiënte (op elkaar afgestemde) hulpverlening te realiseren.
TT Duur In principe één gesprek.
TT Setting Individuele patiënt. In kantoorruimte van de MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten Crisishulpverlening is kortdurende, intensieve, meestal directieve begeleiding aan mensen in acute psychosociale nood waarbij kort noodzakelijke informatie wordt verzameld op basis waarvan het MMW snel en adequaat tot handelen kan komen. Er kan worden gewerkt volgens een protocol. De belangrijkste activiteiten zijn: * De situatie verhelderen en analyseren; * Rust brengen, kalmeren en ordening aanbrengen in de vragen van de patiënt en de stappen die moeten worden gezet; * Acute zaken regelen; * Zorg dragen voor adequate vervolghulpverlening als de paniek voorbij is (inzet andere MMW-module, of overdracht naar andere disciplines of externe organisatie).
TT Aanvullende informatie * Buiten kantooruren is het behandelteam en/of de psychiater eerste aanspreekpunt. * Aan deze module gaat geen intake vooraf; informatie wordt verzameld voor zover op dat moment mogelijk en noodzakelijk is om stappen te zetten.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
42 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Crisisinterventie
21
Opvang bij ingrijpende gebeurtenissen
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen (in veel gevallen de naastbetrokkenen) die te maken hebben gehad met een schokkende (levensbedreigende) gebeurtenis.
TT Doelen * De problemen zijn gestructureerd, er is rust aangebracht in de chaotische situatie waarin de patiënt verkeert en de spanningen zijn beter hanteerbaar voor patiënt / patiëntsysteem. * Het sociale netwerk van patiënt is gemobiliseerd.
TT Duur 1 tot 4 gesprekken.
TT Setting Naastbetrokkenen in principe samen. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling.
TT Werkwijze/activiteiten * De situatie normaliseren en structureren door het bieden van praktische en materiële hulpverlening. Te denken valt aan opvang van andere familieleden en naasten, contacten werkgever, scholen en dergelijke. De MMW’er zal het netwerk hierbij zo veel mogelijk betrekken. * Uitleg over normale stressreacties na ingrijpende gebeurtenissen. * Stressreacties van het patiëntsysteem en de patiënt in kaart brengen (reacties van verlies, rouw, schuld, angst en woede). * Patiëntsysteemkenmerken inschatten: is het patiëntsysteem in staat om de patiënt adequate opvang te bieden? Wat zijn risicovolle en beschermende factoren? Zo nodig specialistische hulpverlening consulteren (bijvoorbeeld de psychiatrie). * Begeleiding bij de stressreacties, met name door gelegenheid te bieden de gebeurtenis te ordenen en te begrijpen, en door ruimte te geven voor het uiten van emoties. * Begeleide verwijzing naar de MMW’er van de afdeling waar de patiënt vanuit de spoedeisende hulp naar verwezen wordt.
TT Aanvullende informatie Deze module moet niet verward worden met de hulpverlening bij grootschalige rampen of schokkende gebeurtenissen, waarbij wordt gewerkt volgens een vaststaand protocol c.q draaiboek (psychosociale hulpverlening bij ongelukken en rampen, PSH-OR).
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 43
***
Groepswerk en training
22
Training ‘Omgaan met …’
TT Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die willen leren omgaan met de chronische problematiek.
TT Doelen * Patiënt / patiëntsysteem kan omgaan met de ziekte. * Patiënt / patiëntsysteem heeft relevante informatie en/of advies gekregen over zijn ziektebeeld. * De autonomie van patiënt / patiëntsysteem is versterkt; patiënt / patiëntsysteem heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Patiënt / patiëntsysteem heeft zich (cognitieve, gedragsmatige, communicatie-) vaardigheden eigen gemaakt.
TT Duur Gemiddeld 8 bijeenkomsten.
TT Setting Een groep van 6 tot 10 personen. In een groepsruimte, doorgaans in het UMC.
TT Werkwijze/activiteiten Psycho-educatie en gedragsmodificatie vormen de belangrijkste elementen van deze module. Tijdens de groepsbijeenkomsten staan de volgende activiteiten centraal: * Uitleg over de relatie ziektebeeld/goede zelfzorg, aansluitend bij de concrete situatie van patiënten / patiëntsystemen; * Uitleg geven over de principes van interactie en communicatie, met aandacht voor verbale en non-verbale communicatie; * Leren inschatten van sociale situaties in relatie tot het ziektebeeld, adequaat daarop kunnen reageren; hierbij kan gewerkt worden met videodemonstraties, rollenspelen en/of opdrachten waarin cognitieve, gedragsmatige en communicatieve vaardigheden worden geoefend.
TT Aanvullende informatie * Andere disciplines kunnen worden uitgenodigd om bijeenkomsten rond specifieke onderwerpen (bijvoorbeeld voeding, medicijnen) te verzorgen. * De cursus kan samen met een ervaringsdeskundige worden gegeven.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
44 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Groepswerk en training
23
Ondersteunend groepswerk
TT Doelgroep Mensen die geconfronteerd zijn met langdurige ziekte of functieverlies van henzelf, hun partner of een gezinslid. Daarnaast ook familieleden die een partner, broer/zus of een andere dierbare hebben verloren.
TT Doel * Patiënt / patiëntsysteem voelt zich erkend in zijn problemen (en kan ervaringen delen). * Patiënt / patiëntsysteem heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Patiënt / patiëntsysteem heeft leren omgaan met de situatie en de spanningen die deze met zich mee brengt * De zelfredzaamheid van patiënt / patiëntsysteem is vergroot.
TT Duur Varieert van één bijeenkomst tot een doorlopend aanbod.
TT Setting Een groep van 8 tot 10 personen. In een groepsruimte, doorgaans in het UMC.
TT Werkwijze/activiteiten Lotgenotencontact vormt het belangrijkste element van deze module. Per bijeenkomst staat een thema centraal dat door de deelnemers gekozen wordt. Voorbeelden van thema’s zijn: * Het delen van verlies- en rouwverwerking met de omgeving; * Zorgen voor jezelf: mogelijkheden voor ondersteuning door derden, vaste momenten voor jezelf.
TT Aanvullende informatie Vaak wordt deze module aangeboden voor specifieke doelgroepen: ziekte/ functieverlies zelf/partner, overlijden partner, broer/zus, suïcide, jonge patiënten met transitieproblematiek.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 45
***
Deel
Bijlagen
3
Bijlage 1 : Doelgroepen van het medisch maatschappelijk werk Medisch maatschappelijk werk is een breed uitgevoerde functie die inzetbaar is bij vele verschillende patiëntengroepen in verschillende fasen van hun ziekte/ gezondheidsprobleem. De modulen die ontwikkeld werden, moesten dekkend zijn voor al het patiëntgebonden werk van medisch maatschappelijk werkers in het UMC. Daarom is ervoor gekozen drie verschillende panels samen te stellen die elk een deel van het aanbod beschrijven. Elk panel legde daarbij de nadruk op een specifieke patiëntengroep. Hieronder een beschrijving van de gekozen doelgroepen.
Chronische patiënten Onder chronische problematiek wordt verstaan: lichamelijke ziekten of aandoeningen die onomkeerbaar zijn of waarop geneeskundige ingrepen geen of weinig invloed hebben. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen chronische ziekten waarbij een duidelijke lichamelijke oorzaak kan worden vastgesteld, ziekten waarbij geen lichamelijke oorzaak kan worden onderkend, chronische ziekten die aangeboren zijn (waaronder late onset aandoeningen) en chronisch psychiatrische aandoeningen. Een chronische aandoening kan het leven van de betrokken persoon en zijn naaste familieleden ingrijpend veranderen. Deze veranderingen kunnen in allerlei aspecten van het leven optreden, in de vorm van lichamelijke beperkingen en in lichaamsbeleving en zelfbeeld. De betrokkene moet de grenzen van wat hij (of zij) wel en niet meer kan opnieuw gaan bepalen. Soms is er sprake van confrontatie met de eindigheid van het bestaan. De hulp van de medisch maatschappelijk werker is bij chronische problematiek primair gericht op de gevolgen van tijdelijk of blijvend disfunctioneren van de patiënt en op de gevolgen voor het sociale systeem waarin de patiënt leeft.
Patiënten met acute problematiek Met acute problemen wordt bedoeld: problemen die gerelateerd zijn aan behandeling of opname in het UMC en die het psychosociaal functioneren en/ of de gezondheidstoestand van de patiënt dusdanig ontregelen dat de patiënt op (zeer) korte termijn hulp behoeft om de nieuwe situatie te kunnen integreren. Deze hulpverlening beperkt zich niet alleen tot de directe aanleiding van de problematiek, maar richt zich ook op de gevolgen die de problematiek met zich meebrengt voor de patiënt en het patiëntsysteem. Het gaat dus om ingrijpende gebeurtenissen, waarbij – afhankelijk van de persoon – de ene patiënt zich redelijk weet staande te houden (al dan niet met hulp van professionals en/of hun naasten), terwijl bij andere patiënten bestaande copingmechanismen niet meer voldoen. Dat laatste geval kan uitmonden in een crisissituatie.
Bijlage 1: Doelgroepen van het medisch maatschappelijk werk 47
***
Kinderen De doelgroep kinderen is hier apart uitgelicht omdat bij psychosociale hulpverlening aan kinderen, meer dan bij de andere patiëntgroepen, wordt gewerkt met het hele patiëntsysteem. Doorgaans wordt gewerkt met ouders als intermediair of met het hele gezin. Ouderbegeleiding maakt een belangrijk deel uit van het werk van het MMW bij de doelgroep kinderen.
***
48 Deel 3: Bijlagen
Bijlage 2: Functies van het medisch maatschappelijk werk Hieronder volgt een omschrijving van de functies voor het medische maatschappelijk werk in UMC’s (vgl. de functies van de jeugdzorg, Van Yperen e.a., 2002):
Toegangsfuncties Intake, indicatie en verwijzing Door één of enkele gesprekken met patiënt / patiëntsysteem komen tot een gewogen oordeel over het vervolgaanbod door MMW of anderen (eventueel voor verdere diagnostiek) op basis van expliciete, navolgbare en toetsbare argumenten.
Uitvoeringsfuncties Informatie, advies en voorlichting Verstrekken van informatie, kennis en advies als basis voor eigen begrip, keuzes en/of gedragsalternatieven van de patiënt. Begeleiding91 Planmatig en gericht interveniëren om het functioneren van patiënt / patiëntsysteem te verbeteren. Ondersteuning Planmatig en gericht interveniëren om terugval te voorkomen, een problematische situatie of toestand draaglijk te maken en draagkracht te vergroten. Onderzoek en rapportage Informatie verstrekken over de sociale situatie en het functioneren van de patiënt in overleg met de patiënt en op verzoek van derden. Bemiddeling Tot stand brengen en zo nodig verbeteren van de relatie tussen de patiënt en een derde. Consultatie102 Het informeren en adviseren van een professional door een professional, waarbij de professional die de informatie biedt of het advies uitbrengt geen verantwoordelijkheid draagt voor wat de professional die de informatie of het advies ontvangt in zijn besluitvorming met de informatie of het advies doet.
9 Omdat veel modulen van het MMW zowel begeleidende als ondersteunende elementen bevatten, zijn de functies begeleiding en ondersteuning in deze notitie samengenomen. 10 Uit: Definities van kernbegrippen. Programma’s in de jeugdzorg, Yperen, T. van e.a., 1999.
Deel 3: Bijlagen 49
***
Crisisinterventie Acuut interveniëren in de situatie of toestand van de patiënt om lijdensdruk te verlichten en/of een ernstige(r) ontsporing te voorkomen of weg te nemen. Groepswerk en training Door middel van begeleide groepsbijeenkomsten het functioneren van patiënten / patiëntsystemen verbeteren. Bij groepswerk gaat het enerzijds om uitwisseling tussen ‘lotgenoten’ en anderzijds om overdracht van kennis en informatie. Een variant op groepswerk is een training, waarbij het meer gaat om een vast stramien van doelgerichte en planmatige inspanningen om competenties te ontwikkelen. In beide gevallen gaat het om groepen patiënten met gelijke kenmerken, waaronder soortgelijke hulpvragen en/of problematiek.
***
50 Deel 3: Bijlagen
Bijlage 3: Voorbeelduitwerkingen module 8 Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven hebben modulen kenmerken van een flexibel inhoudelijk kader. Enerzijds biedt het kader duidelijkheid, anderzijds kan het specifiek op de situatie afgestemd en ingevuld worden. Voor module 8, Veranderings- en competentiegerichte begeleiding11,3zijn bij wijze van voorbeeld vier van dergelijke nadere invullingen of uitwerkingen geformuleerd. Dit zijn respectievelijk: a. zelfmanagement bij chronische problematiek; b. omgaan met een (verhoogd) risico op een erfelijke aandoening; c. hulpverlening bij arbeidsgerelateerde problematiek ten gevolge van gezondheidsproblemen; d. omgaan met fertiliteitsproblemen
a.
Zelfmanagement bij chronische problematiek
Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die vragen en/of problemen hebben met het omgaan met leefstijladviezen of hun medische behandeling. Doelen * Patiënt / patiëntsysteem ervaart autonomie in het omgaan met de ziekte en de medische behandeling. * Patiënt / patiëntsysteem is in staat goed om te gaan met de leefstijladviezen. Duur In principe maximaal 5 gesprekken. Setting Individueel, relatie of gezin. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling. Werkwijze/activiteiten Samen met patiënt / patiëntsysteem een probleemanalyse maken en deze helpen omzetten in een hulpvraag. Hierbij komen onderwerpen aan de orde als: is patiënt / patiëntsysteem voldoende geïnformeerd over de leefstijladviezen met betrekking tot de behandeling? Wie is verantwoordelijk voor het integreren van de leefstijladviezen? * Het motiveren van patiënt / patiëntsysteem om voor verdere begeleiding/behandeling verwezen te worden naar de daarvoor geëigende deskundige(n). * Hulp bij het integreren van leefstijladviezen in het omgaan met ziekte en behandeling.
11 Veranderings- en competentiegerichte begeleiding wordt in sommige werkcontexten behandeling genoemd; met name voor maatschappelijk werkers in de gezondheidszorg is dit een gangbare term.
Deel 3: Bijlagen 51
***
* Communicatie met het medisch team over de integratie van de leefstijladviezen door patiënt / patiëntsysteem. Door de hulpverlening van de maatschappelijk werker komen de andere hulpverleners van het team op de hoogte van de problemen die de behandeling beïnvloeden. Zij zijn dan in staat hier bij hun aandeel in de hulpverlening rekening mee te houden. Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
b.
Omgaan met een (verhoogd) risico op een erfelijke aandoening
Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen bij afdelingen voor klinische genetica, die problemen ervaren in het omgaan met het risico van een erfelijke aandoening; doorgaans gezonde mensen die aanleg hebben voor een erfelijke ziekte. De module kan ook worden aangeboden aan risicodragers die op basis van DNA-onderzoek te horen krijgen dat hun risico verlaagd is en deze uitslag als onveilig ervaren. Doelen * Patiënt / patiëntsysteem heeft inzicht gekregen in de samenhang tussen zijn risicobeleving en de risico-informatie die hij heeft gekregen tijdens de genetische counseling. * Patiënt / patiëntsysteem neemt op basis van het risico passende maatregelen om het risico te verlagen, voor zover deze voorhanden zijn. * Patiënt / patiëntsysteem kan omgaan met het risico in het dagelijks leven en de daarbij behorende gevoelens van onzekerheid, dreiging en angst. Duur In principe maximaal 5 gesprekken. Setting Individueel, relatie of gezin. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling. Werkwijze/activiteiten Het hulpverleningsproces kent de volgende elementen: * Werken aan eventuele discrepanties tussen de feitelijke risico’s bij een erfelijke aandoening (risico’s op basis van statistische en medische gegevens) en de beleefde risico’s zoals patiënt / patiëntsysteem die ervaart; * Werken aan de bewustwording van de betekenis van het statistisch risico (de risicoperceptie) en analyseren van evt. discrepanties (bijvoorbeeld bij een laag statistisch risico en een hoge risicoperceptie); * Ordenen van de factoren die een rol spelen bij de risicoperceptie en bij de verhouding tussen draagkracht en draaglast;
***
52 Deel 3: Bijlagen
* Hulp bieden bij het maken van keuzes ten aanzien van het nemen van maatregelen die het risico verlagen (controles en/of preventieve operaties) of keuzes ten aanzien van het krijgen van kinderen; * Bespreken van de gevolgen voor met name de partnerrelatie en de werksituatie (normalisering). Hierbij gaat het hoofdzakelijk om het uiten en bespreken van de consequenties van de erfelijke aandoening; * Het motiveren van patiënt / patiëntsysteem voor eventuele verdere begeleiding/ behandeling bij daarvoor geëigende deskundige(n). Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
c.
ulpverlening bij arbeidsgerelateerde problematiek ten gevolge H van gezondheidsproblemen
Doelgroep * Patiënten die ten gevolge van chronische gezondheidsklachten problemen ervaren in hun werk of zich zorgen maken over hun (toekomstige) arbeidsmogelijkheden. * Familieleden die ten gevolge van de langdurige ziekte van / de zorg voor hun kind of partner problemen ervaren in hun werk of zich zorgen maken over hun (toekomstige) arbeidsmogelijkheden. Doelen * De patiënt/het familielid heeft een realistische kijk op zijn/haar mogelijkheden en beperkingen in de arbeidssituatie * De patiënt/het familielid is in staat op adequate wijze zijn/haar grenzen aan te geven. * De patiënt/het familielid is in staat zijn/haar belangen effectief te behartigen. * Het is duidelijk in hoeverre verwerkingsproblemen de arbeidsmogelijkheden of de arbeidsverhoudingen beïnvloeden. Zo nodig is de patiënt/het familielid gemotiveerd voor hulpverlening bij het verwerkingsprobleem. Duur In principe maximaal 5 gesprekken. Setting Individueel, relatie of gezin. In kantoorruimte van MMW’er of op de afdeling. Werkwijze/activiteiten * Inzichtgevende en explorerende gesprekken. * Coachende gesprekken. * Advies en informatie ten aanzien van regelgeving en procedures. * Bemiddeling en/of informatieoverdracht naar betrokken derden (arbodiensten, reïntegratiebedrijven, UWV, werkgevers).
Deel 3: Bijlagen 53
***
* Patiënt / patiëntsysteem motiveren om voor verdere begeleiding/behandeling verwezen te worden naar de daarvoor geëigende deskundige(n) Aanvullende informatie * Deze module kan ook worden ingezet in multidisciplinaire samenwerkingsprogramma’s. * Als betaald werk nog niet of niet meer tot de mogelijkheden behoort, wordt deze module gebruikt voor het verkrijgen van vrijwilligerswerk en/of een uitkering. Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
d.
Omgaan met fertiliteitproblemen
Doelgroep Patiënten / patiëntsystemen die problemen ervaren met het eigen functioneren, de (partner)relatie, het werk en de toekomst als gevolg van een vruchtbaarheidsstoornis en/ of de behandeling. Doelen * Patiënt / patiëntsysteem heeft informatie over het omgaan met de vruchtbaarheidsstoornis en/of behandeling en heeft een realistische kijk op de mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Patiënt / patiëntsysteem heeft zich (communicatieve) vaardigheden eigen gemaakt die nodig zijn om ervaren problemen het hoofd te bieden. * De autonomie van de patiënt / patiëntsysteem is vergroot en er is een evenwicht gevonden in het somatisch, psychosociaal en maatschappelijk functioneren. * Patiënt / patiëntsysteem kan omgaan met gevoelens van angst en onzekerheid met betrekking tot de toekomst. Er is ruimte voor mogelijke alternatieven voor de kinderwens. Duur In principe maximaal 5 gesprekken. Afhankelijk van de behandeling kunnen bij veranderende omstandigheden andere afspraken gemaakt worden. Setting Individueel of relatie. In kantoorruimte van MMW’er. Werkwijze/activiteiten * Inventariseren van de verschillende leefgebieden in relatie tot het fertiliteitprobleem: psychische gezondheid, lichamelijke gezondheid, werk, relaties, opvoeding, zingeving. * Planmatig werken aan de ervaren problematiek binnen die leefgebieden. Het aanleren en oefenen van nieuw gedrag speelt hierbij een rol.
***
54 Deel 3: Bijlagen
Er wordt enerzijds gewerkt aan probleemverlichting, waarbij veranderingen in de omgeving centraal staan. Anderzijds wordt gewerkt aan cognitie-, emotie- en gedragsbeïnvloeding. Hiervoor zijn verschillende gespreksvormen en technieken beschikbaar. Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Deel 3: Bijlagen 55
***
Bijlage 4: Deelnemers panelbijeenkomsten Panel ‘chronische problematiek’ Mw. D. Bröcke
UMC Utrecht
Dhr. J. Eggen
UMC St. Radboud
Mw. F. Eskens
VUmc
Mw. G. Hendriks
UMC St. Radboud
Dhr. G-J. Hersbach
VUmc
Mw. D. Van den Hooven
Erasmus MC
Mw. R. Manshanden
LUMC
Dhr. M. Mantel
LUMC
Mw. H. Van Spijker
UMC Utrecht
Panel ‘acute problematiek’ Mw. J. Balcombe
VUmc
Mw. T. Brouwer
UMC Utrecht
Dhr. T. Van Dam
UMC Utrecht
Mw. R. Garritsen
LUMC
Dhr. B. Gijsbers
LUMC
Mw. M-J. Van Hövell
VUmc
Mw. G. Rust
UMC St. Radboud
Mw. G. Van Zuuren
Erasmus MC
Panel ‘kinderen’
***
Mw. J. Boekhoff
VUmc
Mw. M. Bron
Erasmus MC
Mw. M. Buitenhuis
VUmc
Mw. M. Duijvestijn
LUMC
Dhr. A. Groot
UMC Utrecht
Dhr. S. Muntz
LUMC
Mw. G. Reuhl
UMC St. Radboud
Mw. J. Strijker
UMC Utrecht
Dhr. K. Thijssen
UMC St. Radboud
56 Deel 3: Bijlagen
Bijlage 5: Leden begeleidingscommissie Het LOMAZ, opdrachtgever van het traject, heeft gefungeerd als begeleidingscommissie tijdens het traject. De leden van het LOMAZ zijn: Dhr. G. Van den Bogaert / dhr. M. Geven
UMC St. Radboud
Dhr. H. Kaufman
VUmc
Mw. C. Runia
UMCG
Mw. F. Schenk
LUMC
Mw. A. Weiland
Erasmus MC
Deel 3: Bijlagen 57
***
Literatuurlijst AZG. Reorganisatienota van de sector psychosociale begeleiding. Groningen: AZG, 2002 Bothof, A., M. van der Steege, S. Venderbosch, T. van Yperen Modulariseren in de jeugdzorg: Hoe verder? Modules beschrijven, ordenen en aanbieden. Utrecht: NIZW, 2002 Erasmus MC. Op weg naar een psychosociale zorg ‘nieuwe stijl’. Reorganisatieplan Dienst Psychosociale Zorg. Rotterdam: Erasmus MC, 2006 Erasmus MC. Geen einde maar een nieuw begin. Medisch maatschappelijk werk ten behoeve van moeder & kind centrum. Rotterdam: Erasmus MC, 2006 Erasmus MC. Contourennota psychosociale zorg. Rotterdam: Erasmus MC, 2005 Erasmus MC. Tussenrapportage Reorganisatie Psychosociale zorg Erasmus-Sophia. Rotterdam: Erasmus MC, 2005 Erasmus MC. Medisch Maatschappelijk werk. Een format voor het medisch maatschappelijk werk ‘nieuwe stijl’. Rotterdam: Erasmus MC, 2005 Erasmus MC. Reorganisatie Psychosociale Zorg. Deelpan Sophia. Rotterdam: Erasmus MC, 2004 Haas, L.J.M. de, S.M. van der Meulen. Gemeenschappelijk Informatiemodel Welzijn. Werken aan eenheid van taal in de welzijnssector. Utrecht: NIZW Centrum voor Bedrijfstakinformatie, 2001 LOMAZ. Functie- en competentieprofiel gezondheidszorg maatschappelijk werker, 2002 LUMC. Afdelingsplan 2005-2006 Dienst maatschappelijk werk en patiëntenservice. Leiden: LUMC, 2004 NVMW. Maatschappelijk werker binnen de klinische genetica. Utrecht: NVMW, GLOBE, 2003 NVMW. Maatschappelijk werk in de revalidatie. Utrecht: NVMW, 1999 NVMW. Een gewaardeerde functie. Richtlijn voor de functiebeschrijving van de maatschappelijk werker in het verpleeghuis. Utrecht: NVMW
***
58 Deel 3: Bijlagen
Ruyter, D.J.. Schrijven van modules en zorgprogramma’s in de jeugdzorg (handleiding). Utrecht: NIZW (VWS), 2000 Scholte, M.. Transparant aanbod AMW. Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening. Utrecht: MOVISIE, 2007 Schrammeijer, T. en D. Hanauer Stuit. Aandacht voor vaders met gehandicapt kind, In: Maatwerk juni 2001. UMCG. Visiedocument medisch maatschappelijk werk dienst psychosociale begeleiding. Groningen: UMCG, 2006 UMC Sint Radboud. Kwaliteitshandboek Medisch maatschappelijk werk CUKZ. Nijmegen: UMC Sint Radboud, 2002 UMC Sint Radboud. Beleidsplan 2000. MMW in het Cluster Kindergeneeskunde van het Academisch Ziekenhuis Nijmegen Sint Radboud. Nijmegen: UMC Sint Radboud UMC Sint Radboud, Intranet. * Functiebeschrijving MMW * Hulpverlening en consultatie door het MMW * Algemene uitgangspunten MMW * Taken en bevoegdheden MMW VMWN. De Nederlandse Kwaliteitsstandaarden voor medisch maatschappelijk werkers in Nederlandse dialysecentra. Utrecht: VMWN, 1999 VU medisch centrum. Zorgpadontwikkeling in het VUmc. Amsterdam: VUmc, 2006 VU medisch centrum. Startnotitie NIAZ-accreditatie. Amsterdam: VUmc, 2006 VU medisch centrum. Kwaliteitshandboek Dienst medisch maatschappelijk werk. Amsterdam: VU medisch centrum Yperen, T.A. van, E. van Rest en C. Vermunt. Definitie van kernbegrippen. Programma’s in de jeugdzorg. Utrecht: NIZW, 2002
Literatuurlijst 59
***
***
60 Literatuurlijst
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. Onze ambitie is daadwerkelijk te investeren in een krachtige samenleving waarin burgers zoveel mogelijk zelfredzaam kunnen zijn.
De serie Transparant aanbod beschrijft het aanbod van de sector welzijn en maatschappelijke dienstverlening in transparante taal. Zo kunnen beroepskrachten in deze sector eenvoudig en duidelijk onder woorden brengen wat hun werk inhoudt en welke diensten zij leveren. Wat heeft een discipline te bieden, voor wie, met welke doelen, op welke manier en met welke beoogde resultaten? In opdracht van de MOgroep, de NVMW en anderen heeft MOVISIE beschrijvingen gemaakt van een aantal beroepsgroepen. Organisaties gebruiken Transparant aanbod bij het geven van voorlichting, het promoten van het werk en afstemming met collega’s en cliënten. Daarnaast helpt het bij het beschrijven én versimpelen van werkprocessen én professionalisering van de beroepsgroep. Transparant aanbod bevat modulenbeschrijvingen van onder andere het werk van maatschappelijk werkers, sociaal werk in de wijk, sociaal pscyhiatrisch verpleegkundigen en eerstelijnspsychologen. Meer informatie vindt u op www.movisie.nl/transparantaanbod.
Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 * www.movisie.nl *
[email protected]