Eenvoudig Beter in de praktijk Crisis- en herstelwet projecten in beeld (7e en 8e tranche)
Meer informatie Publicaties Praktijkervaringen Crisis- en herstelwet (voortgangsrapportage 2013-2014) Eenvoudig Beter in de praktijk (Crisis- en herstelwet projecten in beeld, 5e en 6e tranche) Praktijkervaringen Crisis- en herstelwet (voortgangsrapportage 2012-2013) Crisis- en herstelwet: ontwikkelingsgebieden Over de Crisis- en herstelwet Eenvoudig Beter in de praktijk (Crisis- en herstelwet projecten in beeld, 3e en 4e tranche) Praktijkervaringen Crisis- en herstelwet (voortgangsrapportage 2011-2012) Eenvoudig Beter in de praktijk (Crisis- en herstelwet projecten in beeld, 1e en 2e tranche) Rapportage praktijkervaringen Crisis- en herstelwet (Evaluatie 2010-2011)
Internet http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet/crisis-en-herstelwet http://omgevingswet.pleio.nl http://www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/crisis-herstelwet
Vragen Algemene vragen, aanmelding van experimenten of extra exemplaren van deze brochure:
[email protected] Juridische vragen over de toepassing van de wet bij concrete projecten: www.infomil.nl/chw
II | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Eenvoudig Beter in de praktijk Crisis- en herstelwet projecten in beeld (7e en 8e tranche)
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 1
2 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Inhoudsopgave
Meer informatie II Inleiding 5 Overzichtskaart projecten 6 Peter Smit, wethouder gemeente Den Haag 8 Almere, Almere/Zeewolde, Assen, Culemborg, Den Haag, Enschede, Weesp, Zaanstad: Verbrede reikwijdte bestemmingsplan 10 Amsterdam: Voorzienbare planschade 18 Delfzijl en Eemsmond: Haven- en industriegebieden Oosterhorn en Eemshaven 20 Flevoland: Opschalen en saneren windturbineparken (uitbreiding) 22 Hoogeveen: Vermindering regeldruk bouwwerken 24 Westland: Dijckerwaal 26 Bob Bergkamp, wethouder gemeente Breda 28 Amsterdam: bedrijventerrein Cruquiusgebied 30 Assen: Havenkwartier, verbrede reikwijdte bestemmingsplan 32 Breda, Bussum, Deventer, Oldenzaal, Soest en Venlo: Pilot bestemmingsplan met bredere reikwijdte voor het gehele grondgebied 34 Arnoud Strijbis, hoofd vergunningen gemeente Eindhoven 38 Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Sint Anthonis: Vervallen preventieve toets aan het Bouwbesluit bij Keurmerk Garantiewoningen 40 Maasdonk, Bernheze, Oss en ’s-Hertogenbosch: Bedrijventerrein Heesch-West 42 Meerssen: Omgevingsvisie Meerssen 46 Nieuwegein: Galecopperzoom 48
Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 3
Rotterdam Centraal
4 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Inleiding
Leren innoveren
De financiële en economische crisis stelt de bouw en de ruimtelijke ordening voor grote uitdagingen. Vernieuwing is nodig om de impasse te doorbreken. Het kabinet is in maart 2010 gekomen met de Crisis- en herstelwet (Chw). Die wet biedt initiatiefnemers mogelijkheden om nieuwe ontwikkelingen in praktijk te brengen door ruimte te geven binnen de wettelijke kaders.
Om gebruik te kunnen maken van de Chw moet de minister van Infrastructuur en Milieu gebieden en projecten bij Algemene maatregel van bestuur aanwijzen. Het gaat om drie bijzondere voorzieningen. In ontwikkelingsgebieden krijgt de gemeente (of provincie) extra manoeuvreerruimte bij het vaststellen van het bestemmingsplan. In innovatieve experimenten mogen de initiatiefnemers afwijken van bepaalde wettelijke bepalingen. In lokale of (boven)regionale projecten met nationale betekenis committeren overheden zich aan de opgestelde structuurvisie en worden besluiten gecoördineerd en versneld tot stand gebracht.
In juli 2010 zijn de eerste gebieden en projecten in het Besluit uitvoering Chw opgenomen als ontwikkelingsgebied, innovatief experiment of lokaal of (boven)regionaal project met nationale betekenis. Daarna zijn telkens in tranches (groepen) nieuwe gebieden en projecten toegevoegd. Met de toevoeging van de zevende en achtste tranche van het Besluit uitvoering Chw komt het totaal aantal gebieden en projecten op 94.
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
In al deze projecten wordt nieuwe kennis ontwikkeld. Kennis waarmee vastgelopen projecten weer op gang komen, nieuwe perspectieven ontstaan en duurzame initiatieven kunnen worden gerealiseerd. Deze kennis versterkt de kwaliteit van de leefomgeving en de economische ontwikkeling. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wil deze kennis zoveel mogelijk ontsluiten, zodat op andere plekken daarop kan worden voortgebouwd. Een basis daarvoor zijn de beschrijvingen van de projecten die met de Chw aan het werk zijn. Eerder verschenen al bundels met beschrijvingen van de projecten die zijn aangewezen in de 1e en de 2e tranche van het Besluit uitvoering Chw, de 3e en 4e tranche en de 5e en 6e tranche. Voor u ligt de bundel met de projectbeschrijvingen van de 7e en 8e tranche. Interviews met steutelfiguren diepen de achtergronden van enkele van deze projecten verder uit. De bundel beschrijft één (gecombineerd) ontwikkelingsgebied en 26 innovatieve experimenten. Opvallend is dat bij het grootste deel van deze projecten bestaat uit een experiment met het wetsvoorstel Omgevingswet. Het gaat om pilots met een bestemmingsplan met een verbrede reikwijdte, vooruitlopend op het omgevingsplan van de Omgevingswet. Gemeenten willen bij hun ruimtelijke ontwikkeling alle aspecten van de fysieke omgeving betrekken (niet alleen ruimte, maar bijvoorbeeld ook milieuaspecten), en ze willen flexibeler kunnen omgaan met onderzoek, exploitatieplan en tijdhorizon. De Chw biedt daartoe de mogelijkheden. De Chw is steeds meer in beeld gekomen als een wet waarmee kan worden vooruit gelopen op het wetsvoorstel Omgevingswet. Dat maakt deze bundel met projectbeschrijvingen extra interessant. De ervaringen die in de pilots worden opgedaan geven al een eerste inkijk in de mogelijk heden die de Omgevingswet in Nederland gaat bieden.
Eenvoudig Beter in de praktijk | 5
Crisis- en Herstelwet 1 Ontwikkelingsgebieden Tranche
1
7
Innovatieve Experimenten Tranche
7
8
14 5 9
12 4
13 10
2
3
24
20
17
8
27 19 11
22
7 18 25
6
16 26
15 21
Ontwikkelingsgebieden Tranche
7
Innovatieve Experimenten Tranche
7
8
6 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
28
23 0
50km schaal 1: 350.000
Crisis- en herstelwet projecten
Ontwikkelingsgebieden 7e tranche 1 Delfzijl & Eemsmond, haven- en industriegebieden Oosterhorn & Eemshaven
Innovatief experiment 7e tranche 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Almere en Zeewolde, Oosterwold Almere, Weerwater Amsterdam, Amstel III en Telepoort Assen, Toeristisch Recreatieve Zone (incl. TT circuit) Culemborg, Spoorzone Den Haag, Binckhorst Enschede, gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente Hoogeveen, Vermindering regeldruk Bouwwerken Weesp en Muiden, Bloemendalerpolder Westland, Dijckerwaal Zaandam, Hembrugterrein
8e tranche 13 Amsterdam, Cruquiusgebied 14 Assen, project Havenkwartier 15 Breda, experiment Omgevingsplan verbrede reikwijdte 16 Gemeenten Bernheze en ‘s-Hertogenbosch, bedrijventerrein Heesch West 17 Bussum, experiment Omgevingsplan verbrede reikwijdte 18 Delft, Keurmerk Garantiewoningen 19 Den Haag, Keurmerk Garantiewoningen 20 Deventer, experiment Omgevingsplan verbrede reikwijdte 21 Eindhoven, Keurmerk Garantiewoningen 22 Nieuwegein, Galecopperzoom 23 Meerssen, gebiedsdekkende Omgevingsvisie 24 Oldenzaal, experiment Omgevingsplan verbrede reikwijdte 25 Rotterdam, Keurmerk Garantiewoningen 26 St. Anthonis, Keurmerk Garantiewoningen 27 Soest, experiment Omgevingsplan verbrede reikwijdte 28 Venlo, experiment Omgevingspan verbrede reikwijdte Inhoudsopgave
Eenvoudig Beter in de praktijk | 7
Peter Smit, wethouder gemeente Den Haag
“ Met de Chw kun je je beperken tot reële scenario’s.”
8 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Peter Smit is nog nét wethouder van Verkeer, Binnenstad, Binckhorst en Milieu van de gemeente Den Haag. De gemeenteraads verkiezingen zijn achter de rug en een nieuw college van B&W klopt bij wijze van spreken al op de deur. Een goed moment om nog eens terug te kijken. “We hebben tot nu toe goede ervaringen opgedaan met het inschakelen van de Crisis- en herstelwet. Dan doel ik op projecten als de Rotterdamse Baan en de Scheveningse haven. Wat me daarbij vooral aanspreekt daarbij zijn de strakke termijnen die zijn gesteld voor bijvoorbeeld uitspraken van de Raad van State. Dat werkt prettig, want dan weet je waar je aan toe bent. Vandaar dat we bij het project Binckhorst, mede gelet op inhoudelijke en de processuele mogelijkheden weer een beroep doen op de Chw. Den Haag is eigenlijk een milieuhinderluwe stad, maar van de Binckhorst kun je dat niet zeggen. Je hebt daar te maken met een emplacement, een asfalt- en betoncentrale, autosloperijen, vuil verwerking: dat kan stevig met elkaar gaan botsen. Met de Chw kun je je beperken tot reële scenario’s. De onderzoekslast wordt aanzienlijk verlicht. Voor situaties die zich eigenlijk nooit voordoen, hoef je geen onderzoek te doen. De plannen voor de Binckhorst zijn aangepast vanwege de economische crisis. We hebben de oorspronkelijke plannen laten varen. In plaats van Sovjet-planologie willen we naar uitnodigingsplanologie. We streven in dit gebied diversificatie van functies na. De locatie is prima. Waar we tegenaan liepen was de tienjarentermijn van het bestemmingsplan. Je kunt nu eenmaal niet alles realiseren in zo’n korte tijdspanne. Vergelijk het met het Laakhavengebied in Den Haag, achter het spoor. Dat heeft wel 25 jaar geduurd voordat het echt wat was en we zijn nog steeds niet helemaal klaar. Een omgevingsplan biedt meer mogelijkheden dan een bestemmingsplan. Ik vind het een uitdaging om een omgevingsplan te maken. Zo’n plan biedt veel meer mogelijkheden, en het is leuk om dat zelf te ontwikkelen.
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Binckhorst is een verouderd bedrijventerrein. Er is veel leegstand, zo’n 30 à 50%. Er moet een aantal dingen gebeuren. Allereerst moet de bereikbaarheid worden verbeterd. Er moet een andere ontsluitingsstructuur komen, in aansluiting op de toekomstige Rotterdamse Baan. Nu al zijn er allerlei goede ontwikkelingen waar te nemen. Twee leegstaande kantoren worden getransformeerd tot een andere bestemming. Ondernemers melden zich weer om grondposities in te nemen. Er worden 400 eenheden studentenhuisvesting gebouwd. Als het eenmaal gaat lopen, heeft dat een vliegwielfunctie. Je kunt wel stellen dat men de Binckhorst aan het ontdekken is. Kijk naar de Fokker-terminal waarvoor een tijdelijke functie is gevonden. Er worden weer woningen gebouwd. Flexibeler regels kunnen ons bij deze ontwikkeling helpen. Je komt minder belemmeringen tegen en je kunt als gemeente meer en beter faciliteren. De gemeente Den Haag heeft voor 90 miljoen aan bezit verworven. Panden die eigenlijk gekocht zijn om te slopen. Door de economische crisis is veel daarvan afgeschreven. Maar het dieptepunt van de crisis is nu wel achter de rug en je ziet weer een toenemende dynamiek. Met betrekking tot de komende Omgevingswet merkt Peter op dat de verwachtingen redelijk hoog gespannen zijn. Als de belangrijkste doelstelling van de wet slaagt – een eenvoudiger en beter omgevingsrecht – dan is het een gouden kans. Aan de andere kant moet je er ook voor uitkijken dat je geen oude schoenen weg gooit voordat je betere hebt. Het proces van regels opnieuw tegen het licht houden, vereenvoudigen, samenvoegen, is niet gemakkelijk. Je zou eigenlijk helemaal opnieuw moeten kunnen beginnen, maar dat gaat nu eenmaal niet.”
Eenvoudig Beter in de praktijk | 9
Almere, Almere/Zeewolde, Assen, Culemborg, Den Haag, Enschede, Weesp, Zaanstad: Verbrede reikwijdte bestemmingsplan ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Deze tijd vraagt een ander soort bestemmingsplan: minder vooraf bepalen, meer ruimte geven aan initiatieven. Gemeenten kunnen daar nu al mee aan de slag gaan. Het experiment met de Omgevingswet maakt dat mogelijk.” Maarten Engelberts, jurist gemeente Den Haag en ministerie IenM
Bijlage 37 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet Kaart Almere en Zeewolde,Oosterwold Oosterwold Almere & Zeewolde:
0
4 km
10 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Situatie
Stand van zaken
Soms kunnen gemeenten niet goed uit de voeten met het bestaande ruimtelijke instrumentarium. Het zijn over het algemeen gebieden met een stagnerende ontwikkeling. Dat komt vaak omdat bij de aanvang van de planontwikkeling geen duidelijkheid bestaat over de precieze aard, functie, de locatie en het tempo van de realisatie van planonderdelen. Gemeenten willen komen tot een organische ontwikkeling met een flexibele invulling op basis van initiatieven van derden. De gemeenten zien voor zichzelf een faciliterende rol.
De experimenten gaan van start in de volgende gemeenten en gebieden:
Doelstelling Een belangrijk instrument in de Omgevingswet wordt het ‘omgevingsplan’. Dat instrument is geschikt om de ontwikkeling van de bedoelde gebieden vlot te trekken. Om die reden wil een aantal gemeenten, vooruitlopend op het tot stand komen van de Omgevingswet, experimenteren in de geest van de nieuwe regelgeving. Dat levert voor de aangemelde gebieden naar verwachting een oplossing op én in deze experimenten ontstaat praktijkkennis die waardevol is bij het wetgevingstraject voor de Omgevingswet.
Almere en Zeewolde: Oosterwold
Het omvangrijke gebied Oosterwold (4.300 ha) moet zich in de komende 20 tot 30 jaar organisch ontwikkelen tot een groen woonwerkgebied. Hoe het gebied er uit zal gaan zien, hangt in belangrijke mate af van de talloze grote en kleine initiatieven vanuit burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Functies, locaties en timing liggen niet vast. Het experimentele omgevingsplan moet een goede basis bieden. Almere: Weerwater
Almere Centrum Weerwater is al aangemerkt als ontwikkelingsgebied onder de Chw. De gemeente hanteert bij de ontwikkeling van dit gebied (ruim 400 ha) een ‘kansenstrategie’. Het gaat om een geleidelijke ontwikkeling tot (boven)regionaal centrumgebied met bijzondere thematische concepten voor ontspanning, zorg, recreatie, economie en sport. De Floriade vormt in combinatie met de verdubbeling van de A6 een belangrijk startpunt.
Bijlage 38 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet Kaart Almere, Weerwater Almere: Weerwater
0
1 km
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 11
Assen: Toeristisch recreatieve zone (incl. TT-circuit)
Den Haag: Binckhorst
Het gebied tussen TT-circuit Assen en Verkeerspark Assen valt deels binnen de toeristisch recreatieve zone van het project FlorijnAs (lokaal project met nationale betekenis op grond van de Chw). Deze zone moet uitgroeien tot een hoogwaardig recreatief gebied met een grote aantrekkingskracht voor bewoners en toeristen. Vanuit de overheid wordt de ontsluiting van het gebied verbeterd. De gemeente wil in aansluiting daarop vooral kansen uit de markt halen bij het aantrekken van voorzieningen voor toerisme en recreatie. Het experimentele omgevingsplan moet dit ondersteunen.
Toen duidelijk werd dat de grootschalige ontwikkelingen in de Binckhorst niet zouden doorgaan heeft de gemeente voor een andere aanpak gekozen: organisch ontwikkelen waarbij initiatieven uit de markt moeten komen. De gemeente zorgt voor de ruimtelijke structuur. Bestuurlijk is vastgesteld dat het bedrijventerrein Binckhorst kan transformeren naar een gemengd woon-werkgebied. De gemeente kan die ontwikkeling nu faciliteren met onder meer de experimentele juridisch-ruimtelijke basis vooruitlopend op de Omgevingswet. De gemeente stuurt wel op duurzaamheid: zoals ruimte voor fietsen en wandelen, intensivering van het ruimtegebruik en meer groen.
Culemborg: Spoorzone
De Spoorzone (oud bedrijventerrein en deels voormalige stortplaats) wordt op organische wijze ontwikkeld tot een aantrekkelijke stationsomgeving met goede vervoersvoorzieningen, winkels, een hotel, horeca, bedrijvigheid en ontspanning. Het traditionele bestemmingsplan past niet bij de beoogde organische ontwikkeling: het heeft een te korte geldingsduur, is te weinig flexibel en vraagt teveel duidelijkheid vooraf. Het experiment met een verlengde bestemmingsplanhorizon tot 20 jaar moet een werkbare en betrouwbare juridische basis verschaffen.
Bijlage 39 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Assen: Toeristisch Recreatievezone Zone TT-circuit) Kaart Assen, Toeristisch-recreatieve incl.(incl. TT-circuit
0
1 km
12 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Enschede: Gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o.
De voormalige militaire luchtmachtbasis Twente wordt omgevormd tot een burgerluchthaven met daarnaast ruimte voor natuur, ontspanning, bedrijvigheid, evenementen en woningbouw. De huidige ruimtelijk-juridische middelen sluiten niet goed aan bij de gewenste organische ontwikkeling, die uitgaat van het benutten van de bestaande waarden van het gebied. Het experimentele omgevingsplan moet ruimte gaan bieden om soepel te kunnen schakelen tussen beleid, ruimtelijk-juridisch kader en uitvoering.
Bijlage 40 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Culemborg: Spoorzone Kaart Culemborg, Spoorzone
0
0,5 km
Bijlage 41 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Den Den Haag: Binckhorst Kaart Haag, Binckhorst
0
0,7 km
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 13
Bijlage 42 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Enschede: Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. Kaart Enschede, Luchthaven Twente
0
1 km
Weesp en Muiden: Bloemendalerpolder
Volgende stappen
In de Bloemendalerpolder wordt de bouw van maximaal 2750 woningen gekoppeld aan de ontwikkeling van een groenblauwe structuur. Binnen afspraken op hoofdlijnen zijn de marktpartijen zelfstandig verantwoordelijk voor de totale gebiedsontwikkeling. Bij deze ontwikkeling past geen strak ruimtelijk keurslijf maar flexibiliteit.
De gemeenten gaan elk aan de slag met het opstellen van een experimenteel omgevingsplan. Zolang de Omgevingswet nog niet in werking is getreden, geldt een dergelijk vastgesteld plan als een buitenwettelijk en vormvrij (bestemmings)plan.
Zaanstad: Hembrugterrein
Het Hemburgterrein is een voormalig defensieterrein met bos en (monumentale) bedrijfsbebouwing. Doel is de herontwikkeling tot gemengd stedelijk gebied. Ook de mogelijkheden voor woningbouw worden onderzocht. Lastige punten zijn de milieucontouren en de bodemverontreiniging. Vanwege de lange doorloop en onzekerheden voldoet het huidige instrumentarium niet. Ook is een andere aanpak nodig om planvorming en investering in de huidige monumentale bebouwing uit te lokken. Onzekerheid over het uiteindelijke programma leidt er tevens toe dat met minder nauwkeurigheid de causaliteit is vast te stellen voor het wettelijk verplichte kostenverhaal. De gemeente gaat het experiment aan om een innovatieve en duurzame ontwikkeling op gang te krijgen.
14 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Waarom Chw? Een ontwikkeling die vooral voortkomt uit initiatieven van marktpartijen, burgers of bedrijven kan met het huidige instrumentarium niet goed worden vormgegeven. De bestemmingsplannen hebben een realisatietermijn en geldingsduur van 10 jaar, waar meer organische ontwikkeling een langer of nog onbekend tijdbeslag met zich mee brengt. Onderzoek naar de inpassing, de effecten en de uitvoerbaarheid moet in de huidige systematiek vooraf plaatsvinden, zonder dat de initiatieven concreet zijn. Het experiment onder de Chw geeft ruimte om een bestemmingsplan op te stellen dat 20 jaar geldt. De reikwijdte van het plan is verbreed van ’een goede ruimtelijke ordening’ tot ‘een veilige en gezonde leefomgeving’. Het wordt daardoor bijvoorbeeld mogelijk regels op het gebied van milieu of andere beleidsregels in het plan op te nemen. Bepaalde wettelijke regels gelden niet, zoals over het op voorhand aantonen van de uitvoerbaarheid van het plan.
Bijlage 43 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet Kaart Muiden en Weesp,Bloemendalerpolder Bloemendalerpolder Weesp en Muiden:
0
1 km
Bijlage 44 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Zaanstad: Hembrugterrein Kaart Zaanstad, Hembrugterrein
0
0,5 km
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 15
Meer info • Website http://almere20.almere.nl/gebiedsontwikkeling/oosterwold • Projectleider: gemeente Almere Oosterwold: Willem Meuwese,
[email protected] • Website www.almere20.almere.nl/gebiedsontwikkeling/ centrum-weerwater • Website: www.floriade.nl • Projectleider: gemeente Almere Weerwater: Henk Meijer,
[email protected] • Website: www.assen.nl, www.florijnas.com • Projectleider: gemeente Assen: Olga Coenraads,
[email protected] • Website: www.culemborg.nl/Wonen%20en%20leven/ Bouwplannen%20en%20projecten/Spoorzone • Projectleider: gemeente Culemborg: Wout van der Heijden,
[email protected], Willem van Winkoop,
[email protected] • Projectleider: gemeente Den Haag: Sandra Greuder,
[email protected], Maarten Engelberts,
[email protected] • Website: www.adttwente.nl • Projectleider: gemeente Enschede: Rob Harmsen,
[email protected] • Website: www.bloemendalerpolder.com • Projectleider: gemeente Weesp: Marcel Tromp,
[email protected] • Website: www.nieuwhembrug.nl • Projectleider: gemeente Zaanstad: Eveline Zeeman
[email protected], Nico Kippers
[email protected]
16 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Zaanstad: Hembrugterrein
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 17
Amsterdam: Voorzienbare planschade ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“De huidige regelgeving biedt ons onvoldoende handvatten om het aantal vierkante meters kantoorruimte in bestemmingsplannen per saldo te verminderen, vanwege het risico op planschade. Het zou goed zijn als opnieuw wordt bekeken of de wetgeving t.a.v. planschade niet zodanig kan worden aangepast, dat de gemeente beter in staat wordt gesteld eigenaren aan te pakken die weigeren mee te werken aan transformatie van hun langdurig leegstaande kantoren.” Maarten van Poelgeest, wethouder ruimtelijke ordening en grondzaken
Situatie
Waarom Chw?
De gemeente Amsterdam heeft te maken met structurele leegstand van kantoren. Dat geldt onder meer voor de kantoorgebieden Teleport (Sloterdijk) en Amstel III. In bestemmingsplannen is nog een aanzienlijke planvoorraad vierkante meters kantoor opgenomen. Het wegbestemmen van deze kantoorruimte levert grote risico’s op planschadeclaims op.
Het wegbestemmen van kantoorruimte kan tot grote planschadeclaims leiden voor de gemeente. Dit risico kan worden beperkt door ervoor te zorgen dat de wijziging van de bestemmingsplannen ‘voorzienbaar’ is. Dat gaat in stappen. De eerste stap is het voornemen in een openbaar (ruimtelijk) beleidsstuk om het kantorenbeleid te herzien en de oppervlakte aan kantoorruimte in te perken. De tweede stap is een ‘wachttermijn’. De belanghebbenden moeten een redelijke termijn krijgen om de bestaande bouwmogelijkheden toch te benutten. Als zij dat niet doen, dan verspelen zij hun recht op vergoeding van planschade. Er is dan sprake van ‘passieve risicoaanvaarding’. De derde stap is de wijziging van het bestemmingsplan met de vermindering van de kantoorfunctie. In de Wet ruimtelijke ordening is niet expliciet geregeld welke termijn als ‘redelijk’ moet worden aangemerkt. Ook bestaat er geen jurisprudentie waar op kan worden teruggevallen. In de vorm van een experiment op basis van de Chw wordt de redelijke termijn voor de gebieden Teleport en Amstel III uitdrukkelijk vastgelegd, en wel op drie jaar. Na deze periode kan de gemeente de ruimtelijke mogelijkheden voor kantoren, voor zover die niet zijn benut, wegbestemmen. Het risico op de toewijzing van planschade is door deze stapsgewijze en duidelijke werkwijze fors ingeperkt.
Doelstelling De gemeente wil het aantal vierkante meters kantoorruimte verminderen. De krimp van kantoorruimte moet de kwaliteit van de gebieden Teleport en Amstel III vergroten en bijdragen aan een meer effectief ruimtegebruik in bestaand stedelijk gebied. Het uitgangspunt is om transformatie van leegstaande kantoren zoveel mogelijk te stimuleren en dit in samenwerking met de eigenaren te doen. Echter niet alle eigenaren zijn bereid mee te werken aan transformatie.
Stand van zaken Om tot de gewenste afname van kantoorruimte te komen, zijn de beide gebieden in de kantoorstrategie van de gemeente Amsterdam aangewezen als krimpgebieden en als gebieden in het kader van de Leegstandswet en de leegstandsverordening.
Meer info Volgende stappen De gemeente wil bij herziening van de bestemmingsplannen, die teveel ruimte bieden voor de ontwikkeling van kantoren, het aantal vierkante meters kantoor verminderen door daarbij de onbenutte mogelijkheden voor de bouw van kantoren ‘weg te bestemmen’.
18 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
• Renée van Bommel,
[email protected], Wouter Sietinga (jurist),
[email protected]
Amstel III
Bijlage 45A bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Bijlage 45B bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Kaart Amsterdam,Amstel Amstel IIIIIIen Telepoort
Kaart Amsterdam, Amstel III en Telepoort Teleport
0
1 km
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
0
1 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 19
Delfzijl en Eemsmond: Haven- en industriegebieden Oosterhorn en Eemshaven ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Het is lastig gebleken om een nieuw bestemmingsplan tot stand te brengen dat economische ontwikkeling en milieu- en natuurbeheer stevig met elkaar verbindt. Daarvoor is extra instrumentarium en een regionale aanpak nodig. Wij verwachten met de Chw de haven- en industrieterreinen in de Eemsdeltaregio op een integrale wijze flexibel en proactief te kunnen ontwikkelen en beheren.” Jeroen Bos, projectleider gemeente Delfzijl
Situatie
Waarom Chw?
Oosterhorn in de gemeente Delfzijl en Eemshaven in de gemeente Eemsmond zijn terreinen voor zware industrie en havengebonden activiteiten. Het terrein Eemshaven vervult bovendien een belangrijke rol in de nationale energievoorziening. Voor de Eemshaven wordt een uitbreiding voorbereid. Oosterhorn biedt als een van de weinige bedrijventerreinen in Nederland nog ontwikkelingsruimte voor zware chemische industrie. Tevens zijn beide terreinen aangewezen als gebied voor grootschalige windenergie. Het haven- en industriegebied grenst aan de beschermde natuurgebieden van de Waddenzee en de Eems-Dollard, wat een belangenconflict oplevert.
Voor het gebied Oosterhorn is het op basis van de bestaande regelgeving tot op heden niet gelukt om tot een actueel bestemmingsplan te komen. Met het extra instrumentarium van de ontwikkelingsgebieden onder de Chw zou dat wel moeten lukken. Milieumaatregelen en ruimtelijke aanduidingen kunnen in het bestemmingsplan met de ‘plus’ van de Chw nauwer op elkaar worden aangesloten. Daardoor ontstaat meer flexibiliteit en kan actiever en beter vorm worden gegeven aan een integraal gebiedsgericht beheer. De bestemmingsplannen voor Oosterhorn en Eemshaven zijn nog in ontwikkeling. De mogelijkheden worden verkend, zoals het ruimtelijk vastleggen in de bestemmingsplannen van de milieugebruiksruimte voor geluidhinder, geurhinder, externe veiligheid en duurzaamheid. Het gaat dan bijvoorbeeld om het onlangs vastgestelde geluidruimteverdeelplan voor industrielawaai in Oosterhorn. Dit geluidplan kan binnen een ontwikkelingsgebied ruimtelijk worden geborgd. Verder ontstaan mogelijkheden om maatregelen vast te leggen om de vastgestelde milieudoelen te behalen, om de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof ) toe te passen en om negatieve effecten op omringende natuurwaarden te voorkomen. Tevens kunnen in een ontwikkelingsgebied op basis van art. 19 db Natuurbeschermingswet in de bestemmingsplannen bindende kaders worden geboden voor vergunningverlening van concrete initiatieven ingevolge de Natuurbeschermingswet. Ook wordt verkend of een brandweer op parkniveau kan leiden tot een betere risicobeheersing dan brandweer op bedrijfsniveau. Het ontwikkelingsgebied kan daar mogelijk een kader voor bieden.
Doelstelling De haven- en industriegebieden Oosterhorn en Eemshaven zijn zeehavens van nationaal belang. Het streven is het economische gebruik verder te ontwikkelen in balans met de kwetsbare omgeving.
Stand van zaken Voor beide gebieden gelden verouderde bestemmingsplannen die onvoldoende steun bieden aan het tot stand komen van een optimaal ruimte- en milieugebruik. Vernieuwing van de bestemmingsplannen is dringend nodig. Dat blijkt onder de bestaande regelgeving niet goed mogelijk.
Volgende stappen De gemeenten werken voor Oosterhorn en Eemshaven aan een nieuw integraal milieueffectrapport en hebben bestemmingsplannen in voorbereiding. Benodigd onderzoek, overleg met maatschappelijke organisaties en belanghebbenden en de procedure vergen nog de nodige tijd. Naar verwachting kunnen de bestemmingsplannen begin 2016 worden vastgesteld. 20 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Eemshaven
Bijlage 36A bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Bijlage 36B bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Kaart Delfzijl, Zeehavenen industriegebieden Oosterhorn en Eemshaven Oosterhorn
Kaart Eemsmond, Zeehaven- en industriegebieden Oosterhorn en Eemshaven Eemshaven
0
2 km
Meer info • Website: www.delfzijl.nl, www.eemsmond.nl, www.provinciegroningen.nl, www.groningen-seaports.com
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
0
2 km
• Projectleider: voor de gemeente Delfzijl Jeroen Bos,
[email protected] voor de gemeente Eemsmond Sjoert Klein,
[email protected] voor de provincie Groningen Hans van Hilten,
[email protected]
Eenvoudig Beter in de praktijk | 21
Flevoland: Opschalen en saneren windturbineparken (uitbreiding) ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Het energievraagstuk vraagt om passend ruimtelijk instrumentarium. De Chw kan daarin een sleutelrol vervullen.” Dennis Menting, senior-beleidsmedewerker ruimte
Situatie
Volgende stappen
Flevoland profileert zich als de windprovincie van Nederland. In 2012 had Flevoland 600 turbines met een opgesteld vermogen van 600 MW. Tot en met 2015 is een uitbreiding voorzien met circa 125 windturbines en een groei van het vermogen naar 1170 MW. De ruimtelijke mogelijkheden voor de plaatsing van turbines in Flevoland zijn daarmee volledig benut. De productie van windenergie kan alleen nog toenemen door sanering en modernisering van bestaande turbines.
Een volgende aanvulling van het instrumentarium wordt nodig geacht bij de vervanging van verouderde windturbines. Bij vervanging is veelal sprake van een omvangrijker turbine met meer bouwvolume. De bestaande regelgeving werpt daarvoor een beperking op.
Doelstelling Inzet is om naast de al geplande uitbreiding met 125 windturbines in Flevoland de huidige capaciteit van de bestaande 600 windturbines te vergroten. Dit opschalen gebeurt door verouderde molens te vervangen door 250 – 300 moderne turbines. Dit is goed voor een extra groei van het opgewekte vermogen tot 1390,5 MW in 2020 (aldus het bestuursakkoord). De totale investering in de sanering en vervanging bedraagt circa 2 miljard euro.
Stand van zaken De provincie Flevoland is samen met de gemeenten in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland en de windondernemers een regionaal planproces gestart voor de sanering van bestaande, verouderde windturbines en de vervanging door moderne turbines. Dit programma komt alleen van de grond als de overheden over de nodige instrumenten beschikken. Met de amvb 5e tranche van de Chw is een van die instrumenten tot stand gebracht. Het gaat om de binding van de vergunning voor een turbine aan een termijn van maximaal 25 jaar, zodat op gezette tijden ingespeeld kan worden op nieuwe inzichten.
22 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Waarom Chw? Op grond van artikel 3.5. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kunnen gebieden worden aangewezen waar de bouwwerken die daar aanwezig zijn moeten worden gemoderniseerd of vervangen door gelijksoortige bebouwing van gelijke of nagenoeg gelijke bouwmassa. Bij de modernisering van een verouderde windturbine zal echter altijd sprake zijn van een nieuwe turbine met meer bouwvolume. Daarmee ondersteunt en bevordert het bestaande artikel 3.5. Wro de beoogde moderniseringsslag niet. De Chw biedt de mogelijkheid om van dit volumecriterium af te wijken. Bij experiment wordt toename van het bouwvolume mogelijk gemaakt. Daarmee is, passend binnen de beleidskaders voor windmolens, in de aangewezen gebieden juist wel een vergroting van het bouwvolume -en daarmee van het opgesteld vermogen- geboden.
Meer info • Website: www.windwerktvoorflevoland.nl • Website: www.duurzaamflevoland.nl • Jolanka van der Perk,
[email protected]; Dennis Menting,
[email protected]
0
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! 20 km
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 23
Hoogeveen: Vermindering regeldruk bouwwerken ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Hoogeveen doet graag mee aan het experiment om de bouwtechnische toets van kleine bouwwerken, zoals een dakkapel, te schrappen. Wij maken het onze inwoners makkelijker en ook de bouwsector krijgt, naast de lopende acties en maatregelen uit ons lokale stimuleringsplan voor de bouw, een extra steuntje in de rug.” Anno Wietze Hiemstra, wethouder
Situatie
Stand van zaken
Veranderingen aan bouwwerken worden getoetst aan het Bouwbesluit 2012. Daarbij is een splitsing aangebracht in bouwwerken waarvoor een vergunning moet worden aangevraagd en voor bouwwerken waarvoor dit niet hoeft (vergunningvrije bouwwerken). Voor bijvoorbeeld het plaatsen van een dakkapel hoeft geen vergunning te worden aangevraagd als de dakkapel aan de ‘achterzijde’ van een woning wordt geplaatst en binnen maximale maten blijft. Voor ‘dezelfde’ dakkapel aan de ‘voorzijde’ van een woning moet op dit moment (om ruimtelijke en welstandsredenen) nog wel vergunning worden aangevraagd.
Eerder zijn zeven gemeenten het experiment aangegaan (in het kader van de 5e tranche amvb). Aan deze reeks gemeenten is nu Hoogeveen toegevoegd. In de gemeente Hoogeveen is het experiment onderdeel van een lokaal stimuleringsplan voor de bouw. Doel van dit pakket is om (bouw)initiatieven te stimuleren, initiatiefnemers met concrete plannen sneller van dienst te zijn en eventuele barrières weg te nemen. Gedurende de looptijd van het pakket is vijf miljoen euro beschikbaar om nieuwe investeringen mogelijk te maken.
Volgende stappen Doelstelling De proef richt zich op bouwwerken, die om ruimtelijke of welstandsredenen vergunningplichtig zijn. In het experiment wordt alleen op deze ruimtelijke en welstandsmotieven getoetst en vervalt de verplichte technische toets. De vrijstelling voor de technische toets geldt voor het realiseren van een bijkomend bouwwerk (uitbreiding van een hoofdgebouw), het aanbrengen van een dakkapel, dakraam of andere aanpassing van de woning. Het experiment zorgt voor minder regels en een snellere afhandeling van de aanvraag. Het experiment legt de verantwoordelijkheid voor het voldoen aan de technische eisen bij de initiatiefnemer, net zoals dit voor dezelfde bouwwerken aan de ‘achterzijde’ geldt. De toetsing van de aanvraag beperkt zich tot het bestemmingsplan en welstand voor gebieden waarvoor de welstandsnota van toepassing is.
24 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Het experiment kan direct na in werking treden van de amvb starten.
Waarom Chw? Gemeenten willen af van regels die zij niet nodig vinden. De Chw biedt de mogelijkheid om dit bij wijze van experiment uit te proberen voor kleine vergunningplichtige bouwwerken. De toevoeging van Hoogeveen heeft meerwaarde voor het experiment omdat de woningmarkt afwijkt van die van al deelnemende gemeenten. De nadruk ligt minder op nieuwbouw en meer op aanpassing en verbetering van bestaande bouw.
Meer info • Voor alle projecten: www.doorbraakindienstverlening.nl projecten, bouwen op vertrouwen; • Voor Hoogeveen: www.hoogeveen.nl/bouwpakket • Projectleider Bas Halman;
[email protected]
Bijlage bij Besluit uitvoering Crisisen Herstelwet Bijlage bij Besluit uitvoering Crisisen Herstelwet
Kaart vervallen preventieve bouwtoets bij Keurmerk Garantiewoningen Kaart vervallen preventieve bouwtoets bij Keurmerk Garantiewoningen
k
Hoogevee Hoogeveen
Haarlem Haarlem
Almere Almere
k k k Haarlemmermeer Haarlemmermeer Zoetermeer Zoetermeer
k
kDelft Delft
Schijndel Schijndel
k
Eindhoven Eindhoven
k 0
0
40 km
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
40 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 25
Westland: Dijckerwaal ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“In het Westland werken veel arbeidsmigranten. De Chw biedt extra flexibiliteit om voor hen duurzame en eerlijke huisvesting tot stand te brengen.” Arne Weverling, wethouder arbeidsmigratie
Situatie
Volgende stappen
De gemeente Westland kent een sterke tuinbouwsector, waaraan arbeidsmigranten een belangrijke economische bijdrage leveren. De gemeente streeft naar een eerlijk woon- en werkklimaat. Dat geldt ook voor de arbeidsmigranten die kort in het Westland verblijven. Het ontbreekt echter aan voldoende woonruimte.
De bouw kan direct starten als de benodigde omgevingsvergunning is verkregen.
Doelstelling De arbeidsmigranten en hun werkgevers zijn primair zelf verantwoordelijk voor het realiseren van tijdelijke huisvesting; de gemeente Westland faciliteert. Een voorbeeld is het project Dijckerwaal, waarin een particuliere initiatiefnemer een logiesgebouw voor 350 arbeidsmigranten wil realiseren.
Stand van zaken De gemeente Westland heeft in 2012 haar richtinggevende uitgangspunten voor huisvesting van arbeidsmigranten vastgesteld en in januari 2013 de duurzaamheidsagenda 2012-2020, waarin huisvesting een van de bouwstenen is. Het project Dijckerwaal sluit daarop aan. Het project is echter in strijd met de bestemmingsplannen, die aan het plangebied de functie ‘agrarisch-glastuinbouw’ geven. Een particulier samenwerkingsverband, van een werkgever, bouwer en beheerder, wil een tijdelijk huisvestingsproject realiseren voor maximaal 15 jaar. Het gaat om studio’s die vanaf de fabriek compleet ingericht worden geleverd. De bouw vindt plaats met duurzame en milieuvriendelijke materialen. De gebouwen en/of de onderdelen kunnen na de gebruikstermijn van 15 jaar elders worden hergebruikt.
26 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Waarom Chw? De omgevingsvergunning voor het project kan vanwege de strijdigheid met het bestemmingsplan, maar voor een periode van maximaal vijf jaar worden verleend. Dat is te kort om deze investering rendabel te kunnen uitvoeren. Ook vergt de procedure een stevige doorlooptijd van een half jaar. Met gebruikmaking van de Chw kan de toegestane duur voor tijdelijk gebruik worden verlengd tot 15 jaar en de voorbereidingsperiode worden ingekort van 26 naar 8 weken. Een zelfde soort experiment loopt ook in Eindhoven (Spoorzone) en Veghel (CHV-terrein). Op basis van deze experimenten is de wettelijke regeling voor tijdelijk gebruik verruimd met de wetswijziging in verband met het permanent maken van de Chw. Zodra aan rijkszijde de uitvoeringsbesluiten die daarvoor nodig zijn tot stand zijn gebracht kan tijdelijk gebruik overal voor een periode van 10 jaar worden toegestaan en is de korte voorbereidingsperiode van 8 weken algemeen van toepassing.
Meer info • https://www.gemeentewestland.nl/actueel/nieuws/artikel/ artikel/locaties-voor-huisvesting-van-arbeidsmigranten/ • Projectleider Jaap Stolze,
[email protected]
Kaart 's Gravenzande, huisvesting arbeidsmigratie locatie Dijckerwaal
0
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
0,3 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 27
Bob Bergkamp, wethouder gemeente Breda
“ We willen burgers zo veel mogelijk betrekken bij het opstellen van het plan.”
28 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Als we hem spreken is Bob Bergkamp net opnieuw benoemd als wethouder in de gemeente Breda. Was hij in de voorgaande periode wethouder wonen en samenleven, de komende jaren bekommert hij zich om de onderwerpen economie, stedelijke ontwikkeling en sociale zaken. Dat ruimtelijke ordening nu in zijn portefeuille zit, daarvoor heeft hij zelf gekozen. “Natuurlijk vragen de drie d’s (de decentralisatie vanuit het Rijk aan gemeenten van de beleidsterreinen jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen, red.) de komende jaren de meeste aandacht van gemeenten, maar ruimtelijke ordening blijft ook een belangrijk onderwerp. We hebben net een structuurvisie voor Breda gemaakt die loopt tot het jaar 2030. Breda zal in de periode tot 2040 nog licht groeien met zo’n 2% per jaar. We hebben voorafgaand aan het maken van de structuurvisie een brede verkenning onder alle bevolkingslagen in de stad gedaan. Eigenlijk een soort light-versie van een omgevingsvisie. Die structuurvisie is de komende jaren het uitgangspunt van dit college.” De aanmelding voor de 8e tranche van de Crisis- en herstelwet is nog door zijn voorganger gedaan, maar Bergkamp staat er volledig achter. “Het experiment met het maken van een omgevingsplan (volgens de definitie van de Crisis- en herstelwet een ‘bestemmingsplan met verbrede reikwijdte’) geldt voor vier aaneengesloten verouderde bestemmingsplangebieden in Breda. Het gaat om drie woonwijken en een overgangsgebied. Voor die woonwijken zou eigenlijk – gelet op de leeftijd van de geldende bestemmings plannen – een nieuw bestemmingsplan moeten worden opgesteld. De wijken Heuvel, Boeimeer en Ruitersbos hebben alle drie een heel eigen karakter. Heuvel is een naoorlogse uitbreidingswijk, waar de laatste jaren behoorlijk veel projecten zijn gerealiseerd in het kader van de wijkontwikkeling. Boeimeer is deels in de jaren ‘20 en ‘30 en deels in de jaren ‘50 en ‘60 ontwikkeld en grenst aan de historische stad. Ruitersbos is een villawijk die vooral bestaat uit vrijstaande, grote woningen en die grenst aan het natuurgebied het Mastbos. Het vierde gebied ligt aan de zuidkant van het stedelijk gebied van Breda en vormt een overgangsgebied naar het echte buitengebied. Aan de westkant ervan loopt de A16 en de HSL. Nu geldt er nog een bestemmingsplan met een uit te werken deel ‘bedrijfsbestemming’. Maar met de huidige economische situatie moeten we nog eens goed bekijken of en zo ja, wanneer en in welke vorm hier een bedrijventerrein kan worden ontwikkeld.” “Waarom wij ons hebben aangemeld voor een experiment met het maken van een omgevingsplan? De gemeente Breda wil daarmee graag ervaring opdoen. Voornaamste doel is te bezien of door het integraal screenen en samenvoegen van beleidsregels en verordeningen er voor de burgers en voor de gemeente een ‘eenvoudiger en
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
beter’ plan ontstaat. We willen graag dat op basis van dat plan iedereen digitaal kan zien wat er op een bepaald perceel mag en kan, maar ook welke verplichtingen of belemmeringen er op zitten. We hebben als gemeente Breda op dit moment meer dan 100 verordeningen en beleidsstukken waarin uitspraken worden gedaan met betrekking tot dit gebied. Ons adagium is: één gebied, één plan, een goede afstemming en zo min mogelijk bureaucratie. Door het bundelen, vereenvoudigen en schrappen van beleidsregels zal het voor de burgers, bedrijven, instellingen en initiatiefnemers eenvoudiger en beter worden. We willen burgers zo veel mogelijk betrekken bij het opstellen van het plan. Ik ben benieuwd of het ons gaat lukken om dit soort vraagstukken voor burgers te ‘vertalen’. We kunnen wat dat betreft misschien ook leren van de gemeenten Deventer, Venlo enBussum, met wie we voor het maken van het omgevingsplan samen optrekken, zodat niet iedereen apart het wiel hoeft uit te vinden. Binnen de gemeente hebben we een interdisciplinaire werkgroep dwars door de gemeente heen ingesteld, juist vanwege het integrale karakter van het omgevingsplan.” “De woongebieden hadden ook zonder de Crisis- en herstelwet verder ontwikkeld kunnen worden. Maar voor het eventueel te ontwikkelen bedrijventerrein in ‘t Hout biedt de inzet van de Crisisen herstelwet extra mogelijkheden, vooral door de langere looptijd van 20 jaar en de mogelijkheid om onderzoeksverplichtingen door te schuiven naar een later stadium. Daardoor is het mogelijk om een andere fasering te hanteren. Breda heeft eerder ervaring opgedaan met de versnellingsbepalingen van de Crisis- en herstelwet bij de herinrichting van het stations gebied. Vooral de getrechterde besluitvorming heeft daarbij goed gewerkt. Minder was dat bij de beroepsprocedure het vervolgens bleef steken bij de Raad van State, doordat zij de doorlooptijd van maximaal 6 maanden niet haalden en het bijna 12 maanden werd voordat er een uitspraak kwam. Ik vind dat wanneer wij als gemeente ons houden aan de afspraken, het Rijk dat ook moet doen. De Omgevingswet zal hopelijk er toe leiden dat niet meer zo gemakkelijk kan worden afgeweken van afgesproken tijdschema’s. De hoofddoel stelling van de Omgevingswet is het creëren van een veilige en gezonde leefomgeving en het op duurzame en doelmatige wijze beheren en ontwikkelen van deze leefomgeving, en die onderschrijf ik. Daarnaast moet er sprake zijn van vereenvoudiging en deregulering, zodat het gebruiksgemak voor het bevoegd gezag en voor burgers, bedrijven, instellingen en initiatiefnemers wordt vergroot.”
Eenvoudig Beter in de praktijk | 29
Amsterdam: bedrijventerrein Cruquiusgebied ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Door de Chw-aanwijzing is het mogelijk om de bestaande bedrijven te behouden én ruimte te bieden voor transformatie. Dit past binnen de flexibele en geleidelijke aanpak die de gemeente Amsterdam nastreeft voor het gebied.” Hester Ombre, programmamanager Cruquiusgebied
Situatie Het Cruquiusgebied in Amsterdam ligt tussen het Oostelijk Havengebied en de Indische Buurt. Het gebied kent van oudsher veel industriële bedrijvigheid. Pluspunten van het gebied zijn de goede bereikbaarheid, de ligging vlakbij de binnenstad, het water rondom het gebied en de robuuste, historische sfeer.
Doelstelling De gemeente heeft besloten het Cruquiusgebied de komende jaren te transformeren tot een levendig, duurzaam en modern werkwoongebied. De aanpak voor de transformatie is anders dan gebruikelijk. Gekozen is voor een flexibele en geleidelijke aanpak. Het initiatief wordt voor een belangrijk deel overgelaten aan marktpartijen. De gemeente toetst of de initiatieven uit de markt passen bij de gekozen ontwikkelingsrichting. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het zichtbaar en bereikbaar maken van het water, publieke toegang tot kades, over bouwhoogten en behoud van karakteristieke gebouwen als dragers van de identiteit van het gebied.
Stand van zaken Op 31 januari 2012 heeft de stadsdeelraad de spelregels en spelregelkaarten vastgesteld. Dat zijn de toetseisen die de gemeente hanteert bij de omvorming van het gebied van een industriegebied naar een gemengd gebied voor werken én wonen. Deze spelregels en spelregelkaarten zijn bedoeld voor iedereen die in het Cruquiusgebied wil investeren en ontwikkelen. Gedurende 2013 zijn diverse tijdelijke initiatieven in het gebied gerealiseerd die een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het gebied. Ook is een aantal permanente initiatieven voor herontwikkeling gestart. Om op 1 juli 2013 een actueel bestemmingsplan te hebben en omdat er nog onvoldoende duidelijkheid was over de ontwikkelingen heeft 30 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
de gemeente in april 2013 een conserverend bestemmingsplan Cruquius vastgesteld.
Volgende stappen In 2014 start een van de initiatiefnemers met een nieuw bestemmingsplan dat de eerste transformatie mogelijk moet maken. Naar verwachting zal begin 2015 worden gestart met de eerste woningbouw. Ook andere initiatiefnemers onderzoeken de mogelijkheden voor flexibiliteit en ontwikkeling, met gebruikmaking van de Chw.
Waarom Chw? Het gebied doet mee aan het experiment (aangewezen in de 6e tranche Besluit uitvoering Chw) met flexibele bestemmingsplannen onder begeleiding van Platform 31. Het experiment biedt ruimte voor een benadering die initiatiefnemers uitdaagt zelf plannen te ontwikkelen voor het gebied. Tijdens de uitvoering van het experiment is een nieuw knelpunt naar voren gekomen. Binnen de contouren van het bedrijventerrein zijn al tientallen jaren woningen en woonschepen aanwezig. Door een wijziging van de geluidregelgeving worden de ligplaatsen van de woonschepen vanaf 1 juli 2012 als geluidgevoelige bestemming aangemerkt, zonder dat aan de situatie iets verandert. Bij de aanpassing van het bestemmingsplan, die nodig is voor de transformatie van het gebied, zal een toetsing aan de geluidwetgeving plaats moeten vinden. Vanwege de gewijzigde geluidregelgeving is de conclusie dat (nog) niet aan de norm kan worden voldaan. Daardoor blokkeert de beoogde ontwikkeling, ook al leidt die ontwikkeling op termijn juist tot een verbeterde omgevingskwaliteit en geluidsituatie. Om deze blokkade op te heffen mogen – bij wijze van experiment op basis van de 8e tranche van het Besluit uitvoering Chw - de op 1 juli 2012 legaal aanwezige woningen en woonschepen als ‘reeds aanwezig’ worden beschouwd. Voor
0
een periode van 10 jaar hoeft geen toetsing aan de geluidnorm plaats te vinden. Zo wordt meer tijd geboden voor de transformatie van het voormalige bedrijventerrein in een gemengd werk- en woongebied. Doordat aan de feitelijke situatie niets verandert, doet dit experiment geen afbreuk aan de gezondheidsbelangen van (huidige en toekomstige) bewoners van het gebied.
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
0,5 km
Meer info • Website: http://sev.platform31.nl onder projecten (rechter kolom) flexibele bestemmingsplannen • Website: http://www.oost.amsterdam.nl/cruquiusgebied • Projectleider gemeente Amsterdam: Irene Moes,
[email protected]; Platform 31: Hans-Hugo Smit,
[email protected] Eenvoudig Beter in de praktijk | 31
Assen: Havenkwartier, verbrede reikwijdte bestemmingsplan ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Het gaat veel meer om het vermogen om in te spelen op marktontwikkelingen en individuele initiatieven. Voor het succes van het Havenkwartier zullen tijd, aandacht en geduld de belangrijkste factoren zijn.” Cor Staal, projectleider Havenkwartier
Situatie
Volgende stappen
Het Havenkwartier is een voormalig bedrijventerrein langs het Havenkanaal. Het grenst aan het oude Veemarktterrein in Assen. Het gebied ligt in de overgang van centrum en buitengebied. De transformatie van het Havenkwartier naar een woongebied is een stip op de horizon, waaraan de gemeente geen einddatum verbindt. Het doel is een vitaal en levendig gebied op de rand met het centrum, waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden. Een gebied met een vitale mix van bestaand en nieuw, oud en modern. Vernieuwend voor Assen, maar passend bij de stad. Het gebied maakt onderdeel uit van de grootschalige ontwikkeling de ‘FlorijnAs’. De gemeente Assen ontwikkelt de FlorijnAs onder de Chw als een lokaal project met nationale betekenis. Kenmerk van dit type projecten is de forse investering tijdens de planvoorbereiding in het verkrijgen van bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak. Dat draagvlak moet leiden tot versnelling in de uitvoering.
• Uitwerking van de strategie waarin de gemeente de huidige eigenaren en gebruikers, alsmede nieuwe initiatiefnemers in het gebied uitnodigt mee te denken en te doen in het gebied. • Opstellen van een bestemmingsplan met een verbrede reikwijdte in 2014/2015. • Initiatieven al dan niet van tijdelijke aard zijn per direct mogelijk.
Doelstelling Assen groeit. De gemeente wil aan de behoefte aan woningen tegemoet komen door binnenstedelijk nieuwe woningen te bouwen. Kleinschalig, stap voor stap en met verstand. Het tempo zal worden aangepast aan de omstandigheden.
Stand van zaken Het masterplan Havenkwartier dateert van november 2012. De ontwikkeling wordt in fasen uitgevoerd, afgestemd op de marktvraag. In 2015 wordt gestart met het Veemarktterrein. Nu al staat het hele Havenkwartier open voor allerlei initiatieven, al dan niet van tijdelijke aard. Dit kan in panden die door de gemeente zijn gekocht, maar ook op particulier terrein.
32 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Waarom Chw? Mede vanwege de marktomstandigheden kiest de gemeente er voor het Havenkwartier in meer dan 10 tot mogelijk zelfs 20 jaar geheel te ontwikkelen. Om deze organische ontwikkeling mogelijk te maken was het de gemeente Assen als experiment op basis van de Chw (aanwijzing via de 6e tranche) al toegestaan om een bestemmingsplan vast te stellen met een geldingsduur van 20 jaar. Dat blijkt in praktijk wel te helpen, maar nog niet voldoende om de uitvoerbaarheid van het plan te onderbouwen. Het exploitatieplan komt niet rond, omdat daarin moet worden uitgegaan van volledige verwerving van de gronden door de gemeente. Dat is verliesgevend en de gemeente wil dan ook een andere weg bewandelen. De geleidelijke ontwikkeling van het Havenkwartier moet plaatsvinden met investeringen van externe partijen. De gemeente nodigt de huidige eigenaren en gebruikers en nieuwe initiatiefnemers van harte uit om met initiatieven te komen. De gemeente wil actief in kunnen spelen op deze initiatieven. Deze aanpak van de exploitatie ziet de gemeente Assen als voorbeeld van organische groei. Om deze nieuwe werkwijze te kunnen toepassen wil de gemeente gebruik maken van de ruimere mogelijkheden die de Omgevingswet op dit vlak gaat bieden. Daarom wordt het experiment verruimd in aansluiting op de groep gemeen-
0
0,5 km
ten die bij de zevende tranche zijn aangewezen onder de titel verbrede reikwijdte bestemmingsplan.
Meer info • Website:www.florijnas.com; www.florijnas.com/projecten/havenkwartier/havenkade; www.florijnas.com/projecten/havenkwartier/veemarktterrein • Projectleider Cor Staal,
[email protected] Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 33
Breda, Bussum, Deventer, Oldenzaal, Soest en Venlo: Pilot bestemmingsplan met bredere reikwijdte voor het gehele grondgebied ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Deze kans grijpen wij met beide handen aan. De regels voor ruimtelijke plannen zijn nu best ingewikkeld. Door ze te vereenvoudigen en samen te voegen wordt het straks makkelijker om bouwprojecten te starten. We gaan naar integrale digitale plannen. Dus straks vind je alles waarmee je bij een plan of project rekening moet houden overzichtelijk bij elkaar, 24 uur per dag en zeven dagen per week digitaal te raadplegen.” Alfred Arbouw, wethouder ruimtelijke ontwikkeling, gemeente Breda
“Het bestemmingsplan verbrede reikwijdte biedt meer ruimte voor sturen op hoofdlijnen, maatwerk en particulier initiatief.” Karin Steenbakkers, projectmanager ruimtelijke ordening, gemeente Bussum
Situatie In veel gemeenten zijn de ruimtelijke regels voor het grondgebied vastgelegd in een lappendeken aan ruimtelijke plannen. De bestemmingsplannen zijn de laatste jaren wel geactualiseerd, maar de versnippering is goeddeels blijven bestaan. Ook staan de bestemmingsplannen vaak los van de andere gemeentelijke regels, die van belang zijn voor het gebruik van de ruimte. De versnippering over verschillende plannen, het los van elkaar staan van ruimtelijke en andere beleidsregels en ook een aantal specifieke kenmerken en juridische vereisten van het bestemmingsplan (zoals de centrale sturende rol van de gemeente, de regels over uitvoerbaarheid en tijdelijk gebruik) sluiten niet goed meer aan bij deze tijd. Gemeenten willen een meer faciliterende rol innemen en ruimte geven aan maatschappelijke initiatieven. Burgers en bedrijven kunnen echter nog maar moeilijk hun weg vinden in alle losse plannen en complexe regels. Deze spagaat vraagt om een nieuwe benadering.
invulling op basis van initiatieven van derden. Daarbij helpen eenvoudige en samenhangende regels, die helder en duidelijk zijn gepresenteerd. De Omgevingswet en daarbinnen het ‘bestemmingsplan verbrede reikwijdte’ moet daarvoor een belangrijke basis gaan vormen. Een aantal gemeenten wil niet wachten tot deze vereenvoudigde en verbeterde regeling tot stand is gekomen. Zij willen daarop vooruitlopen en in hun gemeente experimenteren in de geest van de nieuwe regelgeving. Dat moet nu al een vereenvoudigd en samenhangend gemeentelijk bestemmingsplan verbrede reikwijdte opleveren. Tegelijkertijd ontstaat bij deze experimenten praktijkkennis die waardevol is bij het wetgevingstraject voor de Omgevingswet.
Stand van zaken De experimenten met het bestemmingsplan verbrede reikwijdte gaan van start in de volgende gemeenten:
Doelstelling
Breda
De rol van initiatiefnemer voor grootschalige plannen past gemeenten steeds minder. De huidige omstandigheden vragen om een organische ontwikkeling van het grondgebied met een flexibele
De gemeente Breda sluit aan bij het actualisatieschema voor de bestemmingsplannen en start het experiment in een viertal verouderde bestemmingsplangebieden. Op basis van een analyse vanuit
34 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Bijlage bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet Bijlage bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Kaart bestemmingsplan met bredere reikwijdte voor het gehele grondgebied Kaart bestemmingsplan met bredere reikwijdte voor het gehele grondgebied
Deventer Deventer
Bussum Bussum Soest
Breda
Soest
Breda
Venlo
0
Oldenzaal Oldenzaal
0
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
60 km
Venlo
Bussum
60 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 35
de thema’s ruimte, milieu en sociaal wordt voor deze gebieden een bestemmingsplan verbrede reikwijdte opgesteld, dat in stappen kan worden uitgebreid naar de hele gemeente. In het bestemmingsplan verbrede reikwijdte worden alle regels op het gebied van de fysieke leefomgeving opgenomen met toepassing van het gedachtegoed van de Omgevingswet.
als eindbeeld het jaar 2018. Kortom, er wordt één gebiedsdekkend bestemmingsplan verbrede reikwijdte opgesteld voor de gehele gemeente op grond van de richtlijnen van de nieuwe Omgevingswet. De omzetting naar een bestemmingsplan plus wordt pragmatisch aangepakt. Venlo
Bussum
De gemeente Bussum gaat met de pilot de werking van de Omgevingswet in de praktijk toetsen. De gemeente hecht in de eerste plaats waarde aan de digitalisering (snel, goed en duidelijk te raadplegen) en verder aan de standaardisering van regels (globaler, met meer gebruiksgemak en minder onderzoekslasten), aan de integratie van welstandsbepalingen en de bundeling van overige regel geving op het terrein van de fysieke leefomgeving. Deventer
De gemeente Deventer ontwikkelt een nieuwe integrale en brede structuurvisie omdat de wereld van de ruimtelijke planning en ordening de laatste jaren wezenlijk is veranderd. Het experiment met een eveneens integraal en grondgebied dekkend bestemmingsplan verbrede reikwijdte biedt een uitgelezen kans naadloos op de structuurvisie aan te sluiten. De gemeente komt in twee stappen tot het bestemmingsplan verbrede reikwijdte: eerst voor het stedelijk gebied (2014-2017) en daarna voor het hele grondgebied (2018-2021). Extra aandacht is er voor digitalisering. Hierbij staat een goede digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven voorop. Oldenzaal
De gemeente Oldenzaal ziet nieuwe ontwikkelingen zoals minder groei, vergrijzing, het ontstaan van leegstand, de behoefte van burgers aan maatwerk en tijdelijke/flexibele bestemmingen en ‘meer doen met minder publiek geld’. Met het project ‘bestemmingsplan verbrede reikwijdte Oldenzaal’ wil de gemeente een nieuwe houding vastleggen om goed op deze ontwikkelingen in te spelen. Dat betreft onder meer het kostenverhaal, waarmee de gemeente flexibeler wil omgaan met private initiatiefnemers door ruimtelijke toestemming en financiële zekerstelling te koppelen. Het bestemmingsplan verbrede reikwijdte wordt gefaseerd opgesteld. De eerste twee fasen hebben betrekking op het stedelijk kerngebied en de etalage van Oldenzaal (de zone vanaf de A1 dwars door de stad waarin bedrijventerreinen, een regionaal recreatiegebied, een cultuurhistorisch hart en een onderscheidend landschap zichtbaar worden gemaakt). De derde en de vierde fase hebben betrekking op de bedrijventerreinen, woonwijken en het stadsrandgebied. Hiermee sluit het bestemmingsplan verbrede reikwijdte aan bij de strategische keuzes uit de Structuurvisie Oldenzaal. Soest
De gemeente Soest heeft voor het bestemmingsplan verbrede reikwijdte de volgende doelstelling geformuleerd: de transitie van de vigerende Soester bestemmingsplannen en beleidsplannen/verordeningen op het gebied van de fysieke leefomgeving naar een gebiedsdekkend, integraal en interactief te raadplegen bestemmingsplan verbrede reikwijdte via een dynamisch ingroeimodel met 36 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
De gemeente Venlo gaat het bestemmingsplan verbrede reikwijdte stapsgewijs opstellen voor achtereenvolgens woongebied/kleine kernen, centrumgebied, bedrijventerrein en buitengebied. In 2018 wordt het geïntegreerd tot één gebiedsdekkend bestemmingsplan verbrede reikwijdte. Streven daarbij is om de uitgangspunten van de toekomstige Omgevingswet (flexibiliteit, eenvoudiger, minder regels, minder onderzoekslasten, meer bestuurlijke afwegingsruimte) te verwerken in het gebiedsdekkende bestemmingsplan verbrede reikwijdte. De gemeente hanteert een groeimodel waarbij telkens nieuwe aspecten van de fysieke leefomgeving aan de beurt zijn. Uiteindelijk bevat het bestemmingsplan verbrede reikwijdte onder andere regels over welstand, duurzaamheid, milieu, cultuurhistorie, monumenten en kwaliteitscriteria. Bijzondere aandacht krijgt duurzaamheid door de invulling van de principes van cradle-to-cradle. Ook moet het plan meer kaders stellen dan verbieden om op die manier externe partijen te ‘verleiden’ om met initiatieven te komen die maatschappelijk rendement opleveren.
Volgende stappen De gemeenten gaan elk aan de slag met het opstellen van een experimenteel bestemmingsplan verbrede reikwijdte. Zolang de Omgevingswet nog niet in werking is getreden, geldt een dergelijk vastgesteld plan als een buitenwettelijk en vormvrij (bestemmings)plan. De gemeenten streven naar afronding van het bestemmingsplan verbrede reikwijdte uiterlijk in 2018.
Waarom Chw? De zes gemeenten gaan experimenteren met het opstellen van een bestemmingsplan met een bredere reikwijdte voor het gehele (gemeentelijke) grondgebied. Daarmee lijkt deze pilot op het experiment in de zevende tranche van het Besluit uitvoering Chw voor bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte. Al deze gemeenten krijgen ruimte om met de volgende onderwerpen te experimenteren: • Het plan gaat over de fysieke leefomgeving en niet alleen over de ruimtelijke aspecten daarbinnen. Dat betekent dat ook milieumaatregelen en aspecten als natuur, welstand enz. in het integrale plan kunnen worden meegenomen. • Verordeningen kunnen integraal onderdeel uitmaken van het plan, zoals ook is voorzien in de Omgevingswet. • Grondexploitaties kunnen gefaseerd worden opgesteld. Dat betekent dat bij organische gebiedsontwikkeling niet direct een gedetailleerde grondexploitatie hoeft te worden geleverd. • Onderzoeken kunnen gefaseerd worden gedaan; in het begin kunnen ze globaal zijn en hoe verder in het traject, des te gedetailleerder het onderzoek. • De termijn van 10 jaar waarbinnen het plan gerealiseerd moet zijn (volgens de Raad van State) is niet meer van toepassing.
Breda
Toch is er een flink verschil met de experimenten in de zevende tranche. Die hebben betrekking op specifieke projecten voor een beperkt deel van het grondgebied. De bestemmingsplannen verbrede reikwijdte die vallen onder deze achtste tranche gaan telkens over het hele grondgebied. Alle voor het grondgebied geldende bestemmingsplannen gaan gelden als één bestemmingsplan voor het gehele grondgebied.
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Meer info • Projectleider gemeente Breda: Eefje Remijn,
[email protected] en Hans Koning,
[email protected] • Projectleider gemeente Bussum: Karin Steenbakkers,
[email protected] • Projectleider gemeente Deventer: Rick Keim,
[email protected] • Projectleider gemeente Oldenzaal: Jos Oude Avenhuis,
[email protected] en Huub van Uum,
[email protected] • Projectleider gemeente Soest: Ferry Supusepa,
[email protected] • Projectleider gemeente Venlo: Ger Meerts,
[email protected]
Eenvoudig Beter in de praktijk | 37
Arnoud Strijbis, hoofd vergunningen gemeente Eindhoven
“ Het draait om de consument: die moet een goed en degelijk huis krijgen.” 38 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
“Deze maand moet het werkplan af zijn: wat gaan we als gemeente zelf nog doen en wat gaan we aan waarborginstellingen overlaten? Die vraag moet daarin beantwoord worden. Maar door de gesprekken die we over dit onderwerp met derden hebben gevoerd, bijvoorbeeld met de woningcorporaties, is er al beweging in de zaak gekomen. Eén woningcorporatie heeft al aangegeven dat hij in het plan goede mogelijkheden ziet.” Aan het woord is Arnoud Strijbis, hoofd vergunningen van de gemeente Eindhoven en enthousiast pleit bezorger van het experiment om de preventieve toets aan het Bouwbesluit bij het Keurmerk Garantiewoningen te laten vervallen. “Verzekeraars stellen nu al hogere eisen aan de woning. In deze fase van voorbereiding van het experiment kun je al merken dat er beweging in zit.” “We willen met dit experiment drie doelen bereiken. Allereerst snellere procedures. Dat kan, juist doordat er meer verantwoordelijkheid voor de bouw bij private partijen wordt gelegd. Ten tweede een betere kwaliteit. Dat wordt bereikt doordat de private partijen zelf beter op de kwaliteit gaan letten omdat ze daarvoor ook aansprakelijk zijn. En als laatste: het moet goedkoper worden. Dat kan, door minder werk voor de overheid worden minder leges geheven. Aan de andere kant komen er wel wat meer kosten bij in het private deel. Ik ben benieuwd wat de uiteindelijke uitkomst is van deze som.”
bepaalde eisen, waardoor meer mogelijk is. Daarbij hebben we voortdurend het belang van de consument voor ogen gehad. De omstandigheden waren bij alle vijf deelnemers aan het experiment verschillend, omdat we onze processen op onze eigen manier organiseren. Het gaat om nieuwbouw, maar om welke projecten en hoeveel nieuwbouwwoningen weten we nog niet precies. Uitgangspunt is dat als de opdrachtgever, de gemeente en de samenwerkingspartners het willen, dat dan het project met nieuwbouw woningen in aanmerking komt voor dit experiment.” Met dit experiment en andere acties hopen we uiteindelijk ook de bouw weer uit het slop te halen en innovatief te werk te gaan. Maar het draait uiteindelijk om de consument: die moet een goed huis krijgen, dat met grote degelijkheid is gebouwd en van goede kwaliteit is. En als er toch iets mis blijkt te zijn: dat die woonconsument vervolgens niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Er komt meer duidelijkheid over waar en bij wie hij moet zijn. We overleggen als vijf gemeenten nog regelmatig met elkaar over dit soort zaken. Volgende week zitten we weer rond de tafel met de waarborginstellingen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is procesbegeleider en ook het Instituut Bouwkwaliteit doet actief mee. Samen proberen we de ruimte op te zoeken die we hebben.”
“Ik ben erg blij dat we als gemeente Eindhoven samen met nog andere gemeenten in de Doorbraakgroep Bouwen op Vertrouwen zijn gaan zitten. We hebben er ongelofelijk veel aan gehad doordat we de vraag ‘Hoe kunnen we de private kwaliteitsborging beter gestalte geven?’ niet in ons eentje hoefden te beantwoorden, maar er samen met die andere gemeenten over konden discussiëren om samen een oplossing te vinden. We hebben samen met de waar borginstellingen gesproken. Die oplossing vonden we in de Crisisen herstelwet. Die biedt mogelijkheden van o.a. vrijstelling van
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 39
Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Sint Anthonis: Vervallen preventieve toets aan het Bouwbesluit bij Keurmerk Garantiewoningen ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“De ontwikkeling die dit experiment beoogt, sluit naadloos aan op de ingezette weg naar verbetering van de kwaliteitsborging in de bouw. Daarom grijpen wij de kans met beide handen aan om samen met partijen in de stad weer stappen te zetten naar een betere verantwoordelijkheidsverdeling en een sneller, beter en goedkoper product.” Arnoud Strijbis, hoofd vergunningen gemeente Eindhoven
Situatie
Stand van zaken
Bij de bouw en verbouw van woningen toetst de gemeente preventief of de vergunningaanvraag voldoet aan onder meer het Bouwbesluit 2012. Deze preventieve gemeentelijke toetsing vindt ook plaats voor grondgebonden woningen die worden gebouwd onder het keurmerk van de Stichting Garantiewoning. De aannemer / bouwer biedt met het keurmerk de koper onder meer een afbouwgarantie, borgt de kwaliteit van de woning en garandeert dat de woning voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012. Daarmee vindt een dubbele toetsing plaats aan het Bouwbesluit: preventief door de gemeente en bij oplevering door de aannemer.
De vijf gemeenten gaan afspraken maken met de drie waarborginstellingen (Bouwgarant, SWK en Woningborg) die het Keurmerk mogen voeren voor de monitoring van de kwaliteit van de woningen die binnen het experiment tot stand komen. Ook wordt daarbij extra aandacht besteed aan het voldoen aan de voorschriften over energiezuinigheid.
Doelstelling
Waarom Chw?
De gemeenten Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Sint Anthonis willen in het experiment volstaan met de waarborg van het keurmerk van de Stichting Garantiewoning. De gemeentelijke toetsing aan het Bouwbesluit 2012 kan dan achterwege blijven. Zo wordt dubbel werk voorkomen en ontstaat tijdwinst. Dit geldt zeker bij technische wijzigingen tijdens de bouw, die de bouwer in het experiment kan uitvoeren zonder toetsing door de gemeente. Ook neemt de ‘waarde’ van het keurmerk verder toe. Dit past bij de voorstellen die het ministerie van BZK ontwikkelt voor de versterking van de private kwaliteitsborging. En het is in lijn met de vraag uit de Tweede Kamer (kamerstukken 2011-2012 32 757 nr. 12) om te experimenteren met verzekerde garantie.
Gemeenten moeten, conform artikel 2.10, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, toetsen of een aanvraag voor een omgevingsvergunning voldoet aan het Bouwbesluit 2012. Het experiment gaat er van uit dat een goed werkend privaat garantiestelsel voldoende waarborg biedt voor naleving van het Bouwbesluit 2012. Daarom is in het experiment onder de Chw, deze verplichting niet van toepassing op grondgebonden woningen waarvoor het Keurmerk Garantiewoning wordt verstrekt. Het ministerie van BZK begeleidt de experimenten.
Uit onderzoek van de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport blijkt dat ongeveer een kwart van de opgeleverde woningen niet voldoet aan de voorschriften voor energiezuinigheid. Binnen het experiment zal juist aan dit onderdeel van de toetsing extra aandacht worden besteed. 40 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Volgende stappen De gemeenten kunnen het experiment starten zodra de formele aanwijzing als experiment onder de Chw is afgerond.
Meer info • Website: informatie over het experiment en private kwaliteitsborging: www.instituutbouwkwaliteit.nl • Voor het experiment treedt Arnoud Strijbis van de gemeente Eindhoven als contactpersoon op,
[email protected] • De coördinatie van het project wordt verzorgd door het Instituut voor Bouwkwaliteit, de kwartiermakers private kwaliteitsborging. Contactpersoon is Hajé van Egmond,
[email protected]
Bijlage bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet Kaart vervallen preventieve bouwtoets bij Keurmerk Garantiewoningen
Bijlage bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Kaart vervallen preventieve bouwtoets bij Keurmerk Garantiewoningen
Eindhoven
Den Haag
k Den Haag Delft k Delft k
Rotterdam Rotterdam
Sint Anthoni Sint Anthonis
k
Eindhoven Eindhoven
k
0
0
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
40 km
40 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 41
Maasdonk, Bernheze, Oss en ’s-Hertogenbosch: Bedrijventerrein Heesch-West ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Een goede financiële en economische onderbouwing van een regionaal bedrijventerrein vraagt om een bestemmingsplanperiode van 20 jaar.” Cees van de Kreeke, projectleider Heesch-West
Situatie
Stand van zaken
De gemeenten Maasdonk, Bernheze, Oss en ’s-Hertogenbosch ontwikkelen in een formeel samenwerkingsverband het regionaal bedrijventerrein Heesch-West. Hiertoe is een gemeenschappelijke regeling in het leven geroepen. Het gebied ligt ten zuiden van de A59 op het grondgebied van de gemeenten Bernheze en Maasdonk. Als gevolg van een gemeentelijke herindeling zal het onderdeel van het bedrijventerrein dat nu tot de gemeente Maasdonk behoort vanaf 1 januari 2015 onder ’s-Hertogenbosch vallen. De vier gemeenten en de provincie hebben eerder samengewerkt en geïnvesteerd bij het in de tijd naar voren halen van de aanleg van de A59. Het was destijds de verwachting dat de gemeentelijke bijdragen zouden kunnen worden terugverdiend met de gezamenlijke uitgifte van Heesch-West. Door de algemene economische ontwikkeling is dat inmiddels niet meer mogelijk.
In het Regionaal ruimtelijk overleg is afgesproken dat de gronduitgifte van het bedrijventerrein Heesch-West niet eerder start dan nadat een ander regionaal bedrijventerrein (Vorstengrafdonk in de gemeente Oss) voor 70% is uitgegeven. Dit is nu nog niet het geval. De voorbereiding van het bestemmingsplan Heesch-West is wel ter hand genomen. Het bestemmingsplan vult nu 76 ha van het totaal van 105 ha uitgeefbaar terrein in met de bestemming ‘bedrijven’. De overige 29 ha behoudt voorlopig de bestaande agrarische bestemming en zal met een wijzigingsbevoegdheid worden omgezet in een bedrijfsbestemming zodra de gronduitgifte dat nodig maakt.
Doelstelling De ontwikkeling van een gemeenschappelijk bedrijventerrein biedt veel voordelen bij de ruimtelijke inpassing, de duurzame inrichting en voor het economisch vestigingsklimaat. In plaats van vier kleine bedrijventerreinen ontstaat één groot terrein dat aantrekkelijk is voor grote regionale en kleinere lokale bedrijven. Door verplaatsing van bedrijven kan in de dorpen ruimte ontstaan voor andere functies. De bundeling voorkomt ongewenste concurrentie tussen de gemeenten en ruimtelijke versnippering. Het regionale terrein maakt zowel een goede landschappelijke inpassing als inwaarts (milieu)zonering mogelijk. Het bedrijventerrein biedt ruimte voor windturbines, zonnepanelen, grasdaken, krijgt een ecologische verbindingszone en biedt waterberging voor een groter gebied. Door zijn omvang (105 ha) voorziet het terrein voor een langere periode in de ruimte voor bedrijfsvestigingen. 42 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Volgende stappen Inmiddels is een gemeenschappelijke regeling in het leven geroepen. Voor het regionale bedrijventerrein Heesch-West is een concept-voorontwerp bestemmingsplan gemaakt. Dit plan wordt in procedure gebracht zodra de 8e tranche van het Besluit uitvoering Chw in werking treedt. De consequenties van de verruiming van de tienjaarstermijn naar de twintigjaarstermijn zullen hierin worden verwerkt. Het samenwerkingsverband verwacht eind 2014 het bestemmingsplan (formeel verdeeld over twee bestemmingsplannen) aan de twee grondgebiedgemeenten te kunnen aanbieden. Deze zullen vervolgens de formele procedure ter hand nemen, ieder voor het eigen grondgebied. De bouwplanontwikkeling kan dan in 2016 worden gestart.
Waarom Chw? De invulling van het terrein zal naar verwachting meer dan tien jaar gaan duren en overschrijdt daarmee de reguliere geldingsduur van een bestemmingsplan. Om het terrein toch te kunnen ontwikkelen en van een goede planologische basis te voorzien is het nodig de
Bijlage 46 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet
Kaart gemeenten Bernheze, `s-Hertogenbosch, Maasdonk en Oss, Bestemmingsplan bedrijventerrein Hee
0
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
2 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 43
geldingsduur te verruimen tot twintig jaar. Deze verruiming biedt in de tijd gelegenheid om het bestemmingsplan zorgvuldig in te vullen, bedrijven goed in te passen en de plaatsing van maximaal zes grote windturbines flexibel af te stemmen op de feitelijke invulling van het terrein. Fasering van het bestemmingsplan in twee delen is geen optie omdat de grondexploitatie voor de eerste fase van tien jaar niet rond komt. In die eerste fase moeten namelijk ook kosten, die nodig zijn om het hele plan te realiseren (zoals grondkosten en bovenplanse voorzieningen) worden meegeteld. Tegenover een deel van die kosten staan in de eerste fase nog geen opbrengsten omdat dit deel in de wijzigingsbevoegdheid voorlopig de agrarische bestemming houdt. Het gevolg is een exploitatieopzet met een negatief resultaat en een economisch niet uitvoerbaar plan. Door de termijn van het bestemmingsplan langer te maken kan een grondexploitatie worden opgezet waarin alle kosten én opbrengsten zijn opgenomen. Dat biedt veel meer gelegenheid voor een sluitende exploitatie. Ook wordt daarmee de zorg weggenomen, dat de economische onderbouwing van de tweede fase, die in de wijzigings bevoegdheid van het bestemmingsplan valt, eveneens binnen de tienjaarstermijn van het bestemmingsplan moet vallen. Om deze zorgvuldige ontwikkeling mogelijk te maken kunnen, in afwijking van artikel 3.1, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening, de gemeenten Bernheze en ’s-Hertogenbosch een geldingsduur van maximaal 20 jaar hanteren voor het bestemmingsplan bedrijventerrein Heesch-West.
44 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Meer info • Website: http://www.s-hertogenbosch.nl/inwoner/projecten/ bedrijventerrein-heesch-west/ • https://www.maasdonk.nl/actueel/plannen-en-projecten/ waalboss/ • Projectleider Cees van de Kreeke,
[email protected]
Heesch west
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | 45
Meerssen: Omgevingsvisie Meerssen ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“Geen grijze objectweergave zoals bij de huidige structuurvisies op de landelijke voorziening, maar een gemakkelijk raadpleegbare digitale verbeelding, waarin de visie voor het gehele grondgebied duidelijk zichtbaar is.” Renée Kuppers, planologisch en juridisch beleidsmedewerkster afdeling Ruimte
Situatie De gemeente Meerssen wil een integrale toekomstbestendige omgevingsvisie opstellen voor haar hele grondgebied. Anders dan de structuurvisie volgens artikel 2.1. van de Wet ruimtelijke ordening zal deze omgevingsvisie niet alleen betrekking hebben op het ruimtelijk beleid, maar zullen alle aspecten van de fysieke leefomgeving worden meegenomen. De visie zal op een dusdanige manier raadpleegbaar zijn dat vanuit het beleid de bijbehorende locatie op de kaart zichtbaar gemaakt kan worden, maar ook vanuit de kaart het bijbehorende beleid kan worden opgezocht. De nu beschikbare RO-standaarden voor een structuurvisie voldoen niet voor de integrale omgevingsvisie en dat zou betekenen dat het plan niet op www.ruimtelijkeplannen.nl kan worden geplaatst.
ren van het ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief kan ontwikkelingsgericht zijn en beheersmatig. Bij de bepaling hiervan neemt de rol die de gemeente Meerssen wil vervullen een belangrijke plaats in.
Volgende stappen Na de analyse van het huidige beleid, de trends en ontwikkelingen en gesprekken met diverse deskundigen, vindt reflectie plaats met de raad en de bevolking. De uitkomsten van deze bijeenkomsten worden vervolgens vertaald in een definitieve visie, die aangeeft waar de gemeente in de komende periode naar toe wil met de fysieke leefomgeving van Meerssen.
Waarom Chw? Doelstelling De gemeente Meerssen loopt met haar integrale visie vooruit op de komst van de Omgevingswet. Behalve aan de inhoudelijke kant hecht de gemeente veel belang aan de toegankelijkheid van de visie. De omgevingsvisie moet met een duidelijke digitale weergave voor iedereen snel en eenvoudig te raadplegen zijn. Hiermee moet ook worden voldaan aan de Europese richtlijn Inspire.
Stand van zaken Bij het formuleren van de omgevingsvisie worden drie sporen bewandeld. Allereerst wordt geput uit de kennis die is vastgelegd in allerlei soorten beleidsstukken over uiteenlopende onderwerpen. Ten tweede is met externen gesproken over trends waarmee de gemeente Meerssen te maken krijgt. Deze gesprekken dienen om vast te stellen of de beleidsstukken nog actueel zijn en om een beeld te krijgen van de behoeften, bezien vanuit de toekomst. Beide sporen worden vervolgens uitgelijnd in het derde spoor: het formule46 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
De omgevingsvisie is omvat meer dan de gemeentelijke structuurvisie. Dit maakt het waarschijnlijk nodig af te wijken van de huidige digitale standaarden, die zijn vastgelegd in de op artikel 1.2.6 het Besluit ruimtelijke ordening gebaseerde ministeriële regeling ‘Standaarden ruimtelijke ordening 2012’. Gebiedsspecifieke informatie kan niet worden weergegeven, omdat de standaarden niet voldoende kleuropties en objectopties hebben. Bij dit laatste valt te denken aan figuren zoals pijlen. Aangezien het niet de bedoeling is om terug te gaan naar een analoge visie, geldt als voorwaarde dat de visie in ieder geval op de gemeentelijke website is te raadplegen. De pilot kan als experiment tot ontwikkeling komen.
Meer info • Website: www.meerssen.nl • Projectleider: Renee Kuppers,
[email protected]
Bijlage bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet Kaart omgevingsvisie Meerssen
0
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
4 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 47
Nieuwegein: Galecopperzoom ontwikkelingsgebied innovatief experiment lokaal project met nationale betekenis
“GalecopperDroom. Pionieren met duurzame en creatieve energie.” Rex den Heijer, voorzitter EnergieLab Galecopperzoom
Situatie
Volgende stappen
De Galecopperzoom is een overwegend agrarisch gebied in de noordwesthoek van Nieuwegein langs de A12 en de A2. Het is de bedoeling om de A12-zone, waar de Galecopperzoom deel van uitmaakt, vanaf 2030 te ontwikkelen tot hoogstedelijk gebied. De gemeente Nieuwegein is eigenaar van het grootste deel van de gronden in de Galecopperzoom.
Om de mogelijkheden voor tijdelijk gebruik actief in de markt te zetten wordt een bestemmingsplan opgesteld dat de genoemde invullingen mogelijk maakt. Het bestemmingsplan moet in 2014/2015 tot stand komen.
Doelstelling Tot de ontwikkeling tot hoogstedelijk gebied vanaf 2030 wil de gemeente Nieuwegein het gebied op een maatschappelijk zinvolle manier gebruiken. Bovendien wil de gemeente als eigenaar van de gronden een oplossing vinden voor het financiële probleem van de hoge rentelasten.
Stand van zaken In een open planproces met overheden, marktpartijen en burgers zijn de kansen voor tijdelijk gebruik verkend. Dit heeft geleid tot de Ontwikkelstrategie tijdelijke invulling Galecopperzoom. Volgens deze strategie kan het gebied in de periode 2015-2030 tijdelijk worden ingevuld met de commerciële exploitatie van duurzame energie in combinatie met leisure, recreatieve en educatieve functies. De invulling met bijvoorbeeld zonnepanelen en windmolens kan goed gecombineerd worden met marktinitiatieven als horeca, evenementen en stadslandbouw. Ook een combinatie met de ideeën van de bewoners (trimbanen, wandelroutes, speelnatuur) is goed mogelijk.
48 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Waarom Chw? Vanwege de gewenste ontwikkeling vanaf 2030 van de Galecopperzoom tot hoogstedelijk gebied is een overbrugging nodig van vijftien jaar. De Wet ruimtelijke ordening kent geen (voorlopige) bestemmingen met deze looptijd. Om toch tot een goede ruimtelijke en juridische basis te komen voor het grondgebruik in de periode van 2015-2030 wordt een experiment onder de Chw toegestaan. In afwijking van artikel 3.1., tweede lid respectievelijk van artikel 3.2. van de Wet ruimtelijke ordening is de looptijd van het bestemmingsplan op 15 jaar gesteld en geldt een voorlopige bestemming voor de periode van 15 jaar.
Meer info • Website: www.nieuwegein.nl/galecopperzoom • Projectleider Rex den Heijer,
[email protected]
Bijlage 47 bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet Kaart Nieuwegein, Galecopperzoom
0
Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
1 km
Eenvoudig Beter in de praktijk | 49
Logo NAEB CMYK tbv drukwerk.pdf
1
15-02-13
14:38
Dit is een uitgave van het
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Interdepartementale programmadirectie Eenvoudig Beter Programma Crisis- en herstelwet Postbus 20901 | 2500 ex Den Haag www.rijksoverheid.nl/ienm omgevingswet.pleio.nl September 2014 Inhoudsopgave | Overzichtskaart projecten
Eenvoudig Beter in de praktijk | III