EENE NIEUWE UITGAVE VAN DE KALILA. 2)e jre*cAïW««is ra» JTaZt7a era DanuTut, t»
rfoor J. R. P . F . GONGGRIJP,
Leiden bij G. K o l f f , 1876.
Van de fabelverzameling die onder den naam van Geschiedenis van Kalila en Dimna aan de beoefenaars der Oostersche talen welbekend is, is thans ook de maleische bewerking in het licht verschenen. Zij maakt liet ouderwerp uit der volgende bladzijden. Tk heb den in het Maleisch gestelden titel, die aan den ongeveer 450 bl. grooten tekst voorafgaat, en dien der Aanteekeuingen, die in 54 bl. daarop volgen, in bovenstaauden titel vereenigd. Van die Aauteekeningen zijn de eerste 24 bladzijden van meer algemeenen aard en bevatten voor de helft een kort begrip der maleische grammatica, voor een vierde biographische aanteekeningen en voor de rest nog het een en andei over de aanleiding en het doel der uitgaaf, over de bronnen, die de schrijver gebruikt, en de kritiek, waarmee hij den tekst heeft vastgesteld. Die Aanteekeningen bieden ruime stof tot beoordeeling van het werk. Wij beginnen niet dat gedeelte dat over de grammatica handelt en wel het eerst met hetgeen daarin voorkomt over de letters. Op bl. 3 /terinner/ de schrijver, »dat genoemd karakter (t. w. het Arabische) enkel met consonanten geschreven wordt", waarop hij onmiddellijk aldus voortgaat://i)e a/i/"zelfs, ofschoon "gewoonlijk den klank a dragende, kan ook eiken anderen klinker dragen, zij is dus meestal in de transscriptie weerge//geven door a maar kan ook zijn e, i , o of oe. // De zaak is deze: de a/i/" heeft tweederlei functie (even ;I1M de w>aw en de *Va). Zij is vooreerst een consonant en dan te vergelijken met